Zes en zeventig bladen ontvangen berichten per verreschrijver Onze ambulance stuitte op vele moeilijkheden EEN NIEUWE DRIEBOND GROOTE VERBETERING IN DAGBLADWEZEN DE DAGRAPPORTEN VAN DR. WINCKEL MUSSOLINI DOET EEN MEESTERZET De M. S.S.-gewoonte Staatsminister Aalberse DONDERDAG 26 MAART 1936 Vanuit de A. N. P.-centrale te Am sterdam wordt in een minimum van tijd de geheele Neder- landsche pers gelijk tijdig bediend Speciaal telefoonnet De wondermachine Langs telefoonlijnen Nieuwe mogelijkheden De patiënten, die men te verzorgen kreeg, waren bijna allen slachtoffers van lucht bombardementen Voorbereiding van het vertrek naar Waldia BUITENLANDSCH OVERZICHT Een eigen net ,Anschlusz" bemoeilijkt Van vertrek kwam niets Bericht bleef uit Kroonprins plotseling ver trokken Het eigenlijke ambulance-werk Volg dus de M.S.S.-gewoonie AALMOEZENIER VAN DE ZIEKEN Bij de Ned. Nationale Bedevaart V,-. Binnenkort zal in de couranten wereld de verreschrijfmachine, die door de Vereen- Kath. Pers alreeds eenige jaren is ingevoerd tusschen haar verschillende redactiebureaux in het land, meer algemeen haar in trede doen en den gebruikelijken zakelijken omroep via den zender Scheveningen, geheel vervangen. Op 6 April a.s. wordt officieel in dienst gesteld het eigen Telexnet van het Algemeen Nederl. Pers bureau A.N.P. te Amsterdam en zijn bijkantoor te 's Gravenhage, met zoo goed als alle dagbladen- Hier door zullen 76 dagbladen direct en permanent automatisch het door het A.N-P. verzonden nieuws opvangen. Het initiatief van het A.N.P. en de medewerking van het hoofdbestuur der P-T.T. hebben het mogelijk ge maakt, dat slechts enkele jaren na dat de Telex of verreschrijver zijn intrede in het particuliere bedrijfs leven heeft gedaan, deze wonder lijke machine voor het dagblad wezen kan worden toegepast op zoo groote schaal als nog nergens in Europa het geval is. Degenen die heden nog wel eens den zake lijken zender van Scheveningen in hun radio opvangen, zullen zich de stem herinneren der omroepster, van allerlei nieuws dat voor de dag bladen bestemd was. Dit leek het laatste woord tier techniek. Door den aether werd het nieuws °P de courantenbureaux gebracht. Maar door storing in den aether kwamen soms woorden daarop het aankwam, niet over en alles moest bovendien opnieuw opgeschreven worden. De 'elexmachine schrijft echter als een gewone schrijfmachine alles op wat over de teiefoon- 'ijn op het A.N.P.-bureau op een telexschrijf- biachine wordt opgeschreven. Eenmaal wordt baar een bericht getikt en bij1 76 bladen in het land schrijft de telexmachine automatisch het bericht op. Het is vooral bij het ontvangen, dat men *ich bewust wordt van het wonder, dat voor °hze oogen geschiedt. Want terwijl niemand bet apparaat bedient en het toetsenbord on beroerd blijft, slaan de lettertypen van den ont- Vang-Telex in snel tempo tegen 't papier, ver springt de wagen als de regel vol is en ver schijnt op de papierrol, als door geestenhand beschreven, woord voor woord, regel na regel, be tekst, die ergens ver weg de typiste op pre- C'es hetzelfde oogenblik op den zend-Telex tikt. In Nederland worden Telex-verbindingen tot stand gebracht via het gewone telefoonnet, bbonné's. die over een Telex beschikken, heb- die geschakeld op dezelfde verbinding, ^aarop ook hun telefoon geschakeld is. Willen t»ee Telex-abonné's met elkaar correspondee- >eh. dan vragen zij op normale wijze, als voor Sep telefoongesprek, het telefoonnummer van ?CP ander aan. Zoodra zij de verbinding heb- en met elkaar kunnen spreken, kunnen zij ban de mededeeling doen, dat zij met den Telex ^Ülen werken, en beide abonné's kunnen nu, q°or het overhalen van een enkele handle. ?Verschakelen op den Telex. Is de corresponden ce beëindigd, dan kunnen zij eventueel, dcor te schakelen, het gewone telefoongesprek 7^8 hervatten. Natuurlijk kan een Telex-bezit- zijn telefoonlijn gedurende den nacht of bij poezigheid op het Telex-apparaat geschakeld ;at*n, iu weik geval de verreschrijver mededee- Ipgen van andere Telex-abonné's automatisch ^teert wanneer het telefoonkantoor de ver- 'hding tot stand brengt, zoodat de abonné den pbgenden ochtend of bij terugkomst alle voor -Chi bestemde boodschappen keurig getikt op Een hoekje van de A.N-P.-telex- kamer. Links van de typiste de automatische zender (met de lange papierstrook) en daarnaast een controle-ontvanger ding met de bij dit bureau aangesloten dag bladen weinig nut hebben, omdat het niet één, maar ongeveer 80 kranten van nieuws moet voorzien. Zelfs wanneer één zendtelex alle 76 ontvang-machines tegelijk zou kunnen bedie nen, zou men nog voor de moeilijkheid staan, hoe al deze verbindingen, waarbij practisch het geheele Rijkstelefoonnet betrokken is. tegelijk tot stand zouden kunnen komen en op welke wijze men zou kunnen controleeren, dat men met alle geabonneerde bladen is verbonden, al vorens men het te verspreiden bericht gaat „têlexen". Deze moeilijkheid kon worden opgelost, dank zij de zeer groote medewerking van het hoofdbestuur van de P.T.T., dat op het standpunt stond, door het helpen van de pers een algemeen belang en in dit geval zelfs een nationale zaak te dienen. De Mi nister van binnenlandsche zaken, Mr. J. A. de Wilde, en de directeur-generaal van de P.T.T., Ir. M. H. Damme, hebben het moge lijk gemaakt dit standpunt te verwerkelij ken. Aangezien de moderne telefoonkabels zooveel lijnen bevatten, dat men over een ruime reserve beschikt, stelde de P.T.T. voor het Telex-net van het A.N.P. een aantal lijnen beschikbaar, met een totale lengte van meer dan 1400 kilometer, die uitsluitend voor dit doel gereserveerd zijn en buiten het gewone telefoon\ferkeer vallen. Der halve behoeven de verbindingen tusschen het A. N. P. en de aangesloten dagbladen niet inci denteel tot stand te worden gebracht, maar -staan de ontvang-machines bij de dagbladbureaux per manent op het A.N.P.-net geschakeld en kan het A.N.P. op elk willekeurig uur van den dag of den nacht zonder tusschenkomst van wie dan ook terstond elk bericht over de Telex verzenden, dat dan op hetzelfde oogenblik op de ontvang- machine wordt getypt, ook als op het betrok ken redactie-bureau niemand aanwezig is. Voor redacties die geen ochtendblad en dus geen nachtredactie hebben bestaat bovendien een alarmsysteem, waardoor een bepaalde re dacteur wordt gewaarschuwd wanneer de telex die 's nachts rustig doorwerkt een zéér be langrijk bericht doorgeeft. Het gold hier een strijd om de snelheid en daarbij heeft voorloopig de telex het van de radio gewonnen voor het dagbladbedrijf in ons land. Er komen bij een bedrijf als het dagbladbe drijf natuurlijk overbelaste spitsuren voor. In die uren, wanneer de telex het actueele nieuws moet verwerken, kan op het A.N.P.-bureau alvast min der actueele kopij worden getikt op een afzon derlijke ponsmachine die inplaats van letters te schrijven lettergaatjes ponst. Deze aldus geponste kopij kan later op een automatischen zender gelegd worden, waarbij dus geen typiste meer noodig is. Het spreekt vanzelf, dat het A. N. P. ook bij de eigen nieuwsontvangst de nieuwste middelen toepast. Een van de meest verbluffende staaltjes hiervan is wel de Heli-ontvanger, het wonder baarlijke toestel, kleiner dan een gewoon radio apparaat, dat de door de Heli-zenders te Parijs, Londen en Berlijn uitgezonden ether-trillingen opvangt en omzet in, op een door de machine loopende papierstrook gedrukte, voor ieder lees bare letterteekens. Daarnaast zullen echter naar buiten gezonden verslaggevers voor het doorgeven van hun spe ciaal voor het A. N. P. bestemde kopij een dank baar gebruik van de Telex kunnen maken. In dien door het A.N.P. per Telex ontvangen kopij naar de bladen moet worden doorgezonden, zou dus een typiste deze kopij weer moeten over typen op de zend-telex of op een ponsmachi ne, wat een belangrijk tijdverlies zou beteeke- nen. Om dit tijdverlies te voorkomen beschikt'het A. N. P. over een reperforator, een combinatie van gewone Telex en ponsmachine. De op den reperforator ontvangen tekst wordt n.l. op nor male wijze leesbaar ontvangen op de papierrol van het toestel, doch tegelijkertijd wordt de zelfde tekst geponst in de perforatorstrook, die door dezelfde machine loopt. Terwijl de A.N.P.-redacteur dus op de papier rol kan lezen, wat zijn correspondent hem seint, kan hij tegelijkertijd de perforatorstrook door de eigen zend-automaat laten loopen. Naast het groote Telexnet voor bijna alle Ne- derlandsche dagbladen, ook de grootste, dat op 6 April a.s. des namiddags 5 uur officieel in gebruik zal worden genomen en waarover al het binnen- en buitenlandsche nieuws van 't A.N.P. gedurende het geheele etmaal naar de bladen wordt doorgeseind, beschikt het A.N.P. sedert 1 Januari 1936 reeds over een klein Telex-net, waarop slechts de 7 grootste dagbladen en het Haagsche bijkantoor zijn aangesloten. Sedert eenige maanden wordt dit net gebruikt voor het distribueeren van de uitgebreide Reuter- telegrammendiensten, waarop slechts de bedoel de grootste dagbladen geabonneerd zijn. Na 6 April a.s. zal dit net tevens gebruikt worden door het Haagsche bijkantoor van het A.N.P. voor het overseinen van bepaalde kopij in de uitvoerige versie, die slechts voor de grootste bladen bestemd is. De omroepster in de spreekcel in het hoofdkantoor van het A.N.P. te Amsterdam. Bij het hoofdbestuur van het Nederianci- sche Roode Kruis te 'r Vravenhage zijn thans van Dr. Winckel, den leider der Ne- derlandsche ambulance in Abessinië, de dagrapporten ontvangen, betrekking heb bende op de periode Donderdag 20 Februari tot en met Zondag 1 Maart. Aan deze rappotten is het volgende over zicht ontleend: De eerste dag vangt aan met een operatie door dr. Belmonte in het Amerikaansche hos pitaal. Daarna was er een bespreking met Ato Wolde Georgis, die mededeelde, dat de regee ring en het Ethiopische Roode Kruis honderd muildieren beschikbaar stelden voor den twee den voorpost, Van SchelvenVeeneklaas, zoo dat de karavaan zeer spoedig zal kunnen ver trekken. Dr. Winckel voegt hier echter aan toe, dat de Nederlanders hier echter wel geleerd hebben over dezen spoed ietwat sceptisch te zijn. Voorts kreeg de ambulance ook een be kwamen tolk, die tevens geschikt was om met de muildierdrijvers om te gaan. De Negus was van plan om binnenkort naar het Noorden te vertrekken en wel tot Waldia per auto en ver der per karavaan. Z. M. had verzocht, dat de doktoren der Nederlandsche ambulance hem zouden volgen en stelde daartoe een vrachtauto beschikbaar. De leiding onzer ambulance hééft dit verzoek rijpelijk overwogen en den volgen den dag aangenomen. Men zag daarin een blijk van vertrouwen in de ambulance en dr. Winckel was van meening, dat de gevaren niet grooter zou den zijn dan wanneer de geheele tocht naar het Noorden per karavaan geschiedde. Ook zou een behoorlijke afstand van den keizer en zijn gevolg in acht genomen worden, terwijl in de morgenuren, wanneer tie vlieg tuigen verwacht kunnen worden, niet ge reisd zou worden. Het bezwaar, dat de doktoren gescheiden worden van hun uitrusting gedurende eenige dagfen, wordt ondervangen door de aanwezig heid 'van een uitnemenden tolk en doordat twee Iersche doktoren, die bestemd zijn voor het Ethiopische Roode Kruis, met hun kara vaan van veertig muildieren zich bij de hon derd van den Nederlandschen voorpost zullen voegen. De Nederlandsche ambulance heeft de muildieren gedurende den geheelen oorlog tot haar beschikking, benevens een escorte van dertig soldaten met een commandant ter be veiliging. Vrijdag 21 Februari vermeldt het dagrapport, dat Rosa, het schoothondje van den Negus, als genezen ontslagen kon worden. De in een terreinhelling gegraven holen schieten goed op, aldus vermeldt het dagrap port van Zaterdag 22 Februari. De Italiaan- sche vliegtuigen vertoonden zich niet meer. De Negus was blijkbaar den vorigen dag per auto vertrokken. De Kroonprins bleef in Dessie. In tie Papierrol vindt. Het A.N.P. zou van een aldus, door losse te- 'onische oproepen, toegepaste Telex-verbm- 1 Het ItaliaanschAbessinisch conflict, waarin Engeland, „getarnd" met de Volkenbondskap zoo'n invloedrijke rol speelt, heeft het vertrouwen in de waarde en beteekenis van Italië als politieken en militairen machtsfactor in Europa geschokt. Mussolini heeft Wel steeds met bijzonderen nadruk ver klaard, dat zijn militaire expeditie in Abessinië niet de geringste afbreuk doet aan Italië's weerbaarheid en slagvaardigheid in Europa, maar, gezien de geweldige economische en mi litaire inspanning, welke Italië zich getroost om den veldtocht in het land van den Negus tot een definitief succes te maken, werd aan deze verzekeringen van den Duce niet overdre ven veel waarde gehecht. Het politieke Stresa- front, gevormd tegen het zich herbewapenende Duitschland en de Duitsche „Anschlusz"-aspi raties ten opzichte van het zwakke Oostenrijk, viel uiteen en Oostenrijk maakte zich ernstig bezorgd over de vraag, of de Italiaansche vriend, die indertijd na den beestachtigen moord op Dr. Dollfuss onmiddellijk troepen naar de Oosten- rijksche grens zond om zoo noodig in Oosten rijk krachtdadig te intervenieeren, wanneer Duitschland een poging mocht wagen om Oos tenrijk gelijk te schakelen, nog wel in staat en bereid zou zijn Weenen een sterke helpende hand te bieden in zijn strijd tegen het wel la tente, maar nog altijd reëele Nazi-gevaar. Van den anderen kant meenden de bij het Donau- vraagstuk onmiddellijk of slechts middellijk ge- interesseerde mogendheden, dat, nu Italië zwaar door den veroverings-oorlog in Abessinië ge handicapt werd, de kans misschien schoon was om den in de protocollen van Rome gelegden hoofdzakelijk economischen en cultureelen, maar niet zonder politieke beteekenis zijnden band tus schen Oostenrijk, Hongarije en Italië wat slap per te maken en het om oplossing sinds jaar en dag dringende Donau-probleem te regelen op een wijze, Waarbij Italië geen overwegende rol zou spelen. Oostenrijk en Hongarije hadden zich evenals Albanië, dat bijna geheel onder Italiaansch protectoraat staat, wel niet laten vinden voor een deelname aan de sancties en daarmee zoowel hun loyaliteit tegenover Italië ten koste van die tegenover den Volkenbond gehandhaafd als hun economisch eigenbelang gediend, maar juist uit deze houding bleek, dat zij bereid waren hun voordeel overal te zoeken, waar zij het maar vinden konden. De begrafenis van Koning George van Engeland bracht een aantal staatslieden uit Midden en Oost-Europa te zamen en bood daardoor gelegenheid het telkens naar den achtergrond geschoven Donau-probleem weer naar voren te halen. Prins Starhemberg werd aan het verstand gebracht, dat Oostenrijk de restauratie-kwestie moest laten rusten om toenadering tot Tsjecho-Slowakije en de Kleine Entente te kunnen bewerken, Joego-Slavië toonde zich niet afkeerig van een betere ver standhouding met Weenen op dezelfde voor waarde. Hongarije, dat echter niet deelnam aan de pourparlers te Londen en te Parijs, voelde zich gepasseerd, ofschoon het hier toch niet meer dan voorloopige polsingen betrof. Kort daarna ging Schuschnigg op bezoek in Praag en vervolgens begon de Tsjechische minister-president Hodza een Donau-tournée. Was er een kentering gekomen in de eenzijdige Italiaansch-freundliche Oostenrijksche buiten landsche politiek? Het begon er bedenkelijk den schijn van te krijgen. Mussolini bleef ech ter op zijn Europeesche qui-vive en was niet van plan zich de Oostenrijksche kaas van het brood te laten eten. De verwarring, gesticht door de torpedeering van het Verdrag van Lo carno door Duitschland, heeft de Duce aange grepen om zijn slag te slaan en de banden met Oostenrijk en Hongarije zóó nauw aan te halen, dat men practisch van een nieuwen Driebond mag spreken. 't Buitengewoon feestelijk gearrangeerd bezoek van de Oostenrijksche en Hongaarsche staats lieden aan Rome, dat aanvankelijk volkomen normaal in de lijn van de vroegere protocollen van Rome leek te liggen, heeft geleid tot 'n aan zienlijke versteviging der economische en cultu- reele betrekkingen tusschen de drie landen en tot instelling van een permanent consultatief or gaan, waarin de diverse ministers van buiten landsche zaken zitting hebben genomen. Prac tisch kunnen Hongarije en Oostenrijk thans geen enkele beslissing van beteekenis meer ne men, noch op economisch noch op politiek ter rein zonder dat Italië daar in gekend is. Voegt men daar dan nog de nieuwe Italiaansch-Al- baansche overeenkomst aan toe, dan komt men tot de conclusie, dat de Duce er in is kunnen slagen een bloc te vormen dat voortaan in alle Donau-aangelegenheden evenzeer meetelt als de Kleine Entente en méér dan de meer verwijderde Balkanbond. Mussolini heeft daarmee zijn Midden-Europeesehe positie en zijn invloed over de „Adria" stevig bevestigd en uitgebreid, al moet men voor oogen blijven houden, dat de kwestie van het door Italië ingepalmde en niet aeer zachtzinnig behandelde Zuid-Tirol en de Hongaarsche neiging om zich op Duitschland te oriënteeren elementen van mogelijke twee spalt in den nieuwen driebond vormen. Duitschland heeft door zijn eigenmachtig optreden in de Locamo-quaestie zijn Anschluszbelangen slecht gediend en Mussolini de kans gegeven voor dezen meester zet op het politieke schaakbord. Zooals van Italiaansche zijde zeer teekenend gezegd is, heeft Italië zijn grenzen thans eigenlijk uitge breid tot aan Beieren en de Karpathen. Onmid dellijk na de opzegging en schending van het verdrag van Locarno door Hitier schreven wij, dat Mussolini, die zelf met plannen rondliep om zich aan zijn Locamo-verplichtingen te onttrekken, in zijn vuistje lachte. Wat hij in dat vuistje had is thans gebleken. Hij slaat klin kende politieke munt uit den zonderlingen Europeeschen toestand. De overeenkomst der Locarno-mogendheden of te wel de voorstellen van Londen wenscht hij niet te aanvaarden, zoo lang de sancties worden gehandhaafd; op het vloot-verdrag wenscht hij niet in te gaan, zoo lang hij door den Volkenbond gediscrimineerd wordt, en Duitschland, dat hem zoo in de kaart speelde, ontneemt hjj elke illusie, dat Italië zich afzijdig zal houden in de Anschlusz-quaestie. De bereidwilligheid, waarmee Oostenrijk op de sug gesties van Rome is ingegaan, wekt den indruk, dat Weenen slechts met Praag heeft geflirt om den Duce aan de plichten van zijn begeerd be schermheerschap te herinneren. Bilaterale eco nomische overeenkomsten zullen door Oosten rijk nog wel gesloten kunnen worden, maar al leen en zoover als zijn machtige Italiaansche vriend het goedkeurt. geval van moeilijkheden zou de ambulance zich tot hem kunnen wenden. In den loop van den middag van dien dag bleek, dat van het vertrek der N-iderlandsche doktoren per vrachtauto niets zou komen. Pas poorten, introductiebrieven, escorte noch vrachtauto's kwamen opdagen, zoodat dr. Van Schelven en dr. Winckel naar het Italiaansche consulaat gingen, waar de Kroonprins woonde. Daar werd eerst de zaak uitgelegd aan een ad judant en er werd een audiëntie bij den Kroon prins aangevraagd en verkregen. Niemand bleek van iets te weten, ook de Kroonprins niet. Wel werd aan de Nederlandsche ambulance beloofd, dat naar Waldia getelefoneerd zou worden om te vernemen hoe de vork in den steel zat. Ook de goevemeur wist van niets. Den volgenden dag werd op het bericht ge wacht; er werd evenwel niets ontvangen. Ook Maandag 24 Februari wachtte de ambulance tevergeefs op de gevraagde berichten. Tegen tien uur verscheen 'n vliegtuig, dat de omgeving van Dessié, vermoedelijk den weg naar Waldia bombardeerde. De leden der ambulance gingen naar de holen, welke nog niet diep genoeg wa ren, maar toch reeds een goede beschutting gaven. Des middags kwam het slachtoffer van het bombardement, t.w. een muildier, dat aan de flank gewond was, onder behandeling. Meer slachtoffers zouden er niet gevallen zijn. In den loop van den middag gingen de Ne derlanders weer naar het Italiaansche consu laat om te trachten zekerheid te krijgen over het vertrek van den tweeden voorpost. Dr. Winc kel schrijft hierover het volgende: „Wij vonden de woning en het bureau van den Kroonprins geheel verlaten. De Kroonprins was des morgens naar de schuilholen vertrokken en nog niet terug gekeerd: van het gevolg was er ook nie mand, zoodat wij na een paar uur wachten onverrichterzake terug gingen. De Negus moest reeds in Waldia zijn aangekomen en verder trok zich niemand hier iets van onze ambulance aan. Ook gelukte het niet onze post te bezorgen. In het uiterst primitieve postkantoortje was niemand en toen wij een boodschap naar den postchef zonden, liet deze weten, dat hij naar de markt was en heden niet zou verschijnen." De Amerikanen deelden dr. Winckel mede, dat er vermoedelijk een vliegtuig uit Addis Abeba zou komen, hetwelk den volgenden dag met post naar Addis Abeba zou vertrekken. Zij adviseerden dr. Winckel aan het Roode Kruis te Addis Abeba te vragen de post te frankeeren en te verzenden. Dinsdag 25 Februari, des middags, kreeg dr. Winckel eindelijk, dank zij de hulp van een Amerikaanschen zendeling, een paspoort in handen, dat echter slechts tot Waldia luidde Van camions, escorte, enz. was niets te be kennen. Den volgenden dag, vermeldt het dagrap port, wederom een audiëntie bij den Kroon prins om aan te dringen op hulp, ten einde het mogelijk te maken naar Waldia en Quo- ram te vertrekken. Deze audiëntie had plaats in tegenwoordigheid van Abba Jo seph, een inheemsch priester van de katho lieke missie, die den Nederlanders zeer welge zind is en hen bij allerlei moeilijkheden ge holpen heeft. Dank zij zijn hulp kregen on ze landgenooten niet alleen paspoorten en een escorte toegezegd, maar kregen zij dienzelfden avond nog hun paspoort. Het escorte zou later komen. Over de vracht auto's naar Waldia werd maar niet meer ge rept, daar de Keizer al lang daar was aan gekomen en een vrachtauto dus geen zin meer had. Donderdag 27 Februari vermeldt het rapport wederom moeilijkheden bij het vertrek. De Na gadras, die de vorige dagen steeds aangedron gen had op vertrek, liet zich nu niet zien. Hij werd gehaald en verklaarde toen niet te willen vertrekken, indien hij niet het geheele hem toe komende bedrag (tien thaler per muildier, dus duizend thaler) terstond uitbetaald kreeg. Daar dit tegen het gebruik was (volgens usance wordt de helft bij vertrek en de helft bü aan komst betaald), ging Abba Joseph met hem naar den goevemeur. Deze stelde hem in het ongelijk, waarop de man aan het opladen der muildieren is begonnen. Tegen vijf uur is de karavaan eindelijk vertrokken. Van het militair escorte was nog steeds niets te bekennen. In het rapport van Vrijdag 28 Februari deelt dr. Winckel het een en ander mede over het hospitaal en het eigenlijke ambulance-werk. De Nederlanders kregen tien patiënten van de ambulance van dr. Melly. Het waren bijna allen slachtoffers van luchtbombardementen. Er waren dien dag 24 patiënten in het hospitaal, aan wie veel te doen was. De patiënten van dr. Melly waren gebracht door dr. Barkhuus, een Deensch arts bij de Britsche ambulance, die zelf ook ziek was. Bij onderzoek bleek hij nier prikkeling te vertoonen. Hij werd door dr. Bel monte behandeld. Des middags kreeg de am bulance bezoek van een Engelsche schrijfster, mrs. Fisher, die vol bewondering was over hos pitaal en uitrusting. De ambulance beschikt over een ziekenzaal van 6 bii 14 M„ welke toen nog niet in gebruik was als zoodanig, doch als magazijn van medi sche, chirurgisdhe en verplegingsartikelen. Het hospitaal is in vol bedrijf; operatiekamer, labo ratorium en apotheek zijn geheel in orde. De polikliniek wordt bezocht door dertig tot veer tig patiënten per dag. Sommigen hunner geven kleine geschenken: kippen, eieren, bananen enz. Zaterdag was een zeer drukke dag. daar aan de uit Waldia gekomen patiënten veel te doen viel. Dien dag waren er overigens geen bijzon derheden. Zondag 1 Maart kwam een transport-officier van de Britsche ambulance, de heer De Hal- pert, dr. Barkhuus halen. Deze was evenwel nog niet tot reizen in staat en bleef bij de Ne derlandsche ambulance. Dr. Winckel had een gesprek met den heer De Halpert, die reeds jaren in dit land woont en den heer De Vries persoonlijk kent. Op zijn steun en hartelijke medewerking kunnen de Nederlanders rekenen. Hoe verder Ge in de week komt, hoe meer de vermoeienissen en jachtige beslomme ringen van Uw dagtaak, in dezen ongun- stigen tijd nog meer dan anders, van invloed zijn op Uw spijsvertering en hoe trager Uw stoelgang wordt, waardoor steeds meer afval-stoffen zich in Uw ingewanden op- hoopen en Uw bloed verontreinigen, U zoo moe, zoo mat en zoo lusteloos maken. En als Ge dan 's Zaterdags Uw weektaak hebt beëindigd, dan voelt Ge U Zondagr te moe, te mat en Ie landerig om van Uw welverdiende Zondags-rust te genieten. Maak het daarom tot een goede geregelde wekelijksche gewoonte eiken VRIJDAG en ZATERDAG één oi twéé M.S.S.-cachets in te nemen, voordat Ge naar bed gaai. Uw haperende spijsvertering, Uw ver traagde stoelgang, zal zich dan herstellen. Uw met afval-stoffen gevulde darmen zullen zich zacht ledigen en vol welbehagen be merkt Ge, dat Ge U nu op Zondag-ochtend eens lekker frisch en opgewekt gevoelt, zoodat Ge van dezen rust-dag zonder eenige belemmering naar Uw eigen opvatting kunt gebruik maken. Dat Ge al Uw plannen kunt volvoeren, dat Ge U kunt ontspannen en kunt genieten, voor Uzelf, voor Uw gezin, voor Uw huisgenooten een zegen. En 's Maandags gaat Ge dan weer vol lust en energie aan Uw nieuwe week-laak. M.S.S.- cachett (ook wel genaamd t Laxeer- Akkerijes) zijn verkrijgbaar bij alle apotheken en drogisten en wel in blauwe ronde kokertjes of in de nieuwe blauwe vierkante kokertjes. De samenstelling is echter van beide geheel gelijk. Als Uw gewone leverancier soms géén voorraad mocht hebben, vraag hem dan ze even voor U te willen bestellen. Ze kosten per 12 stuks 60 cent. Morgen 65 jaar Morgen wordt Staatsminister prof. mr. F. J. M. Aalberse 65 jaar. „Hij kent het groote levensgeheim als stoere werker" heeft dr. Schaepman mr. Aalberse eens geteekend. Inderdaad heeft de jubilaris zijn heele leven hard gewerkt en het geheim verstaan, nog op zijn vijfenzes tigste jong te blijven. Hoe veelzijdig is het werk geweest van dezen pleitbezorger voor velerlei belangen, hoogleeraar, Minister van Arbeid, stichter en leider van het Kath. Soc. Weekblad en de Kath. Soc. Actie, opvolger van mgr. dr. Nolens als voorzitter der R. K. Kamer fractie, Kamerlid, Rijksbemiddelaar en Mi nister van Staat. Hoeveel kritiek en bestrijding hij ook in zijn leven en vooral den jongsten tijd ondervond, vriend en tegenstander zijn het eens, dat Aalberse op meer dan één titel aanspraak kan maken, tot onze verdien stelijke Nederlanders te behooren. „Mr. Aalberse is altijd een christen werk man geweest," getuigde zijn vriend mgr. dr. Ariëns. Prof. Diepenhorst noemde de dankbaarheid voor Aalberse's werk onver gankelijk wegens het vele „dat hij voor ons christen volk heeft gewrocht." Minister Slotemaker de Bruine huldigde hem als „een man met klaar kunnen en warm willen; die slaagde toen allen steun den; die niet aarzelde te buigen voor zijn overtuiging, al slonken daardoor steun en populariteit." Zelfs de sociaal-democraat J. H. Schaper heeft toegegeven: „Een sociaal democratische regeering was tot heden niet mogelijk in ons land, maar wat er voor de arbeidersklasse uitgeslagen kon worden door z. g. burgerlijke hervormers, dat heeft mr. Aalberse gedaan." Wijlen dr. Schaepman had hem als zijn opvolger aangewezen in Almelo, welk district mr. Aalberse sedert 1903 in de Ka mer vertegenwoordigde tot hij in 1916 be noemd werd tot hoogleeraar te Delft. Na zijn ministerschap bleef hij in de Tweede Kamer het katholieke program verdedigen aan de zijde van Mgr. dr. Nolens, wiens meest vertrouwde vriend hij was. Diens traditiën der Katholieke Staatspartij gin gen op hem over, toen hij in het najaar van 1931 met algemeene stemmen tot voor zitter van de R. K. Kamerfractie werd ver kozen. Als Minister en als fractieleider heeft hij met kennis en aangeboren tact parle ment en volk gediend in allermoeilijkste tijden. Zijn wetenschappelijk verlicht in zicht, de wijsheid van zijn wikken en we gen, zijn parlementaire ervaring en slag vaardigheid altijd helder in de gedach- tenwisseling en vlot styleerend op het pa pier verleenden hem benijdbare talen ten voor het volbrengen van zijn levens werk. Mede- en tegenstanders zullen zich mor gen om den jubilaris vereenigen in den wensch: ad muitos annos! In de door de benoeming van Mgr. Huibers tot bisschop van Haarlem ontstane vacature van Priester-lid van het Bisdotn Haarlem in het Comité tot Samenstelling van Ned. Bede vaarten, werd door Z. H. Exc. Mgr. Huibers benoemd de Zeereerw. Heer L. J. Willenborg, Pastoor te Bloemendaal. Voor de vele zieken die Pastoor Willenborg reeds hebben leeren kennen als leider van het zoozeer gewaardeerde Ziekenapostolaat, zal het een aangename verrassing zijn te vernemen, dat Pastoor Willenborg voortaan de functie van Aalmoezenier der Zieken bij de Ncd. Nat. Bedevaart zal vervullen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 5