Zes en zeventig bladen ontvangen
berichten per verreschrijver
Onze ambulance stuitte op
vele moeilijkheden
EEN NIEUWE DRIEBOND
GROOTE VERBETERING IN
DAGBLADWEZEN
DE DAGRAPPORTEN VAN
DR. WINCKEL
MUSSOLINI DOET EEN
MEESTERZET
De M. S.S.-gewoonte
Staatsminister
Aalberse
DONDERDAG 26 MAART 1936
Vanuit de A. N. P.-centrale te Am
sterdam wordt in een minimum
van tijd de geheele Neder-
landsche pers gelijk
tijdig bediend
Speciaal telefoonnet
De wondermachine
Langs telefoonlijnen
Nieuwe mogelijkheden
De patiënten, die men te verzorgen
kreeg, waren bijna allen
slachtoffers van lucht
bombardementen
Voorbereiding van het
vertrek naar Waldia
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Een eigen net
,Anschlusz" bemoeilijkt
Van vertrek kwam niets
Bericht bleef uit
Kroonprins plotseling ver
trokken
Het eigenlijke ambulance-werk
Volg dus de M.S.S.-gewoonie
AALMOEZENIER VAN DE
ZIEKEN
Bij de Ned. Nationale Bedevaart
V,-.
Binnenkort zal in de couranten
wereld de verreschrijfmachine, die
door de Vereen- Kath. Pers alreeds
eenige jaren is ingevoerd tusschen
haar verschillende redactiebureaux
in het land, meer algemeen haar in
trede doen en den gebruikelijken
zakelijken omroep via den zender
Scheveningen, geheel vervangen.
Op 6 April a.s. wordt officieel in
dienst gesteld het eigen Telexnet
van het Algemeen Nederl. Pers
bureau A.N.P. te Amsterdam en
zijn bijkantoor te 's Gravenhage, met
zoo goed als alle dagbladen- Hier
door zullen 76 dagbladen direct en
permanent automatisch het door het
A.N-P. verzonden nieuws opvangen.
Het initiatief van het A.N.P. en de
medewerking van het hoofdbestuur
der P-T.T. hebben het mogelijk ge
maakt, dat slechts enkele jaren na
dat de Telex of verreschrijver zijn
intrede in het particuliere bedrijfs
leven heeft gedaan, deze wonder
lijke machine voor het dagblad
wezen kan worden toegepast op zoo
groote schaal als nog nergens in
Europa het geval is.
Degenen die heden nog wel eens den zake
lijken zender van Scheveningen in hun radio
opvangen, zullen zich de stem herinneren der
omroepster, van allerlei nieuws dat voor de dag
bladen bestemd was. Dit leek het laatste woord
tier techniek. Door den aether werd het nieuws
°P de courantenbureaux gebracht. Maar door
storing in den aether kwamen soms woorden
daarop het aankwam, niet over en alles moest
bovendien opnieuw opgeschreven worden. De
'elexmachine schrijft echter als een gewone
schrijfmachine alles op wat over de teiefoon-
'ijn op het A.N.P.-bureau op een telexschrijf-
biachine wordt opgeschreven. Eenmaal wordt
baar een bericht getikt en bij1 76 bladen in het
land schrijft de telexmachine automatisch het
bericht op.
Het is vooral bij het ontvangen, dat men
*ich bewust wordt van het wonder, dat voor
°hze oogen geschiedt. Want terwijl niemand
bet apparaat bedient en het toetsenbord on
beroerd blijft, slaan de lettertypen van den ont-
Vang-Telex in snel tempo tegen 't papier, ver
springt de wagen als de regel vol is en ver
schijnt op de papierrol, als door geestenhand
beschreven, woord voor woord, regel na regel,
be tekst, die ergens ver weg de typiste op pre-
C'es hetzelfde oogenblik op den zend-Telex tikt.
In Nederland worden Telex-verbindingen tot
stand gebracht via het gewone telefoonnet,
bbonné's. die over een Telex beschikken, heb-
die geschakeld op dezelfde verbinding,
^aarop ook hun telefoon geschakeld is. Willen
t»ee Telex-abonné's met elkaar correspondee-
>eh. dan vragen zij op normale wijze, als voor
Sep telefoongesprek, het telefoonnummer van
?CP ander aan. Zoodra zij de verbinding heb-
en met elkaar kunnen spreken, kunnen zij
ban de mededeeling doen, dat zij met den Telex
^Ülen werken, en beide abonné's kunnen nu,
q°or het overhalen van een enkele handle.
?Verschakelen op den Telex. Is de corresponden
ce beëindigd, dan kunnen zij eventueel, dcor
te schakelen, het gewone telefoongesprek
7^8 hervatten. Natuurlijk kan een Telex-bezit-
zijn telefoonlijn gedurende den nacht of bij
poezigheid op het Telex-apparaat geschakeld
;at*n, iu weik geval de verreschrijver mededee-
Ipgen van andere Telex-abonné's automatisch
^teert wanneer het telefoonkantoor de ver-
'hding tot stand brengt, zoodat de abonné den
pbgenden ochtend of bij terugkomst alle voor
-Chi bestemde boodschappen keurig getikt op
Een hoekje van de A.N-P.-telex-
kamer. Links van de typiste de
automatische zender (met de lange
papierstrook) en daarnaast een
controle-ontvanger
ding met de bij dit bureau aangesloten dag
bladen weinig nut hebben, omdat het niet één,
maar ongeveer 80 kranten van nieuws moet
voorzien. Zelfs wanneer één zendtelex alle 76
ontvang-machines tegelijk zou kunnen bedie
nen, zou men nog voor de moeilijkheid staan,
hoe al deze verbindingen, waarbij practisch het
geheele Rijkstelefoonnet betrokken is. tegelijk
tot stand zouden kunnen komen en op welke
wijze men zou kunnen controleeren, dat men
met alle geabonneerde bladen is verbonden, al
vorens men het te verspreiden bericht gaat
„têlexen".
Deze moeilijkheid kon worden opgelost,
dank zij de zeer groote medewerking van
het hoofdbestuur van de P.T.T., dat op het
standpunt stond, door het helpen van de
pers een algemeen belang en in dit geval
zelfs een nationale zaak te dienen. De Mi
nister van binnenlandsche zaken, Mr. J. A.
de Wilde, en de directeur-generaal van de
P.T.T., Ir. M. H. Damme, hebben het moge
lijk gemaakt dit standpunt te verwerkelij
ken.
Aangezien de moderne telefoonkabels zooveel
lijnen bevatten, dat men over een ruime reserve
beschikt, stelde de P.T.T. voor het Telex-net van
het A.N.P. een aantal lijnen beschikbaar, met
een totale lengte van meer dan 1400 kilometer,
die uitsluitend voor dit doel gereserveerd zijn en
buiten het gewone telefoon\ferkeer vallen. Der
halve behoeven de verbindingen tusschen het
A. N. P. en de aangesloten dagbladen niet inci
denteel tot stand te worden gebracht, maar -staan
de ontvang-machines bij de dagbladbureaux per
manent op het A.N.P.-net geschakeld en kan het
A.N.P. op elk willekeurig uur van den dag of den
nacht zonder tusschenkomst van wie dan ook
terstond elk bericht over de Telex verzenden,
dat dan op hetzelfde oogenblik op de ontvang-
machine wordt getypt, ook als op het betrok
ken redactie-bureau niemand aanwezig is.
Voor redacties die geen ochtendblad en dus
geen nachtredactie hebben bestaat bovendien
een alarmsysteem, waardoor een bepaalde re
dacteur wordt gewaarschuwd wanneer de telex
die 's nachts rustig doorwerkt een zéér be
langrijk bericht doorgeeft.
Het gold hier een strijd om de snelheid en
daarbij heeft voorloopig de telex het van de
radio gewonnen voor het dagbladbedrijf in ons
land.
Er komen bij een bedrijf als het dagbladbe
drijf natuurlijk overbelaste spitsuren voor. In die
uren, wanneer de telex het actueele nieuws moet
verwerken, kan op het A.N.P.-bureau alvast min
der actueele kopij worden getikt op een afzon
derlijke ponsmachine die inplaats van letters te
schrijven lettergaatjes ponst. Deze aldus geponste
kopij kan later op een automatischen zender
gelegd worden, waarbij dus geen typiste meer
noodig is.
Het spreekt vanzelf, dat het A. N. P. ook bij
de eigen nieuwsontvangst de nieuwste middelen
toepast. Een van de meest verbluffende staaltjes
hiervan is wel de Heli-ontvanger, het wonder
baarlijke toestel, kleiner dan een gewoon radio
apparaat, dat de door de Heli-zenders te Parijs,
Londen en Berlijn uitgezonden ether-trillingen
opvangt en omzet in, op een door de machine
loopende papierstrook gedrukte, voor ieder lees
bare letterteekens.
Daarnaast zullen echter naar buiten gezonden
verslaggevers voor het doorgeven van hun spe
ciaal voor het A. N. P. bestemde kopij een dank
baar gebruik van de Telex kunnen maken. In
dien door het A.N.P. per Telex ontvangen kopij
naar de bladen moet worden doorgezonden, zou
dus een typiste deze kopij weer moeten over
typen op de zend-telex of op een ponsmachi
ne, wat een belangrijk tijdverlies zou beteeke-
nen.
Om dit tijdverlies te voorkomen beschikt'het
A. N. P. over een reperforator, een combinatie
van gewone Telex en ponsmachine. De op den
reperforator ontvangen tekst wordt n.l. op nor
male wijze leesbaar ontvangen op de papierrol
van het toestel, doch tegelijkertijd wordt de
zelfde tekst geponst in de perforatorstrook, die
door dezelfde machine loopt.
Terwijl de A.N.P.-redacteur dus op de papier
rol kan lezen, wat zijn correspondent hem seint,
kan hij tegelijkertijd de perforatorstrook door
de eigen zend-automaat laten loopen.
Naast het groote Telexnet voor bijna alle Ne-
derlandsche dagbladen, ook de grootste, dat op
6 April a.s. des namiddags 5 uur officieel in
gebruik zal worden genomen en waarover al het
binnen- en buitenlandsche nieuws van 't A.N.P.
gedurende het geheele etmaal naar de bladen
wordt doorgeseind, beschikt het A.N.P. sedert
1 Januari 1936 reeds over een klein Telex-net,
waarop slechts de 7 grootste dagbladen en het
Haagsche bijkantoor zijn aangesloten. Sedert
eenige maanden wordt dit net gebruikt voor
het distribueeren van de uitgebreide Reuter-
telegrammendiensten, waarop slechts de bedoel
de grootste dagbladen geabonneerd zijn. Na
6 April a.s. zal dit net tevens gebruikt worden
door het Haagsche bijkantoor van het A.N.P.
voor het overseinen van bepaalde kopij in de
uitvoerige versie, die slechts voor de grootste
bladen bestemd is.
De omroepster in de spreekcel in
het hoofdkantoor van het A.N.P. te
Amsterdam.
Bij het hoofdbestuur van het Nederianci-
sche Roode Kruis te 'r Vravenhage zijn
thans van Dr. Winckel, den leider der Ne-
derlandsche ambulance in Abessinië, de
dagrapporten ontvangen, betrekking heb
bende op de periode Donderdag 20 Februari
tot en met Zondag 1 Maart.
Aan deze rappotten is het volgende over
zicht ontleend:
De eerste dag vangt aan met een operatie
door dr. Belmonte in het Amerikaansche hos
pitaal. Daarna was er een bespreking met Ato
Wolde Georgis, die mededeelde, dat de regee
ring en het Ethiopische Roode Kruis honderd
muildieren beschikbaar stelden voor den twee
den voorpost, Van SchelvenVeeneklaas, zoo
dat de karavaan zeer spoedig zal kunnen ver
trekken. Dr. Winckel voegt hier echter aan toe,
dat de Nederlanders hier echter wel geleerd
hebben over dezen spoed ietwat sceptisch te
zijn. Voorts kreeg de ambulance ook een be
kwamen tolk, die tevens geschikt was om met
de muildierdrijvers om te gaan. De Negus was
van plan om binnenkort naar het Noorden te
vertrekken en wel tot Waldia per auto en ver
der per karavaan. Z. M. had verzocht, dat de
doktoren der Nederlandsche ambulance hem
zouden volgen en stelde daartoe een vrachtauto
beschikbaar. De leiding onzer ambulance hééft
dit verzoek rijpelijk overwogen en den volgen
den dag aangenomen.
Men zag daarin een blijk van vertrouwen
in de ambulance en dr. Winckel was van
meening, dat de gevaren niet grooter zou
den zijn dan wanneer de geheele tocht naar
het Noorden per karavaan geschiedde. Ook
zou een behoorlijke afstand van den keizer
en zijn gevolg in acht genomen worden,
terwijl in de morgenuren, wanneer tie vlieg
tuigen verwacht kunnen worden, niet ge
reisd zou worden.
Het bezwaar, dat de doktoren gescheiden
worden van hun uitrusting gedurende eenige
dagfen, wordt ondervangen door de aanwezig
heid 'van een uitnemenden tolk en doordat
twee Iersche doktoren, die bestemd zijn voor
het Ethiopische Roode Kruis, met hun kara
vaan van veertig muildieren zich bij de hon
derd van den Nederlandschen voorpost zullen
voegen. De Nederlandsche ambulance heeft de
muildieren gedurende den geheelen oorlog tot
haar beschikking, benevens een escorte van
dertig soldaten met een commandant ter be
veiliging.
Vrijdag 21 Februari vermeldt het dagrapport,
dat Rosa, het schoothondje van den Negus, als
genezen ontslagen kon worden.
De in een terreinhelling gegraven holen
schieten goed op, aldus vermeldt het dagrap
port van Zaterdag 22 Februari. De Italiaan-
sche vliegtuigen vertoonden zich niet meer. De
Negus was blijkbaar den vorigen dag per auto
vertrokken. De Kroonprins bleef in Dessie. In
tie
Papierrol vindt.
Het A.N.P. zou van een aldus, door losse te-
'onische oproepen, toegepaste Telex-verbm- 1
Het ItaliaanschAbessinisch conflict,
waarin Engeland, „getarnd" met de
Volkenbondskap zoo'n invloedrijke rol
speelt, heeft het vertrouwen in de waarde en
beteekenis van Italië als politieken en militairen
machtsfactor in Europa geschokt. Mussolini
heeft Wel steeds met bijzonderen nadruk ver
klaard, dat zijn militaire expeditie in Abessinië
niet de geringste afbreuk doet aan Italië's
weerbaarheid en slagvaardigheid in Europa,
maar, gezien de geweldige economische en mi
litaire inspanning, welke Italië zich getroost
om den veldtocht in het land van den Negus
tot een definitief succes te maken, werd aan
deze verzekeringen van den Duce niet overdre
ven veel waarde gehecht. Het politieke Stresa-
front, gevormd tegen het zich herbewapenende
Duitschland en de Duitsche „Anschlusz"-aspi
raties ten opzichte van het zwakke Oostenrijk,
viel uiteen en Oostenrijk maakte zich ernstig
bezorgd over de vraag, of de Italiaansche vriend,
die indertijd na den beestachtigen moord op Dr.
Dollfuss onmiddellijk troepen naar de Oosten-
rijksche grens zond om zoo noodig in Oosten
rijk krachtdadig te intervenieeren, wanneer
Duitschland een poging mocht wagen om Oos
tenrijk gelijk te schakelen, nog wel in staat en
bereid zou zijn Weenen een sterke helpende
hand te bieden in zijn strijd tegen het wel la
tente, maar nog altijd reëele Nazi-gevaar. Van
den anderen kant meenden de bij het Donau-
vraagstuk onmiddellijk of slechts middellijk ge-
interesseerde mogendheden, dat, nu Italië zwaar
door den veroverings-oorlog in Abessinië ge
handicapt werd, de kans misschien schoon was
om den in de protocollen van Rome gelegden
hoofdzakelijk economischen en cultureelen, maar
niet zonder politieke beteekenis zijnden band tus
schen Oostenrijk, Hongarije en Italië wat slap
per te maken en het om oplossing sinds jaar
en dag dringende Donau-probleem te regelen
op een wijze, Waarbij Italië geen overwegende
rol zou spelen. Oostenrijk en Hongarije hadden
zich evenals Albanië, dat bijna geheel onder
Italiaansch protectoraat staat, wel niet laten
vinden voor een deelname aan de sancties en
daarmee zoowel hun loyaliteit tegenover Italië
ten koste van die tegenover den Volkenbond
gehandhaafd als hun economisch eigenbelang
gediend, maar juist uit deze houding bleek, dat
zij bereid waren hun voordeel overal te zoeken,
waar zij het maar vinden konden.
De begrafenis van Koning George van
Engeland bracht een aantal staatslieden
uit Midden en Oost-Europa te zamen en
bood daardoor gelegenheid het telkens naar
den achtergrond geschoven Donau-probleem
weer naar voren te halen. Prins Starhemberg
werd aan het verstand gebracht, dat Oostenrijk
de restauratie-kwestie moest laten rusten om
toenadering tot Tsjecho-Slowakije en de Kleine
Entente te kunnen bewerken, Joego-Slavië
toonde zich niet afkeerig van een betere ver
standhouding met Weenen op dezelfde voor
waarde. Hongarije, dat echter niet deelnam
aan de pourparlers te Londen en te Parijs,
voelde zich gepasseerd, ofschoon het hier toch
niet meer dan voorloopige polsingen betrof.
Kort daarna ging Schuschnigg op bezoek in
Praag en vervolgens begon de Tsjechische
minister-president Hodza een Donau-tournée.
Was er een kentering gekomen in de eenzijdige
Italiaansch-freundliche Oostenrijksche buiten
landsche politiek? Het begon er bedenkelijk
den schijn van te krijgen. Mussolini bleef ech
ter op zijn Europeesche qui-vive en was niet
van plan zich de Oostenrijksche kaas van het
brood te laten eten. De verwarring, gesticht
door de torpedeering van het Verdrag van Lo
carno door Duitschland, heeft de Duce aange
grepen om zijn slag te slaan en de banden met
Oostenrijk en Hongarije zóó nauw aan te halen,
dat men practisch van een nieuwen Driebond
mag spreken.
't Buitengewoon feestelijk gearrangeerd bezoek
van de Oostenrijksche en Hongaarsche staats
lieden aan Rome, dat aanvankelijk volkomen
normaal in de lijn van de vroegere protocollen
van Rome leek te liggen, heeft geleid tot 'n aan
zienlijke versteviging der economische en cultu-
reele betrekkingen tusschen de drie landen en tot
instelling van een permanent consultatief or
gaan, waarin de diverse ministers van buiten
landsche zaken zitting hebben genomen. Prac
tisch kunnen Hongarije en Oostenrijk thans
geen enkele beslissing van beteekenis meer ne
men, noch op economisch noch op politiek ter
rein zonder dat Italië daar in gekend is. Voegt
men daar dan nog de nieuwe Italiaansch-Al-
baansche overeenkomst aan toe, dan komt men
tot de conclusie, dat de Duce er in is kunnen
slagen een bloc te vormen dat voortaan in alle
Donau-aangelegenheden evenzeer meetelt als de
Kleine Entente en méér dan de meer verwijderde
Balkanbond. Mussolini heeft daarmee zijn
Midden-Europeesehe positie en zijn invloed over
de „Adria" stevig bevestigd en uitgebreid, al
moet men voor oogen blijven houden, dat de
kwestie van het door Italië ingepalmde en niet
aeer zachtzinnig behandelde Zuid-Tirol en de
Hongaarsche neiging om zich op Duitschland te
oriënteeren elementen van mogelijke twee
spalt in den nieuwen driebond vormen.
Duitschland heeft door zijn eigenmachtig
optreden in de Locamo-quaestie zijn
Anschluszbelangen slecht gediend en
Mussolini de kans gegeven voor dezen meester
zet op het politieke schaakbord. Zooals van
Italiaansche zijde zeer teekenend gezegd is,
heeft Italië zijn grenzen thans eigenlijk uitge
breid tot aan Beieren en de Karpathen. Onmid
dellijk na de opzegging en schending van het
verdrag van Locarno door Hitier schreven wij,
dat Mussolini, die zelf met plannen rondliep
om zich aan zijn Locamo-verplichtingen te
onttrekken, in zijn vuistje lachte. Wat hij in dat
vuistje had is thans gebleken. Hij slaat klin
kende politieke munt uit den zonderlingen
Europeeschen toestand. De overeenkomst der
Locarno-mogendheden of te wel de voorstellen
van Londen wenscht hij niet te aanvaarden, zoo
lang de sancties worden gehandhaafd; op het
vloot-verdrag wenscht hij niet in te gaan, zoo
lang hij door den Volkenbond gediscrimineerd
wordt, en Duitschland, dat hem zoo in de kaart
speelde, ontneemt hjj elke illusie, dat Italië zich
afzijdig zal houden in de Anschlusz-quaestie. De
bereidwilligheid, waarmee Oostenrijk op de sug
gesties van Rome is ingegaan, wekt den indruk,
dat Weenen slechts met Praag heeft geflirt om
den Duce aan de plichten van zijn begeerd be
schermheerschap te herinneren. Bilaterale eco
nomische overeenkomsten zullen door Oosten
rijk nog wel gesloten kunnen worden, maar al
leen en zoover als zijn machtige Italiaansche
vriend het goedkeurt.
geval van moeilijkheden zou de ambulance zich
tot hem kunnen wenden.
In den loop van den middag van dien dag
bleek, dat van het vertrek der N-iderlandsche
doktoren per vrachtauto niets zou komen. Pas
poorten, introductiebrieven, escorte noch
vrachtauto's kwamen opdagen, zoodat dr. Van
Schelven en dr. Winckel naar het Italiaansche
consulaat gingen, waar de Kroonprins woonde.
Daar werd eerst de zaak uitgelegd aan een ad
judant en er werd een audiëntie bij den Kroon
prins aangevraagd en verkregen. Niemand bleek
van iets te weten, ook de Kroonprins niet. Wel
werd aan de Nederlandsche ambulance beloofd,
dat naar Waldia getelefoneerd zou worden om
te vernemen hoe de vork in den steel zat. Ook
de goevemeur wist van niets.
Den volgenden dag werd op het bericht ge
wacht; er werd evenwel niets ontvangen. Ook
Maandag 24 Februari wachtte de ambulance
tevergeefs op de gevraagde berichten. Tegen
tien uur verscheen 'n vliegtuig, dat de omgeving
van Dessié, vermoedelijk den weg naar Waldia
bombardeerde. De leden der ambulance gingen
naar de holen, welke nog niet diep genoeg wa
ren, maar toch reeds een goede beschutting
gaven. Des middags kwam het slachtoffer van
het bombardement, t.w. een muildier, dat aan
de flank gewond was, onder behandeling. Meer
slachtoffers zouden er niet gevallen zijn.
In den loop van den middag gingen de Ne
derlanders weer naar het Italiaansche consu
laat om te trachten zekerheid te krijgen over
het vertrek van den tweeden voorpost. Dr. Winc
kel schrijft hierover het volgende:
„Wij vonden de woning en het bureau
van den Kroonprins geheel verlaten. De
Kroonprins was des morgens naar de
schuilholen vertrokken en nog niet terug
gekeerd: van het gevolg was er ook nie
mand, zoodat wij na een paar uur wachten
onverrichterzake terug gingen. De Negus
moest reeds in Waldia zijn aangekomen en
verder trok zich niemand hier iets van onze
ambulance aan. Ook gelukte het niet onze
post te bezorgen.
In het uiterst primitieve postkantoortje
was niemand en toen wij een boodschap
naar den postchef zonden, liet deze weten,
dat hij naar de markt was en heden niet
zou verschijnen."
De Amerikanen deelden dr. Winckel mede,
dat er vermoedelijk een vliegtuig uit Addis
Abeba zou komen, hetwelk den volgenden dag
met post naar Addis Abeba zou vertrekken. Zij
adviseerden dr. Winckel aan het Roode Kruis
te Addis Abeba te vragen de post te frankeeren
en te verzenden.
Dinsdag 25 Februari, des middags, kreeg dr.
Winckel eindelijk, dank zij de hulp van een
Amerikaanschen zendeling, een paspoort in
handen, dat echter slechts tot Waldia luidde
Van camions, escorte, enz. was niets te be
kennen.
Den volgenden dag, vermeldt het dagrap
port, wederom een audiëntie bij den Kroon
prins om aan te dringen op hulp, ten einde
het mogelijk te maken naar Waldia en Quo-
ram te vertrekken. Deze audiëntie had
plaats in tegenwoordigheid van Abba Jo
seph, een inheemsch priester van de katho
lieke missie, die den Nederlanders zeer welge
zind is en hen bij allerlei moeilijkheden ge
holpen heeft. Dank zij zijn hulp kregen on
ze landgenooten niet alleen paspoorten en
een escorte toegezegd, maar kregen zij
dienzelfden avond nog hun paspoort. Het
escorte zou later komen. Over de vracht
auto's naar Waldia werd maar niet meer ge
rept, daar de Keizer al lang daar was aan
gekomen en een vrachtauto dus geen zin
meer had.
Donderdag 27 Februari vermeldt het rapport
wederom moeilijkheden bij het vertrek. De Na
gadras, die de vorige dagen steeds aangedron
gen had op vertrek, liet zich nu niet zien. Hij
werd gehaald en verklaarde toen niet te willen
vertrekken, indien hij niet het geheele hem toe
komende bedrag (tien thaler per muildier, dus
duizend thaler) terstond uitbetaald kreeg. Daar
dit tegen het gebruik was (volgens usance
wordt de helft bij vertrek en de helft bü aan
komst betaald), ging Abba Joseph met hem
naar den goevemeur. Deze stelde hem in het
ongelijk, waarop de man aan het opladen der
muildieren is begonnen. Tegen vijf uur is de
karavaan eindelijk vertrokken. Van het militair
escorte was nog steeds niets te bekennen.
In het rapport van Vrijdag 28 Februari deelt
dr. Winckel het een en ander mede over het
hospitaal en het eigenlijke ambulance-werk.
De Nederlanders kregen tien patiënten van
de ambulance van dr. Melly. Het waren bijna
allen slachtoffers van luchtbombardementen. Er
waren dien dag 24 patiënten in het hospitaal,
aan wie veel te doen was. De patiënten van dr.
Melly waren gebracht door dr. Barkhuus, een
Deensch arts bij de Britsche ambulance, die
zelf ook ziek was. Bij onderzoek bleek hij nier
prikkeling te vertoonen. Hij werd door dr. Bel
monte behandeld. Des middags kreeg de am
bulance bezoek van een Engelsche schrijfster,
mrs. Fisher, die vol bewondering was over hos
pitaal en uitrusting.
De ambulance beschikt over een ziekenzaal
van 6 bii 14 M„ welke toen nog niet in gebruik
was als zoodanig, doch als magazijn van medi
sche, chirurgisdhe en verplegingsartikelen. Het
hospitaal is in vol bedrijf; operatiekamer, labo
ratorium en apotheek zijn geheel in orde. De
polikliniek wordt bezocht door dertig tot veer
tig patiënten per dag. Sommigen hunner geven
kleine geschenken: kippen, eieren, bananen
enz.
Zaterdag was een zeer drukke dag. daar aan
de uit Waldia gekomen patiënten veel te doen
viel. Dien dag waren er overigens geen bijzon
derheden.
Zondag 1 Maart kwam een transport-officier
van de Britsche ambulance, de heer De Hal-
pert, dr. Barkhuus halen. Deze was evenwel
nog niet tot reizen in staat en bleef bij de Ne
derlandsche ambulance. Dr. Winckel had een
gesprek met den heer De Halpert, die reeds
jaren in dit land woont en den heer De Vries
persoonlijk kent. Op zijn steun en hartelijke
medewerking kunnen de Nederlanders rekenen.
Hoe verder Ge in de week komt, hoe meer
de vermoeienissen en jachtige beslomme
ringen van Uw dagtaak, in dezen ongun-
stigen tijd nog meer dan anders, van invloed
zijn op Uw spijsvertering en hoe trager
Uw stoelgang wordt, waardoor steeds meer
afval-stoffen zich in Uw ingewanden op-
hoopen en Uw bloed verontreinigen, U
zoo moe, zoo mat en zoo lusteloos maken.
En als Ge dan 's Zaterdags Uw weektaak
hebt beëindigd, dan voelt Ge U Zondagr
te moe, te mat en Ie landerig om van Uw
welverdiende Zondags-rust te genieten.
Maak het daarom tot een goede
geregelde wekelijksche gewoonte
eiken VRIJDAG en ZATERDAG
één oi twéé M.S.S.-cachets in te
nemen, voordat Ge naar bed gaai.
Uw haperende spijsvertering, Uw ver
traagde stoelgang, zal zich dan herstellen.
Uw met afval-stoffen gevulde darmen zullen
zich zacht ledigen en vol welbehagen be
merkt Ge, dat Ge U nu op Zondag-ochtend
eens lekker frisch en opgewekt gevoelt,
zoodat Ge van dezen rust-dag zonder eenige
belemmering naar Uw eigen opvatting
kunt gebruik maken. Dat Ge al Uw plannen
kunt volvoeren, dat Ge U kunt ontspannen
en kunt genieten, voor Uzelf, voor Uw
gezin, voor Uw huisgenooten een zegen.
En 's Maandags gaat Ge dan weer vol lust
en energie aan Uw nieuwe week-laak.
M.S.S.- cachett (ook wel genaamd t Laxeer-
Akkerijes) zijn verkrijgbaar bij alle apotheken
en drogisten en wel in blauwe ronde kokertjes
of in de nieuwe blauwe vierkante kokertjes. De
samenstelling is echter van beide geheel gelijk.
Als Uw gewone leverancier soms géén voorraad
mocht hebben, vraag hem dan ze even voor U
te willen bestellen. Ze kosten per 12 stuks 60 cent.
Morgen 65 jaar
Morgen wordt Staatsminister prof.
mr. F. J. M. Aalberse 65 jaar. „Hij
kent het groote levensgeheim als
stoere werker" heeft dr. Schaepman mr.
Aalberse eens geteekend. Inderdaad heeft de
jubilaris zijn heele leven hard gewerkt en
het geheim verstaan, nog op zijn vijfenzes
tigste jong te blijven.
Hoe veelzijdig is het werk geweest van
dezen pleitbezorger voor velerlei belangen,
hoogleeraar, Minister van Arbeid, stichter
en leider van het Kath. Soc. Weekblad en
de Kath. Soc. Actie, opvolger van mgr. dr.
Nolens als voorzitter der R. K. Kamer
fractie, Kamerlid, Rijksbemiddelaar en Mi
nister van Staat.
Hoeveel kritiek en bestrijding hij ook
in zijn leven en vooral den jongsten tijd
ondervond, vriend en tegenstander zijn het
eens, dat Aalberse op meer dan één titel
aanspraak kan maken, tot onze verdien
stelijke Nederlanders te behooren.
„Mr. Aalberse is altijd een christen werk
man geweest," getuigde zijn vriend mgr.
dr. Ariëns. Prof. Diepenhorst noemde de
dankbaarheid voor Aalberse's werk onver
gankelijk wegens het vele „dat hij voor ons
christen volk heeft gewrocht."
Minister Slotemaker de Bruine huldigde
hem als „een man met klaar kunnen en
warm willen; die slaagde toen allen steun
den; die niet aarzelde te buigen voor zijn
overtuiging, al slonken daardoor steun en
populariteit." Zelfs de sociaal-democraat J.
H. Schaper heeft toegegeven: „Een sociaal
democratische regeering was tot heden niet
mogelijk in ons land, maar wat er voor de
arbeidersklasse uitgeslagen kon worden door
z. g. burgerlijke hervormers, dat heeft mr.
Aalberse gedaan."
Wijlen dr. Schaepman had hem als zijn
opvolger aangewezen in Almelo, welk
district mr. Aalberse sedert 1903 in de Ka
mer vertegenwoordigde tot hij in 1916 be
noemd werd tot hoogleeraar te Delft. Na
zijn ministerschap bleef hij in de Tweede
Kamer het katholieke program verdedigen
aan de zijde van Mgr. dr. Nolens, wiens
meest vertrouwde vriend hij was. Diens
traditiën der Katholieke Staatspartij gin
gen op hem over, toen hij in het najaar
van 1931 met algemeene stemmen tot voor
zitter van de R. K. Kamerfractie werd ver
kozen.
Als Minister en als fractieleider heeft
hij met kennis en aangeboren tact parle
ment en volk gediend in allermoeilijkste
tijden. Zijn wetenschappelijk verlicht in
zicht, de wijsheid van zijn wikken en we
gen, zijn parlementaire ervaring en slag
vaardigheid altijd helder in de gedach-
tenwisseling en vlot styleerend op het pa
pier verleenden hem benijdbare talen
ten voor het volbrengen van zijn levens
werk.
Mede- en tegenstanders zullen zich mor
gen om den jubilaris vereenigen in den
wensch: ad muitos annos!
In de door de benoeming van Mgr. Huibers
tot bisschop van Haarlem ontstane vacature
van Priester-lid van het Bisdotn Haarlem in
het Comité tot Samenstelling van Ned. Bede
vaarten, werd door Z. H. Exc. Mgr. Huibers
benoemd de Zeereerw. Heer L. J. Willenborg,
Pastoor te Bloemendaal.
Voor de vele zieken die Pastoor Willenborg
reeds hebben leeren kennen als leider van het
zoozeer gewaardeerde Ziekenapostolaat, zal het
een aangename verrassing zijn te vernemen,
dat Pastoor Willenborg voortaan de functie
van Aalmoezenier der Zieken bij de Ncd. Nat.
Bedevaart zal vervullen.