w
Zeeland bedreigd!
(DE 4e SEPTEMBER)
DE WERKLOOSHEID IN
FEBRUARI
VRIJDAG 1 MEI 1936
Zaterdag 16 Mei zullen vlieg-
eskaders boven de eilanden
een luchtaanval fingeer en
Oefening ernstig nemen
Proeftocht m.s. Eulota
Nieuwe aanwinst voor de „Konink
lijke ShelV'-vloot
Ontmoeting met HM's
„De Ruyter
Het algemeen gemiddelde van elke
bedrijf sklasse
R.K. kamp voor jonge
werkloozen
Maandag opening van Werkkamp
„De Baast" door minister
Slingenberg
NEDERLAND—BELGIË
Besprekingen over contingen-
teerings-accoord hebben
gunstig verloop
VREEMDE JOURNALISTEN IN
ONS LAND
Bezoek aan de residentie
Industrie-financiering
Tweede Kamer betreurt langzaam
tempo
GROOT WERK GEGUND
Doorgang onder den spoorweg
Bred aRotter d am
GRAALUITVOERING
IN BERLIJN
TRAWLER VERKOCHT
BEDRIJFSRAAD VOOR DE
SCHOENINDUSTRIE
WERKVERSCHAFFING VOOR
GRONINGEN
Bedrijfsraden Tuinbouwbedrijf
Het vliegongeluk bij
Elburg
De piloot en de mecanicien ver-
laten het ziekenhuis te Zwolle
DE BESLAGLEGGING
VAN BUM A
Ook te Den Haag opgeheven
BRIEVEN ACHTERGEHOUDEN
Niet-doorzending geen onrecht
matige nalatigheid
ZIJN DUIM AFGEHAKT VOOR
VERZEKERINGSPREMIE
Hof te Leeuwarden eischt een jaar
en zes maanden
Vijf jaar geëïscht voor
doodslag
Zijn buurman met knuppel
mishandeld
DOODELIJKE VAL
ONTROUW POSTBEAMBTE
Viering van Poolschen feestdag
te Den Haag
UIT DE STAATSCOURANT
Heemraad en dijkgraaf
Onderscheid ingen
Eervol ontslag
Rechterlijke macht
Kapitein ter zee
Posterijen
DOOR PETER BARON
MIDDELBURG 29 April.
In zwijgenden ernst omsluiten de stijl
volle oude abdijmuren de binnenplaats
waar de boomen groen beginnen uit te
botten. De zon valt op de strakglimmende
dak-vlakken en teekent markant de spit
se ruitertjes en de trapjes in de hoeken,
waar ranke torentjes omhoogsteken. Twee
schoone Zeeuwschen komen door de don
kere poort, waar ééns, lang geleden mon
niken door binnen traden in de gewijde
stilte.
Wat hier besproken wordt in deze sfeer van
rust, onder die baksteenen spitsbogen binnen
in deze gebouwen, in de prachtige betimmerde
gothische zaal, die den Commissaris der Ko
ningin in de Provincie Zeeland, Jhr. Mr.
Quarles van Ufford tot werkkamer dient, heeft
met stilte en wijding en met de schoone tijden
der bouwende gothiek bitter weinig uitstaande.
Hier wordt een hoogst prozaïsch, een
hyper-elgenttjdsch plan uiteengezet, dat
'met oorlogsrumoer en oorlogsgeweld ten
nauwste in verband staat een plan tot
het houden van een luchtbeschermings-
oefening in de eilandén-provincie, gecom
bineerd met West-Brabant.
Op Zaterdag 16 Mei as. zullen overdag marine
vliegers en militaire toestellen van Soesterberg
in enkele eskaders vliegen over dit heele gebied.
In alle gemeenten wordt tusschen 14.40 en 16.40
namiddag alarm geslagen en worden oefeningen
gehouden.
Hier en daar wordt aangenomen dat een bom
is uitgeworpen en worden alle maatregelen uit
gevoerd, die in een dergelijk geval noodzakelijk
zijn.
In den avond van 21.40 tot 23.15, van tien
over half tien tot kwart over elf, komt een
machine van de K. L. M. over het land en
moet de bevolking overal verduisteren. De ge
meenten, de autobussen en trams en de spoor
wegen zullen daartoe eveneens meewerken. In
het vliegtuig bevinden zich enkele militairen,
die controleeren of de verduistering werkelijk
afdoende is wel te verstaan van den kant der
burgerij. Vuurtorens en dergelijke lichten, die
voor de internationale scheepvaart noodlg blij -
■•■en, kunnen bij een oefening al<? deze natuur
lijk niet worden gedoofd. Hier wordt alleen de
medewerking van de bevolking beproefd, een
beschermingsactie als het ware ingestudeerd.
Daarbij gebeuren natuurlijk verschillende din
gen niet zoo als zij in werkelijken oorlogstijd
zullen plaats hebben. Wij noemden reeds het
niet dooven van de vuurtorens en dergelijke. In
tijd van oorlog zullen de aanvallende vlieges-
kaders ook geen fraaie wendingen en zig-zag-
lijnen uitvoeren in de lucht doch recht op hun
doel afstevenen en langs den koristen weg weer
terugkeeren. De bevolking zal dan tot overdag
moeten vluchten van de straat wat nu zelfs
beter niet kan gebeuren opdat men zelf zie en
aanschouwe wat er gedaan wordt buiten, wan
neer een bom vieL
Doch wat wél als volop emst moet worden
beschouwd is de verduistering van het land. Bij
andere gelegenheden, bij soortgelijke oefeningen
in andere deelen van het land in Eindhoven
o. a. hebben enkele groote zaken de proef
doen mislukken doordat zij hun lichten aan
hielden. De centen van de burgerij waren hun
liever dan haar veiligheid! Een dergelijke zaak
werd in Dordrecht zeer terecht geboycot!
Hier in Zeeland moet, evenals elders deze oefe
ning en vooral dit deel van de oefening ernstig
worden opgenomen. Zooals *t in Friesland werd
opgenomen, waar de officier, die in het vlieg
tuig zat, hoewel uit Heerenveen zelf afkomstig,
zijn eigen geboorteplaats niet kon terug vin
den. Zóó goed was daar verduisterd.
Deze beschermingsoefening tegen luchtaan
vallen moet een aanval worden tegen de zorge
loosheid, die in Nederland nog veel te veel om
deze zaken héénhangt, waarin andere landen
van Europa ons vooruit zijn.
Op de brug tegenover het station vroeg ik aan
een ouden, eenvoudigen man, 'n mooien Zeeuw
schen kop met rimpels erin gegroefd, den weg
naar de abdij. Ik had haast en toen de man heel
bedaard eenige aanduidingen begon te geven,
bedankte ik hem haastig en trilde al de aange
duide richting inslaan. Toen tikte hij me met
den vinger tegen mijn jaskraag: Neen, neen, zei
hij, u weet het nog niet. Zóó en zóó moet u
looper. en dan ziet u de Lange Jan en dan.
Kijk, zóó zijn de Zeeuwen. Ze nemen u ern
stig, had ik een reiziger nog net in den trein
hooren zeggen. Ze geven u precies bescheid
ze houden niet van half werk.
Zoo zullen zij ook doen wanneer de sirenes
en de stoomfluiten en de claxonneerende auto's
en de korte alarmberichten van Scheveningen-
radio hen Zaterdag 16 Mei sommeeren de stra
ten te verlaten of te zorgen, dat er geen licht
van hun huizen naar buiten dringt, omdat er
gevaar dreigt uit de lucht!
Zoo zijn de Zeeuwen!
Tusschen de stijlvolle muren van de
Middelburgsche Abdij, waar de zon
op de platte daken schijnt
Het is momenteel in de Nederlandsche
scheepsbouw-industrie bijna alles „Shell'' wat
de klok slaat. De tewaterlatingen en proef
tochten der nieuwe Shell-tankers volgen elkaar
met korte tusschenpoozen op en voorloopig is
het met de bedrijvigheid, die uit de schepen
order van de „Koninklijke Shell" voor onze
scheepswerven en aanverwante bedrijven voort
vloeide, nog niet gedaan. In de afgeloopen vier
maanden ging een tonnage van ongeveer 70.000
ton draagvermogen voor de „Koninklijke Shell"
te water, terwijl een viertal schepen met onge
veer 40.000 ton draagvermogen nog op stapel
staat.
Inmiddels hebben in de laatste weken drie
nieuwe Shell-tankers met goed gevolg proef-
gevaren, terwijl Donderdag wederom een proef
tocht van een nieuw Shell-tankschip plaats
vond. Ditmaal was het de 9100 tonner „Eulota",
gebouwd bij Wilton-Feijenoord te Schiedam,
welke op de Noordzee moest bewijzen, dat hij
aan de door de „Koninklijke Shell" gestelde
eischen voldeed.
Zooals te verwachten was bleek dit het geval
te zijn en in volle zee werd het schip door den
heer C. Zuiver, marine-superintendent bij de
„Koninklijke Shell", van de bouwers overge
nomen.
Namens de bouwers, Wilton-Feijenoord, sprak
de directeur, de heer Teschmacher, die hulde
bracht aan de „Koninklijke Shell" voor het
geen zij door haar omvangrijke orders voor de
Nederlandsche scheepsbouw-industrie in het
bijzonder en voor de Nederlandsche volkshuis
houding in het algemeen heeft gedaan.
De heer Zuiver dankte de bouwers voor het
prachtige werk, door hen verricht, en roemde
de prestaties van het Nederlandsche scheeps
bouwbedrijf, dat gedurende de laatste jaren
zooveel tankschepen voor de „Koninklijke Shell"
heeft kunnen bouwen.
Namens de gastvrouwe, de N.V. Bataafsche
Import-Maatschappij, verkoopkantoor van „Ko
ninklijke Shell"-producten, sprak de heer J.
Wefers Bettink, die de beteekenis van de Shell
voor de Nederlandsche industrie onderschreef
en prof. W. J. Andriessen, hoogleeraar aan de
Technische Hoogeschool te Delft, die dit we
reldconcern onder Nederlandsche leiding tevens
dank bracht voor de mogelijkheid om aan jonge
Nederlandsche ingenieurs, die aan sprekers lei
ding zijn toevertrouwd, ontwikkeling en werk
te verschaffen.
Ongeveer vijf mijlen uit de kust van het
Westland ontmoette de „Eulota" Hr. Ms. „De
Ruyter", den nieuwen kruiser van de Neder
landsche Marine, die thans op de Noordzee zijn
proeftochten maakt.
Nadat het vlaggesein was gewisseld, werd van
de „Eulota" het volgende telegram gezonden
aan den commandant van den kruiser, kapitein
ter zee Van de Sande Lacoste:
„Proeftocht-gezelschap „Eulota" „Koninklijke
Shell" wenscht u en uw état major en beman
ning alle succes met uw prachtigen bodem'.''
De commandant van de „De Ruyter" beant
woordde dit telegram als volgt: „Zeer bedankt
voor uw goede wenschen, waarbij onze harte
lijke gelukwenschen bij de nieuwe aanwinst
voor de Koninklijke Shell" en voor het be
haalde succes van Wilton-Feijenoord".
Met volle kracht stoomende, verdween de
kruiser, die, evenals de „Eulota", bij de werf
Wilton-Feijenoord is gebouwd dn Noordelijke
richting, nagestaard door de opvarenden van
den proefvarenden tanker.
De nieuwe tankboot van de Koninklijke Shell
zal reeds Zaterdag a.s. haar eerste reis naar
West-Indië aanvaarden.
Hieronder volgen de cijfevs, aangevende de
werk'cosheidsdagen in prjcenten van het
aantal dagen dat gewerkt had kunnen worden,
indien geen werkloosheid ware voorgekomen
der geheel en gedeeltelijk werkloozen onder
de georganiseerde werknemers, berekend door
het Centraal Bureau voor de Statistiek. Deze
cijfers geven voor elke „bedrijfsklasse" het
algemeen gemiddelde van de werkloosheid on
der de tot de verschillende takken van bedrijf
in elke bedrijfsklasse behoorende leden van de
organisaties, welke gegevens nopens de werk
loosheid dier leden aan het Bureau verstrek
ken.
Het totaal' aantal personen, van wie de werk
loosheid is nagegaan, bedroeg in Februari 1936
rond 544.000, onder wie 537.000 tegen werkloos
heid verzekerden. Het aantal werkloozen on
der hen bedroeg rond 216.400, onder wie 214.300
verzekerden.
Bedrijfsklassen
Febr. Febr. Jan.
1936 1935 1936
Aardewerkindustrie, enz. 67,8 55,3 67,3
Diamantindustrie 65,4 70,4 65,1
Drukkersbedrijven, enz. 20,1 17,1 19,9
Bouwbedrijven, enz. 57,4 53,3 60,1
Houtbewerking, enz. 52,- 50,3 55,7
Kledingindustrie 23,7 22,3 25,9
Lederindustrie 24,4 30,6 28,8
Steenkolenmijnen 18,4 2<1,8 20,1
Metaalindustrie, scheepsbouw 41,6 43,4 42,9
Textielnijverheid 30,3 32,9 30,7
Voedings- en genotm.bedrijven 23,- 20,1 23,-
w.o. tabak- en sigarenindustrie 29,- 25,9 29,4
Landbouwbedrijven, veenderij £<4,6(1) 29,5(1) 51,4
Visscherij 42,9 51,2 48,3
Handelsreizigers 12,9
Verkeerswezen 38,4
Handels- en kantoorbedienden 10,5
Toonkunstenaars 31,6
Overige kl. (vnl'. fabr.arb.) 33,8
Totaal, excl. landb.bedr. enz.
Totaal industrie
(1)) onvolledige opgaven
36,6
39,8
11.3
35,7
9,9
28,6
30.4
35.2
38.3
13,-
39,-
10,6
28.2
35,4
37,8
41.3
De minister van Sociale Zaken, mr. Slingen
berg, zal Maandag 4 Mei, des morgens te onge
veer half twaalf, het kamp voor jonge werk
loozen op het landgoed „De Baast", van den
burgemeester van Noordwijk en gelegen te Oos-
telbeers (N.-Br.) openen.
Deze plechtigheid zal o.a. worden bijgewoond
door Z. H. Exc. den Bisschop van 's-Hertogen-
bosch, Mgr. A. F. Diepen, het bestuur van de
nationale R.K. commissie voor Jeugd-werk-
loozenzorg en den hoofdinspecteur voor de werk
verschaffing, den heer Meyer de Vries.
Naar het Handelsblad ter oore komt, zijn de
besprekingen over het van 1 Mei af in werking
te doen treden Nederlandsch-Belgisch contin-
genteeringsaccoord (op dien datum is de jong
ste verlenging afgeloopen) tot een goed einde
gebracht.
De heer Suetens is met het ontwerp voor het
nieuwe accoord naar Brussel vertrokken, waar
de regeering zich met de bestudeering ervan
nog even moet bezig houden, gelijk eveneens
momenteel met de Nederlandsche regeering 't
geval is.
Wanneer alles naar wensch loopt, schijnt zeer
binnenkort de parafeering der nieuwe regeling,
die men thans voor een jaar schijnt te willen
doen gelden, te verwachten te zijn. Raiïïcale
veranderingen zou dit nieuwe accoord niet be
vatten.
De Oostenrijksche en Hongaarsche journa
listen, die, als gasten der K.L.M., een uitstapje
naar ons land maken, waren Donderdagmiddag
de gasten van den heer Lievegoed, chef van
den Regeeringspersdienst, op een thee in hotel
Wittebrug te Den Haag. Met de buitenland-
sche gasten waren aanwezig de Oostenrijksche
zaakgelastigde, graaf Orsini-Rosenberg, de se
cretaris der Hongaarsche legatie, de heer Pol
lack, de directeur der KIM., de heer Plesman,
verschillende hoofdambtenaren dier maat
schappij, vertegenwoordigers van de verschil
lende journalisten-organisaties en tal van
journalisten.
Degasten werden door den heer Lievegoed
en door den adjunct-chef van den Regeerings
persdienst, den heer Lambooy, ontvangen.
In een hartelijke toespraak heeft de heer Lie
vegoed ailen welkom geheeten. Hij sprak daar
bij vriendelijke woorden over Oostenrijk en
over Hongarije en wees op den idealen verbin
dingsweg. recht door de lucht, zonder eenigen
hinderpaal, welke ons, dank zij de vliegtech
niek en dank zij de K.L.M. en de met haar
samenwerkende maatschappijen gegeven is. Hij
sprak den wensch uit, dat het bezoek der
vreemde persvertegenwoordigers er veel toe zou
bijdragen om de banden van vriendschap tus
schen de landen aan den Donau en het land
van de Rijn-delta te verstevigen en nauwer
aan te halen.
In van veel waardeering voor de gastvrijheid
getuigende woorden hebben de heeren C. Rab
namens de Hongaarsche en dr. E. Wenger na
mens de Oostenrijksche journalisten bedankt.
Beiden wezen op de gevoelens van vriendschap
en dankbaarheid, welke reeds vele jaren in
hun landen jegens Holland bestaan en uitten
de hoop, dat het ons land in de toekomst wel
zou gaan.
Daarna bleef het gezelschap nog eenigen tijd
op de terrassen van het hotel bijeen.
Hedenmorgen vertrekken de Oostenrijksche
en Hongaarsche journalisten weer met het lijn-
vliegtuig van de K. L. M. naar Weenen en
Boedapest. Zij worden vergezeld door den heer
J. F. van Oldenborgh, vertegenwoordiger der
K. L. M. in beide genoemde steden.
Aan het Voorloopige Verslag der Tweede
Kamer over het wetsontwerp betreffende wij
ziging en verhooging van het tiende hoofdstuk
der Rijksbegrooting voor het dienstjaar 1936,
(industrie-financiering), wordt ontleend, dat
men vrij algemeen van oordeel was, dat de voor
gestelde wijziging van dit hoofdstuk eerst be
teekenis zal krijgen na het tot stand komen
van de wet betreffende de oprichting van de
„N.V. Maatschappij voor industrie-financiering".
Het had verscheidene leden teleurgesteld, dat
de regeering zoo weinig spoed betracht.
De N.V. Mij. tot Exploitatie van Staatsspoor
wegen te Utrecht heeft het maken van een
onderdoorgang en een duiker voor rioolwater
bij km, 29860 onder den spoorweg BredaRot
terdam bij den Spuiweg te Dordrecht, volgens
bestek no. 1679 s.s. gegund aan het Civ. In
genieurs-aannemersbedrijf v.h. fa. Gebrs. van
Crey, te Rosmalen, voor een bedrag van
ƒ261.500.
Zondag 3 Mei a.s. des namiddags om 2 uur
geeft de Graal te Berlijn, die, zooals men weet,
onder Nederlandsche leiding staat, in het Ufa-
Falast am Zoo een opvoering van een religieus-
cultureel spel ter eere van het Kruis, het
„Kruiskoor" genaamd, waaraan 250 dames,
meest studenten, haar medewerking verleenen.
De Bisschop van Berlijn zal bij de voorstelling
aanwezig zijn.
Naar wij vernemen, is de trawler Baldur, uit
IJmuiden, die het eigendom was van de Ver-
eenigde Exploitatie Mij., naar Noorwegen ver
kocht.
Bij Kon. Besluit is Ingesteld een bedrijfs-
raad voor de schoenindustrie.
Blijkens dit besluit worden geacht te be-
hooren tot de schoenindustrie de ondernemin
gen of gedeelten van ondernemingen, waar
de vervaardiging van schoenen, laarzen en
pantoffels langs fabriekmatigen weg ge
schiedt.
Het aantal leden en plaatsvervangende le
den van den bedrijfsraad zal acht bedragen.
De minister van Sociale Zaken heeft, op
voorstel van Gedeputeerde Staten van Gro
ningen, een provinciale rijkscommissie voor
werkverschaffing voor deze provincie in het
leven geroepen.
Bij K. B. zijn ingesteld bedrijfsraden voor het
tuinbouwbedrijf in Noord-Holland en in Zuid-
Holland.
Het aantal leden en plaatsvervangende leden
van deze bedrijfsraden is vastgesteld op 6.
Snel je kas en je weet, je
hebt me dit revolver zelf ver
kocht, het schiet verduiveld raak,
(Pearsons Weekly).
De piloot Balik en de mecanicien van het
de vorige week bij Elburg verongelukte Tsjechi
sche vliegtuig, hebben Donderdagmorgen het
Sophia-ziekenhuls te Zwolle, waarheen zij ter
behandeling van de opgeloopen kwetsuren waren
overgebracht, verlaten. Zi) hebben zich per
auto naar Amsterdam begeven. Zij zijn nog niet
geheel van hun verwondingen genezen, doch
meenden den terugtocht naar huis wel weer te
kunnen aanvaarden.
Intusschen zal de K.L.M.-arts, dr. Slotboom,
uitmaken, of de heeren heden zooals hun
bedoeling is freer naar huis kunnen ver
trekken.
Ook de president der Haagsche rechtbank,
mr. van Rhede van der Kloot, heeft heden in
kort geding opgeheven het door Buma bij het
Asta-theater aldaar, gelegde beslag op 1/3 van
de recette van de vertooning der geluidsfilm
„Savoy Hotel", welk beslag was gelegd ter ver
zekering van de betaling der voor de muziek
van deze film, volgens Buma verschuldigde
auteursrechten.
De Hooge Raad heeft arrest gewezen in de
procedure tusschen den makelaar B. te Rot
terdam en het Rotterdamsch Nieuwsblad. Het
Nieuwsblad heeft zooals bekend brieven
achtergehouden, welke de heer B. aan adver
teerders schreef. Het Nieuwsblad deed dit, om
dat de heer B. zijn bemiddelingsbureau aan
bood, in welke handeling een daad van con
currentie werd gezien.
De heer B. stelde de onrechtmatige daad en
eischte schadevergoeding: de rechtbank te Rot
terdam zoowel als het Hof te 's-Gravenhage
hebben de vordering afgewezen, waarop de
heer B. in cassatie ging.
De Hooge Raad heeft overwogen, dat het
Hof aan artikel 596 van het burgerlijk wetboek
een juiste toepassing heeft gegeven door uit
de feiten af te leiden, dat, zoodra de brieven
in de feiteiyke macht van het Nieuwsblad wa
ren gekomen, de adverteerders door middel van
het Nieuwsblad, het bezit daarvan verkregen.
Voorts heeft het college overwogen, dat de
bewering van eischer, dat het niet doorzenden
van brieven aan adverteerders geschiedde, zon
der dat het Nieuwsblad bij deze handelwijze
eenig redelijk belang had, te voren in dit ge
ding niet is te berde gebracht en dat zulks
niet met vrucht in cassatie kan geschieden.
De Hooge Raad heeft ten slotte onaanvaard
baar geacht de stelling, dat op grond van het
enkele feit, dat B. belang had bij het onver
wijld doorzenden van zyn brieven, het niet
doorzenden daarvan een onrechtmatige nala
tigheid jegens B. zou opleveren.
Op deze gronden is het cassatieberoep ver
worpen.
Voor het Gerechtshof te Leeuwarden stond
in hooger beroep terecht de 45-jarige M. B. te
Bolsward, die ervan beschuldigd werd, zyn
duim te hebben afgehakt om in het bezit te
komen van een zeer hooge verzekeringspremie
(ƒ18.000). Hij was door de Rechtbank te Leeu
warden voor dit feit, dat zich in Augustus 1931
afspeelde, veroordeeld tot acht maanden ge
vangenisstraf.
De procureur-generaal eischte Donderdag
middag één jaar en zes maanden gevangenis
straf.
Voor de Bossche rechtbank stond Donderdag
terecht de 54-jarige metselaar H. C. de W., die
op Nieuwjaarsdag van dit jaar twist had ge
kregen met zijn buurman, den 54-jarigen v. d.
B. De W. had zyn buurman, die hem lastig
viel, met een knuppel zoodanig mishandeld,
dat de man later is overleden.
Wegens doodslag eischte de officier van jus
titie vijf jaar gevangenisstraf.
De verdediger achtte opzet om te dooden niet
bewezen.
Uitspraak over 14 dagen.
Donderdagmiddag is op het Hooyt te Utrecht
een ernstig ongeval gebeurd.
De 72-jarige G. J. V., oud-koster der St.
Willibrorduskerk, die tegen vyf uur bezig was
werkzaamheden te verrichten aan de pui van
zijn huis, is daarbij tengevolge van een onge
lukkige manoeuvre van het dak gevallen. Hij
verwondde zich bij dezen val zóó ernstig,
dat hy in zeer deerniswekkenden toestand
moest worden opgenomen.
De ongelukkige werd naar het St. Antonius-
ziekenhuis overgebracht, waar hij tengevolge
van de bekomen verwondingen is overleden.
De politie te Gouda heeft als verdacht van
onregelmatigheid by de behandeling van post
stukken den kantoorknecht der posteryen W.
B. in arrest gesteld.
In verband met den Poolschen nationalen
feestdag (Zondag 3 Mei), zal op Zaterdag 2 Mei
om half tien in de Sint Jacobuskerk te 's Gra-
venhage een plechtige H. Mis worden opgedra
gen. Op Zondag 3 Mei zal tusschen 5 en 7 uur
voor de leden van de Poolsche kolonie en voor
vrienden van Polen op de legatie van Polen te
'sGravenhage de gebruikelijke receptie wor
den gehouden.
Bij K. B. zijn benoemd:
In de provincie Gelderland: met ingang van
1 Juli 1936, tot heemraad van het polder
district Arnhemsche en Velopsche broek D. Lij-
berse te Arnhem;
in de provincie Noord-Holland: met Ingang
van 1 Mei 1936, tot dijkgraaf van het hoog
heemraadschap Waterland J. Versteeg Jr., te
Monnikendam.
Bij K. B. is toegekend de aan de orde van
Oranje-Nassau verbonden eere-medallle in zil
ver, aan B. Twigt, baas by de N.V. C. van der
Giessen en Zonen's scheepswerven te Krimpen
aan den IJsel.
Bij K. B. is bevorderd tot commandeur in de
orde van Oranje-Nassau de heer G. J. Staal,
oud-gouverneur van Suriname.
By K. B. is benoemd tot ridder in de orde
van Oranje-Nassau, J. van Woerkom, hoofd
der openbare school voor zwakzinnigen te Arn
hem.
Bij K. B. is aan den heer J. J. van Male te
Amsterdam op zyn verzoek met ingang van 1
Juli 1933 eervol ontslag verleend als hoofd
inspecteur van den arbeid, onder dankbetui
ging voor de vele belangrüke diensten, door
hem aan den lande bewezen.
Bij K. B. is aan mr. C. J. J. de Joncheere op
zijn verzoek met ingang van 1 Mei 1936 eervol
ontslag verleend uit zijne betrekking van vice-
president van de arrondissementsrechtbank te
'sGravenhage, onder dankbetuiging voor de in
rechterlijke betrekkingen bewezen diensten, en
is als zoodanig benoemd mr. A. N. Kuhn, thans
rechter in gemelde rechtbank.
Bij K. B. is met ingang van den eersten Mei
1936 verleend de titulaire rang van kapitein ter
zee aan den gepensionneerden kapitein-luite
nant ter zee titulair J. N. de Ronde, laatsteiyk
secretaris van den Marineraad.
Bij beschikking van den directeur-generaal
der P.T.T. is, met ingang van 16 Juni 1936,
aangewezen als directeur van het post- en te
legraafkantoor te Terborg, de referendaris 2e
klasse der P.T.T., J. Liedermooy, thans direc
teur van het P.T.T.-kantoor te Groenlo.
inNMNniiaiHiiuimHiMniiiiwMindiiiaMHHiuiiiiiiiuiiiMuiiiiiittMiim"
13
„Hallo, met Bachoffner? Met Sayle. Ja, lnjk
eens hier, u heeft onder uw medewerkers een hy
of een rij, die zich „Bystander" noemt. lederen
morgen vult die vriend een kolom onder de ru
briek „Wat men moet weten." Juist. Welnu, die
persoon heeft zich de laatste veertien dagen ten
onzen koste vermaakt, 't Is een buitengewoon
nieuwsgierig jongmensch. Hem wacht hetzelfde
als Wandsworth als hy cms nog langer tot mik
punt neemt in zyn lasterlijke satyren. Wilt u
hem aan zyn verstand brengen, dat .Bystan
ders" geen deelnemers zyn, niet waar? Wat blieft
n? Onaantastbaarheid van de pers? Geef hem
den raad ons 'n week of twee met rust te laten.
Dank u!"
Sir Arthur hing de telefoon weer op met een
geheimzinnig lachje.
„De onschendbaarheid van de pers!" scham
perde hy, en verdiepte zich in zyn brieven.
Bryce nam de telefoon op.
Bonden Wall, vier, negen, negen, drie, juist
Londen Wall, vier, dubbel negen, drie-ie!"
„In welke kamer bevindt zich op het oogen-
blik Farrel Massey, uest?" vroeg sir Arthur,
die by die vraag aan de deur bleef staan.
„Acht en veertig, mynheer," antwoordde Guest.
„Dank u."
Sir Arthur ging heen.
„Hallo," 'orombeerde ryce, „hallo, mynheer
Wace daar? Wilt u even kijken?"
Hij keek boos en wachtte met ongeduld, terwijl
de dienstbode aan 't andere eind van den draad
naar alle waarschijnlijkheid haar belofte aan
het vervullen was, mijnheer Wace te zoekten.
„Niet aanwezig? Wilt u alstublieft zoo goed
zyn hem bij zyn thuiskomst te zeggen, dat in
specteur Bryce hem even wilde spreken?"
Guest, die zyn verrassing liet blijken over deze
ingewikkelde woorden, keek Bryce vreemd aan.
„Wil je by Leslie gaan visschen?" vroeg hy.
„Ja," kwam het bondig.
„Je wou zeker weten, wat hy uitvoerde," ver
volgde Guest, doch als antwoord volgde een
nietszeggend gemompel.
„Je gaat je gang maar. Misschien kan Ik ook
nog wat aas voor je aan den hengel slaan?" ver
onderstelde Guest. Doch een onvriendelijk ge
brom was het loon voor zyn vriendschappelijke
poging hem van dienst te zyn.
Omstreeks een uur of tien werd er aan de deur
geklopt, en als antwoord op het korte „binnen"
van Guest bracht een bediende Leslie Wace
binnen.
„Mijnheer Wace, mynheer."
„Goeden morgen, Leslie," groette Guest.
Leslie knikte en ging zitten,
„Ik wilde u eenige vragen stellen over den af
geloopen nacht," bulderde nu opeens Bryce, die
rood werd, toen hy zag hoe Leslie's blikken zich
op zyn gezwollen neus richtten.
„Gaat uw gang," antwoordde Leslie. „In den
slag geweest? Guest eveneens. Wat mankeert
uw arm, inspecteur?"
„Zyn arm en myn neus gaan je niets aan,"
viel Bryce vinnig uit, „de kwestie is, waar ben
je gisterenavond heengegaan, toen ze je opbel
den?"
Wace keek ietwat onrustig naar den inspec
teur.
„Ik-e-ik had een afspraak," zei hij zacht.
„Wat voor een?"
„Privé!" Leslie's stem klonk wat bitter.
„Natuurlyk. Ik bedoel met wien?" zei Bryce
knorrig.
„Moet ik daarop antwoorden?" vroeg Leslie,
die een weinig beschaamd leek.
„U zoudt mij ten zeei-ste verplichten."
„Welnu, met een dame," vertelde Leslie be
schroomd en met het gezicht van een doodgra
ver.
„Zou het onbescheiden zyn te vragen met
welke dame?' vroeg Bryce.
„Ja zeker" In dit korte antwoord lag een niet
te miskennen wrevel.
Bryce trok zyn wenkbrauwen op, doch bleef
zwijgen.
„Mag ik u vragen, waar u zich bevond tus
schen twaalf uur en half vier?" ging hij voort,
„Ook op die vraag ben ik zoo vrij niet te ant
woorden," sprak Leslie, terwijl zyn gelaat zyn
opkomenden toorn verried.
„Laat ik u de vraag anders stellen," onder
brak Bryce hem zoetsappig. „Hoe laat nam u
afscheid van die dame?" Leslie Wace rees over
eind, terwijl verontwaardiging op zijn gelaat te
lezen stond.
„Dat noem ik toch al te verregaand," protes
teerde hy woedend. „Ik ben niet van plan om
me over zuiver particuliere aangelegenheden te
laten uithooren!"
Bryce negeerde zyn uitbarsting.
„Wilt u ons tenminste vertellen, of u zich
omstreeks dien tyd in de nabijheid van Chat-
terton's huis bevond?" vroeg hij.
„Neen, daar was ik niet," zei Leslie.
„Dank u, dat is alles," beëindigde Bryce.
„O, als ik vragen mag, hoe dénkt men er
over?" wilde Leslie weten.
Guest kwam tusschen beiden, terwyl hy een
bevredigend gebaar met zyn hand maakte.
„We wenschen enkel zekerheid te hebben, dat
u om dien tijd niet in de buurt was," zei hy op
zachten toon. „U heeft het nieuws zeker al ver
nomen? Mooi zoo. Wy Wenschen natuurlyk op
de hoogte te zijn met de bewegingen van een
ieder, die, zy het ook slechts zijdelings, in ver
band staat met dat betreurenswaardig voorval."
„Lieve hemel! U verdenkt my er toch niet
van, dat ik iets heb uit te staan met den moord
op Venning, is 't wel?" wierp Leslie verbluft te
gen, terwijl angst en ontsteltenis op zyn gelaat
te lezen stonden.
„We vermoeden niets," mompelde Bryce. „We
zoeken bijzonderheden omtrent den moord, maar
uw antwoorden zouden een vermoeden rechtvaar
digen."
„Nu, als dat alles is, dan ga ik," zei Leslie nu
een toontje lager. .Aangezien ik geen inspecteur
van politie ben, heb ik mijn werk!"
Die opmerking deed Guest lachen, doch ze er
gerde Bryce.
„Brutale dwaas," snoof deze. „In ieder geval,
we hebben vat op hem. Dat is duidelijk."
„Dat ezelsjong bracht zyn tyd dus door met
naar haar oogen te kijken en haar goeien dag
te zeggen! Een nacht op het bureau zou hem
goed doen, dien leelijken nietsnut!"
Boos fronste hy zijn voorhoofd.
„H'm," stemde Guest in. „Heer, hoe dwaas
zyn deze schepselen! Tusschen twee haakjes,
dat is uit Shakespeare."
Bryce keek wantrouwig op naar zyn collega,
onzeker of dit citaat op hem van toepassing werd
bedoeld, of op Leslie Wace.
„Er is nog veel van dén afgeloopen nacht, dat
opgehelderd dient te worden," bromde de man
met den gehavenden neus, terwyl hy dat orgaan
stevig vasthield en zyn betoog nogal verward in
leidde. „Vreemd, dat Myra 't zelfde zou verkla
ren!"
„Vrees en vermoeidheid," antwoordde Guest.
„Bovendien, zy is een meisje, weet u." Naden
kend legde Bryce zyn vinger tegen het puntje
van zyn neus.
„Ja, maar zy zat tegenover Venning," ant
woordde hij prompt.
„Chatterton en ik eveneens," was het tegen-
woord. „Daar hebben we het al over gehad."
Bryce werd geprikkeld omdat de ander zoo
kort aangebonden was.
„En," vervolgde Guest, „jy bent de chaperon
van de dame, ik niet."
Op welk gezegde inspecteur Bryce, bij de ge
dachte aan zyn laatste mislukking om bij de
dame in kwestie betrouwbare informaties in te
winnen, zich niet verplicht achtte te antwoor
den.
Niettemin, toen hy de kamer weer in oogen-
schouw nam, waar het drama zich had afge
speeld, dienzelfd'en avond van de mislukking om
een draad te vinden, die de gebeurtenissen van
den laatstten nacht verklaarbaar maakte, kon
Bryce 'n verdenking van Myra maar niet van zich
afzetten.
Op haar plaats gezeten, liet hij de misdaad
weer aan zyn herinnering voorbijgaan en zocht
tevens te ontdekken, waar een kogel, door haar
afgeschoten, terecht moest komen. Toen hij dat
punt bepaald had, ging hij de kamer door en
bestudeerde zorgvuldig de lambrizeering boven
den stoel, waarin Venning gezeten had.
In een oogwenk had hij het gat ontdekt, waar
uit Weston, de reus in burger, den kogel verwij
derd had. Toen hij den juisten hoek opnam,
zooals de kogel in het hout gedrongen was, kwam
Bryce tot het besluit, dat het schot van Guest
moest geweest zijn, maar daarom stond het nog
niet vast, dat Myra een van de beide schoten
gelost had, n.l. dat Venning gedood en Guest
verwond had. Het eenige te haren gunste én
van zeer groot belang was het feit, dat zij zich
niet had kunnen bewegen, zonder dat de oude
Chatterton het gezien of gehoord moest hebben
en het zou allerminst aan te nemen zijn, dat de
oude haar uit eén zekere misplaatste ridderlijk
heid voor den arm van het gerecht wilde be
schermen.
(Wordt vervolgd.)
4