d 821 5
Italiaansche vliegtuigen boven
Addis Abeba
Onze ambulance ondervindt
moeilijkheden
I
r
-1
1
Harrar bezet?
Japans expansie
naar het Zuiden
Het nieuws van heden
LICHTKOGELS OMLAAG
GEWORPEN
EIGENAARDIG OPTREDEN
VAN DEN KROONPRINS
DE BAROMETER
||p
VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS
BUREAUX VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE:
NASSAULAAN 51 - TELEFOON 13866
ABONNEMENTEN:
voor Haarlem en Agentschappen per
week 25 cent; per kwartaal f 3.25; per
post, per kwartaal f3.58 bii vooruitbetaling
DAGBLAD UITCECEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM - TELEFOON 13866
VRIJDAG 17 APRIL 1936
Avondblad
TWEE EN ZESTICSTE JAARGANG No. 19903
Gemotoriseerde colonne bereidt
den opmarsch naar Addis
Abeba voor
Vliegtuigen verkennen
de omgeving
ADDIS ABEBA, 1 7 April. (Reu
ter). Hedenochtend verschenen
twee Italiaansche vliegtuigen boven
de hoofdstad op geringe hoogte en
wierpen lichtkogels omlaag.
2400 Italianen gerepatrieerd
Het legerbericht
Geen uitlevering
Het Weer
Sober verhaal van dr. Winckel
geeft treffend aan, hoe men
de ambulances meent te
kunnen behandelen
Van het kastje naar
den muur
Een ultimatum
Ongerustheid
De minister-president van Letland, Ulmanis, werd na zijn benoeming tot Staats
president door de bevolking gehuldigd
Terug naar Dessie
MUTATIE
Begeerige oogen op de Philippij-
nen, Ned. Oost-Indië, Britsch
Malakka en Siam
Uitbreiding van de vloot
Weer een veemmoord
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWAALF BLADZIJDEN
Katholieke Verkenners
in Rome
Roemeensche prins
gearresteerd
Medeplichtig aan voorbereiding tot
een aanslag op Duca?
Versterking Fransche
troepen in Syrië
'^\\\\\\\\\\\\mw ui/////77777m
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Advertentieprijzen: Per lossen regel 50 ct., ïngez.
mededeelingen 50 cent; idem op pag. één 65 cent
per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen. Voor
de kleine annonces „Omroepers" zie de rubriek.
Op een heuvel te Asmara is een kerkhof aangelegd, waar alle soldaten, die in den
oorlog tegen Abessinië sneuvelden afzonderlijk worden begraven
De bevolking dacht eerst, dat
dit gifgas was, maar toonde zich niet
zoo verschrikt als de vorige keeren.
De Italiaansche vliegtuigen, die hedenochtend
boven Addis Abeba verschenen, cirkelden lang
zaam van half negen tot negen uur over de
stad. Zij wierpen lichtkogels in verschillende
kleuren aan parachutes omlaag. Te zamen
vormden deze de Italiaansche kleuren. Men
vermoedt, dat zij ook pamfletten omlaag wier
pen, doch hiervan is geen spoor gevonden. Oö-
belemmerd verdwenen de toestellen weer.
Nu de infanterie-afdeelingen Askari's en
blanke troepen te Dessie zijn aangekomen, be
reidt een gemotoriseerde colonne den uitein
delijken opmarsch naar Addis Abeba langs den
keizerlijken weg voor, terwijl de Italiaansche
luchtstrijdkrachten boven dezen weg en de
omgeving talrijke verkenningstochten uitvoe-
Na verscheidene dagen van stilzwijgen blij
ken thans de verbindingen met den Negus te
zijn hersteld, gelijk de correspondent van Reu-
ter-A. N. P. te Addis Abeba heeft vernomen.
Men weet weliswaar niet, waar de Keizer
zich op het oogenblik bevindt, maar gelooft,
dat hij na den slag bij het Asjangi-meer een
Zuid-Westelijke richting is ingeslagen.
Van het Somali-front melden de Abessiniers
een overwinning, zonder dat daarover nadere
bijzonderheden bekend worden gemaakt.
Wat het Ogaden-front betreft melden ge
ruchten, dat daar gevechten worden geleverd,
maar het schijnt, dat het hier om niet veel
meer dan voorpostenschermutselingen gaat.
Niets is bekend omtrent de bewegingen van
den kroonprins, die uit Dessie was vertrok
ken, voordat de Italianen daar waren binnen
gerukt.
Eenigen tijd tevoren was de kroonprins er
nog in geslaagd, een groot gevaar, dat Dessie
bedreigde, uit den weg te ruimen. Er was na
melijk heftige ontevredenheid ontstaan onder
13.000 krijgslieden over de benoeming van een
commandant door den Negus, die tot taak
had gekregen, deze krijgslieden te reorganisee-
ren na de nederlaag der Abessinische legers
in het Noorden. De krijgslieden maakten aan
stalten te deserteeren en kondigden aan, dat
zij naar hun haardsteden zouden terugkeeren.
Zij sloegen hun kamp op in de omgeving van
Dessie en brachten de tot hun beschikking
staande machinegeweren in stelling, ten ein
de zich te verdedigen, wanneer zij zouden wor
den aangevallen.
De kroonprins stelde toen de krijgslieden
voor de keus naar hun haardsteden terug te
keeren, dan wel naar het front te vertrekken
onder een door hen zelf gekozen hoofdman.
Vervolgens noodigde de kroonprins de belha
mels uit tot een groot feestmaal, waaraan een
twintigtal opperhoofden deelnamen.
Tijdens den nacht, toen deze opperhoofden
stomdronken hun roes uitsliepen, namen ge
wapende gardesoldaten de drie voornaamste
opruiers gevangen, onder wie zich een bloed
verwant bevond van wijlen Lidj Yassoe. Deze
mannen werden geketend, en per vliegtuig
naar Addis Abeba gezonden. Men weet niet
wat van hen geworden is.
De oorlogscorrespondent van het Duitsche
Nieuwsbureau te Asmara meldt, dat in Dessie
Fitaorari Hailoe is aangekomen, zoon van
Dedjas Hailoe Boerroe, die aan het Noordelijk
front tegen de Italianen had gestreden en die
thans zijn onderwerping kwam aanbieden. Hij
werd begeleid door talrijke onderchefs en ge
wapende krijgslieden.
Vooruitgeschoven Italiaansche afdeelingen
bevinden zich reeds ten Zuiden van Dessie.
De Europeanen, die zich te Dessie bevonden,
hebben de stad verlaten. Een deel van de bevol
king heeft voor de aankomst van de Italianen
de huizen van Europeanen, consulaten en zie
kenhuizen verwoest. In de stad werd nog een
aanzienlijke hoeveelheid oorlogsmateriaal ge
vonden.
KAIRO, 17 April (Reuter) Het Italiaan
sche schip „Serdani", komend van Massoea, is
te Port Said aangekomen. Het schip brengt 2400
man uit Abessinië naar Italië terug.
ROME, 17 April. (Reuter). Het Italiaansche
legerbericht 187 luidt als volgt:
„Maarschalk Badoglio telegrafeerde: Te
Dessie worden de werkzaamheden voor het on
derbrengen van de troepen voortgezet. De hoof
den van de Wollo Galla en het omringende
gebied komen hun onderwerping aanbieden.
Aan het Somalifront is de actie van de voor
hoede zeer intensief.''
ROME, 17 April. (Reuter). Uit
gezaghebbende bron wordt ge
meld, dat de Italianen gisteren Har
rar zouden Rebben veroverd.
Een officieele bevestiging hiervan
is nog niet ontvangen.
De Duitsche regeering heeft de uitlevering
geweigerd van drie Tsjecho-Slowaken, die ver
leden jaar een overval hebben gepleegd op de
legatie van Tsjecho-Slowakije te Berlijn, ver
klarende, dat hier sprake is van een politieke
misdaad.
Verwachting: krachtige tot matigen,
j= meest Noordelijke wind, betrokken tot
zwaar bewolkt, waarschijnlijk eenige
regen, weinig verandering in tempera-
tuur. H
Hoogste barometerstand: 770.9 te Jan-
may en.
Laagste barometerstand: 738.4 te Ëj
Dresden.
H Zon op 5.00 - onder 7.00 licht op 7.30
Ej Maan op v.m. 2.58 onder n.m. 1.48
Nieuwe Maan 21 April
^lllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllilllllll
Het Hoofdbestuur van het Nedeiiandsche
Roode Kruis heeft de dagrapporten ontvangen
van dr. Winckel, den leider der Nederlandsche
ambulance, over de periode van 2 tot 21 Maart.
In verband met de mededeelingen van dr.
Van Schelven, bij zijn terugkeer in ons land
gedaan, is het interessant in deze rapporten te
lezen, wat in het basiskamp is geschied gedu
rende den tijd, dat dr. Van Schelven met zijn
eenheid naar het Noorden was getrokken en
daar in zulke moeilijke omstandigheden ver
keerde.
2 Maart kreeg dr. Winckel in het kamp te
Dessie bericht, dat de colonne-Van Schelven, op
wég naar Kworam, te Waldia was aangekomen.
De volgende dagen werden grootendeels ge
vuld met het treffen van voorbereidingen voor
de reis naar het Noorden door dr. Winckel.
Er was toen ook druk werk in het hospitaal
en in de polikliniek. De patiënten eischten veel
zorg. De polikliniek wordt steeds druk bezocht
en aan het inheemsche personeel heeft men
niet veel. Niemand kan lezen of schrijven, zoo
deelt dr. Winckel mede, zelfs niet een overigens
uitstekende kracht, die als him chef werd aan
gesteld. Zij kunnen dus niet leeren tempera
tuur op te nemen.
Vrijdag 6 Maart bracht de kroonprins een
bezoek aan de ambulance. Dr. Belmonte was
bezig met een operatie en de prins wilde deze
bijwonen. Het duurde evenwel niet lang, of de
prins vond het genoeg en vertrok.
Zaterdag 7 Maart zouden dr. Winckel en de
heer De Vries per vrachtauto naar het Noorden
vertrekken, doch des nachts kwam er een
briefje van den secretaris van den kroonprins,
waarin medegedeeld werd, dat deze reis uitge
steld moest worden. Wanneer de reis zou kun
nen doorgaan, moesten de paspoorten ver
nieuwd worden.
Dit bericht verontrustte ons in hooge mate
aldus schrijft dr. Winckel te meer, daar
wij op onderzoek uitgetogen, omtrent den aard
der moeilijkheden geen enkele inlichting kon
den krijgen.
Zondag 8 Maart had de ambulance nog niets
vernomen van den secretaris van den kroon
prins.
Dr. Winckel stelde toen een ultimatum:
„Als wij op onzen brief geen bevestigend
antwoord ontvangen en morgen niet op reis
kunnen, stel ik den Franschen gezant en
den afgevaardigde van het Internationale
Roode Kruis te Addis Abeba met een en
ander in kennis."
In antwoord op dit ultimatum kwam er een
briefje van den secretaris van den kroonprins,
waarin medegedeeld werd, dat den volgenden
dag geantwoord zou worden. Des Maandags
stuurde dr. Winckel een telegram aan den kei
zer met het verzoek inlichtingen te ontvangen
over het lot en den toestand der beide voor
posten.
Met den heer De Vries en den Engelschen
kolonel Holt ging dr. Winckel daarna naar de
stad op zoek naar den kroonprins en diens
secretaris. Er werd verteld, dat zij in hun holen,
hoog in de bergen, waren. De tolk werd er
heen gezonden met een briefje, waarin om
een onderhoud werd verzocht. De tolk kwam
na een paar uur terug met de mededeeling,
dat de secretaris er niet was en dat hij het
briefje in handen van een adjunct-secretaris
gesteld had.
Des middags ging de heer De Vries wederom
naar de stad, om den secretaris te spreken. Dit
gelukte, doch hij bleek van niets te weten,
alleen dat iedereen belet werd, Noordwaarts te
trekken.
Den volgenden dag werden dringende tele
grammen gezonden aan den Franschen gezant
en aan den vertegenwoordiger van het Inter
nationale Roode Kruis in Addis Abeba met het
verzoek om inlichtingen omtrent de positie van
de beide voorposten.
Om 1 uur des middags kwam bericht van
het paleis van den kroonprins, dat een vlieg
tuig gekomen was om dr. Barkhuus, den Deen-
schen arts, die ernstig ziek was en in de Ne
derlandsche ambulance verpleegd werd, naar
Addis Abeba te brengen. Om 2 uur is alles
i gereed en vertrok een vrachtauto naar het
vliegveld. Dr. Winckel begeleidde den zieke.
Dr. Winckel schrijft over dezen tocht naar
het vliegveld het volgende: „Bij het paleis blijkt
niemand aanwezig te zijn om ons een laissez-
passer te geven, in tegenstelling met de af
spraak. Onderweg treffen wij echter den stoet
van den prins, die mij toewenkt, hem te volgen.
De prins blijkt uitgereden te zijn voor schiet
oefeningen en in zijn gevolg passeeren wij de
wacht. Na eenige kilometers houdt de stoet
halt. De secretaris deelt ons nu mede, dat hij
er niet zeker van is, dat het vliegtuig komt,
maar dat hij een ruiter naar Dessie zond, om
telefonisch te Addis Abeba te vragen, of het
vliegtuig vandaar vertrokken is. Ons wordt dus
aangeraden, op het antwoord te wachten. Dit
doen wij noodgedwongen, ook omdat de weg
bestreken wordt door de mitrailleurs, waarmede
de prins en gevolg schieten. Om half 5 ver
dwijnt de heele stoet plotseling en wij weten
nog van niets. Daarom rijden wij maar door
naar het vliegveld, komen er om 6 uur aan
en vinden er niets. Om 8 uur waren wij weer
in het kamp. Des nachts kreeg dr. Barkhuus
een aanval van acute hartzwakte."
Dr. Winckel geeft'dit korte verhaal, om te
doen zien, hoe men de Nederlanders en de an
deren meent te kunnen behandelen.
Den volgenden dag kwam er een telegram
van den Negus, waarin werd medegedeeld, dat
de beide voorposten in goede conditie verkeer
den en er geen reden was voor ongerustheid.
De heer De Vries sprak dien dag op het
vliegveld echter dr. Junod en deze verklaarde
hem, dat volgens te Addis Abeba ontvangen
bericht de karavaan der eenheid-Van Schelven
door roovers was aangevallen.
Na veel audiënties en geconfereer werd ver
gunning verkregen voor dr. Winckel en den
heer De Vries, den volgenden dag naar het
Noorden te vertrekken.
Donderdag 12 Maart vertrokken zij met
twee vrachtauto's naar Kworam, vervuld
van het feit, dat er ernstige dingen met
onze voorposten gebeuren, zonder dat het
gouvernement de leiding der ambulance
daarvan in kennis stelt, zelfs na eenige da
gen het oirbaar acht, alleen te seinen, dat
alles goed gaat, zonder te melden, dat een
overval door roovers plaats greep.
Dr. Winckel voegt er aan toe, dat onder die
omstandigheden het handhaven van een of
meei voorposten niet verantwoord is.
„De weg is modderig, zoodat wij slechts lang
zaam vooruit komen. Om 1 uur ontmoeten wij
een groot aantal vrachtwagens van de Britsche
ambulance, met 17 ernstige verwonden, op weg
naar ons basishospitaal. Van hen vernemen
wij détails over het bombardement en van de
verwonding van dr. Van Schelven; zij overhan
digden mij een pakket met brieven, waaronder
een met potlood geschreven, onleesbare brief
van dr. Van Schelven."
Den volgenden dag (Vrijdag 13 Maart) ar
riveerde het gezelschap in Waldia.
Daar werd medegedeeld, dat de Nederlan
ders wegens de onveiligheid op den weg niet
verder konden reizen, alvorens uit het groote
hoofdkwartier daartoe vergunning was gege
ven. Men zou dadelijk naar het hoofdkwartier
seinen.
Den volgenden dag was er nog geen bericht.
De gouverneur der provincie vertelde aan dr.
Winckel, dat er geen honderd doch duizenden
opstandelingen zijn (naar men zegt, omgekoch*
door de Italianen) en dat hij voor de veiligheid
der Nederlanders een klein legertje moet mo-
biliseeren. Dit kon echter pas JVIaandag klaar
zijn, zoodat dr. winckel twee volle dagen moest
wachten. Bovendien reikte het gebied van den
gouverneur slechts tot Cobbo, halverwege Kwo
ram. De gouverneur aldaar zou nieuwe maat
regelen moeten nemen.
Onder deze omstandigheden oordeelde dr.
Winckel het beter, naar Dessie terug te gaan,
waar zijn aanwezigheid dringend noodzakelijk
was en ir. De Vries werd belast met de rege
ling van het terugtrekken der voorposten.
Uit een telegrammenwisseling blijkt vervol
gens, dat de Negus alles deed om dr. Van
Schelven te helpen (de bijzonderheden hier
over heeft men reeds uit het interview met dr.
Van Schelven vernomen) om op deze wijze te
trachten goed te maken, wat zijn opstandige
onderdanen misdreven hebben.
Twee dagen later (Dinsdag 17 Maart) kwam
er telefonisch bericht van ir. De Vries uit
Waldia, dat de reis naar Kworam onmogelijk
was en dat hij naar Dessie terugkeerde.
Den volgenden dag kwam hij in het kamp
aan en rapporteerde het volgende:
„Zondag 15 Maart zou het escorte voor den
tocht naar Cobbo tegen 12 uur aanwezig zijn,
het was er natuurlijk niet. Ook niet om 3 uur,
zoodat ik besloot het er op te wagen, snel naar
Cobbo te rijden. Dit geschiedde, en om 6 uur
werd de plaats bereikt.
Maandag 16 Maart te Cobbo gebleven, we
gens vliegtuigengevaar, er kwam wel een vlieg
tuig, dat vlak bij den auto bommen wierp,
doch ons miste. Des avonds zonder escorte,
doch vergezeld door een Galla-chef, den sprong
naar Kworam gewaagd. Overdag is dit niet
mogelijk, wegens de vliegtuigen. Na een uur
rijden terecht gekomen in een moeras, (ver
moedelijk was de weg door opstandelingen on
der water gezet), de auto zakte tot de lan
taarns in de modder, werd afgeladen en met
veel moeite uit de modder getrokken. Een an
dere weg was in het donker niet te vinden,
weshalve ik terugkeerde naar Cobbo en van
verdere pogingen heb afgezien, daar deze we
gen alleen overdag berijdbaar zijn en dan kan
men jüist niet reizen wegens het vliegtuigen
gevaar. Wij waren veertig uren aan een stuk
in touw geweest. Van Cobbo teruggereden naar
Waldia."
Dragomir Kassidolatz, Joego-Slavisch gezant
te Brussel, is benoemd tot gezant te Boekarest,
in de plaats van Ninko Peritsj, die met pen
sioen gaat.
Zeer vele Grieken hebben gedefileerd langs het stoffelijk overschot van minister
president Demerdzis, dat in de kathedraal van Athene was opgebaard
De Kroonprins
MOSKOU, 16 April, De „Isvestia" pu
bliceert een hoofdartikel onder het op
schrift „de Japansche expansie naar het
Zuiden".
In dit artikel wijst het blad er op, dat
de Japansche pretenties betreffende het
spelen van de rol van „eenige stabilisee-
rende kracht in het Verre Oosten" agres
sieve bedoelingen dekken, niet alleen in
het Noorden en Westen, maar ook in Zui
delijke richting. De Japansche vloot ver
kondigt de Japansche doctrine, dat de of
fensieve streek gelegen is in de 'Zuide
lijke zeeën, de Philippijnen, Nederlandsch
Oost-Indië, Britsch Malakka en Siam.
In vlootkringen heerscht de opvatting, dat
alleen een heerschappij over de Zuidelijke zeeën
Japan verzekert van een voldoende levering
van grondstoffen en 'levensmiddelen, waar
door de oplossing wordt verkregen van het
probleem der „overbevolking" en de middelen
ter beschikking komen voor een Japansche
massa-emigratie naar Nieuw Guinea, Borneo
en andere Zuidelijk gelegen landstreken. Het
totale bedrag der Japansche beleggingen in de
landen dezer Zuidelijke zeeën bedraagt reeds
meer dan een milliard yen.
In politiek opzicht is het. Japansche impe
rialisme het meest actief in de richting van
Zuid-China en Siam. De Japansche activiteit
draagt een minder openlijk karakter, waar het
de Philippijnen en Nederlandsch Oost-Indië
betreft. Siam is gemaakt tot de voornaamste
basis van het Japansche imperialisme.
Vertegenwoordigers van de Japansche vloot
brengen den slagzin naar voren: „Verdediging
in het Noorden en vooruitgang naar het Zui
den". Japan werkt een nieuw groot viootpro-
gram uit en is duidelijk voornemens den vloot-
bewapeningswedloop te doen toenemen.
De aanwezigheid van een machtige vloot
echter beteekent een uitbreiding van de sfeer
der Japansche militaire vlootmacht en drijft
Japan naar offensieve acties in de streek der
Zuidelijke zeeën, die reeds lang het doel der
Japansche begeerte vormt. Het artikel besluit,
dat, hoe verder Japan in het Noorden gaat,
hoe omvangrijker een aanval op het Zuiden
gaat dreigen.
Kort geleden zijn twee personen door natio-
naal-socialisten in Stiermarken vermoord
gisteravond is te Graz een oud-militant nat.-
socialist vermoord.
Moeilijkheden voor onze Roode Kruis Ambu
lance in Abessinië.
Italiaansdhe vliegtuigen werpen boven Addis
Abeba pamfletten uit.
Meer dan duizend fascjisten te Madrid ge
arresteerd.
Roemeensche prins te Boekarest gearresteerd.
Londen geeft gunstig antwoord op Turkije's
vraag inzake herziening der zee-engten-
kwestie.
Japansche expansie naar het Zuiden.
Sir Austen Chamberlain's bezoek aan Weenen.
Tracht hij Oostenrijk over te halen zijn poli
tiek tegenover Italië te wijzigen?
Felle brand in veilingsgebouwen te De Lier
(Z.-H.).
Zomerdienstregeling der K. L. M.
De politie-autoriteiten te Rome hebben, op
verzoek van het Ministerie van Binnenlandsche
Zaken, toegestaan, dat de Verkenners in optocht
met hun vlaggen van het Nederlandsch College
naar het Colosseum en het „Monumento Na
tionale" trekken.
Ook is aan de Verkenners bereidwillig toestem
ming verleend om in het Colosseum een kamp
vuur te houden.
BOEKAREST, 17 April (Stefani) De politie
heeft prins Alexander Cantacuseno, oud-func
tionaris van het ministerie van buitenlandsche
zaken gearresteerd, die beschuldigd wordt ge
weten te hebben van een voorbereiding van een
aanslag op minister-president Duca en verant
woordelijk te zijn voor ongeregeldheden op het
congres van Nationaal-Christelijke studenten,
welk congres door hem was georganiseerd.
De prins stamt uit een zeer oude adellijke
Roemeensche familie.
Tezamen met hem werden vier studenten ge
arresteerd.
PARIJS, 17 April Dezer dagen zal te Bei-
routh een transportschip aankomen, dat vanuit
Toulon een bataillon Senegaleezen op oorlogs
sterkte, twee mitrailleur-afdeelingen en twee
afdeelingen mijnen werpers naar Syrië brengt,
ter versterking van de Fransche troepen aldaar.
760
C3
I
r—n
r—n
XD
Stand op Vrijdag 1 uur n.m.:
Vorige stand: 747,5
748.6