ROMANTISCHE INDRUK
De Wieringermeerpolder
Paarlen
EEN MODELFABRIEK
■■lllllllllllllilllllllllllllllllll mil
ZONDAG 19 APRIL 1936
'''iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
OUDE SAGEN EN SPROKEN
WÉfcftftÜG
HEMBRUG
EEN ECHTE WAPENSMIDSE
In de werkplaats, waar het geschut hersteld
en gemonteerd wordt aan de Hembrug, krijgt
men den romantischen indruk, zich te bevin
den in de echte wapensmidse. In alle andere
afdeelingen, waar de moderne speciaal-machines
draaien, of waar de pyrotechnische geheimen in
alle stilte voltrokken worden, heerscht de sfeer
Van een moderne, nijvere en door haar syste
matiek haast geluidlooze fabriek. Maar hier da
vert de voorhamer op het aambeeld, hier is heel
het luidruchtige en vroolijke geraas d'at een
smederij of constructie-werkplaats pleegt te
Vullen. Links en rechts, voor en achter, ja over
al staan de affuiten, caissonwagens, vuurmon
den in alle kalibers in de meest schilderachtige
elevaties. Daaromheen krioelt het smedenvolkje
met gloeiende klinknagels, met roodgloeiende
smeedstukken, met tangen en vijlen, met ha
mers en koevoeten, met meetlinialen en Engel-
sche sleutels.
Hier worden platen vernieuwd, steunijzers
rechtgebogen, profielijzers ter versterking opge-
lascht, schroefdraden gesneden, gaten geboord
en getapt. Alles wat van den troep terugkomt,
krijgt hier de rivisie. Maar het betreft natuur
lijk hoofdzakelijk het normale slijtage-werk, dat
de werkplaats onder oogen komt. Niet de mate-
tiaal-verwoestingen, die het gevechtsveld te
zien geeft en op welker reparatie de techniek
toch ook ingesteld dient te worden om straks
Paraat te zijn. Want hier geldt het principe, de
Hembrug uitsluitend de modelfabriek, waar de
verdere landelijke industrieën in de leer kunnen
gaan om te zien hoe het gebeuren moet.
Ril
WAMF*>
Overal staan de affuiten, caissonwagens, vuurmonden in alle kalibers in de meest schilderachtige elevaties
Om het verwoestingsbeeld van het gevechts
veld in heel klein bestek na te bootsen, zoo ver
telde onze geleider, heeft men tegen
eenige caissonwagens en oude affuiten, granaten
tot ontploffing gebracht. De schade, die
daardoor wordt toegebracht is zoo geheel an
ders, dan die welke de normale slijtage veroor
zaakt. Het blijkt dat de scheepswerven van
nature de beste werklieden hebben voor deze
Soort reparatie en ook de meeste ervaring. Trou
wens een schip dat na een aanvaring wordt
binnengesleept, vertoont soms averij, die het
oorlogsgeweld zeer nabij komt. In elk geval,
wordt op deze wijze ook op dit' gebied de ge-
heele Nederlandsche industrie voorbereid op
haar nationalen plicht in tijden van oorlog.
In aansluiting op deze herstel-werkplaats, be
vinden zich de fabrieksruimten waarin de
groote trekbanken staan opgesteld. Een projec
tiel uit een vuurmond afgeschoten was aanvan
kelijk n.l. kogelrond. Later maakte men het om
practische rendenen cylindervormig, met een
punt van voren. Maar wanneer een dergelijk
propectiel zonder meer uit een kanon zou wor
den afgeschoten, zou het zonderling buitelend
zijn weg vervolgen, om deze redenen laat men
het om zijn eigen lengte-as roteeren. Nu ligt
het stabiel in zijn baan en treft het doel ook
met de punt naar voren. Dit is noodig èn voor
het perforeeren van dit doel of het diep bin
nendringen in de te vernietigen massa, èn
voor de richtige werking van het ontstekings
mechanisme, dat in de punt is geconstrueerd.
Later maakte men het projectiel uit aero-dy-
namische overwegingen ook van achteren nog
ogiefvormig, zoodat het op een kleine Zeppelin
gaat gelijken.
Om dat projectiel nu om 'zijn lengte-as te
laten draaien, krijgt het in dea loop van den
vuurmond een draaiing. Tot dat doel heeft het
stuk van binnen kurketrekker-achtige groeven
(de z.g. „trekken"). Tusschen deze trekken ligt
de oorspronkelijk vlakke binnenwand van den
loop, deze vlakke deelen noemt men de „velden".
Rondom het stalen projectiel wordt een ring
geconstrueerd van zacht metaal, die iets grooter
is dan de binnenwandsche diameter van den
loop. Deze ring wordt dus tijdens het schot in
de „trekken" geperst, volgt deze trekken en
deelt op deze wijze zijn kurketrekker-draaiïng
aan het projectiel mede.
Op de trekbanken nu, worden deze groeven in
den kanonwand uitgestoken. Dit is een heel
precies en langzaam werkje. Telkens wordt er
een klein beetje metaal uitgekrast, totdat de
trekken de vereischte diepte hebben. Maar de
z.g. „spoed" van deze schroeflijn moet ook heel
precies zijn, anders zou het schot al zeer onzuiver
worden, zoo er al geen ongelukken zouden ge
beuren, voordat de granaat de monding zou
hebben verlaten. Zoo zien wij dus hier do zeld
zame combinatie van het precisie-instrument en
de „zwaar-industrie".
In alle détails wordt zooveel mogelijk de par
ticuliere industrie betrokken. Het geheele land is
er voor werkzaam en het is een staalkaart van
technologische aardrijkskunde, wanneer men
hoort uit welke deelen van ons vaderland de di
verse onderdeelen soms stammen, die tezamen
één verded'igings-apparaat vormen. Het is inte
ressant omdat 't zoo duidelijk demonstreert hoe
onze defensie langzamerhand 'n zaak geworden
is, die het geheele volk aangaat. Het kaste-idee
van den krijgsman is verdwenen. Hier verde
digt een geheel volk zichzelf en vertrouwt de
zuivere vaktechnische deelen toe aan een corps
van specialisten, die men vroeger officieren
noemde met een geheel ander begrip van zaken.
Annex aan de vervaardiging van affuiten en
caissonwagens is de fabriek voor transportmid
delen en voertuigen in alle afmetingen. Deze
centralisatie van een bedrijfsonderdeel, dat
vroeger in Delft zetelde, is een der staaltjes
van knappe organisatie. Hierdoor heeft
het staatsbedrijf een belangrijke bezuini
ging gevonden, die ons elders weer ten goede
komt. Want dit is het parool der Artillerie-in
richtingen: „voor het helaas zoo schaars toege
meten geld, de hoogste waarde te brengen!"
Daarop zijn allen uit, van den hoogstgeplaat-
sten ingenieur tot den eenvoudigsten opzichter.
Dit is oorzaak dat men zich binnen dit staats
bedrijf voelt als in een groote, moderne particu
liere fabriek. In de teekenkamers staan de ont
werpers over hun borden gebogen, in de labo
ratoria zijn de onderzoekers onverdroten bezig
met de materiaal-controle, in de ruime en lichte
werkruimte gonzen de machines en draaiban
ken. Overal wordt nauwlettend toegezien op vei
ligheid en hygiëne, zooveel mogelijk zijn de ge
bouwen omplant met groen, zelfs in de werk
plaatsen waar hiertoe maar even ruimte is,
staan bloemen en groen voor de ramen.
Het is een vreedzame aanblik, die natuurlijk
in scherpe tegenstelling is met het doel, dat
weten allen. Maar ook weten allen, dat het
alleen de bittere noodzaak is, dat het Neder
landsche volk verplicht op deze zaken nauw
lettend acht te geven. Rondom onze oase van
rust en vrede, kolkt de roerige wereld. Wanneer
de weg door Holland open ligt voor den indrin
ger, dan zal hij er meedoogenloos doorheenmar-
cheeren, teneinde de defensieve maatregelen van
den tegenstander te omzeilen. Nu reeds wikken
en wegen de buitenlandsche generale staven,
wat voor hen het voordeeligst zal zijn, een
stormloop op den zwaarverschansten vijand
rechtstreeks, of een omtrekkende beweging door
onze vreedzame comtreien. Nu reeds, per con
sequentie overweegt de bedreigde of het geen
aanbeveling dient den omtrekkenden indringer
reeds in ons land tot stilstand te brengen. Met
andere woorden, over ons land wordt reeds ge
dacht als het toekomstige tooneel van den
wereldstrijd die men in Europa verwacht.
Wij kunnen dat alleen voorkomen, door onze
defensie zóó te vervolmaken dat de indringer
met zekerheid te rekenen heeft op ernstigen
tegenstand en groote verliezen en vooral op
ernstige vertraging.
Draineerploeg, welke gebruikt werd na de drooglegging
„Vol verbeten overwinningswil stonden
zy onder de dreigende luchten en stoot
ten de spade in de klevende kluiten en
groeven, moeizaam, greppel na greppel."
(Uit „Littoria", door C. en M. Scharten
Antink)
WD moesten aan het merkwaardige boek
„Littoria" denken, toen wij dezer dagen
een bezoek brachten aan den Wieringer
meerpolder, dat prachtige cultureele werk in
ons eigen land. Hiervoor was geen ijzeren dic
tator noodig. Het ging minder pompeus. Er was
geen nationale zelfbedwelming met vaandels en
partij-symbolen. Er was hier geen Duce noodig,
die den bouw voorspelde en realiseerde van de
drie gemeenten, Littoria, Sabaudia en Pontinia.
Maar de drie gemeenten verrezen ook hier
uit de woeste klei, al klinken hun namen wat
minder zoetvloeiend: Slootdorp, Middenmeer en
Wieringerwerf.
V/ij lieten onze oogen dwalen over het uit
gestrekte vruchtbare land, dat onze waterbouw
kundigen aan de zee ontworstelden en wp be
dachten, toen wij het derde en nieuwste dorp
in den nieuwen polder naderden, dat hier ver
leden jaar om dezen tijd, nog geen steen ge
stapeld was! Wij deden het in de helft van den
tijd, zonder vertoon van macht en zelfver
trouwen.
Het is een vriendelijk dorp, dat de „cultuur
maatschappij", onder leiding van den bekwa
men architect A. D. van Eek, hier heeft laten
verrijzen. Het bevat circa honderd solide ge
bouwde arbeiderswoningen, goed van bouw en
gezellig van indeeling, vijf middenstandswonin
gen voor het opzichthoudend personeel, een
tiental winkelhuizen, een postkantoor, een tyde-
Hjk Raadhuis, een mooie moderne school en
binnenkort ook nog een gemeenschappelijk ver
gadergebouw, waarin voorshands de diverse ge
zindten bij toerbeurt hun godsdienst-oefenin
gen zullen kunnen houden.
Er bestaan reeds plannen voor een katholieke
kerk, maar aangezien men nog niet weet, welke
van de drie nieuwe dorpen definitief de hoofd
plaats van het pas verworven gewest zal wor
den, moet men met den bouw daarmede nog
even wachten.
Het derde dorp Wieringerwerf is thans reeds
administratief het hoofddorp. Door zijn zuiver
centrale ligging, is het daarvoor dan ook het
meest aangewezen.
Ten zuiden van het nieuwe dorp ligt een
kunstmatig opgeworpen terp, die men als
vluchtheuvel heeft bedoeld, bij onverhoopte
overstroomingen. Zooals de opzichter der cul
tuurmaatschappij, de heer H. A. Giesen, ons
mededeelde, had men aanvankelijk het nieuwe
dorp rondom dezen breeden vluchtheuvel wil
len bouwen. Maar de landbouwgrond was er te
zuur en toen heeft men het dorp een kilometer
meer Noordelijk gezet.
In de dorpen wonen de arbeiders, die werk
zaam zijn op de groote boerenbedrijven, welke
in exploitatie genomen zijn. De totale Wierin
germeerpolder beslaat ongeveer 20.000 bunder
en deze zijn verdeeld over 60 bedrijven, elk on
der een bedrijfsleider. Om die bedrijven, die zoo
ongeveer 3000 bunder per stuk groot zijn, te
bewerken, zijn dus veel nijvere armen noodig.
In tegenstelling met de Italiaansche droog
makerij, waar men den grond versnipperd heeft
in bedrijfjes van ongeveer 15 bunder per stuk,
kan hier de landbouw in grooter stijl worden
beoefend.
Zooals de deskundige opzichter ons mede
deelde, stelt onze nieuwe grond niet teleur. De
oogst 1935 bracht reeds 2800 bunder tarwe op,
met 50 zak per bunder (d.i. ongeveer 4000 k.g.),
verder bracht hy 950 bunder haver op met 4500
kilo het bunder; 1400 bunder gerst, met 50 zak
per bunder en 350 Hectare koolzaad, met 30
Hectoliter per Hectare. Ook werd er een proef-
kavel suikerbieten in bewerking genomen van
20 bunder, die 40.000 kilo per bunder opleverde,
prachtige bieten met een veelal hooger dan
normaal suikergehalte.
Dat zijn uitkomsten, die het Hollandsche hart
met trots mogen vervullen. Dat alles werd be
reikt met echt vaderlandsch flegma door boe
ren die uit alle provinciën stammen. Zeeuwen
zijn er, Friezen, Gelderschen en Noord- en
Zuid-Hollanders, ook Grönnigers en landbou
wers uit Zeeuwsch-Vlaanderen. Zeer weinigen
daarentegen uit Utrecht en Limburg.
Vijf hoofd-officieren leiden onzen landbouw-
de edellieden bekleedden: de graaf had negen,
de baron zeven paarlen in zijn kroon,
veldslag, één voor de administratie, één voor de
drainage, één voor ex- en transport, één voor
het transport van hooi, graan en stroo en
één voor de zoetwater-infiltratie.
In het eerste dorp „Slootdorp" wonen reeds
120 gezinnen, in het tweede dorp „Middenmeer"
130 gezinnen en in het jongste, dat staat op de
plaats, waar een jaar geleden nog de eenzame
klei-voren naar den gezichtseinder samen
liepen, in „Wieringerwerf", thans reeds 108 ge
zinnen!
De dagelijksche bezigheden der koningen
voor eeuwen her
Ter staving van de bewering over de eeu
wen-, eeuwenoude afstamming van het
edelste spel, het spel der spelen, het scha
ken, beoefend over bijna gansch de wereld, die-
ne de hierna volgende bloemlezing van eenige
oude historische of legendarische vertellingen.
Er is geen behoorlijke verklaring te geven aan
gaande de komst van het schaakspel in de
westersche landen. De oude romans zijn vol van
verwijzingen naar het spel, interessant op zich
zelf, maar incidenteel en broksgewijs, ons in het
onwetende latende omtrent dé regels van het
spel, als omtrent de vraag of het overeenkomst
vertoonde met ons hedendaagsch schaakspel,
of wel dat het met vieren of drieën gespeeld
werd, zooals dat ongeveer een eeuw geleden ook
nog in ons land placht te geschieden. De pre
sident van de Colmcille Chess Club te Dublin
heeft in een merkwaardig opstel in British
Chess Magazine eenige oude Iersche verhalen
meegedeeld, die niet zullen nalaten schakers
en zelfs ook niet-schakers te interesseeren.
In de Tain Bo Chuailgne eerste eeuw vóór
Christus lezen wij: „Dit was de wijze, waar
op koning Conchubhar zijn tijd besteedde, se
dert hij het bestuur dér provincie op zich had
genomen. Hij verdeelde den dag in drie deelen.
Het eerste deel besteedde hij aan het opper
toezicht op de militaire en balwerpspelen der
adellijke jongelingen. Het tweede deel ging ver
loren aan de beoefening van het dam- en
schaakspel. En het laatste deel aan eten en
drinken, totdat dé slaap het gezelschap beving,
zich middelerwijl onderhoudend met kenners
van muziek of andere vermaken. Toen des ko-
nings neef, Cuchulain, zijn oom voor de eerste
maal bezocht op Emhain Macha, kwam hij
tegen enkele van de edellieden van het hof
in het nadeel en in zijn woede daarover wierp
hij het schaakspel, waaraan de koning en zijn
eerste minister Fergus Mac Roich een partij
speelden, omver en dit was natuurlijk oorzaak
van minder aangename dingen.
In een andere vertelling uit heidensche tij
den wordt medegedeeld hoe Midir, de Da Da-
naanman van Bri Leith. neiging opvatte voor
Etain, de gemalin van den Opperkoning Eochaid
Aireamh van Tara; hoe hij met dezen schaak
speelde om de koningin en déze van hem won
door een schitterende partij.
Het volgende gesprek ontspon zich tusschen
den Opperkoning en Midir:
„Hoe is uw naam?" vroeg Eochaid.
„Niet schitterend! Midir van Bri Leith," ant
woordde Midir.
„Wat voert u hierheen?" vroeg Eochaid
verder.
„Ik kom hier om schaak met u te spelen,"
gaf Midir ten antwoord.
„Ik ben een sterk schaakspeler," zei Eochaid.
„Dat zou ik wel eens willen onderzoeken,"
repliceerde Midir.
„De Koningin slaapt," zei Eochaid, „en het
Smeden met gloeiende klinknagels, met roodgloeiende smeedstukken, met tangen
en vijlen, met hamers en koevoeten
huis waarin het schaakbord zich bevindt, is
haar eigendom."
„Ik heb een eigen schaakspel bij mij, dat
stellig niet minder goed is dan het uwe, heer
koning," antwoordde Midir.
En dat was de waarheid. Hij had een zilveren
schaakbord met gouden stukken, overal ver
sierd met kostbare steenen en pionnen van ge
slagen metaal van Credhumba, Zij geraakten
slaags en zoo geviel het, dat de Opperkoning
werd geslagen en ondanks zijn opsnijderij zijn
koningin verloor.
En dan is er de geschiedenis in den beroem
den roman van Diarmuid en Grainne derde
eeuw na Christus, nog in den tijd van het
heidendom. Diarmuid O' Duibne, vluchtende
voor de wraakzucht van Fionn, had een schuil
plaats gezocht in een vruchtboom. Maar Fionn
en zijn Fianna vervolgden hem en het toeval
wilde, dat zij kampeerden onder denzelfden
boom. Na zich te hebben gewasschen en te
hebben gegeten, zetten Fionn en zijn zoon
Oisin, de dichter, zich onder den boom tot een
partij schaak. De oude Fionn, de nauwgezette,
kreeg de betere positie en Oisin was juist voor
nemens een bok te schieten, toen Dairmuid, de
man daarboven, aandachtig het spel volgende
en een betere zet ziende, een bes liet vallen,
juist op het stuk, dat Oisin moest spelen, om
zijn spel te redden. Toen stond de pan pas
recht op het vuur, want de oude Fionn was
verstandig en sluw en wraakgierig, en het kostte
Dairmuid al zijn behendigheid, een goed heen
komen te vinden.
Op al zijn tochten door Erins groene dreven
droeg de Fianna zijn schaakspellen met zich tot
scherping van het vernuft tot verdrijving der
verveling. De waarde en het aantal der schaak
borden was buitengewoon, indien de oude sagen
en vertellingen geloof verdienen. Er bestaat
een beschrijving van de avonturen van een
Schotsch-Gallischen prins, die kort na Comcil-
le's tijd in Ierland kwam. „Waar zullen wij
naar toe trekken?" vroeg zijn volk hem. „Wij
gaan naar het land Vhn Eireann," gaf hij ten
antwoord, „naar een van onze vrienden." Hy
gaf order booten te maken. Zij trokken naar
de kust en dit was de volgorde, waarin zij van
de heuvels naar de zee trokken: Vijftig krijgs
lieden, ieder gekleed in een van vijf vouwen
voorzien karmozijnkleurig gewaad: twee dood
dreigende speren in eike hand; een schild met
een vergulden rand op den rug; een zwaard
met gouden gevest aan den gordel; het goud
gele haar om de schouders golvende. Zij wer
den begeleid d°or hun vqftig echtgenooten, die
ieder een groen kleed droegen, met zilver om
zoomd en een ondergewaad, doorweven met
roodgouden draden; doekspelden van goud, de
insnijdingen bezet met veelkleurige edelsteenen;
den hals getooid met snoeren van hel gepolijst
goud, ieder een gouden diadeem op het hoofd
dragende. De vijftig hen vergezellende dienaren
droegen geel zijden tunica's. Iedere dienaar
droeg op den rug een schaakbord met figuren
van goud en zilver, terwijl ieder van hen in de
linkerhand een bronzen harp droeg en met de
rechter twee hazewinden leidde aan een zil
veren ketting.
Een andere oude sproke bevat de volgende
passage: Cuchulain landde op het eiland en
kwam aan een huis met wit-metalen pilaren.
Daarin zag hij drie maal vijftig rustbedden,
boven elk waarvan een schaakspel, een dam
spel en een harp hingen.
In het Book of Lismore komt volgende merk
waardigheid voor: „Taatha de Danaan was ge
komen om te zien naar een wedstrijd in het
speerwerpen en bij die gelegenheid werd hem
gebracht: een schaakspel voor ieder zes man,
een damspel voor elke vijf, een timpan (harp)
voor iedere tien, een eruit (ander soort tokkel-
instrument) voor elke honderd en een bekwaam
fluitspeler voor elke negen."
Een oude wettelijke verhandeling uit dat tijd
perk schreef de dagelijksche bezigheden van
den koning, zeven in getal, als volgt voor:
Zondag bier drinken, Maandag regelen wet
telijke aangelegenheden ten behoeve van het
volk, Dinsdag schaken, Woensdag toeschouwen
bij de wedrennen der hazewindhonden, Don
derdag allerlei vermaken, Vrijdag paardenren
nen, Zaterdag uitoefening der rechtspraak.
Koningen hadden in die dagen nog zoo'n
slecht bestaan niet!
Paarlen zijn tranen," zegt een oud spreek
woord en wy vergeiyken de tranen met
paarlen. Hoewel de paarlen slechts dienst
doen als een sieraad en luxe zijn, schynt in
derdaad eenig werkelijk verband tusschen deze
twee te bestaan. Oude verhalen toch beweren,
dat de paarlen ontstaan zyn uit dauw en licht
en dat zy aan de godin der liefde gewyd zyn.
Een halssnoer van paarlen» was het symbool
van het huwelijksverbond. De Romeinen hecht
ten zooveel waarde aan de paarlen, dat er bij
de wet bepaald was, dat zulk een schat door
erfenis in hetzelfde geslacht moest bewaard
blijven en zoodoende nimmer in vreemde han
den kon geraken.
Servilia, de moeder van Brutus, kreeg een
geschenk van paarlen, dat een waarde had van
1.200.000 gulden. In de zegekar van Pompejus
prykten twee en dertig kronen van paarlen en
Alexander Severus verbood zyn vrouw een paar
prachtige, bijzonder groote paarlen te dragen,
wanneer zij in het publiek kwam, daar hy de
afgunst der Romeinsche vrouwen niet wilde
opwekken.
Cleopatra bezat twee paarlen, waarvan zy de
eene, zooals bekend is, oploste om een wedden
schap, die zij aangegaan had, te winnen. Zij
had namelijk beweerd in één enkelen teug de
waarde van een millioen te kunnen verzwelgen.
De tweede paarl werd in tweeën gespleten,
zoodat zij dienen kon om de ooren van het Ve-
nusbeeld in het Pantheon te Rome te versieren.
In Spanje heerscht over het algemeen een
zeer groote weelde wat edelgesteenten betreft.
Ook in de kerken zijn tallooze voorwerpen met
paarlen versierd. De Madonna in de kerk te
Guadeloupe heeft een kleed aan, dat geheel uit
paarlen bestaat, de kanten zyn gemaakt van
smaragden en robijnen.
Wist u dat paarlen aan slijtage onderhevig
zijn? Zelden bestaan ze langer dan honderd
jaar. De glans verdwijnt langzamerhand en ze
worden zeer bros.
By een grafopening in Rome vond men eens
de gebalsemde en kostbaar getooide lijken van
een paar jonge meisjes.
Alle kleinooden, die in het graf gevonden
werden, waren onbeschadigd, alleen de paarlen
braken onmiddeliyk, toen men ze aanraakte.
In een Fransch wérk wordt door de markie
zin Erequi vermeld, dat de familie Egmont een
kostbaar paarlensnoer verscheidene eeuwen be
waard heeft, doordat zy een stukje van den
wortel van een esch in het kistje legde.
Toen twee eeuwen later de schoone gravin
Septimanië Egmont, een dochter uit het huis
Richelien, het paarlensnoer op een feest aan
het hof te Versailles droeg, hadden slechts, dank
zy het stukje wortel, twee paarlen haar glans
verloren.
Een terp in de Wieringermeer
Onder vorstelqke bruidsgeschenken speelt een
halssnoer van paarlen nog altyd een belangryke
rol. Zelden zal een vorsteiyke bruid het altaar
naderen, zonder zich met zulk een sieraad ge
tooid te hebben.
Paarlen duidden vroeger den rang aan, dien
'5