IN EN OM HAARLEM
MARIA-STICHTING
COPPENS'
Haarlem, 26 Maart
OPENING
P. A. TAMMER
DONDERDAG 26 MAART 1936
Uit den Gemeenteraad
LIEFDE
EN EER
1
BEDRIJFSKLEEDING
AGENDA
Filiaal te Bloemendaa
Verkoop van „Erres" en
>s Radio, enz. enz.
Philips
u
DOOR M. E.
FRANCIS
GELDINZAMELING ZONDER
VERGUNNING
Politie treedt op tegen colporteur
T aexi-chauff eurs
R. K. MIDDENSTANDS-
VEREENIGING
Algemeene jaarvergadering
DE AUTODIEFSTAL TE
BLOEMENDAAL
List van den oorspronkelijken
eigenaar
PALM-PASCHEN
Feestviering in de Amsterdamsche
buurt
1EDEREN MIDDAG VAN
2-3 UUR POLIKLINIEK
Haarlemsche Bachvereeniging
VAN ONZE RECHTBANK
Valsche munterij
Zijn oom bestolen
Veroorzaken lichamelijk letsel
INSTALLATIE VAN PRAESES
FILBRY
De dienstbode-opleiding
te Haarlem
Personalia
NIET TE EVENAREN!
OVERALL'S vanaf f 2.00
STOFJASSEN vanaf f 2.50
IN PR. PASVORM EN AFWERKING
KONINGSTRAAT 17
hoek PAARLAARSTEEC - TEL'. 11685
Bioscopen
Vrijdag 27 Maart
Bioscopen
BURGERLIJKE STAND
BLOEMENDAAL
üec
■Ulllli
iiiHuuiiiiiiiiiunmiiiiiiiuiiuiuuimiiiiiiiiuaiiuiuiiiHuuiuiiiiinuiiuiiiuiniuiuimwiiumiiiiiiuiiiiiHiiiuiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiui?
By Koninklijk besluit van 5 December 1935
is de raad der gemeente Haarlem aan
gemaand om binnen een termijn van drie
maanden de wedden en loonen van het ge-
m een te personeel te herzien overeenkomstig de
door den Minister van Binnenlandsche Zaken
gegeven richtlijnen. Over deze Koninklijke bood
schap heeft de raad gisteren een geweldigen
boom opgezet, die van twee uur af tot na mid
dernacht de gemoederen der raadsleden in
soms heftige spanning heeft gehouden.
Wat het KoninklUk besluit betreft deed zien
het merkwaardige verschynsel voor, dat de meer
derheid van het college van B. en W. voorstelde
geen gevolg te geven aan het verzoek van de
regeering. Een minderheid van het college, de
heer Roodenburg en de burgemeester, had
een voorstel ingediend om aan de aanmaning
te voldoen, maar by de nieuwe salarisregeling
de bedragen naar boven af te ronden in het
voordeel van het personeel, de korting op den
kindertoeslag in te trekken en eenige overgangs
bepalingen vast te stellen. De heer Roodenburg
ging hierbij van het standpunt uit, dat het
beter is zelf een verlaging in te voeren dan te
wachten totdat de regeering er een oplegt.
De houding van de meerderheid van het col
lege van B. en W. was het, die den geheelen
middag en der» geheelen avond in het middel
punt van de belangstelling stond. Zy werd fel
aangevallen en niet minder warm verdedigd.
Een keurig en- boeiend betoog van den heer-
Bijvoet, die zeide, te spreken namens de anti-
revolutionnaire en christelijk-historische raads
leden en namens een deel van de katholieke
fractie, bracht het debat met één ruk op eer.
hoog peil en in hefc hart van de kwestie. Hij
betoogde, dat z.i. de raad het recht niet had
zich tegen het Kon. besluit, gegrond op artikel
126 van de Ambtenarenwet, te verzetten. Dit
artikel 126 geeft aan de Kroon de bevoegdheid
nieuwe salarisregelingen in te voeren voor het
gemeentepersoneel. Daardoor heeft de gemeente
haar autonomie op dit terrein verloren. Men
kan dit betreuren; het is zoo. Hij vond voor die
opvatting steun in een artikel, dat prof. v. d.
Grinten indertyd heeft geschreven in de Maas
bode. Herhaaldelijk ook is artikel 126 door de
regeering gehanteerd om salarisverlagingen in
te voeren, zulks misschien tegen de oorspron
kelijke bedoeling van den wetgever in, maar
dan toch zonder dat de Staten-Generaal zich
daartegen hebben uitgesproken. "De gelegenheid
om zich tegen deze toepassing v«n artikel 126
van de Ambtenarenwet te verzetten hadden de
Staten-Generaal, toen in 1933 een wyziging
van dit artikel werd voorgesteld. Noch de Eer
ste, noch de Tweede Kamer heeft toen de re
geering een aanmerking gemaakt. Nu óe wet er
is, heeft de raad de wet na te leven .en zich
dus te voegen naar het Kon. besluit van 5 De
cember, dat volgens spreker gelijk staat met een
bevel, waaraan de raad zich niet ontdekken
mag.
De gevolgtrekking lag voor de hand en de
heer Bijvoet trok haar zeer scherp. Hij stolde
de meerderheid van het college van B. en JV-
in gebreke en sprak zelfs van een revolution-
naire daad. Deze uitdrukking is hem in den
loop der debatten herhaaldelijk en door vele -
sprekers kwhlijk genomen. Wethouder van Liemt
meende zelfs er tegen te moeten protesteeren.
In tweeden termyn heeft de heer Byvoet de
be teekenis van zyn woorden dan ook zeer ver
zacht.
Intusschen had hij bij verschillende raads
leden instemming gevonden. Zoo was de heer
Wolzak niet minder fel in zijn verwyten aan
het adres van de meerderheid van B. en W.
dan de heer Bijvoet en meende zelfs, dat de
meerderheid zal moeten aftreden als de regee
ring de verlaging der salarissen dwingend zal
opleggen, wat enkelen wethouders bleek om den
neus deed worden. Vooral toen ook de heer
Visser zich in dien geest uitliet. De heer v. d.
Wall verdedigde de verlaging der salarissen
bovendien met een beroep op de billijkheid ten
opzichte van de reeds zoo zwaar getroffen Rijks
ambtenaren, en met het oog op den niet flo-
rissanten staat der Haarlemsche gemeente-
financiën. De heer Weustink vond het niet
vreemd, dat de regeering de bekende circulaire
ook had gestuurd aan gemeenten, die nu niet
precies noodiydend zyn, omdat er veel gemeen
ten zyn, waar veel Ryksambtenaren wonen.
Hieronder is Haarlem een voorname plaats.
Maar het was er verre van, dat de juridische
uiteenzettingen van artikel 126 door den heer
Byvoet onweersproken bleven. Met evenveel
vuur als hij de stelling verdedigd had, dat het
Kon. besluit wel een bevel is, met evenveel en-
train werd door zyn geachte confrères Mr. van
Dam en Mr. Drilsma het tegendeel betoogd.
Waarmede aan het verwijt van illegaliteit of
revolutionnaire gezindheid aan het adres van
de meerderheid de redelijke grond dus w^rd
ontnomen. Volgens deze heeren kon de raad
gerust weigeren aan dit Kon. besluit te vol
doen, daar het geen dwingende opdracht is en
alleen een phase in een procedure, waardoor
de regeering wil komen tot salarisverlaging. Als
de raad het Kon. besluit niet uitvoert, dan zal
de regeering het doen en dat is, volgens de hee
ren, ook veel beter, want het Kon. besluis is
een uitvloeisel van de regeeringspolitiek en
daarvoor moet niet de raad, maar de regeering
de verantwoordelijkheid dragen. Met te weige
ren stelt de raad geenszins een revolutionnaire
daad, maar blijft volkomen legaal. Tevoren was
ook reeds door den heer Klein een uitstekend
betoog gehouden, waarbij hy het oneens bleek
te zijn met den heer Bijvoet. Deze had opge
merkt, dat in de Staten-Generaal nimmer aan
merking was gemaakt op de wijze, waarop de
regeering artikel 126 toepaste, maar slagvaardig
verwees de heer Klein hem naar een motie,
die de heer Suring in 1934 had ingediend, welke
tot doel had een eind te maken aan het ingrij
pen van den Minister door middel van artikel
126. En, vroeg de heer Klein, kan artikel 126
de gemeentewet buiten working stellen?
Verschillende raadsleden zagen in het Kon.
besluit een consequentie van de deflatie-poli-
tiek der regeering. Dit was o.m. voor den heer
Kuiper de voornaamste reden om zich achtei
de meerderheid van B. en W. te scharen. Deze
politiek van de regeering is eenzijdig en treft
alleen de zwaksten. Die politiek is niet conse
quent, waarvan ook het pas ingediende Vaste
lasten-ontwerp weer een bewys is. De heer
Roodenburg, zijn voorstel verdedigende, wees er
op, dat verzet tegen het Kon. besluit nutteloos
is, omdat de verlaging er toch onfeilbaar komt,
een opvatting, die ook de burgemeester bleek te
huldigen, maar niet de heer Reinalda, die hoop
te, dat de Minister zich door deze raadsdebat-
ten zou laten overtuigen, dat salarisverlaging
in Haarlem niet noodig is. De heer Roodenburg
wees ook nog op de wenschelijkheid geen con
flict met de regeering uit te lokken, omdat
Haarlem zooveel en zoo dikwijls met Den Haag
te maken heeft.
Met 24 tegen 9 stemmen heeft de Haarlem
sche raad tenslotte besloten zich niet te voegen
naar het Kon. besluit.
Dat daarmede de salarisverlaging van het ge
meentepersoneel van de baan is, er zullen er
weinigen zijn in Haarlem, die dat veronderstel
len.
Door de politie is procesverbaal opgemaakt
tegen H. van der G„ geboren te Amsterdam 4
Janna.ri 1894, colporteur, wonende aldaar
O. Z. Voorburgwal 63, terzake het houden van
een geldinzameling zonder vergunning.
Het ingezamelde geld zou bestemd zijn voor
de Werkverschaffing aan Blinden in Neder
land, gevestigd Elisabeth Wolffstraat 14 te
Amsterdam.
Uit een ingesteld onderzoek is gebleken, dat
er slechts enkele blinden werkzaam zyn en dat
het geld niet geheel ten goede komt aan het
doel dat men voorgeeft, zoodat het ten sterkste
ontraden moet worden voor deze zaak geld te
offeren.
In het café Leidscheveer hield de vereeniging
K. T. B. H. en O. een ledenvergadering, welke
door den voorzitter met een propagandistisch
woord werd geopend. Een ontwerp-verordening
voor het taxi-bedrijf werd met algemeene
stemmen goedgekeurd.
Besloten werd er naar te streven dat een
verordening wordt uitgevaardigd, welke het
vergunning verleenen voor het vervoeren van
personen tegen betaling zal stop zetten.
Wat de kwestie taxa-meters betreft, werd na
heftige discussies aangenomen een voorstel om
er naar te streven dat een verordening wordt
uitgevaardigd, welke het vervoeren van perso
nen tegen betaling in een taxi, welke niet voor
zien is van een goed-werkenden taxa-meter
verbiedt.
Van de rondvraag werd een druk gebruik
gemaakt.
In het café-restaurant Gebr. Brinkmann
hield de R. K. Middenstandsvereeniging te
Haarlem haar jaarvergadering. De voorzitter
de heer Th. S. Hooy, gaf in zijn openingswoord
een vluchtig overzicht over het afgeloopen jaar,
waarbij hij er aan herinnerde hetgeen de ver
eeniging heeft bereikt, mede in samenwerking'
met de Middenstandscentrale.
Spr.' constateerde, dat, terwijl vroeger de
middenstandsbelangen door de overheid ver
onachtzaamd werden, thans deze belangen in
de belangstelling der overheid staan.
Zoowel Vanwege het Rijk zelf als plaatselijk
door mr. v. Dam zijn thans de vestigingseischen
nader gepreciseerd en op den voorgrond ge
bracht. Dank zij het contract met de andere
middenstandsorganisaties verwachtte spr. dat in
de toekomst wel het een en ander bereikt zal
kunnen worden.
Spr. wekte op geen jammerklachten over 1935
te laten hooren. Beter is te bidden en te wer
ken.
Het jaarverslag van den penningmeester,
welk verslag' sluit met een eindbedrag van
ƒ4782.38 en een batig saldo, werd goedgekeurd,
evenals de begrooting voor 1936. In de kascom-
missie werden gekozen de heeren Bosse, Mei-
land en Cobelens. De aftredende bestuursleden
E. W. Walop en J. J. Brinkman werden her
kozen.
Daarna werd de vestigingsregeling in het
middenstandsbedrijf te Haarlem besproken aan
de hand van het voorstel van mr. L. G. van
Dam, bij den Haarlemschen gemeenteraad in
gediend, en het ontwerp-wet, hetzelfde rege
lende.
Na de rondvraag' werd de vergadering ge
sloten.
t
De politie heeft thans de oplossing gevonden
voor den geheimzinnigen autodiefstal voor het
station te Bloemendaal, in ons Ochtendblad
reeds vermeld. De gestolen auto is teruggevon
den in de garage van den oorspronkelijken eige
naar van den auto te IJmuiden. Eenigen tijd
geleden nl. ruilde de chauffeur van de taxi,
de heer P. H J. te Haarlem, zyn auto in bij
den IJmuidenschen garagehouder H. W. voor
een beteren wagen, waarbij hij als toegift een
bedrag van 100 zou betalen. Hy betaalde
hiervan bij den ruil meteen 70. De resteerende
30 zou hij later afdrager). Doch de IJmuide-
naar wachtte tevergeefs op betaling, hoewel
hij daarop herhaaldelyk aandrong. Hij besloot
toen korte metten te maken en te probeeren de
taxi weer in zijn bezit te krijgen. Daartoe ver
zon hij een list. De knecht van den IJmuide-
naar deed zich voor als passagier bij den taxi
chauffeur, die hem op zijn verzoek naar het
station te Bloemendaal bracht. Daar verzocht
de „passagier" quasi aan den chauffeur even
zijn koffers te halen. Terwijl de chauffeur dit
deed, maakte de „passagier" van de gelegen
heid gebruik en reed met de taxi vlug weg,
naar de garage van zijn patroon te IJmuiden.
Toen de chauffeur weer uit het stationsgebouw
kwam, was zyn taxi verdwenen. Hy kan den
wagen weer terugkrijgen, mits hy eerst de ƒ30
aan den IJmuidenschen garagehouder betaalt!
De politie onderzoekt thans echter of hier
de gang van zaken wel heelemaal volgens de
wetten des lands door den béugel kan!
De commissie van het speeltuinwerk in de
Amsterdamsche buurt heeft besloten het Palm-
Paschenfeest weer in vollen luister te doen vie
ren en wel op Palmzondag, 5 April.
Het is een verblydend teeken, dat de oude
gebruiken in eere worden gehouden, want er
gaat een groote opvoedende waarde vanuit.
De speeltuin-commissie heeft onmiddellyk de
volle instemming gevonden by de hoofden en
het personeel van de parochiale scholen.
Wanneer de ouders nu ook weer hun mede
werking geven, dan kan het niet anders of dit
Palmpaschenfeest zal weer een groot succes
worden.
„Niet waar," zei Rita en. haar oogen blik
semden door haar tranen heen. „Eerst was ik
een kind, maar nu niét meer, Roger, ik kan
het niet verdragen. Je moet me vergeven. Je
moet me terugnemenje hield van my het
eerste. Ik geloof, dat je nog van mij houdt."
„Praat niet zoo gek," zei Roger. „Denk aan
Dick."
„O, Dick," riep Rita uit en stampte met
haar voet. „Ik geef geen zier can Dick, Roger,
één woord en ik laat hem loopen."
Roger keek haar aan met iets van afschuw
maar zy ging smeekend verder:
„Toe nu, toe nu maar. Ik zal komen zonder
een cent, als je wilt. Ik.... ikje bent van
mij, Rogerje kunt zeggen, wat je wilt, Je
bent van mij. Ik zal Dick laten loopen."
„Ik geloof, dat je hem in elk geval maar
moest laten gaan," zei Roger langzaam.
Hy wilde verder gaan, maar Rita klapte In
haar handen.
„Doe Je het, Roger? Doe je het? Je houdt
van mij het inceste.'!
„Ik hond van Betty met heel myn hart,'
zei Roger. „Juist om haar sta ik er op, dat je
Dick los laat."
Rita veegde haar tranen weg en barstte in
lachen uit.
„Kijk, kijk, kluizenaar, wat ben je er in ge-
loopen. En zoo gemakkelyk. Zou ik myn lieven
Dick zoo maar laten loopen, amdat jij het
zegt? Nee, dank je. Al vind je mij niet goed
genoeg als schoonzus
„Je bent geen vrouw voor den broer van
Betty," zei Roger. „Als jy hem niet laat gaan.
moet hij het afmaken."
„Je stelt je aan," zei Rita.
Toen hij haar ernstig bleef aanzien, ver
anderde zij van taktiek. Haar gezichtje ver
trok zich van woede, zooals op den dag, dat
zij hem haar ring had toegesmeten.
„Ik vind je gemeen," riep zy uit. „Ik heb
nog nooit gezien, dat een man een meisje zoo
leelyk behandelde."
„Ik wil niet, dat Dick zyn leven verknoeit.
Als jij hem trouwt zonder liefde, dan gebeurt
dat. Het kan zoo niet doorgaan.... je moet er
een eind aan maken voor ik hier morgen
wegga."
„Wat denk je dan te doen?" vroeg Rita,
„Dick zeggen, dat ik met je geflirt heb?"
Roger zweeg, het was zonder twijfel een
moeilyk geval.
„Dat niet," zei hy. „Maar ik ben vast be
sloten, dat huwelyk te verhinderen. Dwing me
niet tot onaangenaamheden."
Betty's voetstap weerklonk in de gang.
„Het licht al aan?" riep zy uit, toen zy
Het zevende concert van de Haarlemsche
Bachvereeniging zal gegeven worden op Dins
dag 31 Maart des avonds om 8 uur in de Gem.
Concertzaal door het orkest van het Concertge
bouw te Amsterdam, o.l.v. Prof. Dr. Willem Men
gelberg.
Medewerking verleent de soliste Ada Slabods-
kaya, zang.
binnenkwam. „Wat zal vader zeggen? Het spyt
me, dat Ik zoo laat ben, Roger. O, ben jy er al,
Rita?"
Rita antwoordde niet en Betty zag, dat haar
gelaat rood was. Ook Roger's opwinding ont
ging haar niet en na een korte stilte kwam zy
naast hem staan.
„Wat is er?" vroeg zij.
„Hij heeft geprobeerd me te dwingen mijn
verloving met Dick te verbreken," riep Rita
woest uit. „Ik vind het schandelijk. In Dick's
eigen huis en hy is verloofd met jou."
Roger was absoluut verstomd door dien
plotselingen ommekeer. Het duurde even, voor hij
begreep, dat Rita van plan was, hem vóór
te zijn en hem van ontrouw te betichten.
Maar Betty beantwoordde zijn verschrikten blik
met rustige oogen en Rita knarste met haai
kleine witte tandjes van razerny.
„Misschien," riep zy uit, met bevende stem,
„ben je hem even graag kwyt als ik. Ik wist,
dat hy gek was, maar ik wist niet, dat hij
laag was. Toen hy me zoo juist hier alleen
vond, kwam hij met de armen uitgestrekt naar
mij toe en noemde me schat."
Betty lachte.
„Dat was vóór je het licht aandraaide, niet
Roger? Roger heeft gelijk, als tiij zegt, dat je
.het uit moet maken," ging zy ernstig voort.
„Daar moet Dick over oordeelen," snoof
Rita.
„Je moest hem maar niet op de proef stel
len," zei Betty waarschuwend.
„Misschien vertrouwt hy me wel even hard
ato^jü, Roger," spotte Rita weg&
Voor de Haarlemsche rechtbank stonden twee
valsche munters terecht, lieden uit Wijk aan
Zee en Duin, die hun tyd hadden gesleten met
het maken van valsche guldens en rijksdaal
ders en het uitgeven van dezelve.
De eerste verdachte, een 25-jarige koopman,
bekende volmondig wat hem ten laste was ge
legd. Hij had zich aan de valschmunterij schul
dig gemaakt en tevens een 7-tal melkbussen ge
stolen met liet doel een clandestiene distilleer
derij op te zetten. Van dit laatste was niets ge
komen. Maar wel had de politie, toen zij in de
maand Januari in zijn woning een onderzoek
instelde, de primitieve werktuigen gevonden,
waarmede verdachte de Ned. Rijksmunt had
willen imiteeren. Ook hadden zich enkele per
sonen gemeld, die zeiden een valschen gulden
van verdachte in betaling te hebben ontvan
gen. Bij voorkeur scheen verdachte het bij
melkslijters geprobeerd te hebben, die hij in
den avond, niet te dicht by een straatlantaarn,
opwachtte om een fleschje melk of room te
koopen. Twee melkslijters legden voor de recht
bank in dezen zin hun verklaringen af, terwyl
een veehouder uit Heemskerk getuigde, dat hij
in enkele maanden tijdsniet minder dan 7
melkbussen had vermist.
Verdachte bekende alles. Volgens zyn mee
ning zou hij in totaal ongeveer 20 guldens en
rijksdaalders hebben vervaardigd. Hij had
zware geldzorgen en was tot de valschmuntery
gekomen, om de zorgen van zyn jonge gezin
eenigszins te kunnen verlichten. Op de her
haalde vragen van den president of iemand
hem tot deze daad had aangezet, antwoordde
hij steeds, dat het geheel een eigen vinding
van hem was geweest. Hij had in een werk
plaats een metaalgieter bezig gezien en was
later tot de conclusie gekomen, dat hij zelf op
deze wijze wel valsche munten zou kunnen ver
vaardigen. Het resultaat was blijkens de exem
plaren, die ter rechtbank waren gedeponeerd,
slechts poovertjes geweest, zoodat de bena
deelden het bedrog spoedig hadden ontdekt.
De officier van Justitie, mr. Paardekooper
Overman, vond het gepleegde feit zeer ernstig.
Hij wees op het niet zeer gunstige rapport, dat
over het verleden van verdachte was uitge
bracht en eisehte een gevangenisstraf voor den
tyd van een jaar met aftrek van preventief.
De verdediger was van meening, dat het rap
port niet zoo ongunstig was als de Officier
meende. Verdachte komt uit een zeer goed mi
lieu en door de omstandigheden is hij, zonder
eenigen grond, steeds min of meer als onvol
waardig beschouwd. Het valsche geld heeft hij
alleen uitgegeven aan personen van wie ver
dachte meende te kunnen veronderstellen, dat
zij den slag wel te boven zouden kunnen komen.
Een haringventer, die door hem was beetgeno
men en die hem toen vertelde, dat hij het zoo
slecht had, heeft hij zelfs 'n echten gulden ge
geven om den nlan geen schade te laten lij
den.
De familie van verdachte heeft zich geheel
bereid verklaard om den man een goede, niet
verantwoordelyke betrekking te bezorgen en
hem zoo goed mogelijk te reclasseeren. De om
standigheden hebben van dezen man een, niet
eens zeer handigen, valschen munter gemaakt.
Pleiter riep de clementie van de rechtbank in
en vroeg een voorwaardelyke veroordeeling.
Tegen een 29-jarigen chauffeur, die ver
dachte met het uitgeven van het valsche geld
had geholpen en die hem bij de fabrikatie er
van had bijgestaan door enkele munten bij te
vijlen, eisehte de Officier, gezien het gunstige
rapport van den man, een voorwaardelijke ge
vangenisstraf van zes maanden met een proef-
tyd van drie jaar.
Uitspraak 9 April.
Voor de Haarlemsche rechtbank stond een
31-jarige arbeider uit Lisse terecht, die ervan
verdacht werd ten nadeele van zijn oom radio-
onderdeelen te hebben ontvreemd. De oom heeft
te Lisse een rijwielhandel en wist ondanks het
feit, dat hij byna blind is, steeds het beheer over
zijn eigen zaak te voeren. In het begin van dit
jaar viel het hem op, dat er steeds kleine par
tijen onderdeelen uit zijn goedgevuld magazijn
verdwenen, zonder dat het hem aanvankelijk
mocht gelukken den dader van deze diefstallen
op te sporen. Op het laatst viel de verdenking op
zyn neef, die reeds jarenlang bij hem over den
vloer kwam. Ten huize van den neef stelde de
politie een onderzoek in en inderdaad werden op
zolder een aantal voorwerpen gevonden, die de
rijwielhandelaar als zijn wettig eigendom her
kende.
Ook voor de rechtbank gaf de gedupeerde oom
een technische en zeer gedetailleerde verklaring,
hoe hij door het betasten van de pedalen, fiets-
kettingen en spaken, deze voorwerpen met ze
kerheid als behoorende tot zyn magazyn her
kende. Hij vertelde nog, dat de neef zeer dikwijls
bij hem aan huis kwam en dat hij aan den reef
en zijn huisgezin steeds vriendelijkheid had be
wezen.
De verdachte, die geruimen tijd ontkend heeft
iets van de diefstallen af te weten, heeft ten
laatste toegegeven, dat hij de pedalen en de
kettingen had gestolen. De rest had hij gekocht
van een bediende van zijn oom. Volgens de ver
klaring van den rijwielhandelaar was dit onmo
gelijk. Volgens zyn schatting bedroeg het in
beslag genomene waarschijnlijk slechts het
twintigste deel van het gestolene.
De Officier van Justitie merkte in zyn requi
sitoir op; dat verdachte zich tijdens het proces
zeer onsympathiek heeft gedragen, zelfs heeft hij
gedreigd, dat zijn oom „zijn trekken wel thuis
zal krygen". De oom heeft zyn neef steeds in
alles terzijde gestaan, zoodat ook van dezen kant
geen enkel motief voor den diefstal kan worden
aangegeven. De Officier wilde niet zoozeer letten
op de hoeveelheid van het gestolene als wel op
het schandelijke feit dat iemand zijn blinden
oom besteelt, van wien hy niets dan goeds heeft
ondervonden. Hij eisehte tien maanden gevange
nisstraf met aftrek van voorarrest.
De verdediger van verdachte, mr. Is. Coop-
Roger en Betty wisselden een blik van ver
standhouding én toen zei Betty:
„Neem nu maar een besluit, Rita, het is beter,
dat jij het doet."
Haar houding wilde zeggen: „Roger en ik
zullen dat zaakje wel opknappen."
Zonder spreken duwde Rita hen opzy, om
zooals zij dachten, de kamer te verlaten, maar
tot hun verwondering bleef zij voor den spiegel
staan en begon met schokkende schouders haai
neus te poederen. Even later was zij weer rustig
en toen de gong luidde, stond zy doodkalm by
den haard.
Het diner was ongezellig, niemand wist waai
die spanning vandaan kwam. Rita's barometer
was erg gedaald. Haar lieve zachte humeur
van dien morgen was veranderd in sombei
stilzwygen, alleen zoo nu en dan verbroken
door schampere opmerkingen, die Sam Hor-
nock inwendig deden koken. Hy was er Juist
bijna in geslaagd het huwelyk van Dick tegen
over zichzelf goed te praten en had een tamelijk
bevredigend gesprek met den ouden heer de
la Rlva gehad. Het was voor Sam een op
luchting geweest, te hooren, dat mijnheer de
la Riva niet van plan was, het jonge paai
geheel onafhankelyk te maken.
„Zij is dol op hem," had hy gedacht. Maar
nu zat die kleine kat daar Dick te sarren
sprak hem botweg tegen en antwoordde on een
manier, die hij niet anders dan brutaal kon
noemen.
Het toppunt werd wel bereikt, toen zij tegen
het einde van het diner ineens over de tafel
■heen tegen Betty risp-
man, wees op de goede getuigschriften van ver
dachte. Verdachte is een persoon met een zwak
ken wil, die te gemakkelijk in verleiding komt.
Pleiter drong aan op een voorwaardelyke straf.
Zijn verzoek tot onmiddellijke invrijheidstelling
van den verdachte werd door de rechtbank af
gewezen.
Een automobilist, Th. G. uit Soestdyk, stond
voor de Haarlemsche Rechtbank terecht ver
dacht van het veroorzaken van lichamelijk let
sel door schuld. Hij had op 20 Januari op het
kruispunt Provinciale wegWestzanerdijk te
Zaandam een bakfietsbestuurder aangereden,
die tengevolge hiervan overleed.
De Officier van Justitie eisehte veertien dagen
geleden ƒ250 boete subs. 25 dagen hechtenis.
Het vonnis luidde hedenmorgen 100 boete
of 30 dagen hechtenis.
Men schrijft ons:
Woensdag had in de Kolpingzaal van het
Clubhuis aan de Westergracht de officieele
installatie plaats van praeses Filbry.
Nadat de senior de byeenkomst, waaraan ook
afgevaardigden van Graal en K. J. C. deel
namen, met den Kolpingsgroet geopend had,
hield de districts-praeses de installatie-rede.
Hij wees er op, dat juist de banden die
Pastoor Filbry aan zijn jeugdwerk in Amster
dam gebonden hadden, hem daar het afscheid
nemen moeilijk gemaakt hadden.
Het Gezellenwerk, waarin de priester-vader
kan arbeiden aan de vorming van het karakter
van de mannen der toekomst, moet den pastoor
na aan het hart liggen.
De districts-praeses vermaande de Gezellen
het werk van hun nieuwen praeses in eere
te houden en daarin met hem mede te werken.
Daarna reikte hij onder het uitspreken van
den Kolpingsgroet aan praeses Filbry het
Gezelleninsigne over.
Na een korte felicitatie door den vice-praeses
en door den secretaris van den Raad van Be
stuur, sprak de nieuwe praeses „zijn jongens" op
hartelijke wijze toe. Hij wees op het heerlyke
van de gezinsverhouding, waarin liefde en
vertrouwen den boventoon voeren en sprak den
wensch uit, dat deze verhoudingen ook zouden
bestaan tusschen den pastoor en zyn parochia
nen, tusschen den praeses en zyn Gezellen.
Dan eerst zou er van vruchtbaar arbeiden
sprake kunnen zijn.
Na het zingen van het Kolpingslied sloot de
senior deze installatieplechtigheid.
Het Centraal Comité voor het organiseeren
van spoedcursussen inzake dienstbodenóplei-
ding in N. Holland, gevestigd te Haarlem, ver
zoekt ons opneming van het volgende:
Het is al weer enkele jaren geleden, dat de
werkloosheid onder de jongeren dergelyke vor
men aannam, dat de noodzakelijkheid werd ge
voeld, ten bate van deze jongens iets te doen.
Er werden werkkampen georganiseerd, cur
sussen gegeven enz., waar getracht werd de
jongens bezig te houden en hun eenigen mo-
reelen steun té bieden in hun klem-loos bestaan.
Overal bleken deze bemoeiingen in een be
hoefte te voorzien, en gaandeweg werd over
wogen of het niet gewenscht was ook voor
meisjes dit werk aan te vatten.
Ben enquête naar de werkloosheid onder
meisjes wees echter uit dat vrijwel geen meis
jes als werkloos bij de arbeidsbeurs stonden
ingeschreven. Hieruit zou men dus knnen op
maken, dat onder meisjes weinig of geen werk
loosheid bestond. Deze conclusie bleek echter
onjuist te zijn. De werklooze meisjes iieten zich
nog minder dan de jongens bij de arbeids
beurzen inschrijven. Veelal ook vinden deze
meisjes werkzaamheden in het gezin.
Door de K. J. V. te Breda werd ondanks den
gunstigen uitslag van de gehouden enquête,
daartoe aangespoord door het feit dat in de
K J. V. vele leden werkloos.,waren, een cursus
voor dienstbodenopleiding geopend. Aanvanke
lijk gaven zich hiervoor een beperkt aantal
meisjes op, doch langzamerhand werd het aan
tal grooter, zoodat thans zelfs de aanvragen
het aantal plaatsen overtreft.
Van dit oogenblik af werd ook in verschil
lende steden plaatselijk het dienstbodenwerk
ter hand genomen. Aan de bestaande huis
houdscholen werden voor werklooze meisjes op
leidingscursussen gegeven, met in het meeren-
deel gunstige resultaten.
Tot onze groote vreugde zijn wij thans in
staat ook in Haarlem voor de werklooze meis
jes de gelegenheid open te stellen om zich in
het huishoudelijk beroep wat te bekwamen. Na
Paschen, 22 April, zal aan de Haarlemsche huis
houdscholen een cursus voor dienstbodenop
leiding worden geopend. Voorloopig zullen aan
dezen cursus slechts 24 meisjes kunnen deel
nemen. Doch meerdere cursussen zullen volgen.
In 12 weken, gedurende 20 uren per week zul
len cursussen in koken, naaien, huishoudelijk
werk, wasschen, strijken en dergelijke worden
gegeven. De cursussen zijn geheel kosteloos. Als
voorwaarde moet echter worden gesteld, dat de
meisjes bereid zijn na het volgen van de cur
sussen een betrekking te aanvaarden.
Aanmeldingen voor dezen cursus kunnen ge
schieden vóór 4 April by den Directeur van cc
Arbeidsbeurs, Hoof manstraat 17 te Haarlem.
Naar wy vernemen, zal rijksveldwachter H. de
Jong te Den Oever dezer dagen In gelijke be
trekking worden overgeplaatst naar Haarlem.
Gebouw „St. Bavo": Film Ria Rago, 8 uur;
Transportarbeiders, 8 uur; Best, Bouwvakbond,
8 uur; Kernvorming, half 9; R. K. Bevolkings
bureau, 8 uur; Vakafd. 7 Spoorwegpersoneel,
8 uur.
Parochiehuis „Domi", Overveen Openings
avond „Katholiek Overveen", kwart over 8 uur.
Gem. Concertzaal: Haarlemsche Voorjaars-
beurs half 2half 6 en half 811 uur.
Schouwburg Jansweg: Nationale Nieuw Guinea
Vereeniging, kwart over 8 uur.
Café.restaurant Gebr. Brinkmann: KJ.M.V.
„St. Augustinus", half negen uur.
Frans Halstheater Emil Jannings in
„Traumulus" (De Droomer), 2.30, 7 en 9.15 u.
Luxor Theater „Kermisgasten" geprolon
geerd, 2.30, 7 en 9.15 uur.
Rembrandt Theater „Maddalena" (met
Martha Eggerth) Op het tooneel Schaefers
Lilliputter-troupe, 2.30, 7 en 9.15 uur'
Palace „De Diesel Express", 2.30 uur, 7 en
9.15 uur.
Gebouw „St. Bavo": Film Ria Rago, 8 uur;
Haarlems Gemengd Koor, 8 uur; Best. Over
heidspersoneel, 8 uur; Bouwvakarbeiders, 8 uur;
R. K. Bevolkingsbureau, 8 uur.
Gem. Concertzaal: Liederenavond Francis
Alphen en Theo v. d. Pas, 8 uur.
Café-Restaurant Gebr. Brinkmann: Ned. My
van Nijverheid en Handel, kwart over 8.
Schouwburg Jansweg: Vereeniging „Geloof en
Wetenschap", drs. J. Lammertse Lz over „De
crisis in het Protestantisme en hare mogeiyk-
heden voor het Katholicisme", kwart over 8.
Luxor-theater: „Op weg naar Singapore", 2.30.
7 en 9.15 uur.
Frans Hals-theater: Harold Lloyd in „De
Melkboer", 2.30, 7 en 9.15 uur.
Rembrandt-theater: Carlo Cavelli in „De Hoo-
geschoolrijder", 2.30, 7 en 9.15 uur.
Cinema-Palace: Conrad Veith in „De Koning'
der Verdoemden", 2.30, 7 en 9.15 uur.
Ondertrouwd: 26 Maart E. Ebens en J. H, J-
de Vries. A. J. W. Götz en J. M. H. Rab.
Getrouwd: 26 Maart L. W. Labberté en Th.
C. M. Gunters.
Geboren: 23 Maart z. van W. Zunderman-
v. Eek. 25 Maart z. van M. A. Lehrieder-
Bocka. 26 Maart z. van W. Roest-Egberts.
2d. van J. A. Waterbolk-Peereboom.
Overleden: 25 Maart J. A. v. Eerden, 77 j.,
Eindenhoutstraat. 25 Maart M. J. J. Schuur-
mans-Boelhouwer, 75 j„ Velserstraat. C. J-
v. Baren, 77 j„ Leidschestraat. i M. J. v
Lit, 82 j., Ged. Oude Gracht.
Wegvcrbreeding De Zomerzorgerlaan, een
drukke verkeersweg, maar voor dat drukke ver
keer veel te smal, zal door P. W. onderhanden
genomen en verbreed worden, 't Bloemendaal-
sche bosch zal daarvoor een strookje moeten
missen. Een aantal boomen zal er 't veld voor
moeten ruimen en een plaatsje krijgen in an
dere regionen van het bosch. Aan den Zuidkant
van den weg tusschen Koepellaan en Brederode-
laan zal een voetpad worden aangelegd.
OP VRIJDAG 27 MAART, 's middags
5 uur, van het reeds in Haarlem be
kende RADIO- EN ELECTR. BUR-
beleefd tot een bezoek uitnoodigend,
P. A. TAMMER, Erkend Installateur
G.E.B. Haarlem en P.E.N. Bl'daal
KLEVERLAAN 176, tegenover het Sportpark
TELEFOON 14753.
Filiaal Bloemendaal: Bloemendaalscheweg
no. 119, hoek Dr. D. Bakkerlaan, Tel. 23937,
na 20 uur: Telefoon 14753,
„Is dat je verlovingsring, met dat kleine
blauwe steentje?"
„Ja," zei Betty blozend.
„Niet half zoo mooi als dien hy mij gaf,"
antwoordde Rita. „Wat heb je daarmee gedaan,
Roger? Dien had je Betty moeten geven."
„Ik heb hem aan Betty gegeven," zei Rogei
bedaard.
„Waarom draag je hem dan niet?" bitste
Rita. „Ik zou zoo'n schunnig ringetje niet
willen dragen."
„Ik vind het een lieve ring," zei Betty en
keerde zich tot mynheer de la Riva, met wien
zy in gesprek was geweest.
„Betty vindt het niet leuk, de tweede viooi
te spelen," zei Rita tegen Dick.
„De tweede liefde is dikwyls de beste,"
citeerde de verbaasde Dick. „Voor jou en my in
ieder geval."
Zy keek hem aan met een spottend lachje
en hy ging haastig verder: „Je bent plagerig
vanavond, maar ik bijt niet."
„Niet?" zei Rita. „Ik zal Je dadelyk eens wat
laten beleven."
„Neem een zoute amandel," zei Dick, en
hield haar een schaaltje voor. „O, wat een
groote oogen. Ik word er bang van."
Rita keek een anderen kant uit en duwde het
schaaltje weg.
Sam hoorde niet wat zy zeiden, maar merkte
wel, hoe treurig Dick keek en hoe boos Rita
was. Hy zocht een middel om de goede ver
standhouding weer te herstellen. Toen het
dessert oo tafel stond en de bedienden de
kamer verlaten hadden, hief hy zyn glas op
en keek de tafel rond.
„Anna, lieveling," zei hy. „Ik hoop, dat je
ook wat port genomen hebt? Goed zoo. Nu.
laat ons drinken op de gezondheid van de twee
jonge paren. Rita en Roger, ik heet julli®
beiden welkom in de familie."
„U hoeft mij niet te verwelkomen!" riep Rita
heftig uit. „Want ik kom er niet in."
Zij trok haar ring van den vinger en wierp
hem over de tafel.
„Hier Betty, voor je museum."
„Rita," riep Dick verbleekend rat en greep
haar hand. „Dat is geen aardige grap."
„Heelemaal geen grap," zei Rita. „Ik meen
het. Ik zal me door paps terug laten brengen
naar Amerika. Ik heb meer dan genoeg van
jullie, allemaal. Er is geen enkele kerel onder
jullie. Jullie maakt me ziek."
„Rita," riep Dick weer. „Wat heb ik gedaan?
Wat bedoel je toch?"
„Je hebt niets gedaan en je zult ook nooit
iets doen," beet Rita hem toe. „Ik heb genoeg
van jullie allemaal. Kom paps, laat den wagen
voorkomen, onderhand pak ik myn rommel
in."
Zij was opgestaan. Dick wilde zyn arm o™
haar middel slaan, maar zij weerde af. Mijn
heer de la Riva, die heel bleek in zijn stoei
geleund zat, stond nu met tegenzin op.
„Zoo laat, Rita," stribbelde hij tegen. „L"1
is dwaasheid. Wat beteekent het allemaalr