STADSNIEUWS verkoop expositie: WOLLEN-, ZIJDEN- EN WASCHSTOFFEN Haarlem, 16 Maart ig§l| ROLPRENTNIEUWS IN ONZE AFDEELINGEN IN DE LICHTHAL EN 0 7.» MAANDAG 16 MAART 1936 R.K. VOLKSBOND Kring Haarlem-Noord R.K. LYCEUM Uitstekend geslaagde vlootavond De ontwikkeling der marine Nedenrlandsche marine NEDERL. NATUURHIST. VER. Lezing prof. Koningsberger COLLECTE SPAARNEKERK Opbrengst ruim f 1200 HAARLEMSCH GEMENGD KOOR Psalmus Hongarius van Zoltan Kodaly N.V. „GRANIT0" PAPIER, BETONIJZER, ZOUTZUUR ENZ. WITKALK,CEMENT, BASALTINETEGELS TUINGRINT, DUIN-, RIVIER- EN GUS- ZAND CARB0LINEUM ASPHALT- STADSSCHOUWBURG Jans van Riemsdijk en zijn gezelschap Examens Mode Academie VERORDENING TEGEN BRANDGEVAAR Treedt 16 Juni in werking GEEN SCHOOLARTSEN- DISTRICT Financieel geen voordeel voor Bloemendaal 95 wÊ&mm WMmk vindt ge thans in een bonte mengeling van kleuren en vooral van lichte pastelkleuren „het laatste woord" op het gebied van de voorjaarsmode. De ongekend groote verscheidenheid in genres en dessins geeft U een volledig overzicht van hetgeen dit seizoen gedragen wordt. 45 Emil J armings' Topprestatie AGENDA Bioscopen 17 Maart Bioscopen Bezoekt vooral ook onze afdeelingen Knoopen en Knippatronen, waar ge alles vindt, wat ge voor de vervaardiging en completeering van Uw voorjaarstoilet noodig hebt. ZIET ONZE LICHTHAL, ETALAGES EN STOFFEN-AFDEELINGEN LOONTOESLAGREGELING BLOEMBOLLENSTREEK Vergadering van gemeenten te Hillegom Schouw over de wegen I Alle Volksbonders, wonende ten noorden van Zaanenlaan en Zaanenstraat, alsook hunne da mes, worden uitgenoodigd om op Woensdag 18 Maart, des avonds half negen, aanwezig te zijn in het gebouw St. Bavo, Smedestraat. Alsdan zal door den geestelijken adviseur, kapelaan de Kos ter het nieuwe vaandel worden ingewijd'. De mannenzangvereeniging „St. Caecilia" ver leent dien avond haar medewerking. Het actieve bestuur van „Cassiciacum", een onderafdeeling van de leerlingen-vereeniging van het R.K. Lyteum te Haarlem, had de gelukkige gedachte gehad om Zaterdag een avond te orga- niseeren, geheel gewijd aan onze Nederlandsche Marine, die in het middelpunt der belangstelling in Nederland staat, mede door de prachtige pres taties van een der onderdeden der Marine, de K XVIII! Het bestuur vond een bij uitstek deskundige als den heer S. G. Barendregt, officier M.S.D. der le klasse, bereid een lezing over de Marine te hou den. Dat het initiatief van het bestuur weer klank vond bij de lyceïsten, bleek wel uit hun groote opkomst, sommigen zullen daarbij wel aan de eigen toekomst gedacht hebben! ter wijl ook eenige ouders en andere gasten aanwezig waren. De zaal van het lyceum, waarin de avond werd gehouden, was met eenige vlaggen toepasselijk versierd. Eenvoudig en keurig. Èr was voorts ge zorgd voor opgewekte muziek. Na het welkomstwoord van den voorzitter, den heer G. Kromhout, die speciaal de organisato ren van dezen avond, de heeren G. Pieterse, H. v. d. Veen, P. de Jong en P. Pinkster bedank te, was het woord aan ren heer H. v. d. Veen, die in een kernachtige inleiding het doel van den avond uiteenzette, nl. meer bekendheid te geven aan onze marine, waarvan men immers zoo weinig nog weet. Wel hoort men klagen, dat de marine zooveel „kost" of dat de marine „toch niks is". In den huidigen politieken toestand is het echter niet ondenkbaar, dat Nederland nog wel eens verplicht zal worden zijn onafhankelijkheid te handhaven en dan is het te laat om alsnog de marine goed te kunnen inrichten. Met enkele rake lijnen schetst spr. de tegenwoordige voor naamste taak van de Nederlandsche marine, n.l. de verdediging van Nederl.-Indië. Verliezen we Indië, dan heeft dit den onder gang van Nederland ten gevolge. Daaruit volgt onze moreele plicht onze marine goed en sterk te maken, opdat wij den roem en de eer van onzen vaderlandschen glorietijd kunnen hooghouden (applaus). De heer H. van der Veen sprak hierna over het marineleven. Spr. gaf een humoristisch relaas van twee jonge officieren op hun eerste reis met een oorlogsschip ten beste, hetwelk veel succes oogstte. yt Dan kwam de hoofdschotel van den avond, de lezing van den heer S. G. Barendregt, die er op wees, dat er misschien geen instituut bestaat, dat zoozeer belangstelling noodig heeft cm haar omhoog te brengen als de marine. Vele jaren heeft men slechts critiek voor haar over gehad en was de verhouding tusschen officieren en minderen niet zooals zij wezen moest. Gelukkig is daarin een algeheele verandering gekomen. Spr. beschreef dan uitvoerig de technische ont wikkeling in de laatste eeuwen van de oorlogs schepen, beginnende met den tijd, waarin zeil schepen Nederland moesten verdedigen, nu nog pas een 100 jaar geleden. De uitvinding van het stoomwerktuig bracht ook het stoomschip. Koning Willem I zag het be lang hiervan in en in Engeland werd in 1827 het eerste Nederlandsche oorlogsschip „De Curasao" besteld. Wat een ontzettende ploeterpartij is het met dit schip geweest! De zeilschepen, waaraan sedert De Ruyter's tijd weinig veranderd was, ble ven toch nog de oorlogsbodems. Eerst de uitvin ding van de schroef zou daarin verandering bren gen. Snel volgden de verbeteringen van de oor logsschepen elkaar op. Spr. gaf daarbij op dui delijke wijze aan, waarin die verbeteringen be stonden, in welk land en waarom ze het eerst werden toegepast. Daarbij wees spr. op een wis selwerking, die tot op den huidigen dag nog niet beslist is: maakt men het pantser van de sche pen dik, dan verbetert de vijand zijn kanon nen, hetgeen weer een versterking van het pant ser noodzakelijk maakt. In 1906 kwam een zeer groote verandering, n.l. de dreadnought, die torens, zwaar geschut, en met olie gestookte cabines heeft. Door en na den wereldoorlog kreeg de marine vliegtuigen, waarvoor zelfs speciale schepen: „vliegtuig-moederschepen", worden gebouwd, welke met landvliegtuigen uitgerust zijn. Ten slotte bespreekt spr. de onderzeeërs die eveneens in den loop der jaren heel wat verbeterd zijn, om na de pauze licht eelden van markante oorlogsschepen te laten zien, en in het bijzonder een en ander van onze Nederlandsche marine te vertellen. Niet bepaald prettig is dit, aldus spr., want het heeft jaren geduurd, eer dat wij een behoor lijke marine gekregen hebben. De Hollanders hebben te weinig ernst voor hun landsverdediging. Zij hebben in geen 100 jaar een oorlog aan den lijve ondervonden en zijn hem ontwend. Zoo bijv. maakt men van „lekdiensten" aan boord van oorlogsschepen, dienende om onmiddellijk in te grijpen als het schip een lek krijgt, een grapje, terwijl het toch een zeer verantwoordelijk en noodzakelijk werk is. Het kost groote moeite om in Nederland geld los te krijgen voor de marine, doch heeft men een goed oorlogsschip uiteindelijk gebouwd, dan vindt men het al mooi genoeg en vergeet dat een goed oorlogsschip ook een goede haven en werven noodig heeft. De „Zeven Provinciën" wordt „de glimlach van Europa" genoemd, juist doordat men in Nederland geen nieuwe werf wilde bouwen, waardoor het schip te kort werd en iedere zeeman om den bouw van het schip lacht. Een defensieplan is voor Nederland moeilijk te ontwerpen. Zweden heeft b.v. slechts rekening met Rusland te houden en kan zijn marine daar op instellen, doch Nederland verkeert niet in die gelukkige omstandigheid. Toch zegge men niet: „Onze vloot kan niets In afwachting van bondgenooten, die Neder land in ieder geval in een eventueelen oorlog noodig zal hebben, kan één Nederlandsche krui ser reeds een geheele vijandelijke vloot het las tig maken. De vijand moet n.l. steeds verbinding onder houden met een eventueel veroverd gebied. En die verbinding kunnen wij met één kruiser reeds zeer moeilijk of onmogelijk maken, waar mede al veel gewonnen is. Spr. wees er tenslotte op, dat men in de ma rine een levensbestaan kan vinden, indien men zich met hart en ziel daaraan geeft. Het zee mansvak heeft vele onaangename kanten, doch als spr. weer moest kiezen, dan zou hij weer ma rine-officier worden, besloot spr. zijn vlotte le zing, welke voor degenen, die belang in het on derwerp stelden, zeer interessant was en dan ook groote aandacht kreeg. Nadat nog vele vragen door de aanwezigen waren gesteld, sprak de voorzitter een hartelijk dankwoord, waarna 't „Wilhelmus" werd gezon gen en een driewerf „Leve de Koningin" uitge bracht. De bijeenkomst is uitstekend geslaagd. Voor de lezing over „Wetenschap en praktijk in de Java suikerindustrie", welke prof. dr. V. J. Koningsberger hield, bestond veel belang stelling. De voorzitter, de heer G. A. van Schalk, heette allen welkom, in het bijzonder jhr. Bo- reel van Hogelanden, en herdacht vervolgens met enkele woorden het overleden eerelid der afdeeling. den heer H. Heukels. Prof. Koningsberger toonde enkele grafie ken, waaruit bleek de uitbreiding der rietsui kercultuur sinds 1830, toen Kol. v. d. Bosch het cultuurstelsel invoerde, waarbij elke in lander 1/5 van zijn land met suikerriet moest beplanten. In 1932 was de cultuur uitgebreid over pl.m. 200.000 H.A. Sindsdien is echter de cultuur sterk ingekrompen, daar de onlogische systemen van protectie, tolmuren die den afzet van de rietsuiker belemmeren hiertoe dwongen. Men gevoelt op Java als een grief dat hier te lande 17 millioen subsidie wordt gegeven voor de bietsuikercultuur. Beter zou het zijn, de cultuur van de suikerbiet tegen te gaan en de Javarietsuiker te importeeren, waarbij ook de stoomvaartmaatschappijen voor deel zouden hebben. Elke fabriek op Java moet ieder jaar anderen grond in huur'nemen en mag slechts eenmaal in de drie jaar bij denzelfden eigenaar terug komen; in die tusschenliggende jaren worden op deze gronden Inlandsche gewassen verbouwd. De Inlanders zijn tevens in de fabriek werk zaam. Indië heeft een grooten rijkdom aan goedkoope werkkrachten, het bezit behoorlijke grond en een uitstekende irrigatie. Foto's gaven een zeer duidelijk beeld van het planten der stekken, het uitstoelen hier van, het z.g. aanaarden e.a. Een groote moeilijkheid heeft de Sereh-ziekte opgeleverd, die in 1883 zich zeer sterk uit breidde. Toen begon men behoefte te gevoelen aan mannen der wetenschap en deze ziekte werd aanleiding tot het wetenschappelijk on derzoek en gaf den stoot tot de oprichting van het proefstation te Passoeroean. Spr. vestigde speciaal de aandacht op het werk van Sold- webel, die op de gedachte kwam de rietstekken eens te planten in grond, waar nooit suiker riet gestaan had, die dus niet besmet kon zijn, n.l. in de bergen. En werkelijk had dit succes. Toen begon het zoeken om een voor de Sereh- ziekte immuun suikerriet te kweeken. Zeer be langrijk was de ontdekking dat suikerriet wel vertiel zaad gaf, zoodat het mogelijk was te kruisen. Alle mogelijke soorten riet werden hiertoe ingevoerd, doch kwamen dan eerst in quarantaine. En zoo gelukte het na vele krui singen een aantal soorten te winnen die im muun waren en tevens een hooge suikerpro ductie gaven. De werkzaamheden van het proefstation breidden zich steeds uit: hiertoe behoorden ook een proefvelddienst, besmettingsproeven, grondkarteering, onderzoek der grondsoorten, bestudeering van insectenplagen, rietverede- ling e.a.. De heer G. A. van Schaik dankte den inlei der hartelijk voor zijn enthousiaste en dui delijke voordracht. Zondag hield de bekende kanselredenaar pa ter Borromaeus de Greeve O.F.M. in de Spaar- nekerk onder alle H.H. Missen een liefdadig heidspredikatie ten bate der St. Vincentiusver- eeniging, waarna collecte met open schaal. De opbrengst was f 1201.25'/2. Bij de groote, de Oratoriumkoren wordt het repertoire al spoedig conventioneel. Niet dat de leiders geen nieuws willen brengen, doch men, de doorsnee-bezoeker, wenscht de standaard werken, zijn aria's en koornummers te hooren ofhij stelt geen belang in de uitvoering en blijft weg. Met het gevolg: te weinig steun en daardoor een groot risico voor de uitvoering van nieuwe werken. Gelukkig laten te Haarlem de leiders en be sturen zich niet geheel afschrikken en probee- ren nieuwe of nog niet uitgevoerde werken op het repertoire teplaatsen. Bracht de R. K. Ora- toriumvereeniging onder Hubert Cuypers het vorige jaar Stierlin's „Symphonia Passionis", thans kondigde zij onder Ed. van Beinum de hier nooit uitgevoerde „Stabat Mater" en „Te Deum" van Verdi, benevens een onbekende Psalm van Handel aan. De Chr. Oratorium- vereeniging heeft in studie „Piemé's Les Crsi- sades des Enfants", terwijl Haarlems Gemengd koor den moed had de in korten tijd in geheel Europa beroemd geworden „Psalmus Hunga- ricus" van Zoltan Kodaly uit te voeren en dit nog wel in de oorspronkelijke taal. Het slot van dit muziekseizoen wordt dus wel belangrijk. Het is alleen met bovengenoemde redenen te begrijpen, dat we hier zoolang op den Psalm hebben moeten wachten. Reeds 12 jaar geleden is ze in druk verschenen en geruimen tijd ge leden vestigde Evert Comelis al de aandacht op Zoltan Kodaly, door diens suite voor orkest „Hary Janos" en den Psalm uit te voeren. Maar laten we nu maar dankbaar zijn voor de ken nismaking er mede. De dichter van den Psalm heeft david's klacht geuit in den 55en psalm, vrij gevolgd en evenals de componist, geheel toepasselijk gedacht voor zijn geliefd volk. Voor het eens zoo fier en rijk gezegende, na de instorting van 1918, zoo diep vernederde en nooddruftige Hongaarsche volk. Het is een klacht, één groote jammerklacht maar tevens een bede om hulp, een uiting van geduld en vertrouwen in God, „tot troost", al dus zegt de dicter zelf in de slotregels, „dei vromen in droeve dagen." De tenorsolist is de verhaler, beter gezegd de hoofdpersoon: David. Hij draagt als het ware het geheele werk, met hem valt of staat het. Het koor leidt David's klachten in, sluit ze af en werpt zich eenige malen in de handeling, zij het dan slechts als achtergrond van deze tra gedie, soms alleen met klagende uitroepen. Het werk is krachtig van bouw, diepzinnig van inhoud en zeer expressief. Breede en mar kante melodieën, lyriek en dramatiek, rijke dynamische en rhythmische schakeeringen, volksche simpliciteit en hoogst kunstzinnige, meer moderne schrijfwijze wisselen elkander af, vullen elkandèr aan, vormen te zamen een bijna ongekend machtig geheel. De invloed van volksmuziek is toe te schrij- van aan Kodaly eroote voorliefde tot de Fol klore. Hij bewerkte dan ook vele oude en com poneerde nieuwe Hongaarsche volksliederen. Folklore is het begin en het eindpunt, de kracht, de inspiratie van dezen begaafden, echt nationalen componist. Een zuivere Folklore- inspiratie, die aan al zijn werken een bevatte lijkheid, een doorzichtigheid en een sterke vita liteit schenkt. Voor velen zal het werk misschien vreemd hebben aangedaan, bijzonder de harmonie en de dikwijls schrijnend klinkend intervallen zangen er van (o.a. in nonen). Toch zullen ze ontdekt hebben, dat het werk een ziel bevat, dat het hier niet louter klank is, doch in den waren zin des woords een innige verklanking van een verheven gedachte. Wanneer we dat aldus hebben kunnen aan- hooren, denken we naast den schepper, aan her scheppers. Van Tulder zong met volle overtui ging en diep gevoel, beeldde zijn veeleischende inspannende partij diep-treffend uit. Het koor sloot zich goed aan, al zal het bij herhaalde auditie nog zeker kunnen winnen aan tref zekerheid en tekstbegrip. De klank was door gaans superbe. Eenige stoornis in het verloop gaf het tè sterk zingen van het vrouwenkoor bij de tenorsolo: „Gyakarta". Dat bleef niet onder de solo. Het orkest, waarvan vooral het strijk mooi spel liet hooren, zal bij herhaling wellicht nog beter afgewogen klankverhoudingen geven. Thans was het koper wel eens iets te bruut en het bassenfond bij de Tutti's soms een weinig te zwak. De leiding van Booda mag vast en rustig worden genoemd. Onverklaarbaar was ons het direct losbar stende applaus na de laatste wegstervende klan ken. Waren dan niet alle aanwezigen onder diepen indruk gebracht? En waarom voor drie kwart het licht in de zaal uitgedaan? Men moet toch zijn tekstboekje kunnen lezen! De Psalm werd voorafgegaan door een werk, qua tekst een pendant, qua muziek een anti pode: de 13de psalm van Liszt. Deze psalm is over het algemeen lyrisch, somwijlen iets bewo gen en pompeus. Diepe indrukken laat ze ech ter niet na, daar ze tamelijk oppervlakig is. Enkele tenorsoli, bijzonder die vóór het weel derig klinkende, licht deinende middendeel: „Schaue doch", zijn tenminste nog gevoelvol, maar veel van al het overige, niet het minst 't polyphone slot mist voldoende innerlijkheid. De koorklank was in dit werk, evenals in „Wach auf" van Wagner (met de Meistersin- ger-ouverture zeker bedoeld als feestzang ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan van H. G.K.) zeer mooi. Boven alles blonk de sopraan partij uit door fraaien klank, fijne nuanceering en elastische stembuiging (prachtige klankver- vloeiingen!). De zaal was goed bezet. Er werden veel bloe men aangeboden. O. K. N. BOERKOEL - Tel. 14028 - OUDEGRACHT 46 BILLIJKE PRIJZEN Na een tournee van zes maanden is de be kende zanger van de Veluwe, Jan van Riems dijk, met zijn gezelschap in onzen Stadsschouw burg geweest en heeft daar onder meer zijn vermakelijke belevenissen van de reis verteld. Met zijn gebruikelijk sappig dialect heeft hij het bescheiden publiek op de hoogte gebracht van al het schoone dat Indië den bezoekers en toeristen biedt en natuurlijk ook enkele voor vallen in liedjesvorm gegoten. Het is als steeds een uiterst gezellig amuse ment hem te hooren babbelen over zijn weder varen en we kunnen ons voorstellen, dat zijn succes d'aar over den Oceaan werkelijk uitbun dig is geweest. Zijn ensemble was niet bijzonder groot en be houdens een zanger van oogenschijnlijk vreem de nationaliteit trad thans ook Ceesje Speen hof met hem op, die eenige liedjes van haar vader zong, terwijl zij ook in een aardig een- acter spelletje assisteerde. Het was als steeds beschaafd en aardig, al zal het niemand verwonderen dat de baas zelf het leeuwenaandeel voor zijn rekening had geno men. 't Is gek, maar het heeft er den schijn van of Jan van Riemsdijk altijd in zijn schik is, en het duurt nooit lang of zijn plezierigheidjes hebben zich aan de zaal meegedeeld. Dat is dan ook het geheim van zijn kunst, die men eigen lijk niet genoeg kan waardeeren, omdat door cn met hem een stukje folklore van Nederland- schen bodem nader tot den vreemdeling en aan den eigen landgenoot gebracht wordt. V-t. Aan de Mode-Academie „Erkama Ph. Jansen", Haarlem, Amsterdam, slaagde: voor leerares: mej. Ria Bos, Overveen. voor coupeuse en tailleuse: de dames C. van Klooster, Abcoude; L. Daane, Vijfhuizen; M. Beentjes, Heemskerk; L. Beurskens, Haar lem. voor coupeuse: de dames B. Kops, Haarlem; M. Seel, A. Seysener, A. Goemans, A. Ledden en G. Holleman, allen Hillegom; C. Captein en Tr. Henneman, Heemskerk; A. Halman, A. Mulder, A. Geerdink en J. Schmelzer, allen Amsterdam. B. en W. van Haarlem geven thans kennis van de verordening tot wijziging der Alg. Po- litie-verordening (vastgesteld in de raadszit ting van 12 Februari 1936). De wijziging luidt als volgt: Het is met het oog'op brandgevaar en om redenen van algemeene veiligheid verboden eenige lokaliteit voor een: a. filmvertooning b. tooneelvoorstelling; c. kinderfeest; d. beslo ten bijeenkomst van meer dan 50 personen, waarbij gerookt wordt; e. voor het publiek toe gankelijke bijeenkomst; te gebruiken of be schikbaar te stellen, tenzij die lokaliteit vooraf schriftelijk door B. en W. voor het beoogde doel geschikt is verklaard en de daarbij door dit College voorgeschreven veiligheidsmaatrege len worden toegepast. Elke geschiktverklaring blijft geldig gedurende Ril door B. en W. te bepalen tijd, terwijl de veiligheidsvoorschriften zoowel in het algemeen als ten aanzien van een bepaalde lokaliteit naar gelang van den aard der te houden bijeenkomst kunnen verschillen. Deze bepaling is niet van toepassing op loca- liteiten bestemd en gebezigd voor den open baren dienst, voor den openbaren eeredienst, voor bewoning of voor het ondernemen van openbare bioscoopvoorstellingen niet vallende onder het tweede lid van art. 1 der Bioscoop wet. De verordening is afgekondigd op 16 Maart 1936 en treedt 3 maanden daarna in werking. In 1928 nam de afd. Noordholland van de Vereeniging voor Nederlandsche Gemeenten het initiatief om de vraag onder de oogen te zien of het medisch-hygiënisch schooltoezicht en de tandheelkundige verzorging voldoende waren en in welk opzicht daarin verbetering zou zijn te brengen. Het Rijk nam geen beslissing. De provincie was daarom bereid 50 pet. der kosten te dragen. Het meest doelmatig werd geacht, dat de ge meenten Heemskerk, Wijk aan Zee en Duin, Be verwijk, Zandvoort en Bloemendaal een district vormden. Beverwijk en Bloemendaal zouden ge zamenlijk overleggen welke dezer beide gemeen ten het initiatief voor de samenwerking zou ne men, waarna B. fen W. op 22 Januari 1932 aan den Burgemeester van Beverwijk hebben mede gedeeld niet bereid te zijn aan de fcotstandko ming van districtsschoolartsendiensten mede te werken, aangezien werd gevreesd, dat door vor ming van betrekkelijk kleine districten in finan cieel opzicht geen voordeel van de invoering te verwachten zou zijn. ANGORA FACONNÉ bijzonder mooie wollen stof, in de nieuwste voorjaars kleuren, 130 cM. br., p. M. NOPPEN OP CREPE MAT, -satin en crêpe de Chine, in div. grootten en kleur stellingen,90 cM. br„ p.M. 1.25 CREPE BAGATELLE mod. weefsel voor japonnen en complets, in alle mode kleuren, 130 cM, br., p. M TWEED CHEVRON voor sportmantels en mantel costuums, in vele kleuren combinaties 140cM. br. p.M AMSTERDAM FRISÉ QUADRILLE zeer geschikt artikel voor mantels en complets in 8 modekl. 140 cM. br., p. M. CLOQUÉ hèt artikel voor japonnen en complets, in alle modekleuren, 90 cM. breed, p. Mtr. 2.95 2.25 PICALBA een zeer goed waschbaar artikel voor sport- japonnen, in alle lichte kleu ren, 90 cM. br., per Meter SATIN ILLUSION zeer soepel vallende zijde, voor middag- en avondjaponnen in 40 kleuren, 90cM. br. p.M. CLOQUÉ COTON mod. bedr., waschbare slof voor peignoirs en kinderjur ken, 70 cM. br., p. Meter c TOILE GRANITA een linnen weefsel v. strand en kinderkl. alle mod. pastel kleuren, 80 cM. br„ p. M. Naar wij vernemen zal binnenkort in het Frans Hals Theater een film worden vertoond van Emil Jannings, namelijk DE DROOMER. Hij speelt daarin de rol van kostschool directeur. miskend door zijn leerlingen, bespot door lichtzinnige vrouwen en bedrogen door zijn eigen vrouw. Zijn zuiver menschelijk spel in deze film doet ons vergeten, dat wij in een bioscoop zitten, wat wel een bewijs mag heeten voor de bekwaamheid van dezen artist. Eenstemmig is men dan ook van oor deel, dat Jannings in „De Drooxer" tot nu toe zijn beste werk heeft gepresteerd. Emil Jannings als schoolmeester in ,£>e Droomer" Gebouw St. Bavo: Laschclub „Haarlem", 8 uur; Haarlems Zanggenot, 8 uur; Overheids personeel, 8 uur; Bestuur Transportpersoneel, 8 uur; R. K. Bevolkingsbureau, 8 uur. Stadsschouwburg: Mij. tot bev. der Toonkunst. Concert Budapester Strijkkwartet, 8 uur. Frans Hals museum: Expositie Teekencollege „Kunst zi) ons doel", 104 uur. ..Kunstzaal De Bois: Kruisweg. Expositie Jaap Kaal, 95 uur. Boekhandel H. N. Mul, Kruisstraat: Tentoon stelling Jan Wiegman. Frans Hals theater: „De Roos van de Rancho", 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt theater: Benjamino Gigli in „Ver geet mij niet", 2.30, 7 en 9.15 uur. Palace: Anna Sten in „Gewetenswroeging", 2.30, 7 en 9.15 uur. Luxor theater: „Kermisgasten" (Hollandsche film,) 2.30, 7 en 9.15 uur. Gebouw „St. Bavó" Trampersoneel, 7 uur Best. Böilwvakbond, 8 uur St. Caecilia, 8 uur Rechtskundig Bureau, 8 uur Cur sus R.K. Volksbond, 8 uur. Hotel Uon d' Or Kon. Ned. Mij. voor Tuin bouw- en Plantkunde, kwart over 8. Gem. Concertzaal: Vioolvoordrachtavond Jan Hoeben's leerlingen, half 8. Kunstzaal Reeker Wagenweg Tentoon stelling schilderijen A. Colnot, 10—7 uur. Frans Halsmuseum Expositie Teekencol lege „Kunst zij ons Doel", 104 uur. Kunstzaal De Bois Kruisweg Expositie Jaap Kaal, 95 uur. Boekhandel H. N. Mul Kruisstraat Tentoonstelling Jan Wiegman. Frans Halstheater „De Roos van de Ran cho", 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt-Theater Benjamino Gigli in „Vergeet mij niet", 2.30, 7 en 9.15 uur. Palace Anna Sten in „Gewetenswroe ging", 2.30, 7 en 9.15 uur. Luxor-Theater „Kermisgasten"' (Holland sche film), 2.30, 7 en 9.15 uur. BAMBINO bedrukt k'zijden weefsel voor lingerie- en kinderjurken, speciale dessins, 80 cM. breed, per Meter BOLERO zeer modern Bourette weefsel voor sport- kleeding in 15 kleuren 90 centim breed, per Mtr. Bezoekt onze vernieuwde MEUBELAFDEELING op de derde etage. Vraagt franco-toezending van onze fraai-geïllustreerde MEUBEL-CATALOGUS degiJen hoaf Op initiatief en onder leiding van mr. D, F, Pont, burgemeester dezer gemeente, werd in hotel Sistermans te Hillegom een vergadering gehouden van vertegenwoordigers van 18 ge meentebesturen der bloembollenstreek (Haar lem en Leiden inbegrepen) den Rijksinspecteur der werkverschaffing en afgevaardigden van werkgevers -en werknemersbonden. Ofschoon de burgemeester voor volledige openbaarheid zich had uitgesproken en de pers verzocht had de vergadering te mogen bijwo- nij, bleek van Rijkswege daartegen bezwaar te bestaan en kwamen de persrapporteurs tever geefs. Aan enkele bladen werd een verslag toe gezonden (niet aan alle verslaggevers ter plaat se) waaraan wij het volgende ontleenen: de loonbijslagregeling werd besproken, zooals deze tot 1 Januari heeft gewerkt en de resultaten, die na genoemden datum hiervan in de bloem bollenstreek mogen worden verwacht na de sinds 1 Januari 1936 gewijzigde regeling. De vergadering was unaniem van oordeel, dat de regeling zooals deze op 17 Juni j.L ongevraagd en volkomen onverwachts aan de gemeentebesturen werd voorgelegd een vol slagen mislukking is gebleken en de beoogde werkverruiming niet heeft gebracht. De regeering heeft op aandrang van diverse deskundigen dan ook na 1 Jan. een gewijzigde regeling het licht doen zien. Over de werking hiervan was men voorloopig niet ontevreden, zoodat werd besloten, geen stappen te doen om het Rijk in negatieven zin te adviseeren. De Rijksinspecteur deelde mede, dat de Re geering 'n officieele Contact-commissie wenscht waarmede de Inspecteur en het Departement regelmatig voeling kunnen houden. Bedoelde commissie zal bestaan uit 3 afgevaardigden der werkgeversorganisaties, 3 der werknemers bonden en 3 vertegenwoordigers uit de gemeen tebesturen. Bij stemming werden door de ge meentebesturen aangewezen de heeren mr. D. F. Pont, burgemeester van Hillegom, dr. S. F. A. C. M. Baron van Wijnbergen, burgemeester van Lisse en A. J. van Gerrevink, burgemeester van Oegstgeest. Met den wensch dat de commissie nuttigen arbeid in het belang der gansche bloembollen streek moge verrichten en een dankwoord aan de afgevaardigden sloot de voorzitter deze ge animeerde vergadering, die 3 uur geduurd had. B. en W. van Haarlem brengen ter open bare kennis, dat op Dinsdag 31 Maart van wege hun college, schouw over de wegen zal wor den gedreven, als bedoeld bfj art. 10 van het «Wegenreglement Noord-Holland". 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 2