Over Ned. ondernemingsgeest I Engeland op kosten gejaagd B EEN UNICUM IN DEN SCHEEPSBOUW VIJFTIG JAAR VERKADE VREDE DOOR MACHT GENEESKUNDIGE RADIO DIENST AAN BOORD ZATERDAG 25 APRIL 1936 Drie tewaterlatingen op één dag voor de Koninklijke Shell Matthieu Wiegman Een sprookje van beschuit en biscuits, bonbons, toffees, chocolade en waxine lichtjes Gedenkteeken koningin Emma Onthulling op 4 Juni in Den Haag Nog een gedenkteeken BUIT EN LAN DSC H OVERZICHT Viruly vraagt ontslag als officier-vlieger Wel bereid andere staatsdiensten te verrichten De pest op Java Het aantal dooden tot 67 gestegen DE LEERDAM WERKT NOG Logische paradoxen .AA* WERKLOOZENKAMP VOOR KATHOLIEKEN Het zal te Sambeek gesticht worden DEVIEZENSMOKKELAAR5 VEROORDEELD DE VESTIGINGSWET Voor kappersbedrijf vrijwel zonder beteekenis Een door de Italiaansche regeering erkende dienst onder eere presidium van Marconi LUCHTVAART-INSTITUUT OPGERICHT Centrale school voor luchtvaart vakken te Utrecht NEDERLANDER UITGEWEZEN Hij zou de hakenkruisvlag niet gegroet hebben A. H. en J. A. E. Verkade Toen op 7 Maart j.l. voor rekening van de „Koninklijke Shell" twee tankschepen te Rotterdam en Amsterdam tegelijk van stapel liepen, schreven wij, dat dit ongetwijfeld als een bijzonderheid mocht worden beschouwd, omdat het in ons land nog nimmer was voorgekomen, dat voor denzelfden opdracht gever twee schepen op denzelfden dag in hun element gingen. Vandaag is dit unicum al weer in de scha duw gesteld, want voor de „Koninklijke Shell", die, zooals bekend, in Nederland een uitgebreid vlootbouw-programma in uitvoe ring heeft, werden niet minder dan drie tankers met een totale tonnage van 30.000 ton draagvermogen te water gelaten. Bij de Ned. Scheepsbouw Mij. te Amsterdam 'iep het 12.100-tons motortankschip „Miralda" van stapel. Be stapelloop van den 9100 ton metenden Shell- tanker „Erinna" vond plaats te Vlissingen van üe werf der Kon. Mij. „De Schelde". Be derde Shell-tanker, de „Elusa", eveneens bret een draagvermogen van 9100 ton, werd te water gelaten bij Wilton Feyenoord te Schie dam. Hier geschiedde de tewaterlating in het Sroote bouwdok van genoemde scheepswerf, zoodat van een stapelloop geen sprake kon zijn. Be „Elusa" werd zonder eenige ceremonie aan haar element toevertrouwd. Met inbegrip van deze drie tankers zijn in de kfgeloopen vier maanden voor rekening der „Koninklijke Shell" niet minder dan negen zee schepen met een totaal draagvermogen van bijna 70.000 ton in ons land te water gelaten, terwijl inmiddels reeds een drietal proefvaarten van afgebouwde tankers heeft plaats gevonden. Eind April en medio Mei zullen wederom twee Sereed gekomen Shell-tankschepen proefvaren en het ligt voor de hand, dat dit alles in onze Scheepsbouwindustrie groote bedrijvigheid heeft gebracht, die tot ver in 1937 zal voortduren. Indien één Nederlandsch fabri kaat zich in ons volksleven heeft in geburgerd dan zeker wel dat, het welk het merk der Zaansche Ver- kadefabrieken draagt. Binnen een halve eeuw hebben ondernemings zin, doorzettingsvermogen en kun de dit bereikt. 2 Mei bestaan de Zaansche Verkadefabrieken vijftig jaar. 2 Mei 1886 werd de nu zoo grootsche onder neming opgericht. De heer E. G. Verkade Sr., oliefabrikant aan de Zaan, was gedwongen de bakens in het zakenleven te verzetten en te midden eener hevige crisis, die vele zaken ten gronde deed gaan, stichtte hij een bescheiden broodfabriek om een artikel van dagelijksch verbruik te gaan leveren. Brood zouden de menschen immers altijd blijven eten. Gestaald door tegenslagen tweemaal had hij zijn zaken zien kwijnen, begon de ruim vijf tig-Jarige een hem geheel vreemd bedrijf. 2 Mei 1886, 't was op een Zondagavond, werd de „Stoomfabriek de Ruyter" te Zaandam ge opend. Zijn oudste zoon, een even ondernemend mensch, de heer E. G. Verkade Jr., behaalde te Londen zijn diploma en verwierf bovendien op nauwelijks 20-jarigen leeftijd de medaille der City and Guild of the London Institute. De jonge deskundige zoon kwam vader bij staan, technische veranderingen werden aan gebracht en beiden vulden elkaar op voortref felijke wijze aan. De oude heer had voor zijn kinderen de fa briek gesticht en hij was overtuigd te zullen slagen. Het prima brood der fabriek De Ruy ter vond zijn weg en weldra zou de beschuit, in de lange blikken verpakking, eenzelfden weg van succes volgen. Het was iets geheel nieuws en zoowel de groote als de kleine tafelbe schuitjes vonden enormen aftrek. De fiere rui ter te paard met zijn trompet in de hand was een kunstzinnig fabrieksmerk en later zouden de fabrikanten ook op ander gebied toonen dat zij nijverheid en kunstzin wisten te doen samengaan. Ineens was de fabriek ver uitgegaan buiten de plaatselijke beteekenis. En bij de beschuit kwam weldra de koek. Verkade's in karton verpakte honingkoek vond mede veel aftrek door geheel Nederland. De zoons volgden het voetspoor van hun va der. Arnold Hendrik Verkade had zich, even als zijn oudste broer Ericus, reeds op jeugdi gen leeftijd naar het buitenland begeven en zich in een Schotsche bakkerij en beschuit fabriek bekwaamd, waarna hij in Amerika zijn zakenkennis verruimde. Thuis gekomen van zijn omzwervingen werd A. H. Verkade met de leiding der beschuitfabriek belast, terwijl zijn oudste broer zich meer uit de technische lei ding terugtrok om zich meer met den verkoop te kunnen bezighouden, en zijn commercieele en industrieele talenten te kunnen ontplooien. Het personeel groeide aan. De eerste tien jaren wierp de onderneming geen winst af, maar toch werden zooveel doenlijk de arbeids voorwaarden verbeterd en het venten met brood op Zondag werd afgeschaft, wisselploe gen maakten aan den doorloopenden nacht arbeid een einde. Het tien-jarig bestaan werd in Carré te Am sterdam feestelijk gevierd. Toen gaf de stich ter zijn bedrijf aan zijn „jongens" over. Maar de ruim 60-jarige richtte toen voor zijn der den zoon uit het zoo talrijke gezin, n.i. Johan Anton Eduard Verkade, die evenals zijn broers zijn technische opleiding in Engeland had ge noten, een Waxinelichtfabriek der firma E. G. Verkade en Zoon te Amsterdam op. De kaar sen verdwenen wel, maar de thee- en nacht lichtjes waren welkom bij de huisvrouwen. Ook deze zaken breidden zich uit en werden in 1900 naar Zaandam overgebracht. De drie broers werkten nu te Zaandam te- Matthieu Wiegman, wiens portret men hier boven vindt afgedrukt, is een der meest be kende en meest bekwame katholieke kunst schilders van de richting die men nog steeds geneigd is de „moderne" te noemen. De bin nenkort vijftig jaar wordende kunstenaar werd Wel eens ingedeeld bij de school van Berger, öat was die groep van afwisselend te Amster dam en te Bergen (N.H.) werkende beelden de kunstenaars, wier werk tijdens den grooten Wereldoorlog en misschien al kort daarvoor, merkwaardige veranderingen onderging. Zij keerden zich nadrukkelijk af van het Impres sionisme en volgden een heel ander vormbe- 6tip. Z'ij vereenvoudigden en deformeerden, Waar hun dit in het schilderij noodzakelijk scheen en zij maakten de kleur boeiender, min der op het uiterlijke gericht. Zij gingen veel synthetischer, meer romantisch samenvattend te werk dan de analyseerende impressionisten. Stelen van hen en Matthieu Wiegman in 't bij Zonder, lieten zich daarbij inspireeren door 'oorbeeld van den grooten Franschen kunste naar Cézanne. Matthieu Wiegman is, evenals zijn broer Biet Wiegman, een der talentvolste vertegen woordigers van zijn generatie, al heeft hij dan Wel eens schilderijen gemaakt waarmee we °hs minder konden vereenigen. Hij is overtuigd katholiek en een zeer religieuze natuur, die de artistieke zaken niet anders kan zien dan 'h een groot geestelijk verband. Zijn werk is Ook neg immer in vollen groei; deze vijftig jarige heeft zijn laatste woord zeker nog niet besproken en we mogen nog veel van hem vfrwaehten, vooral voor de katholieke reli Steuze kunst. Zijn muurschilderingen in de Rozenkranskerk aan de Obrechtstraat te Am- sterdam hebben de aandacht van talloozen ge- 'rokken en zij zijn „veelomstreden", wat reeds "t'Wijst dat zij iets beteekenen. In de laatste Jaren werkt Wiegman ook veel in Limburg, Waar hij o.a. gebrandschilderd glas maakt, terder noemen wij vooral zijn Man Job, de Bzediking van den H. Willibrordus, zijn Laat ste Avondmaal, zijn Portret van den dichter Roland Holst, zijn landschappen uit Bre- tegne en zijn voortreffelijke stillevens en teoemstukken. Wanneer hij op zijn best is, beeft zijn kleur een vollen, rijpen goud-toon en de vormen worden meegevoerd in een warm é'an. Door zijn menschlievendheid heeft Matthieu Wiegman zich vele vrienden gemaakt in de kunstenaarskringen van ons land, maar ook in frankrijk, waar hij herhaaldelijk en langdurig yerbieef. Er valt dan ook niet aan te twijfe len of er zal bij zijn jubileum groote belang stelling zijn. Zoowel vriendschap als bewonde- *'hg komen dezen harden werker, een der bes tem die op de bres staan voor het edelste on- Zsr cultuur, volop toe. Het comité „Gedenkteeken H. M. de Ko ningin-Moeder" te Den Haag, deelt mede, dat de onthulling van het gedenkteeken thans defi nitief is bepaald op 4 Juni a.s. te half drie uur. Het stemt het comité tot groote dankbaarheid, hieraan te kunnen toevoegen, dat H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana het voor nemen hebben, persoonlijk bij de onthulling te genwoordig te zijn, alsmede dat H. M. goedgun stig heeft willen toestaan, dat uit Hare, na het overlijden van Hare Koninklijke Moeder, op 31 Maart 1934 gehouden radio-rede eenige strofen aan de achterzijde van het gedenkteeken worden aangebracht. In een hedenmorgen gehouden persconferentie met den gemeentesecretaris van Soest, den heer J. Batenburg, werd ons medegedeeld, dat er plannen bestaan om in Soest een gedenk teeken op te richten voor wijlen H. M. de Koningin-Moeder. Het initiatief van den heer Batenburg is door een vijftal plaatselijke vereenigingen enthou siast overgenomen. Het is de bedoeling, dat het gedenkteeken in het plantsoen aan de Toren - straat naast de Herv. kerk zal verrijzen. Een en ander zal zeker de volle instemming hebben van de ingezetenen, daar de Koningin-Moeder altijd veel belangstelling voor de gemeente Soest en haar ingezetenen heeft getoond. zamen tot in 1906 de oudste, Ericus, door den heer Waller, toentertijd directeur der Ned. Gist- en Spiritusfabriek te Delft, aangezocht werd om als mededirecteur op te treden. Voor de Zaansche fabrieken was dit heengaan een zware slag, doch de heeren A. H. en J. A. E. Verkade moesten zich bij het onvermijdelijke neerleggen. De hechte grondslagen waren in middels gelegd en de roemrijke periode der expansie afgesloten. Tot op den huidigen dag zijn de Verkade- fabrieken een familievennootschap gebleven. De oude heer Verkade, die in 1907 stierf, heeft de voldoening gesmaakt zijn werk groot te zien worden van blijvende waarde voor zijn nako melingschap. Vijf jongere Verkade's, klein zoons van den stichter, bekleeden alreeds lei dende functies in de fabrieken. Onafgebroken zette de lijn der expansie zich voort en nog vóór den oorlog werd buiten het produceeren van brood, beschuit en waxine- lichten ook de biscuitfabricage ter hand ge nomen. De groote biscuitfabriek kwam in 1916 gereed maar kon door gebrek aan grondstoffen tijdens den oorlog niet aanstonds zoo functio- neeren als -thans. Nu staan de Verkade-biscuit fabrieken vooraan! Waarbij nog de fabricatie van bonbons, toffees en chocolade is gekomen. Uitbreiding op uitbreiding volgde. Eigenaar dig is aan te stippen dat de eerste grondpijler der onderneming, de broodfabriek, moest worden opgegeven toen de sociale wetgeving den bak- kersnachtarbeid verbood. Maar het bedrijf pas te zich aan: de vrijgekomen fabrieksruimte werd ingericht voor suikerwerken, bonbons, toffees en chocolade. Het complex der Verkadefabrieken heeft een internationale vermaardheid bekomen en uit binnen- zoowel als buitenland kwamen hooge bezoekers de fabrieken bezichtigen. Zoo herin neren wij ons een bezoek onzer Koninklijke Familie aan deze fabrieken. Nieuwe wegen zijn ingeslagen: de oude deug delijkheid is behouden: betrouwbare kwaliteit, hygiënische behandeling en verpakking, lage Een kijkje op een deel der Verkadefabrieken te Zaandam De commandant-vlieger van de K.L.M., A. Viruly, reserve-officier-vlieger van de militaire luchtvaartafdeeling, heeft een brief aan Minis ter Colijn geschreven, waarin hij verklaart mili tairen dienst te zullen weigeren, wanneer hij daartoe mocht worden opgeroepen. Deze brief kwam niet geheel onverwacht, want reeds in October van het vorige jaar heeft vlieger Viruly een artikel geschreven waarin hij zijn pacifis tisch standpunt demonstreerde. Dat artikel werd enkele maanden later gevolgd door een her roeping op bevel der militaire autoriteiten. Thans is de heer Viruly op zijn eerst-ingenomen standpunt teruggekeerd en heeft hij de con sequenties er uit getrokken: hij heeft ontslag als reserve-officier-vlieger gevraagd, onder be reidverklaring andere staatsdiensten daarvoor in de plaats te doen. DJOKJAKARTA, 25 April (Aneta). Het aantal dooden tengevolge van longpest in het Wonosarische bedraagt thans 67. Nog ruim 90 personen bevinden zich in isolatie. De nieuwgebouwde pestbarak in de dessa Logandeng, waar zich een pesthaard bevind, is heden betrokken. De bewindvoerders van de N.V. Glasfabriek Leerdam hebben besloten, het bedrijf de vol gende week op gang te houden. Over verdere voortzetting zal nader worden beslist. De tijden, waarin Ramsay MacDonald als Britsch premier en met hem de Britsche regeering zich overgaven aan zoete ont wapeningsillusies, zijn voorbij. De ontwape ningsconferentie, zoo fraai ingezet met ontroe rende en hooggestemde redevoeringen van sprekers, die meenden, dat nu het idyllische tijdperk zou gaan aanbreken, waarin leeuw en lam als zwaar bevriende schoothondjes naast elkaar zouden gaan leven, werd een jammer lijke mislukking, al gaf Engeland zich ook alle moeite om ervan te redden, wat er maar gered kon worden. Het gelukte zelfs niet den schijn te redden en dat wil wat zeggen, want in het redden van den schijn heeft Engeland mis schien een grootere bedrevenheid en ervaring dan andere landen. Het algemeene pacifistische denken vond toentertijd een sterke stimulans in den economischen nood, die tot bezuiniging dwong en het maken van bewapeningskosten deed voorkomen als een bijna misdadige aan slag op de tot een angstwekkend minimum ge slonken volks„welvaart". In wel zeer korten tijd heeft de Britsche regeering evenals de andere regeeringen, die het met haar verlangen naar moreele en daadwerkelijke ontwapening ern stig leken te meenen, haar denkwijze moeten herzien onder den pijnlijken druk der geheele gewijzigde omstandigheden. Principieel staat de Engelsche regeering nog steeds op het stand punt, dat een algemeene ontwapening het vre- desideaal het best zou dienen, maar zij heeft leeren inzien, dat, zoolang dit ideaal niet ver wezenlijkt kan worden, het voortgaan met be wapeningsverminderingen bü wijze van het ge ven van het goede voorbeeld buitengewoon ge vaarlijk zou kunnen worden zoowel voor het instandhouden van het Britsche imperium zelf als van den wereldvrede in het algemeen. Velen vragen zich tegenwoordig zelfs af, of het niet juist aan de militaire verzwakking van Groot- Brittannië op idealistisch voorgedragen ontwa- peningsgronden te wijten is, dat thans zulk een hoogst précaire toestand is ontstaan, waarin het collectieve veiligheidssysteem dreigt schip breuk te leiden en vrijwel alle mogendheden zonder uitzondering haar militaire krachten met koortsachtigen ijver trachten op te voeren. Zou Italië het hebben durven bestaan Enge land zóó te trotseeren gelijk het thans doet, in dien het Britsche Rijk nog had beschikt over het gevreesde prestige van zijn geweldige we reldmacht? Zouden de verdragen zoo licht vaardig geschonden zijn en zou de Volkenbond zoo „en bagatelle" zijn behandeld, indien een tot de tanden gewapend Engeland zich daar tegen krachtdadig zou hebben verzet? Verge leken bij andere groote mogendheden heeft Groot-Brittannië echter (Zijn bewapening en militaire macht betrekkelijk ernstig verwaar loosd, en daardoor zichzelf de mogelijkheid ontnomen een meer krachtige en dwingende politiek te voeren. Dat gaat nu evenwei anders worden. In een uitvoerig witboek heeft de Britsche regeering zijn defensie-plannen in groote lijnen uiteengezet en gemotiveerd met dé overweging, dat nu Duitschland zich snel weer opwerkt tot een militaire mogendheid van den allereersten rang, nu de ontwapeningsleuze een practisch tvaardelooze phase is gebleken, en het collectieve veiligheidsstelsel te weinig rugge- graat bezit om zich onwankelbaar staande te houden, Engeland zijn plichten tegenover zich zelf en de wereld zou verzekeren, indien het nog langer van bewapeningsvermindering zou blijven droomen. De oude Verkadefabriek van 1886 prijzen en groote koopmanschap gaan met vakkunde tezamen. En wie heeft niet in zijn gezin een dier wondermooie Verkade's albums, die op zoo kunstzinnige wijze want de beste kunstenaars werkten mede reclame maken voor een goed product? Trouwens van meet-af aan heeft „Verkade" kunstzin in de reclame gebracht en daardoor mede den stoot gegeven tot verbetering en meerdere verzorging van het reclamewezen. Verkade's fabrieken werken, in weerwil der tijdsomstandigheden, op volle capaciteit en men is er zelfs in geslaagd het debiet voor sommige artikelen nog aanzienlijk uit te brei den. De tweede helft der eeuw zal worden in gezet met den bouw van een nieuwe chocolade fabriek waarvoor dezer dagen de eerste steen wordt gelegd. Na zes moeizame crisisjaren van aanpassing staat het Zaansche bedrijf ongeschokt. Massa ontslagen kwamen niet voor, de loonen wer den op beperkte schaal verlaagd en de oude dag is voor allen verzekerd. De nieuwe fabriek wordt uit eigen middelen betaald. Is dit een op zich zelf staand geval? De hee ren Verkade ontkennen het ten stelligste. Het Nederlandsche bedrijfsleven beschikt nog over tal van dergelijke gezonde kernen, die ons volk in dezen tijd zoo'n groot economisch weer standsvermogen verschaffen. Daarom geven we deze geschiedenis van Verkade want ze is tevens een leerzaam stukje historie van en voor ons Nederlandsch be drijfsleven. Naar we vernemen zal des Zaterdagsmiddags tusschen 3.30 en 5 uur een receptie worden ge houden in de recreatiezaal der biscuitfabriek, gelegen aan de Valkstraat te Zaandam. gen opbloei en de kwaal der werkloosheid wordt daardoor slechts in schijn en tijdelijk genezen. Het leven boven zijn inkomen heeft zijn gren zen en kan op den duur tot een volkomen fi- nantieele en economische débacle leiden. Bei de mogendheden sleepen de anderen „contre coeur" mee. Zelfs de Scandinavische landen, waar de socialisten de regeeringsverantwoorde- lijkheid dragen, zijn aan het herbewapenen ge slagen. Waar dit alles op uit moet draaien, is moeilijk mét zekerheid te zeggen. Het bewape- ningsverminderingsvoorbeeld van Engeland heeft niet tot navolging geprikkeld, integendeel. Misschien dat het bewapeningsvoorbeeld, dat Engeland thans geeft, den meest principieelen en verwoeden bewapenaars straks het inzicht zal bijbrengen, dat zij economisch en financieel te kortademig zijn om het tegen het Britsche im perium in dit opzicht te kunnen volhouden en eieren in plaats van kanonnen voor hun steeds schaarscher en waardeloozer geld zullen gaan kiezen. Het is echter ook mogelijk, dat tenge volge van de economisch ruïneuze bewapenings politiek sommigen dol zullen worden en va- banque zullen gaan spelen, omdat zij toch niets meer te verliezen en met geweld misschien nog iets te winnen zouden hebben. In dat geval zou Oswald Spengler wel eens gelijk kunnen krij gen met zijn pessimistische visie op een aan staande „Untergang des Abendlandes". ewapenen om uiteindelijk te komen tot een algemeene ontwapening, het verster ken van de macht om uiteindelijk met die macht het recht te kunnen verdedigen tegen de aanslagen van het meer en meer opgeld doende onrecht van de macht, dat zijn de leu zen, welke Engeland thans tot de zijne heeft gemaakt. Hoe paradoxaal zij ook mogen klinken, haar juistheid wordt maar al te zeer bewezen door de gedragingen van Hitler en Mussolini. Hitler door de herbewapening van Duitschland, het wederinvoeren van den dienstplicht, de op zegging en schending van het Locarnopact en de remilitarisatie van de Rijnzóne Mussolini door zijn in strijd met de Volkenbondsbeginse len doorgezette expansie-politiek in Abessinië, waardoor de Britsche positie en belangen in de Middellandsche Zee en op de verbindingswegen naar Indië in gevaar worden gebracht, hebben Engeland op hooge bewapeningskosten gejaagd, en de kanselier van de schatkist, NeTille Cham berlain, die eerst het Engelsche volk had ver blijdt met belastingverlaging' en een niet on aardig batig saldo op de Britsche begrooting, ziet zich thans genoodzaakt in verband met de defensie-plannen, het Britsche volk op nieuwe belastingen te tracteeren. De Engelschen vinden dat natuurlijk heel on aangenaam, maar, aï had Chamberlain mis schien andere middelen kunnen vinden om aan het voor de defensie benoodigde geld te komen dan het voorstellen van een verhooging van de inkomstenbelasting en de vooral in de oogen van het theeverzwelgende Engelsche volk zoo buitengewoon antipathieke theebelasting, ergens moet het geld toch vandaan komen. Duitschland en Italië, welke beide economisch en finantieel in zorgwekkenden toestand ver- keeren, voeren niettemin hun militaire onkos ten steeds meer op om hun politiek te kunnen doorzetten. Het industrieele leven ondervindt daardoor een bedrieglijken, want kunstmati- Naar wü vernemen, zal eerlang te Sambeek een jeugdwerkloozenkamp voor katholieken worden ingericht. Het kamp zal slechts be stemd worden voor jongens, die er vanwege de reclasseering geplaatst worden. Het ligt in het voornemen het kamp voor vijf jaar te stich ten. De raad der gemeente heeft intusschen reeds besloten grond voor den bouw van ba rakken op het voormalige rijksradioterrein kosteloos beschikbaar te stellen. De leiding van dit jeugdkamp zal in handen worden gelegd van de Kruisvaarders van St. Jan. Voor de groote strafkamer te Düsseldorf hebben wegens diverse smokkelarijen terecht gestaan de gebroeders J, B. en B. B. uit Venlo en de Duitscher H. S. De Strafkamer veroordeelde J. B. tot negen maanden gevangenisstraf en 21.500 mark boe te, H. S. tot acht maanden gevangenisstraf en 20.500 mark boete en B. B. tót zes maanden gevangenisstraf en 22.000 mark boete. Voorts werden alle drie verdachten veroordeeld tot het betalen eener gezamenlijke geldboete van 24.000 mark. Een ;n beslag genomen vracht auto werd verbeurd verklaard. De Bedrijfsraad voor het Kappersbedrijf heeft een adres gezonden aan de Tweede Kamer in verband met het ontwerp-Vestigingswet. De bedrijfsraad is van oordeel, dat dit wets ontwerp, in verband met de zeer bijzondere positie, welke het kappersbedrijf inneemt, voor dit bedrijf als vrijwel zonder beteekenis moet worden beschouwd. Het ontwerp zal derhalve moeten worden aangevuld met bijzondere bepa lingen, op het kappersbedrijf betrekking heb bende. Onze Rom. correspondent schrijft: De geneeskundige verzorging aan boord van zeeschepen, die reeds zulke groote vorderingen gemaakt heeft sinds den. nog niet zoo lang verleden tijd, toen de groote passagiersschepen in hun reclame-prospectis plachten te ver melden: „dokter en melkgevende koe aan boord" kan op een belangrijken vooruitgang wijzen door de inrichting van het Italiaansche Centro Internazionale Radio-Medico, gewoon lijk kortweg CIRM genoemd. Onder het eere-presidium van Marconi is n.l. door eenige Romeinsche geneeskundigen, waaronder onze landgenoot dr. A. Dubinsky, een dienst in het leven geroepen voor de ver leening van geneeskundige hulp per radio aan schepelingen op zee en deze dienst, door den Staat erkend, kan niet alleen over de Italiaan sche radiostations beschikken, maar ook. zoo noodig, over motorbooten en zelfs over vlieg tuigen. Veertien Italiaansche kuststations, die bij den dienst betrokken zijn, nemen de aanvragen van de schepen op en leiden ze naar het bu reau van het „Centro", dat terstond het advies van den in aanmerking komenden consulent inwint en het langs denzelfden weg terugseint. Op deze wijze kan 't „Centro" met het schip in verbinding blijven en het „geval" vervolgen tot aan de genezing of, zoo noodig, de opname in een ziekenhuis, die, zooals gezegd werd, des noods door middel van een vliegtuig kan ge schieden. Het Centro, dat reeds sedert een jaar werkt, heeft in dien tijd een dertigtal gevallen be handeld en in enkele daarvan kan men zeg gen, dat het behoud van den patiënt aan de zen dienst te danken was. Schepen van de meest verschillende natio naliteit hebben de hulp van het Centro inge roepen, die door de belangelooze medewerking der eonsuleerende specialisten en door de me dewerking van de staatsdiensten geheel koste loos verleend kan worden. Deze dienst, die blijkens het groote aantal der aanvragen, door de scheepvaart zeer op prijs wordt gesteld, verdient ook in het bui tenland bekend te worden en navolging te vin den. Een internationale samenwerking op dit ge bied ligt voor de hand en 'zou de medische hulpverleening aanzienlijk kunnen vergemak kelijken. Men denke bijv. aan de mogelijkheid van een unificatie van de zoog. medicijnkast, die elk schip mede voert, maar waarvan het model in alle landen verschillend is. Eenheid op dit gebied zou ten gevolge heb ben, dat de per radio geraadpleegde arts zon der verdere navraag precies weet, welke ge neesmiddelen er aan boord zijn. Bovendien zou een' internationale samenwerking nieuwe me thoden kunnen invoeren en bestudeeren, die de hulpverleening aan zieke schepelingen ten goede komen. Het Italiaansche „Centro", dat onder direc tie staat van prof. Guido Guiöa te Rome, heeft in elk geval reeds nu een groote perfec tie bereikt en voorziet uitstekend in de be hoeften van de schepen, die geen dokter aan boord hebben. Onder den naam Nederlandsch Luchtvaart Instituut is te Utrecht opgericht een centrale school voor het onderwijs in alle vakken dei- luchtvaart en radio-telegrafie, zooals die be- noodigd zijn voor de militaire en civiele lucht vaartbedrijven en radiodiensten en waarvoor voor een deel Rijks- en andere algemeen er kende diploma's zijn vastgesteld. De directie van het Nederlandsch Luchtvaart Instituut zal gevormd worden door de beide promotors van het plan, luitenant E. Visch, lui tenant-vlieger te Soesterberg en chef ven den meteorologischen dienst der L.V.A., en den heer W. Broertjes, directeur van het Amsterdam- sche Radio-instituut en oud-leeraar aan de zee vaartschool en M.T.S. te Amsterdam. Deze di rectie wordt bijgestaan door een college van advies, onder voorzitterschap van den kolonel van den generalen staf P. W. Bost, comman dant der luchtvaartafdeeling', waarin zitting hebben genomen generaal C. J. Snijders de heer H. Walaardt Saere, ouT;-kolonel en alge meen secretaris der Kon. Ned. Ver. voor lucht vaart, dr. ir. E. B. Wolff, directeur van den Rijksstudiedienst voor de luchtvaart; kapitein ter-zee K. van Aller, commandant van het mi litaire vliegkamp „De Kooy"; dr. H. G. Canne- gieter, adjunct-directeur van het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut te De Belt; jhr. J. L. van den Berch van Heemstede, onder-voorzitter van de Kon. Ned. Ver. voor Luchtvaart; C. Kolff, voorzitter van de Nationale Luchtvaart- school en van de Rotterdamsche Aeroclub; H. G. Hammacher, directeur van de N.V. Utrecln- sche Prov. Bank; de Officier van gezondheid J. E. Brouwer, chef van den vliegmedischen dienst der L.V.A. en de oud-kapitein der genie L. F. Liera, chef van den radiodienst der L.V.A. Hét instituut zal uitsluitend „grondopleiding" geven en zal naar de meening der deskundigen voorzien in een groote behoefte, aangezien een systematische opleiding voor verschillende luchtvaartbetrekkingen, gecentraliseerd bij één school, in Nederland tot nog toe niet bestaat, hoewel enkele middelbare scholen cursussen in sommige luchtvaartvakken geven. Teneinde het onderwijs aan het instituut gelijken tred te doen houden met de eischen van de praktijk, zijn verscheidene leerkrachten gekozen uit hen, die werkzaam zijn in de luchtvaart of voort durend met de praktijk daarvan in aanraking komen. Reuter bericht uit Warschau, dat de Neder lander Boelsen, die reeds 17 jaar te Dantzig woonde, uit Dantzig uitgewezen is, omdat hij geweigerd zou hebben, op te staan, toen ia een nazi-vergadering de hakenkruisvlag binnenge dragen werd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 5