„Diplomatieke" actie tegen
Mgr. G. Calavassy
dfc
Rondvraag van den Partijraad
beantwoord
Engeland wenscht nieuwen
grondslag voor den vrede
Instantine
Sint Petruskerk te
Leiden
EEN ECHEC
OMGEKEERDE ROLLEN
Vaste lasten en devaluatie
Kerkelijk leven
DINSDAG 10 MAART 1936
Jaarbeurs te Tel-Aviv
Causerie over deelneming der
Nederlandsche sectie
GEZANT LOUDON
Huldiging bij gelegenheid van zijn
zeventigsten verjaardag
Opheffing Pontveer Enkhuizen
Stavoren
HET WESTLAND EN ZIJN
BLOEMENTEELT
Geen exportmogelijkheden naar
Amerika?
De rede van mr. Steenberghe
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Een belangrijke vraag
SPOORWEGEN EN BUSDIENST
Opheffing van het reizigersver-
voer op de N. F. L. S. M.
CLEARING MET DU1TSCH-
LAND
Stand per 7 Maart 1936
Landgoed opengesteld
Postvluchten
Hedenmorgen wijdde Mgr. J. P.
Huibers het fraaie Godshuis,
door Kropholler ge
bouwd, in
Eeuwfeest na glorieus
stichtingsfeest
Toespraak van den Bisschop
PASTOOR J. W. B. NAGEL
De Grieksche legatie te Den Haag be
leeft niet veel pleizier van het deni-
greerend communiqué, dat zij in de
Nederlandsche pers heeft trachten te doen
°Pnemen met de duidelijke bedoeling, den
Grieksch-Katholieken bisschop in de oogen
der Nederlandsche katholieken en hun
Medeburgers te disqualificeeren.
Over het algemeen hebben de Nederland
sche bladen het bericht als iets minder
waardigs genegeerd; een liberale krant
Ms het „Handelsblad" voegde aan het be
richt een voor den verspreider noodlottige
rechtzetting toe, en de katholieke pers kwam
zoo heftig en kras argumenteerend in ver-
Zet, dat er voor de Grieksche legatie niets
ahders overbleef dan de schande van een
Mislukte denigratie.
Het bericht was dan ook wel zóó zonder
ling en zóó in strijd met de meest reëele
feiten, dat men zich af moet vragen, of
het wel mogelijk is, dat 'n gezant, die toch
Weet, welke consequenties de publicatie
Va-n een dergelijk apert onjuist bericht voor
hem medebrengt, opzettelijk aldus handelt.
Maar als hij niet opzettelijk gehandeld
heeft, dan is door hem toch een ontstel
lend blijk van onkunde betreffende aan
gelegenheden van zijn eigen vaderland ge
leverd.
Wist de gezant niet, dat Z. H. de Paus
hïgr. Calavassy tot bisschop over de
Grieksch-Katholieken van Griekenland
heeft aangesteld?
Wist de gezant niet, dat Mgr. Cala-
vassy in het officieele, door de regeering
^If uitgegeven nationaal propagandaboek
>>Hellas" wordt vermeld als de bisschop
öer geünieerde Katholieken in Grieken
land?
Wist de gezant niet, dat Mgr. Calavas
sy voorkomt temidden van de overige Griek
sche bisschoppen op de genoegzaam gepu
bliceerde foto, welke genomen werd na de
audiëntie van het Grieksche episcopaat
hij den terugkeerenden koning George m
hegin December 1935?
Wist de gezant niet, dat de koning van
Griekenland dezen, volgens hem te deni-
Sreeren bisschop wegens diens groote ver
diensten voor de arme, uit Turkije gevluch
te Grieken begiftigd heeft met het gouden
hruis der ridders van den H. Verlosser?
Wist de gezant niet, dat volgens de
Grieksche wet nooit een staatsburger ver
bannen kan worden, zooals, naar hij be
weert, Mgr. Calavassy „al voor eenige ja-
ren" uitgewezen zou zijn? Deze wet klemt
2bó sterk, dat de Grieksche regeering zich
°dlangs van staatsgevaarlijke communisten
aUeen heeft kunnen ontdoen, door dezen
baar een Gr ie k s c h eiland te deportee-
ten!
Wist de gezant niet, dat Mgr. Calavas
sy de laatste jaren ondanks zijn z.g. ver
banning geregeld te Athene geresideerd
heeft?
Gaarne zouden wij op de hierboven
geformuleerde vragen het antwoord
der Grieksche legatie vernemen.
Het pijnlijk geval heeft voor den gezant
èn als gezant èn als Griek echter nog
Méér be teekenis:
door te pogen, Mgr. Calavassy in de oogen
^er Nederlanders te denigreeren, heeft de
Grieksche gezant, die verantwoordelijk is
v°or het gelanceerde bericht, zijn land een
booten ondienst bewezen; de tournee van
^%r. Calavassy beteekende onwillekeurig 'n
sympathiek stemmende propaganda voor
en nieuw Griekenland in Nederland; in
Massale vergaderingen nam Nederland ken-
bis van Grieksche geschiedenis, cultuur en
^hoonheid; hier wapperde de Grieksche
Mag, hier weerklonk het Grieksche volks-
hed, hier werden Grieksche hymnen gezon-
6eh, Grieksche dansen uitgevoerd, en prof.
waele zorgde ervoor dat ook het
Grieksch klassiek verleden tot zijn recht
hwam.
Aan dezen opbouwenden arbeid heeft de
Gezant afbreuk trachten te doen door de
Mei van deze massale vergaderingen Mgr.
Calavassy te kleineeren.
Ge gezant moge weten, hoe hij zulks voor
Mjn Grieksch diplomatiek geweten en
Sülks voor zijn regeering te Athene kan
Verantwoorden.
Voor datzelfde geweten moge hij verant
woording geven van de grofheid, welke hij
^genover de Nederlandsche Katholieken
beging door zich in ons land een houding
Ms de zijne te veroorloven.
Grieksche begrippen omtrent gastvrijheid
zoowel gegeven als genoten gelden als
beeldig; de Grieksche legatie heeft van
die voorbeeldigheid niet opnieuw het bewijs
geleverd.
Mgr. Calavassy naar Brussel
Rome en.... Griekenland
Naar wij vernemen, vertoeft Mgr. Cala
vassy thans te Brussel; op 17 Maart zal
Z. H. Excellentie naar Rome vertrekken, al
waar hij eenigen Oosterschen priester-stu
denten het diaconaat eh het priesterschap
zal toedienen, daarna vertrekt hij- naar
zijn bisdom in Griekenland....
Na zijn gewone beschouwing op de pers
conferentie vóór de opening der Jaarbeurs heeft
de heer Graadt van Roggen over de Jaarbeurs
te Tel-Aviv en de Nederlandsche sectie een
causerie met lichtbeelden gehouden.
Palestina geniet in de laatste jaren in de in
ternationale handelswereld een groote belang
stelling, in verband met de buitengewone ont
wikkeling, welke daar in betrekkelijk korten
tijd is gebeurd.
Zuiver jaarbeurs naar Westersche begrippen
is de jaarbeurs te Tel-Aviv niet; in de eerste
plaats duurt zij langer een geheele maand
en bovendien zijn er aan verbonden verschil
lende vermakelijkheidscentra, ook een stadion
en sportpark. De jaarbeurs is geheel modern
georganiseerd. Evenals op sommige Europeesche
jaarbeurzen het geval is o. a, te Milaan
is te Tel-Aviv het paviljoen-systeem toegepast.
Het bestuur der Nederlandsche Jaarbeurs
heeft gemeend de vorming van een Nederland
sche sectie op de Palestijnsche Jaarbeurs te
Tel-Aviv op zich te moeten nemen, omdat het
van oordeel is, dat deelneming van Nederland
niet alleen als economisch vlagvertoon een na
tionale taak is, die niet verzuimd mag worden,
maar tevens omdat de jaarbeurs te Tel-Aviv
nog een der weinige buitenlandsche jaarbeurzen
is, welke gelegenheid biedt tot onmiddellijke
bevordering van den Nederlandschen export.
Het Jaarbeursbestuur vond 46 Nederlandsche
firma's bereid, om te Tel-Aviv te exposeeren.
De geheele achterzijde van het paviljoen, welke
oorspronkelijk bestemd was voor de Nederland
sche Koloniën, die echter om financieele rede
nen niet tot deelneming konden komen, wordt
ingenomen door de verkeersgroep: inzendingen
van de steden Amsterdam, Rotterdam, de Ne
derlandsche stoomvaartlijnen-op den Levant en
de K.L. M. De Zaansche industrie vormt op
initiatief en onder leiding van de Kamer van
Koophandel voor Zaanland een afzonderlijke
groep. Het Economisch Technologisch Instituut
te Zwolle heeft eveneens een aantal Overijsel-
sche industrieën bij elkander gebracht. Ook het
Crisis-Zuivelbureau komt met zuivelproducten
voor den dag. De Nederlandsche Regeering en
industrieele organisaties, bankinstellingen, enz.
hebben door financieelen steun de deelneming
van Nederland aan de Jaarbeurs te Tel-Aviv
mogelijk gemaakt.
-~rT::yn-v. -i.' .-r-Tiyr
Op de Utrechtsche Jaarbeurs zal dit
week-end-huisje een bezienswaardigheid
vormen, daar het geheel uit asbest is
opgetrokken
j
Er heeft zich, onder leiding van den minister
van Staat, mr. Fock, een comité gevormd,
waarin o.a. de ministers Colijn en De Graeff en
de oud-ministers Bosboom, PostTmma en Ram-
bonnet zitting hebben en waarin ook weten
schap (door prof. Huizinga) en kunst vertegen
woordigd zijn, om jhr. Loudon, onzen gezant te
Parijs, bij gelegenheid van zijn aanstaanden
zeventigsten verjaardag, welke op 18 Maart valt,
te huldigen.
Dit bericht zal zeker in breede kringen met
ingenomenheid worden begroet. Jhr. Ioudon
was het immers, die gedurende den wereld
oorlog het departement van Buitenlandsche
Zaken bestuurde. In die uiterst moeilijke jaren
van spanning heeft hij op zijn gewichtigen post
mede mogen helpen, ons schip van Staat veilig
door de geweldige branding te brengen. Na zijn
aftreden als minister volgde spoedig zijn be
noeming tot gezant te Parijs, welk ambt hij ook
thans nog mag bekleeden. En wie weet niet van
de groote genegenheid, die men in het buiten
land jhr. Loudon toedraagt en van de waarlijk
zeer bijzondere wijze, waarop hij overal den Ne
derlandschen naam weet hoog te houden?
Het Comité, in de onmogelijkheid verkeerende
om allen, die daarvoor in aanmerking zouden
komen, door een circulaire te bereiken, wil
gaarne vele namen van landgenooten verza
melen om deze in het aan te bieden album te
vereenigen.
Men wordt verzocht voor dit doel zijn hand-
teekening of visitekaartje toe te zenden aan dr.
J. ter Meulen, Vredespaleis, Den Haag (die ook
gelden voor de dekking der kosten onder zijn
naam en gironummer 83585 in ontvangst neemt.
Voor eenigen tijd deelden wij mede, dat het
pontveer tusschen Enkhuizen en Stavoren in
gaande 1 Juli zou worden opgeheven. Thans
vernemen wij, dat deze opheffing reeds 1 April
a.s. zal ingaan.
h Verschillende exporteurs aan de Coöp,
-entr. Westlandsche Bloemenveiling te Hon-
*'ersdijk waren het vorig jaar er toe over
ïe6aan om in hun pogingen tot het veroveren
,an nieuwe afzetmogelijkheden, Amerika te be
dekken.
Hl die verwachtingen schijnt men evenwei
Mleurgesteld te worden. De meeste exporteurs
hebben n.l. de zendingen thans stopgezet.
?Mdat de financieele resultaten teleurstellend
Varen.
°ok schijnt geen groote medewerking te
fMbben bestaan bij den afzet van het product
M Amerika.
tn ieder geval, de kans om nieuw afzet-
jpkied te winnen Mor onzen bloemen-
*£rt geeft, wat Amerika betreft, weinig hoop
Ook naar Engeland is de bloemenexport zee:
«ring
Hef leven komt ons onaangenaam,
zelfs ondragelijk voor. Slechts één
wensch bezielt ons: de pijnen kwijt
te raken
fnstantine vervult snel en zeker
dezen wensch zonder de minste
schadelijke nevenwerkingen
stilt en voorkom!
pijnen!
De voorzitter der R.K. Staatspartij,
mr. C. Goseling, heeft aan de leden
van den Partijraad een nota gezon
den ter beantwoording van de
schriftelijke vragen, welke voor de
jongste vergadering van den Partij
raad waren ingezonden.
De kring Leiden had gevraagd:
Waarom is de uitzending door de radio van
redevoeringen, of gedeelten daarvan, uitge
sproken op den Landdag der R.K. Staatspartij
door de Radio-Contröle-Commissie verboden?
De Kring Amsterdam vroeg:
Acht het Partijbestuur het niet wenschelijk,
dat na den voor velen onverwachten inhoud van
de rede van Mr. Steenberghe, ook van de zijde
der Kamerfractie, over de monetaire politiek,
een verklaring wordt gegeven? Indien deze vraag
ontkennend zou worden beantwoord, kan dan
in overleg met de Kamerfractie over dit
vraagstuk op ruime schaal voorlichting worden
gegeven, opdat de kiezers en speciaal onze
leden weten, waar zij ten aanzien van dit
vraagstuk aan toe zijn?
In verband met het vergevorderde uur kon
den de antwoorden bezwaarlijk mondeling wor
den gegeven.
De Partijvoorzitter wil een tweeledige op
merking aan de beantwoording vooraf doen
gaan.
Vooreerst wenscht hij de toezegging te her
halen om in het vervolg de rondvraag een zoo
danige plaats op de agenda te geven, dat een
behoorlijke behandeling van de zaken, welke
daarbij ter sprake kunnen worden gebracht,
zooveel mogelijk gewaarborgd is.
Vervolgens brengt hij in herinnering, dat de
hierna volgende antwoorden gegeven worden,
zooals zij ook ter vergadering gegeven zouden
zijn, d.w.z. als weergevende zijn standpunt, in
zijn kwaliteit van voorzitter van het Partijbe
stuur, en konder nader overleg na afloop der
vergadering.
Wat de eerste vraag betreft wordt medege
deeld, dat de K.R.O. afschrift heeft gezonden
van terzake door de Radio Contrófe Commissie
medegedeelde bezwaren:
De gewraakte gedeelten der bewuste redevoe
ringen konden, daar zij stellig van politieken
aard waren, niet toegelaten worden, omdat zij
niet aan het radio-reglement voldeden.
Deze beslissing vindt inderdaad formeel steun
in het wettelijk voorschrift.
In verband met den weerslag, welken deze be
slissing in de gegeven omstandigheden kon heb
ben, en inderdaad heeft gehad, dringt de vraag
zich wel op, of de regeling in art. 2 lid 2 van
Radioreglement 1930, zooals dit artikel is ge
wijzigd bij Kon. Besluit van 22 April 1933 S.
223, wel geheel juist en aanvaardbaar is. Onge
twijfeld is de indruk gewekt, dat een rustige
uiting van een zakelijk politiek en economisch
inzicht, dat afwijkt van het inzicht der Regee
ring, langs dezen weg is onderdrukt.
Een overzicht van de voorgeschiedenis van de
landdagredevoeringen, onder het motto „Arbeid
voor ons Volk!", in de lijn van de gedurende
meer dan twee jaar gegeven voorlichting, is op
genomen in het maandblad „De R. K. Staats
partij" van 28 Februari 1936 (Jrg. 5, No. 2, blz.
28).
De Partijvoorzitter stelt er prijs op, in aanslui
ting aan voornoemd artikel te bevestigen, dat in
de vergadering van het Partijbestuur van 16 No
vember 1935, waarin het plan voor den Landdag
behandeld is, van verschillende zijden met na
druk is aanbevolen, dat ook de nood der tijden
concreet zou worden behandeld. In opdracht der
vergadering heeft mr. Goseling het voorloopig
schema omgewerkt en ter uitvoering gereed ge
maakt. Van de volvoering van deze opdracht
neeft hij de leden van het Partijbestuur in ken
nis gesteld, vóórdat tot eenige algemeene bekend
making van het program en van de sprekers is
overgegaan.
Iets geheel anders is natuurlijk de uitwerking
Zooals wij reeds onmiddellijk na de Rijks-
dagrede van Hitier en de publicatie van
de daarin gedane voorstellen om tot een
nieuwe vredesordening in Europa te komen
vermoedden, heeft de Engelsche regeering bij
monde van haar minister van buitenlandsche
zaken Anthony Eden weliswaar de eigenmach
tige handelwijze van het verdrag schendende
Duitsehland categorisch afgekeurd, maar van
den anderen kant het Engelands plicht ge
noemd de Duitsche voorstellen objectief te be-
studeeren ten einde na te gaan in hoeverre zij
elementen bevatten voor het versterken van de
structuur van den vrede. Eden's nadrukkelijke
verklaring, dat, indien tijdens de periode, nood
zakelijk om de situatie te bestudeeren, een aan
val op België of Frankrijk zou worden gedaan,
Engeland overeenkomstig zijn Locamo-ver-
plichtingen den aangevallene onmiddellijk te
hulp zal snellen, is niet veel meer dan een
fraaie slag in de lucht, welke Frankrijk weinig
voldoening zal schenken. Immers, zooals Eden
zelf te kennen gaf, is er gelukkig geen enkele
reden om te veronderstellen, dat de Duitsche
handelwijze een bedreiging met vijandelijkhe
den inhoudt. Hitier heeft dan ook met het
voorgespiegelde luchtpact een stuk bacon op
de vork geprikt, waarvan Engeland moet wa
tertanden. Had Eden niet vlak vóórdat Hitier
zijn Rijksdagrede hield, er bij den Duitschei:
ambassadeur in Londen op aangedrongen,
dat deze de Rijksregeering zou aansporen niet
met het aanvaarden van een luchtpact te
wachten, totdat het Italiaansch-Abessinisch
conflict zou zijn geregeld? De twee voor Enge
land meest aanlokkelijke voorstellen van Hitier
zijn natuurlijk dat betreffende een West-Euro-
peesch luchtpact en dat betreffende Duitsch-
lands eventueelen terugkeer tot den Volkenbond.
Sarraut, die de Duitsche voorstellen zelfs niet
in overweging wenscht te nemen, zoolang er
zich nog een Duitsche soldaat in de Rijn-zóne
bevindt, zal zich door Engelands houding en
opvatting, welke meer realistisch dan princi
pieel mogen heeten, diep teleurgesteld en min
of meer in den steek gelaten voelen. Engeland
en Frankrijk hebben den laatsten tijd wonder
lijk boompje-verwisselen gespeeld met de
Volkenbondsprincipes. Aanvankelijk Was het
Frankrijk, dat den Volkenbond als een Versail-
liaansch statusquo-politiek instrument hantee-
rend, de beginselen van Genève in hun meest
enge en eenzijdige opvattingen verdedigde, ter
wijl Engeland, van meening, dat de onhoudbaar
geworden verdragen gecorrigeerd dienden te
worden en de evolutionnaire elementen in die
verdragen en in het Volkenbondsinstituut den
voorrang verdienden boven de star-conserva
tieve, slechts moeizaam en schoorvoetend
Frankrijk van verre volgde. Bij het uitbreken
van den Italiaansch-Abessinisehen oorlog was
het echter Engeland, dat zich plotseling op
wierp tot onverbiddelijken Volkenbondspala
dijn, terwijl Frankrijk ter wille van de nieuwe
vriendschap met Italië de door Engeland gefor
ceerde Volkenbondsactie zoo lang mogelijk
trachtte te saboteeren.
Thans echter, nu Duitsehland zoowel bepa
lingen van het Verdrag van Versailles als van
het Locarno-pact- door de hermilitarisatie van
de Rijnzóne heeft geschonden, neemt Frankrijk
zijn toevlucht weer tot Genève, in de hoop, dat
de Volkenbond krachtig stelling zal nemen te
gen deze nieuwe verdragsovertreding, en blijkt
Engeland vervuld van de verwachting, dat Ge
nève een middel zal weten te vinden om de
door Hitier geopende perspectieven te realisee-
ren, Italië is bij dit spel de lachende derde,
want Italië zal in ieder geval de vruchten pluk
ken van Hitler's werk.
Wij hebben er reeds op gewezen, wat de
gevaren zuilen zijn, indien het Fran-
sche afwijzende standpunt tegenover
Berlijn zou zegevieren, en ook welke risico's er
zullen blijven bestaan, wanneer op de Duitsche
voorstellen wordt ingegaan en er een nieuw Lo
carno, maar dan op voet van volkomen rechts-
en machstgelijkheid tot stand zou komen. In
het eerste geval zou de huidige spanning in
Europa slechts gestadig toenemen en leiden tot
een reeds aan het verschiet opdoemende cata
strophe, in het andere geval zou op zijn best die
catastrophe verschoven worden naar een ver
dere toekomst. Verdragen immers duren slechts
zoolang als alle partijen er belang in zien en
worden geschonden, wanneer een der partijen
zich machtig genoeg acht om ze op grond van
vermeend eigenbelang te verbreken. Een zeer
belangrijke quaestie, welke nog steeds niet dui
delijk is, ofschoon zij toch van beslissende be-
teekenis geacht moet worden voor de levensvat
baarheid der Duitsche voorstellen, is, of Hitier
zijn eerste zes voorstellen als een onverbreek
baar blok beschouwt, dat in zijn geheel gerea
liseerd dient te worden, vóórdat hij tot den
Volkenbond wenscht terug te keeren of van
meening is, dat elk van de door hem aangege-
van punten los van de andere tot een oplossing
kan worden gebracht of dat hij thans reeds
na het herstel van de volledige souvereiniteit
over geheel het Duitsche grondgebied de nood
zakelijke voorwaarde vervuld oordeelt voor een
terugkeer van Duitsehland naar Genève. Moe
ten de zes eerste punten beschouwd worden
als 'n zoovele „conditiones sine quibus non" voor
de verwezenlijking van het laatste, dan zit eT
geen schijn van kans op vruchtbare onderhan
delingen in Hitler's voorstellen, want nóg on
denkbaarder dat het weer ongedaan maken van
de Rijn-militarisatie, hetwelk Frankrijk eischt,
is de demilitariseering van de Belgische er.
Fransche Oostgrens, welke door Hitier wordt
bepleit. Moeten de voorstellen van Hitier echter
slechts als een basis voor onderhandelingen
worden beschouwd, zoodat sommige punten niet
en andere wel geaccepteerd of gewijzigd kun
nen worden, dan staan de kansen beter, al zal
Engeland dan ook de noodige pressie op Frank
rijk moeten uitoefenen om het zijn houding te
1 doen herzien.
van de rede en de daardoor voor de Partij ge
schapen situatie. Kennelijk doelt de Kring Am
sterdam op deze mogelijke gevolgen, wanneer hij
de wenschelijkheid ter sprake brengt, of ook van
de zijde der Kamerfractie over de monetaire po
litiek een verklaring zou behooren te worden
gegeven.
Mr. Goseling stelt voorop, dat men, ook zonder
de beteekenis van de uitingen op den Landdag
te verkleinen, welke als zoodanig voor een ieder
duidelijk zijn geweest, daarin toch niet kan zien
eenige verklaring der Partij of van een harer
organen. Een zoodanige openbare verklaring
vooraf kan, naar zijn meening, door geen enkel
partijorgaan worden gegeven. Niet, omdat het
monetaire probleem daardoor van een econo
misch tot een politiek vraagstuk zou worden.
Dat het volop een politiek vraagstuk is, is zeker
na Juli 1935 wel duidelijk geworden. Voor hen,
die de gevolgen hebben op te vangen en waar
te maken, valt echter het tijdstip van bekend
making van een definitief standpunt dusdanig
samen met de concrete politieke mogelijkheid
van doorvoering, dat iedere verklaring vooraf
onverantwoord is. In deze zienswijze ligt tevens
besloten het antwoord op de vraag, of de frac
tie eenige verklaring moet, of zelfs zou kunnen
geven.
Geheel daarnaast staat de vraag omtrent
de voorlichting en gedachtenvorming. in
welk teeken ook de redevoering van Mr.
Steenberghe op den Landdag moet worden
geplaatst. Uit het voorgaande zal het zon
der meer duidelijk zijn, dat die nimmer
kunnen leiden tot het doel, dat Amsterdam
aangeeft „dat de kiezers en speciaal onze
leden weten, waar zij ten aanzien van dit
vraagstuk aan toe zijn".
Reeds geruimen tijd houdt de partijleiding
zich met voorlichting omtrent dit vraagstuk be
zig. Gewezen zij op de kernbrochure van De
cember 1934 „Het lagere niveau en de vaste
lasten (Gouden Standaard en devaluatie)" en
op de talrijke artikelen in het maandblad, mee-
rendeels aan de hand van hetgeen van de zijde
der fractie in de Tweede Kamer is gezegd, met
name rondom het groote bezuinigingsontwerp.
Ook langs velerlei andere wegen buiten het
partij-organisatorisch verband is op gemak
kelijk toegankelijke wijze, niet het minst in de
pers, op ruime schaal voorlichting gegeven. Dat
ook deze voorlichting niet kan leiden tot den
toestand, dat men weet, waaraan men toe is,
spreekt vanzelf.
Intusschen is de Partijvoorzitter gaarne be
reid om na raadpleging van het Partijbe
stuur aan de Fractie der Tweede Kamer de
vraag voor te leggen, of zij middelen ziet om in
de door Amsterdam verlangde voorlichting op
passende wijze nog nader te voorzien. Daarbij
zal het naar mr. Goseling meent te mogen
aannemen voor de voldoening aan den
wensch van Amsterdam vooral erop aankomen,
dat, In onverbrekelijk verband met het mone
taire vraagstuk, de concrete middelen worden
aangewezen, die thans feitelijk kunnen worden
gebezigd om de algemeen als noodzakelijk aan
vaarde rendabiliteit van het bedrijfsleven zoo
veel mogelijk te bereiken. Alleen zóó ziet hij de
mogelijkheid tot aanvulling van de op den
Landdag gegeven voorlichting, die Amsterdam
büjkbaar met deze vraag beoogt. Immers, zoo
als ook op den Landdag overduidelijk tot uiting
is gekomen, heeft het monetaire vraagstuk al
leen beteekenis als onderdeel van het economi
sche beleid in zijn geheel, met het allesbeheer-
schende doel: arbeid voor ons volk.
Onlangs berichten wij, dat ingaande 15 Mei
a.s. de lijn StiensTjummarum voor reizigers-
vervoer zou worden gesloten, waardoor
alleen de lijn LeeuwardenDokkum A nog voor
dat vervoer open bleef. Thans vernemen wij.
dat nu ook wordt overwogen, ingaande 1 Juli
a.s. deze laatste lijn voor reizigersvervoer te
sluiten. Het zou in het voornemen liggen met
een auto-onderneming een overeenkomst aan
te gaan, zooals tot stand is gebracht op de lijn
ZwolleDeventer.
Stortingen in Nederl...
waarvan bestemd voor:
a) Achterstall. vorder.
b) Rentedienst Dawes-
en Youngleen. en
Stillh.; Rentetransf.
c) Vrije rek. Reichsb.
d) Nieuwe onder de
Clear, vail, vorder.
Stort. in Duitschl.
nieuwe onder de
Clear, vall. vorder.)
(inclus. saldo 1935 ad
36.655.500)
(Jitbet. in Nederland
op nieuwe vorder,
(in mindering komend
v. h. bedrag ond. d)
Laatst uitbetaald nr.
van storting: 187612.
Speciale Verrekening.
Stortingen in Nederl.
t. afgegev. reischèques
(inclus. saldo 1935 ad
f 367.800)
t'itbet. in Nederl
Overgebr. n. alg. rek. (1)
Nog beschikbaar
7-3-'36
38.359.200
5.242.100
2.457.000
1.499.100
29.161.000
29-2-'36
33.549.900
4.589.400
2.457.000
1.312.600
25.190.900
70.740.200 65534.600
,27.480.700 „23.907.300
868.700
1.500
867.200
792.200
1.500
790.700
Het landgoed „de Beele", gelegen ten Oosten
van den rijksweg VoorstZutphen ten Noord-
Oosten van het station Voorst, is ingevolge
beschikking van de Ministers van Landbouw
Nijverheid en Visscherij en van Financiën on
der de Natuurschoonwet 1928 gerangschikt.
Een gedeelte groot ongeveer 5 H.A. is open
gesteld voor het publiek. Rijwielen, rij- en
voertuigen worden niet toegelaten.
De Perkoetoet is op de uitreis te Bagdad
aangekomen.
De Koetilang is op de thuisreis te Jodhpur
geland.
Leiden, 10 Maart.
Rank staat, hoog in den ijlen morgennevel,
de torenspits der nieuwe Sint Petruskerk
omhoog uit het rustige massieve spel van
forsche lijnen en breede ongebroken bak-
steenvlakken waar enkele donkere galm
gaten in uitgehouwen staan en waar zware
sterke steunbeeren tegenaan schragen.
Honderden menschen wachten tusschen de
grasperken op het plein, dat voor de kerk ligt
omsloten door een complex geheel in narmonie
met het Godshuis gebouwde woningen aan de
Kamerlingh Onneslaan.
Op zij klinken liturgische gezangen.
Met het kruis voorop begint de wijdingsstoet
zijn omgangen om den tempel, die thans wordt
ingezegend. Nadat haar geloovigen drie jaren,
sedert den droeven brand in de vorige kerk, in
de verstrooiing hadden geleefd, wordt thans een
nieuw schoon Godshuis voor hen geopend.
Met het kruis voorop, met de brandende pro
cessielantaarns, met lauwerkransen en gezang
boeken trekken de koorknapen en de Schola
Cantorum van Warmond vóór den reliekschrijn
uit, waarachter in vol ornaat Z. H. Exc. Mgr.
J. P. Huibers in volle waardigheid bij deze
zijn eerste kerkwijding voortschrijdt naar den
ingang.
Boven in de torens beginnen de zware klokken
hun galmende klanken uit te luiden over de
saamgestroomde menschen. Deuren worden ge
zalfd; zij openen zich voor den bisschop, die
achter de relieken op gaat naar het altaar.
Zonlicht valt door de fijn-spitse ramen in
helle vlekken op de lichtgrijze baksteenen mu
ren en granieten kolommen, waar de uiterst
eenvoudige, vlakke houten balkenzoldering hoog
overheen rust.
Kaarsen branden langs de wanden, straks bij
de zalving der kruisen zulleD zii omhangen
worden met lauwerkransen. De sobere marme
ren altaartafel staat, overhuifd door een geel,
hangend baldakijn zonder eenige versiering,
met enkel een cylindervormig gulden, door een
gouden kroon afgedekt tabernakel, midden op
het ruime priesterkoor. Een geur van wierock
mengt zich met die van het nieuwe hout. De
Schola zingt.
Omgeven door de assisteerende priesters be
wierookt, zalft en wijdt de bisschop het altaar.
De kerk, die aan veertienhonderd menschen
plaats kan bieden, stroomt vol. Opgepakt staan
de menschen tusschen de banken.
Op het priesterkoor er. in de eerste rijen
hebben met Mgr. Taskin, verschillende leden
van het hoogwaardig kapittel, een vertegen
woordiger van het gemeentebestuur, de katho
lieke hoogleeraren der Leidsche universiteit, de
architecten Kropholler en Van Oerle, die de
kerk bouwden, en tal van professoren der se
minaria en parochiegeestelijken plaats genomen.
Als het beurtgezang der laatste wijdingen
onder de spitse bogen van de absis weg klinkt,
als de kleine vlammen die op het altaar brand
den, zijn gedoofd, het kruis achter de taber-
nakelkroon is opgericht, de kandelaars zijn ge
plaatst en de kaarsien aangestoken, als de
roode anjers hun kleuren werpen op de witte
dwalen en als de bisschop op den troon is aan
gekleed, vangt het H. Misoffer aan.
Na den laatsten zegen las de Deken van Lei
den, de hoogeerwaarde heer A. Homulle, de
wijdingsoorkonde voor en vervolgens wendde Z.
H. Exc. Mgr. J. P. Huibers zich tot de geloo
vigen.
Het is een schoone daad, aldus Mgr. Huibers,
die hier hedenmorgen werd verricht. Deze
plaats is gemaakt tot een heilige plaats, die de
aarde met den hemel verbindt, w'aar Christus
Zich zal opdragen aan den Hemelschen Vader,
waar God de gebeden der menschen zal hooren
en Zijn genaden over hen zal doen neerdalen.
Dit is een bewijs, dat God Zijn oog niet van
de wereld afwendt, om het vele en groote
kwaad, waaraan zij zich overgeeft, doch Zijn
zegeningen blijft schenken.
Monseigneur verklaarde met bijzondere vreug
de deze schoone daad te hebben verricht in
deze stad, omdat hij hier de eerste jaren van
zijn leven doorbracht.
Hij weet, dat voor haar burgers stuk voor
stuk geldt, dat zij met blijdschap alles geven
voor de eer van God.
Bijzondere vreugde verschafte Mgr. deze wij
ding ook, omdat zij het Huis des Heeren betrof
in een parochie, die in één enkelen nacht haar
Godshuis verloor, den band der parochie zag
verdwijnen in de vlammen en die drie jaren
zonder eigen kerk moest blijven.
Moge in dit huis echter nog schooner din
gen opbloeien, dan in het vorige, waaraan zoo
vele herinneringen verbonden waren.
Moge hier het onvervalschte geloof ople
ven met de eehte Leidsche trouw.
Echt katholiek leven vraagt trouw aan
priesters en bisschoppen, óók op die terrei
nen, waar men meent vrij te zijn, wanneer
de bisschoppen daar waarschuwen tegen
dreigende gevaren.
Met den wensch, dat God dit hiüs moge ze
genen besloot Monseigneur zijn toespraak.
Honderd jaar geleden in Juli 1836 werd de
oude St. Petruskerk in gebruik genomen, de
eerste, die na het herstel der godsdienstvrij
heid, toen de schuilkerken mochten worden
verlaten, door de katholieken nieuw was ge
bouwd thans werd dit nieuwe Godshuis in
gewijd.
Een eeuwfeest werd een glorieus stichtings
feest.
Naar wij vernemen is de toestand van den
Weleerw. heer J. Nagel, pastoor van de St. Hil-
degardis-parochie te Rotterdam, achteruit
gaande.