Zoekt gij betrouwbaar
Personeel?
I Plaats dan'n „Omroeper"
voor 80.000 gezinnen
STADSNIEUWS
LAATSTE NIEUWS
II
In Memoriam
DE LAGERHUIS-ZITTING
Mussolini naar
Genève?
BEOEFENEN VAN BEROEP
OF BEDRIJF
CROOTE MOGELIJKHEDEN
DINSDAG 10 MAART 1936
DE UITBREIDING VAN HET
STADHUIS
De keuze der architecten
GEKNOEI MET DEN EXPORT
VAN BLOEMBOLLEN
Hillegomsche kweeker voor den
kantonrechter
HET EINDE VAN EEN
PLEZIERREISJE
Vijf jongens voor den politie
rechter
worden U geboden door advertentie-reclame In
de rubriek „Omroepers". Laat die U niet ont
glippen. Da prijs kan geen bezwaar zijn, want
voor slechts 50 cent per regei komt Uw zaken-
Omroeper onder de aandacht van 80.000 ge-
GEEFT AAN MAATSCHAPPE
LIJKE ZORG VOOR ZIEKEN!
Op Zaterdag 14 Maart a.s.
ROODE KRUIS-MEDAILLE
Door Prinses Juliana uitgereikt
Mm
SLUIT U AAN
OOK GIJ EEN ABONNEMENT
(Gedeeltelijk gecorrigeerd)
Parijs teleurgesteld over
Eden's rede
Bereid te onderhandelen, maar
de Rijnzone moet worden
ontruimd
De houding van Italië
Het FranschRussisch
pact
Door Commissie van Buitenl.
zaken van den Senaat
goedgekeurd
Aug. H. M. C. Lindner f
„De Tijd" wijdt het volgende In Memo
riam aan wijlen den heer August Lindner.
Een edel en vruchtbaar leven is dezer
dagen overgegaan naar het gebied,
waar de geloovige de bestemming van
den mensch weet.
Aug. H. M. C. Lindner, oud-pre
sident van den Bij zonderen Raad der
Sint Vincentiusvereeniging in de hoofd
stad, is verscheiden, en zijn goede werken
volgen hem. In die werken is een voor
beeld geweest deze nestor van de liefdadig
heid, die langer dan een kwart eeuw de
leider der katholieke barmhartigheid en
meer dan zestig jaar haar beoefenaar was
in de rangen der Vereeniging, welke onder
het patronaat van den H. Vincentius de
armen van Amsterdam verzorgt.
Wijlen praeses Lindner was een karak
tervaste Hollander, flink van postuur en
geestelijken aanleg, toegerust met de trek
ken of verworvenheden van den koopman
en vaderlander uit de beste burgergeslach
ten van dit land. Een diep geloofsleven
vergeestelijkte en verfijnde dezen groot
handelaar en kapitein van de vroegere
weermacht, die al jong werd getrokken tot
hec ideaal van Ozanam en zich voornam
„in den persoon van den arme Jezus
Christus te eeren".
Hij sprak nooit laatdunkend over staat
kunde en sociale wetten en ongetwij
feld had hij in de lichamen van open
bare wetgeving en bestuur een figuur van
beteekenis kunnen worden, maar hij voel
de weinig voor theorieën en lange gedach-
tenwisselingen. Zijn leven was de daad van
onmiddellijke naastenliefde, de gang van
zijn dag het bezoek aan de armen. Hij
bracht hun voedsel en kleeding in de slop
pen van de hoofdstad, hij wees hun tus
schen de stegen en straten den éénen weg,
die tot het doel leidt. Geen liefdewerk was
hem vreemd en over allen ging zijn waak
zaamheid, want hij was de leider en sti
mulans van dit machtig organisme, dat
uit de onderafdeelingen der Sint Vincen
tiusvereeniging honderden bezoekers we
kelijks trap op trap af dirigeert, uit negen
bibliotheken 300.000 goede boeken jaarlijks
uitleent, in Lindner's tijd op 13 scholen
5000 jongens onderwees en binnen en bui
ten de stad het Liefdewerk der Kinderbe
scherming schiep, zijn werk van voorkeur
en allerfijnste zorg. Ofschoon praeses
Lindner het ongaarne vernam, heeft uit de
volheid van het hart zijner medewerkers,
waartoe voormannen als wijlen A. v. d.
Biesen, Raëskin, Bredius e. a. behoorden
de vice-president van den Bij zonderen
Raad, mr. Aug. Povel, op het zilveren pre-
sidentsfeest dit prachtige levenswerk ge
kenschetst:
„Indien het van u had afgehangen, was
deze dag onopgemerkt en stil voorbijge
gaan. Wij onder ons hebben echter ge
dacht dat zulks niet mocht geschieden en
het kan tot uwe eere gezegd worden, dat
gij u als een behoorlijk Vincentiaan hebt
gedragen en uw inzicht aan ons redelijker
en beter inzicht hebt onderworpen.
„Redelijk, niet echter omdat het gebruik
is te huldigen bij een zilveren feest, doch
omdat een groote liefde ons drong. Gij
hebt ons deze liefde gemakkelijk gemaakt,
zoodat wij thans niet als kinderen tegen
over een vader staan op de wijze zooals de
wet ons deze voorschrijft, doch met een
liefde die gij ons door uw offervaardig
leven hebt afgedwongen.
„Het zou ondoenlijk zijn wanneer wij
hier al uw materieelen arbeid moesten op
sommen. Enkel reeds uw brieven, geschre
ven in dat vaste handschrift en met hun
van inzicht en liefde getuigenden inhoud,
zoo sterk karakteriseerend, zouden tot een
verbazingwekkend getal klimmen. Gij zijt
werkelijk de ziel van onzen arbeid, gij be
zat en bezit ook thans nog alle gaven voor
het leiderschap. Gij bezat de gave der
volharding, de gave der bezieling, wij ge
noten van uw woord, dat gij sprak op de
Algemeene vergadering, en dat gedreven
werd door een hartstochtelijke liefde voor
de armen.
„Het leiderschap door u gevoerd, ging
niet enkel in de richting der armen, uw
liefde strekte zich uit tot eiken Vincentiaan
persoonlijk. Hoevele broeders van St. Vin
centius zijn m geestelijken of stoffelijken
nood door u bijgestaan! Men behoefde
slechts te zeggen, dat het een Vincentiaan
of zelfs een oud-Vincentiaan gold, om van
uw hulp verzekerd te zijn. In deemoed en
in groote wijsheid hebt gij uw taak ver
vuld. Waar gij uw autoriteit moest uitoe
fenen, zijt gij nooit tekort geschoten in de
nederigheid.
„Door uw toedoen is de St. Vincentius
vereeniging een geperfectionneerd instru
ment van naastenliefde geworden, dat
velen heeft behoed voor geestelijke en li
chamelijke ellende."
De Katholieke Kerk heeft dit getuigenis
van zijn medewerkers herhaaldelijk beves
tigd, o.a. toen de H. Vader den heer Lind
ner onderscheidde met het commandeurs
kruis van den H. Gregorius den Grooten, en
laatstelijk toen Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers
den troost van het bisschoppelijk bezoek
bracht aan den kranken Samaritaan, die
als brancardier nog in den hoogen
ouderdom van zijn laatste jaren de zieken
van de Nederlandsche Bedevaart in Lour-
des placht te verzorgen. Zijn exempel van
charitatieve liefde en haar volle vrucht
baarheid zal in het Katholieke Nederland
nog lang blijven, lichten, ook als vandaag
het graf over zijn stoffelijk overschot te
Overveen gesloten wordt.
R. I. P.
Baldwin over het wantrouwen
tusschen Duitschland
en Frankrijk
(Berichten reeds geplaatst in een deel onzer
vorige oplaag)
GROOTE LANDBOUW SCHUUR
IN VLAMMEN
Twintig runderen en twee paarden
omgekomen en 100.000 k.g.
vlas verloren gegaan
BEDRIJFSRAAD IN HET
MIJNBEDRIJF
Rapport der commissie van advies
R.K. HANDELSHOOGESCHOOL
Achtste Dies Natalis
Ook voor dit deel van ons volk
gelden motieven voor
bescherming van de
arbeidsmarkt
Wetsontwerp is nu
ingediend
DREIGEND CONFLICT
TE DEVENTER
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
suiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiüiiiiriiiitiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiuiuiiiiiiiiiiiiniiiiS
Zooals wij hebben gemeld ligt het in het
voornemen van B. en W. van Haarlem de hee-
ren Eschauzier, Holt, Kropholler, v. d. Steur en
Zwiers een uitnoodiging te zenden voor een
voorloopig ontwerp voor de uitbreiding van het
raadhuis aan de Koningstraat. Om hun keuze
te bepalen hadden B. en W. het advies ge
vraagd van den Bond van Nederlandsche Ar
chitecten. Naar we vernemen vond deze het
aanvankelijk beter slechts één architect uit te
noodigen een voorloopig ontwerp te maken en
dit dan ter goedkeuring aan den raad voor te
leggen. Zou dit ontwerp niet voldoen, dan zou
een tweede kunnen gevraagd worden. B. en W.
wenschten echter een meervoudige opdracht te
geven, zoodat door den B.N.A. vier architecten
werden aangewezen. Aan dit viertal hebben B.
en W. nog den heer Kropholler toegevoegd.
Over deze toevoeging is een uitvoerige corres
pondentie ontstaan tusschen B. en W. en den
B. N. A.
De 64-jarige bloemist van K. uit Hillegom
.lad zich Maandagmiddag voor den Haarlem-
schen kantonrechter te verantwoorden wegens
knoeierijen met een export-zending bloembol
len voor Engeland.
Op 25 November zou hij zijn zoon, in zijn
bedrijf werkzaam, hebben gelast een partij
bloembollen te verzenden naar Engeland, zon
der dat de geheele partij gekeurd was door den
plantenziektekundigen dienst. Toen de contro
leurs voor de verzending een steekproef kwa
men nemen, bleken bij de 7000 goedgekeurde
bollen ongeveer 3000 zieke te zijn gemengd, die
ten eenenmale voor export ongeschikt waren.
Verdachte beweerde, dat zulks geheel buiten
zijn medeweten geschied was. Bij de inbeslag
neming was hii niet tegenwoordig geweest. De
knoeierij was ontdekt, toen de bollen reeds wa
ren ingeladen in de schuit van den expediteur,
die met het vervoer naar Rotterdam belast was.
Een tweetal controleurs van den planten
ziektekundigen dienst te Hillegom werden als
getuigen gehoord en verklaarden als bovenver
meld.
De expediteur verklaarde, dat hij de partijen
had ingeladen op last van den zoon; de vader
was er niet bij aanwezig geweest.
De zoon zelf moest hierna zijn getuigenver
klaring afleggen, nadat de kantonrechter hem
erop had gewezen, dat meineed gestraft wordt
met een gevangenisstraf van maximum zes jaar.
Hij verklaarde, dat de knoeierij geheel op zijn
eigen initiatief was begaan, zijn vader was er
niet bij tegenwoordig geweest en had ook geen
opdracht gegeven de slechte bollen bij de goed
gekeurde te mengen. Eerst beweerde hij, dat
het alleen gedaan was als kistvulling, omdat de
kisten niet heelemaal vol waren; later gaf hij
echter toe, dat hij het gedaan had om meer
winst te behalen in het belang van de zaak.
De kantonrechter maakte hem erop attent,
dat dergelijke handelwijze ontzettende schade
kan berokkenen aan den Nederlandschen ex
port en aan de bona fide handelaars, vooral
wanneer de bollen, zooals in dit geval, bestemd
waren om in Engeland geveild te worden.
Daar de zoon bij de politie verklaard had, dat
hfj de bollen met zijn vader had ingepakt, vroeg
de kantonrechter hem tot driemaal toe, of hij
nog op zijn verklaringen onder eede afgelegd
wilde terugkomen, doch de jonge v. K. persis
teerde bij zijn verklaringen. Wel gaf hij nu
toe, dat zijn vader des Zaterdags (25 Nov. was
op Maandag) bij het inpakken geholpen had;
reeds toen was gebleken, dat men in de kisten
ruimte overhield. Zijn vader had geen opdracht
gegeven deze ruimte maar met ondeugdelijke
bollen op te vullen, dit was 's Maandags op
eigen initiatief gebeurd in tegenwoordigheid
van een anderen broer.
De controleurs werden nogmaals voor het
hekje geroepen om te verklaren of de jonge
van K. inderdaad bij het verhoor op het politie
bureau gezegd had, dat zijn vader bij het in
pakken tegenwoordig geweest was; zij konden
het zich niet herinneren.
Daarom besloot de kantonrechter de zaak uit
te stellen om den politie-beambte te kunnen
hooren, die bij het eerste verhoor mede aan
wezig geweest was alsook den anderen zoon van
verdachte.
„Indien dan aan het licht komt, dat Uw
verklaringen, bij de politie afgelegd, waar zijn,
is het bewijs geleverd, dat U onder eede een
verklaring hebt afgelegd in strijd met de waar
heid," aldus de kantonrechter.
Getuige bleef evenwel bij zijn verklaring.
Vijf jongens van 15 tot 17 jaar stonden Maan
dag terecht voor den Politierechter.
Vier van hen hadden op den avond van 1
November een motor-carrier, welke in de Gen.
Bothastraat voor een garage stond, weggeno
men en waren er mee gaan toeren in de rich
ting van Spaarndam. Onderweg hadden zij een
vijfden jongen uitgenoodigd de reis mede te
maken, waaraan deze natuurlijk grif gevolg
gaf. Op den Spaarndammerweg stonden echter
2 rijksveldwachters, die het verdachte geval
met bijzondere interesse zagen naderen. Zij
gaven een stopteeken, doch in plaats van
hiepaan te voldoen probeerden de reizigers
rechtsomkeerd te maken. Wie den smallen
Spaarndammerweg kent, zal zich er niet over
•verwonderen, dat de carrier met inhoud in het
Spaarne terecht kwam. Men zou geneigd zijn
te gelooven dat de Rijksveldwachters nu een
gemakkelijke prooi hadden; ze vischten echter
naast het net, want het edele vijftal wist zich
in overhaaste vlucht te redden. Een van hen
had de tegenwoordigheid van geest zich voor te
doen als behulpzamen toeschouwer, waardoor de
veldwachters in het geheel niet vermoedden, een
rinnon
van de vluchtelingen voor het grijpen te heb
ben. Later evenwel kwamen de anderen stuk
voor stuk terug omdat ze bang waren dat hun
makker nog onder den wagen in het water lag.
Zoodoende strafte de brutaliteit zich zelf.
Eerst was de Justitie het er nog niet over
eens of het vijftal wegens straatschenderij of
wel wegens diefstal en heling van benzine ver
volgd moest worden. Men had tenslotte beslo
ten tot het laatste.
De Officier van Justitie wees er op, dat met
het oog op de algemeene preventie hier een
voorbeeld gesteld moest worden, want het ont
vreemden van onbewaakte auto's en motoren
neemt hand over hand toe. Het geval dat nu
nog vrij goed is afgeloopen had veel ernstiger
gevolgen kunnen hebben. Hij eischte voor elk
3 maanden tuchtschool voorwaardelijk, behalve
voor den oudste die dezer dagen 18 geworden
is 2 maanden gevangenisstraf, voorwaardelijk
met een proeftijd van 3 jaar.
De raadsman, Mr. A. F. C. Hendrikse, be
pleitte voor den jongen die onderweg was op
gepikt ontslag van rechtsvervolging en sloot zich
aan bij den eisch.
De moeder van een der jongens bestreed de
civiele vordering van de verzekeringmaatschap
pij die de schade had moeten betalen, doch
nadat de gemachtigde van de maatschappij de
nota gespecificeerd had, kon zelfs deze juf
frouw er geen speld meer tusschen krijgen.
De Politierechter sprak den vijfden jongen
vrij, de 18-jarige werd veroordeeld tot één
maand gevangenisstraf voorwaardelijk en de-
overigen tot 2 maanden tuchtschool voorwaar
delijk, met 3 jaar proeftijd en onder toezicht-
stelling van Pro Juventute. De schade, groot
f 39.20. zullen ze binnen het half jaar moeten
vergoeden.
Men schrijft ons:
Zaterdag 14 Maart zal, evenals verleden jaar,
een collecte worden gehouden ten bate van de
Haaa-lemsche Vereeniging „Maatschappelijke
Zorg voor Zieken" door een Comité, waarvan
de samenstelling hieronder wordt vermeld.
Genoemde Vereeniging bestaat reeds 18 jaar
en werd opgericht op initiatief van wijlen Dr.
Westerman, die bij zijn werk in het St. Elisa
beth's Gasthuis telkens weer ondervond, dat
patiënten bij ontslag uit het ziekenhuis vaak
nog niet zonder meer aan hun gezin of aan
hun werk konden worden teruggegeven. Een
na een operatie herstelde doch nog zwakke
huismoeder behoefde wel niet meer de kost
bare verpleging in een ziekenhuis, doch haar
taak in het gezin kon zij nog niet vervullen.
Zij had nog versterkende middelen noodig of
hulp in de huishouding. Ook was die hulp
wel eens noodig zoodra een patiënt in het
ziekenhuis was opgenomen en het gezin onver
zorgd achterbleef. Wel kon in vele gevallen
door familie of vrienden hulp worden verstrekt,
doch veelal werd die hulp slecht georganiseerd
en waren goede raad en leiding dringend noodig
en wanneer er al geld genoeg was om hulp te
betalen dan was het de menschen zelf niet al
tijd mogelijk geschikte personen voor die hulp
te vinden. Ook was er vaak veel te regelen,
wanneer iemand genezen of invalide uit het
ziekenhuis was ontslagen, daar de een zijn be
trekking was kwijtgeraakt of daarvoor onge
schikt was geworden en de ander daarvoor, of
voor een ander beroep, pas weer geschikt kon
worden bijv. door een kunstarm of een kunst
been. Ook de keuze van een ander beroep viel
vaak niet mee en de mogelijkheden daarvoor
werden vaak niet overzien.
Ook buiten het verband der ziekenhuizen was
vaak hulp en raad noodig bij ziektegevallen:
hulp in de huishouding en verpleging bij ziekte
van de huisvrouw, verstrekking van kleeren aan
kinderen die noodig naar buiten gezonden
moesten worden, plaatsing in inrichtingen en
de keuze daarvan voor ouden van dagen, ge-
brekkigen, onmaatschappelijken, het inrichten
van de luiermand, hulp aan gezinnen bij ster
van van den kostwinner, enz. enz.
Voor al deze hulp waren duizendkunstenares
sen noodig, in staat om de gevallen behoorlijk
te onderzoeken en te beoordeelen, bekend met
adressen van personen en inrichtingen van al-
lerhanden aard, geschikt om met menschen van
allerlei slag om te gaan (ook met messen ge
wapende!), begaafd met gevoel voor lijdende
medemenschen, doch ook weer niet sentimen
teel of geneigd om te veel of overbodig te hel
pen!
Reeds vele jaren vervullen de thans in func
tie zijnde Zusters hun taak. Ieder kent ze, de
Zusters Schouten, Merison en Casander en
ieder weet hoe zij hun taak vervullen, bijge
staan door hunne assistenten, de dames Bie-
rens de Haan, Boeyinga en Beune. Mej. Bie-
rens de Haan is reeds vele jaren de toegewijde
hulp van Zr. Merison, de beide andere dames
zijn eerst eenige maanden in functie en nog
in opleiding. Het bestuur van de Haarlemsche
Vereeniging „Maatschappelijke Zorg voor Zie
ken" heeft reeds vele jaren de grievende zorg
dat het nog niet mogelijk is geweest een be
hoorlijke salarisregeling voor deze dames te
ontwerpen door gebrek aan middelen. Ook
voor het werk zelf is veel geld noodig en het
aantal leden loopt steeds achteruit, de contri
buties worden lager gesteld en het Gemeente
subsidie is belangrijk verminderd! Moge de
jaarlijksche collecte de Verinniging op de
been brengen en houden! Geeft toch allen
iets! Geeft veel of geeft weinig, geeft zooveel
gij missen kunt, maar vooral geeft allen!
Het Bestuur der Haarl. Ver. Maatschappelijke
Zorg voor Zieken
Dr. L. C. Kersbergen, voorzitter.
Arts F. A. van der Breggen, Secretaris.
Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen, Penning
meester.
Het Eere-comité bestaat uit;
Mevrouw A. Röell-baronesse de Vos van
Steenwijk, eere-presidente, mevr, J. W. M.
Maarschalk van Egmond en Rinnegom-van
Coppenaal, mevr. A. A. Bierens de Haan-Tem-
mincz, mej. J. M. Bierens de Haan, mej. M. A.
Bierens de Haan, mevr. R. Cohen-Vos, mevr.
R. Cohen-Hartog, de heer G. J. Droste, mevr.
E. J. Grcien-Du Mosch, mevr. L. Heerkens
Thijssen-van der Kun, de heer Th. M. Hoog,
mevr. C. Kersbergen-van Soelen, mevr. A. M.
Kool-Pierson, mevr. A. van Marselis Hartsinck-
Schuyt van Castricum, mevr. G. S. E. Mees-
Schuckink Kool, mevr. R. van Paassen-Kohl-
brugge, mevr. W. H. M. Pliester-de Vries, mej.
Zr. M. J. Rebel, mevr. S. Rnodius-Bunge, mevr.
J. van Schuylenburch-van den Biesen, Hoog-
eerw. heer H. C. J. Sondaal, mevr. A. G. E. van
Steenhardt Carré-Eeftink, mevr. C. E. barones
se Sweerts de Landas-Goedkoop, mej. Zr. A.
Voorhoeve, mevr. M. Th. J. van Wayenburg-
Schmedding, mevr. C. Westerman-Koch, mevr.
E. H. Zweerts de Jong-van der Kuile.
Het Werkend Comité uit:
Mevr. L. van Dijk-van Lieshout, voorzitster,
mevr. D. van der Breggen-Spillenaar Bilgen,
lste secretaresse, mevr. J. Fortgens-Wolvendijk,
2de secretaresse, mevr. dr. W. B. Smit, pen-
ningmeesteresse.
Aan ds. J. Visser te Den Haag, gewezen kring
commissaris van het Ned. Roode Kruis in den
kring Utrecht, is Vrijdag j.l. in het gebouw
van het hoofdbestuur te Den Haag door H. K.
H. Prinses Juliana, als voorzitster van het Ned.
Roode Kruis, de medaille van het Roode Kruis
uitgereikt. De Prinses herdacht daarbij de vele
diensten door ds. Visser gedurende een lange
reeks van jaren aan het Ned. Roode Kruis be
wezen.
veertiendaags VERSCHIJNEND propagandablad
DER RJC STAATSPARTIJ ABONNEMENTSPRIJS F1- PER
JAAR ADMINISTRATIE MAURITSKADE 25 DEN HAAG
m
Ik moet 3 pond aardappelen hebben. Maar
gróóte.
Wat? Je moeder neemt anders toch altijd kleine
aardappelen?
Jawel, maar' vandaag moet ik ze schillen.
PARIJS, 9 Maart. (Reuter.) In politieke
kringen heeft men met reserve de rede van
Eden in het Lagerhuis ontvangen. Eden noem
de slechts artikel twee van het pact, maar
releveerde niet artikel vier, waarop Frankrijk
en België zich juist bij den Volkenbond heb
ben beroepen. In parlementaire kringen consta
teert men een verschil in houding tusschen
Frankrijk en Engeland ten opzichte van Hit
ler's voorstellen. Engeland verbergt niet zijn
belangstelling er voor en Frankrijk wijst ze als
onaanvaardbaar af.
Men verklaart evenwel dat Frankrijk wel ge
neigd is onder zekere voorwaarden met
Duitschland te onderhandelen. De conferentie
zou moeten plaats hebben binnen den Volken
bond en de eventueele accóorden zonden door
derde mogendheden moeten worden gegaran
deerd. De Fransche regeering blijft echter vast
besloten geen besprekingen te beginnen onder
bedreiging en zoolang de Duitsche troepen niet
de gedemilitariseerde zon hebben ontruimd,
welke zjj met minachting der verdragen hebben
bezet.
De verklaringen van Eden in het Lagerhuis
zijn te Rome met reserve opgenomen, die Italië's
houding karakteriseert sedert de opzegging van
het Locamo-pact. Men volgt de gebeurtenissen
echter oplettend. Italië zal waarschijnlijk niet
weigeren, als onderteekenaar van het Locarno-
pact zich aan te sluiten bij een mondelinge
veroordeeling van de Duitsche geste. Men kan
zich echter onmogelijk voorstellen, dat het zich
bereid zal verklaren aan sancties tegen
Duitschland deel te nemen, daar deze op Italië
zelf nog worden toegepast.
PARIJS, 9 Maart. De commissie van buiten-
landsche zaken van den Senaat heeft met bijna
algemeene stemmen het rapport over het reeds
door de Kamer aangenomen Fransch-Russisch
pact goedgekeurd. Het schijnt zoo goed als ze
ker dat een groote meerderheid van den Senaat
zich voor de ratificatie van het pact zal uit
spreken.
Aangezien het vrijwel vaststaat, dat het
Fransch-Russisch pact zonder debat door den
Senaat zal worden geratificeerd, zal Flandin,
die morgenavond naar Genève vertrekt, Don
derdag niet te Parijs behoeven te zijn.
LONDEN, 9 Maart (Reuter). Na de rede van
Eden opende Baldwin de debatten en vroeg het
Lagerhuis het witboek inzake de defensieplan
nen goed te keuren. De herziening der defen
sie werd gerechtvaardigd door den internatio
nalen toestand. Groot-Brittannië zou evenwel
iedere gelegenheid aangrijpen om de bewape
ning in de wereld te beperken. Betreffende de
jongste gebeurtenissen zeide Baldwin, dat er
nooit een permanente vrede in Europa zal
kunnen zijn, zoolang' tusschen Frankrijk en
Duitschland het eeuwenoude wantrouwen zal
blijven bestaan. Onze eenige hoop blijft ge
vestigd op het tot stand brengen van een
vriendschap tusschen Frankrijk, Duitschland en
ons land.
Sir Samuel Hoare zeide, dat niemand kan
ontkennen dat de centrale factor in 't Europee-
sche probleem de Duitsche herbewapening is.
Hoare was het volkomen eens met de verkla
ringen van den minister van Buitenlandsche
Zaken.
De verklaringen van Eden hebben in het
Lagerhuis een diepen indruk gemaakt en wer
den bijna unaniem gunstig ontvangen. Toch
moet men er rekening mede houden, dat de af
keuring' door de oppositie over Duitschlands
optreden niet uitsluit haar verlangen om on
middellijk de voorstellen van Hitler in over
weging te nemen.
Nader wordt omtrent de debatten nog ge
meld
De leider der Labour-oppositie in het La
gerhuis, majoor Attlee, diende namens zijn
fractie een amendement in, waarin wordt ver
klaard, dat de Labour-partij steeds de ten uit
voer legging heeft gesteund van de verplich
tingen voortvloeiende uit de verdragen, doch,
dat de verdragen aan wijzigingen onderhevig
zijn, zulks met instemming van de verdrag
sluitende partfjen.
Sprekende over het Witboek gaf Attlee als
zijn meening te kennen, dat Groot Brittannië
thans opnieuw mededoet aan een bewapenings
wedloop, welke de wereld naar den afgrond
voert.
De liberaal Sinclair beklaagde zich over het
gemis van duidelijkheid in het Witboek.
GENèVE, 9 Maart. Gemeld wordt, dat de
groote mogendheden zich op de op Vrijdag t*
houden zitting van den Volkenbondsraad door
hun ministers van buitenlandsche zaken zullen
laten vertegenwoordigen.
Zoo zullen Eden, Flandin, Litwinoff, Beek
o.a. ook tegenwoordig zijn, en het is niet
onmogelijk, dat Mussolini, naast Aloisi en
Suvïch, eveneens naar Genève zal komen.
Men rekent voorts op de aanwezigheid van
Van Zeeland, omdat België, als mede-ondertee
kenaar van het Locarno-pact, aan de Raads
tafel plaats zal nemen.
Maandagnacht heeft een zware brand
gewoed in een der drie groote landbouw-
schuren van de boerenhofstede van C. en R-
van Ackeren te Heikant, een buurtschap in de
gemeente St. Jansteen.
De landbouwschuur brandde geheel af. Twin
tig stuks rundvee en twee jonge paarden kwa
men in de vlammen om. Ook werden naar
schatting meer dan 100.000 K.G. vlas, w.o. van
vóór het oogstjaar 1932, een prooi der vlam
men. Twaalf paarden konden worden gered.
De brandweer, die kort na het uitbreken van
den brand gealarmeerd werd, was spoedig ter
plaatse en kon uitbreiding van den brand voor
komen.
Men vermoedt, dat hier kwaadwilligheid in
het spel is.
De commissie van advies als bedoeld in art. 8
van de Bedrijfsradenwet heeft aan het verzoek
van den minister van Sociale Zaken om
advies over de wenschelijkheid van instelling
van een bedrijfsraad in het mijnbedrijf vol
daan en Zaterdag haar rapport bij den minis
ter ingediend.
Maandagmiddag om vier uur werd ter gele
genheid van den achtsten Dies Natalis der R.K.
Handelshoogeschool in het Auditorium van het
Conservatorium der R.K. Leergangen te Til
burg een bijeenkomst gehouden welke werd
bijgewoond door vele leden van het Curatorium,
het Dagelijksch Bestuur van de Gemeente,
hoogleeraren, studenten en belangstellenden. De
rector magnificus, de zeereerw. zeergel. pater
prof. F. A. Weve O.P. hield een rede over „Het
algemeen belang".
Ingediend is een wetsontwerp, houdende
regeling van het zelfstandig uitoefenen van
beroepen en bedrijven door vreemdelingen,
zooals elders in dit nummer wordt gemeld.
Aan de memorie van antwoord wordt het
volgende ontleend:
Gelijksoortige overwegingen als die, welke ge
leid hebben tot een wettelijke regeling in zake
het verrichten van arbeid door vreemdelingen,
liggen ook aan het onderhavige wetsontwerp
ten grondslag.
De motieven voor bescherming van de ar
beidsmarkt gelden ook voor dat deel van ons
volk, dat een zelfstandig beroep of bedrijf uit
oefent. De groote en aanhoudende economische
moeilijkheden hebben in vele beroepen en be
drijven een toestand geschapen, welke de be
staansmogelijkheid van de daarbij betrokkenen
ernstig in gevaar brengt.
Meer in het bijzonder is dit het geval met
het middenstandsbedrijf op het gebied van
den detailhandel, het ambacht en de klein-
nijverheid, waar in sterke mate de gevolgen
van de vermindering der koopkracht en
de daaruit voortvloeiende achteruitgang der,
De rijksbemiddelaar in het derde district,
prof. mr. A. C. Josephus Jitta, heeft een be
spreking gehad met partijen betrokken bij het
dreigend conflict bij de N. V. Deventer Koek
en Suikerwerkfabriek v.h. J. T. Coelingh en
Zoon te Deventer.
Gebleken is, dat een noodzakelijke bestaans
voorwaarde voor het bedrijf ligt in uitbreiding
van het crediet. De rijksbemiddelaar zal deze
mogelijkheid nader onderzoeken en daarna
partijen opnieuw voor een bespreking oproe
pen.
omzetten worden ondervonden. Daar komt
nog bij, dat in vele branches van het mid
denstandsbedrijf van een overbezetting moet
worden gesproken, hetgeen de gevolgen der
slechte tijdsomstandigheden voor betrokke
nen nog scherper toespitst. De moeilijke
strijd om het bestaan wordt zoodoende voor
vele Nederlanders door de vestiging van
buitenlandsche zakenlieden nog verscherpt.
Reeds met het oog op de hierboven geschet
ste toestanden moet een regeling met betrek
king tot de zelfstandige uitoefening van beroe
pen en bedrijven door vreemdelingen urgent
en gewensent worden beschouwd.
Overigens dient deze regeling te worden be
zien in verband met de Wet van 16 Mei 1934
in zake het verrichten van arbeid door vreem
delingen, waarvan zij het noodzakelijk comple
ment vormt.
De concurrentie, welke Nederlandsche arbei
ders op de arbeidsmarkt van buitenlanders on
dervinden, wordt verplaatst naar het terrein,
waarop de zelfstandige ondernemer werkzaam
is. Om deze redenen moet een dergelijke ver
schuiving als ongewenscht worden aangemerkt.
Afgescheiden van het bovenstaande biedt de
ontworpen regeling het voordeel, dat in het tot
nog toe op de vestiging van vreemde zakenlie
den uitgeoefende toezicht uniformiteit wordt
gebracht.
Het wetsontwerp omvat het uitoefenen van
beroepen en bedrijven door vreemdelingen in het
algemeen en de werking er van zal zich der
halve ook uitstrekken over hen, die bij het in
werking treden der wet reeds gevestigd zijn.
Ten aanzien van deze laatsten zal de beslis
sing, geval voor geval, omtrent het al of niet
verleenen der vergunning, uiteraard met de noo-
dige omzichtigheid dienen te worden genomen.
In het bijzonder zal er tegen moeten worden ge
waakt, dat aan hen, die reeds langeren tijd
hier gevestigd zijn, voor zoover tegen de voort
zetting van hun werkzaamheid hier te lande
geen ernstige bezwaren bestaan, het leven on
mogelijk worde gemaakt.
De straf is gesteld op een hechtenis van ter»
hoogste een maand of een geldboete van teo
hoogste 500,