STADSNIEUWS
verkoop
expositie:
WOLLEN-, ZIJDEN- EN WASCHSTOFFEN
Haarlem, 16 Maart
ig§l|
ROLPRENTNIEUWS
IN ONZE AFDEELINGEN
IN DE LICHTHAL EN
0 7.»
MAANDAG 16 MAART 1936
R.K. VOLKSBOND
Kring Haarlem-Noord
R.K. LYCEUM
Uitstekend geslaagde vlootavond
De ontwikkeling der marine
Nedenrlandsche marine
NEDERL. NATUURHIST. VER.
Lezing prof. Koningsberger
COLLECTE SPAARNEKERK
Opbrengst ruim f 1200
HAARLEMSCH GEMENGD
KOOR
Psalmus Hongarius van
Zoltan Kodaly
N.V. „GRANIT0"
PAPIER, BETONIJZER, ZOUTZUUR ENZ.
WITKALK,CEMENT, BASALTINETEGELS
TUINGRINT, DUIN-, RIVIER- EN GUS-
ZAND CARB0LINEUM ASPHALT-
STADSSCHOUWBURG
Jans van Riemsdijk en zijn
gezelschap
Examens Mode Academie
VERORDENING TEGEN
BRANDGEVAAR
Treedt 16 Juni in werking
GEEN SCHOOLARTSEN-
DISTRICT
Financieel geen voordeel voor
Bloemendaal
95
wÊ&mm
WMmk
vindt ge thans in een bonte mengeling van kleuren en vooral van
lichte pastelkleuren „het laatste woord" op het gebied van de
voorjaarsmode. De ongekend groote verscheidenheid in genres en dessins
geeft U een volledig overzicht van hetgeen dit seizoen gedragen wordt.
45
Emil J armings' Topprestatie
AGENDA
Bioscopen
17 Maart
Bioscopen
Bezoekt vooral ook onze afdeelingen Knoopen en Knippatronen, waar ge alles vindt,
wat ge voor de vervaardiging en completeering van Uw voorjaarstoilet noodig hebt.
ZIET ONZE LICHTHAL, ETALAGES EN STOFFEN-AFDEELINGEN
LOONTOESLAGREGELING
BLOEMBOLLENSTREEK
Vergadering van gemeenten
te Hillegom
Schouw over de wegen
I
Alle Volksbonders, wonende ten noorden van
Zaanenlaan en Zaanenstraat, alsook hunne da
mes, worden uitgenoodigd om op Woensdag 18
Maart, des avonds half negen, aanwezig te zijn
in het gebouw St. Bavo, Smedestraat. Alsdan zal
door den geestelijken adviseur, kapelaan de Kos
ter het nieuwe vaandel worden ingewijd'.
De mannenzangvereeniging „St. Caecilia" ver
leent dien avond haar medewerking.
Het actieve bestuur van „Cassiciacum", een
onderafdeeling van de leerlingen-vereeniging van
het R.K. Lyteum te Haarlem, had de gelukkige
gedachte gehad om Zaterdag een avond te orga-
niseeren, geheel gewijd aan onze Nederlandsche
Marine, die in het middelpunt der belangstelling
in Nederland staat, mede door de prachtige pres
taties van een der onderdeden der Marine, de
K XVIII!
Het bestuur vond een bij uitstek deskundige als
den heer S. G. Barendregt, officier M.S.D. der le
klasse, bereid een lezing over de Marine te hou
den. Dat het initiatief van het bestuur weer
klank vond bij de lyceïsten, bleek wel uit hun
groote opkomst, sommigen zullen daarbij wel
aan de eigen toekomst gedacht hebben! ter
wijl ook eenige ouders en andere gasten aanwezig
waren.
De zaal van het lyceum, waarin de avond werd
gehouden, was met eenige vlaggen toepasselijk
versierd. Eenvoudig en keurig. Èr was voorts ge
zorgd voor opgewekte muziek.
Na het welkomstwoord van den voorzitter, den
heer G. Kromhout, die speciaal de organisato
ren van dezen avond, de heeren G. Pieterse,
H. v. d. Veen, P. de Jong en P. Pinkster bedank
te, was het woord aan ren heer H. v. d. Veen,
die in een kernachtige inleiding het doel van
den avond uiteenzette, nl. meer bekendheid te
geven aan onze marine, waarvan men immers zoo
weinig nog weet. Wel hoort men klagen, dat de
marine zooveel „kost" of dat de marine „toch
niks is".
In den huidigen politieken toestand is het
echter niet ondenkbaar, dat Nederland nog wel
eens verplicht zal worden zijn onafhankelijkheid
te handhaven en dan is het te laat om alsnog
de marine goed te kunnen inrichten. Met enkele
rake lijnen schetst spr. de tegenwoordige voor
naamste taak van de Nederlandsche marine, n.l.
de verdediging van Nederl.-Indië.
Verliezen we Indië, dan heeft dit den onder
gang van Nederland ten gevolge. Daaruit volgt
onze moreele plicht onze marine goed en sterk te
maken, opdat wij den roem en de eer van onzen
vaderlandschen glorietijd kunnen hooghouden
(applaus).
De heer H. van der Veen sprak hierna over het
marineleven. Spr. gaf een humoristisch relaas
van twee jonge officieren op hun eerste reis met
een oorlogsschip ten beste, hetwelk veel succes
oogstte. yt
Dan kwam de hoofdschotel van den avond, de
lezing van den heer S. G. Barendregt, die er op
wees, dat er misschien geen instituut bestaat,
dat zoozeer belangstelling noodig heeft cm haar
omhoog te brengen als de marine. Vele jaren
heeft men slechts critiek voor haar over gehad
en was de verhouding tusschen officieren en
minderen niet zooals zij wezen moest. Gelukkig
is daarin een algeheele verandering gekomen.
Spr. beschreef dan uitvoerig de technische ont
wikkeling in de laatste eeuwen van de oorlogs
schepen, beginnende met den tijd, waarin zeil
schepen Nederland moesten verdedigen, nu nog
pas een 100 jaar geleden.
De uitvinding van het stoomwerktuig bracht
ook het stoomschip. Koning Willem I zag het be
lang hiervan in en in Engeland werd in 1827 het
eerste Nederlandsche oorlogsschip „De Curasao"
besteld. Wat een ontzettende ploeterpartij is het
met dit schip geweest! De zeilschepen, waaraan
sedert De Ruyter's tijd weinig veranderd was, ble
ven toch nog de oorlogsbodems. Eerst de uitvin
ding van de schroef zou daarin verandering bren
gen. Snel volgden de verbeteringen van de oor
logsschepen elkaar op. Spr. gaf daarbij op dui
delijke wijze aan, waarin die verbeteringen be
stonden, in welk land en waarom ze het eerst
werden toegepast. Daarbij wees spr. op een wis
selwerking, die tot op den huidigen dag nog niet
beslist is: maakt men het pantser van de sche
pen dik, dan verbetert de vijand zijn kanon
nen, hetgeen weer een versterking van het pant
ser noodzakelijk maakt.
In 1906 kwam een zeer groote verandering,
n.l. de dreadnought, die torens, zwaar geschut,
en met olie gestookte cabines heeft.
Door en na den wereldoorlog kreeg de marine
vliegtuigen, waarvoor zelfs speciale schepen:
„vliegtuig-moederschepen", worden gebouwd,
welke met landvliegtuigen uitgerust zijn.
Ten slotte bespreekt spr. de onderzeeërs
die eveneens in den loop der jaren heel wat
verbeterd zijn, om na de pauze licht eelden van
markante oorlogsschepen te laten zien, en in het
bijzonder een en ander van onze Nederlandsche
marine te vertellen.
Niet bepaald prettig is dit, aldus spr., want
het heeft jaren geduurd, eer dat wij een behoor
lijke marine gekregen hebben.
De Hollanders hebben te weinig ernst voor
hun landsverdediging. Zij hebben in geen 100
jaar een oorlog aan den lijve ondervonden en
zijn hem ontwend. Zoo bijv. maakt men van
„lekdiensten" aan boord van oorlogsschepen,
dienende om onmiddellijk in te grijpen als het
schip een lek krijgt, een grapje, terwijl het toch
een zeer verantwoordelijk en noodzakelijk werk
is. Het kost groote moeite om in Nederland geld
los te krijgen voor de marine, doch heeft men
een goed oorlogsschip uiteindelijk gebouwd, dan
vindt men het al mooi genoeg en vergeet dat
een goed oorlogsschip ook een goede haven en
werven noodig heeft. De „Zeven Provinciën"
wordt „de glimlach van Europa" genoemd, juist
doordat men in Nederland geen nieuwe werf
wilde bouwen, waardoor het schip te kort werd
en iedere zeeman om den bouw van het schip
lacht.
Een defensieplan is voor Nederland moeilijk
te ontwerpen. Zweden heeft b.v. slechts rekening
met Rusland te houden en kan zijn marine daar
op instellen, doch Nederland verkeert niet in die
gelukkige omstandigheid.
Toch zegge men niet: „Onze vloot kan niets
In afwachting van bondgenooten, die Neder
land in ieder geval in een eventueelen oorlog
noodig zal hebben, kan één Nederlandsche krui
ser reeds een geheele vijandelijke vloot het las
tig maken.
De vijand moet n.l. steeds verbinding onder
houden met een eventueel veroverd gebied. En
die verbinding kunnen wij met één kruiser
reeds zeer moeilijk of onmogelijk maken, waar
mede al veel gewonnen is.
Spr. wees er tenslotte op, dat men in de ma
rine een levensbestaan kan vinden, indien men
zich met hart en ziel daaraan geeft. Het zee
mansvak heeft vele onaangename kanten, doch
als spr. weer moest kiezen, dan zou hij weer ma
rine-officier worden, besloot spr. zijn vlotte le
zing, welke voor degenen, die belang in het on
derwerp stelden, zeer interessant was en dan ook
groote aandacht kreeg.
Nadat nog vele vragen door de aanwezigen
waren gesteld, sprak de voorzitter een hartelijk
dankwoord, waarna 't „Wilhelmus" werd gezon
gen en een driewerf „Leve de Koningin" uitge
bracht. De bijeenkomst is uitstekend geslaagd.
Voor de lezing over „Wetenschap en praktijk
in de Java suikerindustrie", welke prof. dr. V.
J. Koningsberger hield, bestond veel belang
stelling.
De voorzitter, de heer G. A. van Schalk,
heette allen welkom, in het bijzonder jhr. Bo-
reel van Hogelanden, en herdacht vervolgens
met enkele woorden het overleden eerelid der
afdeeling. den heer H. Heukels.
Prof. Koningsberger toonde enkele grafie
ken, waaruit bleek de uitbreiding der rietsui
kercultuur sinds 1830, toen Kol. v. d. Bosch
het cultuurstelsel invoerde, waarbij elke in
lander 1/5 van zijn land met suikerriet moest
beplanten. In 1932 was de cultuur uitgebreid
over pl.m. 200.000 H.A. Sindsdien is echter de
cultuur sterk ingekrompen, daar de onlogische
systemen van protectie, tolmuren die den
afzet van de rietsuiker belemmeren hiertoe
dwongen. Men gevoelt op Java als een grief
dat hier te lande 17 millioen subsidie wordt
gegeven voor de bietsuikercultuur. Beter zou
het zijn, de cultuur van de suikerbiet tegen te
gaan en de Javarietsuiker te importeeren,
waarbij ook de stoomvaartmaatschappijen voor
deel zouden hebben.
Elke fabriek op Java moet ieder jaar anderen
grond in huur'nemen en mag slechts eenmaal
in de drie jaar bij denzelfden eigenaar terug
komen; in die tusschenliggende jaren worden
op deze gronden Inlandsche gewassen verbouwd.
De Inlanders zijn tevens in de fabriek werk
zaam. Indië heeft een grooten rijkdom aan
goedkoope werkkrachten, het bezit behoorlijke
grond en een uitstekende irrigatie.
Foto's gaven een zeer duidelijk beeld van
het planten der stekken, het uitstoelen hier
van, het z.g. aanaarden e.a.
Een groote moeilijkheid heeft de Sereh-ziekte
opgeleverd, die in 1883 zich zeer sterk uit
breidde. Toen begon men behoefte te gevoelen
aan mannen der wetenschap en deze ziekte
werd aanleiding tot het wetenschappelijk on
derzoek en gaf den stoot tot de oprichting van
het proefstation te Passoeroean. Spr. vestigde
speciaal de aandacht op het werk van Sold-
webel, die op de gedachte kwam de rietstekken
eens te planten in grond, waar nooit suiker
riet gestaan had, die dus niet besmet kon zijn,
n.l. in de bergen. En werkelijk had dit succes.
Toen begon het zoeken om een voor de Sereh-
ziekte immuun suikerriet te kweeken. Zeer be
langrijk was de ontdekking dat suikerriet wel
vertiel zaad gaf, zoodat het mogelijk was te
kruisen. Alle mogelijke soorten riet werden
hiertoe ingevoerd, doch kwamen dan eerst in
quarantaine. En zoo gelukte het na vele krui
singen een aantal soorten te winnen die im
muun waren en tevens een hooge suikerpro
ductie gaven.
De werkzaamheden van het proefstation
breidden zich steeds uit: hiertoe behoorden
ook een proefvelddienst, besmettingsproeven,
grondkarteering, onderzoek der grondsoorten,
bestudeering van insectenplagen, rietverede-
ling e.a..
De heer G. A. van Schaik dankte den inlei
der hartelijk voor zijn enthousiaste en dui
delijke voordracht.
Zondag hield de bekende kanselredenaar pa
ter Borromaeus de Greeve O.F.M. in de Spaar-
nekerk onder alle H.H. Missen een liefdadig
heidspredikatie ten bate der St. Vincentiusver-
eeniging, waarna collecte met open schaal.
De opbrengst was f 1201.25'/2.
Bij de groote, de Oratoriumkoren wordt het
repertoire al spoedig conventioneel. Niet dat de
leiders geen nieuws willen brengen, doch men,
de doorsnee-bezoeker, wenscht de standaard
werken, zijn aria's en koornummers te hooren
ofhij stelt geen belang in de uitvoering
en blijft weg. Met het gevolg: te weinig steun
en daardoor een groot risico voor de uitvoering
van nieuwe werken.
Gelukkig laten te Haarlem de leiders en be
sturen zich niet geheel afschrikken en probee-
ren nieuwe of nog niet uitgevoerde werken op
het repertoire teplaatsen. Bracht de R. K. Ora-
toriumvereeniging onder Hubert Cuypers het
vorige jaar Stierlin's „Symphonia Passionis",
thans kondigde zij onder Ed. van Beinum de
hier nooit uitgevoerde „Stabat Mater" en „Te
Deum" van Verdi, benevens een onbekende
Psalm van Handel aan. De Chr. Oratorium-
vereeniging heeft in studie „Piemé's Les Crsi-
sades des Enfants", terwijl Haarlems Gemengd
koor den moed had de in korten tijd in geheel
Europa beroemd geworden „Psalmus Hunga-
ricus" van Zoltan Kodaly uit te voeren en dit
nog wel in de oorspronkelijke taal. Het slot van
dit muziekseizoen wordt dus wel belangrijk.
Het is alleen met bovengenoemde redenen te
begrijpen, dat we hier zoolang op den Psalm
hebben moeten wachten. Reeds 12 jaar geleden
is ze in druk verschenen en geruimen tijd ge
leden vestigde Evert Comelis al de aandacht op
Zoltan Kodaly, door diens suite voor orkest
„Hary Janos" en den Psalm uit te voeren. Maar
laten we nu maar dankbaar zijn voor de ken
nismaking er mede.
De dichter van den Psalm heeft david's klacht
geuit in den 55en psalm, vrij gevolgd en evenals
de componist, geheel toepasselijk gedacht voor
zijn geliefd volk. Voor het eens zoo fier en rijk
gezegende, na de instorting van 1918, zoo diep
vernederde en nooddruftige Hongaarsche volk.
Het is een klacht, één groote jammerklacht
maar tevens een bede om hulp, een uiting van
geduld en vertrouwen in God, „tot troost", al
dus zegt de dicter zelf in de slotregels, „dei
vromen in droeve dagen."
De tenorsolist is de verhaler, beter gezegd de
hoofdpersoon: David. Hij draagt als het ware
het geheele werk, met hem valt of staat het.
Het koor leidt David's klachten in, sluit ze af
en werpt zich eenige malen in de handeling, zij
het dan slechts als achtergrond van deze tra
gedie, soms alleen met klagende uitroepen.
Het werk is krachtig van bouw, diepzinnig
van inhoud en zeer expressief. Breede en mar
kante melodieën, lyriek en dramatiek, rijke
dynamische en rhythmische schakeeringen,
volksche simpliciteit en hoogst kunstzinnige,
meer moderne schrijfwijze wisselen elkander af,
vullen elkandèr aan, vormen te zamen een bijna
ongekend machtig geheel.
De invloed van volksmuziek is toe te schrij-
van aan Kodaly eroote voorliefde tot de Fol
klore. Hij bewerkte dan ook vele oude en com
poneerde nieuwe Hongaarsche volksliederen.
Folklore is het begin en het eindpunt, de
kracht, de inspiratie van dezen begaafden, echt
nationalen componist. Een zuivere Folklore-
inspiratie, die aan al zijn werken een bevatte
lijkheid, een doorzichtigheid en een sterke vita
liteit schenkt.
Voor velen zal het werk misschien vreemd
hebben aangedaan, bijzonder de harmonie en
de dikwijls schrijnend klinkend intervallen
zangen er van (o.a. in nonen). Toch zullen ze
ontdekt hebben, dat het werk een ziel bevat,
dat het hier niet louter klank is, doch in den
waren zin des woords een innige verklanking
van een verheven gedachte.
Wanneer we dat aldus hebben kunnen aan-
hooren, denken we naast den schepper, aan her
scheppers. Van Tulder zong met volle overtui
ging en diep gevoel, beeldde zijn veeleischende
inspannende partij diep-treffend uit. Het koor
sloot zich goed aan, al zal het bij herhaalde
auditie nog zeker kunnen winnen aan tref
zekerheid en tekstbegrip. De klank was door
gaans superbe. Eenige stoornis in het verloop
gaf het tè sterk zingen van het vrouwenkoor bij
de tenorsolo: „Gyakarta". Dat bleef niet onder
de solo. Het orkest, waarvan vooral het strijk
mooi spel liet hooren, zal bij herhaling wellicht
nog beter afgewogen klankverhoudingen geven.
Thans was het koper wel eens iets te bruut en
het bassenfond bij de Tutti's soms een weinig
te zwak. De leiding van Booda mag vast en
rustig worden genoemd.
Onverklaarbaar was ons het direct losbar
stende applaus na de laatste wegstervende klan
ken. Waren dan niet alle aanwezigen onder
diepen indruk gebracht? En waarom voor drie
kwart het licht in de zaal uitgedaan? Men
moet toch zijn tekstboekje kunnen lezen!
De Psalm werd voorafgegaan door een werk,
qua tekst een pendant, qua muziek een anti
pode: de 13de psalm van Liszt. Deze psalm is
over het algemeen lyrisch, somwijlen iets bewo
gen en pompeus. Diepe indrukken laat ze ech
ter niet na, daar ze tamelijk oppervlakig is.
Enkele tenorsoli, bijzonder die vóór het weel
derig klinkende, licht deinende middendeel:
„Schaue doch", zijn tenminste nog gevoelvol,
maar veel van al het overige, niet het minst 't
polyphone slot mist voldoende innerlijkheid.
De koorklank was in dit werk, evenals in
„Wach auf" van Wagner (met de Meistersin-
ger-ouverture zeker bedoeld als feestzang ter
gelegenheid van het 15-jarig bestaan van H.
G.K.) zeer mooi. Boven alles blonk de sopraan
partij uit door fraaien klank, fijne nuanceering
en elastische stembuiging (prachtige klankver-
vloeiingen!).
De zaal was goed bezet. Er werden veel bloe
men aangeboden.
O. K.
N. BOERKOEL - Tel. 14028 - OUDEGRACHT 46
BILLIJKE PRIJZEN
Na een tournee van zes maanden is de be
kende zanger van de Veluwe, Jan van Riems
dijk, met zijn gezelschap in onzen Stadsschouw
burg geweest en heeft daar onder meer zijn
vermakelijke belevenissen van de reis verteld.
Met zijn gebruikelijk sappig dialect heeft hij
het bescheiden publiek op de hoogte gebracht
van al het schoone dat Indië den bezoekers en
toeristen biedt en natuurlijk ook enkele voor
vallen in liedjesvorm gegoten.
Het is als steeds een uiterst gezellig amuse
ment hem te hooren babbelen over zijn weder
varen en we kunnen ons voorstellen, dat zijn
succes d'aar over den Oceaan werkelijk uitbun
dig is geweest.
Zijn ensemble was niet bijzonder groot en be
houdens een zanger van oogenschijnlijk vreem
de nationaliteit trad thans ook Ceesje Speen
hof met hem op, die eenige liedjes van haar
vader zong, terwijl zij ook in een aardig een-
acter spelletje assisteerde.
Het was als steeds beschaafd en aardig, al zal
het niemand verwonderen dat de baas zelf het
leeuwenaandeel voor zijn rekening had geno
men.
't Is gek, maar het heeft er den schijn van
of Jan van Riemsdijk altijd in zijn schik is,
en het duurt nooit lang of zijn plezierigheidjes
hebben zich aan de zaal meegedeeld. Dat is dan
ook het geheim van zijn kunst, die men eigen
lijk niet genoeg kan waardeeren, omdat door
cn met hem een stukje folklore van Nederland-
schen bodem nader tot den vreemdeling en aan
den eigen landgenoot gebracht wordt.
V-t.
Aan de Mode-Academie „Erkama Ph.
Jansen", Haarlem, Amsterdam, slaagde:
voor leerares: mej. Ria Bos, Overveen.
voor coupeuse en tailleuse: de dames C. van
Klooster, Abcoude; L. Daane, Vijfhuizen; M.
Beentjes, Heemskerk; L. Beurskens, Haar
lem.
voor coupeuse: de dames B. Kops, Haarlem;
M. Seel, A. Seysener, A. Goemans, A. Ledden
en G. Holleman, allen Hillegom; C. Captein
en Tr. Henneman, Heemskerk; A. Halman, A.
Mulder, A. Geerdink en J. Schmelzer, allen
Amsterdam.
B. en W. van Haarlem geven thans kennis
van de verordening tot wijziging der Alg. Po-
litie-verordening (vastgesteld in de raadszit
ting van 12 Februari 1936). De wijziging luidt
als volgt:
Het is met het oog'op brandgevaar en om
redenen van algemeene veiligheid verboden
eenige lokaliteit voor een: a. filmvertooning
b. tooneelvoorstelling; c. kinderfeest; d. beslo
ten bijeenkomst van meer dan 50 personen,
waarbij gerookt wordt; e. voor het publiek toe
gankelijke bijeenkomst; te gebruiken of be
schikbaar te stellen, tenzij die lokaliteit vooraf
schriftelijk door B. en W. voor het beoogde
doel geschikt is verklaard en de daarbij door
dit College voorgeschreven veiligheidsmaatrege
len worden toegepast. Elke geschiktverklaring
blijft geldig gedurende Ril door B. en W. te
bepalen tijd, terwijl de veiligheidsvoorschriften
zoowel in het algemeen als ten aanzien van een
bepaalde lokaliteit naar gelang van den aard
der te houden bijeenkomst kunnen verschillen.
Deze bepaling is niet van toepassing op loca-
liteiten bestemd en gebezigd voor den open
baren dienst, voor den openbaren eeredienst,
voor bewoning of voor het ondernemen van
openbare bioscoopvoorstellingen niet vallende
onder het tweede lid van art. 1 der Bioscoop
wet.
De verordening is afgekondigd op 16 Maart
1936 en treedt 3 maanden daarna in werking.
In 1928 nam de afd. Noordholland van de
Vereeniging voor Nederlandsche Gemeenten het
initiatief om de vraag onder de oogen te zien
of het medisch-hygiënisch schooltoezicht en de
tandheelkundige verzorging voldoende waren en
in welk opzicht daarin verbetering zou zijn te
brengen.
Het Rijk nam geen beslissing. De provincie
was daarom bereid 50 pet. der kosten te dragen.
Het meest doelmatig werd geacht, dat de ge
meenten Heemskerk, Wijk aan Zee en Duin, Be
verwijk, Zandvoort en Bloemendaal een district
vormden. Beverwijk en Bloemendaal zouden ge
zamenlijk overleggen welke dezer beide gemeen
ten het initiatief voor de samenwerking zou ne
men, waarna B. fen W. op 22 Januari 1932 aan
den Burgemeester van Beverwijk hebben mede
gedeeld niet bereid te zijn aan de fcotstandko
ming van districtsschoolartsendiensten mede te
werken, aangezien werd gevreesd, dat door vor
ming van betrekkelijk kleine districten in finan
cieel opzicht geen voordeel van de invoering
te verwachten zou zijn.
ANGORA FACONNÉ
bijzonder mooie wollen stof,
in de nieuwste voorjaars
kleuren, 130 cM. br., p. M.
NOPPEN OP CREPE
MAT, -satin en crêpe de
Chine, in div. grootten en kleur
stellingen,90 cM. br„ p.M. 1.25
CREPE BAGATELLE
mod. weefsel voor japonnen
en complets, in alle mode
kleuren, 130 cM, br., p. M
TWEED CHEVRON
voor sportmantels en mantel
costuums, in vele kleuren
combinaties 140cM. br. p.M
AMSTERDAM
FRISÉ QUADRILLE
zeer geschikt artikel voor
mantels en complets in
8 modekl. 140 cM. br., p. M.
CLOQUÉ hèt artikel voor
japonnen en complets, in
alle modekleuren, 90 cM.
breed, p. Mtr. 2.95 2.25
PICALBA een zeer goed
waschbaar artikel voor sport-
japonnen, in alle lichte kleu
ren, 90 cM. br., per Meter
SATIN ILLUSION zeer
soepel vallende zijde, voor
middag- en avondjaponnen
in 40 kleuren, 90cM. br. p.M.
CLOQUÉ COTON
mod. bedr., waschbare slof
voor peignoirs en kinderjur
ken, 70 cM. br., p. Meter
c
TOILE GRANITA
een linnen weefsel v. strand
en kinderkl. alle mod. pastel
kleuren, 80 cM. br„ p. M.
Naar wij vernemen zal binnenkort in het
Frans Hals Theater een film worden vertoond
van Emil Jannings, namelijk DE DROOMER.
Hij speelt daarin de rol van kostschool
directeur. miskend door zijn leerlingen, bespot
door lichtzinnige vrouwen en bedrogen door
zijn eigen vrouw. Zijn zuiver menschelijk
spel in deze film doet ons vergeten, dat wij
in een bioscoop zitten, wat wel een bewijs
mag heeten voor de bekwaamheid van dezen
artist. Eenstemmig is men dan ook van oor
deel, dat Jannings in „De Drooxer" tot nu
toe zijn beste werk heeft gepresteerd.
Emil Jannings als schoolmeester in ,£>e Droomer"
Gebouw St. Bavo: Laschclub „Haarlem", 8
uur; Haarlems Zanggenot, 8 uur; Overheids
personeel, 8 uur; Bestuur Transportpersoneel, 8
uur; R. K. Bevolkingsbureau, 8 uur.
Stadsschouwburg: Mij. tot bev. der Toonkunst.
Concert Budapester Strijkkwartet, 8 uur.
Frans Hals museum: Expositie Teekencollege
„Kunst zi) ons doel", 104 uur.
..Kunstzaal De Bois: Kruisweg. Expositie Jaap
Kaal, 95 uur.
Boekhandel H. N. Mul, Kruisstraat: Tentoon
stelling Jan Wiegman.
Frans Hals theater: „De Roos van de Rancho",
2.30, 7 en 9.15 uur.
Rembrandt theater: Benjamino Gigli in „Ver
geet mij niet", 2.30, 7 en 9.15 uur.
Palace: Anna Sten in „Gewetenswroeging",
2.30, 7 en 9.15 uur.
Luxor theater: „Kermisgasten" (Hollandsche
film,) 2.30, 7 en 9.15 uur.
Gebouw „St. Bavó" Trampersoneel, 7 uur
Best. Böilwvakbond, 8 uur St. Caecilia,
8 uur Rechtskundig Bureau, 8 uur Cur
sus R.K. Volksbond, 8 uur.
Hotel Uon d' Or Kon. Ned. Mij. voor Tuin
bouw- en Plantkunde, kwart over 8.
Gem. Concertzaal: Vioolvoordrachtavond Jan
Hoeben's leerlingen, half 8.
Kunstzaal Reeker Wagenweg Tentoon
stelling schilderijen A. Colnot, 10—7 uur.
Frans Halsmuseum Expositie Teekencol
lege „Kunst zij ons Doel", 104 uur.
Kunstzaal De Bois Kruisweg Expositie
Jaap Kaal, 95 uur.
Boekhandel H. N. Mul Kruisstraat
Tentoonstelling Jan Wiegman.
Frans Halstheater „De Roos van de Ran
cho", 2.30, 7 en 9.15 uur.
Rembrandt-Theater Benjamino Gigli in
„Vergeet mij niet", 2.30, 7 en 9.15 uur.
Palace Anna Sten in „Gewetenswroe
ging", 2.30, 7 en 9.15 uur.
Luxor-Theater „Kermisgasten"' (Holland
sche film), 2.30, 7 en 9.15 uur.
BAMBINO bedrukt k'zijden
weefsel voor lingerie- en
kinderjurken, speciale dessins,
80 cM. breed, per Meter
BOLERO zeer modern
Bourette weefsel voor sport-
kleeding in 15 kleuren
90 centim breed, per Mtr.
Bezoekt onze vernieuwde
MEUBELAFDEELING
op de derde etage.
Vraagt franco-toezending
van onze fraai-geïllustreerde
MEUBEL-CATALOGUS
degiJen hoaf
Op initiatief en onder leiding van mr. D, F,
Pont, burgemeester dezer gemeente, werd in
hotel Sistermans te Hillegom een vergadering
gehouden van vertegenwoordigers van 18 ge
meentebesturen der bloembollenstreek (Haar
lem en Leiden inbegrepen) den Rijksinspecteur
der werkverschaffing en afgevaardigden van
werkgevers -en werknemersbonden.
Ofschoon de burgemeester voor volledige
openbaarheid zich had uitgesproken en de pers
verzocht had de vergadering te mogen bijwo-
nij, bleek van Rijkswege daartegen bezwaar te
bestaan en kwamen de persrapporteurs tever
geefs. Aan enkele bladen werd een verslag toe
gezonden (niet aan alle verslaggevers ter plaat
se) waaraan wij het volgende ontleenen: de
loonbijslagregeling werd besproken, zooals deze
tot 1 Januari heeft gewerkt en de resultaten,
die na genoemden datum hiervan in de bloem
bollenstreek mogen worden verwacht na de
sinds 1 Januari 1936 gewijzigde regeling.
De vergadering was unaniem van oordeel,
dat de regeling zooals deze op 17 Juni j.L
ongevraagd en volkomen onverwachts aan de
gemeentebesturen werd voorgelegd een vol
slagen mislukking is gebleken en de beoogde
werkverruiming niet heeft gebracht.
De regeering heeft op aandrang van diverse
deskundigen dan ook na 1 Jan. een gewijzigde
regeling het licht doen zien. Over de werking
hiervan was men voorloopig niet ontevreden,
zoodat werd besloten, geen stappen te doen om
het Rijk in negatieven zin te adviseeren.
De Rijksinspecteur deelde mede, dat de Re
geering 'n officieele Contact-commissie wenscht
waarmede de Inspecteur en het Departement
regelmatig voeling kunnen houden. Bedoelde
commissie zal bestaan uit 3 afgevaardigden
der werkgeversorganisaties, 3 der werknemers
bonden en 3 vertegenwoordigers uit de gemeen
tebesturen. Bij stemming werden door de ge
meentebesturen aangewezen de heeren mr. D.
F. Pont, burgemeester van Hillegom, dr. S. F.
A. C. M. Baron van Wijnbergen, burgemeester
van Lisse en A. J. van Gerrevink, burgemeester
van Oegstgeest.
Met den wensch dat de commissie nuttigen
arbeid in het belang der gansche bloembollen
streek moge verrichten en een dankwoord aan
de afgevaardigden sloot de voorzitter deze ge
animeerde vergadering, die 3 uur geduurd had.
B. en W. van Haarlem brengen ter open
bare kennis, dat op Dinsdag 31 Maart van wege
hun college, schouw over de wegen zal wor
den gedreven, als bedoeld bfj art. 10 van het
«Wegenreglement Noord-Holland".
1