Vaste lasten-ontwerp omgewerkt
Antwoord der regeering
Hulp aan noodlijdende boeren
Dobbelfncmn
lekker... man!
AANPASSING LANGS
NATUURLIJKEN WEG
m
SU
DRUK DER HYPOTHEKEN
VERLICHT
Kerkelijk leven
MAANDAG 9 MAART 1936
Nieuwe contracten
blijven vrij
Hoofdsommen blijven
onaangetast
De algemeene huurverlaging ver
vangen door een systeem van
individueele verlaging
Geen aantasting van hoofd
sommen
Geen andere maatregelen
Het gewijzigde ontwerp
Rentevoet nieuwe leeningen
Vorderingen op landelijke
eigendommen
Verlaging overheidslasten
op huizen
De lasten verplaatst
Bedrijven vrij
Meer dan 6000
Doktoren
snel helpt bij
pijnen in de gewrichten en ledematen
Rheumatiek, Spit, Ischias, Griep,
Hoofd - en Zenuwpijnen, Slapeloosheid
Erfpachtscanon
Obligaties
-Jé-
Het antwoord der Regeering aan
de Tweede Kamer over het
wetsontwerp-landbouw-
hypotheken en pachten
Voorzichtig met crediteuren
Geen Rijkshypotheekbank
De Regeering zal niet ontkennen, dat het, bij
De Pachtregelint
PASTOOR H. N. BOLLINGER
BEDIEND
Onderteekend door alle minis
ters, is thans verschenen de memorie
van antwoord der Regeering op
het voorloopig verslag der Tweede
Kamer over het wetsontwerp, hou
dende bijzondere maatregelen ter
verkrijging van verlaging van som
mige vaste lasten en van huren.
Het kan, aldus de Regeering, nauwelijks ver
wondering wekken, dat met de voorbereiding
eenige tijd gemoeid is geweest en dat de in
diening van het wetsontwerp niet op een vroe
ger tijdstip heeft kunnen plaats vinden.
Nu de Regeering, na nauwgezette overwe
ging van de critiek, het ontwerp op sommige
punten heeft omgewerkt, bestaat bij haar geen
bezwaar togen gelijktijdige be|handeling van
dit ontwerp en het ontwerp c'risis-landbouw-
hypotheekwet 1936, voor zoover zulks mogelijk
blijkt.
De Regeering heeft zich nimmer de illusie
gemaakt, als zou door de voorgestelde maat
regelen de noodzakelijke aanpassing over de
geheele linie met één slag worden bereikt.
Wat betreft de gevraagde uitbreiding tot
een samenstel van maatregelen in den
trant van het plan-Briining, hoe aanlokke
lijk het daarmede te bereiken doel het
brengen met één slag van ons volksleven
op een lager stabilisatievlak ook moge
zijn, de daartegenover staande nadeelen
acht de Regeering zoo groot, dat haars in
ziens hier het middel erger zou zijn dan
de kwaal.
De Regeering heeft zich steeds verzet en zal
zich ook blijven verzetten tegen maatregelen
op gebieden, waar het nog mogelijk is langs
natuurlijken weg de noodige aanpassing te be
reiken of waar aan het ingrijpen langs wette-
lijken weg zoo groote nadeelen zijn verbonden,
"dat de te bereiken voordeelen daartegenover in
het niet vallen.
Met betrekking tot de huren is het de be
doeling, dejjuren, welke om bepaalde redenen
boven het in het ontwerp als maatstaf aan
genomen peil zijn gebleven, naar beneden te
brengen, opdat langs dezen weg de aanpassing
aan een lager niveau wordt bevorderd.
De Regeering merkt op, dat vanuit een ob
jectief standpunt bekeken een maximum pand
briefrente van 4 pet. en een maximum hypo-
teekrente van 4Y, pet. voor eerste hypotheek
als buitengewoon laag kunnen worden be
schouwd.
Verwacht mag worden, dat door wegneming
van de op hetonderhavige gebied bestaande
spanning de economische verhoudingen over
het geheel genomen zullen verbeteren.
Aantasting van hoofdsommen moet de
Regeering, zoowel op theoretische als op
practische gronden afwijzen. Dit neemt in-
tusschen niet weg, dat wanneer, zooals
thans het geval is, de omstandigheden se
dert de totstandkoming van het contract,
een zoo bijzondere wijziging hebben onder
gaan, dat onverzwakte nakoming, van de
overeenkomst redelijkerwijs niet kan wor
den gevorderd, de debiteur langs wettelij-
ken weg moet worden geholpen, zij het dan
ook niet langs den weg van aantasting der
hoofdsommen-
De regeering betwist de stelling, dat het cre-
dietwezen door de indiening van het ontwerp
in ernstige mate zou zijn geschaad.
De positie der hypotheekbanken in het al
gemeen zal ten gevolge van de voorgestelde
maatregelen verbeteren.
Eenerzijds toch zullen de exploitatiekosten der
huiseigenaren, hypothecaire debiteuren, ten ge
volge van de verlaging van lasten verminderen,
waardoor dus de debiteur aan zijn renteverplich
tingen tegenover de bank beter zal kunnen vol
doen; hiertegenover staat weliswaar, dat door
de huurverlaging in sommige gevallen de ex
ploitatieuitkomsten ongunstig zullen worden be
ïnvloed, doch na de individualiseering der huur-
bepalingen zal de verlaging der huur slechts na
gebleken onmacht van den huurder tot betaling
van den oorspronkelijken huurprijs kunnen wor
den opgelegd.
Anderzijds worden de verplichtingen van de
banken tegenover de pandbriefhouders aanzien
lijk verlaagd, als compensatie voor mogelijk te
derven inkomsten uit hypotheekrente. Van de
laatstgenoemde verlaging zullen uiteraard het
meest profiteeren de hypotheekbanken, die ten
gevolge van een minder krachtige financieele
positie, tot nog toe er niet in konden slagen
haar pandbrieven in eenigszins beteekenende
mate op een 4 pet. basis te converteeren. M.a.w.
de intrinsieke waarde van den pandbrief zal
verbeteren, hetgeen vanzelfsprekend niet zijn
invloed zal missen op den koers. Overigens zal
er voor worden gewaakt, dat de voordeelen ook
werkelijk aan de pandbriefhouders ten goede
zullen komen.
Naar aanleiding van de vraag of nog een
aanzienlijk bedrag aan eerste hypotheken uit
staat tegen een hoogere rente dan 4 y, pet.,
wordt er op gewezen, dat van de ruim 1
milliard aan hypotheken, uitstaande bij banken,
die bij de Vereeniging van Directeuren van Hy
potheekbanken zijn aangesloten, 80 85 pet.
boven de 4K pet. gelegen zijn. Uit dezen hoofde
zal dus een aanzienlijk be'drag aan huiseige
naren, hypothecaire debiteuren, ten goede ko
men. Daar komen nog bij de boven 4% liggende
hypotheken, welke door Levensverzekeringmaat
schappijen, Spaarbanken en particulieren zijn
verleend.
De regeering is niet van plan op het ge
bied van de exploitatie van onroerend goed
en het daarmede verband houdend crediet-
wezen, na de thans bekend gemaakte maat
regelen (Crisis-landbouwhypotheekwet, Cri-
sis-hypotheekaflossingswet, Vaste Lasten-ont
werp) nog andere wettelijke maatregelen
op dit gebied voor te stellen.
Nu door de totstandkoming van de hypotheek-
aflossingswet op hypotheek verstrekte gelden
niet ongeremd kunnen worden opgevorderd en
derhalve geen gevaar bestaat, dat hypothecaire
geldschieters oude overeenkomsten zullen be
ëindigen om bij nieuwe contractsluiting vrij te
zijn of geëindigde overeenkomsten slechts onder
bezwarende voorwaarden zullen willen continu-
eeren, is thans voorgesteld het ontwerp niei
od nieuwe overeenkomsten toepasselijk te ver
klaren. En voorts is met het oog op het feit,
dat in het algemeen de noodzakelijke huurda-
ling reeds langs natuurlijken weg heeft plaais
gehad, behalve in de categorie woningen van
den laagsten huurprijs en winkels enz. met lang-
loopende contracten, de regeering te rade ge
worden voor de huurverlaging een individueel
stelsel voor te stellen, waarbij mef de bijzon
derheden van elk geval rekening kan worden
gehouden. Daarmede is dan tevens voldaan aan
den wensch, dat huurverlaging slechts zou plaats
vinden in de gevallen, waarin handhaving van
den bestaanden toestand in strijd zou zijn met
het algemeen belang.
Nu in het gewijzigd ontwerp de te bedingen
rentevoet voor nieuwe leeningen vrij is gelaten,
behoeft van den, voor oude leeningen op hoog
stens 4 gefixeerden rentevoet geen bemoei
lijking voor de totstandkoming van nieuwe lee
ningen tegen lage rente te worden gevreesd.
De rentevoet voor nieuwe leeningen zal den in
vloed van de wet van vraag en aanbod vrije
lijk kunnen ondergaan.
Geen vrees behoeft te bestaan, dat de credi
teuren in den vorm van provisie bij verlenging
van oude leeningen meer zullen afdwingen dan
de 4% pCt., welke zij aan rente mogen vragen.
Immers de debiteuren, die bij het beëindigen
van de geldleening niet in staat zijn de op hy
potheek verstrekte geiden terug te geven, kun
nen met een beroep op de Crisis-hypotheek -
aflossingswet 1936 uitstel van teruggave krij
gen en zij behoeven zich dan geen onereuze
nieuwe voorwaarden te laten opdringen.
Dat het gewenscht is alle thans loopende hy
potheken in amortisatie-hypotheken om te zet
ten. dus ook de particuhere hypotheken, voor
welke thans meestentijds tusschentijdsche ge
deeltelijke aflossing wordt uitgesloten, kan de
Regeering niet inzien.
Tegen de verwezenlijking van het denkbeeld
om hypothecaire leeningen, verstrekt door hy
potheekbanken, te doen aflossen met door die
banken uitgegeven pandbrieven, bestaan ver
schillende bezwaren.
Nu op de nieuwe leeningen de wet niet van
toepassing is, en derhalve niet langer behoeft
te worden gevreesd, dat wanneer voor tweede en
volgende hypotheek een hoogere rente wordt
toegestaan dan voor eerste, dé crediteur voort
aan voor een minimaal bedrag eerste hypo
theek zal bedingen en voor het overige met 'n
inschrijving van lageren rang zal genoegen
nemen, is thans voor tweede en volgende hypo
theken een hooger percentage toegestaan.
Volgens art. 1 van het gewijzigd
wetsontwerp wordt de rente .tot 4K
pCt. 's jaars voor eerste hypotheek en
tot 5 '/2 pCt. voor hypotheken van
lageren rang teruggebracht.
Naar aanleiding van hetgeen in 't Verslag
is opgemerkt ten aanzien van de ongelijke
behandeling van landbouw- en andere hy
potheken en in aansluiting aan de meening
der leden, die betoogden, dat ook op het
gebied van de landbouwhypotheken aan al
gemeen werkende maatregelen tot verlaging
van rente dringende behoefte bestaat, is de
regeering te rade geworden het Vaste-Las
ten-ontwerp ook van toepassing te maken
op vorderingen, gedekt door hypotheken op
landelijke eigendommen.
Zulks is te meer billijk, omdat de hypo
theekbanken over de geheele linie pandbrief -
renteverlaging zullen verkrijgen, dus ook waar
tegenover uitstaande pandbrieven gelden uit
staan, tot waarborg waarvan landelijk eigen
dom is verbonden, hetwelk door den eigenaar
zelf wordt bewerkt.
De vraag, of en zoo ja, welke maatregelen
in zake de scheepshypotheken zijn te nemen,
is in onderzoek.
Wanneer nu het Gewijzigd Ontwerp wet
wordt, zal ten aanzien van den landbouw het
volgende gelden: de rente van alle bestaande
landbouwvorderingen, gedekt door hypotheken
op landelijke eigendommen, wordt tot 4% pCt.
verlaagd (resp, 5 V- voor tweede en verdere hy
potheken), onverschillig of de eigenaar zelf het
landbouwbedrijf daarop uitoefent of dat het
eigendom verpacht is. Daarenboven kunnen de
bepalingen der Crisislandbouwhypotheekwet
1936 worden ingeroepen door de bewerkers van
het landelijk eigendom, voor wie het Vaste-
Lastenontwerp onvoldoende verlichting zou
brengen.
De door de Regeering voorgestelde marge van
pCt. tusschen hypotheek- en pandbrièfrente
is een gemiddelde. In tal van gevallen is de wer
kelijke marge veel lager, omdat er vele posten
zijn, waarop tegenwoordig aan hypotheekrente
veel minder dan 4% pCt. wordt ontvangen, al
is de bedongen rente 4% pCt. of hooger.
Intusschen is der Regeering gebleken, dat,
als gevolg van de voorgestelde maatregelen, de
financieele positie van tal van hypotheekban
ken versterkt zal worden. Tegenover de opoffe
ringen, welke de pandbriefhouders zich zullen
moeten getroosten in den vorm van, een verla
ging van de rente tot 4 pCt., is het dus alleszins
redelijk te achten, dat er voor wordt gewaakt,
dat evengenoemd voordeel in de eerste plaats
te hunnen bate, in den vorm van een verbete
ring van de intrinsieke waarde van den pand
brief, wordt aangewend.
Waar bovendien in belanghebbende kringen
zelve reeds voor Jaren de wenschelijkheid werd
betoogd van het instellen van een Rijkstoezicht
op de betrokken partijen overweegt de Regee
ring, na overleg met de daarbij betrokken par
tijen, een zoodanig toezicht, wellicht in den
trant van het toezicht op het levensverzeke
ringsbedrijf, in het leven te roepen.
De vraag is thans gewettigd, en vele leden
stellen die, of van den voorgestelden maatregel
in zake van verlaging van uit wettelijke voor
schriften voortvloeiende lasten, welke drukken
op de exploitatie van onroerende goederen, wel
gevolg van eenige beteekenis is te verwachten.
De Regeering is voornemens een ernstige po
ging te ondernemen, wanneer de wet tot stand
zou komen en gelooft dat deze tot een resul
taat kan leiden, dat tot de bevordering van het
doel kan bijdragen. Er zijn nog tal van gemeen
ten, die over eenige ruimte op haar budget kun
nen beschikken door een strengere beperking
van haar uitgaven en door een verdere opvoe
ring van haar inkomsten.
De Regeering is er zich van bewust, dat zulks
in verschillende gevallen zal leiden tot verhoo
ging van de opcenten op de gemeentefondsbelas
ting en/of tot verhooging van de Personeele Be
lasting. Ongetwijfeld zijn er aan zoodanige
verschuiving bezwaren verbonden, doch naar
haar meening zijn deze niet zoo groot, dat zij
moeten weerhouden deze verschuiving te bevor
deren.
Voor de Personeele Belasting bevat de wet
geen heffingsmaximum, doch de Regeering heeft
nimmer een hoogere heffing gevergd dan welke
een opbrengst heeft, gelijk aan 200 opcenten op
het wettelijk tarief. Het ligt niet in de bedoeling
deze grens, ook niet ter bevordering van het
doel van dit ontwerp, hooger te stellen.
Met het oog op het primaire belang,
aan de verlaging van de vaste lasten op
onroerende goederen verbonden, acht de
Regeering het bij nadere overweging ver
antwoord, de mogelijkheid om daartoe te
geraken voor de gemeentebesturen te ver-
grooten, door hun toe te staan 10 opcenten
op de gemeentefondsbelasting meer te hef
fen dan waartoe thans hun bevoegdheid
reikt.
Deze opcenten zullen echter uitsluitend
mogen dienen om voor de overeenkomstig
artikel 6 van het ontwerp aangewezen ge
meenten een verlaging der vaste lasten moge
lijk te maken in die gevallen, waarin door die
gemeenten geen andere compensatie voor het
nadeel, uit de verlaging voortvloeiend, kan
worden verkregen. Met het oog op de zeer
bijzondere bevoegdheid, welke den daarvoor
in aanmerking komenden gemeenten bij deze
wet zal worden gegeven, is bepaald, dat daar
van slechts telkens voor niet langer dan één
belastingjaar mag worden gebruik gemaakt.
De Regeering acht het wenschelijk, het ont
werp aldus te wijzigen, dat eerst in 1937 de
thans geldende gemeentelijke belastingver
ordeningen komen te vervallen. Aldus wordt een
ruime termijn verkregen om alle maatregelen,
welke tot de gewenschte verlaging kunnen lei
den, met zorg te overwegen.
De door verscheidene leden gehuldigde
opvatting, dat de aanvankelijk ontworpen
maatregelen ter bereiking van de huurver
laging verder gaan dan noodig is, heeft de
Regeering doen besluiten af te zien van een
imperatieve huurverlaging over de geheele
linie. Zij meent daarvoor thans in de plaats
te moeten stellen een systeem van indivi
dueele huurbepaling, in dier voege, dat de
draagkracht van den huurder, zoomede de
belangen van den verhuurder, tegen elkan
der worden afgewogen. Als grens voor de
huurdaling handhaven zij de norm van 80
pCt. in de oorspronkelijke artikelen vervat.
Anders dan die leden, die zouden wenschen,
dat ook de huurprijzen van panden en terrei
nen, bij bedrijven in gebruik, in de huurverla
ging worden betrokken, is de Regeering van oor
deel, dat die weg niet moet worden ingeslagen.
Daarmede zou immers de sfeer van woning-
huurpolitiek al te zeer worden verlaten en wor
den afgegleden naar een industrieele politiek,
die buiten den opzet van het ontwerp ligt.
In het ontwerp is thans een bepaling opgeno
men, volgens welke in bij K. B. aan te wijzen
gemeenten een huurprijs wordt vastgesteld, be
neden welke de wet van toepassing zal zijn.
De werking van de wet wordt dus gericht op
de woningen, waaraan thans de grootste behoef
te bestaat en waarvan dé voorraad niet groot
genoeg is. De beslissing omtrent de huurver
laging wordt toevertrouwd aan den kanton
rechter, bijgestaan door twee deskundigen. Aan
deze oplossing geeft de Regeering d'e voorkeur
boven de huurcommissies van weleer, omdat
daardoor een noodzakelijke beroepsinstantie
kan worden vermeden.
In verband met de opmerking van verschillen
de zijden, dat de huiseigenaren door een huur
verlaging van 20 pet. ernstig gedupeerd zullen
worden, meent de regeering, dat het thans voor
gestelde systeem van individueele büürbopaling
aan de geopperde bezwaren tegemoet komt. De
kantonrechter- heeft o.m. tot taak de wederzijd-
sche belangen af te wegen. Art. 14 lid 1 van het
gewijzigde ontwerp waarborgt, dat ook met de
belangen van den verhuurder zal worden reke
ning gehouden.
De regeering acht het niet wel mogelijk alge-
verklaren dal
Ook Ir» verouderde gevallen en indien andere
medicamenten gefaald hebben, Onschadelijk voor
maag hart. en nieren. Duizenden die door pijnen
geplaagd werden verkregen door TOGALtabletten
weer het genot van een goede gezondheid. Neem
In Uw eigen belang een proef met TOGAL maar
sta er op, dat U TOGAL krijgt I TOGAL Is het
goedkoopste omdat het werkelijk helpt. Bij alle
Apoth. en Drog, verkrijgb. a t 0 80 en f 2.— O.B.
en voor langer gebruik de kliniekverpakkinfi 8.75
QJ» welks het voardseliaste is.
meene criteria vast te stellen voor de bepaling
van de hum-waarde op 1 Januari 1931, den da
tum, waarop globaal genomen de huurdaling in
zette.
De kantonrechter, voorgelicht door den inspec
teur der directe belastingen, zal van ieder geval
de juiste maat weten te vinden.
Teg'anover de meening van verscheidene leden,
die het niet verdedigbaar achtten, dat de huur
prijzen van woningen, welke met Rijkssteun
krachtens de Woningwet zijn gebouwd, buiten
de regeling vallen, zegt de regeering, dat het
reeds daarom niet juist zou zijn, die woningen
onder de regeling te brengen, omdat de semi-
publiekrechtelijke sfeer, waarin de overheid de
huurzetting behandelt, niet tot gelijkschakeling
noedt. Maar bovendien bestaat er niet de nood
zaak toe, omdat de overheid ten deze vrijwillig
offers brengt, welke de door het ontwerp beoogde
huurverlagingen ten minste zullen evenaren.
Het ligt in de bedoeling der regeering voor
huurverlaging slechts in aanmerking te brengen
woningen van een lage hum-waarde; voor de
winkels daarentegen zal met het oog op de om
standigheid, dat voor groote winkels nog lange
contracten loopende zijn met zeer hoogten huur
prijs, de begrenzing, waar noodig, ruim worden
genomen.
Hangende de behandeling van een verzoek
schrift om huurverlaging kan de huur niet wor
den opgezegd; loopt de huur zonder opzegging
af gedurende den tijd, dat het verzoek om huur
verlaging aanhangig is, dan wordt de huur ver
lengd tot den dag, waarop de beslissing valt.
Vindt de huurkamer na verhoor van huur
der en verhuurder termen tot inwilliging, dan
bepaalt zij by haar beslissing den termijn
voor welken de huurverlaging is toegestaan.
Dien termyn kan zij steilten op ten hoogste
een jaar, ook indien het verzoek betreft wo
ningen, die voor korter dan een jaar ver
huurd wordten. De wet verbindt aan de toe
gestane huurverlaging het rechtsgevolg van
onopzegbaarheid of van verlenging van huur
gedurende den tijd, dat de huurverlaging
van kracht is.
De huurkamer kan de toegestane verlaging
laten terugwerken; de terugwerking is echter
aan wetteiyke grenzen gebonden.
De toegestane termijn van huurverlaging kan
worden verlengd.
Is eenmaal een beslissing tot huurverlaging
gegeven of een minnelijke regeling tot stand ge
komen, dan kan de verhuurder intrekking bin-
nten den gestelden termyn vragen op grond van
nalatigheid in de nakoming van de beslissing of
regeling of om andere redenen.
Ook de huurder is bevoegd intrekking van een
beslissing of minnelijke regeling te vragen.
De regeering heeft gemeend een individueel
stelsel van canonverlaging te moeten introdu-
ceeren, doch slechts in de gevallen, da„ de erf
pachter zijnerzijds zich een verlaging van huur,
hetzy vi-ywillig, hetzij krachtens rpahteriyke
beslissing, heeft moeten laten welgevallen.
Volgens het gewijzigd wetsontwerp zal een ver
laging van canon slechts worden toegestaan, in
dien de erfpachter aannemeiyk maakt, dat hy
uitsluitend of nagenoeg uitsluitend ten gevolge
van de huidige tijdsomstandigheden niet in staat
is de contractueele erfpacht te voldoen.
De regeering heeft voorts een regeling getrof
fen, waardoor voorkomen wordt, dat in eenig ge
val de erfpachtscanon met meer dan 20 pet.
van den overeengekomen canon wordt verlaagd.
De regeering kan zich vereenigen met de
opvatting der leden, dat de verplichting tot
aflossing van obligaties gelijken tred moet
houden met de verplichte periodieke aflossin
gen van de zijde van hypothecaire debiteu
ren. Een wyziging in dezen zin is in art. 5
aangebracht.
Voorts is, ter bescherming van de rechten
van de obligatiehouders, bepaald dat het ge
bruik maken van de bevoegdheid om op obliga-
tieleeningen minder af te lossen dan is overeen
gekomen, afhankeiyk is gesteld van een fiat van
den president op een hem voor te leggen gewij
zigd aflossingsplan. En ten slotte zyn eenige
voorschriften omtrent vrystelling van zegelrecht
opgenomen.
De regeering heeft in het slotartikel bepaald,
dat slechts de bepalingen, welke niet betreffen
hypotheek- of pandbriefrente, een tijdelijk ka
rakter zullen dragen.
Na het nederleggen van een krans op het eeregraf der oorlogshelden, begroet Hitier
de oorlogsverminkten
Verschenen is, vergezeld van een
gewijzigd wetsontwerp, de Memorie
van Antwoord aan de Tweede
Kamer inzake het wetsontwerp,
houdende bijzondere maatregelen
ten aanzien van loopende land-
bouwhypotheek- en pachtovereen
komsten.
Wat betreft de regeling met betrekking tot
de landbouw-hypotheken ontleenen wy daar
aan het volgende:
Gegeven het uitgangspunt van de voorgestelde
regeling, welke wenscht te voorkomen, dat de
eigengeërfde boer van huis en hof wordt ver
jaagd, omdat door de tegenwoordige tydsom-
standigheden zijn hypothecaire verplichtingen te
drukkend zijn en hij derhalve zijn verplichtin
gen niet kan nakomen, spreekt het vanzelf, dat
alleen debiteuren de helpende hand wordt ge
boden in de gevallen, waarin de houding der
crediteuren aanleiding geeft te verwachten dat
bij niet algeheele nakoming van de verplichtingen
tot executie zal worden overgegaan.
Wordt de druk van jaariyksehe verplich
tingen inzake rente en aflossing verminderd,
dan heeft de debiteur voorshands de noo
dige verlichting verkregen. In dit stelsel is
noch vermindering van hoofdsom, noch blij
vende renteverlaging op haar plaats, daar
deze maatregelen een definitief karakter dra
gen en als zoodanig geen rekening houden
met een mogeiyke verbetering van de beta
lingscapaciteit van den debiteur,- hetzy door
omstandigheden van persooniyken aard,
hetzy door verbetering van de conjunctuur.
De aanvaarding van het individueele stelsel
brengt mee, dat men den debiteur slechts dan
verlichting kan geven, wanneer die verlichting
niet wordt verkregen ten koste van een grootere
schade aan de zijde van den crediteur.
In de gevallen, waarin de wet wordt toege
past, kan zij den schuldenaar een verlichting
geven, die zeer belangrijk, is te noemen. De rech
ter toch kan het aan rente en aflossing van
geldleening jaarlijks te betalen bedrag terug
brengen tot 5 pet. 's jaars. niet van het ge
leende bedrag, doch van de gebruikswaarde. De
druk derhalve, welke uitgaat van het bedrag der
hoofdsom, wordt zoodanig verlicht, dat zonder
definitieve aantasting van de hoofdsom toch
dat gedeelte der hoofdsom, hetwelk uitgaat bo
ven de gebruikswaarde van het onderpand, tij-
delyk geen rente draagt.
De meening, verkondigd door verschei
dene leden, dat het spoedig tot stand bren
gen van maatregelen tot verlaging van de
vaste lasten noodzakelijk is, kan in haar al
gemeenheid wel als juist 'worden erkend.
Dat daarbij een algemeene aantasting van
de hoofdsommen een onafwijsbare aanvul
ling zou zijn van de door de Regeering voor
gestane aanpassingspolitiek, ontkent zij ech
ter met stelligheid. Een dergelijke aantasting
toch der hoofdsommen kou neerkomen op
een hoogst willekeurig en onbillijk ingrijpen
in de rechten der crediteuren.
Wat betreft de opmerking, dat, indien niet
tegelijkertijd ook op andere gebieden dan den
landbouw soortgelijke maatregelen worden ge
troffen, het crediet van den landbouw naar die
andere gebieden zal gaan vloeien, verliezen de
hier aan het woord zynde leden naar de mee
ning der regeering ten eenenmale uit het oog,
dat het hier niet alleen gaat om crediet van het
verleden, doch vooral om crediet voor de toe
komst. Zou worden ingegrepen op de wyze, zoo
als deze leden het wenschen, zeer spoedig zou
blijken, dat het Staatscrediet voor de toekomst
onherstelbaar geschaad zou zyn en dat een be
roep op de kapitaalmarkt ter consolideering
van vlottende schuld en ter converteering van
Staatsleeningen, zeer ten nadeele van het ge
heele Nederlandsche volk tot de onmogelykhe-
den zou behooren.
Indien op allerlei gebied in het binnenland op
min of meer onbekookte wyze in zyn rechten
mocht worden ingegrepen, zou de credietgever
niet steeds bereid blijven zijn gelden op de
binnenlandsche kapitaalmarkt uit te zetten.
Wat betreft de sterke daling van de bodem-
opbrengst in goudwaarde, hetgeen tot gevolg
heeft, dat het in het wezen der zaak niet meer
mogeiyk is, dat de geldleener-schuldeischer het
overeengekomene ontvangt en niettemin de
grondbewerker-schuldenaar van de bodemop
brengst leeft, zy opgemerkt, dat laatstgenoemde
op menig gebied profiteert van de plaats vin
dende deflatie. Bovendien wordt het in het al
gemeen den grondbewerker door de landbouw
steunmaatregelen mogelyk gemaakt zich in zyn
positie te handhaven.
De regeering is het eens met die leden, die
betoogden, dat het niet juist zou zijn by dit
wetsontwerp een uitvoerig debat over devaluatie
te voeren.
VOOR DE PIJP
ROOKT IBIS EN GEEN ANDERE SHAG
de voorgestelde regeling, die gebaseerd is op een
wederzijdsche belangenafweging, kan gebeuren
dat een goéde debiteur in groote ongelegenheid
wordt gebracht door een opzegging, welke met
het oog op vitale belangen Van den crediteur
volkomen redeiyk is te achten.
Na zeer gezette overweging is zij echter
tot de slotsom gekomen, dat de toestand
van 's lands financiën niet gedoogt het
nieuwe risico te aanvaarden, hetwelk ge
legen zou zijn in de oprichting van een
Staatshypotheekbank. De bestaande land
bouwsteun, dit mag niet uit het oog wor
den verloren, eischt reeds thans groote
offers van de gemeenschap; de oprichting
van een Staatshypotheekbank met de daar
aan verbonden kosten zou overigens niet te
rymen zijn met een Regeeringsbeieid, dat
vóór alles moet zijn gericht op herstel van
het budgetair evenwicht door bezuiniging in
de Staatshuishouding.
In den gedachtengang van het ontwerp kan
voor verlichting van hypothecaire lasten nie'
in aanmerking komen de schuldenaar, di®
contractueel niet meer aan rente en aflossing
's jaars behoeft te betalen dan 5 pet. van de
volle gebruikswaarde. Wederom uit overweging,
dat een kundige boer ook in de tegenwoordige
tydsomstandigheden minimaal aan hypothe
caire verplichtingen moet kunnen betalen, een
bedrag, hetwelk hij ware hij pachtboer -
aan pacht zou hebben op te brengen, ondef
aftrek van meergenoemde lasten, zyn geen
maatregelen getroffen om hun, die niet hoogef
zijn belast dan tot bedoeld bedrag, verlichting
van lgsten te geven.
De Regeering erkent volgaarne, dat de boeren
leenbanken over het algemeen ten aanzien van
haar debiteuren inschikkelyk zijn geweest, doch
wenscht daartegenover te stellen, dat de oP'
zet van het ontwerp zoodanig is, dat zyn be
palingen niet werken tegenover crediteuren, di®
de belangen ontzien van hun debiteuren, die
een coulante behandelipg waard zyn. Aangezien
échter bij de-te regelen verhoudingen meeste'
een hoeveelheid crediteuren optreedt, kan h«fj
natuurlijk gebeuren, dat sommigen van j
tot de noodige coulance vrijwillig bereid zyn,
anderen daarentegen daartoe met de door hé-
ontwerp gegeven middelen zullen moeten wor
den gedwongen. En zoo zal het kunnen gebeu
ren, dat ten gevolge van het optreden tegen
over minder goedwillige crediteuren, andere,
die geen misbruik van hun machtsmiddelen
hebben gemaakt, worden betrokken in een sa'
neeringsregeling, die, waren zy de eenige cre
diteuren, niet zoude zyn uitgelokt.
De regeling van het ontwerp is gebaseerd op
de gedachte, dat wanneer de hypothecaire de
biteur niet de middelen heeft om zijn rente eO
periodieke aflossing te betalen, de rechter een
regeling zal geven voor de verdeeling van d®
beschikbare gelden tusschen de onderscheiden®
schuldeischers. Het behoeft nauwelyks be
toog, dat het niet aangaat om wanneer een
boerenleenbank één der crediteuren is d®
boerenleenbank te onttrekken aan de belas'
tingregeling. Aldus zou een crediteur van la'
geren rang dan de eerste hypotheekhoudef
zelfs een boven dezen geprivilegieerde posit:® j
worden toegekend.
De Regeering zal zich, wanneer het onder
havig ontwerp wet is geworden, de vraag heb
ben te stellen, of de pachtkamers in hare te
genwoordige samenstelling voldoende zyn toe
gerust om ook hypotheekzaken te beslissen-
Zij zal van die gelegenheid dan teven*
kunnen gebruikmaken om,waardoor opheffinS
van kantongerechten het rechtgebied van d®
overgebleven kantongerechten zoodanig is ge
wijzigd, dat het landelijk gebied is uitgebreid-
na te gaan, of de bezetting van genoemde ka
mers, voortaan kamers voor crisis-landbouW
zaken geheeten, voldoende Is om de aange
brachte pachtzaken en de zaken, aan te brenged
ingevolge de Landbouwcrisishypotheekwet, te
behandelen.
De Regeering kan het door verscheidene le
den geopperde bezwaar tegen verlenging de*
Crisispachtwet 1932 niet deelen. Het feit, da{
men na 1932 land heeft gepacht tegen een pril*'
welke achteraf te hoog blijkt, getuigt in zie»
zelf niet van een ondermijnd verantwoordelijk
heidsgevoel.
Inderdaad zal de Crisispachtwet in afwach
ting van de totstandkoming der nieuwe rege
ling van de pacht, goede diensten bewyzen. O1
wanneer laatstgenoemde wet tot stand komt, d®
regeling der Crisispachtwet geheel zal kunne»
vervallen, is een vraag, die by de behandeling
der genoemde Pachtwet nader onder de ooge»
zal moeten worden gezien.
Nadat Zondag j.l. de rustend pastoor va»
Medemblik, de Zeereerw. heer H. N. Bollin
ger, in zijn woning aan de Brinklaan te
Bussum, nog de H. Mis had opgedragen, ver
ergerde in het begin van de afgeloopen wee®
zyn kwaal, waaraan hy sinds lang ïydende
Op advies van den behandelenden geneeshe®f
heeft pastoor Alfrink van de St. Vitusparochl®
Donderdag den patiënt uit voorzorg de H.Ö'
Sacramenten der Stervenden toegediend.
Zaterdagmiddag was de toestand van de»
eerw. lijder zeer ernstig en had hy hoog®
koorts.
Zooals men weet heeft pastoor Bollinger 1»
December 1934 onder groote belangstelling fii»
gouden priesterfeest gevierd.