ROMANTISCHE INDRUK De Wieringermeerpolder Paarlen EEN MODELFABRIEK ■■lllllllllllllilllllllllllllllllll mil ZONDAG 19 APRIL 1936 '''iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii OUDE SAGEN EN SPROKEN WÉfcftftÜG HEMBRUG EEN ECHTE WAPENSMIDSE In de werkplaats, waar het geschut hersteld en gemonteerd wordt aan de Hembrug, krijgt men den romantischen indruk, zich te bevin den in de echte wapensmidse. In alle andere afdeelingen, waar de moderne speciaal-machines draaien, of waar de pyrotechnische geheimen in alle stilte voltrokken worden, heerscht de sfeer Van een moderne, nijvere en door haar syste matiek haast geluidlooze fabriek. Maar hier da vert de voorhamer op het aambeeld, hier is heel het luidruchtige en vroolijke geraas d'at een smederij of constructie-werkplaats pleegt te Vullen. Links en rechts, voor en achter, ja over al staan de affuiten, caissonwagens, vuurmon den in alle kalibers in de meest schilderachtige elevaties. Daaromheen krioelt het smedenvolkje met gloeiende klinknagels, met roodgloeiende smeedstukken, met tangen en vijlen, met ha mers en koevoeten, met meetlinialen en Engel- sche sleutels. Hier worden platen vernieuwd, steunijzers rechtgebogen, profielijzers ter versterking opge- lascht, schroefdraden gesneden, gaten geboord en getapt. Alles wat van den troep terugkomt, krijgt hier de rivisie. Maar het betreft natuur lijk hoofdzakelijk het normale slijtage-werk, dat de werkplaats onder oogen komt. Niet de mate- tiaal-verwoestingen, die het gevechtsveld te zien geeft en op welker reparatie de techniek toch ook ingesteld dient te worden om straks Paraat te zijn. Want hier geldt het principe, de Hembrug uitsluitend de modelfabriek, waar de verdere landelijke industrieën in de leer kunnen gaan om te zien hoe het gebeuren moet. Ril WAMF*> Overal staan de affuiten, caissonwagens, vuurmonden in alle kalibers in de meest schilderachtige elevaties Om het verwoestingsbeeld van het gevechts veld in heel klein bestek na te bootsen, zoo ver telde onze geleider, heeft men tegen eenige caissonwagens en oude affuiten, granaten tot ontploffing gebracht. De schade, die daardoor wordt toegebracht is zoo geheel an ders, dan die welke de normale slijtage veroor zaakt. Het blijkt dat de scheepswerven van nature de beste werklieden hebben voor deze Soort reparatie en ook de meeste ervaring. Trou wens een schip dat na een aanvaring wordt binnengesleept, vertoont soms averij, die het oorlogsgeweld zeer nabij komt. In elk geval, wordt op deze wijze ook op dit' gebied de ge- heele Nederlandsche industrie voorbereid op haar nationalen plicht in tijden van oorlog. In aansluiting op deze herstel-werkplaats, be vinden zich de fabrieksruimten waarin de groote trekbanken staan opgesteld. Een projec tiel uit een vuurmond afgeschoten was aanvan kelijk n.l. kogelrond. Later maakte men het om practische rendenen cylindervormig, met een punt van voren. Maar wanneer een dergelijk propectiel zonder meer uit een kanon zou wor den afgeschoten, zou het zonderling buitelend zijn weg vervolgen, om deze redenen laat men het om zijn eigen lengte-as roteeren. Nu ligt het stabiel in zijn baan en treft het doel ook met de punt naar voren. Dit is noodig èn voor het perforeeren van dit doel of het diep bin nendringen in de te vernietigen massa, èn voor de richtige werking van het ontstekings mechanisme, dat in de punt is geconstrueerd. Later maakte men het projectiel uit aero-dy- namische overwegingen ook van achteren nog ogiefvormig, zoodat het op een kleine Zeppelin gaat gelijken. Om dat projectiel nu om 'zijn lengte-as te laten draaien, krijgt het in dea loop van den vuurmond een draaiing. Tot dat doel heeft het stuk van binnen kurketrekker-achtige groeven (de z.g. „trekken"). Tusschen deze trekken ligt de oorspronkelijk vlakke binnenwand van den loop, deze vlakke deelen noemt men de „velden". Rondom het stalen projectiel wordt een ring geconstrueerd van zacht metaal, die iets grooter is dan de binnenwandsche diameter van den loop. Deze ring wordt dus tijdens het schot in de „trekken" geperst, volgt deze trekken en deelt op deze wijze zijn kurketrekker-draaiïng aan het projectiel mede. Op de trekbanken nu, worden deze groeven in den kanonwand uitgestoken. Dit is een heel precies en langzaam werkje. Telkens wordt er een klein beetje metaal uitgekrast, totdat de trekken de vereischte diepte hebben. Maar de z.g. „spoed" van deze schroeflijn moet ook heel precies zijn, anders zou het schot al zeer onzuiver worden, zoo er al geen ongelukken zouden ge beuren, voordat de granaat de monding zou hebben verlaten. Zoo zien wij dus hier do zeld zame combinatie van het precisie-instrument en de „zwaar-industrie". In alle détails wordt zooveel mogelijk de par ticuliere industrie betrokken. Het geheele land is er voor werkzaam en het is een staalkaart van technologische aardrijkskunde, wanneer men hoort uit welke deelen van ons vaderland de di verse onderdeelen soms stammen, die tezamen één verded'igings-apparaat vormen. Het is inte ressant omdat 't zoo duidelijk demonstreert hoe onze defensie langzamerhand 'n zaak geworden is, die het geheele volk aangaat. Het kaste-idee van den krijgsman is verdwenen. Hier verde digt een geheel volk zichzelf en vertrouwt de zuivere vaktechnische deelen toe aan een corps van specialisten, die men vroeger officieren noemde met een geheel ander begrip van zaken. Annex aan de vervaardiging van affuiten en caissonwagens is de fabriek voor transportmid delen en voertuigen in alle afmetingen. Deze centralisatie van een bedrijfsonderdeel, dat vroeger in Delft zetelde, is een der staaltjes van knappe organisatie. Hierdoor heeft het staatsbedrijf een belangrijke bezuini ging gevonden, die ons elders weer ten goede komt. Want dit is het parool der Artillerie-in richtingen: „voor het helaas zoo schaars toege meten geld, de hoogste waarde te brengen!" Daarop zijn allen uit, van den hoogstgeplaat- sten ingenieur tot den eenvoudigsten opzichter. Dit is oorzaak dat men zich binnen dit staats bedrijf voelt als in een groote, moderne particu liere fabriek. In de teekenkamers staan de ont werpers over hun borden gebogen, in de labo ratoria zijn de onderzoekers onverdroten bezig met de materiaal-controle, in de ruime en lichte werkruimte gonzen de machines en draaiban ken. Overal wordt nauwlettend toegezien op vei ligheid en hygiëne, zooveel mogelijk zijn de ge bouwen omplant met groen, zelfs in de werk plaatsen waar hiertoe maar even ruimte is, staan bloemen en groen voor de ramen. Het is een vreedzame aanblik, die natuurlijk in scherpe tegenstelling is met het doel, dat weten allen. Maar ook weten allen, dat het alleen de bittere noodzaak is, dat het Neder landsche volk verplicht op deze zaken nauw lettend acht te geven. Rondom onze oase van rust en vrede, kolkt de roerige wereld. Wanneer de weg door Holland open ligt voor den indrin ger, dan zal hij er meedoogenloos doorheenmar- cheeren, teneinde de defensieve maatregelen van den tegenstander te omzeilen. Nu reeds wikken en wegen de buitenlandsche generale staven, wat voor hen het voordeeligst zal zijn, een stormloop op den zwaarverschansten vijand rechtstreeks, of een omtrekkende beweging door onze vreedzame comtreien. Nu reeds, per con sequentie overweegt de bedreigde of het geen aanbeveling dient den omtrekkenden indringer reeds in ons land tot stilstand te brengen. Met andere woorden, over ons land wordt reeds ge dacht als het toekomstige tooneel van den wereldstrijd die men in Europa verwacht. Wij kunnen dat alleen voorkomen, door onze defensie zóó te vervolmaken dat de indringer met zekerheid te rekenen heeft op ernstigen tegenstand en groote verliezen en vooral op ernstige vertraging. Draineerploeg, welke gebruikt werd na de drooglegging „Vol verbeten overwinningswil stonden zy onder de dreigende luchten en stoot ten de spade in de klevende kluiten en groeven, moeizaam, greppel na greppel." (Uit „Littoria", door C. en M. Scharten Antink) WD moesten aan het merkwaardige boek „Littoria" denken, toen wij dezer dagen een bezoek brachten aan den Wieringer meerpolder, dat prachtige cultureele werk in ons eigen land. Hiervoor was geen ijzeren dic tator noodig. Het ging minder pompeus. Er was geen nationale zelfbedwelming met vaandels en partij-symbolen. Er was hier geen Duce noodig, die den bouw voorspelde en realiseerde van de drie gemeenten, Littoria, Sabaudia en Pontinia. Maar de drie gemeenten verrezen ook hier uit de woeste klei, al klinken hun namen wat minder zoetvloeiend: Slootdorp, Middenmeer en Wieringerwerf. V/ij lieten onze oogen dwalen over het uit gestrekte vruchtbare land, dat onze waterbouw kundigen aan de zee ontworstelden en wp be dachten, toen wij het derde en nieuwste dorp in den nieuwen polder naderden, dat hier ver leden jaar om dezen tijd, nog geen steen ge stapeld was! Wij deden het in de helft van den tijd, zonder vertoon van macht en zelfver trouwen. Het is een vriendelijk dorp, dat de „cultuur maatschappij", onder leiding van den bekwa men architect A. D. van Eek, hier heeft laten verrijzen. Het bevat circa honderd solide ge bouwde arbeiderswoningen, goed van bouw en gezellig van indeeling, vijf middenstandswonin gen voor het opzichthoudend personeel, een tiental winkelhuizen, een postkantoor, een tyde- Hjk Raadhuis, een mooie moderne school en binnenkort ook nog een gemeenschappelijk ver gadergebouw, waarin voorshands de diverse ge zindten bij toerbeurt hun godsdienst-oefenin gen zullen kunnen houden. Er bestaan reeds plannen voor een katholieke kerk, maar aangezien men nog niet weet, welke van de drie nieuwe dorpen definitief de hoofd plaats van het pas verworven gewest zal wor den, moet men met den bouw daarmede nog even wachten. Het derde dorp Wieringerwerf is thans reeds administratief het hoofddorp. Door zijn zuiver centrale ligging, is het daarvoor dan ook het meest aangewezen. Ten zuiden van het nieuwe dorp ligt een kunstmatig opgeworpen terp, die men als vluchtheuvel heeft bedoeld, bij onverhoopte overstroomingen. Zooals de opzichter der cul tuurmaatschappij, de heer H. A. Giesen, ons mededeelde, had men aanvankelijk het nieuwe dorp rondom dezen breeden vluchtheuvel wil len bouwen. Maar de landbouwgrond was er te zuur en toen heeft men het dorp een kilometer meer Noordelijk gezet. In de dorpen wonen de arbeiders, die werk zaam zijn op de groote boerenbedrijven, welke in exploitatie genomen zijn. De totale Wierin germeerpolder beslaat ongeveer 20.000 bunder en deze zijn verdeeld over 60 bedrijven, elk on der een bedrijfsleider. Om die bedrijven, die zoo ongeveer 3000 bunder per stuk groot zijn, te bewerken, zijn dus veel nijvere armen noodig. In tegenstelling met de Italiaansche droog makerij, waar men den grond versnipperd heeft in bedrijfjes van ongeveer 15 bunder per stuk, kan hier de landbouw in grooter stijl worden beoefend. Zooals de deskundige opzichter ons mede deelde, stelt onze nieuwe grond niet teleur. De oogst 1935 bracht reeds 2800 bunder tarwe op, met 50 zak per bunder (d.i. ongeveer 4000 k.g.), verder bracht hy 950 bunder haver op met 4500 kilo het bunder; 1400 bunder gerst, met 50 zak per bunder en 350 Hectare koolzaad, met 30 Hectoliter per Hectare. Ook werd er een proef- kavel suikerbieten in bewerking genomen van 20 bunder, die 40.000 kilo per bunder opleverde, prachtige bieten met een veelal hooger dan normaal suikergehalte. Dat zijn uitkomsten, die het Hollandsche hart met trots mogen vervullen. Dat alles werd be reikt met echt vaderlandsch flegma door boe ren die uit alle provinciën stammen. Zeeuwen zijn er, Friezen, Gelderschen en Noord- en Zuid-Hollanders, ook Grönnigers en landbou wers uit Zeeuwsch-Vlaanderen. Zeer weinigen daarentegen uit Utrecht en Limburg. Vijf hoofd-officieren leiden onzen landbouw- de edellieden bekleedden: de graaf had negen, de baron zeven paarlen in zijn kroon, veldslag, één voor de administratie, één voor de drainage, één voor ex- en transport, één voor het transport van hooi, graan en stroo en één voor de zoetwater-infiltratie. In het eerste dorp „Slootdorp" wonen reeds 120 gezinnen, in het tweede dorp „Middenmeer" 130 gezinnen en in het jongste, dat staat op de plaats, waar een jaar geleden nog de eenzame klei-voren naar den gezichtseinder samen liepen, in „Wieringerwerf", thans reeds 108 ge zinnen! De dagelijksche bezigheden der koningen voor eeuwen her Ter staving van de bewering over de eeu wen-, eeuwenoude afstamming van het edelste spel, het spel der spelen, het scha ken, beoefend over bijna gansch de wereld, die- ne de hierna volgende bloemlezing van eenige oude historische of legendarische vertellingen. Er is geen behoorlijke verklaring te geven aan gaande de komst van het schaakspel in de westersche landen. De oude romans zijn vol van verwijzingen naar het spel, interessant op zich zelf, maar incidenteel en broksgewijs, ons in het onwetende latende omtrent dé regels van het spel, als omtrent de vraag of het overeenkomst vertoonde met ons hedendaagsch schaakspel, of wel dat het met vieren of drieën gespeeld werd, zooals dat ongeveer een eeuw geleden ook nog in ons land placht te geschieden. De pre sident van de Colmcille Chess Club te Dublin heeft in een merkwaardig opstel in British Chess Magazine eenige oude Iersche verhalen meegedeeld, die niet zullen nalaten schakers en zelfs ook niet-schakers te interesseeren. In de Tain Bo Chuailgne eerste eeuw vóór Christus lezen wij: „Dit was de wijze, waar op koning Conchubhar zijn tijd besteedde, se dert hij het bestuur dér provincie op zich had genomen. Hij verdeelde den dag in drie deelen. Het eerste deel besteedde hij aan het opper toezicht op de militaire en balwerpspelen der adellijke jongelingen. Het tweede deel ging ver loren aan de beoefening van het dam- en schaakspel. En het laatste deel aan eten en drinken, totdat dé slaap het gezelschap beving, zich middelerwijl onderhoudend met kenners van muziek of andere vermaken. Toen des ko- nings neef, Cuchulain, zijn oom voor de eerste maal bezocht op Emhain Macha, kwam hij tegen enkele van de edellieden van het hof in het nadeel en in zijn woede daarover wierp hij het schaakspel, waaraan de koning en zijn eerste minister Fergus Mac Roich een partij speelden, omver en dit was natuurlijk oorzaak van minder aangename dingen. In een andere vertelling uit heidensche tij den wordt medegedeeld hoe Midir, de Da Da- naanman van Bri Leith. neiging opvatte voor Etain, de gemalin van den Opperkoning Eochaid Aireamh van Tara; hoe hij met dezen schaak speelde om de koningin en déze van hem won door een schitterende partij. Het volgende gesprek ontspon zich tusschen den Opperkoning en Midir: „Hoe is uw naam?" vroeg Eochaid. „Niet schitterend! Midir van Bri Leith," ant woordde Midir. „Wat voert u hierheen?" vroeg Eochaid verder. „Ik kom hier om schaak met u te spelen," gaf Midir ten antwoord. „Ik ben een sterk schaakspeler," zei Eochaid. „Dat zou ik wel eens willen onderzoeken," repliceerde Midir. „De Koningin slaapt," zei Eochaid, „en het Smeden met gloeiende klinknagels, met roodgloeiende smeedstukken, met tangen en vijlen, met hamers en koevoeten huis waarin het schaakbord zich bevindt, is haar eigendom." „Ik heb een eigen schaakspel bij mij, dat stellig niet minder goed is dan het uwe, heer koning," antwoordde Midir. En dat was de waarheid. Hij had een zilveren schaakbord met gouden stukken, overal ver sierd met kostbare steenen en pionnen van ge slagen metaal van Credhumba, Zij geraakten slaags en zoo geviel het, dat de Opperkoning werd geslagen en ondanks zijn opsnijderij zijn koningin verloor. En dan is er de geschiedenis in den beroem den roman van Diarmuid en Grainne derde eeuw na Christus, nog in den tijd van het heidendom. Diarmuid O' Duibne, vluchtende voor de wraakzucht van Fionn, had een schuil plaats gezocht in een vruchtboom. Maar Fionn en zijn Fianna vervolgden hem en het toeval wilde, dat zij kampeerden onder denzelfden boom. Na zich te hebben gewasschen en te hebben gegeten, zetten Fionn en zijn zoon Oisin, de dichter, zich onder den boom tot een partij schaak. De oude Fionn, de nauwgezette, kreeg de betere positie en Oisin was juist voor nemens een bok te schieten, toen Dairmuid, de man daarboven, aandachtig het spel volgende en een betere zet ziende, een bes liet vallen, juist op het stuk, dat Oisin moest spelen, om zijn spel te redden. Toen stond de pan pas recht op het vuur, want de oude Fionn was verstandig en sluw en wraakgierig, en het kostte Dairmuid al zijn behendigheid, een goed heen komen te vinden. Op al zijn tochten door Erins groene dreven droeg de Fianna zijn schaakspellen met zich tot scherping van het vernuft tot verdrijving der verveling. De waarde en het aantal der schaak borden was buitengewoon, indien de oude sagen en vertellingen geloof verdienen. Er bestaat een beschrijving van de avonturen van een Schotsch-Gallischen prins, die kort na Comcil- le's tijd in Ierland kwam. „Waar zullen wij naar toe trekken?" vroeg zijn volk hem. „Wij gaan naar het land Vhn Eireann," gaf hij ten antwoord, „naar een van onze vrienden." Hy gaf order booten te maken. Zij trokken naar de kust en dit was de volgorde, waarin zij van de heuvels naar de zee trokken: Vijftig krijgs lieden, ieder gekleed in een van vijf vouwen voorzien karmozijnkleurig gewaad: twee dood dreigende speren in eike hand; een schild met een vergulden rand op den rug; een zwaard met gouden gevest aan den gordel; het goud gele haar om de schouders golvende. Zij wer den begeleid d°or hun vqftig echtgenooten, die ieder een groen kleed droegen, met zilver om zoomd en een ondergewaad, doorweven met roodgouden draden; doekspelden van goud, de insnijdingen bezet met veelkleurige edelsteenen; den hals getooid met snoeren van hel gepolijst goud, ieder een gouden diadeem op het hoofd dragende. De vijftig hen vergezellende dienaren droegen geel zijden tunica's. Iedere dienaar droeg op den rug een schaakbord met figuren van goud en zilver, terwijl ieder van hen in de linkerhand een bronzen harp droeg en met de rechter twee hazewinden leidde aan een zil veren ketting. Een andere oude sproke bevat de volgende passage: Cuchulain landde op het eiland en kwam aan een huis met wit-metalen pilaren. Daarin zag hij drie maal vijftig rustbedden, boven elk waarvan een schaakspel, een dam spel en een harp hingen. In het Book of Lismore komt volgende merk waardigheid voor: „Taatha de Danaan was ge komen om te zien naar een wedstrijd in het speerwerpen en bij die gelegenheid werd hem gebracht: een schaakspel voor ieder zes man, een damspel voor elke vijf, een timpan (harp) voor iedere tien, een eruit (ander soort tokkel- instrument) voor elke honderd en een bekwaam fluitspeler voor elke negen." Een oude wettelijke verhandeling uit dat tijd perk schreef de dagelijksche bezigheden van den koning, zeven in getal, als volgt voor: Zondag bier drinken, Maandag regelen wet telijke aangelegenheden ten behoeve van het volk, Dinsdag schaken, Woensdag toeschouwen bij de wedrennen der hazewindhonden, Don derdag allerlei vermaken, Vrijdag paardenren nen, Zaterdag uitoefening der rechtspraak. Koningen hadden in die dagen nog zoo'n slecht bestaan niet! Paarlen zijn tranen," zegt een oud spreek woord en wy vergeiyken de tranen met paarlen. Hoewel de paarlen slechts dienst doen als een sieraad en luxe zijn, schynt in derdaad eenig werkelijk verband tusschen deze twee te bestaan. Oude verhalen toch beweren, dat de paarlen ontstaan zyn uit dauw en licht en dat zy aan de godin der liefde gewyd zyn. Een halssnoer van paarlen» was het symbool van het huwelijksverbond. De Romeinen hecht ten zooveel waarde aan de paarlen, dat er bij de wet bepaald was, dat zulk een schat door erfenis in hetzelfde geslacht moest bewaard blijven en zoodoende nimmer in vreemde han den kon geraken. Servilia, de moeder van Brutus, kreeg een geschenk van paarlen, dat een waarde had van 1.200.000 gulden. In de zegekar van Pompejus prykten twee en dertig kronen van paarlen en Alexander Severus verbood zyn vrouw een paar prachtige, bijzonder groote paarlen te dragen, wanneer zij in het publiek kwam, daar hy de afgunst der Romeinsche vrouwen niet wilde opwekken. Cleopatra bezat twee paarlen, waarvan zy de eene, zooals bekend is, oploste om een wedden schap, die zij aangegaan had, te winnen. Zij had namelijk beweerd in één enkelen teug de waarde van een millioen te kunnen verzwelgen. De tweede paarl werd in tweeën gespleten, zoodat zij dienen kon om de ooren van het Ve- nusbeeld in het Pantheon te Rome te versieren. In Spanje heerscht over het algemeen een zeer groote weelde wat edelgesteenten betreft. Ook in de kerken zijn tallooze voorwerpen met paarlen versierd. De Madonna in de kerk te Guadeloupe heeft een kleed aan, dat geheel uit paarlen bestaat, de kanten zyn gemaakt van smaragden en robijnen. Wist u dat paarlen aan slijtage onderhevig zijn? Zelden bestaan ze langer dan honderd jaar. De glans verdwijnt langzamerhand en ze worden zeer bros. By een grafopening in Rome vond men eens de gebalsemde en kostbaar getooide lijken van een paar jonge meisjes. Alle kleinooden, die in het graf gevonden werden, waren onbeschadigd, alleen de paarlen braken onmiddeliyk, toen men ze aanraakte. In een Fransch wérk wordt door de markie zin Erequi vermeld, dat de familie Egmont een kostbaar paarlensnoer verscheidene eeuwen be waard heeft, doordat zy een stukje van den wortel van een esch in het kistje legde. Toen twee eeuwen later de schoone gravin Septimanië Egmont, een dochter uit het huis Richelien, het paarlensnoer op een feest aan het hof te Versailles droeg, hadden slechts, dank zy het stukje wortel, twee paarlen haar glans verloren. Een terp in de Wieringermeer Onder vorstelqke bruidsgeschenken speelt een halssnoer van paarlen nog altyd een belangryke rol. Zelden zal een vorsteiyke bruid het altaar naderen, zonder zich met zulk een sieraad ge tooid te hebben. Paarlen duidden vroeger den rang aan, dien '5

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 7