Zielzorg in het nieuwe land
KWIEK EN VIER
Zoekt gij betrouwbaar
I Personeel? 1
Plaats dan een „Omroeper" g
voor 80.000 gezinnen
Wie dezen zomer
den Geïllustreerden Reisgids
K0L 0NISTEN-DEM0-
CRATIE
DINSDAG 14 APRIL 1936
CENTRAAL REISADRES
lÉÉjPf
BOEK £7V BLAD
gnniiirniiinimiininiiiiiinimiiniiiniiniiiiiiiinnHiiiiininiinniinniiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiniiiiiHiiiiiiinninug
^niiiimnniii
iuiiiiiiiiimiuiiiuuuuiuuiiiuiimuiiiiiimiiiiiiniiiiiianiiiiiuiniiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiinnimiiniiiramniuS
Een kort gebed in het meest ver
laten kerkje van den Witten
Donderdag
De Wieringermeer-
pastoor vertelt
voornemens is, een reisje te maken
vrage aan het
N.Z. VOORBURGWAL 67-73, AMSTERDAM,
aan, welke voor belangstellenden
gratis verkrijgbaar is en hun behulp
zaam zal zijn bij het vormen van
reisplannen.
Houtop (links), winnaar van alle seniores-races bij de motorwedstrijden op
de grasbaan te Alkmaar, in de finale tegen Jac Al
mis aan een traditie van katholiek leven....
En geen katholieke school.
Ook al ja! Wij hebben hier bijzonder neu
traal onderwijs, dat weet u. Ideaal is het na
tuurlijk niet, maar in de gegeven omstandig
heden geloof ik, dat het voor hier het best-
bereikbare is. Beschouwt men het zóó, dat de
openbare school vooral een gevaar vormt
door de q u a s i-neutraliteit van haar leer
krachten, dan zijn de gevaren hier sterk ver
minderd. Hier heeft een schoolbestuur, waarin
Z. Hoogw. Exc. onze thans regeerende Bisschop
Mgr. Huibers als Deken van Hoorn nog zitting
had, de benoeming in handen en ik moet
zeggen het personeel is uitstekend. Voor het
godsdienstonderwijs moeten wij echter een
stap terug. Niet meer de meester, doch moe
der moet voortaan toezien, dat de kinderen
hun les leeren. Is dat eigenlijk wel een achter
uitgang?
Zoo, dat zijn onze problemen, gaat u
nu nog even mee naar mijn kerkje?
Het kerkje ligt aan den overkant. Een paar
kinderen spelen er vóór.
Op het altaar, in dit kleine,
breed-gebouwde, witte godshuis,
branden de kaarsen, en geuren de
bloemen. Onze Lieve Heer staat
hier maar gewoon in het taberna
kel. Het kan niet anders. Eén en
kele eenvoudige jonge vrouw bidt
in een zijbankje.
De menschen kunnen niet
komen, fluistert de pastoor mij in.
Zij zijn aan het werk. Zij kunnen
er niet van af. En de vrouwen zijn
bij de kleine kinderen. Het zijn al
lemaal jonge gezinnen. Dat ééne
meisje daar komt van acht kilome
ter ver.
Overal in het land staan de ker
ken open. Overal knielen héél den
dag menschen, die tijd hebben, voor
de versierde Sacramentsaltaren.
Hier in de kolonie, onder deze goe
de, hard werkende menschen, moet
Onze Lieve Heer alleen blijven, in
het meest verlaten kerkje van den
blanken, Witten Donderdag.
In de stilte van het wijde nieuwe land gaan
onze gedachten nog over dit alles: tot
de auto de houten brug weer over rammelt,
die naar den ouden polder voert, waar weer
boomen staan, en waar een lange historie ligt
geschreven in de bonte, oude hekken en de
kromme sloten en de bochten van de hobbe
lige wegen....
„De Menschen hebben hun gebre
ken", door A. van Duinkerken.
Men klaagt allerwegen over de verwildering
van onzen tijd. En voor menigeen is deze ver
wildering een raadsel bij de uitgebreidheid van
onderwijs en ontzaglijke sommen gelds welke
nog dagelijks voor allerlei onderwijsinrichtin
gen worden uitgetrokken. Met recht wijst
men op vroegere tijden waar oneindig meer
met veel minder geldverkwisting bereikt
werd. Men vergeet echter daarbij dat het on
derwijs van vroeger een heel ander karakter
droeg. Het was vooral bezield met een anderen
geest. De vorming van den mensch, en niet
veelweterij, stond op het voorplan. Geen me
chanisatie, maar humanisatie was het doel
waar men naar streefde. Nu is de mensch ge
worden het verlengstuk der machine, opvoe
ding schikt zich naar efficiency: zelfs de ziels
vermogens worden getest, machinaal vastge
legd, gematerialiseerd, wetenschappelijk ge
kweekt om als goedkoop en economisch ver
antwoord product op de markt des levens te
worden gegooid. Er komt vast een tijd waarin
de gebreken van den mensch een kostbare dy
namische waarde zullen hebben, een tijd. waar
in wij er om zullen treuren dat wij zonder
bochel, of doofheid, of blindheid, of de hemel
weet welk gebrek, ter wereld zijn gekomen. Als
inleiding tot dit glanstijdperk der nieuwe tij
den is het boekje van van Duinkerken een
kostelijke satyre. Hoe wij de grootheid van Ho
merus, Esopus, Ronsard en andere genieën
kunnen aankweeken is ons nu bekend gewor
den. Wellicht krijgen wij binnenkort een nieu
we wereldgeschiedenis op verbeterden grond
slag en een Vondelverklaring waaruit blijkt
dat de glorieuze visies zijner bespiegelingen
zonder zijn kousenhandel niet tot stand wa
ren gekomen. Moge dit verschiet onze in ar
moe levende dichters tot het kousenvak be-
keeren. Inmiddels biedt het boek van van
Duinkerken een verheugenden positieven
kant. Hij vestigt wederom de aandacht der le
zers op de oudheid. Het zijn de klassieken die
Holland hebben groot gemaakt. De gouden
eeuw is hun werk. Grooter en onvergankelij
ker dan welk stoffelijk bezit is de humanisti
sche rijkdom welken onze voorouders uit de
werken en het leven der klassieken hebben
gepuurd. En het is het verwaarloozen en het
minachten dezer schatten dat ons gebracht
heeft tot de geestelijke en zedelijke inzinking
waarover nu zoo geklaagd wordt. Het is van
Duinkerken's verdienste ons wederom te heb
ben ingeleid in populairen vorm, bij enkele fi
guren der oudheid of der herboren oudheid.
Moge deze poging succes oogsten en de be
langstelling voor de bron eener betere en hu
manere beschaving nieuw leven inblazen. Wij
hebben het meer dan noodig in dezen tijd van
steeds wassende brutaliteit en schaamteloos
heid.
is onze „Omroeper". Eiken avond weer opnieuw
spreekt hij in 80.000 gezinnen, waar hij steeds
een trouw gehoor vindt. Zaken-Omroepers 50
afc per regel. Particuliere Omroepers 20 ct per
regel. Betrekkingen (gevraagd en aangeboden^
IQ ct. per regel.
tig maar den Zondag daarnaIk had am-
FOTOREPORTAGE
Het vreeselijk auto-ongeluk te Heesch heeft aan drie personen
het leven gekost. De vernielde wagen op de plaats des onheils
Perry, de wereld-tenniskampioen, in actie tijdens de wed
strijden welke hij Zaterdag tegen onzen landgenoot Timmer
in Amsterdam speelde
Laat ik u eens vertellen van den eersten
Zondag den besten hier in mijn kerkje. Toen
de Bisschop wijlen Mgr. Aengenent het
kerkje was komen inzegenen, liep alles prach-
SLOOTDORP, 9 April.
Uit de Anna-Paulownapolder rijden
wij de Wieringermeer binnen
het wijde, vlakke nieuwe land, waar
nog maar enkele jaren geleden de zee
overheen stond en waar nu wijd verspreid,
heelemaal los en ver van elkaar splinter
nieuwe boerderijen met helder-roode pan
nendaken uit den grond worden opgetrok
ken. Wijd en zijd, waar men ook kijkt
nergens valt één enkele boom te bespeu
ren. Alléén maar boerderijen steken hier
uit de vlakte omhoog als vroeger de
schepen kilometers ver. Land zonder
boomen zonder traditie zonder his
torie.
Wij rijden het „dorp" binnen een van
de drie plekken in de meer waar een paar
huizen wat dichter op elkaar staan gebouwd,
waar een breed soort dorpsstraat, gloednieuw
in helderroode baksteen zich in de lengte rekt.
In het laatste van deze Slootdorpsche hul
zen woont de pastoor, pastoor Braak
een vlotte, hartelijke man, die ons met uit
gestrekte hand al tegemoet komt, als zijn
vriendelijke huishoudster ons maar amper bin
nen heeft gelaten en ons met een „welkom
in de negorij" zijn gezellige huis-zit-studeer-
kamer binnenleidt.
Zóór, we zullen maar eens beginnen met
de radio-centrale af te zetten, dan kunnen we
rustig praten, niet?
Centrale, zei U?
Ja zeker, man, wij krijgen hier de radio
per centrale. Dat dacht u niet hé? Dat den
ken trouwens de meesten niet: ze meenen hier
allemaal in een land te komen, waar de men
schen nog in holen wonen en met dieren-
vellen om loopen. Nu kennen wij hier na
tuurlijk niet de geneuchten van een groote
stad. Maar hebt u wel gezien hoe keurig wij
hier wonen, langs onze asphaltwegen? Hebt u
dat volmaakt-correcte restaurant gezien, ginds
om den hoek?
Moet u 's zomers eens zien. Dan komen hier
de autobussen met rijtjes achter elkaar met
van die menschen, die hier de zaak door hun
lognet of hun face a main komen bekijken of
de boel van hun was, of zij 't hier hadden
opgebouwd, of ze in 'n soort dierentuin zitten
en dan moet je hooren hoe die toeristen
zich verbazen over wat ze hier zien. Ja 't gaat
hier beter dan in de oude polders, waar iedere
kolonist op zijn eigen initiatief bleef aange
wezen. Hier regelt vadertje Staat de koloni
satie. En dat gaat heusch zoo kwaad niet. Hier
is heusch geen Wild West.
En de menschen, pastoor?
De menschen komen hier van alle kan
ten, dat weet u wel. Als u het mij vraagt heeft
Nederland geen elf provincies, maar wel dub
bel zooveel, wanneer ten minste ieder gewest
zijn eigen dialect spreekt. Wat je hier alle
maal niet hoort! En alles Nederlandsch. Het
gebeurt hier herhaaldelijk, dat twee arbeiders
elkaar niet verstaan en elkaar dan verwijten
dat ze geen goed Nederlandsch spreken!
Interessanter en voor de zielzorg vooral
belangrijker is echter, dat de menschen,
hoewel ze uit allerlei landstreken stammen,
toch allen uit één stand komen, één stand
vormen athans.
De geest, die hier onder de
menschen heerscht is die van een
volmaakte kolonisten-democratie.
Allen zijn jong verreweg de
meesten althans. Allen moeten den
heelen dag door hard werken.
Ouden van dagen of menschen die
niets te doen hebben kennen wij
hier niet. Alles werkt aan dezelfde
cultuurmaatschappij. Een paar zelf
standige pachtboeren doen toch óók
per twee misdienaars. Een organist kon ik
niet vinden, zangers evenmin. Als collectant
had zich zegge en schrijve één jongeman aan
gemeld, die vroeger, in de parochie waar hij
vandaan kwam ook wel eens met 't derde
zakje had geloopen. Alles moest worden op-
gebouwd. Een organist heb ik zelf zoo goed en
zoo kwaad als het ging, moeten vormen
zij heeft u daarstraks open gedaan, het is
mijn eigen huishoudster. Ik moest wel man
nen, die tijd hebben om het orgelspel te gaan
leeren heb ik niet. Om nu den goeden gang
van zaken niet al te ,veel aan mijn eigen
huishouden te binden als ik wordt over
geplaatst moet er toch iemand zijn die orgel
speelt heb ik naar een nieuwe kracht om
gekeken. En ik heb er een gevonden; wéér een
meisje, een kind van 13 jaar met groote be
gaafdheid. De jongens werken als ze 14 wor
den even hard als de vader. Zóó is het leven
hier. Zangers had ik niet. Kwamen andere
pastoors uit weeldee tot den volkszang, ik moest
er mijn toevlucht toe nemen uit armoe. Voor
collectant durfde niemand zich opgeven, om
dat ieder gewend was, in de parochie, waar
hij vandaan kwam, anderen dat werk te zien
o;pknappen. Daar deed de kerk geen beroep
op hen. Men achtte zich daardoor eigenlijk
nog niet waardig tot het vervullen van zulke
functies. Ik ben toen denzelfden weg opgegaan
als met den zang: ik heb ze allemaal tot col
lectant gebombardeerd. Wie het dichtste bij
zit, of het eerste naar voren komt, neemt het
zakje en gaat rond. En dat géat!
jp- V zit op twee stoelen, mag ik uw
biljetten even zien? (Politiken)
Zoo zit ik ook met andere dingen. £1 mijn
bijzondere plechtigheden mijn eerste com
munies, plechtige communies en vormsels
moet ik op Zondag houden. Door de week
hebben de menschen geen tijd. Zoo gebeurt
het, dat bij een spoedbediening mijn huis
houdster achter het stuur moet gaan zitten
om mij met Ons Heer weg te brengen. Men
heeft mij daar wel eens gek om aangekeken,
maar wat wil ik anders? Tachtig van de hon
derd menschen kunnen hier chauffeeren, maar
ik kan er niet één van zijn werk afhalen.
En het peil van uw menschen, pastoor?
Uitstekend. Zooals ik zeg: ze moeten nog
wennen aan het idee, dat zij hier zelf de
élite van de parochie moeten vormen, al
lemaal samen. Maar naar de kerk komen ze
trouw, ook van grooten afstand. En dat weet
ik van allemaal. In oude parochies, vooral
in de stad, komt het nogal eens voor, dat bij
een missie of zoo plotseling een aantal „ka
tholieken" opduikt, die de pastoor nooit als
zoodanig heeft gekend. Hier komt alles nieuw
binnen. Ik weet precies wie katholiek is of
van katholieke afkomst en wie niet.
Hebt u veel parochianen uit de katho
lieke streken van het land?
Neen, gelukkig niet. 't Zijn beste, diep-
geloovige menschen, maar 't valt hun hier
toch erg koud op het lijf, de dagelijksche om
gang met andersdenkenden en dat totale ge-
dezelfde soort arbeid. „Notabelen"
zijn er niet. Op Middenmeer woont
een dokter en we hebben een paar
onderwijzers en ingenieurs, maar
geen daarvan hoort tot mijn paro
chianen. Allen zün hier even wijs,
even machtig en even goed. Wij
leven hier werkelijk in een volko
men democratie. Hier ziet men on
der zijn oogen hoe in een land als
Amerika het door-en-door-demo
cratische voelen groeide.
Dat geeft natuurlijk zijn problemen in
de zielzorg?
Heel eigenaardige problemen zelfs. In
oude gevestigde parochies, u weet dat wel,
heeft de pastoor altijd zoo'n groepje parochia
nen, die over wat vrijen tijd beschikken, die
graag allerlei akkefietjes opknappen, waar
eigenlijk het parochieleven zoo'n beetje op
steunt. Daar is hier geen sprake van.
Ten bate van het Vacantie-Kinderfeest
werd Zaterdag in de hoofdstad de
jaarlijksche collecte gehouden
Het elftal van
Feyenoorddat
Zondag in den
wedstrijd te
gen Excelsior
te Rotterdam
hetafdeelings-
kampioen-
schapbehaalde
Christiaens, de Belgische doelverdediger (midden), die in den wedstrijd
Nederland - België geblesseerd raakte, heeft Zaterdag het Wilhelmina-zieken-
huis te Amsterdam, waar hij verpleegd werd, hersteld verlaten