STADSNIEUWS Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden et eiland der eenzamen MAANDAG 27 APRIL 1936 GROOT NATIONAAL ZAAL- MUZIEKCONCOURS Officieele ontvangst Marschwedstrijd De middagwedstrijd Avondwedstrijd G. v. WAARD Zilveren jubileum De bloembollenvelden Als eenmetalen vliegtuig gebouwd TWEEDEUR SEDAN ƒ3075— VIERDEU R SEDAN 3160— De Natuurhistorische Ver. wandelt Fritz Hirsch-operette 17+ De nieuwe operette welke Hirsch en de zijnen brengen: Es war einmal ein Mu sikus.... Liesl Frank en Otto Aurich in een vroolijke scène STADSSCHOUWBURG Ballets Jooss De Ma&ndagmarkt blijft RIJKSVISCHAFSLAG Inzegening R.K. Coöp. Bakkerij „Arbeid Adelt" Filmavond VERBETERING LEIDSCHE VAART Hij greep haar «gtrgerö hfl den, schouder. Te Haarlem is Zondag een groot Nationaal zaal-muziekconcours gehouden. In Hotel „Hof van Holland" aan de Groote Markt te Haarlem had om 11 uur de offici eele ontvangst plaats gehad van de bestuurs leden van de muziekvereenigingen. De voorzit ter had hen alle nwelkom geheeten, alsmede de twee aanwezige heeren van het feestcomité. Hij betreurde het, dat het gemeentebestuur zoo weinig medewerking had verleend door noch financieelen steun te verleenen noch vrijstel ling van vermakelijkheidsbelasting te geven, wat den deelnemers op een offer van tien cent elk aan den fiscus te staan was gekomen. On danks alles waren alle moeilijkheden overwon nen. Dan sprak nog de heer Drop, voorzitter van de Amsterdamsche dilettantenmuziekver- eeniging, die Haarlem met de organisatie van dezen wedstrijd feliciteerde en zeide opdracht te hebben een medaille beschikbaar te stellen voor de vereeniging, die de meeste punten zou behalen. Te 12 uuh ving onder groote belangstel ling de marschwedstrijd aan. Zes corpsen na men er aan deel, vanaf de Jeugdfanfare uit Haarlem-Oost tot aan onze „Post", blijkbaar de favoriet van het publiek. (Caecilia, Haar lem-Noord. viel uit). De Dreef is uitmuntend geschikt voor mar- schen, echter levert het geheel omzwenken op dezelfde baan vanzelfsprekend moeilijkheden op. De jury zal hiermede wel rekening heb ben gehouden bij de rubriek-marcheeren; evenals met de te kleine passen van de Jeugd fanfare. Dit aardig korpsje, dat in de 4de afdeeling thuis behoort, speelde niet onaardig. Daar zat al pit in en de klank was voldoende even redig. „Kunstgenot", Haarlem, marcheerde kranig, zwenkte behoorlijk, alleen het halt houdien viel erg tegen. Een misverstand? Dit corps bezit een prachtig stel tambours, maar daar tegenover voldeed de muziek in mindere mate. Voral de inzet was nogal slap. Van „Euphonia", Overveen, viel bijzonder de afgeronde klank van het koper op, het mar- cheeren kon wat strammer. „Kunstkring", Spaamdam, liet het slagwerk geweldig domineeren. Van de melodie was na genoeg niets te hooren. De bassen waren bo vendien ook te sterk tegenover de melodie instrumenten. En waar de melodie-instrumen ten een moment alleen optraden, was de klank slap. Het marcheeren gaf daarentegen voldoening. „Voorwaarts", Vlaardingen, liet echte marschmuziek hooren. Mooi van klank, pittig en opgewekt spel, maar het is ook een corps uit de super-eere-afdeeling! „De Haarlemsche Fostfanfare" sloot de se rie op schitterende wijze af. Klank in alle groepen mooi en onderling zeer evenredig (alleen de bassen kunen iets sterker), spel technisch en muzikaal knap. De tamboers sloegen eens een geheel ander rhythme. Kort om het spel was superbe en het marcheeren model! De uitslag was als volgt: Jeugdfanfare, Haarlem, 113 punten, 2de prijs; Kunstgenot, Haarlem, 120 punten, 1ste prijs; Euphonia, Overveen, 120 punten, 1ste prijs; Postfanfare, Haarlem, 133 punten, 1ste prijs; Kunstkring, Spaarndam, 136 punten, 1ste prijs en Voorwaarts, Vlaardingen, 135 punten lste prijs. De voorzitter der Haarlemsche Muziek-fe- deratie sprak een kort openingswoord. De geringe medewerking van het gemeentebestuur vooral inzake de vermakelijkheidsbelasting (mer, had op vrijstelling gehoopt) werd voor al naar voren gebracht. De jury bestond uit de heeren; A. Hazen- broek, Jos. de Klerk en M. C. v. d. Roovaert. In de vierde afdeeling trad alleen de Jeugd fanfare „Het Oosterkwartier", directeur Peter Wit, op. In een Fantasie Ballet van Doyen gaf zij blijken van serieuze instudeering Slechts lichte onderlinge onzuiverheden, kleine rhythmische oneffenheden en soms wat te brute klankontwikkeling waren de minder goede kwaliteiten In Eenhaus' Euterpe-ouverture klonk het passageweg ietwat rommelig en net klankvolume was niet berekend op de half- leege zaal. Overigens veel lofwaardigs! In de tweede afdeeling kwamen 3 corpsen uit. De fanfare Kunstgenot, directeur Henri Schulpzand, gaf soms zeer mooien klank, doch de totaal-indruk werd eenigszins bedorven door lichte onzuiverheden, weifelende inzet ten en ongelijke tempo-versnellingen. Met Tschaikowsky's Fedora" was Kunstgenot veei gelukkiger. Harmonie „Voorwaarts", Velsen, directeur Ph. Vlessing, speelde „La gracieuse", een compositie van den dirigent met groote be- heersching van den dirigent en muzikaliteit. Ook Milanesse van Bouman genoot een goede vertolking. Harmonie „Euphonia", Overveen, directeur J. W. Lefeber, bracht de ouverture „Das Goldene Kreuz" van Brüll op lofwaardige wijze ten gehoore. Klankverhouding tusschen hout en koper werd doorgaans goed behouden en de vele tempowisselingen geschiedden steeds cor rect. Voorts speelde dit corps Petite Fan tasie a la Suite van ondergeteekende me veel toewijding en over het algemeen genomen goe de opvatting. In de eerste afdeeling Fanfare trad alleen de Haarlemsche Postfanfare, directeur Ripken op. Ze was met de Faust-fantasie nogal om gelukkig. Minder mooie toonvorming, weife lende inzetten en niet scherpe rhythmiek vie len menigmaal op. Met Popy's Néron maakte ze nog veel goed. Jammer, dat tegen het slot een kleine inzinking was te bespeuren. Het publiek bleef niet tot het einde aan dachtig. „Bergens Harmonie", directeur P. Pranger, opende de Eere-afdeeling met een prachtvolle vertolking van Adam's Ouverture Le Brasseur. Bewonderenswaardig spel der clarinetten in zake nuanceering en techniek, doorzichtige klank tot in het Tutti en alles zeer muzikaal. De bekende Ballet Pantomime van Lecocii ver wekte eveneens bewondering, al was het niet zoo feilloos als no. 1. Daarna kwam in de Super Eere-afdeeling „Kunstkring", Spaarndam, met Suite Cham- pêtre van Strauwen en Ballet Egyptien van Luigini. In het eerste klonk lang niet alles evenredig, nobel en strak rhythmisch. Bassen vormen een flink fond, somwijlen te massaal tegenover de melodie-instrumenten. In het tweede vielen vele, beter vrzorgde onderdeelen op, doch volkomen „Super-Eere" was het nog niet. Tot slot nog twee harmoniecorpsen in de Super Eere-afdeeling. „Voorwaarts", Vlaar dingen, directeur Ph Jordaans, speelde pom peus, overdonderend, minstens driemaal zoo sterk als de andere corpsen. Maar op den duur verveelt zo iets. Te weinig verschil in sterkte graden, in nuance en in uitdrukking. Jammer voor al het overige, waarin veel goeds schuil de. Na Legende Heroique van Reynaud hoor den we een Divertissement van Massenet, waarvan het tweede deel over de geheele linie schitterend werd vertolkt en diepen indruk maakte. Het overige behaagde ons niet erg. Dan „Zaanlands Kapel" onder leiding van W. P. Steijn met een Thomas-ouverture en een Bizet-Suite. 'n Magistrale uitbeelding! Zulk spel boeit en imponeert. Dat is wer kelijk superbe over alle rubrieken, houdt haast op amateurwerk te zijn. De uitslag van den concertwedstrijd luidde als volgt: Jeugdfanfare met 388 punten een eerste; Kunstgenot met 397 punten een eerste; Voorwaarts, Velsen, met 438 punten een eerste; Euphonia met 386 punten een eerste; Haarlem sche Postfanfare met 340 punten een tweede; Bergens Harmonie met 467 punten een eer ste; Kunstkring met 413 punten een eerste; Voorwaarts, Vlaardingen, met 404 punten een eerste en Zaanlands Kapel met 476 punten een eerste prijs met lof van de jury. Den extra prijs voor 't hoogste aantal punten over den geheelen wedstrijd verkreeg in sec tie Harmonie: Zaanlands Kapel, in sectie Fan fare: Kunstkring, den directeursprijs voor het hoogste cijfer-opvatting verkreeg de heer Steijn van Zaanlands Kapel en den extra prijs voor het hoogste cijfer-stemming en klank- gehalteo Zaanlands Kapel. En hiermede is een waarlijk belangrijke wed strijd geëindigd. O. K. Weldra zal het 25 jaar geleden zijn, dat op ons Consultatiebureau van de t.b.c.-bestrijding te Haarlem de heer G. van Waard als nieuwe hulpkracht in dienst trad, aldus dr. L. C. Kers bergen in het orgaan van de Haarl. Ver. tot be strijding der t.b.c., den eersten tijd slechts in de bescheiden rol van magazijnmeester. Hij trad toen nog allerminst op den voorgrond. Naar buiten immers vertegenwoordigde de heer Limperg daar onze vereeniging, vooral als propagandist voor de tuberculosebestrijding. Maar van meet af aan bleek van Waard in het bezit te zijn van uitstekende opmerkingsga ven. Hij gaf zich goed rekenschap van alles wat er op het bureau omging en nam allengs ook een groot deel van de uitgebreide administratie voor zijn rekening. Het Lighal-fonds werd door Limperg's onver moeid streven in dien tijd in Haarlem al meer populair en eischte de werkkracht van meer dan één ijverigen bureau-ambtenaar op. Zoo kreeg hij al meer te verwerken en onwil lekeurig bekwaamde hij zich onder de bezielende leiding van zijn rechtstreekschen chef tevens in de kunst, om in breede kringen der bevolking steeds meer belangstelling te wekken voor onzen strijd. Zoo werd hij na enkele jaren van Limperg onbetwistbaar de rechterhand. Na diens nog onverwacht overlijden sprak het voor ons Bestuur van zelf, dat Van Waard hem als administrateur onzer Vereeniging zou op volgen. Wel wisten wij toen allen, dat wij ook in het vervolg op Van Waard zouden kunnen blijven bouwen als onzen nauwgezetten magazijnmees ter, als onzen volijverigen bureau-chef, maar hoe, vroegen wij ons af, zou het nu voortaan moeten gaan met het propagandistische deel van dit ambt? Kortom, zou hij ooit in staat zijn, om in dit opzicht Limperg te evenaren in het steeds weer opnieuw verzinnen van middelen, om aller aan dacht op onzen arbeid samen te trekken, de onverschilligen tot mee-strijden te bewegen, al len tot milde gaven. En ziet, wat wij te voren niet wisten, maar slechts konden hopen, ook in die richting zijn onze wenschen geheel in vervulling gegaan. Het zij hier in het midden gelaten, of hij Lim perg die kunst heeft afgekeken, of dit talent in aanleg reeds lang bij hem aanwezig was, maar bij Limperg's leven nog sluimerde een feit is het, dat Van Waard ook in dit opzicht een groot succes is geworden. En nu, kunnen wij ons tegenwoordig ons werk denken zonder Van Waard? Onmogelijk zou ik meenen. Hij is voor onze Vereeniging d e kracht, die steeds voor onze belangen op de bres staat, die onuitputtelijk is in het uitvinden van nieuwe kunstgrepen, om het publiek te boeien en tot steeds grooteren steun aan onze Vereeniging aan te zetten. Was dit op zich zelf al een zware taak, vooral dit jaar in jaar uit telkens weer opnieuw, hoe veel te moeilijker moest het dat niet zijn in de laatste 5 jaren, de tijd immers van de zoo on gunstige conjunctuur. En ook toen is Van Waard in alle opzichten geslaagd. Wel kostte het hem ontzaglijk veel moeite, telkens weer nieuwe bronnen aan te boren, maar het gelukte hem en dat maakte, dat wij ons werk zoo krachtig en intensief konden voort zetten, als waartoe wij zonder hem zeker niet in staat zouden zijn geweest. En of het nu voor de Emmabloem-collecte is, dat Van Waard ijvert, of voor de alom bekende en gewaardeerde lighal-uitvoeringen of voor de nu jaarlijksch geworden lighal-verloting, hij zwoegt voor dat alles gelijkelijk even zwaar en met evenveel succes. Limperg was populair in onze Spaamestad, Van Waard niet minder. Wie kent hem niet en weet niet, dat hij voor ieder klaar staat, om hen te raden of te helpen. Zoo heeft Van Waard door zijn werk als geen ander ons den strijd tegen de tuberculose moge lijk gemaakt, onzen arbeid in algemeenen zin zoowel van de uitzending van de patiënten en de voorbeschikte kinderen naar buiten. Alleen: wat Limperg niet beleven mocht en wat steeds zijn ideaal was: een dagsanatorium met nachtverblijf in onze mooie duinen, mocht hij in Brederodeduin tot stand helpen brengen En hij deed dat met hart en ziel! Zoo verdient Van Waard voor zijn 25-jarigen succesvollen arbeid niet alleen groote erkente lijkheid van zijn Bestuur, maar ook en vooral van de patiënten in Haarlem en Omstreken, maar stellig ook van Haarlems geheele burgerij. Wij allen wenschen hem nog vele gelukkige jaren toe, in en met zijn gezin, en steeds werk zaam in den arbeid, die hem zoo lief is. De ontzettende plasregens van Zondag hebben een druk bezoek weder dermate tegengewerkt, dat van geen drukte kon worden gesproken. Wel knapte het weer in den namiddag wat op, doch veel bezoek was er niet. Waar de mooie velden nog minstens 3 weken late Hyacinten en Tulpen hun pracht behouden, vertrouwen we, dat bij beter weer van heinde en verre nog natuurliefhebbers zullen komen. In alles op veilige snelheid berekend Krachtige, soepele 12-cilinder motor in V-vorm. Gestroomlijnde carrosserie, laag zwaartepunt oervaste ligging. Snel. veilig, comfortabel en.-.- zuinig. OFFICIAL LINCOLN DEALER: N.V. Haarlemsche Auto-Centrale, Kantoor en werkplaats: Stationsplein 111315, Telef. 1109412883. Showroom: Plein 24, Telef. 14125. Ondanks den steeds doorstroomenden regen waren er Zondagmorgen nog 11 enthousiasten, die een wandeling door het oude buiten van de heeren Van Lennep te Heemstede prefereerden boven thuis blijven. De leider, de heer L. van 't Sant, vestigde de aandacht op de vele zeer oude loof- en naaldboomen, op de mooie mos vegetatie, op de ruïne, speciaal als ruïne ge bouwd door den schrijver Jacob van Lennep en op het eigenlijk voor zulk een groote bui tenplaats gering aantal vogelsoorten in verge lijking bijv. met het vlak er naast gelegen Groenendaal, waar 32 soorten broedvogels voorkomen. Als verklaring voor dit laatste meende hij gevonden te hebben het teveel aan eierroovers als gaaien en eekhoorns, het min der aanwezig zijn van dicht struikgewas en het ontbreken van een actieve vogelbescher ming in den vorm van nestkastjes voor in ho len broedende vogels. Zooals reeds gemeld, zal het Fritz Hirsch-ge- zelschap Zaterdag 2 Mei in d'sn Stadsschouwburg vertoonen „Es war einmal ein Musikus". Hier een scène met Ljesl Frank en Otto Aurich. Bij het bezoek van de Ballets Jooss j.l. Zondag aan onzen Stadsschouwburg, viel weer een goed bezette zaal te constateeren, wel een bewijs van het superbe karakter van dit gezelschap. Want we gelooven niet dat deze, andermaal royale opkomst, enkel en uitsluitend te danken was aan het feit dat het choreografische spel in 2 bedrijven en 6 tafereelen opnieuw geënsce neerd werd opgevoerd. Dat feit alléén motiveert een dergelijke opkomst niet, al moeten we toe geven, dat het geheel er aan kracht en uit drukking door gewonnen heeft. Er zat een vaart en een plastiek in, die in hevige mate fascineerde en al had het „verloop" der legende practisch geen wijzigingen ondergaan, toch was het alsof men voor een geheel nieuw en nog niet gezien schouwspel stond. Prachtig van typeering, raak en scherp van uitdrukking ston den alle figuren ons voor oogen en gaven een ongekende sensatie, de sensatie van het schoone en werkelijk mooie. De verbluffende techniek waarover de leden van Jooss' gezelschap beschik ken, maakt dat geen opgave hoe zwaar ook een hindernis vormt voor 'n correcte uitbeelding en misschien is dat een der voorname geheimen van de successen. Verder werden nof een Bal in oud-Weenen en de beroemde Groene Tafel gedanst, waarvan deze laatste dans een min of meer lugubere actualiteit bezit, nu allerwege het woord ^oor log" in de lucht staat geschreven, en door velen zelfs schaamteloos wordt gepropageerd. Behoeft het nog gezegd, dat overweldigend applaus ieder nummer besloot? Ten overvloede willen we nog opmerken dat de bewerking van Den Verloren Zoon, strikt voorbehoud voor vol wassenen noodzakelijk maakt. V-t. B. en W. van Haarlem hebben aan de Ka mer van Koophandel bericht, dat zij, mede op advies der Kamer, hebben besloten, de Maan dagmarkt niet op te heffen. IJMTJIDEN, 27 April. Rijksvischafslag. Tar bot 0.881.30 per kg. Griet 13.0035 per 50 kg. Tong 7095 cent per kg. Groote Schol 29.00, middel Schol 27.00, Zetschol 18.00—28, kleine Schol 8.0024, Schar 3.50—9.50, Tong schar 25.0029 per 50 kg. Vleet 1.35 per stuk. Pieterman en Poon 4.509, groote Schelvisch 11.0020, middel Schelvisch 11.5019, kl. midd. Schelvisch 11.0018, kleine Schelvisch 9.00 14 per 50 kg. Kabeljauw 19.0048 per 125 kg, Gullen 8.5012 per 50 kg. Leng 11.70 per st. Heilbot 7090 cent per kg. Wijting 1540 ct. per stuk. Makreel 4.306 per 50 kg. 250 Niet lang daarna deed kikker Karei de slaapkamerdeur open en nadat ie zich nog eens over Tuimeltje heengebogen had, kroop ie zelf ook onder de dekens. Ongeveer een half uur daarna, toen kikker Karei net sliep, sprong Tuimeltje plotseling onder de dekens vandaan en gilde.... „Een inbreker, een inbreker.... Ik heb hem zelf gezien." Nou, daar moest kikker Karei niets van hebben en direct was ie het bed uit om de nachtwakers te gaan waarschuwen. „Er zit een inbreker in huis", riepen kikker Karei en Tuimeltje tegen de nachtwakers en direct gingen deze op alle kamerdeuren kloppen om de kikkers wakker te maken. Er volgde nu een onderzoekingstocht. Alle kikkermannen hadden een kaars in» him handen en gingen achter elkaar de donkere gangen van het kasteel in. Tuimeltje liep voorop en het was maar goed dat het zoo donker was en de kikkers zijn gezicht niet zagen, Want dan zou het slecht voor hem afgeloopen ziin. De heele rij kikkers sloop door het kasteel en daar ze nergens een dief konden vinden, keken ze elkaar aan alsof ze wilden zeggen: Tuimeltje zal ons wel beetgenomen hebben. Een der kikkers pakte hem bij de schouders en schudde hem flink door elkaar. „Zeg eens, bengel, is dat waar, dat hier een dief zit?" riep ie Tuimeltje toe en deze trok zoo'n gek gezicht, dat de kikkers al lang wisten dat hij het maar verzonnen had. Zaterdagmiddag had de plechtige inzegening plaats van de nieuwe bakkerij „Arbeid Adelt" aan de Gonnetstraat. Om 4 uur waren de besturen van den R. K. Volksbond, van „Arbeid Adelt" en het personeel in de bakkerij tezamen, toen door den Geeste lijken Adviseur, den weleerw. heer kapelaan J. P* Poppen, de wijdingsplechtigheden werden ver richt. Daarna nam de weleerw. heer Poppen het woord en wees op hetgeen is geschied. De coöperatie „Arbeid Adelt" had nu pas met recht het praedicaat R. K. verworven en mocht voortaan R. K. Coöperatieve Bakkerij „Arbeid Adelt" genoemd worden. Verder schetste de eerw. spr. bij de zegening van de producten Gods goedheid, die iederen dag opnieuw Zijn Hemelschen dauw over de ak kers strooit, waardoor telkens opnieuw de kracht wordt gegeven voedsel voort te brengen. Wan neer de verdeeling hiervan niet goed zou we zen, dan ligt niet de schuld aan God! Hierna bracht de voorzitter, de heer J. Pk. H. Castricum, dank aan den Geestelijken Ad viseur voor het fëit, dat hij deze inrichting heeft willen inzegenen en sprak er verder zijn leed wezen over uit, dat hij wegens ziekte niet bi) de opening tègenwoordig had kunnen zijn. Hij was blij bij de doopplechtigheid aanwezig te kunnen zijn. Spr. wees verder op de moeilijk heden, welke het leven medebrengt en hoopte, dat in deze inrichting harmonieus zou wor den samengewerkt door werknemers en be stuur. Mochten zich eventueel moeilijkheden voordoen, dan zie men op naar het kruis, dat boven den ingang is opgehangen. Verder dank te spreker allen, die hun medewerking hadden verleend aan de totstandkoming van deze mo derne inrichting en sprak verder het vertrou wen uit, dat vele R. K. gebruikers zullen wor den van „Arbeid Adelt." Daarna was het woord aan den heer J. v. d. Putten, die namens het personeel dankte voor de hartelijke woorden, door Geestelijk Adviseur en voorzitter gesproken. Gedeeltelijk, aldus spreker, verheugde het ons, dat de voorzitter bij de opening niet aanwezig kon zijn, want toen had het personeel nog geen uitvoering kunnen geven aan zijn plan, (daar het nog niet klaar was) om den voorzitter een prachtig uitgevoerde teekening in lijst van het interieur van de nieuwe bakkerij te overhan digen. De voorzitter dankte voor dit cadeau en zeg de het personeel toe, dat dit schilderij een goed zichtbare plaats in het gebouw zal krijgen. Zondagavond had voor de leden met hun da mes in het gebouw „St. Bavo" een filmavond plaats. De voorzitter, de heer J. Ph. H Castri cum opende dezen avond, memoreerde den toe stand van de oude bakkerij en kon thans met groote vreugde zeggen dat de nieuwe bakkerij kan wedijveren met de best bestaande bakke rijen ter stede. De heer Kolkman, voorzitter der diocesane katholieke coöperaties, heeft volmondig erkend, dat men tot nog toe niet zoo'n modern bedrijf gezien had. De heer Hesselman, de chef-bakker der oude bakkerij, is met ingang van 1 Mei op pensioen gesteld, wegens zijn 60-jarigen leeftijd. Hem werd een hartelijk woord van dank gebracht voor hetgeen hij voor „Arbeid Adelt" gedaan heeft. „Miet den economischen toestand voor oogen zullen wij, als wij met den tijd mee willen gaan, de zaken ernstig moeten bekijken en niet terug mogen schrikken voor maatregelen, welke pas sen in dezen tijd." Vervolgens wekte de voorzitter de aanwezigen op propagandisten te worden van „Arbeid Adelt" en drie voorwaarden voor den goeden gang te bevorderen: Ten eerste aansporing tot lid worden; ten tweede op tijd betalen; ten derde medewerken met het personeel, door het personeel bij het Bezorgen niet te lang op te houden. Hierna werd aan de filmvertooning begon nen: eerst eenige natuurfilms en actueel nieuws, daarna de film „Mijn Leopold". Eén film in drie acten, naar het gelijknamige too- neelstuk van Adolphe L'Anonge, regie van Hans Speenhof. Deze film is besproken, dus kunnen wij volstaan met de vermelding. Het bestuur van „Arbeid Adelt" heeft ditmaal eens willen breken met tooneel- en vroolijke avonden. Hoewel deze avond geslaagd is en de aanwezigen genoten hebben, meenen wij toch wel te mogen verklaren, dat de leden van „Ar beid Adelt" meer prijs stellen op tooneel- en op vroolijke avonden. Hedenmorgen werd door den directeur van Openbare Werken te Haarlem, in het Raadhuis aanbesteed het verbreeden van den weg langs de Leidschevaart bij den oprit van de tram lijn over een lengte van pl.m. 210 M. en het sloopen van een terreinafscheiding en het ma ken van een nieuwe terreinafscheiding voor de remise der N.Z.H.T.M. Uit het bestek blijkt, dat bovenbedoelde werkzaamheden zullen bestaan in het ver breeden van den weg, gedeeltelijk door dem ping van een gedeelte van de vaart en ge deeltelijk door afgraving van den tram-oprit. De N.Z.H.T.M. zal zorg dragen voor het om leggen van de tramsporen in een gedeelte van den rijweg van den Leidschevaartweg, in het rechte deel van den oprit en de daarbij aan sluitende bogen en voor het verplaatsen der trammasten aan de vaartzijde en op het ter rein der remise. Ingekomen waren 15 biljetten. Laagste inschrijver was J. v. d. Walle te Heemstede voor ƒ9777. Hoogste inschrijver J* A. Fens te Zaandam voor 14.773. Roman van Paul Keiler Vertaald door Louis de Bourbon 34 „Ik was nog een kleine jongen, wij woonden in een mooi, groot kasteel. Aan de eene zijde ruischte de Donau, aan de andere strekte zien het bosch uit, mijlen ver. Er waren vele mooie dingen in mijn ouderlijk huis, schilderijen en beelden, snijwerk en gouden voorwerpen, en veel verstandige menschen gingen in en uit, dich ters en schilders, geleerden en staatslieden maar het mooiste en verstandigste, in heel mijn wereld, was mijn moeder. En eens, juist in denzelfden tijd als nu, toen spoedig het mooie Kerstfeest zou komen, ging ik naar mijn moeder en vroeg haar: „Moeder, wat is dat: Kerstmis?" Het was in haar mooie kamer, die groote boogvensters had, en men keek van daar uit neer op de zilver-berijpte boomen, die er juist zoo uitzagen als deze hier. Moeder nam mij op haar schoot, wees door het groote venster naar boven, zooals ik nu wijs, en zeide: „Dat is de hemel. Boven dat blauwe en boven de wolken, die je daar ziet, woont de goede God. Dat is een groote, heilige geest. Hy heeft den hemei gemaakt en de aarde, en jou en mij en alles wat Je ziet. Hij heeft je lief, hij heeft je duizend maal meer lief dan ik. Ik denk alle dagen en alle uren aan je; maar hij denkt aan je, zoo dikwijls als je hart slaat. En hij heeft zijn mooien hemel gebouwd met gouden zalen en bloeiende tuinen. Daarbinnen zul je eens spelen en gelukkig zijn, rijker dan de keizer en schooner dan de zon. Maar het is ver tot aan den hemel. Zie je hoe hoog hij is? Al klim je ook tot boven in dien grooten eik je bent nog lang niet boven, en kijk de maan eens, die daar boven het bosch uitstijgt. Zij hangt hoog, en geen mensch heeft haar ooit kunnen bereiken, maar zij is nog lang niet zoo ver weg als de hemel. Toen heeft de goede God gedacht: Ach, hoe treurig zou het toch zijn, als mijn kleine, lieve Gunther den weg naar mij niet zou kunnen vinden; want hij is een goede jongen en ik zou hem een gouden kroon willen geven. Toen heeft de goede God nagedacht, wat hij zou kunnen doen, opdat de kleine Gunther den weg naar den hemel niet zou missen en hij heeft gedacht: Ik heb een zoon, die heet Jezus. Die is verstan diger dan de verstandigste mensch op de wereld. Dien zal ik daar ik wonderen kan doen in een heel klein kind veranderen en ik zal hem naar de aarde sturen, zooals elk ander klein kind, en in het begin zal ik voorzichtig zijn en het alleen maar tegen heel weinig goede menschen zeggen, dat het mijn zoon is, maar als hij grooter zal zijn, dan zal hij het zelf zeg gen aan de geheele wereld met deze woorden: Ziet, ik ben gekomen, om u den weg naar den hemel te wijzen! En dan zullen allen, die in hem gelooven, den weg naar den hemel vinden, en mijn gouden zalen en mooie tuinen zullen yol zijn yan, gelukkige menschen. Maat toen heeft de goede God verder overwogen, hoe hij het best zijn zoon als een heel klein kindje naar de wereld kon zenden en hij heeft gedacht: Als ik hem stuur als een prins, dan schrikken de arme menschen en denken: och, dat is er ook weer zoo een, die belasting wil hebben en je in de gevangenis zet of laat slaan. Dat doe ik niet, dacht de goede God. Ik stuur hem als een kindje van een heel arme vrouw, dan is niemand bang voor hem, dan denken ze alle maal: ach, die wat kan die ons doen? Maar als hij grooter is, zal hij ze toch allemaal in zijn macht krijgen! Zoo heeft de goede God ge dacht en zoo heeft hij gehandeld. In dien tijd leefde op de wereld de allermooiste en aller heiligste vrouw, en die heette Maria. Naar haar stuurde de goede God zijn Jezus-kindje met Kerstmis. Maar zij was zoo arm, dat zij in een stal woonde, waar koeien en schapen waren en toch was zij veel, veel meer dan jouw moeder of de vrouw van den keizer. En zij nam hei kind, wikkelde het in windsels en legde het op hooi en stroo. Ten boog zij zich over het kind en zij wist: het is Jezus, de zoon van God. En toen het kind grooter werd, heeft het millioenen en millioenen menschen den weg naar den hemel gewezen." Clothilde had toegehoord, en naarmate het verhaal vorderde, luisterde zij in grooter span ning en ging haar adem sneller. Toen Gunther eindigde, brak zij in tranen uit: „Ik ben dom ik ben dom!" Hij sprak haar naam uit met diep bewogen stem, verder zeide hij niets. „Laat mij laat mij!" snikte zij, sloeg een zijpad in en was verdwenen. Langzaam ging hij naar huis. Hoe was alles in hem veranderd! Wat een zware onrust en toch, wat een zoete vreugde was er in zijn hart. Hoe eng, hoe smal, hoe benauwd was zijn kamer. Een stralend rozerood, maar beangstigend licht ging in hem op. „Ik heb haar lief ik heb haar lief!" TIENDE HOOFDSTUK Gunther had een geheel nieuwen kijk ge kregen op doel en beteekenis van zijn opont houd op het eiland der eenzamen. Wat baatte het hem, wanneer hij een verbitterde, door het lot gebroken vrouw hielp, haar ouden wraak te koelen? Aan doode harten kon hij het leven niet weergeven, niet aan haar en niet aan haar gevallen echtgenoot, maar een levend hart, een hart, dat toegerust was met alle schatten van jonge kracht, dat kon hij redden van den dood der vereenzaming, dat kon hij bevrijden van de slavenketenen, waarin een vreeselijke waan het wilde vastklinken, hij kon het binnenleiden in de bloeiende tuinen van beschaving en vrij heid. Misschien ook in de heerlijke tuinen der liefde? Daar begon de twijfel. Dit meisje was nog een kind, zonder dat heimelijke onbewuste ver langen van de jonge vrouw; ze danste nog tus- scbeu al de dolle tegenstrijdigheden, yan het leven om haar heen, en evenmin als deze eeni- gen indruk bij haar nalieten, evenmin zou zJJ toegankelijk zijn voor een ernstige liefde. Clothilde lachte over alles, slechts om één ding lachte zij niet: het kind. Was bij het mandje van de kleine haar vrouwelijkheid ontwaakt? Wees het nietige wezentje haar met zijn handje een nieuwen weg? En als dat zoo was, zou hij haar dan op dezen nieuwen weg ontmoeten? Tergend langzaam verstreek de volgende ochtend. Dora maakte het middagmaal klaar en verdween. Gunther zat bij het venster, keek naar buiten en wachtte. Het begon reeds donker te worden zij was nog steeds niet gekomen. Toen hield hij het niet langer uit. Vastbesloten sloeg hij den weg in naar de afgelegen hoeve. Hy klom over den muur heen en liep zonder aarzelen naar het huis. Op zijn kloppen kwam zij naar buiten, die hij gezocht had Clothilde. Zij ging met hem naar het weiland. „Zy hebben vreeselijk ruzie gehad de boer on zijn vrouw." „Waarom?" Zij werd verlegen. „Ik heb het niet goed begrepen," gaf zij toe „De vrouw zegt, dat zij het kind wil laten doopen. De boer zegt, dat hij het niet hebben wil." „Waarom wil hij het niet hebben?" „Hij zegt tegen haar: „Maak jij van het kind maar weer zoo'n wit bruidje voor den hemel, dan zul je eens zien, hoe lang wij het houden. Zeven kinderen heb ik laten doopen en ik heb ze verloren; het achtste laat ik niet doopen. Ik wil het houden." Dat zegt hij." „Dat is een dwaas standpunt van den boer!" „Maar hij blijft er op staan; hij is woedend weggeloopen; ik geloof zelfs naar het eiland, wat hij anders nooit doet.'" „En de vrouw?" „Zij huilt en jammert." „Hm! hm!" „Wat hm? Met „hm" komt niemand ver der." „Wat moet ik anders zeggen?" „Als u niets anders weet dan „hm," houd dan liever heelemaal uw mond," zei zij knorrig. „Hoho, juffertje, weet u dan wat beters?" „Ik weet, dat ik niets van doopen begrijp, maar dat ik de partij van de vrouw kies." „Dat zal haar in dit geval niet veel baten." „Het zal haar wel baten: ik zal haar kind laten doopen zooals de vrouw het wil, door een priester in de stadskerk." „Sapperloot, hoe wilt u dat klaarspelen? Hoe wilt u het kind daarheen krijgen? Als de boer u snapt...." „Dan slaat hy my misschien dood," zeide zi). „Dat heb ik wel door, want hij is een vreese lijke lomperd. Hij heeft daarstraks gebruld, dat het huis ervan trilde. Toen heb ik hem er uit gegooid." „Hebt u hem er uit gegooid?" vroeg hij ge amuseerd. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 12