De strijd om het bezit van Mongolië IPf 77 SYSTEEM GEWORDEN INCIDENTEN TREINONTSPORING TE WOERDEN Kerkelijk leven WOENSDAG 15 APRIL 1936 De roode lap van het communisme in handen van den Japanschen Toreador Oorlog onvermijdelijk EERSTE KAMER De volgende week bijeen KOSTBARE HISTORISCHE VONDST TE SAASVELD Een collectie munten uit den Spaanschen tijd Sigarenfabriek gesloten Bedrijf te Beverwijk stilgelegd VERDUISTERING TE OSS R.K. Fabrieksarbeidersbond voor duizenden guldens benadeeld ROOFRIDDER VAN DEN WEG BETRAPT Pijnenburg en Slaats in een achter volgingsrace mm» CONTINGENTEERINGEN Straffen verzwaard Ossche misdadigers in hooger beroep gevonnist De brandstichting in het sportpark te Oss Roofoverval te Geffen Over boord geslagen en verdronken Chr. Historische Unie vergadert Jhr. de Geer ziet weinig verandering Evenredig kiesrecht Jhr. Mr. D. J. de Geer Onze Weerkracht Waf er in de etalage staat bij PIUS X, RAADHUISSTRAAT 35 COMMUNIEGESCHENKEN Zeven wagons uit de rails geloo- pen; twee personen licht gewond ZEVENTIGJARIGE MAN DOODGEREDEN Nieuwe Deken van Montfoort Pastoor W. H. de Grijs, uit IJsel- stein, benoemd MGR. D. HUURDEMAN WEER HERSTELD DOOR TRAM GEGREPEN EN GEDOOD BOTSING TUSSCHEN TWEE AUTO'S Postvluchten PATER W. WILLEMS O.P f DE HULDE AAN PATER DAMIAAN TRAMWEGEN ZEEUWSCH- VLAANDEREN Vermindering van de vordering wegens rentelooze voorschotten SANEERING KOLENHANDEL Vragen van het Kamerlid Wijnkoop Landelijke C. A. O schildersbedrijf het (Bijzondere correspondentie) Ondanks de betrekkelijk geruststellende verklaringen van verantwoordelijke Ja- pansche staatslieden is er geen sprake van dat de verhouding met de republiek der Sovjets eenige verbetering ondergaat, integen deel. Nauwelijks nam het plan tot mstelli g van commissies inzake de afbakening e grenzen tusschen Mandsjoekwo eenerzijds en Rusland en Buiten-Mongolië anderzijds vas ten vorm aan of grensincidenten komen de verhouding in hooge mate vertroebelen. Deze grensincidenten nemen in de laatste weaen hoogst ernstige vormen aan. Was er eerst slechts sprake van kleine patrouilles grens wachten, die met elkaar slaags raakt, een aan tal geweerschoten wisselden en elkaar vervol gens voor eenige dagen opnieuw met yr®üe lieten, thans overschrijden Mandsjoe-soldaten onder leiding van Japansche officieren, de Mongoolsche grenzen, voeren gevechten, die vele uren duren, en die aan beide zijden een betrekkelijk groot aantal slachtoffers maken. Zelfs vliegtuigen hebben reeds aan een derge lijk gevecht deelgenomen en men vraagt zich somwijlen af of de oorlog om Mongolië reeds ontbrand is. Dat die oorlog onvermijdelijk is er is wel niemand die nog aan het tegendeel gelooft. Alleen over het tijdstip waarop de krijg in vollen omvang ontbranden zal loopen de mee ningen uiteen. De grensincidenten hebben, sinds de militaire clan in den meest volstrekten zin te Tokio zijn wil als wet doet gelden, niets incidenteels meer. Zij maken deel uit van het plan van actie der Japanners, die geen handbreed van den eens gekozen weg afwijken en van iedere zwakheid hunner toekomstige tegenstanders meesterlijk partij weten te trekken. Men geloove niet dat de toestand in staats rechtelijken zin bijzonder eenvoudig is. Hij is integendeel bij uitstek ingewikkeld en het zal, als eenmaal de legers van het land van de Rijzende Zon en die van den Russischen Beer hun krachten meten gaan, in juridischen zin bijna onmogelijk zijn vast te stellen, wie de aanvaller en wie de aangevallene is. Men verlieze niet uit het oog dat de volks republiek van Buiten-Mongolië geen integree rend deel van het grondgebied van U. R. S. S. uitmaakt. Dit enorme gebied, waarvan de hoofdstad Oelan-Bator-Khoto, „de stad dei Roode Helden" is, maakt in zekeren zin deel uit van het grondgebied der Chineesche repu bliek. In 1911 verklaarde het zich voor de eer ste maal autonoom, en in 1915 zag China zich, onder pressie van het Tsaristische gouverne ment, genoodzaakt de politieke onafhankelijk heid van Buiten-Mongolië te erkennen. Gedu rende de verwarde jaren, die op den wereld oorlog volgden, trachtte China het land opnieuw aan zijn autoriteit te onderwerpen en het ge volg van die pogingen was, dat de inmiddels gestichte Republiek der Sovjets bij in 1924 ge sloten verdrag de Chineesche souvereiniteit over Buiten-Mongolië erkende. Evenwel, die souvereiniteit was meer een nominale dan een wezenlijke en toen U. R. S. S. en zijn staatkun dig systeem zich consolideerden, verloor China er allen werkelijken invloed. Buiten-Mongolië en zijn bevolking toonden zich uiterst ontvan kelijk voor de leer van Lenin en het duurde niet lang of er werd een Republiek van Arbei ders en Boeren gesticht, die thans met het; „moederland" ^en verdrag gesloten heeft, dat haar volkomen ondergeschikt aan Moskou maakt. Als het tot een Japanschen aanval op Bui ten-Mongolië komt zullen Moskou en het Roode Leger onmiddellijk en met alle energie zich in den strijd werpen. Een verove ringstocht in Buiten-Mongolië is voor de Rus sen een casus belli. Dit is volkomen begrijpe lijk. Is Japan eenmaal meester te Oelan-Bator dan verkeert geheel Oost-Siberië in het groot ste gevaar. Oelan-Bator is een knooppunt van wegen, die niet naar China maar naar het hart van Siberië leiden, naar het Baikal-Meer. Ge durende de periode, waarin vreemde mogend heden zich nog in de binnenlandsche aangele genheden van Rusland mengden kort na de revolutie volgden de Japansche troepen de wegen, die de regeering te Tokio thans opnieuw en nu voor goed onder haar heerschappij zou willen brengen. Zou Japan er in slagen de Mongool sche republiek onder zijn protectoraat te bren gen dan zouden de gele legers zich op betrek kelijk korten afstand van den Trans-Siberi- schen spoorweg bevinden, van de lijn, die voor Rusland van vitaal belang is. Zulk een toe stand zou door Moskou niet kunnen geduld worden en Stalin en andere machthebbers in de Roode Republiek winden geen doekjes om dat feit. Het door Mongolië en Rusland gesloten ver drag vormt in juridischen zin evenwel geen wettige basis voor den feitelijken stand Van zaken en Japan zal zeer zeker te zijner tijd zich van krachtige juridische argumenten kunnen bedienen om zijn aanval te rechtvaardigen. Japan zal altijd kunnen vragen met welk recht Rusland de verdediging op zich neemt van een gebied dat nominaal tot het territoir van de Chineesche republiek behoort. Het kan zelfs verder gaan en, na accoord met de Chineesche regeering, volhouden, dat het uitsluitend op treedt om bestaande, óók door Rusland getee- kende, verdragen te handhaven en dat het dus de republiek der Sovjets is, die, zich daarte gen verzettend, als aanvaller moet worden ge brandmerkt. En zelfs als het voor ieder dui delijk is, dat Japan niet anders doet dan een punt van zijn imperialistisch programma ten uitvoer leggen en zich door de stichting van Mandsjoekwo aan precies eenzelfde onrecht matige daad heeft schuldig gemaakt, kunnen juristen er nog langen tijd over redetwisten of het illegaal te werk gaat, als het zich van een Chineesche autorisatie te voorzien weet! Japans doel is in het hart van Azië door te dringen en China van Rusland volko men te scheiden. Japan heeft zich tot taak en tot doel gesteld geheel Oost-Azië tegen de Moskousche theorieën en bijgevolg tegen de Moskousche heerschappij te beveiligen. Het doet dat met de middelen die voor den toe stand geëigend zijn. Het tracht na Mands joekwo geschapen en aan zich onderworpen te hebben, geheel Noord-China van het Rijk van het Midden los te werken en het zoover te krengen dat China de Japansche hulp inroept èm aan het communistische gevaar het hoofd te bieden. Als China daartoe komt heeft Ja pan het recht aan zijn zijde. En het is vrij gemakkelijk de omkoopbare chefs van Chi neesche provincies, die aan de feitelijke heer schappij van Nan-King ontsnappen tot zulk een bede-om-Japansche-hulp te brengen. Om de vrees voor het roode gevaar levendig te houden organiseeren de Japansche militaire leiders het eene grensincident na het andere. Om tot den algemeenen grooten aanval over te gaan is de tijd voor het oogenblik wellicht nog niet rijp, maar vandaag of morgen kan niettemin de ernstige gebeurtenis plaats grij pen, die den druppel vormt, welke den emmer doet overloopen. Rusland, dat zich in Europa van Duitschlands zijde bedreigd acht, doet alles om tot een vredige bijlegging der grensgeschil len te komen. Het schrikt terug voor een oor log op twee fronten, maar de Japanners zien juist in die mogelijkheid de omstandigheid, die hun onderneming veel vergemakkelijken zal. Intusschen wordt in Mandsjoekwo door de Japansche pers de bevolking met ijver op den komenden oorlog voorbereid. „Het is volkomen ontoelaatbaar schreef dezer dagen de te Kharbin verschijnende Kharbin-Simboen dat het Mongoolsche volk, een Aziatisch volk zooals wij zelf zijn, nog langer onder de heer schappij van Moskou zuchten blijft. Het is wel betreurenswaardig dat de afstammelingen van Dzjengis-Khan, die 711 jaar geleden het ge- heele Moscovitische land aan zijn macht on derwierp, thans door diezelfde Moscovieten ge ringeloord worden. En de sympathie, die wij den Mongolen toedragen schrijft ons voor onze houding ten aanzien van hun groote land vol komen te herzien. Wij hebben den plicht be halve Korea, Mandsjoekwo en China nog een vierde land te reconstrueeren, en dat vierde is Da-Mong-Koe, het Groote Mongolië." Duidelijker kan men het niet zeggen. En even duidelijk is dat Japan zich aan zijn „plicht" niet onttrekken zal. Vooral niet wijl de bodem van Buiten-Mongolië ijzer, steen kool, zilver en goud bevat. Mongolië is niet alleen de Gobi-woestijn! De Eerste Kamer is bijeengeroepen tegen Dinsdagavond 21 April half negen. De voorzit ter is voornemens, aan de Centrale Afdeeling voor te stellen, in de afdeelingen te doen on derzoeken, onmiddellijk na de openbare ver gadering, een groot aantal kleinere wetsont werpen. Woensdag 22 April te 11 uur zal de Kamer in openbare vergadering bijeenkomen, ter be handeling o.m. van de begrooting van het Werkloosheidssubsidiefonds en van de wets ontwerpen: Wettelijke regeling van het afbe talingsstelsel en Bescherming der burgerbevol king tegen luchtaanvallen. Op het erve Detei-t te Saasveld (gem. Weer- selo) is dezer dagen door den eigenaar H. De- tert een nog al merkwaardige en waardevolle historische vondst gedaan. Bij het afgraven en egaliseeren van een houtwal ontdekte men een mooi gaaf gegla zuurde aarden kruik van Duitsch aardewerk, ongeveer 12 c.M. hoog en breed en van een oor voorzien. Deze kruik bevatte een vijftigtal geldstukken, alle oude munten, terwijl hier dichtbij nog niet minder dan een schat van 87 andere munten gevonden werden. Een 133-tal hiervan waren alle zilveren mun ten, terwijl een viertal mooie gouden munt stukken waren; ze dateeren met jaartallen van 1450 tot en met 1604. De zilveren munten zijn eenigszins verweerd, doch alle in nog gaven toestand. Het zijn Spaansche munten w.o. uit de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden, uit Oost-Friesland, uit het bisdom Luik en van de steden Utrecht, Deventer, Zwolle, Kampen en Doornik. De vier gouden munten bezitten een glans als van nieuw materiaal. Hierbij is een gouden munt van Philips TI van Spanje, als Heer van Holland en Zee land, voorzien van zijn borstbeeld en zijn titu latuur en zinspreuk, luidende: „Dominus mihi Adjuctor" (De Heer is mijn Helper). Verder een zeldzaam mooie Brunswijksche Goudgulden van Hertog Hendrik den Jongeren, met diens borstbeeld en titulatuur en de Go den van het Geluk met hare attributen, da- teerende van 1558. De twee andere zijn gouden ducaten van de steden Zwolle en Kampen. Dit is nu reeds de vierde dergelijke vondst die deze eigenaar op zijn erve deed. Het oudheidkundig museum te Oldenzaal is door aankoop eigenaresse geworden van deze kostbare collectie. Nadat de vorige week getracht was o.a. door het treffen van een regeling met het personeel de sigarenfabriek van de firma Majoor te Beverwijk, die te kampen had met gebrek aan liquide geldmiddelen, in bedrijf te houden, is Dinsdag besloten de fabriek met in gang van heden te sluiten, waardoor ongeveer 180 arbeiders en arbeidsters werkloos worden. Naar wij vernemen, is van de zijde van het gemeentebestuur contact gezocht met Den Haag, teneinde de mogelijkheid te onderzoeken of met hulp der regeering het bedrijf in gang gehouden kan worden. Naar wij vernemen is bij de politie te Oss aangifte gedaan van verduistering gepleegd ten nadeele van den R.K. Fabrieksarbeidersbond „St. Willibrordus". Een bedrag van verscheidene duizenden guldens zou hiermede gemoeid zijn. De politie heeft de boeken der vereteniging tot het instellen van een onderzoek in beslag geno men. Op den Rijksstraatweg Den BoschNijmegen werd de wielrijder van R. uit Nuland door een zeer woest rijdenden auto gegrepen en tegen den grond geslingerd. Met een hersenschudding werd hij door voorbijgangers gevonden; de auto was met vol gas doorgereden en verdwe nen. Pijnenburg en Slaats keerden echter per auto juist van een wedstrijd terug. Zij zagen het on geluk gebeuren en zetten den roofridder van den weg na. Onder Nuland haalden zij hem in en dwongen den chauffeur tot stoppen. In den wagen bleken twee aangeschoten mannen te zitten, die beweerden van niets te weten, maar zeker te willen terugkeeren. Zij wisten onder weg toch nog te ontsnappen. Pijnenburg en Slaats hadden echter het num mer van den auto genoteerd, die op naam bleek te staan van den beruchten smokkelaar de Cr. uit Nijmegen, die al eens eerder wegens woest rijden heeft terecht gestaan. De Cr. is later op den avond nog op een agent te Den Bosch ingereden, die nog net wist te ontsnappen. De politie tracht thans den voort vluchtige op te sporen. Leden .van het Fransche Comité tegen Sancties hebben een bezoek aan Rome ge bracht, waar zij den Duce een grootsche ovatie brachten I Ingediend zijn wetsontwerpen tot contin- genteering van den invoer van meubelen (ver laging) en van veevoederkooktoestellen. Deze laatste maatregel moet blijkens de toelichting worden beschouwd als een ver lenging der contingenteering van haarden, enz. Het Bossche hof wees heden arrest in de zaak van den 2 November 1930 te Zevenbergen ge- pleegden roofoverval in de woning van J. Kuy- pers. De 39-jarige schilder W. A. B. en de 26- jarige arbeider J. den B. werden ieder door de rechtbank tot vijf jaar gevangenisstraf veroor deeld. De 31-jarige landbouwer F. de R. werd tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld. In hooger beroep eischte de advocaat-generaal tegen B. zeven jaar, tegen Dten B. zes jaar en tegen De R. drie jaar gevangenisstraf. Het hof veroor deelde B. en Den B. ieder tot zes jaar en De R. tot drie jaar gevangenisstraf. De 44-jarige losse arbeider N. H. S., die door de rechtbank tot een jaar en zes maanden ge vangenisstraf was veroordeeld, terzake van de brandstichting in het Sportpark te Oss in Juli 1933, werd overeenkomstig den eisch tot twee jaar gevangenisstraf veroordeeld. Den 40-jarigen gewezen directeur van de Ossche wielerbaan, J. Fr. V., werd wegtens uitlokking van die brand stichting twee jaar en zes maanden gevangenis straf opgelegd. Hij was door de rechtbank tot twee jaar veroordeeld en de advocaat-generaal had drie jaar tegen hem geëischt. Den 47-jarigen koopman J. T. uit Heesch, die in eerste instantie wegens oplichting van een verzekeringsmaatschappij en valsche aangifte van een inbraak was veroordeeld tot een jaar en zes maanden gevangenisstraf, werd nu de zelfde straf opgelegd. De eisch was bevestiging van het vonnis. De advocaat-generaal had in hooger beroep drie jaar ten zes maanden gevangenisstraf ge- eischt tegen den 32-jarigen J. W. L., die tot twee jaar gevangenisstraf veroordeeld was door de rechtbank. Het gerechtshof legde hem twee jaar en zes maanden gevangenisstraf op. Bij alle straffen werd voorarrest in mindering gebracht. Hedenmorgen te kwart voor zes is een 27- jarige knecht, in dienst van de Koopvaart Maat schappij, buiten de sluis van Engelen op de Maas over boord geslagen en verdronken. Het lijk is nog niet gevonden. De Christelijk Historische Unie heeft he<Ten in „Bellevue" te Amsterdam haar jaarlijksche algemeene vergadering gehouden, onder voor zitterschap van Jhr. mr. D. J. de Geer. Jhr. de Geer sprak de openingsrede uit, waar in hij er o.m. op wees, dat sinds de laatste bij eenkomst van de Unie in het economisch en staatkundig beeld van ons land geen groote veranderingen zijn ingetreden. Op staatkundig gebied hebben wij zeide spr. een kabinetswisseling beleefd, die het tegendeel bracht van een nieuw geluid en een nieuwe lente, hetgeen op zich zelf geen reden behoeft te ziirnom te treuren. De politieke verkiezingen van den jongsten zo mer hebben eenige verschuivingen gebracht in de samenstelling der Staten-colleges, in hoofd zaak ten koste van de vrijzinnige partijen. Een gevolg daarvan is geweest, dat een nieuwe par tij is opgetreden in de Eerste Kamer. Als nut- nuttige kant hiervan kan worden gezien, dat die partij met het practische leven eenige aanra king heeft verkregen en daardoor in de nood zakelijkheid zal komen, haar strevingen en doel stellingen iets duidelijker te doen kennen. Voor- loopig heeft die nadere kennismaking niet den indruk gewekt, dat deze partij een aanwinst zal zijn voor ons politieke leven. Spr. kwam vervolgens op de ais. voorstellen tot Grondwetsherziening. Er mag wel eens aan herinnerd worden, zeide hij, dat men evenredig kiesrecht kan hebben zonder dit vast te leggen in de Grondwet. Het zou nog allerminst afschaf fing van het evenredig kiesrecht beteekenen, in dien men de zaak voortaan geheel aan den ge wonen wetgever overliet. Slechts zou deze dan, bij handhaving van het evenredig kiesrecht, vrijer zijn in de uitwerking en dus ook bepalin gen kunnen opnemen, waarbij van de zuivere evenredigheid werd afgeweken. Wat het evenredig kiesrecht zelf betreft, komt het spr. voor, dat het gemakkelijker is, de scha- duwzijden daarvan op te sommen, dan een stel sel aan te geven, dat beter is. Indien wij de Grondwetsherziening uitschake len, aldus spr., zijn overigens de doelstellingen van de regeering in het afgeloopen jaar in hoofdzaak dezelfde gebleven. Met rusteloozen ijver is zij voortgegaan op den weg van ver zachting van het leed der werkloosheid, steun aan de zwaarst getroffen deelen van het be drijfsleven, afsluiting van handelsverdragen om van het internationaal ruilverkeer te redden, wat gered kon worden, aanpassing der staats huishouding aan de dalende inkomsten en ten slotte het scheppen van de voorwaarden voor zoover dit althans voor een regeering mogelijk is waaronder ook de volkshuishouding zich zal kunnen aanpassen. Dat de resultaten nog weinig hoopgevend zijn en zelfs ongunstiger dan in menig ander land, is bekend. Dat de oorzaak daarvan in het hier te lande gevolgde beleid moet worden gezocht, wordt door sommigen beweerd, door anderen betwist. Spr. waarschuwde tegen de tactiek van hen, die, zelf geen enkel constructief denkbeeld aangevende, al het leed van dezen tijd benutten tot roekelooze aanvallen op het huidig staats bestel en de fungeerende bewindslieden. Spr. zette voorts uiteen, dat, wat de interw nationale rechts-organisatie betreft, het ver trouwen in de collectieve veiligheid een gevoe- ligen schok heeft gekregen. Een groot land, lid van den Volkenbond, bestookt op dit oogenblik een medelid met gasbommen en ander modern moordtuig, om geen andere reden, dan omdat het belust is op zijn grondgebied. Een ander groot land, dat voorheen den Volkenbond heeft verlaten, schendt een verdrag, dat het vrijwillig gesloten heeft en verwerpt, bij monde van zijn leider, in beginsel iedere gedachte aan een in ternationale rechtsorde door de sinistere uit spraak: „Niet een vreemd hof van Justitie, maar mijn volk (d.w.z. de partij in geding) is de rechter". Andere volken voelen zich door deze herleefde eigenrichting bedreigd. Na de pauze heeft de Commandant van het veldleger, luitenant-generaal Jhr. W. Röell, een rede gehouden over „Onze Weerkracht". De ware democratie, aldus spr., is te vinden in de wijding en, in eeuwigheidslicht bezien, in de gelijkheid van allen goeden arbeid. Daarin schuilt de weerkracht van Nederland; daarin is Oranje steeds voorgegaan. De moderne oorlog is de oorlog van heel een volk tegen heel een volk en naar sprekers oor deel is er geen reden om een deel van het volk speciaal uit den oorlog te houden en zeker niet vrij te stellen van medewerking aan de midde len voor defensie. Degene, die vaderlandsch bloed heeft, zegent de preventieve gevolgen der weermacht. Hoe gauw het buitenland deze preventie aanvoelt, toont wel de bijna overal plaats gevon den hebbende uitnemende reactie op de jongste regeeringsmaatregelen, in het bewapenings fonds gematerialiseerd en bewerkstelligd in de dezer dagen genomen zeer wijze voorzorg in zake het onder de wapenen houden der halve lichting infanterie. Spr. kan met trots zeggen, dat in zake oefening, efficiency, woekeren met den tijd, ons leger aan de spits staat. De minister-president heeft op 26 Maart met de grootste openhartigheid er van getuigd, dat wij ons oorlogsleger feitelijk eerst bij mobilisatie moeten formeeren. Er zijn dus in de eerste plaats alle maatregelen noodig om die mobili satie te dekken, terwijl eerst daarna vergrooting van mankracht en van het aantal herhalings oefeningen aan de orde komt. Te veel om op te noemen. Het beste is komt U eens zien! TELEFOON 36677 AMSTERDAM Hedenmorgen omstreeks negen uur is even voorbij het station Woerden een snel trein, komende uit de richting Utrecht, ontspoord. Een zevental wagons zijn uit de rails ge- loopen en gekanteld; de ruiten werden ver nield. Slechts twee personen werden bij deze ontsporing licht gewond, terwijl de overige inzittenden met den schrik vrij kwamen. De locomotief en de andere wagons kwa men ongeveer 300 meter verder tot stil stand. De sneltrein, nr. 102 van de lijn Utrecht- Rotterdam, passeerde 8.50 uur het station Woerden met een vaart van 90 K.M. Door tot nog toe onbekende oorzaak liepen circa zeven wagons uit de rails, waardoor de langs de lijn staande telefoon- en seinpalen totaal vernield werden. Een gelukkige omstandigheid is, dat de ge kantelde wagons niet op de rails van het nevenspoor in tegenovergestelde richting ge vallen zijn, zoodat het geheele verkeer nog niet gestremd is. Door de ravage ondervond de treinenloop naar Leiden echter stagnatie. De 70-jarige J. van Weeghel te Hattemerbroek (gemeente Oldebroek) is te Wezep, terwijl hij onverwachts den weg overstak, door een auto van een benzinemaatschappij aangereden. In deemiswekkenden toestand is de man, die eenigszins hardhoorend was, naar het R. K. zie kenhuis te Zwolle overgebracht, waar hij in den loop van den avond aan de gevolgten is over leden. Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht heeft den Zeereerwaarden heer Pastoor-Deken A. W. Heinen te Bunnik op zijn verzoek eervol ontslag verleend als Deken van het Dekenaat Montfoort en heeft benoemd tot Deken van het Dekenaat Montfoort den Zeereerwaarden heer W. H. de Grijs, pastoor te IJselstein. Naar wij vernemen, is de hoogeerw. heer Mgr. D. Huurdeman, Vicaris-Generaal van het Aartsbisdom, die in het St. Antonius Gasthuis te Utrecht, een knie-operatie heeft ondergaan en daar gedurende eenige weken u:erd ver pleegd, thans in zooverre hersteld, dat hij het ziekenhuis heeft mogen verlaten en naar zijn woning aan de Biltstraat is teruggekeerd. Mgr. Huurdeman hoopt weer spoedig zijn werkzaamheden te kunnen hervatten. Dinsdagavond omstreeks 10 uur liep de 40- jarige F. H. Weiter op de Brusselschestraat te Maastricht. Waarschijnlijk heeft de man vlak langs de tramrails geloopen en door de duis ternis de van de andere zijde komende tram niet bemerkt. Ook de machinist zag den voet ganger niet. W. werd gegrepen en op slag ge dood. Eerst op het geroep van eenige inzitten den, die het ongeval bemerkten, werd de tram tot stilstand gebracht. Het stoffelijk overschot is naar het zieken huis Calvariënberg te Maastricht overgebracht. Dinsdagavond heeft op den Rijksweg tusschen Muiden en Naarden een botsing tusschen twee personenauto's plaatsgehad, waarvan de eene niet minder dan 5 volwassen personen en 2 kinderen bevatte, die echter allen, wonderlijk genoeg, ongedeerd bleven. Van de richting Naarden naderde een auto, bestuurd door S.W. G., uit Amsterdam. Deze auto reed vlak achter een personenauto, welke op een gegeven oogenblik naar links uitweek. De bestuurder S. W. G. volgde toen zijn voor man, maar juist op dat oogenblik kwam van de tegenovergestelde zijde een auto, bestuurd door A. E„ uit Apeldoorn. Doordat op dit punt van den rijksweg de verbreeding nog met tot stand is gekomen, was de ruimte voor drie voertuigen naast elkaar te smal, met het gevolg, dat de auto van G. en die uit Apeldoorn el kander in de flank reden. Deze laatste, waarin zich zeven personen bevonden, werd zoo ern stig beschadigd, dat aan verder rijden niet ge dacht kon worden. Ook de wagen, door G. bestuurd, bekwam schade, doch kon verder rij den. Het gezelschap uit Apeldoorn heeft met een anderen auto de reis voortgezet. Hedenmorgen is de Kievit om 8.03 uur van Schiphol naar Indië vertrokken. De Sperwer (uitreis) vloog van Bagdad naar Jodhpur; de Kwak (uitreis) is in Rome aangekomen; de Lijster (thuisreis) arriveerde te Bagdad. Na voorzien te zijn van de H.H. Sacramen ten der stervenden is te Nijmegen overleden de zeereerw. pater W. Willems O.P. Wilhelmus Willems werd 26 April 1855 te Horssen geboren. Hij trad in de Orde der Pre- dikheeren te Huissen 24 September 1873 en werd te Utrecht priester gewijd 15 Augustus 1880. Eenige jaren was hij assistent in de pa rochie van het H. Hart van Jesus te Rotter dam. 14 September 1883 vertrok hij als mis sionaris naar Curacao. Daar was hij van 1892 tot 1900 vicaris-provinciaal der missie. In 1913 keerde hij naar Nederland terug. In 1922 werd hij rector der Zusters Dominicanessen te Ha- tert bij Nijmegen. De plechtigheid der hulde aan het stoffelijk overschot van pater Damiaan in tegenwoor digheid van den Koning der Belgen zal, zoo als reeds werd bekend gemaakt, op 3 Mei a.s. te Antwerpen plaats hebben. Wij ontvingen in dit verband het volgende verzoek: Vriendelijk verzoeken we nogmaals den Ka tholieken Bonden en Vereenigingen ons te wil len berichten of zij wenschen deel te nemen aan de religieuze plechtigheid. Antwoorden worden ingewacht tot en met Zaterdag 25 April a.s. bij het Huldigings-Comité Pater Damiaan, Paters der H. H. Harten, Ginneken. Ingediend is een wetsontwerp tot verminde ring van de vordering op de Zeeuwsch-Vlaam- sche Tramweg-Maatschappij, gevestigd te Tter- neuzen, wegens rentelooze voorschotten voor'den aanleg en het in exploitatie brengen van tram wegen in Zeeuwsch-Vlaanderen. In de toelichting wordt opgemerkt: Sedert het najaar van 1931 zijn pogingen aan gewend om de tramwegen in Zeeuwsch-Vlaan deren samen te voegen. Betreurd moet worden, dat een op zich zelf wenschelijke samenwerking van de drie tramwegen in Zeeuwsch-Vlaanderen niet tot stand is gekomen. De ZeeU wsch-Vla amsche Tramweg-Maat schappij heeft daarna een plan ontworpen, voor een financieele reorganisatie, die ook bij samen voeging van de drie tramwegmaatschappijen noodig zou zijn geweest, doch thans zelfstandig moet worden toegepast. Een plan voor reorganisatie werd ontworpen, waaraan aandeelhouders, obligatiehouders, Staat en Provincie gezamenlijk moeten medewerken. Om de maatschappij geheel gezond te maken is het noodig, dat Staat en Provincie mede werken door 85 pCt. van hun vorderingen we gens rentelooze voorschotten prijs te geven en deze dus tot 15 pCt. terug te brengen, een zelfde vermindering als waarin aandeelhouders reeds hebben toegestemd. De reorganisatie staat samenwerking met de N.V. Stoomtram Breskens-Maldeghem niet in den weg. Wanneer de crediteuren van deze maatschappij, die niet over reserves beschikt, inzien, dat ook zij een offer zullen moeten brengen, zal samenvoeging van alle tramwegen in Zeeuwsch-Vlaanderen onder één bestuur nog zeer goed mogelijk zijn. Het komt de regeering voor, dat de reor ganisatie van de Zeeuwsch-Vlaamsche Tram weg-Maatschappij op de wijze, zooals hierboven is geschetst, aanbeveling verdient, aangezien het de eenige manier is om den tramweg voor de streek, waar nog weinig goede wegen bestaan, te behouden, en dat de staat daartoe zijn mede werking behoort te verleenen, wanneer de pro vincie Zeeland ten opzichte van de door haar verleende rentelooze voorschotten in gelijken zin zal hebben beslist. Zoolang de Staten van Zeeland geen besluit hebben genomen, zal van de gevraagde machtiging geen gebruik worden gemaakt. Het Communistische Tweede Kamerlid Wijn koop heeft aan den Minister van Handel, Nij verheid en Scheepvaart gevraagd, of het hem bekend is, dat de zoogenaamde Kolenconventie beoogt pier 1 Mei a.s. opnieuw de saneering van den kolenhandel ter hand te nemen, en deze nog straffer te doen zijn dan in het afgeloopen contractjaar het geval was? Acht de Minister het niet onrechtvaardig, wordt verder o.m. gevraagd, dat handelaren, die blijk geven beneden de vastgestelde prijzen te kunnen leveren, gestraft worden met geld boeten, die, bij nietbetaling, gevolgd worden door uitsluiting, d.w.z. stopzetting van hun aanvoer, waardoor zij binnen een jaar ge ruïneerd kunnen worden en het leger der steun- trekkenden zullen vergrooten? in Nu ook de Bond van Ned. Schilderspatroons de landelijke CA.O. in het schildersbedrijf heeft aanvaard, heeft dit contract vrijwel definitief zijn beslag gekregen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 5