VERDRAG MET POLEN
DE RUYTER-MEDAIL
UITGEREIKT
Het wrekend verleden
WOENSDAG 25 MAART 1936
Pensionneering van
spoorwegpersoneel
Gewijzigd voorstel tot verlaging
der leeftijdsgrens door „St.
Raphael" goedgekeurd
APOSTOLAAT TER ZEE
Mgr. Huibers neemt de leiding
van de Federatie op zich
SPAANSCHE MONETAIRE
MAATREGELEN
De beteekenis ervan
Dinsdagmiddag in Den Haag
geparafeerd
TEWERKSTELLING VAN
BUITENLANDERS
Minister Slingenberg over de
Venlosche kwestie
NIEUWE TUBERCULOSEFILM
Wie wil een scenario schrijven?
ZOELENS BURGEMEESTER
EN DE S.D.A.P.
Minister vindt dat geen bevoegd
heden zijn overschreden
HET VERSCHE BROODJE
Een enquête ingesteld
Jubileum Universiteit
van Heidelberg
Amsterdamsche Senaat zendt
alleen gelukwensch
HEFFING REISBELASTING
Eenige wijzigingen bepleit
GEWESTELIJKE TARWE,
ORGANISATIES
Benoeming van directeuren
LOONSVERLAGING
BIJ PHILIPS
De directie neemt voorstellen
der arbeiders over
WILDE AUTOBUSDIENST
Wederom geldboete geëischt
Hr. Ms. „HERTOG HENDRIK"
Oefeningsreis met torpedobooten
en onderzeeërs naar de Oostzee
Schatkistbiljetten
In totaal toegewezen een bedrag
van f39.185.000
VAN RECHTSVERVOLGING
ONTSLAGEN
Wijze van colporteeren niet in
strijd met politieverordening
BUITENLANDSCHE MUSICI
Tegen caféhouder in hooger beroep
dezelfde straf geëischt
TWEE JAAR GEËISCHT
Wegens poging tot brandstichting
INZENDING VAN KONINGIN
WILHELMINA
Boerderijbrand te Enter
Aan overste Van der Kun, den
toenmaligen commandant
van H. M. K XIII
DE HILLEGOMSCHE STEUN-
KWESTIE
Uit het schildersbedrijf
Jubileum Julius Gless
Goudvoorraad
Ned. Bank
SCHOOLGELD VERDUISTERD
Twee en een half jaar gevangenis
straf geëischt
HET ONGEVAL BIJ LENT
Toestand van den gewonde
bevredigend
UIT DE STAATSCOURANT
Rijkswaterstaat
Ond er scheid ing
Burgemeester
Meteorologisch Instituut
Ontslag hoogleeraar
Onderscheidingen
DOOR J. S. FLETCHER
SPECIAAL VOOR U DAMES i> dt rubriek
WAT DE TONG STREELT (pag. 4)
In het gebouw voor K. en W. te Utrecht
werd Dinsdag een vergadering gehouden van
de afdeelingsbesturen van den Ned. R. K.
Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel „St.
Raphaël" in verband met de voorstellen van
de Directie der Spoorwegen tot vervroegde pen
sionneering van het personeel.
Zooals men weet, was het voorstel, om aan
de Directie bevoegdheid te geven om ieder van
het personeel op 55-jarigen leeftijd te pen-
sionneeren, verworpen, waarna de Personeel-
raad opnieuw met de Directie overleg heeft
gepleegd. Er is toen overeenstemming bereikt
over gewijzigde voorstellen (door ons reeds ge
publiceerd) die in het kort hierop neerkomen,
dat de Directie de bevoegdheid krijgt ieder van
het personeel op 60-jarigen leeftijd ontslag
te verleenen met dadelijk ingaand pensioen en
personeel van 55 jaar of ouder op eigen ver
zoek door de Directie kan worden gepension-
neerd. Er rekening mee houdend, dat 500 man
overcompleet personeel moet afvloeien, kan het
hoofdbestuur zich met het nieuwe voorstel ver
eenigen.
De vergadering werd geleid door den heer
Ij. H. Wigman uit Hilversum, die al spoedig
het woord verleende aan den secretaris, den
heer H. F. Timmermans. Deze gaf een over
zicht van de geschiedenis van de tot stand-
koming van de voorstellen.
Na de verschillende punten van het voor
stel te hebben uiteengezet, wees spr. erop, dat
het recht van oud-H. S.'ers om met 60-jarigen
leeftijd met pensioen te gaan, onaangetast
blijft, en iemand van 55 tot 60 jaar, die als
deze voorgestelde wijzigingen in de wet zijn
opgenomen, pensioen vraagt, geen aanvulling
van zijn bezoldiging krijgt. Wel zal iemand,
die wegens invaliditeit voor het bereiken van
den 60-jarigen leeftijd met pensioen ontslagen
wordt, zoolang de huidige terzake geldende
bepalingen van het R. D. V. van kracht blij
ven, de bekende aanvulling op zijn bezoldiging
ontvangen-
Met nadruk wees spr. erop, dat het er niet
om gaat de Pensioenwet essentieel te wijzigen;
zoodra het over-compleet weg is gewerkt, wordt
de bij de wet bepaalde leeftijdsgrens voor pen
sionneering weer ingevoerd.
De afdeeling Utrecht bracht dank aan den
Personeelraad, in het bijzonder aan den heer
Timmerman, voor wat met deze nieuwe voor
stellen was bereikt.
Tilburg wenschte algemeene pensionneering
op 60-jarigen leeftijd en niet alleen, wanneer
er overcompleet personeel is. Men wenschte dit
vooral in verband met de steeds meer doorge
voerde rationalisatie, in het bijzonder in de
werkplaatsen.
Nog werd medegedeeld, dat ongeveer 25 pCt.
onder artikel 24 I b der Pensioenwet valt.
De vergadering keurde de houding van het
hoofdbestuur goed om de voorstellen te aan
vaarden.
Medegedeeld werd, dat het bestuur zal trach
ten om gedaan te krijgen, dat personen, die
tusschen 55 en 60 jaar worden gepensionneerd,
nog een jaar loon krijgen.
Z. H. Exc. Mg. J. P. Huibers, Bisschop van
Haarlem, heeft als opvolger van wijlen Mgr.
Aengenent, den stichter der Federatie van het
Apostolaat ter Zee, de algemeene leiding daar
van op zich genomen.
Moge het Apostolaat ter Zee in Nederland on
der Zijn hooge leiding met den altijddurenden
Hijstand van de Sterre der Zee groeien en
bloeien.
Ter opheldering van twijfel, die gerezen blijkt
t® zijn inzake de interpretatie van de nieuwe
beschikkingen van het Spaansche Ministerie
van Financiën (regeling van dén uitvoer uit
Spanje van bankbiljetten) werd ons van offi-
cieele zijde het volgende medegedeeld:
De voorgeschreven formaliteiten, vervat in
bet decreet van 16 dezer, hebben hoofdzakelijk
betrekking op de volgende gevallen:
1. bij het verlaten van Spanje met Spaansche
bankbiljetten
2. bij acceptatie door Spaansche banken en
buitenlandsché banken die in Spanje werken
van bankbiljetten, die uit het buitenland zijn
°otvangen;
3. bij verhandeling in het buitenland van
bankbiljetten die in Spanje op rekening moe
ten worden vergoed, ten gunste van buiten-
^•Pders.
In het buitenland woonachtige Spanjaarden,
'n het bezit van bankbiljetten, die zü niet wen-
®chen aan te wenden voor het doen van stor-
higen in Spanje ten gunste van vreemdelin-
gen, kunnen te allen tijde, zonder vaststelling
van welken termijn ook, deze biljetten bij hun
terugkeer naar Spanje invoeren, zonder eeni-
gerlei moeilijkheden te ondervinden. Ditzelfde
geldt voor buitenlandsche toeristen, die naar
Spanje komen met bankbiljetten, ten einde
deze te gebruiken om hun verblijfkosten te
betalen.
Spaansche exporteurs zullen niet, ter beta
ling van uitgevoerde goederen, bankbiljetten,
welke uit het buitenland afkomstig zijn, kun
nen accepteeren.
Naar ons ter oore komt zijn de onderhande
lingen tusschen de Nederlandsche en Poolsche
delegaties betreffende de handelsbetrekkingen
tusschen de beide landen thans ten einde.
Dinsdagmiddag zou het douane- en contingen-
teeringsverdrag door mr. A. v. Kleffens, leider
der Nederlandsche delegatie en door den Pool-
schen gezant, dr. Babinski, geparafeerd worden.
De Poolsche delegatie zou Dinsdag Den Haag
verlaten.
De minister van Sociale Zaken, de heer
Slingenbsrg, heeft het volgende geantwoord op
schriftelijke vragen van het Tweede-Kamer
lid Kuiper in verband met een verleende werk
vergunning voor een aantal Duitsche en in
Duitschland woonachtige Nederlandsche arbei
ders bij een bouwwerk te Venlo:
Aan een in Duitschland wonenden aannemer
is door den directeur van den Rijksdienst
der Werkloosheidsverzekering en arbeidsbemid
deling vergunning verleend om op een door
hem uit te voeren werk, bestaande in het bou
wen van een landhuis, te Venlo, vijf Duitsche
arbeiders te plaatsen, onder voorwaarde, dat
bij hetzelfde werk een gelijk aantal Neder
landsche arbeiders te werk zouden worden
gesteld.
Moeilijkheden, in het internationale beta
lingsverkeer maakte tewerkstelling uitsluitend
van Nederlandsche arbeiders bezwaarlijk. De
zelfde reden gold voor den aannemer, om de
te werk te stellen Nederlanders te kiezen uit
Nederlanders, in Duitschland wonende.
Het advies, dat de directeur van de arbeids
beurs te Venlo in dezen gegeven heeft, draagt
een vertrouwelijk karakter, zoodat geen vrij
heid gevonden kan worden dienaangaande me-
dedeelingen te doen.
De Nederlandsche Centrale Vereeniging tot
bevrijding der Tuberculose schrijft:
Er bestaan plannen, voor een nieuwe Neder
landsche Tuberculose-film te maken. Daarvoor
is een pakkend scenario noodig. Wie lust ge
voelt, hierop zijn krachten te beproeven, wen
de zich om nadere inlichtingen tot de Neder
landsche Centrale Vereeniging tot bestrijding
der tuberculose, Rlouwstraat 7, Den Haag.
De bedoeling is, voor de twee beste inzendin
gen niet-onbelangrijke geldprijzen beschikbaar
te stellen.
De minister van Binnenlandsche Zaken heeft
een antwoord gezonden op schriftelijke vragen
van den heer Faber, lid der Tweede Kamer,
betreffende de door den burgemeester van Zoe-
len gesteldè voorwaarden voor het houden van
een feestvergadering van de afdeeling Zoelen
van de S. D. A. P. op 14 Februari 1936.
De minister antwoordt, dat het juist is, dat
de burgemeester van Zoelen, toen hem toe
stemming werd gevraagd voor deze feestverga
dering, waarbjj het normale sluitingsuur zou
worden overschreden, aan het verleenen van
toestemming voorwaarden heeft verbonden.
De minister is echter niet van oordeel, dat
de burgemeester de grens van zijn bevoegdhe
den heeft overschreden. Wel wil hij hem er op
opmerkzaam maken, dat het ten gehoore bren
gen van ons volkslied, ingevolge voorschrift,
als middel om het sluitingsuur aan te kondi
gen, aan de waarde van en den eerbied voor
dat lied afbreuk doet.
Het comité van actie voor versch brood aan
het ontbijt heeft tot alle organisaties van werk
gevers en werknemers in het bakkersbedrijf een
rondschrijven gericht waarin het volgende wordt
gevraagd:
„Overeenkomstig de toezeggingen gedaan door
Dr. F. E. Posthuma in zijn rede bij de aanvaar
ding van het voorzitterschap van ons Comité, is
het ons een genoegen u te kunnen mededeelten,
dat het Comité in zijn huidige formatie alle op
geworpen vragen inzake het versch-brood-vraag-
stuk aan een diepgaand onderzoek wenscht te
doen onderwerpen. In verband hiermede zouden
wij het zeer op prijs stellen, indien u ons het ge-
noegten zoudt willen doen, ons een uitvoerig en
gedocumenteerd antwoord te verstrekken op de
volgende vraag:
„Waarom is het naar uwe meening wel of niet
mogelijk om de bepalingen inzake het afleve
ringsuur uit de bakkerij-paragraaf der Arbeids
wet te doen vervallen onder handhaving van de
huidige wettelijke voorschriften inzake het aan-
vangsuur der werkzaamheden."
Uitdrukkelijk brengen wij onder uw aandacht,
dat wij het vermelde in het laatste gedeelte der
gestelde vraag als uitgangspunt wenschten te be
schouwen en dat het onder geen beding in de
bedoeling ligt hieraan op welke wijze ook te
tornen."
Antwoord wordt vóór 4 April as" ingewacht.
De Senaat der Universiteit van Amsterdam
heeft besloten ter gelegenheid van het 550-
jarig jubileum van de Universiteit van Heidel-
berg, om principieele redenen wel een geluk
wensch, maar geen vertegenwoordiger te zenden.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Den Haag heeft zich naar aanleiding van
het wetsontwerp tot heffing van een reisbelas-
ting tot de Tweede Kamer gewend met een
adres, waarin verschillende opmerkingen worden
gemaakt, die het bedrijfsleven in het algemeen
en dat van haar gebied in het bijzonder be
treffen.
In de eerste plaats heeft de K. van K. ge
troffen, dat reizigers naar de Nederlandsche
overzeesche gewesten niet uitgezonderd zijn.
De K. van K. acht het gewenscht dat het aan
tal dagen, doorgebracht in de Nederlandsche
overzeesche gewesten op den duur van de reis
in mindering gebracht wordt.
Voorts dringt de K. van K. er op aan, dat de
categorie van beroepsreizigers, voor wie uitzon
deringsbepalingen zijn ontworpen, wordt uitge
breid met directieleden, procuratiehouders en
andere employé's. die in een handelszaak een
leidende functie bekleeden.
De minister van Landbouw en Visscherij heeft
met ingang van 16 September 1935 benoemd
tot directeur der Stichting Gewestelijke Tarwe-
Organisatie voor Friesland: N. H. Blink, te
Leeuwarden: Gelderland, Utrecht en Overijssel:
H. Ruijter, te Arnhem; Noord- en Zuid-Hol
land: ir. T. P. Huisman, te 's-Gravenhage;
Zeeland: ir. J. D. Dorst, te Goes: Noord-Bra
bant: ir. C. J. van Meel, te Hilvarenbeek.
De directie van de Philipsfabrieken te Eind
hoven heeft aan de metaalbewerkersbonden
meegedeeld, dat zij het gewijzigde loonsvoorstel
der arbeiders overneemt.
De verlaging met een maximum van 2 cent
zal op 15 April e. k. worden ingevoerd; de ver
dere verlagingen .op 18 Mei e. k.
De officier van Justitie bij de Haagsche recht
bank heeft in hooger beroep bevesti
ging gevraagd van het vonnis van den kanton
rechter te Den Haag, waarbij de garagehouder
S. is veroordeeld tot een geldboete van 1500,
wegens het zonder vergunning onderhouden van
een autobusdienst tusschen Den Haag en Am
sterdam.
Hr. Ms. „Hertog Hendrik" zal volgens het
Handelsblad dezen zomer een oefeningsreis
naar de Oostzee ondernemen, waaraan torpe
dobooten en een divisie onderzeebooten zullen
worden toegevoegd. Waarschijnlijk zullen Oslo,
Kopenhagen, Stockholm en Helsingfors worden
aangedaan.
Het Departement van Financiën deelt inza
ke de uitgifte van Schatkistbiljetten mede, dat
toegewezen zijn:
Voor driemaands promessen een bedrag van
f 19.290.000.tegen den koers van 997.77.
Voor zesmaands promessen een bedrag van
f 3.780.000.tegen den koers van 993.85.
voor 1-jaars biljetten f 7.920.000.tegen den
koers van 1008.75.
Voor 5-jaars biljetten een bedrag van
f 8.195.000.tegen pari.
In totaal is derhalve toegewezen een bedrag
van f 39.185.000.terwijl de totale inschrij
ving bedraagt f 60.864.000.
De gymnastiekleraar N. B. B. is door den
Haagschen kantonrechter, wegens op verboden
wijze colporteeren met het nummer van „Volk
en Vaderland" van 26 October 1935 veroordeeld
tot 10 subs, tien dagen. De ambtenaar van
het O. M., die een boete van 60 subs, dertig
dagen had geëischt, was van dit vonnis in hoo
ger beroep gegaan. Door den Officier van Justi
tie is vrijspraak gevraagd op grond, dat de
wijze van colporteeren door B. niet in strijd is
met art. 12 der algemeene politieverordening.
De Haagsche rechtbank vernietigde het von
nis van den kantonrechter en ontsloeg den ver
dachte van alle rechtsvervolging op grond, dat
de wijze, waarop de verdachte de aandacht van
het publiek had gevestigd op het gedrukte stuk,
niet viel onder de bepalingen van art. 12 sub.
3 der algemeene politieverordening.
De Haagsche rechtbank heeft in hoo
ger beroep de eerste overtreding behandeld van
de wet tot regeling van den arbeid van vreem
delingen en wel in de zaak van den caféhouder
R. uit Den Haag, die door den kantonrechter
is veroordeeld tot 6 subs, zes dagen, wegens
het zonder vergunning laten spelen van buiten
landsche musici in zijn inrichting.
Verdachte voerde als verweer aan, dat het
orkest, dat bij hem werkzaam was, hem plot
seling des Zaterdags in den steek heeft gelaten,
zoodat hij, wilde hij de zaak gaande houden,
verplicht was onmiddellijk andere musici te en-
gageeren, waarin ook' buitenlandsche krachten
werkten, terwijl er dien dag geen gelegenheid
meer was, om tijdig een vergunning aan te
vragen.
Het O. M., waargenomen door mr. Hoekstra,
eischte bevestiging van het vonnis.
Uitspraak 7 April a.s.
Wegens poging tot brandstichting in den
laten avond van 11 December j.l. in zijn wo
ning aan de Rochussenstraat in Den Haag,
stond voor de Haagsche rechtbank terecht de
50-jarige glazenwasscher R. A. K„ thans gede
tineerd.
Het O. M., waargenomen door mr. Blok,
achtte hét ten laste gelegde wettig en overtui
gend bewezen door de verklaringen, bij het
vooronderzoek en ter terechtzitting afgelegd.
Het feit, dat verdachte onder drankinvloed
handelde, beteekent geenszins, dat hij niet ver
antwoordelijk voor zijn daad zou zijn. De offi
cier wees op het gevaar, dat er bestond voor de
belendende perceelen en voor de menschen, die
zich daarin bevonden, en eischte tegen K. twee
jaar gevangenisstraf.
Jhr. mr. J. van Doorn vroeg een voorwaarde
lijke straf op grond, dat K. overigens een goed
werkman is, die geregeld arbeid heeft. Hij ver
zocht mede de invrijheidstelling van zijn cliënt,
hetgeen door de rechtbank werd geweigerd.
Uitspraak 7 April as.
Naar wij vernemen heeft H. M. de Koningin
een teekening (Oude den in Zweden) ingezon
den voor de Algemeene Nederlandsche Kunst
tentoonstelling, die Zaterdag a.s., officieel ge
opend wordt in het Gemeentemuseum te 's-Gra
venhage.
Dinsdagavond ongeveer half vijf brak brand
uit in een boerderij, bewoond door den heer
J. Averdijk te Enter. De brandweer yan Enter
tastte het vuur aan met de motorspuit. Het
woonhuis ging in vlammen op. Verzekering
dekt de schade. De oorzaak is onbekend.
Uw auto is dus gestolen;
kunt U hem precies beschrij
ven?
Ja. Er zat een klein
schrammetje aan 't linker
•natbord. (Schweizer 111.).
In de kamer van den chef van den Marine
staf te 's Gravenhage, vice-admiraal J. de
Graaff, heeft Dinsdagochtend omstreeks half
twaalf een korte, maar niettemin belangrijke
plechtigheid plaats gehad. In tegenwoordigheid
van de officieren bij de afdeeling Marinestaf
werkzaam en van den chef van de afdeeling
personeel van het departement van Defensie,
den administrateur D. J. Sonne, heeft admiraal
de Graaff de gouden De Ruyter-medaille uitge
reikt aan den sous-chef van den Marinestaf,
kapitein-luitenant ter zee L. G. L. van der Kun.
Admiraal De Graaff hield hierbij een toe
spraak, waarin hij er op wees, dat op 24 Maart
de grootste aller Nederlandsche vlootvoogden
Michiel Adriaanzoon De Ruyter geboren is. Bij
gelegenheid van de herdenking van diens ge
boortedag voor 300 jaar, 24 Maart 1907, is o.a.
bepaald, dat zou worden ingesteld een eere-
teeken voor hen, die zich door verdienstelijke
daden voor de Nederlandsche Scheepvaart heb
ben onderscheiden. Dit eere-teeken, de De Ruy-
ter-medaille genoemd, wordt in goud, zilver en
brons geslagen en aan een oranje lint op de
linker borst gedragen. Jaarlijks worden bij den
minister van Waterstaat voordrachten tot toe
kenning op 24 Maart ingediend.
Na afloop van den geslaagden tocht van H.
M. K XVIII was de minister van Defensie van
oordeel, dat de commandant evenals de toen
malige commandant van H. M. K XIII aan
welke officieren het niettegenstaande de daar
aan verbonden enorme moeilijkheden gelukt
was hun notedopjes over onmetelijke oceanen
ongeconvoieerd van Nederland veilig en zon
der eenig malheur van beteekenis naar Indie
over te voeren zich door verdienstelijke da
den hebben onderscheiden ook op het gebied
van de Nederlandsche Scheepvaart. De minister
van Waterstaat was van eenzelfde meening en
op voordracht van dien bewindsman is bij Ko
ninklijk Besluit het eere-teeken in goud door
H. M. de Koningin toegekend aan den kapitein
luitenant ter zee L. G. L. van der Kun en den
luitenant ter zee le klasse D. C. M. Hetterschij.
Admiraal de Graaff sprak de hoop uit, dat de
medaille voor overste Van der Kun steeds een
bijzonder aangename herinnering zal zijn aan
het enorme succes, door hem behaald, met de
overbrenging van de eerste onderzeeboot door
het Panamakanaal naar Ned.-Indië.
Overste Van der Kun sprak een dankwoord.
Een dezer dagen is in de bladen medegedeeld,
dat de minister van Sociale Zaken het gemeen
tebestuur van Hillegom had laten weten, dat,
aangezien bij de uitvoering van de werkver
schaffing en het werken voor den steun te Hil
legom door het departement afwijkingen van de
gestelde regelen waren geconstateerd, enkele wij
zigingen in de leiding van de werkzaamheden
moeten worden aangebracht, weke, kort samen
gevat, hierop neerkomen dat voortaan de dage-
lijksche leiding geheel bij de Nederlandsche Hei-
de-maatschappij moet berusten.
Ter aanvulling van dit bericht vestigt men er
van bevoegde zijde onze aandacht op dat de be
slissing van den minister geenszins gericht was
tegen het beleid van den burgemeester ten
deze, doch tegen dat van B. en W. als college.
Ook de Ned. Chr. Bouwvakarbeidersbond
heeft in een Maandag gehouden vergadering
van zijn bondsraad de voorstellen over de
schilders- en bouwcontracten aanvaard.
Dinsdag 24 dezer zal de ook voor ons land
geen onbekende zijnde Kammersanger Julius
Gless zijn vijftigsten geboortedag vieren en
tegelijkertijd zijn 25-jarig tooneeljubileum.
Julius Gless ontving zijn opleiding van 1908
tot 1911 aan het Conservatorium te Straats
burg onder dr. Hans Pfitzner. Van 19141932
trad hij ieder jaar in de voornaamste theaters
der verschillende landen tezamen met de
grootste zangers, o.a, Jac. Urlus, Walcker,
Vogelstorm onder de beste dirigenten op. Ook
bij de Wagner-Vereeniging te Amsterdam onder
ar. Viotta. Gless trad hier te lande eenige jaren
geleden ook op als medewerkende bij de gast-
voorstellingen van de Münchener Oper in Am
sterdam, Den Haag en Rotterdam. In 1925 werd
hij benoemd tot hoofd-regisseur aan de
Münchener Opernbühne en is sinds 1929 ver
bonden aan het Staatstheater in Schwerin i. M.
Blijkens de jongsten weekstaat steeg de
goudvoorraad van de Nederlandsche Bank in
de afgeloopen berichtperiode met S/2 millioen.
De Maastrichtsche rechtbank heeft de zaak
behandeld tegen J. H. G. uit Heerlen, die ver
dacht werd van verduistering van 17.000 ten
nadeele van de Vereeniging nijverheids- en
ambachts-onderwijs aldaar.
G. pleegde de verduisteringen door de belas
tingaanslagen van de betrokken ouders lager
in te schrijven dan zij waren, waardoor hij de
verschillen in scholgeldberekening te zijnen
voordeele deed verdwijnen. Verdachte bekende
de ten laste gelegde feiten.
De ambtenaar van het O. M. eischte tegen
G. twee en een half jaar gevangenisstraf.
Het stoffelijk overschot van den bij het on
geval bij Lent omgekomen mijnwerker, waar
op Maandag door dr. Hulst uit Leiden sectie
is verricht, is door de justitie vrijgegeven en
wederom naar Eist vervoerd, nadat de kist
wederom verzegeld was. Het lijk is Dinsdag
naar Treebeek, de woonplaats van het slacht
offer, overgebracht en zal Woensdag ter aarde
worden besteld.
De toestand van B. K., het andere slacht
offer, is bevredigend en er bestaat gegronde
hoop op algeheel herstel.
Bij K.B. is met ingang van 1 Mei 1936 aan
den hoofdingenieur-directeur van den Rijkswa
terstaat P. J. P. van der Steur te 's Gravenhage
óp zijn verzoek eervol ontslag uit zijn betrek
king verleend met dankbetuiging voor de door
hem bewezen belangrijke diensten.
Bij K.B. zijn bij het Departement van Water
staat met ingang van 1 April 1936 bevorderd tot
hoofdcommies in vasten dienst J. M. T. Ver
voorn (o.v.) en J. P. Swanbom, beiden thans
commies in vasten dienst.
Bij K.B. is de De Ruyter-medaille toegekend
in goud aan den luitenant ter zee der le klass»
D. C. M. Hetterschij, den kapitein-luitenant ter
zee L G. L. van der Kun en den oud-inspecteur
voor de Scheepvaart in het 3de district T. L.
Mellema; in zilver aan den eersten machinist
P. Visser, in dienst bij de N.V. „Houtvaart" te
Rotterdam.
Bij K.B. van 23 Maart 1936 is aan F. P.
Bruijsten op zijn verzoek met ingang van 1 Mei
1936 eervol ontslag verleend als burgemeester
der gemeente Stein.
Bij K.B. van 21 Maart 1936 zijn opnieuw be
noemd: met ingang van 3 April 1936 tot burge
meester der gemeente Raamsdonk A. J. W. M.
Moons; met ingang van 16 April 1936 tot bur
gemeester der gemeenten GiessenNieuwkerk,
Beursum en Schelluinen, J. G. Diepenhorst, se
cretaris der gemeente Giessen-Nieuwkerk; met
ingang van 25 April 1936 tot burgemeester der
gemeente Stolwijk G. V. W. baron van Hemert
tot Dingshof; met ingang van 23 April 1936 tot
burgemeester der gemeente Burgh W. G. Boot,
secretaris van die gemeente; met ingang van 23
April 1936 tot burgemeester der gemeente Ame
land J. B. W. Bolomey; met ingang van 7 April
1936 tot burgemeester der gemeente O'demarkt
M. Kuipers, secretaris van die gemeente; met
ingang van 8 April 1936 tot burgemeester der
gemeente Merkelbeek J. P. K. Gabriëls: met in-
gasg van 29 April 1936 tot burgemeester der ge
meente Reusel A. A. Willekens, secretaris van
die gemeente.
Bij beschikking van den minister van Water
staat zijn te rekenen van 1 Januari 1936 bij het
Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch Insti
tuut benoemd tot eerste-observator F. Berkhout
en tot radio-telegrafist-observator 2e klasse de
observator J. Th. M. Simons.
Bij K.B. van 23 Maart 1936 is aan dr. L. van
Itallie op zijn verzoek eervol ontslag verleend
als hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Lei
den, met dankbetuiging voor de belangrijke in
deze betrekking bewezen diensten.
Bij K.B. is aan D. J. de Vries te 's Gravenhage,
hoofd van de afdeeling Handel der Koninklijke
luchtvaart Maatschappij voor Nederland en
Koloniën N.V., verlof verleend tot het aanne
men van het ordeteeken van ridder in de Da-
nebrogorde, hem door Zijne Majesteit den Ko
ning van Denemarken en IJsland verleend.
33
>.Ik ben blij, dat u mij dat verteld hebt," zei
'UJ- „Wellicht brengt het klaarheid in iets, dat
mij duister was. Ik zal er toch ernstig
nadenken. Maar is dat nu het huisje van
'e oude vrouw?"
A-vicg ging hem voor op het glooiende smalle
°®tpad, tot zij aan een, door een laag muurtje
J^heind tuintje kwamen, waarin op etenige me-
ijrs afstand van het pad een klein huisje stond.
°en zij de voordeur genaderd waren werd deze
^®°Pend en verscheen er een oude, door den last
i c'r jaren gekromde vrouw. Zij hield eten klein
u^Pje in de hoogte, teneinde de bezoekers be-
r I® kunnen zien.
..Kom binnen, kom binnen," zei ze gul; „Ik
®rWachtte u vanavond wel. Ik begreep wel dat u
rj1 oogenblikje met mij zou komen praten.
aat u maar py yet vuur zitten, het is vanavond
°l,d. Er is vorst in de lucht."
j."Mag deze heer ook binnenkomen, juffrouw
athphtwait" vroeg Avice op Brereton wijzende,
V^ihheer is advocaat en verdedigt mijn vader
O* de rechtbank. U zult er wel geen bezwaar
Or'n hebben om in zijn tegenwoordigheid te
e8en wat u mij wilde mededeelen?"
"Integendeel, och Heere neen!" zei de oude
vrouw glimlachend. „Ik heb in vroeger jaren zoo
dikwijls met advocaten gesproken. Komt u maar
binnen en maak het u gemakkelijk bij den
haard."
Voorzichtig en met groote zorgvuldigheid
grendelde zij de deur, zette haar lampje op ta
fel en ging in een leuningstoel zitten in een
hoek van het kleine vertrek. Zü vouwde haar
handen in den schoot en keek door haar groote,
hoornen bril de jongelieden eenigen tijd strak
aan. Brereton op zijn beurt keek haar met volle
aandacht aan en zag dat zij een beweeglijk ge
laat had met schrandere oogen.
„Je zult wel nieuwsgierig zijn te hooren wat
ik nu te vertellen heb, liefje," begon juffrouw
Hampthwait, terwijl zij Avice glimlachend aan
zag. „En je zult ook wel willen weten, waarom
ik je niet vroeger een boodschap zond. Maar,
zie je, terwijl die geschiedenis voorviel, was ik
afwezig. Ik was bij mijn dochter, die aan de kust
woont en pas vandaag ben ik terug gekomen.
Bovtendien ben ik niet erg bedreven in het
schrijven, maar enfin, we zijn toch bij elkaar en
't is in elk geval beter laat dan nooit; mijnheer
de advocaat zal ook wel blij zijn te hooren wat
ik te zeggen heb."
„Ja natuurlijk zal ik daar blij om zijn," ant
woordde Brereton, „ik kan wel vermoeden waar
over het gaan zal."
De oude vrouw greep naar een doosje, dat on
der haar onmiddellijk bereik stond en nam er
eten opgevouwen krant uit. „Ik en mijn dochter
en haar man hebben gelezen welke beschuldi
ging er tegen Harborough is ingebracht," zei zij.
„Wij hebben het goed doorgelezen. EU wilt u
nu weten waar Harborough dien avond van den
moord op Kitely was? Dat zou zeker eten uit
komst zijn, nietwaar mijnheer de advocaat?"
„Ongetwijfeld," antwoordde Brereton. „Ja, het
zou Maar kunt u
„Ik kan u zeggen, waar Harborough tusschen
negen en tien uur dien avond was," antwoordde
juffrouw Hampthwait met een veelzeggend
lachje. „Als iemand het weet, dan weet ik het,
dat zult u bemerken!"
„Waar was hij dan?" vroeg Brereton ongedul
dig.
De oude vrouw boog zich iets naar hten over.
„Hier op de heide!" fluisterde zij. „Geen vijf
minuten gaans hiervandaan. Op een plek de
juffrouw zal het wel weten Good Folks' Lift
genaamd. Een heuveltje, mijnheer, waarop vroe
ger de heksen dansten, weet u."
„En hebt u hem daar gezien?" vroeg Brere
ton met stijgende belangstelling.
„Met mijn eigen oogen," zei de oude lachtend,
„en als ik hem niet ken, dan kent zijn eigen
dochter hem ook niet."
„Zou het niet beter zijn, als u er alles van
vertelde?" vroeg Brereton.
„Ik ben vroeger jaren ook wel eens getuige
geweest voor de rechtbank," zei ze, terwijl ze
Brereton doordringend aankeek, „u zoudt na
tuurlijk graag willen weten, hoe ik 't voor de
rechtbank zou vertellen, nietwaar, mijnheer?"
„Inderdaad, dat is mijn bedoeling," zei Brere
ton met een bevestigend hoofdknikje.
„Welnu, luister dan," vervolgde zij, „u moet
dan weten mijnheer, dat ik sedert den dood van
mijn man hier woon. Ik kan behoorlijk rond
komen ik heb 't niet breed, maar ik kan toch
de eindjes aan elkaar knoopen. Niettemin laat
ik de kans niet voorbijgaan om er nu en dan
eens een kleinigheid bij te verdienten, door een
haasje of een konijntje te snappen hier op de
heide. Och, dat doen we hier allemaal. Som
mige menschen noemen dat stroopen, maar wij
vinden 't heel natuurlijk en zien er geen kwaad
in. Welnu, op dien bewusten avond ging ik naar
Good Folks' Lift om te zien of er iets in de strik
ken die ik had uitgezet, zat. Er is daar veel kreu
pelhout en ik was net tusschen het lage hout,
toen ik voetstappen hoorde. Ik lette goed op en
zag tusschen het gebladerte door een langen
man met een grijze regenjas aan. En hoe ik
weet, dat die jas grijs was? Omdat hij vlak
voor mij bleef stilstaan om zijn pijp aan te
steken. Hij stond met zijn rug naar mij toe, dus
zijn gezicht heb ik niet kunnen zien. Wel be
merkte ik dat hij een kort grijzend baardje had.
Toen hij eenige meters verder was doorgeloopen
hoorde ik andere voetstappen. Ik herkende de
stem van uw vader, liefje en zag dat zij elkander
begroetten. Heel kort fluisterden zij samen en
kwamen weer langs mij heen en liepen verder
over de heide in de richting van Hexendale.
Toen zij uit het gezicht warten ben ik weer naar
huis gegaan. Dat is alles, mijnheer maar als
die oude man dien avond tusschen negen en
tien uur op de „Shawl" vermoord is, dan kan
Jack Harborough het onmogelijk gedaan heb
ben, want Jack en die groote man waren daar
even over negenen ten gingen toen in tegenover
gestelde richting weg."
„Bent u zeker van den tijd?" vroeg Brereton.
„Ja mijnheer, heel zeker. Het was hier tien
minuten voor negen toen ik wegging en tien
uur toen ik terugkwam. Mijn klok loopt heel se-
kuur."
„Btent u er ook volstrekt zeker van, dat die
tweede man Jack Harborough was," vroeg Bre
reton met aandrang. „Is het uitgesloten, dat u
zich vergist hebt?"
„Vergist hebben! Onmogelijk mijnheer, ik ken
de stem en de houding van Jack Harborough
even goed als die van mijn man zaliger," ver
klaarde zjj met groote beslistheid. „Of het Jack
Harborough wel was? Nou, dat zou ik denken.
Daar is geen twijfel aan mogelijk."
„Hoe weet u zeker, dat het de avond van
den moord op Kitely was?" vroeg Brereton ver
der. „Kunt u dat op etenigerlei wijze bewijzen?"
heel gemakkelijk," zei juffrouw Hampth
wait. „Den volgenden ochtend ben ik weggegaan
naar mijn dochter, aan de kust. Bij het kruis
punt High-Gill hoorde ik dat Kitely dien nacht
vermoord was geworden. Maar men wist na
tuurlijk nog niet dat Jack Harborough er van
verdacht werd, dat vernam ik eerst later uit de
krant."
„En die andere, de lange man met die grijze
regenjas en dat kleine baardje, weet u wie dat
was?"
Juffrouw Hampthwait trok haar schouders op.
„Wat zal ik daarvan zeggen," antwoordde zij.
„Ik geloof, dat hij de man is,- dien ik in de
laatste twee jaar hier in den omtrek verschil
lende malen heb gezien."
„En u zeide, dat zy samen in de richting van
Hexendale gingen?" vroeg Brereton. „Waar ligt
Hexendale?"
De oude vrouw wees naar 't westen. „Land
waarts," antwoordde zij. „Dien kant uit. De juf
frouw kent Hexendale wel."
„Het is een dorpje aan de andere zijde van de
heide ongeveer vijf kilometer hier vandaan," zei
Avice. „Het ligt aan de spoorlijn de man, over
wien juffrouw Hampthwait spreekt, zou daar op
den trein kunnen gestapt zijn."
„Nu juffrouw Hampthwait," zei Brereton
vriendelijk, „wij zijn u zeer dankbaar voor uw
mededeelin'gen en u wilt, als het noodig mocht
zijn, alles wat u ons verteld hebt, zeker wel her
halen voor den rechter?"
„O, natuurlijk," riep juffrouw Hampthwait. „Ik
wil het overal herhalen, waar u maar wilt. Maar
als een oude vrouw u een goeden raad geven
mag u bent een schrander jongmensch
dan zou ik in uw plaats.
„Wat?" vroeg Brereton.
den man in de grijze regenjas opzoeken.
Hij is het dien u noodig hebt."
Zij had intusschen de deur voor hem geoptend
en liet hen uit. Zwijgend vertrokken zij. Brere
ton diep in gedachten over de laatste woorden
van het oudje.
(Wordt vervolgd)
S