Katholieke onderwijzers bijeen
1
EEN ZORGLIJK JAAR
Het wrekend verleden
NA DE AUTORAMP BIJ
HEESCH
DONDERDAG 16 APRIL 1936
9Wij zijn dankbaar en spreken dit
gaarne openlijk uit aan de
R. K. Kamerfractie"
Critiek en lof
Het beleid van het bestuur
DOOR J. S. FLETCHER
De inhoud van het K. S.
Propaganda
Het spellingsvraagstuk
Een kernachtig woord van
Mgr. J. G. van Schaik
Burgemeester Draayer
De nieuwe directeur-generaal van
de werkverschaffing en
steunverleening
Steun aan Zweefsport
Het Nationaal Luchtvaartfonds zal
de Nederlandsche Zweefsport
subsidieeren
DE TILBURGSCHE STAKING
Groot aantal meisjes weer aan het
werk gegaan
De postvluchten
Zomerpostzegels voor
Hulp in Nood
Welke beeltenissen zij zullen
dragen
Jonge autodieven
gepakt
KONINGIN BEZOEKT DE
„PRIMAVERA"
H. M. informeerde paar econo
mische mogelijkheden van
het bedrijf
RAAD VOOR LUCHTVAART
Rotterdamsche agent doet een
goede vangst
Jachtvliegtuig maakt
noodlanding
Toestel op zijn kop; bestuurder
ongedeerd
DOOR EEN AUTO GEGREPEN
Wielrijder aan zijn verwondingen
bezweken
Begrafenis van de drie slachtoffers
te Tilburg
OFFERBLOKKEN GELICHT
UIT DE STAATSCOURANT
Onderscheidingen
Bevorderd
Eervol ontslag
Hoofdopziener domeinen
Veterinair toezicht
Crisis-tuchtrechtspraak
Het Katholieke Onderwijzers Verbond hield
Woensdag in Hotel „Noord-Brabant" te Utrecht
onder leiding van zijn voorzitter, den heer Wil
lem Wiltschut uit Arnhem, zijn derde Verbonds
vergadering, die vooraf was gegaan door een
H. Mis in de St. Martinuskerk.
Aan de openingsrede van den voorzitter ont-
leenen we het volgende:
Het jaar tusschen de vorige Verbondsvergade
ring en deze was een zorglijk jaar. Gij allen
herinnert u, dat er groote gevaren dreigden
voor onderwijs en onderwijzers. Een en ander
leidde tot het gehouden congres te Den Haag,
waar gevaren werden Afgewend. En nóg bleven
de luchten grauw door het voor de derde maal
gewijzigde bezuinigingsontwerp. Hoewel uw be
stuur onvermoeid werkte, er kwam nog een
phase, waarbij het gewenscht was dat de leden
hun eenstemmigheid demonstreerden.
Dat was de buitengewone Verbondsvergade
ring in het afgeloopen najaar. Ook die vergade
ring had groot effect, want mede door uw
medewerking toen is de openbare meening ge
vestigd op onze noodzakelijke actie.
En dat had weer invloed op de beslissingen.
Het K.O.V. kan tevreden zijn.
De kweekeling met acte als Rijks leerkracht
is voorgoed verdwenen.
Rond het bezuinigingsontwerp voor het lager
onderwijs zijn bijna alle wenschen van het
K.O.V. vervuld.
Wij zijn daar dankbaar voor en spreken dit
gaarne openlijk uit aan de R.K. Kamerfractie
in zijn geheel en aan den heer Suring in het
bijzonder voor zijn initiatief plus zijn belangrijk
daadwerkelijk aandeel bij de behandeling in de
Tweede Kamer.
Dankbaar is spr. ook den leden voor wat is
bereikt.
Er is organisatorisch begrijpen en eensgezind
heid getoond. De zorglijke tijd heeft dit goede
uitgewerkt, dat de plicht tot saamhoorigheid
beter dan ooit gevoeld en opgevolgd wordt.
Spr. wees vervolgens op enkele andere be
langrijke acties, die gevoerd zijn.
Het zal niet te veel zijn te zeggen, dat we er
weldra voor het R.K. bijzonder onderwijs zullen
zijn met de vrije benoeming tot hoofd.
Wat de hulp voor werklooze collega's betreft,
geen enkel woord van dank kan hiervoor ge
bracht worden, want de regeering deed niets.
Toch is er eenige hoop, want we adresseeren
opnieuw over: normen voor toevloeiing van
leerkrachten. Gevraagd is om geslaagden van
1932 en daarvoor benoembaar te stellen op kor
ten termijn. Dankbaar wordt hier vermeld de
samenwerking, welke hierbij verkregen is tus
schen den Nederlandschen R.K. Schoolraad en
het K.O.V.
Ook tegen het jeugdsalaris is gestreden. U
kent het resultaat. Ook dat blijve voor altijd
weg.
Dankbaar zij hier vermeld, dat de Minister
van Onderwijs gelegenheid tot sollicitatie gaf,
als werkelijk kon worden aangetoond, dat bij
het beëindigen van verplichten militairen dienst
door tusschentijdsche wetswijzigingen geen kans
tot benoeming meer was.
Wat de toekomst betreft, terloops worden hier
de plannen genoemd tot herberekening der pen
sioenen.
Gememoreerd wordt, dat de boven 60-jarigen
het onderwijs hebben verlaten of zullen gaan,
teneinde werkverruiming te verkrijgen.
De voorzitter heette daarna als gasten welkom
Mgr. van Gils, voorzitter van den Ned. R.K.
Schoolraad en bisschoppelijk inspecteur, den
zeereerw. heer W. de Jong, algemeen bisschop
pelijk inspecteur; den hoofdinspecteur van het
Rijkstoezicht, den heer Van Nes; den heer G.
L. de Haas, wethouder van Onderwijs te Utrecht;
den heer Smits, vertegenwoordiger van den
Katholieken Indischen Onderwijzersbond en de
heeren Bot en Moren, vertegenwoordigers der
R.K. Mulo-vereeniging.
Van Mgr. dr. Th. Verhoeven, directeur van
het R.K. Centraal Bureau voor Onderwijs en
Opvoeding te Den Haag en het Tweede Kamer
lid den heer J. G. Suring was bericht van ver
hindering ingekomen.
Vervolgens werden algemeene beschouwingen
gehouden over het beleid van het Verbonds-
bestuur.
Gelaakt werd de dictatoriale houding van het
hoofdbestuur, wanneer iemand in het Katho
lieke Schoolblad durft te schrijven tegen een
besluit van het bestuur.
Aanmerking werd erop gemaakt, dat het be
stuur te veel de zaken aan zich houdt, in welk
verband men de Verbondsvergadering 'n biecht
spiegel noemde.
1 Erkentelijk was men het bestuur voor het
vele werk dat is verricht.
De voorzitter wees erop, dat de leiding toch
bij het bestuur moet blijven berusten. Het Kath.
Schoolblad mag geen ruzie-blaadje worden. Er
wordt heusch wel rekening gehouden met de
adviezen, die hier op de vergadering worden
uitgebracht, maar het bestuur beslist geheel
zelfstandig.
De inhoud van het Katholiek Schoolblad werd
aan een uitvoerige bespreking onderworpen.
De afdeeling Bergen op Zoom stelde voor, dat
het Verbondsbestuur zou bevorderen, dat met
behoud van de kwaliteiten, die het Katholiek
Schoolblad als strijdorgaan bezit, in de toekomst
het Verbondsorgaan meer door deskundige me
dewerkers geschreven artikelen bevat op gods
dienstig, paedagogisch en ander wetenschappe
lijk gebied.
Mgr. van Gils vroeg het woord strijdorgaan
niet te gebruiken en hield de vergadering bij
alle behandeling van zaken de aloude spreuk
voor „Krachtig wat de zaak betreft, maar zacht
zinnig." Mgr. vroeg het bestuur nog te willen
ijveren om een verbetering te verkrijgen voor
onderwijzers, die oud-militair zijn.
Het voorstel-Bergen op Zoom werd terugge
nomen.
De afdeeling 's Hertogenbosch had een voor
stel om een jaarlijks terugkeerende krachtige
propaganda-actie te voeren voor leden-werving,
vooral na afloop der examens en onder de pas
geslaagden. Juist de jongere onderwijzers too-
nen veelal door onbekendheid met de organi
satie hiervoor weinig belangstelling.
Hierbij werd tevens de wenschelijkheid be
pleit om propaganda te voeren, dat ook reli
gieuze leerkrachten zich aansluiten. Dit laat
ste, aldus de voorzitter, moet aan de verschil
lende diocesane bonden overgelaten worden. Het
voorstel 's Hertogenbosch werd in zijn alge
meenheid aanvaard.
Een niet ongeestig debat werd gevoerd over
het spellingsvraagstuk.
In het algemeen was men er voor om de
spelling-Marchant te handhaven.
Er werd gesproken over moeilijkheden, die
onderwijzers met de oude spelling hadden, doch
daartegenover werd erop gewezen, dat het
voornamelijk gaat om de Nederlandsche taal,
die niet verarmd mag worden.
Op voorstel van de afdeeling Leiden sprak
de vergadering zich uit voor de invoering
ook buiten het onderwijs van de spelling-
Marchant.
De afgevaardigde van Roosendaal hield een
uitvoerig betoog over een beweging in den kring
van katholieke onderwijzers, die men Jongeren
beweging noemt, waarbij de steun van het Ver
bondsbestuur werd gevraagd.
Vanaf de bestuurstafel werd de twijfel uit
gesproken of Roosendaal wel spreken mocht
over een Jongerenbeweging en een andere af
gevaardigde vroeg zich af, waarom deze bewe
ging erkend zou moeten worden.
De voorzitter antwoordde op de verschillen
de opmerkingen, dat hiervoor buiten de orga
nisatie geen aparte beweging noodig is. De
ideeën, die men voorstaat, kunnen prijzens
waardig zijn, maar laat men die in de afdee-
lingen propageeren.
De afgevaardigde van den Bosschen bond
maande Roosendaal aan zich voornamelijk te
houden aan het godsdienstige gedeelte van haar
actie. Dan zal deze beweging meer sympathie
winnen.
Het voorstel-Roosendaal om erkenning te
geven, werd verworpen.
Toen Mgr. J. G. van Schaik, de moderator,
het woord voerde, bracht hij allereerst hulde
aan de leiding van het Verbondsbestuur. Het
afgeloopen jaar heeft getoond, dat de stichting
van het Verbond een zegen is geweest. Hand
haaft, aldus Mgr. ook innerlijk uw organisatie
en met het oog ook op de buitenlandsche stroo
mingen, raad ik u aan, toch evenwichtig te
blijven. Er bestaan daartegen groote gevaren.
Het natuurlijke en bovennatuurlijke moet
volgens katholieke opvatting goed aan elkan
der verbonden zijn. Op het diepst van alles ligt
de beslissing in het geestelijke, in het redelijke.
Een tweede gevaar is, dat het godsdienstige
te eenzijdig wordt gezien, waardoor, zooals men
in katholieke landen kan zien, het evenwicht
tusschen het natuurlijke en bovennatuurlijke
verbroken wordt. Gelijkschakelen is iets min
derwaardigs. Wij katholieken moeten voor on
zen persoon gaan werken. De groote misvatting
is, dat men het godsdienstige in te beperkten
zin opvat en alleen de kerk de vorming van
katholieken op zich, kan nemen. Ook de lee-
kenorganisaties hebben hierin een taak. Zij
moet weten als katholieke leeken, dat de be
vordering van tijdelijke belangen een machtig
godsdienstig en zedelijk terrein is.
Wij moeten luisteren naar het geestelijk ge
zag. Laïcisme is zoo ontzettend gevaarlijk. Als
er trouw geweest is aan de kerkelijke overheid,
dan is het in ons land op het terrein van de
organisatie.
Bevordert het eene geheel in uw organisatie
van tijdelijke en geestelijke belangen als goede
katholieken. Past op voor inwendigen kanker
en laat u niet uithollen door schoon schijnende
theorieën, (langdurig applaus).
De voorzitter dankte Mgr. van Schaik voor
deze treffende woorden, waarbij hij Mgr. een
model-adviseur noemde.
Naar wij vernemen, is zeer binnenkort de
benoeming te verwachten van drs. D. G. Draay
er, burgemeester van Wormerveer, tot Directeur-
Generaal van de werkverschaffing en steun
verleening aan het departement van Sociale
Zaken.
Drs. D. G. Draayer werd 4" April 1879 in Die
ren (Geld.) geboren en is dus thans 57 jaar. Na
de H.B.S. te Leiden te hebben doorloopen, werd
de heer Draayer cadet aan de Koninklijke Mili-
litaire Academie te Breda. Na volbrachte mili
taire studie werd hij in 1899 benoemd tot tweeden
luitenant bij het wapen der infanterie van het
Koninklijke Nederlandsch-Indische leger, waar
bij hij de verschillende rangen doorliep, totdat
hij in 1921 als kolonel werd gepensionneerd.
De heer Draayer, die nog behoord heeft tot
de oude marechaussée's van generaal Van Heutz,
is tijdens zijn militaire loopbaan twaalf jaren
op Atjeh geplaatst geweest bij de marechaus
see en bij den topografischen dienst. Tijdens
deze dienstvervulling werd de heer Draayer eer
vol vermeld.
Na zijn pensionneering heeft de heer Draayer,
aan wien sindsdien de titulaire rang van gene-
raal-majoor werd toegekend, gestudeerd aan de
universiteit te Leiden, waar 'hij in 1932 het doc
toraal examen in de rechten deed.
In Januari 1934 werd drs. Draayer benoemd
tot burgemeester van Wormerveer.
De heer Draayer, die, naar wij vernamen, veel
aan sport heeft gedaan, is drager van de gou
den medaille van het Olympisch Comité.
In de laatstgehouden bestuursvergadering
van het Nationaal Luchtvaartfonds werd, zoo
als wij berichtten o.m. behandeld een voorstel
van de door dat bestuur ingestelde commissie
van advies om de Nederlandsche zweefsport te
steunen en op gang te helpen.
Het bestuur van het fonds is in principe be
reid gevonden een bedrag van 15000 dadelijk
beschikbaar te stellen, welk bedrag zal worden
beschikbaar gesteld op aanvragen van een daar
toe door het fonds in te stellen commissie van
advies, in welke, zooveel mogelijk, alle belang
hebbenden vertegenwoordigd zijn. Blijkt te zij
ner tyd, dat die 15000 -op nuttige en rendabele
wijze zijn besteed geworden en een merkbaar
gunstigen invloed op de ontwikkeling van de
zweefsport hebben gehad, dan is het bestuur
bereid een voorstel van de bovengenoemde com
missie om nogmaals een bedrag van 15000
beschikbaar te stellen in gunstige overweging
te nemen.
Het bestuur van het fonds stelt daarbij als
voorwaarde, dat alle gegadigden bereid gevon
den worden eendrachtiglijk samen te werken
bij den opbouw van de Nederlandsche zweef
sport.
Het bestuur hoopt op deze wijze een krachti-
gen impuls te geven aan de Nederlandsche
zweefsport, die het ook reeds op andere wijze
gesteund had, door te helpen bij het afsluiten
van de noodige verzekeringen.
51
Docht dat stuk krantenpapier, wat ik
u heb gegeven, heb ik gisterenavond aan
dachtig gelezen. Het is een uitknipsel uit
een krant van Woking en is eenige jaren
oud. Het is een verslag van een verhoor waarin
deze vrouw was betrokken. Een soort aanklacht
wegens vergiftiging van haar heer, bij wien zij
huishoudster was. En wilt u nu weten, wat ik
daarvan dfenk? Ik veronderstel, dat iemand hem
dat verslag had toegezonden en hij er haar mee
gedreigd heeft."
De commissaris was opgestaan en trok zijn
overjas aan.
„Weet u, dat die vrcuw morgen de stad ver
laat?" zei h. „En dat haar neef al eten week bij
haar is? Ik begrijp natuurlijk waarom u mij dit
alles hebt verteld, mijnheer Cotherstone nu
die oude geschiedenis uit Wilchester algemeen
bekend is, bestaat er voor u geen reden meer
om te zwijgen."
„Mijn reden," antwoordde Cotherstone met
"n grijnslachje, „is, den menschen uit Highmar-
ket te toonen, dat zij niet zoo snugger zijn als zij
van zich zelf denken. Want het allerwaarschijn
lijkste is, dat Kitely door die vrouw is vermoord,
of door haar neef o door beiden."
„Ik ga er in ieder geval net eenige agenten
heen," riep de commissaris, „er is geen tijd te
verliezen, als zij morgen verhuizen."
„Ik ga met u mede," zei Cotherstone.
Terwijl de commissaris naar de agentenkamer
ging bleef Cotherstone in het vuur staren tot
hij terugkwam en mededeelde, dat zijn mannen
gereed wanen.
„Wat is u van plan te doen?" vroeg hij, toen
zij zich met hun vieren op weg begaven. „Hen
arresteeren?"
„Eerst in verhoor nemen," antwoordde de
commissaris. „Ik zal hen niet uit het oog verlie
zen, na alles wat u mij hebt onthuld, want ik
vrees, dat uw gevolgtrekkingen maar al te juist
zijn. Wat is er?" vroeg hij, toen een van de
agtenten hem riep. De man wees naar den in
gang van het politiebureau, dat zij zoo juist
verlaten hadden.
„Er stoppen twee auto's mijnheer," zei de
agent. „Zij kwamen den hoek om, den Norcas-
terweg af."
De commissaris keek even achterom naar de
lichten van de autolantaarns. „Nu," zei hij,
„Smith is er en als zij mij noodig hebben, we
ten zij waar zij mij kunnen vinden. Kom, laten
wij voortmaken, anders konden de vogels wel
eens gevlogen zijn."
Er scheen licht door de kieren van de jalou-
zieën van de huiskamer toen hij het huisje van
wijlen Kitely genaderd waren. En de commis
saris merkte fluisterend op, dat er zeker nog
iemand in die kamer was. Bij het tuinhek liet
hij zijn mannen halt houden en wendde zich
tot Cotherstone.
,,Ik weet niet, of het raadzaam is, u te laten
zien," zei hij. „Ik geloof, dat het 't beste zal zijn,
dat ik aan de voordeur klop en naar de juffrouw
vraag. Jullie gaan samen om het huis naar de
achterdeur en 'zorgt er voor dat er niemand
aan dien kant van het huis ontsnapt, want als
iemand in zoo'n donkeren ncht eenmaal op de
heide is, zijn wij hem voor goed kwijt. Lopt dus
onhoorbaar om het huis heen en als jullie mij
aan de voordeur hooren kloppen dan kloppen
jullie tegelijk aan de achterdeur."
De twee mannen slopen om den hoek van het
huis heen en de commissaris deed voorzichtig
het tuinhekje open.
„Blijft u wat achter, mijnheer Cotherstone,"
zei' hij, „als ik naar de voordeur ga, men kan
nooit weten hè wat is dat?"
Er kwamen menschen achter Wen aan uit het
Woensdag is een aantal meisjes op de Til-
burgsche Katoenspinnerij weer aan het werk
gegaan. Het aantal staaksters bedroeg des mid
dags volgens opgave van de directie nog 80.
De Oeverzwaluw (thuisreis) is van Bandoeng
te Medan gearriveerd.
bosch- zij liepen vlug doch zonder gedruisch te
maken. Voorop ging iemand met een lantaarn
en het bleek een inspecteur van politie te zijn.
Bij het schijnsel van het licht zag hij zijn supe
rieur en liep op hem toe.
Mijnheer Brereton is hier, mijnheer, met
eenige heeren uit Norcaster," zei hij. „Zy moe
ten u noodzakeiyk sprekten het gaat om de
menschen in dit huis - daarom bracht ik hen
""op dat oogenblik klonken de twee revolver
schoten in de stilte van het huisje. De commis
saris vloog met een schreeuw naar de deur en
begon hard te bonzen. En terwyi in antwoord
op zün geklop aan de achterdeur dit geluid werd
herhaald, riep de commissaris luidkeels, dat de
deur moest geopend worden. Doch het was juf
frouw Pett niet, die de deur opendeed. Met een
ruk vloog zij open en voor de verbaasde men
schen vertoonde zich niemand anders dan....
Mallalieu!
Het wanhopige gelaat van den grooten man,
die daar plotseling op den drempel verscheen,
deed allen verschrikt terugdeinzen. Mallalieu
echter bleef kaarsrecht staan, zijn hand was
onnatuurlijk kalm en vast, toen hy met zijn
revolver op Cotherstone aanlegde en hem dood
schoot. En niet minder vastberaden en kalm
was de ellendeling toen hy terugtrad en de
revolver op zyn eigen voorhoofd richtte en af
vuurde.
Onmiddellijk greep de commissaris de lan
taarn van zijn inspecteur en stapte over het ïyk
van Mallalieu de gang in, doch een oogenblik
later kwam hij sidderend naar buiten gevlogen!
Hij had binnen alles gezien!
XXXI
Het honorarium van den advocaat
E enhalf jaar later, op een pracht igten avond,
die een waardig slot van een heeriyken Meidag
vormde, verliet Brereton den Londensche ex-
Ingevolge een beslissing der Regeering geeft
het Staatsbedrijf der P. T. T. dit jaar weer een
serie van vier zomerpostzegels met toeslag uit
(de postzegels van l1/,, 5, 6 en 1214 cent worden
respectievelijk 3, 8, 10 en 16 ct.), waarvan de
extra opbrengst, na aftrek der onkosten, onder
de leuze „Hulp in Nood" hoofdzakelijk zal
strekken voor hulp aan noodlijdende beeldende
en sier- en nijverheidskunstenaars, voor ver
pleging van t. b. c.-patiënten en voor een klein
deel voor de arbeidszorg voor onvolwaardigen.
Over de helft daarvan, die ten goede komt
aan de kunstenaars, zal door den Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen worden
beschikt, terwijl de andere helft, naar de be
slissing van den Minister van Sociale Zaken,
voor driekwart wordt afgedragen aan de Ne
derlandsche Centrale Vereeniging tot Bestrij
ding der Tuberculose en voor één kwart aan
de Nederlandsche Vereeniging Arbeid voor On
volwaardigen (A. V. O.).
De vier postzegels zullen prijken met de
beeltenis van vier welbekende Nederlanders,
twee op cultureel en twee op sociaal gebied,
n.l. D. Erasmus (1466—1536), prof. dr. H. Ka-
merlingh Onnes (1853—1926), dr. H. J. A. M.
Schaepman (18441903) en ds. A. S. Talma
(1864—1916).
De kop van Erasmus zal herinneren aan den
sterfdag (12 Juli 1536) van dezen grooten hu
manist, welke in Nederland dit jaar, na vier
eeuwen, met internationale deelneming zal
worden herdacht. De beeltenis van prof. Ka-
merlingh Onnes, den wereldberoemden Leid-
schen hoogleeraar in de natuurkunde en No
belprijswinnaar, is dit jaar gekozen in verband
met het Vile Internationale Koude-ccngres,
dat hier te lande in Juni zal worden gehouden.
Dr. Schaepman was de groote katholieke dich-
ter-staatsman op de grens der 19e en 20e eeuw
en ds. A. S. Talma was de predikant-staats
man, die inzonderheid zich verdienstelijk heeft
gemaakt als stuwkracht en bouwer op het ge
bied der sociale verzekering.
De verkoop der zomerpostzegels zal dit jaar
geschieden in de maanden Mei en Juni; ze
behouden hun geldigheid nog gedurende vyf
jaar na het jaar van uitgifte.
Bereids is een Comité van Aanbeveling ge
vormd, waarin zitting hebben drie ministers,
n agen Commissarissen der Koningin, zeven bur
gemeesters en nog een aantal deskundigen op
het gebied der Kunst, der T. b. c.-bestrijding
en der A. V. O.-zorg.
De eerste les.
In de eerste plaats moet u goed leeren
hoe u de viool hanteert. Neem het instru
ment maar eens onder uw kin.
Onder welke kin, maestro?
Woensdagmorgen heeft H. M. de Koningin
met Haar gevolg een bezoek gebracht aan de
voorjaarsbloemententoonstelling „Primavera" in
de „Nenijto-hal" te Rotterdam.
De Koningin, die gekleed was in een witten
mantel met witte pelerine, afgezet met wit bont,
kwam om even elf uur aan den zy-ingang van
het Nenijto-gebouw, waar reeds een groote scha
re van belangstellenden zich eenige uren tevo
ren had opgesteld, aan. Zü werd verwelkomd
door den Burgemeester, Mr. P. Droogleever
Fortuyn en aan den Hoofd-Commissaris van
Politie, Mr. L. Einthoven.
De voorzitter van de stichting, de heer B. C.
D. Hanegraaff heeft de Koningin rondgeleid
door den buiten aangelegden rotstuin.
Toen de Koningin de groote hal binnentrad,
werd Haar het Wilhelmus toegezongen en daar
heeft 't dochtertje van den heer A. P. v. Hoeyen-
smith 'n bouquet orchideeën aangeboden. Ty-
dens den rondgang heeft H.M., die 'n groote in
teresse voor de diverse tentoongestelde bloe
men en planten, alsmede ook voor dén geheelen
aanleg aan den dag legde en er op stond, niets
over te slaan, zich met vele kweekers en inzen
ders onderhouden en belangstellend geïnfor
meerd naar de economische mogeiykheden van
het bedrijf, alsmede naar de handelsaspecten en
de export-mogeiykheden van het bedryf. Daar
na heeft de Koningin den wensch uitgesproken,
dat het den tuinders in de toekomst ook mo-
gelü'k zal blijven, het bedrijf voort te zetten.
Tijdens den rondgang bevonden zich in de groote
hal ongeveer tweeduizend menschen, die Hare
Majesteit telkenmale hartelijk hebben toege
juicht.
Bij het afscheid nemen heeft de Koningin
het bestuur gecomplimenteerd en het gezegd,
dat de aanleg een droom gelijk was en dat déze
tentoonstelling vooral by avond ook zeer mooi
moet zün.
Het bezoek aan de „Primavera" heeft Onge
veer één uur geduurd.
Naar wij vernemen, is binnenkort de indie
ning te verwachten van het wetsontwerp tot in-
stellig van een Raad voor de Luchtvaart.
press-trein, die te Norcaster stopte. Hij stapte
in een lokaaltreintje, dat hem naar het hartje
van het heuvelland zou brengen.
Sedert de ontzettende gebeurtenissen, waar
van hij tegen wil en dank getuige had moeten
zijn, was hij niet meer in deze noordelijke stre
ken geweest. Toen de trein by een kromming
op het punt genaderd was, vanwaar men High-
market kon zien en de bosschen der „Shawl,
keerde hü zich vastberaden om en keek een
tegenovergesteld raampje uit. Hy walgde er van
om dat stadje weer te zien; hij zou dat hoofd
stuk gaarne uit zijn levensboek gescheurd heb-
tfön. Niettemin, nu hij er zoo dicht bij was, kon
hy zijn herinneringen niet terugdringen en on
willekeurig liet hy zyn blik dwalen over de da
ken, die door de zon uit het Westen als in vlam
gezet waren. Neen, uit eigen beweging zou hy
nooit meer een voet in dat stadje zettenEr
was niemand daar, dien hij verlangde terug te
zien! Toen het ergste gebeurd was en de vreem
de, walglyke geschiedenis ten einde, had Bent
zijn zaak verkocht, was in alle stilte met Lettie
getrouwd en had, vóór hy zich te Londen ves
tigde een lange huwelijksreis gemaakt.
Brereton had hem enkele uren gesproken,
toen zy op hun reis naar Parijs en Italië, te
Londen vertoefden en hij was er door getroffen
hoe lydzaam Lettie de feiten had aanvaard.
Haar vader was volgens haar meening een zeer
verongelukt mensch geweest, die tien slotte als
slachtoffer van Mallalieu was gevallen meer
viel er niet van te zeggen. Highmarket had voor
hen geen aantrekkelykheid meer en zy zouden
er nooit meer terugkomen.
Wat Brereton betreft, zyn gedachten dwaal
den over Highmarket heen naar een plekje, dat
hij nog nooit had gezien; het lag verscholen
achter de heuvelen. Na de wettige invrijheidstel
ling van Jack Harborough was zyn taak afge
loopen en had hij zich te Londen weer aan zyn
zaken gegeven. Doch sedert dien tyd had hij
een geregelde briefwisseling met Avice onder
houden en hii was bekend met elk detail van het
In een file auto's op het Stieltjesplein te
Rotterdam heeft een agent dezer dagen een
auto met twee Zaandamsche autodiefjes op
gemerkt, die sedert den Eersten Paaschdag aan
het toeren waren. Het is, aldus de Telegraaf,
een goede vangst geweest, want deze jongelui,
de 17-jarige H. B. en de 15-jarige B. H., beiden
uit Zaandam, hebben meermalen auto's gesto
len om ze na een tocht langs den weg te laten
staan.
De agent ontdekte in den langen stroom
auto's die hem passeerde een wagen, waarvan
het nummerbord twee tinten blauw vertoonde.
Hij liet de jongens stoppen en ging eens pools
hoogte nemen. Al spoedig bleek, dat de zaak
niet in orde was, en dus ging het tweetal met
den auto mee naar het bureau Nassaukade,
waar zij spoedig door de mand vielen. Zij
hadden den auto in Zaandam gestolen en wa
ren een groote reis gaan maken. Over Den
Helder naar Alkmaar, Haarlem, Amsterdam,
Rotterdam, waar het noodlot hun wachtte.
Bij onderzoek bleek een der jongens papieren
in den zak te hebben die on naam van weer
andere automobilisten stonden. Het bleek, dat
zij al verscheidene keeren auto's hadden ge
stolen. De jongens zijn Woensdag op transport
gesteld en zullen aan de Zaandamsche politie
worden overgegeven. Op het nummerbord had
den zij het laatste cyfer blauw overgeschilderd
om de politie op een dwaalspoor te brengen.
Men bericht ons uit Houten:
Wegens motorpech, werd de bestuurder van
een militair jachtvliegtuig, Woensdagmiddag
tot een noodlanding gedwongen op het weiland
van den veehouder A. G. de V. nabij het fort
't Hemeltje onder Houten. Deze noodlanding
zou goed gelukt zijn, ware het niet dat een
doornhaag tenslotte nog een belemmering vorm
de en de hierachter gespannen heiningdraden
oorzaak waren, dat het toestel werd beschadigd
en op zijn kop kwam te staan. De bestuurder,
de 26-jarige sergeant-vliegenier P. Smits, kwam
met den schrik vrij.
De gemeente-politie van Bunnik en die van
Houten waren weldra ter plaatse, om het ter
rein af te zetten en de vele nieuwsgierige be
langstellenden op een behoorlijken afstand te
houden.
Het toestel werd later ter plaatse gedemon
teerd en naar Soesterberg vervoerd.
Onder Wageningen is Woensdagavond de
zestigjarige landbouwer N. Brienessen, die op
een rijwiel gezeten vlak achter een vrachtauto
den straatweg overstak, door een personen
auto, welke van den anderen kant naderde en
bestuurd werd door den heer Van L. uit Soest,
aangereden.
B. liep een zeer ernstige hoofdwonde op en
werd binnengebracht in de woning van zijn
zoon, die hij juist te voren had verlaten. Hier
is hij eenigen tijd later overleden.
Den bestuurder van den auto, die ondanks
zijn krachtig remmen het onheil niet meer kon
voorkomen, treft geen schuld.
De voorruit van den wagen brak, terwijl de
fiets van het slachtoffer geheel werd vernield.
nieuwe leven, dat met de terugkomst van mijn
heer Wraithwaite of Wraye, voor haar en haar
vader was begonnen. Haar brieven waren vol
levendige beschrijvingen van het landgoed
Wraye, en het rentmeestershuis, waarin zij en
haar vader, die nu als rentmeester en gevol
machtigde over de landgoederen door Wraithwai
te was aangesteld, hun intrek hadden genomten.
Zy had byzonder nauwkeurig alles beschreven,
daardoor kon Brereton zich een goede voorstel
ling maken van de mooie bezitting, die roman
tisch tegen de heuvelen was gelegen en een
prachtig uitzicht over de rivier bood. Het was
juist de omgeving waarin iemand, die van het
buitenlevten houdt op zjjn plaats is, vond Bre
reton. En toch was hij uit Londen gekomen om
haar te vragen, die omgeving te verlaten. Een
plotselinge ingeving had hem er toe gedrongen
niemand wist er iets van hij kwam dus
onverwacht
De zon was bijna verdwenen achter de verre
heuvelen, toen Brereton het kleine station ver
liet en zijn koffer aan den controleur in bewa
ring gaf. Hij wandelde vlug langs den kronke
lendén weg, tusschen de met dennen en pijnboo-
men begroeide hellingen, tot hij aan het groote
grijze gebouw kwam waar, zooals hij wist, de
man uit Australië kort geleden, na zooveel ro
mantische avonturen zyn intrek had genomen.
Toen ny op den top van een lagen heuvel was
aangeland, zag hy het landschap voor zich, dat
Avice hem zoo meesteriyk had beschreven. Daar
lag Wraye een groot, oud gebouw op een
kleinen heuvel, aan het einde van eten indruk
wekkende oprijlaan. Temidden van eeuwenoud
geboomte. De ruïnes van een ouden toren ston
den naby bet huis. Dichter bij, te midden van
een ouderwetschen bloementuin, stond aan den
voet van den heuvel eten kleiner huis en Brere
ton begreep onmiddellyk, dat het 't rentmees
tershuis moest zijn. Alvorens verder te gaan,
bleef Brereton er lang op staren in de hoop, dat
hy tusschen de rozenstruiken, die in vollen bloei
Onder groote belangstelling heeft Woensdag
te Tilburg de teraardebestelling plaats gehad
van de slachtoffers van het tragisch auto-on
geluk op eersten Paaschdag te Heesch, waarby
drie kinderen van het echtpaar Willems, de
vyftien-jarige Josefine, de elf-jalige Agnes en
de negen-jarige Louise om het leven kwamen.
Des morgens waren de lijken van de slacht
offers naar Tilburg overgebracht. Bij het via
duct aan den Bossche weg werden de drie lijk
kisten in de auto's geplaatst. Door een haag
van belangstellenden trok de stoet naar het
woonhuis der ouders van de slachtoffers aan
de Enschotschestraat. Hier werd een groot aan
tal kransen aan de lijkwagens gehangen. In een
langen stoet rijtuigen volgden de broers (de va
der kon wegens de bij het auto-ongeluk opge-
loopen verwondingen de begrafenis niet bijwo
nen), familieleden en vrienden den lykwagen
op den langen weg naar de begraafplaats Vre
dehof aan de Gilzerbaan.
Op het kerkhof sprak de predikant der Ne-
derd. Herv. Gem., ds. P. v. d. Wal, woorden van
troost tot het zwaar beproefde gezin.
Nadat een der broeders voor de deelneming
had bedankt, verlieten allen zeer ontroerd den
doodenakker.
Woensdag heeft een inspecteur van politie
te Roermona den 29-jarigen P. uit België op hee-
terdaad betrapt, toen deze met een lymdraad
geld stal uit een offerblok in de H. Hartkerk
aldaar.
Al eerder vermoedde men, dat op een of an
dere wijze de offerblokken gelicht werden. Toen
de man betrapt werd, trachtte hy nog te vluch
ten, doch hy werd door burgers opgevangen
en aan de politie uitgeleverd.
P. heeft bekend, voor de derde maal in deze
kerk geld gestolen te hebben.
By K. B. van 27 Maart 1936 is toegekend de
aan de Orde van Oranje-Nassau verbonden
eere-medaille in zilver aan: H. van Koolwijk,
chef-machinist en Pr. Peters, baas-verglazer,
beiden in dienst bij de N. V. Ver. Ceramiek-,
steen- en pannenfabriek v.h. Dericks Geldens
te Druten.
By K. B. van 9 April 1936 is toegekend de
aan de Orde van Oranje-Nassau verbonden
eere-medaillë in brons aan: G. A. van Driel Sr.,
wonende te Heesselt, gem. Varik, steenfabrieks-
arbeids bij de N. V. Heesseltsche Steenfabriek
v.h. W. P. de Vries Oo. te Rossum.
By K. B. van 30 Maart 1936 is bevorderd tot
hoofdcommies bij het Ryksarchief in Overijssel
te Zwolle, mr. A Haga, thans commies.
By K. B. van 14 April 1936 is met ingang van
1 Mei 1936 aan J. Haaitsma op zyn verzoek eer
vol ontslag verleend als directeur van de bij
zondere strafgevangenis te 's-Gravenhage, te
vens belast met de directie van de strafgevan
genis aldaar, onder dankbetuiging voor de vele
goede diensten by het gevangeniswezen bewezen
en is als zoodanig benoemd J. M. A. de Vries,
directeur van het huis van bewaring te A'dam.
Bij K. B. van 9 April 1936 is met ingang van
1 Mei 1936 benoemd tot hoofdopziener der do
meinen ter standplaats Breda, F. Volker, thans
opziener der domeinen met den persoonlyken
titel van hoofdopziener aldaar.
By K. B. van 4 April 1936 is bepaald, dat
met ingarg van 1 Mei 1936 de inspecteur van
der. \eèa:tsenijkundigen dienst, tevens inspec
teur van oe volksgezondheid rï. J. Ode rader
wordt belast met het veterinair toezicht in het
driturt heard-Holland, Noovdweste.ijk Utrecht,
en dat ie inspecteur van den recartsemlkundi-
gen dienst, tevens h-vecfS-r van de volksge
zondheid dr. J Swierstra wordt oclast met het
veterinair toezicht in het district Overijssel.
De minister van Landbouw en Visscherij heeft
benoemd tot voorzitter van de commissie voor
de crisis-tuchtrechtspraak te Leeuwarden: mr.
J. Wedeven, rechter in de arrondissements
rechtbank te Leeuwarden, thans plaatsvervan
gend voorzitter dezer commissie.
stonden, een bekende gedaante zou kunnen on
derscheiden.
Eindelyk bereikte hy aan het einde van de
rozenhaag een stetenen poort. Hij klopte aan de
deur en hoopte in stilte, dat Avice zelf de deur
voor hem open zou doen. Er verscheen echter
een frissche, landelijke schoone, die den reizi
ger uit den vreemde eenige oogenblikken bleef
aanstalten, alvorens zij haar spraak weer ter be
schikking kreeg. Neen juffrouw Avice was
niet binnen. Zy was in den tuin, achter het
huis, heel achter in.
Met haastige schreden liep Brereton in de
aangegeven richting. Bij het omslaan van een
hoek ontmoetten zij elkaar onverwacht! Even
onverwacht was de wijze waarop zij elkaar be
groetten. Want deze twee hadden reeds sedert
het begin van hun kennismaking van elkaar ge
houden zonder dat zij zich daar rektenschap van
hadden gegeven. Het was daarom heel gewoon
en natuurlijk, dat, toen zy elkaar de hand reik
ten, die handen lang in elkaar bleven rusten.
En als twee jongelieden op een heeriyken Mei
avond, onder de meest roamntische omstandig-
hedten hand in hand staan, dan zou het wel te
verwonderen zyn als zy elkaar niet alles, wat
zij willen zeggen met één innigen hartelijken kus
te kennen gaven.
Brereton was de eerste die weer sprak. Toen
hij in haar oogen gevonden had wat hij zocht,
keerde hy zich zelf van haar af en liet zijn blik
ken dwalen over bosch, heuvel en zee.
,,'t Is zooals je het beschreven hebt," zei hij,
terwijl hij zijn arm om haar middel sloeg. „En
nu is het eerste wat ik doe, nu ik hier gekomen
ben, je vragen ja, je vragen, dit alles te ver
laten."
Zy glimlachte gelukkig en legde haar handen
in de zyne.
„Maar," zei ze, „wy zullen nu en dan hier toch
terugkomen samen!"
EINDE.