J
'êmsÊmssÊÊgm
De Britsche politiek in een notedop
R.K. Staatspartij
Hr. Ms. „DE RUYTER
DE CENTRALE FACTOR
DONDERDAG 12 MAART 1936
dienstbodenopleiding
TE HAARLEM
Installatie comité door minister
Slingenberg
DE STILLE OMGANG
Speciale treinen voor den tweeden
nacht
Afgeven van duplicaten
Een besluit van de Ver. voor den
Effectenhandel
SALARISSEN RECHTERLIJKE
MACHT
De Regeering vindt geen vrijheid
de verlaging later te doen ingaan
DE ELECT RIF IC AT IE DER
SPOORWEGEN
Een bestelling bij Beynes te
Haarlem
Een kijkje op de werfwaar de
nieuwste aanwinst van de
Marine wordt gebouwd
De bewapening
De snelheid
Laat Vrijdag en Zaterdag
Uw M.S.S.-dagen zijn!
de M.S.S.-gewoonte te volgen!
Overheid en welvaart
Rede van minister Oud te Arnhem
TOEZICHT OP PLEEGOUDERS
Wettelijke regeling zal onder het
oog worden gezien
Het „defensieve
verbond"
En devaluatie
Bij de rondvraag op de jongste verga
dering van den Partijraad moest men
wegens gebrek aan tijd de beraadsla
ag afbreken op een paar belangrijke vra-
§en. Zonder afstel werd een schriftelijke
beantwoording toegezegd en ze is gisteren
herschenen. Wij hebben haar denzelfden
avond gepubliceerd.
Vooral de overwegingen met betrekking
eot de Landdag-rede van oud-Minister
Steenberghe zullen belangstelling wekken.
Reeds in het jongste nummer van de R.K.
Staatspartij was medegedeeld:
»Geheel bewust van de bijzondere eischen,
welke een Landdag aan de voorlichting en
°e voorlichters stelt, heeft het Partijbestuur
*an meet af aan uitdrukkelijk gewenscht,
dat de deelnemers zouden hooren spreken
dher den moeilijken en soms benarden toe-
"tand, waarin zij zelf en zoovele duizenden
jhet hen, verkeeren. Het Partijbestuur is bij
"et bepalen van dat reëele standpunt nog
sesteund door een recente ervaring, met een
gewestelijken Landdag in een van de Krin
gen opgedaan De tijd is er niet meer naar,
met het zuiver-oratorische genre te vol
daan. De menschen willen begrip en besef
Van de moeilijkheden waarin zij verkeeren!
>.Op zoo'n Landdag is het dilemma: „het
kan vriezen, het kan dooien", niet meer op
^'in plaats, als 't zoo hard dooit als in wer
kelijkheid het geval is. Dan liever met de
Overschoenen er doorheen. Zijn er natte
voeten opgeloopen?
..Oud-Minister Steenberghe heeft den ac-
tbeelen economischen toestand des lands
j'eeds besproken en eerlijk en „thetisch"
uiteengezet en daarbij zijn, algemeen be
ende en niet anders verwachte visie gege
ten op de middelen tot herstel.
De Partijvoorzitter heeft daarna met klem
erop gewezen, dat de tot heden gevoerde
dualistische economische politiek praktisch
de keuze tusschen devaluatie of consequen
te deflatie tot de kleinst mogelijke propor
ties heeft teruggebracht. „Naar zijn mee
ding" heeft die keuze óók voor Nederland
dog slechts theoretische waarde.
Deze meening laat nog steeds een an
dere meening in onze Partij bestaanbaar,
diaar op den Landdag mocht dit stuk eco-
dotriische werkelijkheid niet onbesproken
Rijven. Anders was de titel „Arbeid voor
w>s volk" een onwaarachtige leuze gewor
den, een leuze, onbegrijpelijk en onaan
vaardbaar in den mond van den oud-Mi
ester van Economische Zaken!"
De Voorzitter der R. K. Staatspartij
heeft de gedachte van zijn partijbestuur
dl actie gezet na te voren de desbetref
fende instanties tijdig te hebben ingelicht.
Dit
zou dus beteekenen, dat ook de voor
ster der R. K. Tweede Kamerfractie op
de hoogte zou zijn geweest van hetgeen
°P den Landdag ging gebeuren. Heeft in
dezen een misverstand plaats gehad?
Want voor zoover ons bekend heeft de
Dractie-voorzitter tot dusver met zorg ver-
dieden, de scheur der verdeelde meeningen
dopens het devaluatie-vraagstuk verder
le laten rijten, en de aanmoediging van
een opleving door het ontwaarden van
den gulden in de algemeene politieke pro
paganda te betrekken. Men kan in de
desbetreffende tactiek met hem van mee
ding verschillen, maar dat er goede gron
den voor zijn aan te voeren, schijnt ons
duiten kijf. Het is intusschen jammer, dat
°mtrent het bovenbedoeld eventueel mis
sstand nog maar altijd geen opheldering
komt.
Naar te verwachten is, zal thans aan de
fractie de vraag worden voorgelegd, „of
middelen ziet, om voorlichting op
Passende wijze nog nader te voorzien
dl onverbrekelijk verband met het mone
taire vraagstuk." Het antwoord op die
Vraag is niet gemakkelijk, wijl met het
dionetaire vraagstuk moeielijk een appèl
°P de kiezers kon worden gedaan. Het
Schijnt in dit verband verkieslijker, dat
°hder bevoegden „de concrete middelen
borden aangewezen, die thans feitelijk
kunnen worden gebezigd, om de algemeen
uis noodzakelijk aanvaarde rendabiliteit van
het bedrijfsleven zooveel mogelijk te be
teiken."
Juist omdat het monetaire vraagstuk
hl zulk een sterke wisselwerking met de
economische en politieke omstandighe
den staat, vorderen de risico's, die een op
lossing beloopt, zekere terughouding.
Daarom zullen voor- en tegenstanders van
devaluatie zich kunnen vereenigen met
deze verklaring van den Voorzitter der
R. K. Staatspartij, betrekkelijk het ver-
Pand van het vraagstuk met de practische
staatkunde: „Voor hen, die de gevolgen
hebben op te vangen en waar te maken,
valt het tijdstip van bekendmaking van
Oen definitief standpunt dusdanig sa
men met de concrete politieke mogelijk
heid van doorvoering, dat iedere verkla-
ting vooraf onverantwoord is."
Naar ons wordt medegedeeld, zal Vrijdag 13
Maart te 10.30 uur door 2. Exc. den Minister
Van Sociale Zaken het Aanbevelings-Comité voor
het organiseeren van spoedcursussen inzake
Dienstbodenopleiding in de Provincie Noord-
Holland worden geïnstalleerd.
De installatie zal plaats vinden in de Raad
zaal, Prinsenhof te Haarlem.
In den tweeden nacht van den Stillen Om
gang zullen treinen loopen van Arnhem, Bever
wijk, Culemborg, Enkhuizen, Den Helder, Hil
versum, Rotterdam D.P., Rotterdam P.O., Te-
Eelen, Utrecht (2), Velsen, Wehl en Woerden.
Voor het vervoeren van de reizigers heen en
terug worden door de Ned. Spoorwegen 28 extra-
treinen ingelegd.
Minister-president dr. H. Colijn tijdens zijn radio-rede
Sommige vennootschappen en instellingen
geven nu en dan, ter vervanging van bescha
digde aandeelen of obligatiën, nieuwe stukken
af, terwijl daarvan geen mededeeling wordt ge
daan aan de Vereeniging voor den Effecten
handel.
Besloten is in het vervolg bij opneming van
nieuwe fondsen in de prijscourant de verkla
ring te vragen van de desbetreffende vennoot
schap of instelling, dat zij zich verbindt aan de
Vereeniging voor den Effectenhandel van iedere
afgifte van nieuwe stukken ter vervanging van
oude stukken mededeeling te doen. Hetzelfde
zal gelden voor openbare lichamen.
Gezien het feit, dat deze verbintenis slechts
voor toekomstige aanvragers zal kunnen gelden,
doch met dezen maatregel een algemeen be
lang wordt nagestreefd, worden de openbare
lichamen, vennootschappen en instellingen, wier
waarden reeds zijn genoteerd, uitgenoodigd
eveneens aan deze bepaling te voldoen.
Aan de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer inzake het wetsontwerp tot na
dere wijziging van de regelingen, houdende
vaststelling van de bezoldiging van den Raad
van State, de Algemeene Rekenkamer, de rech
terlijke macht en de militair-rechterlijke macht
wordt het volgende ontleend:
De salarissen van de rechterlijke macht, met
welker verlaging verscheidene leden zich in
het bijzonder niet konden vereenigen, zijn bij
de wet van 5 Juli 1910 op een zoodanig peil ge
bracht, dat de voordien bestaande verhouding
tusschen deze salarissen en die van andere
ambtenaren ten gunste van de rechterlijke
macht is gewijzigd. Latere salarisverhooging is
evenzeer ten goede gekomen aan dit deel van
het ambtenarencorps. Het ware dan ook zeker
niet billijk om, nu de moeilijke tijdsomstandig
heden tot verdere verlaging ook van ambte
naarsbezoldiging dwingen, bij de rechterlijke
macht halt te houden.
Naar aanleiding van daaromtrent in het
Voorloopig Verslag gemaakte opmerkingen,
wordt verder nog gezegd dat bij de Regeering
de opzet voorzit, om ook ten aanzien van de
commissarissen van politie te komen tot een
overeenkomstige salarisverlaging als voor an
der overheidspersoneel.
De Regeering ducht van de salarisverlaging
geen moeilijkheden voor een behoorlijke bezet
ting der rechterlijke functies, te minder daar
de verlaging immers niet tot de rechterlijke
macht beperkt is.
Bezwaren tegen salariskorting met terugwer
kende kracht doen zich gevoelen, wanneer de
ambtenaren met die korting geen rekening
hebben kunnen houden. Dit bezwaar doet zich
in casu echter niet gelden, daar de korting op
de onder het Bezoldigingsbesluit vallende sala
rissen vóór 1 Januari 1936 is afgekomen en de
niet onder dit besluit vallende Rijksambtenaren
niet als vaststaande kunnen hebben gedacht,
dat de korting hun bespaard zou blijven of
voor hen eerst later zou ingaan.
De Regeering vindt geen vrijheid de voor
gestelde salarisverlaging te verschuiven naar
een tijdstip, vallende na de eventueele afkon
diging van de wet.
Het vervallen der terugwerking zou betee
kenen een niet gemotiveerde bevoordeeling van
enkele groepen ambtenaren boven anderen.
De veronderstelling, dat door de bij de uit
betaling van salaris aan de leden der rechter
lijke macht gevolgde handelwijze de Grondwet
zou zijn overtreden, moet de Minister van
Justitie afwijzen.
In afwachting van de goedkeuring der regee
ring van de plannen der Ned. Spoorwegen tot
verdere electrificatie, hebben, naar wij verne
men, de Ned. Spoorwegen reeds twee bestellin
gen van 37, in totaal dus 74 motorrijtuigen ge
daan bij de firma Beynes te Haarlem.
Deze moeten in ieder geval gereed zijn vóór
den zomerdienst 1938.
De bouw van den nieuwen en modernen oor
logsbodem Hr. Ms. De Ruyter op de werf Wil-
ton-Feyenoord te Schiedam nadert langzamer
hand zijn voltooiing.
Op 21 April a.s. zal er met het nieuwe schip
proef worden gevaren, waarbij verschillende
metingen zullen worden uitgevoerd en waarbij
dan tevens zal worden vastgesteld of het schip
de maximum kruissnelheid van ongeveer 54
K.M. per uur de snelheid van een modernen
torpedojager zal kunnen bereiken.
Dezer dagen hebben wü een bezoek aan de
werf van Wilton-Feyenoord gebracht, waar men
ons eenige gegevens over den nieuwen oorlogs
bodem heeft verstrekt.
Feitelijk is Hr. Ms. de Ruyter een schip, dat
bestaat uit twee casco's, d.w.z. om het eigen
lijke casco heeft men een tweede scheepsromp
gebouwd, welke als het ware een stalen pantser
vormt. In het binnenste casco bevinden zich de
meest kwetsbare deelen, zooals de machines, de
munitiekamers en de electrische installaties. Er
zijn twee electrische centrales, die onafhanke
lijk van elkaar in werking kunnen worden ge
bracht. Voorts is er nog een kleine centrale,
welke stroom levert, wanneer het schip in de
haven ligt.
De onder hoogen druk gebrachte olie wordt
onder de ketels vergast en met lucht vermengd.
Behalve de olie wordt ook de lucht in de
stookinrichting onder druk gebracht, zoodat 't
interieur van de stookinrichting in geen geval
met de buitenlucht in verbinding mag worden
gesteld. Op vernuftige wijze heeft men nu een
gang aangelegd, waardoor men in de stook
inrichting kan komen, zonder dat de lucht
binnen en buiten het schip met elkaar in ver
binding komen. Wil men in de stookinrichting
komen, dan moet men eerst „schutten". De
sluisdeuren zijn in dit geval een viertal deu
ren, die drie vakken van de gang hermetisch
afsluiten. Deze deuren kunnen slechts één voor
één afzonderlijk worden geopend.
Alles wat men in het inwendige van het schip
ziet is, voor zoover het eenigszins kwetsbaar is,
gepantserd. Zoo ook de leidingen, die naar de
Mr. J. Bool, referenaaris-redacteur ter
gemeente-secretarie van Leiden, is met
ingang van 1 Mei a.s. benoemd tot
gemeente-secretaris van Enschede
electrische centrales voeren. Tusschen de beide
casco's bevinden zich de tanks, die dienen ter
bewaring van de stookolie, de watertanks en
andere bergplaatsen. Een interessant apparaat
is de electrische pompinstallatie, die zich mid
scheeps ongeveer ter hoogte van de waterlijn
bevindt en die geheel is ingebouwd in een dui
kerklok, zoodat, al dringt het zeewater naar
binnen, de pompinstallatie toch in werking kan
worden gebracht.
De munitiekamers zijn in dikke pantserplaten
ingebouwd. De granaten worden in rekken be
waard. In den tijd van zeven seconden kan
een granaat met de electrisch gedreven liften
naar de batterijen gevoerd worden; daarvoor
behoeft men slechts de granaat op een plankje
te leggen en daarna op een knop te drukken.
De liftkokers zijn alle in pantserplaten ge
bouwd.
De batterijen, drie in totaal, zijn trapezium
vormig gebouwd en de verschillende instrumen
ten hebben belangrijke technische verbeteringen
ondergaan. Zoo is er een installatie, die een
schot doet afgaan juist op het moment dat het
schip tijdens het varen zuiver horizontaal ligt.
Voorts bevindt er zich in het schip een speciale
kaartentafel, die onbevoegden niet gemakkelijk
kunnen bereiken.
Aan dek bevinden zich zeven kanonnen, drie
voor de brug, vier op het achterdek. De vijf
tien c.M. granaten hebben op een afstand van
25 K.M. nog een goede trefkans. Op het achter
dek bevindt zich ook het luchtafweergeschut.
Vijandelijke vliegtuigen kunnen vanuit vijf mi-
trailleumesten onder kruisvuur worden geno
men. De voor den schoorsteen gelegen comman
dobrug heeft een hoogte van ongeveer 25 M.
Aan boord is er voorts plaats voor twee wa
tervliegtuigen, die door middel van samen
geperste lucht over een slede kunnen worden
weggeschoten. Met kranen kunnen de water
vliegtuigen weer aan boord worden geheschen.
Dezer dagen heeft men de katapult-installatie
eens geprobeerd: een ijzeren vat, op de slede ge
legd, werd ongeveer 25 M. weggeschoten. Voorts
is er nog een speciale installatie aan boord,
waarmede onder het varen de mijnen zijwaarts
worden gestooten.
De bemanning, die uit vierhonderdvijftig kop
pen zal bestaan, heeft een zeer goede huisves
ting. De commandant en de officieren hebben
eigen hutten. Voor de manschappen is er een
groote slaapzaal met hangmatten. Deze hang
matten worden overdag verwijderd, zoodat de
ruimte dan voor eetzaal kan dienen. Geheel
in het voorschip bevindt zich de ziekenkamer
en de kamer voor den arts, waarin kleine ope
raties kunnen worden verricht.
De snelheid van het schip, 54 K.M. per uur,
kan in oorlogstijd nog aanmerkelijk worden
opgevoerd. Wanneer te zijner tijd de snelheid
zal worden uitgeprobeerd, zal dit geschieden
nabij de kust van Schotland, omdat de diepte
van de Noordzee, 30 M., niet voldoende is voor
Git experiment. In October of November zal het
170 M. lange en 14 M. breede vaartuig den of-
ficieelen proeftocht maken en wanneer dan al
les goed blijkt te functionneeren, zal deze be
langrijke aanwinst voor de Nederlandsche Ma
rine aan onze vloot worden toegevoegd.
's Morgens zrjt Ge laat! Ge kleedt U haas
tig aan, jaagt Uw ontbijt door de keel en
denkt slechts aan één ding: Uw trein,
tram of bus te halen, die U op tijd naar
Uw werk zal brengen!
Dit jachten, dat eiken Maandagmorgen weer op
nieuw begint, mat U af, put Uw zenuwen uit,
maar mist zijn ongunstigen invloed ook niet op
Uw ingewanden, die langzaam en moeilijk gaan
werken, waardoor van dag tot dag vergiftigende
afvalstoffen zich in Uw ingewanden vastzetten,
terwijl ook andere organen hun af scheidingstaak
trager vervullen.
En hoe verder Ge in -e week komt, hoe loomer,
hoe vermoeider en hoe lusteloozer Ge U voelt
worden. Het zijn die stoffen, die Uw bloed dikker
maken, onzuiverder en die op Uw geheele gestel
van invloed zijn, Ge wordt nog vermoeider en
en prikkelbaarder, terwijl Uw eetlust verdwijnt.
Is het wonder, onder zulke omstandigheden, dat
dan na afloop van Uw weektaak Uw welverdiende
Zondag een verloren dag wordt, omdat Ge U te
moe, te mat en te landerig voelt om Uw plannen
te volvoeren.
TenzijGe óók de M.S.S.-gewoonte volgt t
Wat dat is Neem Vrijdag en Zaterdag voor het
naar bed gaan één of twéé M.S.S.-cachets, welke
bestanddeelen bevatten, die Uw geheele gestel
opfrisschen. Uw ingewanden zuiveren van de
vergiftigende afvalstoffen, op Uw lever, op Uw
bloed een gunstigen invloed hebben. Door zoo'n
reinigend M.S.S.-ertje zal tusschen Zaterdag en
Zondag Uw gestel als door 'n wonder verbeterd
zijn. Ge voelt U, als Ge Zondagsmorgens ontwaakt,
een ander mensch. Vroolijk en opgewekt en vol
»>lije levenslust kunt Ge al Uw Zondags-plannen
ten uitvoer brengen.
Zulk een heerlijken, door niets verstoorden dag
van rust en ontspanning, al naar Uw eigen op
vattingen, kunt Ge U verzekeren door elke week
M.S.S.-cachets (ook wel genaamdLaxeer-
Akkertjes) zijn verkrijgbaar bij alle apothekers
en drogisten en wel in blauwe ronde kokertjes
of in de nieuwe blauwe vierkante kokertjes.
De samenstelling is echter van beide geheel
gelijk. Als Uw gewone leverancier soms géén
voorraad mocht hebben, vraag hem dan ze
even voor U te willen bestellen. Ze kosten per
12 stuks slechts 60 cent. Overal verkrijgbaar
Op vragen van den heer Van der Heide be
treffende mishandeling van een kind te Heerlen
in gezinsverpleging en het spoedig nemen van
maatregelen van Regeeringswege tot het hou
den van toezicht op pleegouders, heeft minister'
Slingenberg geantwoord, dat hfj bereid is, de
mogelijkheid van het treffen van een wette
lijke regeling in den geest van het rapport,
uitgebracht door de Commissie in zake de On
gecontroleerde Kindertehuizen, onder het oog
te zien.
(Van onzen Londenschen correspondent)
Sir Samuel Hoare zeide in het Lagerhuis
bij de debatten na Mr. Baldwin's rede
over de nationale verdediging: „Wij moe
ten snel handelen, indien wij ons volk willen
verlossen uit de gevaarlijke positie van onvei
ligheid, waarin het zich thans bevindt."
En waarom moet snel gehandeld worden? De
redenen vatte Sir Samuel samen in de volgen
de bewoordingen:
„De centrale factor 'in het hedendaagsche
Europeesche probleem is de Duitsche herbewa
pening. De centrale factor in ons verdedigings
program is de Duitsche herbewapening. En ieder
lid van dit Huis denkt op het oogenblik aan de
Duitsche herbewapening."
Het prestige van Sir Samuel Hoare is, sinds
hij in December als Foreign secretary moest
aftreden, merkwaardig versterkt. Dit bleek wteer
toen het Huis, dat onder de rede van Mr. Attlee,
den leider der Labour-oppositie, gedeeltelijk
leeggeloopen was, zich onmiddellijk weer vulde
toen Sir Samuel Hoare aan het woord kwam.
Er is buiten het kabinet misschien maar één
man, naar wien men, in een debat van inter
nationale beteekenis, met evenveel spanning
luistert als naar Sir Samuel Hoare. Die man
is Sir Austin Chamberlain, wiens gezag even
eens onnoemelijk toegenomen is sinds hij geen
ministerieeien post meer bekleedt.
Met de hierboven aangehaalde woorden var.
Sir Samuel stemde het Huis klaarblijkelijk ten
volle in. Zeker was de regeering, met welker
hoofd Sir Samuel zich bij deze gelegenheid in
't openbaar verzoende, het ermee eens. Toch
zou men uit hetgeen de voormalige minister
zeide, en ook uit verschillende passages van de
redevoeringen van Mr. Eden en Mr. Baldwin,
zeer gemakkelijk onjuiste gevolgtrekkingen
kunnen maken. Dit is, zoo wij oordeelen mogen
naar de in de Engelsche pers afgedrukte Fran-
sche en Duitsche perscommentaren, dan ook
gebeurd misschien opzettelijk, want zoowel te
Berlijn als te Parijs kan men meenen er belang
bij te hebben zeer willekeurige uitleggingen te
geven aan de verklaringen der Britsche staats
lieden. Dit belet niet dat wie de atmosfeer van
Dowtaingstreet en Westminster niet kent, ook
volkomen te goeder trouw onjuiste interpretaties
kan geven aan de woorden en gestes der Brit
sche politieke leiders.
Het is in dit verband dat wij, zonder vooruit
te loopen op de thans te Londen tusschen de
„Locarno-mogendheden" voortgezette besprekin
gen of op de aanstaande vergadering van den
Volkenbondsraad eenige opmerkingen miaken
willen, welke wellicht van nut zullen zijn bij
het beoordeelen en begrijpen van het Britsche
standpunt in de kritieke periode welke Europa
thans doormaakt.
Het zou kinderachtig zijn te willen be
weren dat Engelands bewapeningspro
gram geïnspireerd wordt door iets an
ders dan wat Sir Samuel den „centralen fac
tor der Duitsche herbewapening" noemt. Maar
hieruit moet niet geconcludeerd worden dat
Engeland zich bewapent tegen Duitschland,
of dat het tegen de herbewapening van dat
land op zichzelf gekant is, terwijl het geen ge
vaar zou zien in de militaire kracht van
Frankrijk, Italië en Rusland. De Britscne Re
geering beschouwt Duitschlands herbewapening
als het voornaamste symptoom van de onmo
gelijkheid om Europeesche beperking van be
wapening tot stand te brengen; het is dus
de zeer gevaarlijke toestand, en niet
het symptoom van dien toestand, waartegen
Engeland maatregelen neemt.
Is hierin dan niets veranderd sinds jongst
leden Zaterdag, zal men vragen. En deze
vraag lijkt vooral gerechtvaardigd door de ver
klaring van Mr. Eden, volgens welke de Regee
ring haar Locarno-verplichtingen jegens
Frankrijk en België zal nakomen voor geval
Duitschland gedurende de aanstaande interna
tionale besprekingen een aanval op deze lan
den doen mocht.
Naar aanleiding hiervan merkt de „Moming
Post" in een hoofdartikel op: „Het Britsche
standpunt is dat, ofschoon Duitschland het
Verdrag verloochend heeft, Engeland er nog
door gebonden is. Locarno is niet door Herr
Hitier vernietigd, maar door zijn toedoen omge
zet van een wederkeerig pact van non-agressie
in een ouderwetsch defensief bondgenootschap.
Dit zal wel een reactie zijn, welke hij (Hitier)
niet verwacht had."
De „Morning Post" kan niet van bijzondere
sympathieën voor Duitschland beticht worden,
en bovenstaande opmerking is ongetwijfeld
ingegeven door „Schadenfreude". Toch zullen
vele onbevooroordeelden tot dezelfde conclusie
komen. Zij is onjuist. De nadruk moet gelegd
worden op de woorden: „voor geval Duitschland
gedurende de aanstaande internationale bespre
kingen een aanval op Frankrijk en België doen
mocht."
Die te voeren internationale besprekingen
zijn de voorwaarde, onder welke Engeland hulp
aan Frankrijk en België blijft toezeggen indien
deze landen door Duitschland mochten worden
aangevallen alvorens het Locamo-Pact door
een andere overeenkomst vervangen is.
Weigert Frankrijk besprekingen te voeren al
vorens Duitschland zijn troepen uit de Rijn
zone teruggetrokken heeft, dan zal Engeland
door Mr. Eden's woorden ook niet gebonden
zijn dat land te hulp te komen. Het alles-be-
heerschende doel der Britsche diplomatie is op
het oogenblik Frankrijk te bewegen tot aan
vaarding van het door Duitschland gestelde
voldongen feit (onder voorbehoud van formeele
protesten) en tot het voeren van onderhande
lingen op den grondslag van Hitler's memo
randum ofschoon men ook in Engeland de
voornaamste punten daarvan als ondoelmatig
beschouwt.
Men wijst erop dat zulke onderhandelingen
zeer langen tijd in beslag kunnen nemen; voor
Frankrijk zou er, wanneer het eenmaal erin
toegestemd had ze te voeren zonder vooraf
gaande ontruiming der Rijnzone door de Duit
sche troepen te eischen, geen enkele reden zijn
ze te bespoedigen, daar het zich voor den duur
der besprekingen ongetwijfeld in een soort de
fensief bondgenootschap met Engeland zou
mogen verheugen. Voor Engeland daarentegen
zouden er alle mogelijke redenen zijn zoo spoe
dig mogelijk tot een internationale schikking
te komen, en indien Frankrijk zich gedurende
de besprekingen bijzonder ontoeschietelijk en
onverzoenlijk toonde, terwijl tusschen Enge
land en Duitschland een zekere mate van
overeenstemming bereikt werd, dan zou, van
Britsch standpunt bezien, de toestand een al-
geheele verandering ondergaan, en het tot een
defensief bondgenootschap gereduceerde Locar-
no-pact zou geheel tot het verleden gaan be-
hooren.
Practisch is het bovendien uitgesloten dat
Duitschland gedurende de besprekingen een
aanval op Frankrijk en België doen zou. Geheel
afgezien van de vraag of het thans reeds over
de middelen beschikt om het tot de tanden ge
wapende Frankrijk met eenige kans op succes
aan te vallen, zou het een politieke en diplo
matieke flater zonder weerga zijn, indien
Duitschland tot een agressieve daad overging,
waardoor het zich Engeland onmiddellijk tot
vijand zou maken, ook indien dat land zich
niet meer door het Locarnopact gebonden
achtte.
Van dit standpunt uit moeten wij ook de
scherpe veroordeeling door de Britsche
regeering van Hitler's dubbele verdrags-
verloocliening bezien. Aan de oprechtheid der
veroordeeling behoeven wij niet te twijfelen,
vooral niet daar de Britsche ministers zich
persoonlijk beleedigd achten door de manier
waarop Hitler hen tot het laatste oogenblik toe
genegeerd heeft, en hen met den Duitschen
ambassadeur te Londen over een luchtpact liet
spreken, terwijl hijzelf nog heel iets anders
voorbereidde.
Hierbij komt dat men in Britsche Regeerings-
kringen zeer gebelgd is over de wijze waarop
Hitier voor Europeesch dictator heeft willen
spelen. Maar geen dier factoren is voor de
Regeering te Londen van overwegende betee
kenis. Heel haar streven is erop gericht een
nieuwe overeenkomst tot stand te brengen, en
Duitschland terug te voeren tot Genève.
Hier kan men een andere vraag stellen, n.l.
hoe is dit in overeenstemmng te brengen met
den scherpen vorm, waarin mr. Eden zich te
genover den Duitschen ambassadeur, en later
in het Parlement, uitgelaten heeft over het
feit dat Duitschland een vrjjwillig-gesloten ver
drag (ni. dat van Locamo) verloochend heeft
op gronden, welke de Britsche Regeering als
voorwendsels verwerpt?
Zij kan dan toch evenmin waarde hechten
(en nog veel minder verwachten dat Frankrijk
dit doen zal) aan verdragen welke als gevolg
van de te voeren onderhandelingen gesloten
zullen worden. Het Fransche standpunt door
een deel der openbare meening in Engeland
gedeeld volgens hetwelk eerst de verdrags
verloochening ongedaan moet worden gemaakt
alvorens een nieuw verdrag kan worden aam-
gegaan, lijkt onweerlegbaar-logisch.
Maar wordt het Europeesche probleem hier
door een centimeter nader tot zijn oplossing
gebracht? En had aan den anderen kant Enge
land, aangezien het een oplossing verlangt en
dus Hitler's voorstellen niet ignoreeren wil, ter-
wille van de wiskunstige logica ook de dubbele
verdrags-verloochening erbij op den koop moe
ten toenemen?
Het heeft dit natuurlijk niet gedaan. Het
heeft er in scherpe bewoordingen, en zonder
eenig voorbehoud tegen geprotesteerd. Het zal
elke protest-actie van Genève, zoolang zij niet
in dwangmaatregelen ontaardt, krachtig steu
nen. Maar het is en blijft zijn doel elke ont
wikkeling van de crisis tegen te gaan, en on
danks het gebeurde Duitschland te betrekken
in een nieuw „collectief" systeem.
Eden gaf Zaterdag tegenover den Franschen
ambassadeur op geestige wijze het Engelsche
standpunt weer.
„Is men te Londen niet woedend?" moet de
ambassadeur gevraagd hebben.
„Ja," antwoordde mr. Eden, „maar wij zijn
niet van plan in onze woede te stikken."
En dit is de Britsche politiek in een note
dop.
Voor de Geld. Industrieele Club, departement
Arnhem, sprak Woensdagavond mr. P. J. Oud,
minister van Financiën, over „Overheid en
Welvaart".
Mr. Oud begint zijn rede, met er op te wij
zen, dat het vraagstuk, waarvoor wij op het
oogenblik staan oplossing van economische
problemen niet nieuw is. Er zijn individueele
factoren eenerzijds en sociale factoren ander
zijds.
In de ontwikkeling van het gildewezen, dat
tweeërlei belang beoogde, n.l., dat der vakge-
nooten en van het algemeen, ligt voor ons een
duidelijke waarschuwing. Want aan dezen cor
poratieven bedrijfsvorm is een einde gekomen,
omdat het een stelsel werd, waar slechts het
enge belang van de bedrijfsgenooten werd be
hartigd.
De straks genoemde factoren zijn ook aan te
wijzen in het economisch gebeuren van ver
schillende landen. Het eene oogenblik verwaar
loost men den landbouw en steunt de industrie,
een volgende periode handelt men omgekeerd.
Op het einde van de 18e eeuw bevindt men zich
in een periode, waarin de invloed van de over
heid zeer groot is. Dan komt de reactie, de in
dividualistische economie. De grootste welvaart
wordt slechts bereikt, als het economisch leven
zoo vrij mogelijk wordt gehouden.
Intusschen zijn wij een eeuw verder gekomen,
en daarin hebben wij gezien, dat de individua
listische economie gebracht heeft een ontzag
lijken vooruitgang van het productievermogen.
Anderzijds bracht het ook zijn misstanden mee,
Daaruit is de reactie tegen deze richting voort
gekomen.
Op het terrein der bedrijfsorganisatie hebben
wij kunnen waarnemen, dat de prijzen der arti
kelen zich van zelf regelden.
Een element van ordening, voortgekomen uit
het bedrijfsleven, was de trustvorming en het
streven naar vrij ruilverkeer. In Engeland en
Duitschland nam de industrie geweldig toe, on
ze landbouwartikelen vonden daar gretig aftrek.
In den oorlog is deze toestand geheel veran
derd. Er kwam een verschuiving op economisch
terrein. Men had geen afzet voor industrieele
producten en beperkte daarom ook den invoer
van landbouwproducten. Dit alles leidde er toe
dat ons landbouwbedrijf in moeilijkheden kwam
te verkeeren en moest de everheid mgrijpen.
Toen kwam 't groote samenstel van landbouw
crisismaatregelen, welke niets anders beoogen
dan een redelijken prijs voor producent en ver
bruiker. Soortgelijke maatregelen werden geno
men voor de industrie (contingenteeringswet-
ten).
Het groote bezwaar tegen de gevoerde land
bouwpolitiek is, dat deze maatregelen verhin
deren de aanpassing van het economische le
ven, omdat zij de bedrijfskosten op een te hoog
peil handhaven.
Dit dualisme is wel bewust. Het is de taak
der regeering het aanpassingsproces zoo gelei
delijk mogelijk te doen verloopen. Daarnaast
heeft zij te trachten de economische structuur
in overeenstemming te brengen met de gewij
zigde internationale verhoudingen. Het beta
lingsverkeer hangt hiermede ten nauwste sa
men. Eveneens het vraagstuk der industriali
satie van Nederland, omdat de landbouw de
aanwezige werkkrachten niet meer kan opne
men. Echter staat men hier voor het probleem,
hoe industrialisatie aan te wenden tot verrui
ming van werkgelegenheid. De regeering bevor
dert industrialisatie. Hiervoor werd b.v. reeds
het werkfonds ingesteld. Het grootste gedeelte
ervan is besteed voor uitvoering van openbare
werken. Nieuwe industrieën zullen alleen dan
bijdragen tot werkverruiming, als deze kunnen
worden gesteld op een rendabele basis, het
geen volgens inzicht der regeering het beste kan
geschieden door regionale industriebanken, sa
mengevat in een centrale industriebank. De
ontwikkeling der regionale industriebanken is
niet zoo vlot gegaan als verwacht mocht wor
den. Daarom is men gekomen tot een centrale
maatschappij voor industrie-financiering, met
medewerking van provinciale technologische
instituten, die den toestand ter plaatse beter
kunnen beoordeelen.
De huidige crisis zal, volgens spr., den ouden
toestand niet terugbrengen. De lijn van de ont
wikkeling zal volgens spr. gaan in een meer
dere organisatie: van den anderen kant zal men
met ordening van boven voorzichtig moeten
zijn. De crisis-organisatie van heden zal men
niet moeten vereenzelvigen met het economisch
leven van de toekomst. Waar eenigszins moge
lijk moet men de ordening overdragen aan het
bedrijfsleven zelf.
De conclusie, waartoe spr. komt, is de vol
gende: De tijd van het oogenblik is de moei
lijkste uit de geschiedenis der menschheid. De
geschiedschrijver zal onzen tijd niet anders zien
dan wij de moeilijke periode der afgeloopen
eeuwen zien. Daarom moeten wij den moed niet
verliezen, maar ondanks alles de schouders
onder het werk zetten, onverschillig, welke po
sitie wij bekleeden. Vastberadenheid heeft ook
onze voorouders over de moeilijke periodes heen
geholpen. Eens zal er weer een tijd komen, dat
onze wol vaart zich in stijgende lijn zal bewe
gen.
T»