Een sterk Nederland noodig voor den vrede Woonhuizen in de asch gelegd INSTEMMING MET HET DEFENSIEBELEID Het wrekend verleden ZATERDAG 21 MAART 1936 EERSTE KAMER De heer Blomjous bepleit belang rijke uitbreiding van de vloot in Indië N.S.B.-gestook Ongelukkig excuus Margarine en boter H. Blomjous Defensie Halve medestanders ZIEKENFONDSWEZEN Bemiddelingscommissie wordt ingesteld SPANJE BREIDT DOUGLAS- VLOOT UIT Order voor Fokkerfabrieken LUCHTBESCHERMING Oefening in het centrum des lands NederlandF rankrijk BOND VAN AUTOBUSDIENST- ONDERNEMERS Viering 12%-jarig bestaan De inkrimping van de K. L. M.-diensten NED. MIDDENISTANDSBANK Jaarverslag over 1935 Het organiseeren van rondritten Is hier de Wet op de Openbare Vervoermiddelen van toepassing? Naar Loosdrecht Requisitoir Een principieele zaak? Schade voor anderen DE AANVARING VAN DE ALMKERK De brandweer van Dreumel stond machteloos tegenover de vuurzee Onbehoorlijk gedrag van eenige mannen Onbehoorlijk Oude dame gedood Toen zij plantsoenaanleg te Nijmegen gadesloeg, door vrachtauto gegrepen BRAND IN BRANDSTOFFEN- BERGPLAATS UIT DE STAATSCOURANT Notariaat Onderscheidingen Benoemingen DOOR J. S. FLETCHER DEN HAAG, 20 Maart "36 Dank zü het feit, dat over de begrooting van „Landbouw en Visscherjj" slechts twee afgevaardigden het woord voerden, is de Eerste Kamer heden vrij aardig met haar agenda opgeschoten. De begrooting van De fensie behandelt zij tegelijk met de beide ontwerpen betreffende het Defensiefonds. En daarover hebben vandaag reeds drie se natoren, de Katholieke afgevaardigde Blomjous, de Christelijk-Historische frac tievoorzitter Prof. de Savomin Lohman en de liberaal Mr. van Rappard beschouwin gen, welke van groote instemming getuig den, gegeven. Er gaat geen onderwerp voorbij, of een van de N.S.B.-ers, die overigens zoo gaarne op den ..Praathof" smalen, vraagt het woord. Zoo ver kondigde de graaf DE MARCHANT ET D'AN- SEMBOURG bij „Landbouw en Visscherij" de nationaal -socialistische theorie van den Duit- schen „Erbhof", welk instituut door Minister Beckers reeds in de Memorie van Antwoord was afgewezen, omdat het niet wortelt in de Neder- landsche 'rechtsovertuiging en bovendien een intensieve bedrijfsvoering belemmeren zou. Voorts bepleitte de NB.B.-er autarkie in een fcóó ver doorgevoerde mate, dat volgens den Katholieken deskundige Ruiter de helft der Nederlandsche tuinders hun bedrijven ten doo- de gedoemd zouden zien. En de speech van den graaf zou wederom niet compleet zijn geweest, indien er niet in gestookt was tegen bepaalde organisaties, in casu den Limburgschen Boe ion. en Tuindersbond, die verpolitiekt zou zijn, omdat hij eenige N.S.B.-leden geroyeerd heeft. In een afdoend betoog heeft de heer RUITER daarop aangetoond, dat deze royementen een gevolg waren van het optreden dezer leden, die overeenkomstig de gewone N.S.B.-methode in de organisatie niets anders deden dan wan trouwen zaaien tegen de leiders door allerlei lasterpraat. De reputatie van den voorzitter Verheggen, die lid van Gedeputeerde Staten en momenteel waarnemend commissaris der Koningin is, van den, gelijk Minister Deckers zich uitdrukte, ..edelen, nimmer rustenden, bekwamen en in den diénst vergrijsden heer Verheggen" moest borden aangetast. En dergelijke stokebranders de Bond niet hebben mogen uitstooten! De heer Ruiter haalde er nog eens ter typeering van de N.S.B.-methoden het optreden van den herhaaldelijk wegens beleediging vervolgden N. a-B.-er Roelofsen bij, die zelf ten overstaan van den rechter verklaarde, dat de vergaderin gen van den Nederlandschen Slagershond, waar hi) optrad, od last van ir. Mussert werden be- leSd en de N.S.B. hem ƒ15 per week betaalde. Deze man is, omdat zijn optreden steeds weer hf strijd kwam met de discipline, door de N.S.B. geroyeerdvoerde de héér de Marchant daar tegen aan. Leden royeeren mag dus blijkbaar öe N.S.B. alléén! En al even ongelukkig was kijn excuus, dat hij den naam Verheggen niet genoemd had, evenmin als hü gisteren bij de hegrooting van de Staatsmijnen den naam °els in den mond had gehad. Maar dat is nu luist het ergerlijke. Men bekladt allerlei men den bedektelijk. Men heeft voor de reputatie van de personen, hfe men bestrijdt, minder respect dan voor den goeden naam van de Hollandsche boter, aldus Minister Deckers, die zoowaar alweder door ^r- van Vessem werd lastig gevallen over het hoor Minister Slingenberg nu toch wel af rende besproken geval van de verklaring van 6611 zijner hoofdambtenaren over de voedings waarde van margarine. De tegenstelling tusschen margarine en bo- heeft men nu eenmaal noodig voor zijn Propaganda. En men trekt er zich niets van hup, wanneer een zeer deskundig en steeds •°or het boerenbelang opkomend man als de e®r Ruiter precies voorrekent, dat volledige ^ruiming van de margarine-industrie, waarvan heer de Marchant allerlei goeds voor de boe- eh verwacht, een belangrijke verslechtering hun positie brengen zou, indien men alle pPfer ju Nederland zou doen afzetten tegen n Prijs van 1.20 per K.G. MINISTER DECKERS heeft in zijn beknopt antwoord nog eens verklaard, dat tengevolge van de wisselvalligheden, welke het buitenland voortdurend veroorzaakte, een vast omlijnd stel sel bij den steun der agrarische bedrijven niet mogelijk is. Terzake van den voorgenomen bedrijfs steun aan de kleine boerenbedrijfjes deelde hij mede, dat deze steun zal bestaan eener- zijds in rechtstreeksche voorlichting, hoe ieder bedrijfje zoo economisch mogelijk kan worden geëxploiteerd, anderzijds in een financieelen bijstand naar gelang de opper vlakte van het bedrijf en het aantal stuks vee. De begrooting is daarop zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De N.S.B. deed aan- teekenen, dat zij tegen was en blijft deze tot nog toe alleen en niet eens zoo consequent doorde communisten gevolgde methode hard nekkig trouw. De drie reeds genoemde sprekers over het Defensiefonds en de Defensiebegrooting hielden redevoeringen, welke vrijwel geheel parallel lie pen en eigenlijk nog wat verder wilden gaan dan de regeering met het fonds van plan is. Vergrooting van het contingent, verlenging van den oefentijd en een derde herhalingsoefening waren hun desiderata. De heer BLOMJOUS wenscht bovendien voor Indië een belangrijke uitbreiding van de vloot tot 4 kruisers, 14 torpedoboot jagers en 30 onderzeebooten, welke hun bases moe ten hebben te Soerabaja en te Tandjong Friok, terwijl de laatste basis moet aan sluiten op de Britsche marinebasis te Sin gapore. De katholieke afgevaardigde, die met genoegen de verandering van den volksgeest ten aanzien van het nut en de noodzaak der landsverdedi ging constateerde en die terecht op het stand punt staat, dat een goed bewapend Nederland een belangrijke vredesfactor is in West-Europa, bepleitte bovendien, dat de Nederlandsche metaalnijverheid zal worden ingericht op de voorziening in de eigen defensie-behoeften. Prof. DE SAVORNIN LOHMAN steunde dezen wensch, maar met één restrictie. Want spoed is n« de hoofdzaak. Het leger is nu eenmaal on voldoende bewapend. En als de Nederlandsche industrie niet in staat is, zeer spoedig in deze leemte te voorzien, zal men noodgedwongen de bestellingen in het buitenland moeten plaatsen. Ook wenscht de Christelijk-Historische afge vaardigde, dat men bij de verbetering van de bewapening nog verder zal gaan dan de regee ring voorstelt, want zuinigheid ten opzichte van het materieel is onbarmhartigheid ten opziehte van den soldaat. Prof. Lohman, die nog eens terugging in het verleden,- dat hij niet veel miüV.er dan het heden, waarop de regeering zich thans beroept, voort durend vol van argumenten voor een verbete ring van de uitrusting der weermacht heeft ge acht, wijdde ook een beschouwing aan de wij zigingen, die zich in de kringen der ontwape- naars aan het voltrekken zijn. Hij staat daar nog vrij sceptisch tegenover en heeft eigenlijk nog liever met een openlijk tegenstander der landsverdediging als prof. v. Embden te doen dan met de halve medestanders bij de vrijzinnig democraten en sociaal-democraten, wier halve bekeering een gevaar van halve maatregelen op roept. De Christelijk-Historische afgevaardigde heeft overigens nog eens zijn instemming met het streven van den Volkenbond uitgesproken. Maar hij staat aan de zijde van den heer Blomjous, als deze verklaart, altijd beangst te zijn ge weest, de Volkenbondsgedachte te verbinden aan de idee van vermindering van de nationale weerkracht. Prof. Lohman bracht hier een aardige verge lijking te pas. Als eer/ge menschen bezig zijn aan een partijtje bridge, waarbij één van hen valsch blijkt te spelen en er opeens revolvers uit de zakken komen, gelden dan nog, zoo vroeg hij, de regels van het br/.gespel? Uit de rede van den liberaal VAN RAPPARD stippen wij aan, dat hü opnieuw voor een weer- belasting pleitte. Inderdaad zal, indien men nog verder gaan wil met de versterking van 's lands defensie, het geld ergens vandaan moeten ko men. Maarwéér belasting? Naar wü vernemen, is de minister van Sociale Zaken voornemens, een commissie in te stellen, die ten doel heeft de verschillende belangen, betrokken bü de regeling van het ziekenfonds wezen en bü de samenstelling van het bestuur der ziekenfondsen, tot overeenstemming te brengen. Deze commissie is dus als een verzoenings- of bemiddelingscommissie aan te merken. Het ligt in de bedoeling, dat als voorzitter van de commissie zal optreden mr. L. Lietaert Peer- bolte, oud-directeur-generaal voor de Volksge zondheid, terwijl de hoofd-inspecteur van de Volksgezondheid, dr. Eykel, tot lid, plaatsver- vangend-voorzitter der commissie zaJ worden be noemd. Wat de verdere samenstelling dezer commis sie betreft zullen daarin vertegenwoordigd zün de drie groote vakcentrales, t.w. het N.V.V., het Chrtst. Nat. Vakverbond en het R.K.W.V., zulks met het oog op de belangen van de arbeiders bü de regeling van het ziekenfondswezen. Voorts zullen in de commissie zitting nemen vier vertegenwoordigers der Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der geneeskunst, twee apothekers, als vertegenwoordigers der Ned. Maatschappü tot bevordering der Phar- macie, een tandarts, als vertegenwoordiger der Ned. Maatschappü tot bevordering der tand- heëlkunde, drie vertegenwoordigers van de lan delijke federatie van ziekenfondsen, een ver tegenwoordiger van de directiefondsen en twee vertegenwoordigers voor de verzekering voor ziekenverpleging. De commissie zal voor Paschen door den minister worden geïnstalleerd. Voorts vernemen wij, dat deze commissie niet bedoeld is als kapstok, maar dat haar verzocht zal worden met den grootsten spoed de ge- wenschte overeenstemming tot stand te brengen. De Lineas Aereas Postales Espanolas L. A. P. E. heeft in Februari j.l. een sneldienst ge opend tusschen Madrid en Las Palmas op de Canarische Eilanden, welke dienst met Douglas DC-2 vliegtuigen wordt onderhouden. Nu deze lyn een succes is gebleken, oordeel de de directie der L. A. P. E., die in December j.l. reeds de derde Douglas DC-2 aan haar vloot toevoegde, het noodig, tot verdere uitbreiding van het materieel over te gaan. Derfialve heeft deze maatschappü bij de Fokkerfabrieken te Amsterdam wederom een vliegtuig van hetzelf de tyne besteld. Het toestel zal binnenkort wor den afgeleverd. Op initiatief van den Commissaris der Konin- ging in de provincie Utrecht zal op 23 April as. eene oefening in den luchtbeschermingsdienst worden gehouden in het Westelük deel der Pro vincie, met inbegrip van de gemeenten Utrecht, Maartensdük, Houten en Schalkwük. Aan deze oefening zal tevens worden deelge nomen door de Zuid-Hollandsche gemeente Woerden, en door een aantal Noord-Hollandsche gemeenten, gelegen tusschen de provincie Utrecht en de Zuiderzee. Met het oog daarop heeft onder leiding van den Commissaris der Koningin op Donderdag 19 dezer in het gebouw van het Provinciaal Bestuur te Utrecht een bespreking plaats gehad met de burgemeesters en de hoofden van den luchtbe schermingsdienst der bü de oefening betrokken Utrechtsche gemeenten, welke bespreking ook werd bügewoond door de burgemeesters van Woerden, Hilversum, Laren en Blaricum. Luitenant-Generaal b.d. C. A. Prins, Comman dant van den Luchtverdedigingskring „Utrecht- Soesterberg", heeft daarbij technische uiteenzet tingen gegeven omtrent de wüze waarop bedoelde oefening zal worden gehouden. Naar wü vernemen ligt het in het voorne men het contingenteeringsarrangement, dat tusschen Nederland en Frankrük bestaat en dat op 1 April a.s. afloopt, met drie maanden te verlengen. In Hotel „De Wittebrug" te 's Gravenhage had Vrüdagmiddag een buitengewone verga dering plaats van den Nederl. Bond van Autobusdienst-ondernemers, bü gelegenheid van het 12 -jarig bestaan van dien bond. Deze drukbezochte büeenkomst stond onder leiding van den voorzitttr, den heer G. P. H. Wortman, die in zün herdenkingsrede op de beteekenis wees van het bedrüf, dat in ons land gegroeid is tot een organisatie, waardoor groote gebieden uit een steeds zwaarder druk kend isolement zün bevrüd. Het is voor een groot deel aan den organisatie-vorm van het bedrüf te danken geweest en aan het voort durend streven naar ordening tusschen de verschillende bedrüfstakken, dat men tot zulke goede resultaten is gekomen, als die welke in de afgeloopen jaren zün bereikt. Tüdens het verdere gedeelte van de verga- daring, die o.a. werd bügewoond door bur gemeester Eggink, van Havelte, en zün ambt genoot Kasteleün, van Aalsmeer, benevens door vertegenwoordigers van den Minister van Waterstaat, werden verschillende huishoude- lüke zaken besproken, speciaal betreffende een fusie met den Nederlandschen Bond van Touringcarondernemers, waarvan de secretaris, de heer N. Kraak Steemann, een uitvoerig exposé gaf. Na een langdurige bespreking werd 4it punt aangehouden. Na afloop van deze vergadering werd door de aanwezigen deelgenomen aan een diner, waarbij o.a. tegenwoordig was Z. Exc. de Mi nister van Waterstaat, Jhr. ir. O. C .A. van Lidth de Jeude. Naar aanleiding van de verschillende pers berichten over het binnenlandsch luchtverkeer in 1936, deelt de KI.M. mede, dat gedurende den zomer van dit jaar de luchtdiensten op Zeeland en Groningen tweemaal per dag ge vlogen zullen worden. Bovendien zal geduren de het hoogseizoen de Zeeland-üjn tot Knocke Zoute worden doorgetrokken. Omtrent de luchtdiensten op Twente en Eindhoven zijn nog onderhandelingen met de betrokken instanties gaande. Binnenkort zal hieromtrent een beslissing vallen. Verschenen is het verslag over het achtste boekjaar der Nederlandsche Middenstandsbank. Wij ontleenen daaraan het volgende: Van verbetering der toestanden op het ge bied van internationalen handel en verkeer was ook in 1935 nog geen sprake. Het spreekt wel vanzelf, dat de handeldrij vende en industrieele middenstand in toenemen de mate de gevolgen van dit alles ondervond. De vele ingekomen aanvragen om erisiscrediet spreken in dit opzicht een duidelijke taal. Ook de indiening van een wetsontwerp tot gedeelte- lüke garandeering door het Rijk voor verliezen op rentegevende voorschotten aan kleine mid denstanders is een symptoom van den hoogge- stegen nood in die kringen. Tegen het einde van het jaar kv.tam er eenig licht in de duisternis van de economische in zinking door de zich baanbrekende opleving in het Amerikaansche bedrijfsleven. Het is een bekend verschijnsel, dat de groote schommelingen in de conjunctuur niet direct merkbaar worden in den detailhandel. Even zeer als de crisisverschünselen zich in midden standskringen veel later openbaarden dan in den groothandel, zal ook de verbetering in het kleinbedrijf vermoedelijk later intreden dan in het grootbedrüf. Hoewel het aantal relaties in het verslagjaar wederom toenam, liep toch het bedrag der aan de Bank toevertrouwde gelden terug, zooals uit de volgende opstellihg blijkt: Crediteuren, deposito's en spaargelden 31 De cember 1934 16.819.984 tegen 15.670.635 op 31 Dec. 1935. Deze teruggang moet voornamelük worden toegeschreven aan de algemeene onrust gedu rende de periode AprilOctober. Echter moet ongetwijfeld ook een deel van deze vermindering op rekening worden gesteld van het interings- proces, dat zich in middenstandskringen vol trekt. Het uitstaande crediet zoowel aan cliënten, als aan de met ons in relatie staande zelfstan dige banken, vertoonde een stijging van 16.924.000 tot 18.190.000. In het verslagjaar werden verleend credieten tot een gezamenlijk bedrag van 2.980.770 tegen 2.954.624 in 1934. In deze cijfers zijn ook begrepen de, onder garantie van den Staat, verleende crisis-credie- ten. Ook in 1935 zagen wij ons genoodzaakt enkele posten met verlies af te wikkelen, welk verlies ten laste der vroeger gevormde „Reserve tegen Bedrijfsrisico's" wterd gebracht. Voor groote te leurstellingen bleven wij echter gespaard. Het totaal der baten bedroeg 1.111.703 (v. j. 1.108.150); de onkosten en salarissen be liepen 994.106 (v. j. 970.971); brutowinst 117.597 (v. j. 137.179)saldo Ao. Po. 5.155. Afgeschreven werd op inventaris en safe-inrich tingen 67.205. Gereserveerd tegen bedrijfs risico's 50.000, waarna een netto winstsaldo resteert van 5.547.55. Voorgesteld wordt hier van 3000 te bestemmen voor uitkeering van 5 pCt. dividend aan de houders van preferente aandeelen. De vooruitzichten voor het jaar 1936 laten zich iets hoopvoller aanzien. De grootere be drijvigheid ter beurze in de maanden Januari en Februari had een gunstigen invloed op de resultaten onzer Effecten-afdeeling. 't Genoeglükste van die soiree's vind ik altijd de gedachte, dat je binnen de drie uur er van af bent en dat vreese- lijke smokinghemd weer uittrekken kunt. (Dimanche Illustré). Vele menschen, die niet altüd gelegenheid hebben om 's zomers dagen of weken van het schoone Nederlandsche landschap te genieten, zün thuis te brengen onder die categorie van personen, die men „dagjesmenschen" noemt en die loopend of op de fiets zoolang als de zon schünt er op uit trekken. Anderen zijn er. die misschien gemakkelijker zün uitgevallen of wier uithoudingsvermogen niet zoo groot meel is, en hier staan de houders van garages en taxi-ondememingen klaar. Zü organiseeren rondritten onder de meest verlokkende om standigheden De Utrechtsche taxi-ondernemer J. R. orga niseerde gedurende de zomermaanden tochtjes naar Loosdrecht. De directie van de geregelde autobusdienstonderneming naar Maarssen zag vele van haar klanten naar haar concurrent overloopen en maakte den veldwachter van Loosdrecht er op attent, dat J. R. geen vergun ning had. Een proces-verbaal volgde en Vrijdag stond J. R. als verdachte voor den Utrecht- schen Kantonrechter mr. Mers. Uit de bekentenissen van verd. bleek, dat de tocht naar Loosdrecht ongeveer drie maal per week werd ondernomen. Amsterdammers, die per boot naar Loosdrecht waren gekomen, maakten met den autobus een toertje door het Gooi, terwijl de Stichtenaren met de boot naar Nieuwersluis stoomden, van waaruit zij de terugreis naar Utrecht aanvaardden. Inmiddels was er nog genoeg gelegenheid om te zwemmen of rond te wandelen. Verd. noemde zijn dienst geen geregelden autobusdienst, maar een zuiveren rondrit. Was dit niet het geval dan zou men goedkooper per taxi naar Loosdrecht kunnen gaan. De ambtenaar van het O. M. vond deze quaes- tie niet van principieelen aard maar een ideaal van een overtreding van de wet op de openbare vervoermiddelen waarbü niet geconcession- neerde ondernemingen hun ritten den naam van rondritten geven, bovendien ondervinden an deren er schade van. Deambtenaar requireerde 6.subs, drie dagen. De verdediger mr. E. L. Visser uit Den Haag, merkte in zijn pleidooi allereerst op dat de quaestie wel van principieelen aard is. Er is hier sprake van een rondrit want de passagiers worden van punt van uitgang naar punt van uitgang gebracht, en pl. kwam tot de conclusie dat de wet niet op rondritten van toepassing is, want er wordt in deze wet gesproken van een communicatie tusschen twee plaatsen, het geen in het onderhavig geval niet gezegd kan worden. Met vele voorbeelden waarbü pl. eenige arti kelen uit de wet op Openbare Vervoermiddelen voorlas, toonde de verdediger aan, dat de or ganisatie van een rondrit niet geconcessionneerd behoeft te zün. Pl. vroeg vrijspraak. De ambtenaar van het O. M. meende onder scheid te moeten maken tusschen rondritten als deze waarbü een ander schade wordt ge daan en die onafhankelük van welke omstan digheid ook doorgang vinden en rondritten door de bloeiende Betuwe e.d. Op grond hiervan per sisteerde hü bü zün eisch. Mr. E. L. Visser vond deze opvatting onjuist. Volgens pl. mag de omstandigheid, dat hier concurrentie in het spel is, niet van invloed zijn op de strafbaarheid. De kantonrechter zal 3 April schriftelijk von nis wijzen. Het m.s. „Almkerk", dat, zooals gemeld op de Schelde in aanvaring is geweest, zal te Rot terdam worden gerepareerd. Men is thans bezig het schip te lossen, terwijl de lekkage door een cementbekisting voorloopig gedicht wordt. De „Almkerk" vertrekt vermoedelijk 23 of 24 dezer van Antwerpen naar Rotterdam. Vrijdagmiddag omstreeks drie uur brak brand uit in het huis, bewoond door J. W. te Dreumel, handelaar in Russische ponies. Het vuur greep snel om zich heen en sloeg over naar de schuur van den heer Van T., waaraan grenzen diens woonhuis en café. Het geheele complex werd een prooi der vlammen, waaraan niets te blusschen viel. Verder verplaatste het vuur zich naar het woonhuis en slagerij van den heer Van R. Ook deze werden in de asch gelegd. Vervolgens viel de woning van den smid Van R. aan de vernielende vuurzee ten prooi. De smederij wist men te behouden. De gemeente Wamel verleende assistentie met haar brandbluschmiddelen. Dreumel zelf heeft slechts een handbrandspuit. De oorzaak van den brand is onbekend; ver zekering dekt de schade. Zeer onbehoorlijk was het, dat eenige man nen zich aan drank, uit het café van den heer Van T. in veiligheid gebracht, te buiten gin gen, zoo bovenmatig, dat zy in staat van dronkenschap verkeerden en de politie veel last bezorgden. Twee hunner werden onder veel verzet gearresteerd. Vrüdagmiddag omstreeks half zes is nabü het Hunerpark te Nümegen, bij den aanleg van den toegangsweg naar de Waalbrug, de 76-jarige mej. E. V. uit Nümegen, die daar den plantsoenaanleg gadesloeg, door een achteruit- rijdenden vrachtauto gegrepen en tegen den grond geworpen, terwijl een der zware wielen haar over het hoofd ging. Zü werd zwaar gewond opgenomen en op last van een geneeskundige per autobrancard naar het St. Canisius-ziekenhuis vervoerd. Onderweg is de dame aan de wonden be zweken. Vrüdagmiddag brak brand uit in de brand- stoffenzaak van den heer G. Biersteker te Broek op Langendijk. Twee groote schuren met brand stoffen werden vernield en brandden tot den grond toe af. De oorzaak bleef onbekend. Ver zekering dekt de schade. Benoemd tot notaris binnen het arrondisse ment Middelburg, ter standplaats Kortgene J. J. W. Klop. cand-not. te Doetinchem. De eere-medaille der Orde van Oranje-Nas- sau in goud is toegekend aan J. A. Ameln, tüd. waam. magazü'nmeester 1ste kl. bij de Zoutwin ning in Ned.-Indië. Benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje- Nassau G. E. Haagens, te 's-Gravenhage, secr. sub-commissie voor de industrie van de Neder landsche deelneming aan de Wereldtentoonstel ling Brussel 1935. Benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje- Nassau ir. L. L. Graaf van Randwück, won. te Aerdenhout, gem. Bioemendaal, penningm. Dia- conessenhuis te Haarlem. Met 15 Maart bij het Departement van Land bouw en Visscherü benoemd tot hoofdcommies in vasten dienst Drs. D. J. van Dük, thans werkz. bü het Staatsvisschershavenbedrijf te IJmuiden. Te rekenen van 1 Januari 1936 benoemd tot scheikundige-bacterioloog bü het Rüksbureau voor Drinkwatervoorziening dr. L. H. Louwe Kooymans, thans tüd. Benoemd tot (tweeden) secretaris van den Raad van Beroep voor de Directe Belastingen te Breda, mr. W. J. I. van Wümen, adv. en proc. te Breda, pi.verv. griffier van den Raad van Be roep (S. V.) te 's-Hertogenbosch. 30 uJh werkelijkheid bestond alles, wat Mal- te Highmarket bezat in zijn aan- K** in de zaak en zijn eigen woon- érf- Toen hü kapitaal begon te krijgen, 3 hij het in gemakkelük te converteeren ef- w'en belegd, die hü zonder moeite onmiddel- 3 te Parijs, New York of Weenen te gelde kon tfc^en. Als burgemeester kon hü zonder opzifen t6i bekken gemakkelijk voor gemeentezaken op dèn eaan en hinnen een paar uur buiten onmid- r- hik bereik zijn en zich kort daarna zelfs qeeds in het buitenland bevinden. Hü had er iha laatsten tijd toch al over gedacht om High- wrket te verlaten en te gaan rentenieren. Hij w5 vroeger immers ook al eens verdwenen; wfNfcn zou hü het nog niet eens doen? Voor hü naar het kantoor ging, had dit idee hem SP« in beslag genomen. Inmiddels was er g dat dien dag in de zaak moest worden af- tfen®11 en he afwezigheid van Stoner bezorgde l^jjj twee compagnons meer werk dan gewoon- twalf uur echter moest Mallalieu naar tw stadhuis om een vergadering van de com- van Openbare Werken bü te wonen. Juist toen de vergadering was afgeloopen fen hü zich naar huis wilde begeven om te lunchen, kwam de commissaris van politie zün kamer binnen. „Ik heb slechte tüding voor u, münheer de burgemeester," zei hü opgewonden. „Uw kan toorbediende is zeker vanmorgen niet aan de zaak geweest?" „Hoe zoo?" vroeg Mallalieu, zich schrap zet tend, omdat hü wist wat komen zou. „Wat is er aan de hand?" „Hü heeft een ongeluk gekregten," antwoord de de commissaris. „Om kort te gaan, münheer, enkele menschen hebben, een uur geleden on geveer, zün lijk gevonden in de Habwick-groeve en het is naar het ziekenhuis gebracht, 't Zal het beste zijn, dat u meegaat, burgemeester mijnheer Cotherstone is ook reeds gewaar schuwd." Mallalieu volgde hem zwügend, doch toen zü op straat waren en Cotherstone ontmoetten, zei hij tot dezen: „Begrijp jü er iets van? Hü is vol gens zün hospita sedert Zaterdagmiddag weg. Toen hü vanmorgen niet present was heb ik een boodschap naar zün huis gestuurd. Begrijp jü er iets van?" „Het schünt een ongeluk te zün," zei de com missaris, „de mfenschen, die hem vonden, be merkten dat er een hek boven aan den rand van de groeve was gebroken en toen zij omlaag keken, zagen zü het lük in de diepte liggen. Zü gingen naar beneden en herkenden Stoner. Het schijnt dat hij op die leuning gezeten heeft of er tegen aan leunde en dat het hek bezweken is met het gevolg, dat hij hals over kop naar be neden tuimelde, 't Is daar zeker vüftig voet diep, burgemeester. Het is de eenige veronderstelling. Dokter Rockliffe is nu bü het lük." Mallalieu moest zich geweldig inspannen om zijn kalmte te bewaren en volgde met ernstig gelaat den commissaris naar het ziekenhuis. De dokter en enkele mannen stonden om het lijk en Cotherstone keek van terzüde naar Mallalieu met een blik, die dezen laatste vrees aanjoeg. „Dat is een leelijk geval, dokter, mompelde hü, terwül hü dezen een hand gaf. „Begrüpt u er iets van? Heeft u reeds iets kunnen vasttsellen?' Dokter Rockliff trok zijn lip op en zijn ge laatsuitdrukking werd ondoordringbaar. Hü be waarde eenige oogenblikken een diepzinnig stil- zwügen en toen hü eindelük sprak, klonk zün stem buitengewoon ernstig. „De jongeman heeft den nek gebroken en de ruggegraat eveneens. Elk letsel afzonderlük zou al voldoende geweest zün om den dood te veroorzaken. Maar dit! Zie eens!" Hij wees naar een blauw gezwel aan den slaap en vol afgrijzen krulden zich zün lippen. „Dit is door een slag veroorzaakt," zei hü zoo mogelük nog ernstiger dan zooeven. „Een slag met een of ander stomp voorwerp. En een he vige slag ook. Hü moet er oogenblikkelük door gedood zün hij zal dood zün geweest vóór hü naar beneden viel." Mallalieu moest zich bovenmfenschelük geweld aandoen om niet te beven. „Maar kan hij in zijn val niet met zijn hoofd tegen uitstekende rotspunten geslagen rijn?" vroeg hü. „Neen," zei de dokter met norsche overtui ging, „dat is niet door aanraking met een rots of vooruitspringenden steen veroorzaakt. Het is het gevolg van een hevigen slag met een stomp voorwerp een ploertendooder, een knots of een zwaren stok. Dat is niet waarschünlük, het is een uitgemaakte zaak" Cotherstone, die kalm op den achtergrond stond, opperde den vraag. „Zün er soms teeke nen van berooving ontdekt?" „Neen, mijnheer," antwoordde de commissa ris van politie beleefd. „Ik heb alles wat op hem gevonden is, op mün bureau. Het was niet veel. Horloge en ketting, een halve souvereign, eenig los zilver- en kopergeld, zün PÜP en ta bak, een notitieboekje met een paar onbelang rijke aanteekeningen dat is alles. Neen, het lük is niet geplunderd!" „Hebt u de plek waar hij gevonden is al on derzocht?" vroeg Cotherstone. „Geen teekenen van worsteling of voetstappen of iets van dien aard ontdekt?" „Hoegenaamd niets," antwoordde de commis saris. Ik heb het gebroken hek en de omgeving zelf nauwkeurig onderzocht. Voetstappen kan men daar op dat stugge, korte gras niet onder scheiden." „En is er niets gevonden?" vroeg Mallalieu. „Geen wapens of zoo iets?" Hü kon niet nalaten deze vraag te stellen, want de angst om zün stok overmeesterde hem. En toen de commissaris en de twee mannen, die hem bü het onderzoek hadden geholpen, verklaarden, dat zij in het geheel niets hadden gevonden, had hü moeite om een zucht van ver lichting te onderdrukken. Nadat de lükschouwing geëindigd was, ver- wij derden de mannen zich en Mallalieu koester de zich met de hoop, dat zün stok in een rots spleet of tusschen de braamstruiken terecht zou zün gekomen. Het was in elk geval heel goed mogelük, dat de stok ergens lag, waar hü nooit zou worden ontdekt. Nu het lük eenmaal ge vonden was kon hü veilig naar de plek des on- heils gaan onder voorwendsel van belangstelling en kon dan üverig zoeken of hü den stok niet hier of daar vond. Was dat zoo, dan zou hü hem in een diepe spleet verbergen of eenvoudig mee terugnemen. Dat was een goed idee, en in plaats van naar huis te gaan om te lunchen, gebruikte hü in een restaurant een sandwich en een glas ale, waarna hü alleen naar de plek wandelde. Het nieuws van dezen tweeden, merkwaardi- gen dood had zich als een loopend vuurtje door Highmarket verspreid en Brereton vernam het in den loop van den middag. Aangezien 'lij toch in verband met de zaak Harborough uit moest gaan, liep hü even het politiebureau binnen waar hü den commissaris in een ernstige, som bere stemming aantrof. „Die soort van dingen irriteeren mü, münheer Brereton," zei hü met een diepen zucht. „Of het komt doordat ik aan die dingen niet gewend ben den hemel zü dank hebben wü gedurende mün geheelen diensttüd zoo goed als niet met die soort dingen te maken gehad of dat het iets anders is, ik weet 't niet, maar het idee, dat de dood van dien jongen man op eenigerlei wüze in verband staat met dien van Kitely wil mij maar niet los laten. Ik zit er den geheelen middag al over te piekeren, münheer. Want alle doktoren er zün er reeds verscheidene hier geweest ver klaren eenparig, dat Stoner doodgeslagen is en wel door een hevigen slag; hü was naar alle waarschünlükheid reeds dood teen hij door of over het hek viel. Münheer Brereton, ik twüfel er niet aan of wü hebben hier met een nieuwen moord te doen." „Maar hebt u voor die meening eenigen grond?" vroeg Brereton, „is er iemand die daar een of ander motief voor zou kunnen hebben? Bestond er een liefdesavontuur, jalousie of iets dergelüks, voor zoover u weet?" „Neen, daar ben ik zeker van. De geheele stad praat over het geval. En als zooiets het geval zou zijn, zou ik het nu zeker al vernomen heb ben. Roofmoord was het ook niet, hoewel de stakker maar weinig bü zich bleek te hebben. Hier is alles wat op het lük gevonden is," ver volgde de commissaris, een lade van zijn schrijf tafel opentrekkende. „Bekijkt u het maar eens. Een oogenblikje, münheer Brereton." Hü verliet de kamer. Brereton sloeg geen acht op 't horloge en de portemonnaie, doch greep onmiddellijk naar het notitieboekje en bladerde dat door. Er stond niet veel bijzonders in. Hoofd zakelijk aanteekeningen betreffende kantoorza ken en enkele cüfers. Maar op de laatste blad- züde vond hij een notitie, die hem plotseling deed schrikken. Want daar las hü weer diezelfde voorletters: M. C. verd. bouwv. Wilchester ArrondRechtb. 81 2000 pond niet verantwoord. 2 jaar K. Kr. (wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 3