Over Ned. ondernemingsgeest
I
Engeland op kosten gejaagd
B
EEN UNICUM IN DEN
SCHEEPSBOUW
VIJFTIG JAAR VERKADE
VREDE DOOR MACHT
GENEESKUNDIGE RADIO
DIENST AAN BOORD
ZATERDAG 25 APRIL 1936
Drie tewaterlatingen op één dag
voor de Koninklijke Shell
Matthieu Wiegman
Een sprookje van beschuit en
biscuits, bonbons, toffees,
chocolade en waxine
lichtjes
Gedenkteeken koningin
Emma
Onthulling op 4 Juni in Den Haag
Nog een gedenkteeken
BUIT EN LAN DSC H OVERZICHT
Viruly vraagt ontslag
als officier-vlieger
Wel bereid andere staatsdiensten
te verrichten
De pest op Java
Het aantal dooden tot 67 gestegen
DE LEERDAM WERKT NOG
Logische paradoxen
.AA*
WERKLOOZENKAMP VOOR
KATHOLIEKEN
Het zal te Sambeek gesticht
worden
DEVIEZENSMOKKELAAR5
VEROORDEELD
DE VESTIGINGSWET
Voor kappersbedrijf vrijwel
zonder beteekenis
Een door de Italiaansche regeering
erkende dienst onder eere
presidium van Marconi
LUCHTVAART-INSTITUUT
OPGERICHT
Centrale school voor luchtvaart
vakken te Utrecht
NEDERLANDER UITGEWEZEN
Hij zou de hakenkruisvlag
niet gegroet hebben
A. H. en J. A. E. Verkade
Toen op 7 Maart j.l. voor rekening van de
„Koninklijke Shell" twee tankschepen te
Rotterdam en Amsterdam tegelijk van stapel
liepen, schreven wij, dat dit ongetwijfeld als
een bijzonderheid mocht worden beschouwd,
omdat het in ons land nog nimmer was
voorgekomen, dat voor denzelfden opdracht
gever twee schepen op denzelfden dag in
hun element gingen.
Vandaag is dit unicum al weer in de scha
duw gesteld, want voor de „Koninklijke
Shell", die, zooals bekend, in Nederland een
uitgebreid vlootbouw-programma in uitvoe
ring heeft, werden niet minder dan drie
tankers met een totale tonnage van 30.000
ton draagvermogen te water gelaten.
Bij de Ned. Scheepsbouw Mij. te Amsterdam
'iep het 12.100-tons motortankschip „Miralda"
van stapel.
Be stapelloop van den 9100 ton metenden Shell-
tanker „Erinna" vond plaats te Vlissingen van
üe werf der Kon. Mij. „De Schelde".
Be derde Shell-tanker, de „Elusa", eveneens
bret een draagvermogen van 9100 ton, werd te
water gelaten bij Wilton Feyenoord te Schie
dam. Hier geschiedde de tewaterlating in het
Sroote bouwdok van genoemde scheepswerf,
zoodat van een stapelloop geen sprake kon zijn.
Be „Elusa" werd zonder eenige ceremonie aan
haar element toevertrouwd.
Met inbegrip van deze drie tankers zijn in de
kfgeloopen vier maanden voor rekening der
„Koninklijke Shell" niet minder dan negen zee
schepen met een totaal draagvermogen van
bijna 70.000 ton in ons land te water gelaten,
terwijl inmiddels reeds een drietal proefvaarten
van afgebouwde tankers heeft plaats gevonden.
Eind April en medio Mei zullen wederom twee
Sereed gekomen Shell-tankschepen proefvaren
en het ligt voor de hand, dat dit alles in onze
Scheepsbouwindustrie groote bedrijvigheid heeft
gebracht, die tot ver in 1937 zal voortduren.
Indien één Nederlandsch fabri
kaat zich in ons volksleven heeft in
geburgerd dan zeker wel dat, het
welk het merk der Zaansche Ver-
kadefabrieken draagt. Binnen een
halve eeuw hebben ondernemings
zin, doorzettingsvermogen en kun
de dit bereikt. 2 Mei bestaan de
Zaansche Verkadefabrieken vijftig
jaar.
2 Mei 1886 werd de nu zoo grootsche onder
neming opgericht. De heer E. G. Verkade Sr.,
oliefabrikant aan de Zaan, was gedwongen de
bakens in het zakenleven te verzetten en te
midden eener hevige crisis, die vele zaken ten
gronde deed gaan, stichtte hij een bescheiden
broodfabriek om een artikel van dagelijksch
verbruik te gaan leveren. Brood zouden de
menschen immers altijd blijven eten.
Gestaald door tegenslagen tweemaal had
hij zijn zaken zien kwijnen, begon de ruim vijf
tig-Jarige een hem geheel vreemd bedrijf.
2 Mei 1886, 't was op een Zondagavond, werd
de „Stoomfabriek de Ruyter" te Zaandam ge
opend.
Zijn oudste zoon, een even ondernemend
mensch, de heer E. G. Verkade Jr., behaalde
te Londen zijn diploma en verwierf bovendien
op nauwelijks 20-jarigen leeftijd de medaille
der City and Guild of the London Institute.
De jonge deskundige zoon kwam vader bij
staan, technische veranderingen werden aan
gebracht en beiden vulden elkaar op voortref
felijke wijze aan.
De oude heer had voor zijn kinderen de fa
briek gesticht en hij was overtuigd te zullen
slagen. Het prima brood der fabriek De Ruy
ter vond zijn weg en weldra zou de beschuit,
in de lange blikken verpakking, eenzelfden weg
van succes volgen. Het was iets geheel nieuws
en zoowel de groote als de kleine tafelbe
schuitjes vonden enormen aftrek. De fiere rui
ter te paard met zijn trompet in de hand was
een kunstzinnig fabrieksmerk en later zouden
de fabrikanten ook op ander gebied toonen
dat zij nijverheid en kunstzin wisten te doen
samengaan.
Ineens was de fabriek ver uitgegaan buiten
de plaatselijke beteekenis. En bij de beschuit
kwam weldra de koek. Verkade's in karton
verpakte honingkoek vond mede veel aftrek
door geheel Nederland.
De zoons volgden het voetspoor van hun va
der. Arnold Hendrik Verkade had zich, even
als zijn oudste broer Ericus, reeds op jeugdi
gen leeftijd naar het buitenland begeven en
zich in een Schotsche bakkerij en beschuit
fabriek bekwaamd, waarna hij in Amerika zijn
zakenkennis verruimde. Thuis gekomen van
zijn omzwervingen werd A. H. Verkade met de
leiding der beschuitfabriek belast, terwijl zijn
oudste broer zich meer uit de technische lei
ding terugtrok om zich meer met den verkoop
te kunnen bezighouden, en zijn commercieele
en industrieele talenten te kunnen ontplooien.
Het personeel groeide aan. De eerste tien
jaren wierp de onderneming geen winst af,
maar toch werden zooveel doenlijk de arbeids
voorwaarden verbeterd en het venten met
brood op Zondag werd afgeschaft, wisselploe
gen maakten aan den doorloopenden nacht
arbeid een einde.
Het tien-jarig bestaan werd in Carré te Am
sterdam feestelijk gevierd. Toen gaf de stich
ter zijn bedrijf aan zijn „jongens" over. Maar
de ruim 60-jarige richtte toen voor zijn der
den zoon uit het zoo talrijke gezin, n.i. Johan
Anton Eduard Verkade, die evenals zijn broers
zijn technische opleiding in Engeland had ge
noten, een Waxinelichtfabriek der firma E. G.
Verkade en Zoon te Amsterdam op. De kaar
sen verdwenen wel, maar de thee- en nacht
lichtjes waren welkom bij de huisvrouwen. Ook
deze zaken breidden zich uit en werden in 1900
naar Zaandam overgebracht.
De drie broers werkten nu te Zaandam te-
Matthieu Wiegman, wiens portret men hier
boven vindt afgedrukt, is een der meest be
kende en meest bekwame katholieke kunst
schilders van de richting die men nog steeds
geneigd is de „moderne" te noemen. De bin
nenkort vijftig jaar wordende kunstenaar werd
Wel eens ingedeeld bij de school van Berger,
öat was die groep van afwisselend te Amster
dam en te Bergen (N.H.) werkende beelden
de kunstenaars, wier werk tijdens den grooten
Wereldoorlog en misschien al kort daarvoor,
merkwaardige veranderingen onderging. Zij
keerden zich nadrukkelijk af van het Impres
sionisme en volgden een heel ander vormbe-
6tip. Z'ij vereenvoudigden en deformeerden,
Waar hun dit in het schilderij noodzakelijk
scheen en zij maakten de kleur boeiender, min
der op het uiterlijke gericht. Zij gingen veel
synthetischer, meer romantisch samenvattend
te werk dan de analyseerende impressionisten.
Stelen van hen en Matthieu Wiegman in 't bij
Zonder, lieten zich daarbij inspireeren door
'oorbeeld van den grooten Franschen kunste
naar Cézanne.
Matthieu Wiegman is, evenals zijn broer
Biet Wiegman, een der talentvolste vertegen
woordigers van zijn generatie, al heeft hij dan
Wel eens schilderijen gemaakt waarmee we
°hs minder konden vereenigen. Hij is overtuigd
katholiek en een zeer religieuze natuur, die
de artistieke zaken niet anders kan zien dan
'h een groot geestelijk verband. Zijn werk is
Ook neg immer in vollen groei; deze vijftig
jarige heeft zijn laatste woord zeker nog niet
besproken en we mogen nog veel van hem
vfrwaehten, vooral voor de katholieke reli
Steuze kunst. Zijn muurschilderingen in de
Rozenkranskerk aan de Obrechtstraat te Am-
sterdam hebben de aandacht van talloozen ge-
'rokken en zij zijn „veelomstreden", wat reeds
"t'Wijst dat zij iets beteekenen. In de laatste
Jaren werkt Wiegman ook veel in Limburg,
Waar hij o.a. gebrandschilderd glas maakt,
terder noemen wij vooral zijn Man Job, de
Bzediking van den H. Willibrordus, zijn Laat
ste Avondmaal, zijn Portret van den dichter
Roland Holst, zijn landschappen uit Bre-
tegne en zijn voortreffelijke stillevens en
teoemstukken. Wanneer hij op zijn best is,
beeft zijn kleur een vollen, rijpen goud-toon
en de vormen worden meegevoerd in een warm
é'an.
Door zijn menschlievendheid heeft Matthieu
Wiegman zich vele vrienden gemaakt in de
kunstenaarskringen van ons land, maar ook in
frankrijk, waar hij herhaaldelijk en langdurig
yerbieef. Er valt dan ook niet aan te twijfe
len of er zal bij zijn jubileum groote belang
stelling zijn. Zoowel vriendschap als bewonde-
*'hg komen dezen harden werker, een der bes
tem die op de bres staan voor het edelste on-
Zsr cultuur, volop toe.
Het comité „Gedenkteeken H. M. de Ko
ningin-Moeder" te Den Haag, deelt mede, dat
de onthulling van het gedenkteeken thans defi
nitief is bepaald op 4 Juni a.s. te half drie uur.
Het stemt het comité tot groote dankbaarheid,
hieraan te kunnen toevoegen, dat H. M. de
Koningin en H. K. H. Prinses Juliana het voor
nemen hebben, persoonlijk bij de onthulling te
genwoordig te zijn, alsmede dat H. M. goedgun
stig heeft willen toestaan, dat uit Hare, na het
overlijden van Hare Koninklijke Moeder, op
31 Maart 1934 gehouden radio-rede eenige
strofen aan de achterzijde van het gedenkteeken
worden aangebracht.
In een hedenmorgen gehouden persconferentie
met den gemeentesecretaris van Soest, den heer
J. Batenburg, werd ons medegedeeld, dat er
plannen bestaan om in Soest een gedenk
teeken op te richten voor wijlen H. M. de
Koningin-Moeder.
Het initiatief van den heer Batenburg is door
een vijftal plaatselijke vereenigingen enthou
siast overgenomen. Het is de bedoeling, dat het
gedenkteeken in het plantsoen aan de Toren -
straat naast de Herv. kerk zal verrijzen. Een
en ander zal zeker de volle instemming hebben
van de ingezetenen, daar de Koningin-Moeder
altijd veel belangstelling voor de gemeente Soest
en haar ingezetenen heeft getoond.
zamen tot in 1906 de oudste, Ericus, door den
heer Waller, toentertijd directeur der Ned.
Gist- en Spiritusfabriek te Delft, aangezocht
werd om als mededirecteur op te treden. Voor
de Zaansche fabrieken was dit heengaan een
zware slag, doch de heeren A. H. en J. A. E.
Verkade moesten zich bij het onvermijdelijke
neerleggen. De hechte grondslagen waren in
middels gelegd en de roemrijke periode der
expansie afgesloten.
Tot op den huidigen dag zijn de Verkade-
fabrieken een familievennootschap gebleven. De
oude heer Verkade, die in 1907 stierf, heeft de
voldoening gesmaakt zijn werk groot te zien
worden van blijvende waarde voor zijn nako
melingschap. Vijf jongere Verkade's, klein
zoons van den stichter, bekleeden alreeds lei
dende functies in de fabrieken.
Onafgebroken zette de lijn der expansie zich
voort en nog vóór den oorlog werd buiten het
produceeren van brood, beschuit en waxine-
lichten ook de biscuitfabricage ter hand ge
nomen. De groote biscuitfabriek kwam in 1916
gereed maar kon door gebrek aan grondstoffen
tijdens den oorlog niet aanstonds zoo functio-
neeren als -thans. Nu staan de Verkade-biscuit
fabrieken vooraan! Waarbij nog de fabricatie
van bonbons, toffees en chocolade is gekomen.
Uitbreiding op uitbreiding volgde. Eigenaar
dig is aan te stippen dat de eerste grondpijler
der onderneming, de broodfabriek, moest worden
opgegeven toen de sociale wetgeving den bak-
kersnachtarbeid verbood. Maar het bedrijf pas
te zich aan: de vrijgekomen fabrieksruimte
werd ingericht voor suikerwerken, bonbons,
toffees en chocolade.
Het complex der Verkadefabrieken heeft een
internationale vermaardheid bekomen en uit
binnen- zoowel als buitenland kwamen hooge
bezoekers de fabrieken bezichtigen. Zoo herin
neren wij ons een bezoek onzer Koninklijke
Familie aan deze fabrieken.
Nieuwe wegen zijn ingeslagen: de oude deug
delijkheid is behouden: betrouwbare kwaliteit,
hygiënische behandeling en verpakking, lage
Een kijkje op een deel der Verkadefabrieken te Zaandam
De commandant-vlieger van de K.L.M., A.
Viruly, reserve-officier-vlieger van de militaire
luchtvaartafdeeling, heeft een brief aan Minis
ter Colijn geschreven, waarin hij verklaart mili
tairen dienst te zullen weigeren, wanneer hij
daartoe mocht worden opgeroepen. Deze brief
kwam niet geheel onverwacht, want reeds in
October van het vorige jaar heeft vlieger Viruly
een artikel geschreven waarin hij zijn pacifis
tisch standpunt demonstreerde. Dat artikel werd
enkele maanden later gevolgd door een her
roeping op bevel der militaire autoriteiten.
Thans is de heer Viruly op zijn eerst-ingenomen
standpunt teruggekeerd en heeft hij de con
sequenties er uit getrokken: hij heeft ontslag
als reserve-officier-vlieger gevraagd, onder be
reidverklaring andere staatsdiensten daarvoor in
de plaats te doen.
DJOKJAKARTA, 25 April (Aneta). Het
aantal dooden tengevolge van longpest in het
Wonosarische bedraagt thans 67. Nog ruim 90
personen bevinden zich in isolatie.
De nieuwgebouwde pestbarak in de dessa
Logandeng, waar zich een pesthaard bevind,
is heden betrokken.
De bewindvoerders van de N.V. Glasfabriek
Leerdam hebben besloten, het bedrijf de vol
gende week op gang te houden. Over verdere
voortzetting zal nader worden beslist.
De tijden, waarin Ramsay MacDonald als
Britsch premier en met hem de Britsche
regeering zich overgaven aan zoete ont
wapeningsillusies, zijn voorbij. De ontwape
ningsconferentie, zoo fraai ingezet met ontroe
rende en hooggestemde redevoeringen van
sprekers, die meenden, dat nu het idyllische
tijdperk zou gaan aanbreken, waarin leeuw en
lam als zwaar bevriende schoothondjes naast
elkaar zouden gaan leven, werd een jammer
lijke mislukking, al gaf Engeland zich ook alle
moeite om ervan te redden, wat er maar gered
kon worden. Het gelukte zelfs niet den schijn
te redden en dat wil wat zeggen, want in het
redden van den schijn heeft Engeland mis
schien een grootere bedrevenheid en ervaring
dan andere landen. Het algemeene pacifistische
denken vond toentertijd een sterke stimulans
in den economischen nood, die tot bezuiniging
dwong en het maken van bewapeningskosten
deed voorkomen als een bijna misdadige aan
slag op de tot een angstwekkend minimum ge
slonken volks„welvaart". In wel zeer korten tijd
heeft de Britsche regeering evenals de andere
regeeringen, die het met haar verlangen naar
moreele en daadwerkelijke ontwapening ern
stig leken te meenen, haar denkwijze moeten
herzien onder den pijnlijken druk der geheele
gewijzigde omstandigheden. Principieel staat
de Engelsche regeering nog steeds op het stand
punt, dat een algemeene ontwapening het vre-
desideaal het best zou dienen, maar zij heeft
leeren inzien, dat, zoolang dit ideaal niet ver
wezenlijkt kan worden, het voortgaan met be
wapeningsverminderingen bü wijze van het ge
ven van het goede voorbeeld buitengewoon ge
vaarlijk zou kunnen worden zoowel voor het
instandhouden van het Britsche imperium zelf
als van den wereldvrede in het algemeen. Velen
vragen zich tegenwoordig zelfs af, of het niet
juist aan de militaire verzwakking van Groot-
Brittannië op idealistisch voorgedragen ontwa-
peningsgronden te wijten is, dat thans zulk een
hoogst précaire toestand is ontstaan, waarin
het collectieve veiligheidssysteem dreigt schip
breuk te leiden en vrijwel alle mogendheden
zonder uitzondering haar militaire krachten
met koortsachtigen ijver trachten op te voeren.
Zou Italië het hebben durven bestaan Enge
land zóó te trotseeren gelijk het thans doet, in
dien het Britsche Rijk nog had beschikt over
het gevreesde prestige van zijn geweldige we
reldmacht? Zouden de verdragen zoo licht
vaardig geschonden zijn en zou de Volkenbond
zoo „en bagatelle" zijn behandeld, indien een
tot de tanden gewapend Engeland zich daar
tegen krachtdadig zou hebben verzet? Verge
leken bij andere groote mogendheden heeft
Groot-Brittannië echter (Zijn bewapening en
militaire macht betrekkelijk ernstig verwaar
loosd, en daardoor zichzelf de mogelijkheid
ontnomen een meer krachtige en dwingende
politiek te voeren. Dat gaat nu evenwei anders
worden. In een uitvoerig witboek heeft de
Britsche regeering zijn defensie-plannen in
groote lijnen uiteengezet en gemotiveerd met dé
overweging, dat nu Duitschland zich snel weer
opwerkt tot een militaire mogendheid van den
allereersten rang, nu de ontwapeningsleuze een
practisch tvaardelooze phase is gebleken, en het
collectieve veiligheidsstelsel te weinig rugge-
graat bezit om zich onwankelbaar staande te
houden, Engeland zijn plichten tegenover zich
zelf en de wereld zou verzekeren, indien het nog
langer van bewapeningsvermindering zou blijven
droomen.
De oude Verkadefabriek van 1886
prijzen en groote koopmanschap gaan met
vakkunde tezamen. En wie heeft niet in zijn
gezin een dier wondermooie Verkade's albums,
die op zoo kunstzinnige wijze want de beste
kunstenaars werkten mede reclame maken
voor een goed product? Trouwens van meet-af
aan heeft „Verkade" kunstzin in de reclame
gebracht en daardoor mede den stoot gegeven
tot verbetering en meerdere verzorging van
het reclamewezen.
Verkade's fabrieken werken, in weerwil der
tijdsomstandigheden, op volle capaciteit en
men is er zelfs in geslaagd het debiet voor
sommige artikelen nog aanzienlijk uit te brei
den. De tweede helft der eeuw zal worden in
gezet met den bouw van een nieuwe chocolade
fabriek waarvoor dezer dagen de eerste steen
wordt gelegd.
Na zes moeizame crisisjaren van aanpassing
staat het Zaansche bedrijf ongeschokt. Massa
ontslagen kwamen niet voor, de loonen wer
den op beperkte schaal verlaagd en de oude
dag is voor allen verzekerd. De nieuwe fabriek
wordt uit eigen middelen betaald.
Is dit een op zich zelf staand geval? De hee
ren Verkade ontkennen het ten stelligste. Het
Nederlandsche bedrijfsleven beschikt nog over
tal van dergelijke gezonde kernen, die ons volk
in dezen tijd zoo'n groot economisch weer
standsvermogen verschaffen.
Daarom geven we deze geschiedenis van
Verkade want ze is tevens een leerzaam stukje
historie van en voor ons Nederlandsch be
drijfsleven.
Naar we vernemen zal des Zaterdagsmiddags
tusschen 3.30 en 5 uur een receptie worden ge
houden in de recreatiezaal der biscuitfabriek,
gelegen aan de Valkstraat te Zaandam.
gen opbloei en de kwaal der werkloosheid wordt
daardoor slechts in schijn en tijdelijk genezen.
Het leven boven zijn inkomen heeft zijn gren
zen en kan op den duur tot een volkomen fi-
nantieele en economische débacle leiden. Bei
de mogendheden sleepen de anderen „contre
coeur" mee. Zelfs de Scandinavische landen,
waar de socialisten de regeeringsverantwoorde-
lijkheid dragen, zijn aan het herbewapenen ge
slagen. Waar dit alles op uit moet draaien, is
moeilijk mét zekerheid te zeggen. Het bewape-
ningsverminderingsvoorbeeld van Engeland
heeft niet tot navolging geprikkeld, integendeel.
Misschien dat het bewapeningsvoorbeeld, dat
Engeland thans geeft, den meest principieelen en
verwoeden bewapenaars straks het inzicht zal
bijbrengen, dat zij economisch en financieel te
kortademig zijn om het tegen het Britsche im
perium in dit opzicht te kunnen volhouden en
eieren in plaats van kanonnen voor hun steeds
schaarscher en waardeloozer geld zullen gaan
kiezen. Het is echter ook mogelijk, dat tenge
volge van de economisch ruïneuze bewapenings
politiek sommigen dol zullen worden en va-
banque zullen gaan spelen, omdat zij toch niets
meer te verliezen en met geweld misschien nog
iets te winnen zouden hebben. In dat geval zou
Oswald Spengler wel eens gelijk kunnen krij
gen met zijn pessimistische visie op een aan
staande „Untergang des Abendlandes".
ewapenen om uiteindelijk te komen tot
een algemeene ontwapening, het verster
ken van de macht om uiteindelijk met die
macht het recht te kunnen verdedigen tegen
de aanslagen van het meer en meer opgeld
doende onrecht van de macht, dat zijn de leu
zen, welke Engeland thans tot de zijne heeft
gemaakt. Hoe paradoxaal zij ook mogen klinken,
haar juistheid wordt maar al te zeer bewezen
door de gedragingen van Hitler en Mussolini.
Hitler door de herbewapening van Duitschland,
het wederinvoeren van den dienstplicht, de op
zegging en schending van het Locarnopact en
de remilitarisatie van de Rijnzóne Mussolini
door zijn in strijd met de Volkenbondsbeginse
len doorgezette expansie-politiek in Abessinië,
waardoor de Britsche positie en belangen in de
Middellandsche Zee en op de verbindingswegen
naar Indië in gevaar worden gebracht, hebben
Engeland op hooge bewapeningskosten gejaagd,
en de kanselier van de schatkist, NeTille Cham
berlain, die eerst het Engelsche volk had ver
blijdt met belastingverlaging' en een niet on
aardig batig saldo op de Britsche begrooting,
ziet zich thans genoodzaakt in verband met de
defensie-plannen, het Britsche volk op nieuwe
belastingen te tracteeren.
De Engelschen vinden dat natuurlijk heel on
aangenaam, maar, aï had Chamberlain mis
schien andere middelen kunnen vinden om
aan het voor de defensie benoodigde geld te
komen dan het voorstellen van een verhooging
van de inkomstenbelasting en de vooral in de
oogen van het theeverzwelgende Engelsche volk
zoo buitengewoon antipathieke theebelasting,
ergens moet het geld toch vandaan komen.
Duitschland en Italië, welke beide economisch
en finantieel in zorgwekkenden toestand ver-
keeren, voeren niettemin hun militaire onkos
ten steeds meer op om hun politiek te kunnen
doorzetten. Het industrieele leven ondervindt
daardoor een bedrieglijken, want kunstmati-
Naar wü vernemen, zal eerlang te Sambeek
een jeugdwerkloozenkamp voor katholieken
worden ingericht. Het kamp zal slechts be
stemd worden voor jongens, die er vanwege de
reclasseering geplaatst worden. Het ligt in het
voornemen het kamp voor vijf jaar te stich
ten. De raad der gemeente heeft intusschen
reeds besloten grond voor den bouw van ba
rakken op het voormalige rijksradioterrein
kosteloos beschikbaar te stellen. De leiding van
dit jeugdkamp zal in handen worden gelegd
van de Kruisvaarders van St. Jan.
Voor de groote strafkamer te Düsseldorf
hebben wegens diverse smokkelarijen terecht
gestaan de gebroeders J, B. en B. B. uit Venlo
en de Duitscher H. S.
De Strafkamer veroordeelde J. B. tot negen
maanden gevangenisstraf en 21.500 mark boe
te, H. S. tot acht maanden gevangenisstraf en
20.500 mark boete en B. B. tót zes maanden
gevangenisstraf en 22.000 mark boete. Voorts
werden alle drie verdachten veroordeeld tot
het betalen eener gezamenlijke geldboete van
24.000 mark. Een ;n beslag genomen vracht
auto werd verbeurd verklaard.
De Bedrijfsraad voor het Kappersbedrijf heeft
een adres gezonden aan de Tweede Kamer in
verband met het ontwerp-Vestigingswet.
De bedrijfsraad is van oordeel, dat dit wets
ontwerp, in verband met de zeer bijzondere
positie, welke het kappersbedrijf inneemt, voor
dit bedrijf als vrijwel zonder beteekenis moet
worden beschouwd. Het ontwerp zal derhalve
moeten worden aangevuld met bijzondere bepa
lingen, op het kappersbedrijf betrekking heb
bende.
Onze Rom. correspondent schrijft:
De geneeskundige verzorging aan boord van
zeeschepen, die reeds zulke groote vorderingen
gemaakt heeft sinds den. nog niet zoo lang
verleden tijd, toen de groote passagiersschepen
in hun reclame-prospectis plachten te ver
melden: „dokter en melkgevende koe aan
boord" kan op een belangrijken vooruitgang
wijzen door de inrichting van het Italiaansche
Centro Internazionale Radio-Medico, gewoon
lijk kortweg CIRM genoemd.
Onder het eere-presidium van Marconi is
n.l. door eenige Romeinsche geneeskundigen,
waaronder onze landgenoot dr. A. Dubinsky,
een dienst in het leven geroepen voor de ver
leening van geneeskundige hulp per radio aan
schepelingen op zee en deze dienst, door den
Staat erkend, kan niet alleen over de Italiaan
sche radiostations beschikken, maar ook. zoo
noodig, over motorbooten en zelfs over vlieg
tuigen.
Veertien Italiaansche kuststations, die bij
den dienst betrokken zijn, nemen de aanvragen
van de schepen op en leiden ze naar het bu
reau van het „Centro", dat terstond het advies
van den in aanmerking komenden consulent
inwint en het langs denzelfden weg terugseint.
Op deze wijze kan 't „Centro" met het schip in
verbinding blijven en het „geval" vervolgen tot
aan de genezing of, zoo noodig, de opname in
een ziekenhuis, die, zooals gezegd werd, des
noods door middel van een vliegtuig kan ge
schieden.
Het Centro, dat reeds sedert een jaar werkt,
heeft in dien tijd een dertigtal gevallen be
handeld en in enkele daarvan kan men zeg
gen, dat het behoud van den patiënt aan de
zen dienst te danken was.
Schepen van de meest verschillende natio
naliteit hebben de hulp van het Centro inge
roepen, die door de belangelooze medewerking
der eonsuleerende specialisten en door de me
dewerking van de staatsdiensten geheel koste
loos verleend kan worden.
Deze dienst, die blijkens het groote aantal
der aanvragen, door de scheepvaart zeer op
prijs wordt gesteld, verdient ook in het bui
tenland bekend te worden en navolging te vin
den.
Een internationale samenwerking op dit ge
bied ligt voor de hand en 'zou de medische
hulpverleening aanzienlijk kunnen vergemak
kelijken. Men denke bijv. aan de mogelijkheid
van een unificatie van de zoog. medicijnkast,
die elk schip mede voert, maar waarvan het
model in alle landen verschillend is.
Eenheid op dit gebied zou ten gevolge heb
ben, dat de per radio geraadpleegde arts zon
der verdere navraag precies weet, welke ge
neesmiddelen er aan boord zijn. Bovendien zou
een' internationale samenwerking nieuwe me
thoden kunnen invoeren en bestudeeren, die de
hulpverleening aan zieke schepelingen ten
goede komen.
Het Italiaansche „Centro", dat onder direc
tie staat van prof. Guido Guiöa te Rome,
heeft in elk geval reeds nu een groote perfec
tie bereikt en voorziet uitstekend in de be
hoeften van de schepen, die geen dokter aan
boord hebben.
Onder den naam Nederlandsch Luchtvaart
Instituut is te Utrecht opgericht een centrale
school voor het onderwijs in alle vakken dei-
luchtvaart en radio-telegrafie, zooals die be-
noodigd zijn voor de militaire en civiele lucht
vaartbedrijven en radiodiensten en waarvoor
voor een deel Rijks- en andere algemeen er
kende diploma's zijn vastgesteld.
De directie van het Nederlandsch Luchtvaart
Instituut zal gevormd worden door de beide
promotors van het plan, luitenant E. Visch, lui
tenant-vlieger te Soesterberg en chef ven den
meteorologischen dienst der L.V.A., en den heer
W. Broertjes, directeur van het Amsterdam-
sche Radio-instituut en oud-leeraar aan de zee
vaartschool en M.T.S. te Amsterdam. Deze di
rectie wordt bijgestaan door een college van
advies, onder voorzitterschap van den kolonel
van den generalen staf P. W. Bost, comman
dant der luchtvaartafdeeling', waarin zitting
hebben genomen generaal C. J. Snijders de
heer H. Walaardt Saere, ouT;-kolonel en alge
meen secretaris der Kon. Ned. Ver. voor lucht
vaart, dr. ir. E. B. Wolff, directeur van den
Rijksstudiedienst voor de luchtvaart; kapitein
ter-zee K. van Aller, commandant van het mi
litaire vliegkamp „De Kooy"; dr. H. G. Canne-
gieter, adjunct-directeur van het Kon. Ned.
Meteorologisch Instituut te De Belt; jhr. J. L.
van den Berch van Heemstede, onder-voorzitter
van de Kon. Ned. Ver. voor Luchtvaart; C.
Kolff, voorzitter van de Nationale Luchtvaart-
school en van de Rotterdamsche Aeroclub; H.
G. Hammacher, directeur van de N.V. Utrecln-
sche Prov. Bank; de Officier van gezondheid
J. E. Brouwer, chef van den vliegmedischen
dienst der L.V.A. en de oud-kapitein der genie
L. F. Liera, chef van den radiodienst der L.V.A.
Hét instituut zal uitsluitend „grondopleiding"
geven en zal naar de meening der deskundigen
voorzien in een groote behoefte, aangezien een
systematische opleiding voor verschillende
luchtvaartbetrekkingen, gecentraliseerd bij één
school, in Nederland tot nog toe niet bestaat,
hoewel enkele middelbare scholen cursussen in
sommige luchtvaartvakken geven. Teneinde het
onderwijs aan het instituut gelijken tred te
doen houden met de eischen van de praktijk,
zijn verscheidene leerkrachten gekozen uit hen,
die werkzaam zijn in de luchtvaart of voort
durend met de praktijk daarvan in aanraking
komen.
Reuter bericht uit Warschau, dat de Neder
lander Boelsen, die reeds 17 jaar te Dantzig
woonde, uit Dantzig uitgewezen is, omdat hij
geweigerd zou hebben, op te staan, toen ia een
nazi-vergadering de hakenkruisvlag binnenge
dragen werd.