„Diplomatieke" actie tegen Mgr. G. Calavassy dfc Rondvraag van den Partijraad beantwoord Engeland wenscht nieuwen grondslag voor den vrede Instantine Sint Petruskerk te Leiden EEN ECHEC OMGEKEERDE ROLLEN Vaste lasten en devaluatie Kerkelijk leven DINSDAG 10 MAART 1936 Jaarbeurs te Tel-Aviv Causerie over deelneming der Nederlandsche sectie GEZANT LOUDON Huldiging bij gelegenheid van zijn zeventigsten verjaardag Opheffing Pontveer Enkhuizen Stavoren HET WESTLAND EN ZIJN BLOEMENTEELT Geen exportmogelijkheden naar Amerika? De rede van mr. Steenberghe BUITENLANDSCH OVERZICHT Een belangrijke vraag SPOORWEGEN EN BUSDIENST Opheffing van het reizigersver- voer op de N. F. L. S. M. CLEARING MET DU1TSCH- LAND Stand per 7 Maart 1936 Landgoed opengesteld Postvluchten Hedenmorgen wijdde Mgr. J. P. Huibers het fraaie Godshuis, door Kropholler ge bouwd, in Eeuwfeest na glorieus stichtingsfeest Toespraak van den Bisschop PASTOOR J. W. B. NAGEL De Grieksche legatie te Den Haag be leeft niet veel pleizier van het deni- greerend communiqué, dat zij in de Nederlandsche pers heeft trachten te doen °Pnemen met de duidelijke bedoeling, den Grieksch-Katholieken bisschop in de oogen der Nederlandsche katholieken en hun Medeburgers te disqualificeeren. Over het algemeen hebben de Nederland sche bladen het bericht als iets minder waardigs genegeerd; een liberale krant Ms het „Handelsblad" voegde aan het be richt een voor den verspreider noodlottige rechtzetting toe, en de katholieke pers kwam zoo heftig en kras argumenteerend in ver- Zet, dat er voor de Grieksche legatie niets ahders overbleef dan de schande van een Mislukte denigratie. Het bericht was dan ook wel zóó zonder ling en zóó in strijd met de meest reëele feiten, dat men zich af moet vragen, of het wel mogelijk is, dat 'n gezant, die toch Weet, welke consequenties de publicatie Va-n een dergelijk apert onjuist bericht voor hem medebrengt, opzettelijk aldus handelt. Maar als hij niet opzettelijk gehandeld heeft, dan is door hem toch een ontstel lend blijk van onkunde betreffende aan gelegenheden van zijn eigen vaderland ge leverd. Wist de gezant niet, dat Z. H. de Paus hïgr. Calavassy tot bisschop over de Grieksch-Katholieken van Griekenland heeft aangesteld? Wist de gezant niet, dat Mgr. Cala- vassy in het officieele, door de regeering ^If uitgegeven nationaal propagandaboek >>Hellas" wordt vermeld als de bisschop öer geünieerde Katholieken in Grieken land? Wist de gezant niet, dat Mgr. Calavas sy voorkomt temidden van de overige Griek sche bisschoppen op de genoegzaam gepu bliceerde foto, welke genomen werd na de audiëntie van het Grieksche episcopaat hij den terugkeerenden koning George m hegin December 1935? Wist de gezant niet, dat de koning van Griekenland dezen, volgens hem te deni- Sreeren bisschop wegens diens groote ver diensten voor de arme, uit Turkije gevluch te Grieken begiftigd heeft met het gouden hruis der ridders van den H. Verlosser? Wist de gezant niet, dat volgens de Grieksche wet nooit een staatsburger ver bannen kan worden, zooals, naar hij be weert, Mgr. Calavassy „al voor eenige ja- ren" uitgewezen zou zijn? Deze wet klemt 2bó sterk, dat de Grieksche regeering zich °dlangs van staatsgevaarlijke communisten aUeen heeft kunnen ontdoen, door dezen baar een Gr ie k s c h eiland te deportee- ten! Wist de gezant niet, dat Mgr. Calavas sy de laatste jaren ondanks zijn z.g. ver banning geregeld te Athene geresideerd heeft? Gaarne zouden wij op de hierboven geformuleerde vragen het antwoord der Grieksche legatie vernemen. Het pijnlijk geval heeft voor den gezant èn als gezant èn als Griek echter nog Méér be teekenis: door te pogen, Mgr. Calavassy in de oogen ^er Nederlanders te denigreeren, heeft de Grieksche gezant, die verantwoordelijk is v°or het gelanceerde bericht, zijn land een booten ondienst bewezen; de tournee van ^%r. Calavassy beteekende onwillekeurig 'n sympathiek stemmende propaganda voor en nieuw Griekenland in Nederland; in Massale vergaderingen nam Nederland ken- bis van Grieksche geschiedenis, cultuur en ^hoonheid; hier wapperde de Grieksche Mag, hier weerklonk het Grieksche volks- hed, hier werden Grieksche hymnen gezon- 6eh, Grieksche dansen uitgevoerd, en prof. waele zorgde ervoor dat ook het Grieksch klassiek verleden tot zijn recht hwam. Aan dezen opbouwenden arbeid heeft de Gezant afbreuk trachten te doen door de Mei van deze massale vergaderingen Mgr. Calavassy te kleineeren. Ge gezant moge weten, hoe hij zulks voor Mjn Grieksch diplomatiek geweten en Sülks voor zijn regeering te Athene kan Verantwoorden. Voor datzelfde geweten moge hij verant woording geven van de grofheid, welke hij ^genover de Nederlandsche Katholieken beging door zich in ons land een houding Ms de zijne te veroorloven. Grieksche begrippen omtrent gastvrijheid zoowel gegeven als genoten gelden als beeldig; de Grieksche legatie heeft van die voorbeeldigheid niet opnieuw het bewijs geleverd. Mgr. Calavassy naar Brussel Rome en.... Griekenland Naar wij vernemen, vertoeft Mgr. Cala vassy thans te Brussel; op 17 Maart zal Z. H. Excellentie naar Rome vertrekken, al waar hij eenigen Oosterschen priester-stu denten het diaconaat eh het priesterschap zal toedienen, daarna vertrekt hij- naar zijn bisdom in Griekenland.... Na zijn gewone beschouwing op de pers conferentie vóór de opening der Jaarbeurs heeft de heer Graadt van Roggen over de Jaarbeurs te Tel-Aviv en de Nederlandsche sectie een causerie met lichtbeelden gehouden. Palestina geniet in de laatste jaren in de in ternationale handelswereld een groote belang stelling, in verband met de buitengewone ont wikkeling, welke daar in betrekkelijk korten tijd is gebeurd. Zuiver jaarbeurs naar Westersche begrippen is de jaarbeurs te Tel-Aviv niet; in de eerste plaats duurt zij langer een geheele maand en bovendien zijn er aan verbonden verschil lende vermakelijkheidscentra, ook een stadion en sportpark. De jaarbeurs is geheel modern georganiseerd. Evenals op sommige Europeesche jaarbeurzen het geval is o. a, te Milaan is te Tel-Aviv het paviljoen-systeem toegepast. Het bestuur der Nederlandsche Jaarbeurs heeft gemeend de vorming van een Nederland sche sectie op de Palestijnsche Jaarbeurs te Tel-Aviv op zich te moeten nemen, omdat het van oordeel is, dat deelneming van Nederland niet alleen als economisch vlagvertoon een na tionale taak is, die niet verzuimd mag worden, maar tevens omdat de jaarbeurs te Tel-Aviv nog een der weinige buitenlandsche jaarbeurzen is, welke gelegenheid biedt tot onmiddellijke bevordering van den Nederlandschen export. Het Jaarbeursbestuur vond 46 Nederlandsche firma's bereid, om te Tel-Aviv te exposeeren. De geheele achterzijde van het paviljoen, welke oorspronkelijk bestemd was voor de Nederland sche Koloniën, die echter om financieele rede nen niet tot deelneming konden komen, wordt ingenomen door de verkeersgroep: inzendingen van de steden Amsterdam, Rotterdam, de Ne derlandsche stoomvaartlijnen-op den Levant en de K.L. M. De Zaansche industrie vormt op initiatief en onder leiding van de Kamer van Koophandel voor Zaanland een afzonderlijke groep. Het Economisch Technologisch Instituut te Zwolle heeft eveneens een aantal Overijsel- sche industrieën bij elkander gebracht. Ook het Crisis-Zuivelbureau komt met zuivelproducten voor den dag. De Nederlandsche Regeering en industrieele organisaties, bankinstellingen, enz. hebben door financieelen steun de deelneming van Nederland aan de Jaarbeurs te Tel-Aviv mogelijk gemaakt. -~rT::yn-v. -i.' .-r-Tiyr Op de Utrechtsche Jaarbeurs zal dit week-end-huisje een bezienswaardigheid vormen, daar het geheel uit asbest is opgetrokken j Er heeft zich, onder leiding van den minister van Staat, mr. Fock, een comité gevormd, waarin o.a. de ministers Colijn en De Graeff en de oud-ministers Bosboom, PostTmma en Ram- bonnet zitting hebben en waarin ook weten schap (door prof. Huizinga) en kunst vertegen woordigd zijn, om jhr. Loudon, onzen gezant te Parijs, bij gelegenheid van zijn aanstaanden zeventigsten verjaardag, welke op 18 Maart valt, te huldigen. Dit bericht zal zeker in breede kringen met ingenomenheid worden begroet. Jhr. Ioudon was het immers, die gedurende den wereld oorlog het departement van Buitenlandsche Zaken bestuurde. In die uiterst moeilijke jaren van spanning heeft hij op zijn gewichtigen post mede mogen helpen, ons schip van Staat veilig door de geweldige branding te brengen. Na zijn aftreden als minister volgde spoedig zijn be noeming tot gezant te Parijs, welk ambt hij ook thans nog mag bekleeden. En wie weet niet van de groote genegenheid, die men in het buiten land jhr. Loudon toedraagt en van de waarlijk zeer bijzondere wijze, waarop hij overal den Ne derlandschen naam weet hoog te houden? Het Comité, in de onmogelijkheid verkeerende om allen, die daarvoor in aanmerking zouden komen, door een circulaire te bereiken, wil gaarne vele namen van landgenooten verza melen om deze in het aan te bieden album te vereenigen. Men wordt verzocht voor dit doel zijn hand- teekening of visitekaartje toe te zenden aan dr. J. ter Meulen, Vredespaleis, Den Haag (die ook gelden voor de dekking der kosten onder zijn naam en gironummer 83585 in ontvangst neemt. Voor eenigen tijd deelden wij mede, dat het pontveer tusschen Enkhuizen en Stavoren in gaande 1 Juli zou worden opgeheven. Thans vernemen wij, dat deze opheffing reeds 1 April a.s. zal ingaan. h Verschillende exporteurs aan de Coöp, -entr. Westlandsche Bloemenveiling te Hon- *'ersdijk waren het vorig jaar er toe over ïe6aan om in hun pogingen tot het veroveren ,an nieuwe afzetmogelijkheden, Amerika te be dekken. Hl die verwachtingen schijnt men evenwei Mleurgesteld te worden. De meeste exporteurs hebben n.l. de zendingen thans stopgezet. ?Mdat de financieele resultaten teleurstellend Varen. °ok schijnt geen groote medewerking te fMbben bestaan bij den afzet van het product M Amerika. tn ieder geval, de kans om nieuw afzet- jpkied te winnen Mor onzen bloemen- *£rt geeft, wat Amerika betreft, weinig hoop Ook naar Engeland is de bloemenexport zee: «ring Hef leven komt ons onaangenaam, zelfs ondragelijk voor. Slechts één wensch bezielt ons: de pijnen kwijt te raken fnstantine vervult snel en zeker dezen wensch zonder de minste schadelijke nevenwerkingen stilt en voorkom! pijnen! De voorzitter der R.K. Staatspartij, mr. C. Goseling, heeft aan de leden van den Partijraad een nota gezon den ter beantwoording van de schriftelijke vragen, welke voor de jongste vergadering van den Partij raad waren ingezonden. De kring Leiden had gevraagd: Waarom is de uitzending door de radio van redevoeringen, of gedeelten daarvan, uitge sproken op den Landdag der R.K. Staatspartij door de Radio-Contröle-Commissie verboden? De Kring Amsterdam vroeg: Acht het Partijbestuur het niet wenschelijk, dat na den voor velen onverwachten inhoud van de rede van Mr. Steenberghe, ook van de zijde der Kamerfractie, over de monetaire politiek, een verklaring wordt gegeven? Indien deze vraag ontkennend zou worden beantwoord, kan dan in overleg met de Kamerfractie over dit vraagstuk op ruime schaal voorlichting worden gegeven, opdat de kiezers en speciaal onze leden weten, waar zij ten aanzien van dit vraagstuk aan toe zijn? In verband met het vergevorderde uur kon den de antwoorden bezwaarlijk mondeling wor den gegeven. De Partijvoorzitter wil een tweeledige op merking aan de beantwoording vooraf doen gaan. Vooreerst wenscht hij de toezegging te her halen om in het vervolg de rondvraag een zoo danige plaats op de agenda te geven, dat een behoorlijke behandeling van de zaken, welke daarbij ter sprake kunnen worden gebracht, zooveel mogelijk gewaarborgd is. Vervolgens brengt hij in herinnering, dat de hierna volgende antwoorden gegeven worden, zooals zij ook ter vergadering gegeven zouden zijn, d.w.z. als weergevende zijn standpunt, in zijn kwaliteit van voorzitter van het Partijbe stuur, en konder nader overleg na afloop der vergadering. Wat de eerste vraag betreft wordt medege deeld, dat de K.R.O. afschrift heeft gezonden van terzake door de Radio Contrófe Commissie medegedeelde bezwaren: De gewraakte gedeelten der bewuste redevoe ringen konden, daar zij stellig van politieken aard waren, niet toegelaten worden, omdat zij niet aan het radio-reglement voldeden. Deze beslissing vindt inderdaad formeel steun in het wettelijk voorschrift. In verband met den weerslag, welken deze be slissing in de gegeven omstandigheden kon heb ben, en inderdaad heeft gehad, dringt de vraag zich wel op, of de regeling in art. 2 lid 2 van Radioreglement 1930, zooals dit artikel is ge wijzigd bij Kon. Besluit van 22 April 1933 S. 223, wel geheel juist en aanvaardbaar is. Onge twijfeld is de indruk gewekt, dat een rustige uiting van een zakelijk politiek en economisch inzicht, dat afwijkt van het inzicht der Regee ring, langs dezen weg is onderdrukt. Een overzicht van de voorgeschiedenis van de landdagredevoeringen, onder het motto „Arbeid voor ons Volk!", in de lijn van de gedurende meer dan twee jaar gegeven voorlichting, is op genomen in het maandblad „De R. K. Staats partij" van 28 Februari 1936 (Jrg. 5, No. 2, blz. 28). De Partijvoorzitter stelt er prijs op, in aanslui ting aan voornoemd artikel te bevestigen, dat in de vergadering van het Partijbestuur van 16 No vember 1935, waarin het plan voor den Landdag behandeld is, van verschillende zijden met na druk is aanbevolen, dat ook de nood der tijden concreet zou worden behandeld. In opdracht der vergadering heeft mr. Goseling het voorloopig schema omgewerkt en ter uitvoering gereed ge maakt. Van de volvoering van deze opdracht neeft hij de leden van het Partijbestuur in ken nis gesteld, vóórdat tot eenige algemeene bekend making van het program en van de sprekers is overgegaan. Iets geheel anders is natuurlijk de uitwerking Zooals wij reeds onmiddellijk na de Rijks- dagrede van Hitier en de publicatie van de daarin gedane voorstellen om tot een nieuwe vredesordening in Europa te komen vermoedden, heeft de Engelsche regeering bij monde van haar minister van buitenlandsche zaken Anthony Eden weliswaar de eigenmach tige handelwijze van het verdrag schendende Duitsehland categorisch afgekeurd, maar van den anderen kant het Engelands plicht ge noemd de Duitsche voorstellen objectief te be- studeeren ten einde na te gaan in hoeverre zij elementen bevatten voor het versterken van de structuur van den vrede. Eden's nadrukkelijke verklaring, dat, indien tijdens de periode, nood zakelijk om de situatie te bestudeeren, een aan val op België of Frankrijk zou worden gedaan, Engeland overeenkomstig zijn Locamo-ver- plichtingen den aangevallene onmiddellijk te hulp zal snellen, is niet veel meer dan een fraaie slag in de lucht, welke Frankrijk weinig voldoening zal schenken. Immers, zooals Eden zelf te kennen gaf, is er gelukkig geen enkele reden om te veronderstellen, dat de Duitsche handelwijze een bedreiging met vijandelijkhe den inhoudt. Hitier heeft dan ook met het voorgespiegelde luchtpact een stuk bacon op de vork geprikt, waarvan Engeland moet wa tertanden. Had Eden niet vlak vóórdat Hitier zijn Rijksdagrede hield, er bij den Duitschei: ambassadeur in Londen op aangedrongen, dat deze de Rijksregeering zou aansporen niet met het aanvaarden van een luchtpact te wachten, totdat het Italiaansch-Abessinisch conflict zou zijn geregeld? De twee voor Enge land meest aanlokkelijke voorstellen van Hitier zijn natuurlijk dat betreffende een West-Euro- peesch luchtpact en dat betreffende Duitsch- lands eventueelen terugkeer tot den Volkenbond. Sarraut, die de Duitsche voorstellen zelfs niet in overweging wenscht te nemen, zoolang er zich nog een Duitsche soldaat in de Rijn-zóne bevindt, zal zich door Engelands houding en opvatting, welke meer realistisch dan princi pieel mogen heeten, diep teleurgesteld en min of meer in den steek gelaten voelen. Engeland en Frankrijk hebben den laatsten tijd wonder lijk boompje-verwisselen gespeeld met de Volkenbondsprincipes. Aanvankelijk Was het Frankrijk, dat den Volkenbond als een Versail- liaansch statusquo-politiek instrument hantee- rend, de beginselen van Genève in hun meest enge en eenzijdige opvattingen verdedigde, ter wijl Engeland, van meening, dat de onhoudbaar geworden verdragen gecorrigeerd dienden te worden en de evolutionnaire elementen in die verdragen en in het Volkenbondsinstituut den voorrang verdienden boven de star-conserva tieve, slechts moeizaam en schoorvoetend Frankrijk van verre volgde. Bij het uitbreken van den Italiaansch-Abessinisehen oorlog was het echter Engeland, dat zich plotseling op wierp tot onverbiddelijken Volkenbondspala dijn, terwijl Frankrijk ter wille van de nieuwe vriendschap met Italië de door Engeland gefor ceerde Volkenbondsactie zoo lang mogelijk trachtte te saboteeren. Thans echter, nu Duitsehland zoowel bepa lingen van het Verdrag van Versailles als van het Locarno-pact- door de hermilitarisatie van de Rijnzóne heeft geschonden, neemt Frankrijk zijn toevlucht weer tot Genève, in de hoop, dat de Volkenbond krachtig stelling zal nemen te gen deze nieuwe verdragsovertreding, en blijkt Engeland vervuld van de verwachting, dat Ge nève een middel zal weten te vinden om de door Hitier geopende perspectieven te realisee- ren, Italië is bij dit spel de lachende derde, want Italië zal in ieder geval de vruchten pluk ken van Hitler's werk. Wij hebben er reeds op gewezen, wat de gevaren zuilen zijn, indien het Fran- sche afwijzende standpunt tegenover Berlijn zou zegevieren, en ook welke risico's er zullen blijven bestaan, wanneer op de Duitsche voorstellen wordt ingegaan en er een nieuw Lo carno, maar dan op voet van volkomen rechts- en machstgelijkheid tot stand zou komen. In het eerste geval zou de huidige spanning in Europa slechts gestadig toenemen en leiden tot een reeds aan het verschiet opdoemende cata strophe, in het andere geval zou op zijn best die catastrophe verschoven worden naar een ver dere toekomst. Verdragen immers duren slechts zoolang als alle partijen er belang in zien en worden geschonden, wanneer een der partijen zich machtig genoeg acht om ze op grond van vermeend eigenbelang te verbreken. Een zeer belangrijke quaestie, welke nog steeds niet dui delijk is, ofschoon zij toch van beslissende be- teekenis geacht moet worden voor de levensvat baarheid der Duitsche voorstellen, is, of Hitier zijn eerste zes voorstellen als een onverbreek baar blok beschouwt, dat in zijn geheel gerea liseerd dient te worden, vóórdat hij tot den Volkenbond wenscht terug te keeren of van meening is, dat elk van de door hem aangege- van punten los van de andere tot een oplossing kan worden gebracht of dat hij thans reeds na het herstel van de volledige souvereiniteit over geheel het Duitsche grondgebied de nood zakelijke voorwaarde vervuld oordeelt voor een terugkeer van Duitsehland naar Genève. Moe ten de zes eerste punten beschouwd worden als 'n zoovele „conditiones sine quibus non" voor de verwezenlijking van het laatste, dan zit eT geen schijn van kans op vruchtbare onderhan delingen in Hitler's voorstellen, want nóg on denkbaarder dat het weer ongedaan maken van de Rijn-militarisatie, hetwelk Frankrijk eischt, is de demilitariseering van de Belgische er. Fransche Oostgrens, welke door Hitier wordt bepleit. Moeten de voorstellen van Hitier echter slechts als een basis voor onderhandelingen worden beschouwd, zoodat sommige punten niet en andere wel geaccepteerd of gewijzigd kun nen worden, dan staan de kansen beter, al zal Engeland dan ook de noodige pressie op Frank rijk moeten uitoefenen om het zijn houding te 1 doen herzien. van de rede en de daardoor voor de Partij ge schapen situatie. Kennelijk doelt de Kring Am sterdam op deze mogelijke gevolgen, wanneer hij de wenschelijkheid ter sprake brengt, of ook van de zijde der Kamerfractie over de monetaire po litiek een verklaring zou behooren te worden gegeven. Mr. Goseling stelt voorop, dat men, ook zonder de beteekenis van de uitingen op den Landdag te verkleinen, welke als zoodanig voor een ieder duidelijk zijn geweest, daarin toch niet kan zien eenige verklaring der Partij of van een harer organen. Een zoodanige openbare verklaring vooraf kan, naar zijn meening, door geen enkel partijorgaan worden gegeven. Niet, omdat het monetaire probleem daardoor van een econo misch tot een politiek vraagstuk zou worden. Dat het volop een politiek vraagstuk is, is zeker na Juli 1935 wel duidelijk geworden. Voor hen, die de gevolgen hebben op te vangen en waar te maken, valt echter het tijdstip van bekend making van een definitief standpunt dusdanig samen met de concrete politieke mogelijkheid van doorvoering, dat iedere verklaring vooraf onverantwoord is. In deze zienswijze ligt tevens besloten het antwoord op de vraag, of de frac tie eenige verklaring moet, of zelfs zou kunnen geven. Geheel daarnaast staat de vraag omtrent de voorlichting en gedachtenvorming. in welk teeken ook de redevoering van Mr. Steenberghe op den Landdag moet worden geplaatst. Uit het voorgaande zal het zon der meer duidelijk zijn, dat die nimmer kunnen leiden tot het doel, dat Amsterdam aangeeft „dat de kiezers en speciaal onze leden weten, waar zij ten aanzien van dit vraagstuk aan toe zijn". Reeds geruimen tijd houdt de partijleiding zich met voorlichting omtrent dit vraagstuk be zig. Gewezen zij op de kernbrochure van De cember 1934 „Het lagere niveau en de vaste lasten (Gouden Standaard en devaluatie)" en op de talrijke artikelen in het maandblad, mee- rendeels aan de hand van hetgeen van de zijde der fractie in de Tweede Kamer is gezegd, met name rondom het groote bezuinigingsontwerp. Ook langs velerlei andere wegen buiten het partij-organisatorisch verband is op gemak kelijk toegankelijke wijze, niet het minst in de pers, op ruime schaal voorlichting gegeven. Dat ook deze voorlichting niet kan leiden tot den toestand, dat men weet, waaraan men toe is, spreekt vanzelf. Intusschen is de Partijvoorzitter gaarne be reid om na raadpleging van het Partijbe stuur aan de Fractie der Tweede Kamer de vraag voor te leggen, of zij middelen ziet om in de door Amsterdam verlangde voorlichting op passende wijze nog nader te voorzien. Daarbij zal het naar mr. Goseling meent te mogen aannemen voor de voldoening aan den wensch van Amsterdam vooral erop aankomen, dat, In onverbrekelijk verband met het mone taire vraagstuk, de concrete middelen worden aangewezen, die thans feitelijk kunnen worden gebezigd om de algemeen als noodzakelijk aan vaarde rendabiliteit van het bedrijfsleven zoo veel mogelijk te bereiken. Alleen zóó ziet hij de mogelijkheid tot aanvulling van de op den Landdag gegeven voorlichting, die Amsterdam büjkbaar met deze vraag beoogt. Immers, zoo als ook op den Landdag overduidelijk tot uiting is gekomen, heeft het monetaire vraagstuk al leen beteekenis als onderdeel van het economi sche beleid in zijn geheel, met het allesbeheer- schende doel: arbeid voor ons volk. Onlangs berichten wij, dat ingaande 15 Mei a.s. de lijn StiensTjummarum voor reizigers- vervoer zou worden gesloten, waardoor alleen de lijn LeeuwardenDokkum A nog voor dat vervoer open bleef. Thans vernemen wij. dat nu ook wordt overwogen, ingaande 1 Juli a.s. deze laatste lijn voor reizigersvervoer te sluiten. Het zou in het voornemen liggen met een auto-onderneming een overeenkomst aan te gaan, zooals tot stand is gebracht op de lijn ZwolleDeventer. Stortingen in Nederl... waarvan bestemd voor: a) Achterstall. vorder. b) Rentedienst Dawes- en Youngleen. en Stillh.; Rentetransf. c) Vrije rek. Reichsb. d) Nieuwe onder de Clear, vail, vorder. Stort. in Duitschl. nieuwe onder de Clear, vall. vorder.) (inclus. saldo 1935 ad 36.655.500) (Jitbet. in Nederland op nieuwe vorder, (in mindering komend v. h. bedrag ond. d) Laatst uitbetaald nr. van storting: 187612. Speciale Verrekening. Stortingen in Nederl. t. afgegev. reischèques (inclus. saldo 1935 ad f 367.800) t'itbet. in Nederl Overgebr. n. alg. rek. (1) Nog beschikbaar 7-3-'36 38.359.200 5.242.100 2.457.000 1.499.100 29.161.000 29-2-'36 33.549.900 4.589.400 2.457.000 1.312.600 25.190.900 70.740.200 65534.600 ,27.480.700 „23.907.300 868.700 1.500 867.200 792.200 1.500 790.700 Het landgoed „de Beele", gelegen ten Oosten van den rijksweg VoorstZutphen ten Noord- Oosten van het station Voorst, is ingevolge beschikking van de Ministers van Landbouw Nijverheid en Visscherij en van Financiën on der de Natuurschoonwet 1928 gerangschikt. Een gedeelte groot ongeveer 5 H.A. is open gesteld voor het publiek. Rijwielen, rij- en voertuigen worden niet toegelaten. De Perkoetoet is op de uitreis te Bagdad aangekomen. De Koetilang is op de thuisreis te Jodhpur geland. Leiden, 10 Maart. Rank staat, hoog in den ijlen morgennevel, de torenspits der nieuwe Sint Petruskerk omhoog uit het rustige massieve spel van forsche lijnen en breede ongebroken bak- steenvlakken waar enkele donkere galm gaten in uitgehouwen staan en waar zware sterke steunbeeren tegenaan schragen. Honderden menschen wachten tusschen de grasperken op het plein, dat voor de kerk ligt omsloten door een complex geheel in narmonie met het Godshuis gebouwde woningen aan de Kamerlingh Onneslaan. Op zij klinken liturgische gezangen. Met het kruis voorop begint de wijdingsstoet zijn omgangen om den tempel, die thans wordt ingezegend. Nadat haar geloovigen drie jaren, sedert den droeven brand in de vorige kerk, in de verstrooiing hadden geleefd, wordt thans een nieuw schoon Godshuis voor hen geopend. Met het kruis voorop, met de brandende pro cessielantaarns, met lauwerkransen en gezang boeken trekken de koorknapen en de Schola Cantorum van Warmond vóór den reliekschrijn uit, waarachter in vol ornaat Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers in volle waardigheid bij deze zijn eerste kerkwijding voortschrijdt naar den ingang. Boven in de torens beginnen de zware klokken hun galmende klanken uit te luiden over de saamgestroomde menschen. Deuren worden ge zalfd; zij openen zich voor den bisschop, die achter de relieken op gaat naar het altaar. Zonlicht valt door de fijn-spitse ramen in helle vlekken op de lichtgrijze baksteenen mu ren en granieten kolommen, waar de uiterst eenvoudige, vlakke houten balkenzoldering hoog overheen rust. Kaarsen branden langs de wanden, straks bij de zalving der kruisen zulleD zii omhangen worden met lauwerkransen. De sobere marme ren altaartafel staat, overhuifd door een geel, hangend baldakijn zonder eenige versiering, met enkel een cylindervormig gulden, door een gouden kroon afgedekt tabernakel, midden op het ruime priesterkoor. Een geur van wierock mengt zich met die van het nieuwe hout. De Schola zingt. Omgeven door de assisteerende priesters be wierookt, zalft en wijdt de bisschop het altaar. De kerk, die aan veertienhonderd menschen plaats kan bieden, stroomt vol. Opgepakt staan de menschen tusschen de banken. Op het priesterkoor er. in de eerste rijen hebben met Mgr. Taskin, verschillende leden van het hoogwaardig kapittel, een vertegen woordiger van het gemeentebestuur, de katho lieke hoogleeraren der Leidsche universiteit, de architecten Kropholler en Van Oerle, die de kerk bouwden, en tal van professoren der se minaria en parochiegeestelijken plaats genomen. Als het beurtgezang der laatste wijdingen onder de spitse bogen van de absis weg klinkt, als de kleine vlammen die op het altaar brand den, zijn gedoofd, het kruis achter de taber- nakelkroon is opgericht, de kandelaars zijn ge plaatst en de kaarsien aangestoken, als de roode anjers hun kleuren werpen op de witte dwalen en als de bisschop op den troon is aan gekleed, vangt het H. Misoffer aan. Na den laatsten zegen las de Deken van Lei den, de hoogeerwaarde heer A. Homulle, de wijdingsoorkonde voor en vervolgens wendde Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers zich tot de geloo vigen. Het is een schoone daad, aldus Mgr. Huibers, die hier hedenmorgen werd verricht. Deze plaats is gemaakt tot een heilige plaats, die de aarde met den hemel verbindt, w'aar Christus Zich zal opdragen aan den Hemelschen Vader, waar God de gebeden der menschen zal hooren en Zijn genaden over hen zal doen neerdalen. Dit is een bewijs, dat God Zijn oog niet van de wereld afwendt, om het vele en groote kwaad, waaraan zij zich overgeeft, doch Zijn zegeningen blijft schenken. Monseigneur verklaarde met bijzondere vreug de deze schoone daad te hebben verricht in deze stad, omdat hij hier de eerste jaren van zijn leven doorbracht. Hij weet, dat voor haar burgers stuk voor stuk geldt, dat zij met blijdschap alles geven voor de eer van God. Bijzondere vreugde verschafte Mgr. deze wij ding ook, omdat zij het Huis des Heeren betrof in een parochie, die in één enkelen nacht haar Godshuis verloor, den band der parochie zag verdwijnen in de vlammen en die drie jaren zonder eigen kerk moest blijven. Moge in dit huis echter nog schooner din gen opbloeien, dan in het vorige, waaraan zoo vele herinneringen verbonden waren. Moge hier het onvervalschte geloof ople ven met de eehte Leidsche trouw. Echt katholiek leven vraagt trouw aan priesters en bisschoppen, óók op die terrei nen, waar men meent vrij te zijn, wanneer de bisschoppen daar waarschuwen tegen dreigende gevaren. Met den wensch, dat God dit hiüs moge ze genen besloot Monseigneur zijn toespraak. Honderd jaar geleden in Juli 1836 werd de oude St. Petruskerk in gebruik genomen, de eerste, die na het herstel der godsdienstvrij heid, toen de schuilkerken mochten worden verlaten, door de katholieken nieuw was ge bouwd thans werd dit nieuwe Godshuis in gewijd. Een eeuwfeest werd een glorieus stichtings feest. Naar wij vernemen is de toestand van den Weleerw. heer J. Nagel, pastoor van de St. Hil- degardis-parochie te Rotterdam, achteruit gaande.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 5