Mdtmêaal mn den dag
Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden
Revolutie in de
luchtvaart?
St. Patricius
8
LIEFDE
EN EER
WOENSDAG 18 MAART 1936
De „samengestelde"
vliegmachine
De patroon van Ierland
ALLE VANALLE RECHTEN. TW.NTiC HET
X tTieSS I Ee" zeven-jarig j
detective
FOCn bij verlies van een hand,
mÜV/ een voet of een oog
DOOR M. E. FRANCIS
(Van onzen Londenschen correspondent)
Het vorige jaar legde mr. Baldwin in het
Lagerhuis de bekende verklaring ai dat
de luchtvloot gebracht zou worden op
dezelfde sterkte als die van de grootste lucht-
ttiogendheid binnen Engelands bereik („within
flying range").
Hij doelde klaarblijkelijk op Duitschland, niet
op Frankrijk, niet omdat hij de zekerheid be
zat dat eerstgenoemd land over de grootste
luchtmacht beschikte en ook niet om politieke
redenen, maar omdat Duitschland 't verst-af-
gelegen groote land was dat, in geval van oor
log. op groote schaal luchtaanvallen op Enge
land zou kunnen uitvoeren.
Rusland eenerzijds, en Italië anderzijds, la
gen te ver af dan dat zij van hun eigen lucht
basis uit Groot-Brittannië zouden kunnen be
strijken.
Het gevaar dat het eene land voor het an
dere kan opleveren, hangt grootendeels van hun
ligging af, en dit is een factor welke staats
lieden en diplomaten voortdurend in aanmer
king moeten nemen. Wanneer er een Russisch
gevaar bestaat, dan is dit voor Polen en zelfs
voor Duitschland ongetwijfeld veel grooter dan
voor Frankrijk en Italië; een Duitsch gevaar
heeft Frankrijk veel directer te duchten dan
Engeland, terwijl omgekeerd een agressief
Frankrijk een grooter bedreiging oplevert voor
Duitschland dan voor Engeland dat er in elk
geval door een strook water van gescheiden
Wordt.
Groot-Brittannië is tot nu toe, afgezien van
zijn belangen in de Middellandsche Zee en in
andere werelddeelen, steeds betrekkelijk veilig
geweest; de eenige landen die voldoende nabij
lagen om het met hun zee- of luchtmacht in
ernstige moeilijkheden te kunnen brengen, wa
ren Frankrijk en Duitschland.
Dit feit is van grooten invloed geweest op de
Britsche staatkunde. Maar de factor van de
onderlinge ligging, welke eeuwen lang min of
meer stabiel geweest is, heeft in de laatste der
tig jaren voortdurend veranderingen onder
gaan. Voortdurend, doch geleidelijk. Mocht er
een plotselinge en groote verandering komen,
dan zal hierdoor ook de internationale positie
van Groot-Brittannië een ingrijpende wijziging
kunnen ondergaan.
Zulk een verandering schijnt aanstaande te
zijn. Komt zij, dan zal niet langer Duitschland
het verst-afgelegen groote land zijn dat in tij d
van oorlog massa-luchtaanvallen op Engeland
zal kunnen uitvoeren. De defensieve grens,
Waarvan mr. Baldwin anderhalf jaar geleden
nog zeide dat zij gevormd wordt door den Rijn,
zal dan verlegd moeten worden tot ver ten
Oosten van den Weichsel, en tot Zuidelijk van
de Po.
Slagen de proefnemingen, waartoe thans in
Engeland de toebereidselen getroffen worden,
dan kunnen binnen afzienbaren tijd de gevol
gen hiervan voor de Britsche buitenlanclsche
staatkunde van zeer ingrijpenden aard zijn.
In November 1934 werd voor het eerst gewag
gemaakt van de uitvinding, waarop het samen
gestelde Mayo-vliegtuig berust dat thans voor
Imperial Airways te Rochester in aanbouw is,
en waarmede naar men verwacht in Juni
de eerste proeven genomen zullen worden.
Men schonk aan hetgeen in 1934 omtrent
deze uitvinding verteld werd, heel weinig aan
dacht, eenerzijds doordat het niet van gezag
hebbende zijde bevestigd werd, anderzijds door
dat het zelfs door deskundigen als „ongeloofe-
lijk" beschouwd werd. Maar het zoogenaamd
ongeloofelijke behoeft niet steeds ongeloofwaar
dig te zijn.
De samengestelde Mayo-machine is een dub
bel vliegtuig, of juister: zij bestaat uit twee
afzonderlijke aan elkaar bevestigde machines,
die tezamen kunnen opstijgen en zich van el
kaar kunnen losmaken als de bovenste d?
hoogte bereikt heeft waarop zij opereeren moet.
Dit nu lijkt ondeskundigen niets anders dan
een min of meer vernuftig kunstje zonder prac-
tische waarde toe. In werkelijkheid is sinds de
kinderjaren der aviatiek geen uitvinding ge
daan welke zoo verstrekkende gevolgen zal heb
ben.
Beantwoordt bij de te nemen proeven de
htayo-machine aan de verwachtingen, dan zal
het mogelijk zijn met een speciaal daarop be
rekend vliegtuig zonder tusschentijdsche lan
ding naar Australië te vliegen.
De draagwijdte d.wz. de afstand welke een
machine afleggen kan zonder te dalen voor het
innemen van benzine wordt door het
samengestelde systeem verviervoudigd. Prak
tisch evenwel rekent men voorloopig op een
Verdubbeling der draagwijdte, aangezien dan
Van de uitvinding tevens gebruik gemaakt zou
kunnen worden om de belasting van het vlieg
tuig te verdubbelen. Zoo zal het mogelijk zijn
1000 pond gewricht over den Oceaan te voeren
hiet een tegenwind van 60 mijlen per uur.
Door toepassing van dit systeem zal het ook
mogelijk zijn een hoogte van 15000 meter te
bereiken.
Wij hopen dat deze uitvinding uitsluitend
baar nut zal behoeven te bewijzen voor de
burgerlijke luchtvaart. Wij onthouden ons van
het geven van technische bijzonderheden die
trouwens uit den aard der zaak nog onvolledig
bekend zijn en volstaan met te zeggen dat
bet systeem berust op een feit, waarmee ook
leder leek bekend is, n.l. dat het opstijgen aan
ven vliegmachine eischen stelt welke haar
vliegcapaciteiten beperken. De bovenste ma-
chine, die zeer klein en licht kan zijn, wordt
SiSjJïvï
Het Bangor te Dublin, door Iersche monniken ter eere van St. Patrick gebouwd
door de onderste omhoog gevoerd, doch speelt
hierbij geen zuiver-passieve rol. Haar motoren
werken bij het stijgen mede, evenals haar vleu
gels. De onderste machine, welke ook afzonder
lijk dienst kan doen, doch voornamelijk ge
bruikt zal worden voor het omhoog voeren der
daartoe bestemde machines, heeft geen lading,
zoodat de combinatie zeer licht is. Het stijgen
zal dus met geringe kosten kunnen plaats heb
ben, terwijl de zeer lichte bovenste machine,
als zij automatisch van de onderste losgemaakt
is, de vlucht veel goedkooper zal kunnen vol
brengen dan thans het geval is. Dit zijn dus
voordeelen welke gevoegd moeten worden bij
die van een grootere draagwijdte en zwaardere
belasting.
Op 't oogenblik evenwel staat Engeland met
een groot deel van de rest der wereld in het
teeken der herbewapening. Een opzienbarende
uitvinding op het gebied der luchtvaart heeft
dus ook een direct strategisch belang.
Dat de toepassing zich tot Engeland beper
ken zal, gelooft niemand. Menig land heeft al
moeten vechten tegen de wapenen die het zelf
ingevoerd had. De korte bijzonderheden, welke
wij hier gegeven hebben, zullen u ervan over
tuigd hebben dat wij niet overdreven toen wij
in het eerste deel van dezen brief schreven dat
deze uitvinding, indien zij werkelijk aan de
verwachtingen voldoet, van onmetelijken in
vloed kan zijn op de ontwikkeling der politieke
verhoudingen in Europa die immers steeds,
maar thans meer dan ooit, afhankelijk zijn van
de strategische mogelijkheden.
Tot diep in de vorige eeuw was Frankrijk
het eenige land dat door zijn ligging gevaar
kon opleveren voor een stuk Engeland.
Vandaar dat in de grootste oorlogen Frankrijk
en Engeland meestal tegenover elkaar gestaan
hebben, en dat er voortdurende vijandschap
heerschte tusschen de beide landen. De tech
nische ontwikkeling in den loop der negentien
de eeuw verminderde geleidelijk den afstand
tusschen Engeland en Duitschland, en de eer
ste oorlog tusschen deze twee landen werd ge
voerd toen zij in strategischen zin niet verder
meer van elkaar verwijderd lagen dan Enge
land en Frankrijk ten tijde van Napoleon. Na
1918 is door de ontwikkeling der aviatiek die
afstand nog voortdurend verminderd, en dit
heeft, vooral in de laatste jaren ondanks veel
uiterlijke welwillendheid een werkelijk herstel
van het Engelsch-Duitsche vertrouwen meer
belemmerd dan de Duitsche herbewapening op
zichzelf. Merkwaardig onverschillig daaren
tegen bleef men in Engeland voor de geweldige
bewapening van Rusland, en ook voor de sterk
toegenomen militaire kracht van Italië. Thans
evenwel schijnt het oogenblik te naderen
waarop door toepassing van het z.g. „samen
gestelde" systeem Engelands kusten „within
flying' range" komen zoowel van Italië als van
Rusland. De invloed hiervan op de ontwikke
ling der Britsche staatkunde kan onmogelijk
voorzien worden, maar zal in ieder geval
buitengewoon groot zijn.
(Speciale correspondentie)
Waar St. Patricius of, zooals hij in Ierland
en Engeland genoemd wordt, St. Patrick
precies geboren is, weet men niet met
zekerheid te zeggen. Schotland, Engeland, Wales
en Frankrijk betwisten elkaar St. Patrick's ge
boortegrond.
Zooals de naam Patricius al aanduidt, werd
deze heilige geboren uit 'n patriciërsfamilie,
waarschijnlijk in 372.
Toen hij zestien jaar oud was, werd hij door
zeeroovers ontvoerd en in Ierland als slaaf ver
kocht. Zeven jaar lang werkte hij in Autrim,
Z.-Ierland, als varkenshoeder. Tenslotte wist hij
te ontsnappen en bereikte na veel avonturen 't
vasteland, waar hij enkele jaren later voor
priester studeerde, daarna ook gewijd werd.
Eenigen tijd hierna vertrok St. Patrick, nu bis
schop, op last van den Paus naar Ierland om
daar 't Evangelie te verkondigen aan de nog
heidensche Ieren.
Zijn grootste vijanden bleken daar te zijn de
priesters van de Druïden, die sterk gekant waren
tegen iedere nieuwe leer. Zij werden door de
Ieren beschouwd als groote toovenaars. Hun
tegenwerking was zoo sterk, dat St. Patrick, die
van nature zeer goedhartig en vergevensgezind
was, zich genoodzaakt zag het vruchtbare Ier
sche land te vervloeken, zoodat het veranderde
in sombere moerassen. Ook sprak hij zijn vloek
uit over de rivieren, die voortaan geen visch
meer zouden leveren, over de Druïden zelf, die
door de aarde verzwelgen werden en tenslotte
over de waterketels der boeren. Hoe hoog 't vuur
ook zou opvlammen, het zou nooit in staat zijn
't water in de ketels te doen koken.
De legende verhaalt, hoe St. Patrick eens met
zijn gezellen in een kouden winter in de ber
gen overnachtte. Den volgenden morgen bleek
er geen vuur te zijn, waaraan zij hun ver
kleumde leden konden verwarmen of zich wat
warms bereiden voor hun ontbijt. De heilige
beval toen wat ijs en sneeuw te verzamelen,
waarover hij enkele malen ademde en even later
zaten de reizigers om 'n lustig knappend vuur.
Het grootste wonder was echter het uitdrijven
van alle giftige slangen uit Ierland.
Er wordt verhaald, dat St. Patrick hierbij met
laaiende geestdrift op 'n trom roffelde, waar
tegen dit instrument helaas niet bestand bleek,
zoodat het spoedig onder de krachtige slagen
van den heilige bezweek. Even scheen het dan
ook, dat de vloek, dien St. Patrick over de slangen
uitsprak, zijn uitwerking zou missen, maar zie,
een engel daalde neer en herstelde de trom. Door
dit wonder zouden er voortaan ook geen slangen
in Ierland meer kunnen leven.
In 1831 trachtte een zekere James Cleland te
onderzoeken, of inderdaad de gesteldheid van
den Ierschen bodem en 't Iersche klimaat het
voorkomen van slangen in Ierland onmogelijk
maakte. Hij kocht daartoe in Londen enkele
veel voorkomende slangen, nam ze mee naar
Ierland en liet ze achter in zijn tuin los. Een
week daarna werd er een in de nabijheid gevan
gen en onschadelijk gemaakt. Het vreemd
soortige dier, dat men aanzag voor 'n paling,
werd toen in triomf gebracht naar 'n bekend
bioloog uit dien tijd, dr. Drummond, die, tot
groote ontzetting van de boeren, het dier dade
lijk identificeerde als slang.
Waar het monster gevangen werd in de buurt
van St. Patrick's graf, beschouwde men den
terugkeer van dit verafschuwde beest als 'n
slecht voorteeken.
Sommigen zagen in deze gebeurtenis 'n na
derende cholera-epidemie, anderen het begin
van het Duizenjarig Godsrijk. Oude voorspellin
gen werden opgehaald en velen geloofden dat de
slang het begin van het einde inluidde.
Sommigen, meer practisch aangelegd, loof
den een som geld uit voor 't verdelgen van
elke slang. Het gevolg was, dat er nog drie van
dit gehate geslacht gedood werden. De ontzet
ting onder de bevolking groeide, maar nog
grooter was hun verontwaardiging, toen het
gerucht zich verspreidde, dat de dieren op
zettelijk uit 'n ander land in Ierland gebracht
waren. Gelukkig voor den slangenimporteur
werd zijn naam eerst vele jaren later bekend.
Nog 'n ander voorval uit St. Patrick's leven
is ons bekend.
Op zekeren keer diende de heilige het H.
Doopsel toe aan een Iersch hoofdman. Oud en
gebogen als hij toen was, leunde hij daarbij op
zijn staf, die van onder voorzien was van 'n
ijzeren punt, die hij per ongeluk op den voet
van den doopeling geplaatst had. Deze brave
man, die nog niet volkomen op de hoogte
scheen te zijn van de kerkelijke ceremoniën,
meende, dat deze kwelling deel uitmaakte van
de plechtigheid en verdroeg de pijn zonder 'n
spier te vertrekken, terwijl het bloed uit de
wond gutste.
De Ieren noemden daarom de plaats, waar
dit doopsel werd toegediend, Struthfhuil, later
Struill, hetgeen beteekent: stroom van bloed.
Tal van plaatsen in Ierland, Schotland en
Engeland danken hun naam aan gebeurtenissen
uit het leven van St. Patrick, Apostel van Ier
land, zoodat men zijn reizen vrij nauwkeurig
kan nagaan.
Waarschijnlijk geboren in Schotland in het
plaatsje Kilpatrick, d.i. de kluis of kerk van
Patrick, woonde hij eenigen tijd te Dalpatrick,
d.i. gebied van Patrick en bezocht daarna
Crag-phadrig, d.i. rots van Patrick, bij Inver-
nen, en verliet Schotland tenslotte via Port-
patrick, d.i. haven van Patrick, bezocht daama
Engeland en Wales, waar tal van plaatsna
men aan zijn verblijf aldaar herinneren, zoo
als Patterdale in N. Engeland en Llan-badry
(kerk van Patrick) in Wales, van waaruit hij
zijn reis naar Ierland begon.
Hij stierf in Ierland op den 17en Maart, mis
schien in 't jaar 493, doch dit is niet met ze
kerheid te zeggen. Waarschijnlijk werd hij be
graven te Downpatrick (heuvel van Patrick).
De „shamrock", een driebladige klaversoort
met kleine witte bloem, is het nationaal zinne
beeld van Ierland en wordt op 17 Maart al
gemeen gedragen ter eere van St. Patrick. Er
wordt verhaald, dat, toen de heilige in Ierland
het geheim van de H. Drievuldigheid preek
te, hij van dit plantje, dat drie blaadjes droeg
aan één stengel, gebruik maakte als sym
bool van dit groote geheim.
Tot slot een staaltje van oud-Iersch bijgeloof,
niet van allen humor ontbloot.
In de Gaultie-bergen, die liggen tusschen de
districten Cork en Tipperary, zijn zeven meren,
waarvan één heet Laugh Dilveen.
Toen St. Patrick de slangen uit Ierland ver
dreef, hield hij een groote en gevaarlijke slang
gevangen in dit Dilveen-meer en beval het
dier daar te blijven tot Maandag. lederen
Maandagmorgen steekt het monster zijn kop
boven water en brult in zuiver Iersch: „Wat
duurt die Maandag lang, Patrick!"
De vervaarlijke stem van het serpent is dan
ver in den omtrek te hooren.
Zij, die naar de oorzaak zochten van Richard
seniors schijnbaar eeuwige jeugd, zouden
de oplossing hiervan gemakkelijk gevonden
hebben, indien zij senior slechts éénmaal over
Richard junior hadden zien spreken. Dan tin
telde er een twinkeling in seniors vaak scherpe,
somtijds vermoeide oogen, en zijn stem en ge
baren waren gelijk aan die van dertig en meer
jaren terug. Dan leek er nauwelijks eenige
tijdsruimte te bestaan tusschen het verhaal
over juniors aan den dag gelegde scherpzinnig
heid en de belevenissen van senior zelf, toen hij
nog op den leeftijd van Richard junior was.
En wat Richard junior betreft, wel, hij was
zeven jaar oud, of tennaaste bij. De tijd zal het
leeren, of juniors schreden geleid zullen wor
den in de sporen van een even succesvolle loop
baan als die van Richard senior, doch een feit
is, dat junior op zevenjarigen leeftijd duidelijke
kenteekenen van bescheiden eenvoud aan den
dag legde, hetwelk op den oppervlakkigsn toe
schouwer den indruk van schuchterheid moest
wekken, achter welke stille bescheidenheid ech
ter metterdaad een scherpe opmerkingsgave
schuilging.
Er waren weinig gebeurtenissen in Richard
juniors omgeving, die zijn aandacht ontgingen
en junior zelf was van oordeel, dat dit ook niet
behoefde.
De onderlinge verstandhouding tusschen
senior en junior scheen krachtens een soort van
stilzwijgende overeenkomst min of meer op voet
van kameraadschappelijke gelijkheid te staan,
en dit was dan ook de oorzaak, waarom Ri
chard junior zich om niets ter wereld door Pap
pies gulhartigheid zou hebben laten overbluf
fen. Want even zoo goed als Pappie bij zijn
thuiskomst na een korte afwezigheid buiten de
stad een versnapering of eenig speelgerei voor
Richard placht mede te brengen, evenmin zou
Richard ooit in gebreke gebleven zijn, ten koste
van zijn spaarpot deze gelegenheid te benutten,
om Pappie een in zijn, Richards oogen waarde
vol geschenk aan te bieden.
Weliswaar was het Pappie meer dan eens op
gevallen, dat Richard bij zijn thuiskomst een
veelzeggenden, zijdelingschen blik op Pappies
al dan niet gevulde handen wierp, en Pappie
had dan ook niet geaarzeld deze verkapte
nieuwsgierigheid met de benaming van „loeren"
te betitelen. Hij wees Richard erop, dat een
echte heer niet „loert", en dat hij, Richard, in
dien hij er prijs op stelde voor een heer, zij het
dan een jongen heer, maar dan toch voor een
heer te worden aangezien, hij dit „loeren" ach
terwege diende te laten.
Deze kleine wenk was voor Richard als altijd
voldoende, om zijn gedragslijn in dit opzicht te
wijzigen, todat....
Barling, de beroemde speurder van Scotland-
Yard was teneinde raad.
Wekenlang reeds regende het aangiften van
vermissing, berooving, ontvreemding of hoe de
gedupeerden het ook mochten noemen: van
waardevolle voorwerpen, op klaarlichten dag
gepleegd in warenhuizen, openbare vervoer
middelen, op marktpleinen en in de drukbe
zochte winkelstraten. Geen der slachtoffers
f
Snel naar Nr. 50.
Welke straat'?
Vergeten. Rij maar
naar alle nrs. 50, tot ik
't huis herken.
(Rollig Half Timma)
„Wie wil me helpen?" vroeg Tuimeltje aan de kevertjes, die
rondom hem geschaard stonden. Nou, dat was ook een vraag!
Allemaal staken ze hun armpjes uit. „Zeg maar wat we doen
moeten", klonk het, „we willen altijd meedoen om een grap uit
te halen." „Kom dan met me mee, dan zul je zien, wat ik Wil",
zei Tuimeltje en ze gingen allen tot onder aan den boom, waar
de uitkijktoren was.
„Nou", zei Tuimeltje, „let goed op, wat ik ga doen. Ik ga hier
krom staan en een voor een klimmen jullie boven op elkaar. De
kever, die het eerste bü de muts kan komen, trekt aan het
puntje en dan valt de muts naar beneden." Zoo gezegd, zoo
gedaan. Een voor een kropen ze op elkaar. Maar de torretjes
in den uitkijktoren hadden alles gehoord en vluchtten zoo gauw
mogelijk weg.
Op die manier kreeg Tuimeltje zijn muts weer en met een
blij gezicht dankte hij zijn helpertjes. „Jongens", begon Tuimel
tje, „wie weet voor mij een voetbal te vinden? Ik wil nou Wel
eens wat voetballen." „Kom maar mee", riepen de torretjes
tegen Tuimeltje en deze liep lachend achter hen aan. De
torretjes huppelden lustig voor hem uit.
bij een ongeval met
doodelijken afloop
wist ook maar de geringste aanwijzing te geven
welke zou kunnen leiden tot opsporing van de
zen blijkbaar uiterst-geslepen, brutaal werken
den misdadiger.
De verklaringen der benadeelden waren in
één opzicht alle gelijkluidend: Niemand be
greep, hoe het mogelijk was dat zijn portefeuille,
zijn dasspeld, een horloge, dat hij kort tevoren
nog met absolute zekerheid in zijn bezit ge
weten had, plotseling in een winkel, een tram,
een autobus, zonder eenige zichtbare aanwen
ding van geweld of handgreep van welken aard
ook, verdwenen bleek. Eén dame, die zeer po
sitief in hare ver-
klaringen was,
kostbaren parel,
dien zij bij het
binnenstappen van een tramwagen aan den pols
droeg, kort nadat zij had plaats genomen, haar
op de meest onverklaarbare wijze moest ont
futseld zijn.
Recherche-chef Barling was teneinde raad.
Wekenlang reeds hadden hij en zijn mede
helpers met onverflauwde energie naar de op
lossing van het raadsel gezocht. Het eenige re
sultaat van hunne bemoeiingen was geweest,
dat zij op eenige der gestolen waarde-objecten
de hand hadden weten te leggen in het .maga
zijn" van een beruchten opkooper-heler, die
echter met de in zijn kringen gebruikelijke so
lidariteit door zijn naar voren gebrachte aan
wijzingen de dienaren der gerechtigheid geen
stap verder in de goede richting gebracht had.
't Is, of de duivel in eigen persoon ons
ditmaal parten speelt!, zei een van Barlings
assistenten.
Barling gaf zoo'n geweldigen vuistslag op zijn
schrijftafel, dat de inktpot tegen de vlakte
vloog. v
Duivel of geen duivel! knarste hij met ver
beten woede. Hebben zal ik hem! Vandaag
nog!
Dan begon hij zijn plan de campagne. Heel
zijn staf liet hij op zijn kantoor ontbieden, en
ieder van hen gaf hij zijn scherp-omlijnde in
structies:
Jij neemt de warenhuizen voor je reke
ning! Jij de trams! Jij de stations! Jij de ker
ken! Jij de musea! Jij de cinema's
Hij ging verder met het uitdeelen van zijn
bevelen
Ieder van jullie neemt zooveel assistentie
als hij denkt noodig te hebben. Kosten spelen
geen rol. Ieder, die ook maar de geringste aan
wijzing denkt te hebben, stelt zich onmiddellijk
telefonisch met mij persoonlijk in verbinding.
Het geheele apparaat wordt op staanden voet
in werking gesteld. Op volle kracht. Gerust
wordt er niet! Ik loof persoonlijk een extra-
premie uit van vijftig pond voor wie hem knipt,
of knippen laat!
Recherche-chef Barling stond op, en in zijn
stem klonk nu de klank van een plechtig be
roep:
Mannen! Ik apelleer op jullie eergevoel! Ik
apelleer op de reputatie van het corps!
Scotland Yards vernuftigste machine begon
haar wereldberoemde wenteling te draaien....
Richard senior stelde een autoritje voor, met
als einddoel de Zoological.
Richard junior gevoelde meer voor de tram:
Een auto rijdt zoo vlug, Pappie, vond hij.
En het behoeft ook niet.
Richard senior begreep dit argument. Hij
dacht aan den tijd, waarin ook hij gaarne met
een anderen senior in de tram reed. Zij namen
dus de tram.
Junior gaf zijn oogen den kost.
Recht tegenover hem zat een dame, deftig
gekleed, die uit een groote zilveren tasch op
haar knieën het geld voor den conducteur op
diepte en de tasch daarna weer sloot.
Naast de dame zat een heer, eveneens deftig
gekleed, die met de beide behandschoende han
den een dagblad voor zich uitgespreid hield en
aandachtig zat te lezen.
Een eind verder, dicht bij den uitgang, zat
nog een heer. Hij droeg een pet, en hij had
geen handschoenen aan.
Niet zoo deftig, dacht Richard junior.
Nu kwam de conducteur bij Pappie, die hem
het tramgeld reikte. Ook dat voor Richard ju
nior. Eigenlijk vond junior dit laatste maar half
in den haak, doch hij schikte zich erin met de
hem eigen bescheidenheid, en bleef zijn volle
opmerkzaamheid aan zijn overburen schenken.
Pappie! zei hij, toen de conducteur naar
het achterbalcon geloopen was.
Ja, Richard!
Pappieik mag toch niet loeren, Pappie?
Neen, Richard.
Even zat junior nog stilzwijgend en naden-
kelijk voor zich uit te staren. Maar dan scheen
hem toch het zoo juist geziene, terwijl Pappie
betaalde, wat al te raadselachtig. Want eens
klaps sprong hij op, greep Pappie bij den revers
van z'n colbert, wees op zijn deftigen overbuur,
en riep overluid:
pappie! Die meneer heeft drie handen!
Met één sprong vloog de deftige mijnheer
omhoog, rende naar den uitgang, doch werd er
gegrepen door den man met de pet.
En Richard junior had het raadsel voor Scot
land-Yard opgelost!
Van de beide armen, waarmede de deftige
meneer zijn courant voor zich uitgespreid hield,
was er één een kunstarm, zijn werkelijke rech
terarm en hand, waarmee hij in de damestasch
greep, was meesterlijk onder jas en vest ver
borgen.
En de man met de pet was een van Barlings
assistenten.
Dick kwam met een ontevreden gezicht terug
Van het dressoir, waarbij hij stond en zei:
..Ik weet niet, of ik het wel bijzonder vind.
^°8er is een lastige vent en
„En wat?" vroeg Betty, toen hij zweeg.
..En omdat het Joe's laatste bezoek is, had ik
^edacht, dat we een leuk stel konden vragen
v°or een afscheidspartijtje."
..-En waarom zou dat dan niet gaan?" vroeg
®ih moeder.
..Ikdaarom," zei Dick. Hij slurpte pein-
zijn koffie en ging dan voort: „Ik had die
yd willen vragen, die er waren, toen Roger het
800 te pakken kreeg."
»9> je bedoelt Netta," zei Betty.
..Netta en misschien ook Rita, moeder."
..■Werkelijk," zei Lady Anna een beetje vinnig.
i~at zou nu nooit in mijn hoofd zijn opgekomen.
/*at tante Joan doet, moet zij weten. Maar
zijn er denk ik, geen van allen meer op ge-
v^'d, juffrouw de la Riva te ontmoeten. Al
®eIt Roger dwaas gedaan, zij heeft hem
"""ieusch behandeld,"
„Weet u er alles van?" vrceg Dick. „Jullie
vrouwen zijn zoo onrechtvaardig. Ja, moeder,
u ook, u weet heelemaal niet waarom Rita haar
verloving afgemaakt heeft."
„Het kan me niet schelen ook," zei Lady Anna
zoo nonchalant, als zij kon en inwendig hopend,
dat Dick aan Betty niet hetzelfde zou vragen.
Betty had haar later van haar bezoek aan
Beckford verteld, maar niets van wat er tus
schen Roger en haar was voorgevallen en haai
moeder had er haar niet naar durven vragen.
„Nou, ik weet er alles van en tenzij Rita
een éven groote idioot was geweest als Roger
zelf, had zij niet anders kunnen handelen dan
zij deed. Heeft u ooit gehoord van een zekeren
Willem Beek, een oudoom, of zooiets, die een
rare snuiter was?"
„Willem Beek?" zei zijn vader verbaasd op
ziende.
„O, ik meen, dat Lady Beek hem noemde,"
zei Lady Anna. „En het was door zijn toedoen,
dat de familie is achteruit gegaan maar ik be
grijp niet waarom."
„Dt zal ik u eens vertellen. Het is echt
romantisch, zooals Bita zelf zou zeggen."
Lady Anna en haar man wisselden een blik
van afkeuring en verwondering. Het bleek, dat
Dick Rita ontmoet had en dat zij een ver
trouwelijk gesprek hadden gevoerd.
„Die Willem Beek zooals ik zei, kreeg een som
gei'd te pakken en trok er mee naar Amerika.
De man, dien hij oplichtte, was ©en vriend van
opa Beck en van zijn oom, die toen hec land
goed bezat. Toen zij er van hoorden, verkochten
die twee Becks hun halve eigendom en be
taalden den ander en schrapten den naam van
Willem Beek uit den stamboom. De heele zaak
ging in den doofpot en dat zou het einde ge
weest zijn."
Hij keek de tafel rond om de uitwerking van
zijn verhaal te zien. Zijn ouders luisterden met
gespannen aandacht, Betty ademloos.
„Nu komt de romantiek. Willem Beek maakte
het best met zijn oneerlijk verkregen geld,
trouwde een rijke vrouw en deed geweldige
zaken. En wat denk je, hij had een zoon en
die zoon blijkt te zijnpapa de la Riva."
Hij hield op en genoot van hun verbijstering.
„Wacht eens even, wacht eens even," zei Sarn
Hornock kribbig. „Is Rita de la Riva dan de
kleindochter van dien Willem Beek? En
waarom heet zij dan de la Riva?"
„Dat was de naam van Willem's vrouw.
Willem vond het beter zijn eigen naam te ver
doezelen."
„En daarom wou Roger niet met haar trou
wen?" veronderstelde Lady Anna.
„Nee, niet precies," ging Dick voort. „Jullie
weten het nog niet half. Rita wist niets over
haar fijnen grootvader toen Roger en zij zich
verloofden. Maar zij stelde te groot belang in
Roger's stamboom en zij liet hem door Roger
aan haar vader zien. Toen die den naam van
zijn eigen oudeheer uitgekrabd zag, voelde hij
zich een tikje raar worden. Ja, de heele zaak
kwam eigenlijk uit door een verkeerden zet van
papa. Roger wou den naam niet in eere her
stellen, maar wel onderzoeken, of het heusch
verdiende smaad was en toen, hoe weet ik
niet precies, ontdekte hij wie de la Riva eigen
lijk was en stond er op, dat hij alles aan Rita
zou vertellen."
„En toen maakte zij het af," onderbrak hem
Lady Anna ongeduldig.
„Ja, zij maakte het af. Maar jullie zijn me
te vlug, er is nog meer. Roger had de brutali
teit om te eischen, dat Rita tot hem komen
zou zonder een cent van haar fortuin, het zou
iets worden van liefde in een hutje op de
hei."
Hij barstte in een lachbui uit en keek ver
ontwaardigd rond, toen hij merkte, dat nie
mand mee deed.
„Heb je ooit zooiets gehoord? Hij verwachtte
heusch, dat Rita, die haar heele leven gebaad
heeft in weelde, zonder een cent naar Beckford
zou komen en in dat vreeselijke gat haar dagen
verkniezen."
„Nou," zei Sam droog, „ik denk, dat Roger
vond, dat hij geen voordeel moest trekken uit
onrechtvaardig verkregen geld."
„O, dat kan wel," stemde Dick toe. „Maai
omdat zijn eigen familie de zaak in het reine
had gebracht, dreef hij de zaak toch wel een
beetje erg ver. Het was alleen maar, das de
booze Willem zaken deed of speculeerde of
zooiets, met het geld van zijn eigen familie."
„Zoo kan Roger het niet zien," zei zijn
vader.
„Neen," zei Lady Anna. „En je kunt de zaak
draaien zooals je wilt, het feit blijft bestaan,
dat Rita's grootvader een boef was."
„O, dat telt niet mee," zei Dick. „Roger wilde
toch echt met haar trouwen. Hij zei, dat hij haar
niet kon op geven. Het heele offer was aan
haar kant."
„Dat is in geen geval waar," riep Betty met
bliksemende oogen. „Hij bood aan, op zijn woord
terug te komen en in de firma te treden, als
vader het wou. Dat zou voor Roger een groot
offer zijn geweest."
„Een groot offer voor iedereen, denk ik," zei
Dick en hij viel terug in zijn slechte bui.
Betty ging de kamer uit. Het verhaal had
haar diep getroffen. Dat was dus het geheim
geweest, waar zij zoo lang vruchteloos naar
geraden had. Zij was blij, dat zij weg kon gaan,
want de houding van Dick ergerde haar en
bovendien had zij moeite haar eigen emotie te
verbergen.
Ook haar moeder ging zuchtend weg. Zij
was ongerust over Dick en durfde er niet met
haar man over spreken. Hoe kwam het, dat
Dick zoo precies het fijne van het geval wist?
Terwijl die jongeman in stilte zijn sigaret
oprookte, maakte zijn vader met een onheil
spellend gezicht de post open. Even later wierp
hij een brief over de tafel.
„Voor jou, weer een kleermakersrekening. Je
krijgt er nogal een paar."
„Lambert meest ook niet zoo stom zijn om
mijn brieven tusschen de uwe te laten," zei
Dick boos.
„Wie van ons tweeën moet ze betalen?"
vroeg zijn vader.
Dick lachte en keek hem aan met een half
berouwvollen, half uitdagenden b'ik.
„We zullen eens zien, wat de vent zegt," zei
hij. „Als hij niet wil wachten, zal ik u om een
voorschot moeten vragen."
„Ik heb je al heel wat voorgeschoten," ant
woordde Sam. „En je krijgt een royale toelage,
Dick."
„Dat weet ik wel," zei Dick en nu was z«n
uitdrukking werkelijk berouwvol. „Maar het
loopt zoo op. Ik zal hem schrijven en vragen, of
ik hem in termijnen kan afbetalen. Of mis
schien kon ik beter iets van het legaat van
tante Martha verkoopen."
„Dat kun je niet," zei zijn vader haastig.
„Daar zijn trustees over aangesteld en ik ben
er een van. Ik zou nooit toestemmen. Je moest
maar opbiechten, mijn jongen. Die rekening van
je heeft veel broertjes."
„Nou, misschien wel," zei Dick, die weer
humeurig werd. „Dat is nu eenmaal zoo."
„Ja," zei zijn vader langzaam. „Daar zullen
wé nog eens over praten. Al was deze brief niet
gekomen, dan had ik het toch gedaan.
„O, heer," kreunde Dick. „Speel je nu den
brombeer?"
„Neen," zei Sam met een zuur lachje. „Maar
ik hoorde, wat je zei over Roger en dat jij dacht,
dat het voor iedereen een groot offer zou zijn.
in de firma te komen."
„Dat vind ik ook," zei Dick nadrukkelijk.
„Ben je dan weer veranderd? Zoo erg vond
je het niet, toen ik je jongsten firmant wilde
maken, als je niet in het leger wou."
Dick stak nog een sigaret aan.
tWbrdt vervolgd)