Zoekt gij betrouwbaar
Personeel? I
I Plaats dan'n „Omroeper
I voor 80.000 gezinnen
R.K. Oratoriumvereeniging
BRIEVEN UIT BORNEO
Zeden en ge
woonten
Esposii
Laatste Nieuws
Zeelandia heden
naar den slooper
LOFRIJKE RECENSIES
Wie helpt pater Staal?
DELIA STi
CITTA DELVATICANO1936
Uit Vaticaanstad
N-l-E-T-N-A-A-S-T-E-bK-A-A-R
gnniiiiiiiiiiiiiiiiiiniiniiiininiiiiiiiiiiiinniiininiiiiiiniiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiig
DONDERDAG 7 MEI 1936
STADSNIEUWS
Schitterend debuut van den nieu
wen dirigent Ed. van Beinum
Prachtig gezongen
O.H.C.
Het Volk
Uit het Alg. Handelsblad
En ten slotte uit de Maasbode
Veiling van bibliotheken
VOOR DE STILLE ARMEN
Mooi Zandvoort
Personalia
Badhuizen „Witte Kruis"
P.V. „De Bonte Duif"
AOMA
VEPIT
:tis
Vreemdelingen in het
bedri j f sleven
Regeling van het zelfstandig
uitoefenen van beroepen
HEEMSTEDE
SANTPOORT
Van de eens zoo prachtige vloot
van den K.H.L. rest dan alleen
nog de Flandria
Laatste reis buitenom
De haringvisscherij
Nieuwe collectieve arbeids
overeenkomst
De „Hindenburg" naar
de V.S. vertrokken
Ernstig auto-ongeval bi)
Werver shoof
Vijf personen gewond
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Zooals gebruikelijk, geven wij hier de re
censies over de uitvoering van de R. K. Ora
toriumvereeniging in de andere bladen weer:
In ..Haarlems Dagblad" 6chrijft Karei de
Jong o.a.:
Het is ondoenlijk, den kwistigen, ja over
stelpenden rijkdom van indrukken, dien de uit
voering der R. K. Or. Ver. gaf, binnen de per
ken van een munekverslag, al was 't maar
benaderend, weer te geven. Hoe zou dat ook
kunnen, waar drie der allergrootste muzikale
genieën tot ons spraken in werken, die zoo al
niet door omvang, dan toch door inhoud tot
hun meest beteekenende behooren?
Waarom, zou men willen vragen, waren nog
zooveel plaatsen onbezet? Dit was toch een
uitvoering, die elk spoor van tendens in een
bepaalde richting miste, en dus aan een ieder
tot geestelijk profijt kon strekken; een uitvoe
ring, die in de eerste helft het genie der Pro-
testantsche meesters Handel en Each, in de
tweede het niet minder groote van den Katho
liek Verdi huldigde! Daar zaten, op de eere
plaatsen, hooge geestelijke en wereldlijke auto
riteiten naast elkaar: waarom was de élite der
Iïaarlemsche muzieikminnenden niet voltallig
aanwezig; waarom kwamen zij niet genieten
van de glorieuze pracht die uit Handel's Hal
lelujah straalde, van de innigheid en diepe
menschelijkheid, die in Bach's Cantate ge
openbaard werd. van de enorme dramatiek en
de hooge melodische schoonheid, die in Verdi's
„Stabat Mater" en „Te Deum" den hoorder
beurtelings overweldigen en bekoren?
De uitvoering beteekende een schitterend de
buut van den nieuwen dirigent Eduard van
Beinum. Welk een kleur, welk een levendig
heid in de contrasten wist hij aan te brengen!
En hoe goed kon men bemerken, dat hier de
leider van het koor ook een ervaren en door
en door kundig orkestdirigent was, die zijn
intenties op het Utrechtsch Stedelijk Orkest
volkomen wist over te brengen, zoodat dit voor
hem een willig instrument werd. En de keuze
van de twee werken van Verdi, die buiten het
gewone repertoire vallen en hier dan ook nim
mer tevoren uitgevoerd werden strekt Van
Beinum tot eer.
Van de beide solisten. To van der Sluis en
Laurens Bogtman, kan men eveneens slechts
met lof gewagen, zoowel wat hun zangkunst
en stemmiddelen, als wat de opvatting hunner
partijen betreft. De concertmeester Jan Oellers
speelde de vioolsolo in een der aria's der Can
tate op een wijze, die allen bevredigde.
En het koor er was slechts één roep over
hetgeen Van Beinum in korten tijd daarmee
bereikt had. Slagvaardig, mooi van klank, dui
delijk in de uitspraak, tot elke nuanceering in
staat, leverde het een belangrijk aandeel in het
welslagen van deze uitvoering.
In de O. H. C. oordeelt Jos. de Klerk:
Het eerste concert der R. K. Oratoriumver
eeniging, onder haar nieuwen dirigent Eduard
van Bemum, is een succes van beteekenis ge
worden. Van Beinum heeft onmisbaar het
cachet van zijn artistieke persoonlijkheid aan
deze uitvoering gegeven, zoowel in zijn pro
gramma als in de viriele wijze, waarop het vo
caal en instrumentaal vertolkt werd.
Het Halleluja, van Handel, werd dynamisch
tot uitersten opgevoerd, en ging met een stu
wing, zooals alleen de machtige spanning van
een rasartist als een Van Beinum kan weten
te bereiken. Daarbij was zeer effectvol het in
gehouden „Der Herr wird König sein".
Een bezielde interpretatie van de Bachcan-
tate „Selig ist der Mann" toonde aan, hoe le
vend deze muziek is, wanneer men niet
schroomt haar de menschelijke accenten te
geven waar ze eigenlijk om vraagt, en die haar,
uit slecht begrepen puritanisme, zoo vaak ont
houden worden. Dat levend maken hoeft nog
geen versuikerd romantiseeren te worden. Wat
dit betreft, daar waakte de gezonde muzikale
zin van de vertolkers wel voor. Het was een
lust om de strijkers van het U. S. O. aan*het
werk te hooren, warm en bezield van toon, en
ook, waar de structuur van een allegro-thema
het als 't ware voorschreef, strak en droog.
Laurens Bogtman spande al zijn vocale krach
ten in, om op de impulsen van den dirigent,
aangegeven in de ritornels, te reageeren. Zijn
coloratuur-aria was een mooi staaltje van
zangtechniek.
Verheven en stralend was tevens de vertol
king van de sopraanpartij door To van der
Sluys, en heerlijk klonk van het koor het
plechtige slotkoraal van deze fraaie dialoog-
cantate.
De continuo op het orgel (bespeeld door O.
Koop) voldeed goed.
Na de pauze hoorden ^ij een werk, dat in
onze stad voorheen nog nooit uitgevoerd werd,
n.l. Verdi's „Stabat Mater" en ,.Te Deum".
Het is een dankbare, maèr zware taak voor
het koor, om deze werken van Verdi te ver
tolken. Het „Te Deum" vooral eischt veel in
zijn dubbelkorige bezetting, en het was dan
ock slechts op het randje af, dat het mannen
koor, dat niet zeer uitgebreid is, zijn alter-
neerende gedeelten kon laten hooren. Hier was
de zwakke plek van de samenstelling van het
koor duidelijk te vernemen. In de groote en
sembles viel dat niet zoo op. Waar de bassen
samen het soli-gedeelte zongen, klonk dat zelfs
zeer fraai. Een dergelijke soli-passage van de
alten (Tui nati vulnerati) stond daar effect
vol tegenover in haar zuivere uitdrukking.
Het was verrassend hoe rhythmisch stevig
en met welke prachtige accenten in de voor
dracht Van Beinum plastiek aan den koor
zang verleende. Ik denk hier bijv. aan het
staccato bij „Dum emisit" van het „Stabat
Mater", en vooral aan de intense uitdrukking
van de sopranen bij „quos pretioso" in het
„Te Deum".
De verwikkelingen, die Verdi brengt bij „Tu
devicto", werden schitterend gerealiseerd en de
hooge b's van de sopranen schalden met brio
door de zaai.
Bij dit alles kwam nog de weelde van den
zuiveren orkestklank, rhythmisch scherp en
nobel van klem.
De magistrale verklanking van deze beide
Verdi-composities, opent een mooi perspectief
v'oor de ontwikkeling van het koor. Maar dan
zal de bezetting van de heeren-groepen nog
belangrijk moeten versterkt worden.
De heer H. W. P. schrijft in „Het Volk":
Vol verwachting begaven wij ons naar het
met planten en palmen feestelijk versierde
Concertgebouw, waar de R. K. Oratoriumver
eeniging haar voorjaarsconcert zou geven. Die
verwachting gold de uitvoering van twee be
langrijke, onbekende Verdi-werken. Een daad
van den nieuwen dirigent der Oratorium-ver-
eeniging, Eduard van Beinum, die getuigt, dat
hij frisch jong leven in de muzikale brouwerij
wenscht te brengen.
Merkwaardig frisch, jong leven door de
opvoering van twee werken, die een tachtig
jarige even voor zijn dood heeft gecomponeerd:
een Stabat Mater voor vierstemmig koor met
orkest en een Te Deum voor achtstemmig koor
en orkest.
Van Beinum heeft van beide werken een
warme, levendige reproductie gegeven en men
heeft de overtuiging gekregen, dat alles met
de grootste zorg was voorbereid.
Het koor van de R.K. Oratoriumvereeniging
heeft prachtig gezongen. Men zou zeggen, dat
men weer aan klankschoonheid gewonnen
heeft.
Ook vóór de pauze (Verdi's werken vormdeil
het tweede deel van het programma) heeft
men van veel schoons kunnen genieten, al wa
ren hier bekendere klanken. Het „Halleluja"-
koor uit Handei's Messias was mooi van klank,
doch het klonk volgens ons gevoelen wat
strak, te veel van gelijke toonsterkte.
De daaropvolgende Bach-cantate No. 57, „Be-
lig ist der Mann", was een ware verkwikking
voor het oor.
To van der Sluys zong hierin de sopraan
partij met warme overtuiging, rustige zeker
heid en volmaakt tekstbegrip; een prestatie,
die ontroerde en diepen indruk maakte.
Laurens Bogtman gaf ons eveneens menig
mooi oogenblik, al is zijn lage register niet al
te sterk. Zijn sympathieke stem en voordracht
vergoeden echter deze kleine zwakheid.
Zeer mooi klonk de sopraan-aria „Ich en-
demet de door den heer Oellers uitne
mend gespeelde viool-solo.
Indrukwekkend was het choral „Richte dich,
Liebsteen vooral het machtige slotkoor
„Lobe den Herren
Olivier Koop verzorgde op verdienstelijke
wijze de orgel-partij en het medewerkende
Utrechtsch Stedelijk Orkest, heeft door zijn
correct en beschaafd spel een groot deel tot
het succes van den avond bijgedragen.
Het was wel een bijzonder interessant en in
zijn beknoptheid ook alleszins aantrekkelijk
programma, waarmede Eduard van Beinum
gisteravond het leiderschap van de Haarlem-
sche R.K. Oratorium Vereeniging aanvaardde.
Johann Seb. Bach's Cantate voor den tweeden
Kerstdag „Selig ist der Mann" (No. 57) en
twee van Giuseppe Verdi's „Quattro Pezzi Sa-
cri," te weten het vierstemmig Stabat Mater en
het achtstemmig Te Deum, welke twee* werkjes
in tegenstelling met de beide andere van deze
reeks door den componist van een orkestrale
begeleiding zijn voorzien.
Ons zoo menigmaal hooggeroemd concert
leven vertoont toch dikwijls merkwaardige ge
breken, met name wat repertoire-keuze en het
geen daarmede samenhangt aangaat. Of is het
niet merkwaardig dat men Verdi's „Pezzi Sa-
cri" niet dan bij zéér hooge uitzondering hoort
vertolken, dat speciaal deze beide instrumen
taal begeleide werkjes zoo goed als nimmer in
onze concertzalen hebben geklonken? Hoeveel
schade men zichzelf daarmede doet de uit
voering van gisteravond heeft dat overtuigend
kunnen bewijzen. Want het is stellig niet te
veel gezegd, wanneer men dit Stabat Mater er.
dit Te Deum rekent tot de meesterwerken der
vocale litteratuur.
Men mag Eduard van Beinum de, niet ge
ringe, eer geven dat hij met zijn koor en even
zeer met het, voortreffelijk secondeerend.
Utrechtsch Stedelijk Orchest Verdi's partituren
bijzonder mooi tot uitvoering heeft gebracht.
Er is klaarblijkelijk bijzonder hard en met hoo-
gen ernst gewerkt en daarvan droeg de ver
tolking dan ook de duidelijke sporen: Van
Beinum leidde met groote soepelheid en mee-
sleepend élan en al bleken de tenoren in het
koor vooralsnog de zwakke stee, er is toch met
fraaien ensembleklank, rhythmische nauwge
zetheid en zeer mooie accentueering gezongen.
Dat.was ook het geval in het afsluitend koraal
van Bach's dialogus-cantate „Selig ist der
Mann," waarin To van der Sluys en Laurens
Bogtman hun partijen prachtig en met groote,
vaste expressiviteit zongen. De instrumentale
bezetting was hier intusschen wel wat aan den
zwaren kant, met wat minder ware ongetwijfeld
een doorzichtiger klankbeeld bereikt geworden.
Olivier Koop verzorgde de (orgel-)continus zeer
naar behooren.
Het was niet alleen feest voor de leden van
de R.K.O.V. die voor het eerst hun nieuwen
bisschop en beschermheer in hun midden za
gen, het was ook voor de muziekbeoefening in
de Spaarnestad een goede avond. Eduard van
Beinum, weer teruggekeerd in Haarlem, stond
voor het eerst voor de R.K.O.V. en op slag
veerde het muziekleven op. Er was weer iets te
doen in Haarlem.
Het was intusschen teekenend voor den ge
middelden stand van ons vaderlandsch concert
leven, dat er reeds iets bijzonders gaande kon
zijn naar aanleiding van..., Verdi.
En verder:
In deze sfeer van ongerepte vreugde aan het
scheppen en musiceeren heeft Van Beinum de
uitvoering ook verheven, waarvoor hem, daar hij
voor het eerst met het koor samenwerkte, bij
zondere lof toekomt. Temeer daar Verdi den
zang groote moeilijkheden bereidt. Wellicht is
het Te Deum met zijn dubbelkorige structuur
nog zwaarder dan het Stabat Mater, dat overi
gens, wat de intonatie betreft al moeilijk ge
noeg is. Maar belangrijker dan deze technische
problemen is het nog om door de noten heen
den geest van deze barokke muziek met haar
mengeling van Gregoriaansche modi, ingewik
kelde polyphonie en onbegeleide eenstemmig
heid, te treffen. Het is Van Beinum prachtig
gelukt en als er ruimte bleef voor eenige aan
merkingen, dan betreft dit uitsluitend de kwa
liteit van het koor, die nog niet zoo perfect is
lal had Van Beinum indien wij ons niet ver
gissen geselecteerd), als men voor een uitvoe
ring van dit niveau zou wenschen. Vooral de
tenoren bleken een zwak.punt.
Daarvoor had Van Beinum na het Hallelujah,
uit „The Messiah," waarmee het koor Mgr.
Huibers begroette, de cantate „Selig ist der
Man" van J. S. Bach, uitgevoerd, over welk
werk wjj kort geleden naar aanleiding van een
uitvoering te Amsterdam nog schreven. Ook nu
was de uitvoering in vele opzichten te loven,
maar men moest ook nu weer constateeren,
dat de bezetting te zwaar en onevenwichtig, de
tempi met name in het slotkoraal te sleepend
waren. Overigens hoorde men hier een uitmun
tende baspartij van Laurens Bogtman, terwijl
ook To v. d. Sluys fraaien zang te genieten gaf.
De R.K.O.V. mag zichzelf met dezen avond
geluk wenschen en hopen, dat zij lang de lei
ding van Van Beinum mag behouden.
Op 18 en 19 Mei a.s. zal in het Parkhotel
te Amsterdam door den Boekhandel en Anti
quariaat P. A. Gemeryck te Amsterdam ge
veild worden de bibliotheken van wijlen mr.
J. Gerritsz, wethouder van Haarlem, prof. Hugo
Sinzheimer, bijzonder hoogleeraar te Amster
dam en Leiden en van mr. C. te Amsterdam.
Ingekomen: H. M. S. S. 25.—; Giro J. D.
2.50.
De commissie voor de stille armen doet ons
opgave van bovenstaande voor haar ingekomen
bedragen en voegt daaraan toe:
Wij zijn den gevers van deze bijdragen har
telijk dankbaar voor hun milde gift en hun
sympathieke medewerking en hopen dat hun
voorbeeld navolging moge vinden. Dat is noo-
dig juist nu! In dezen tijd waarin de heerlijke
herleving van de natuur zoo tot ons spreekt,
lijkt het of men algemeen denkt, dat met de
lentezon, met de bloemen en de orgelende vo
gels, alle kilheid, alle zorgen en kommer, tot
eind November uit dc wereld zijn. En inder
daad het is moeilijk om bij den kleurenrijkdom
onzer velden, bij het vertier en verkeer van
per bus, trein, tram, auto en fiets uit zijnde
menschen, bij den juichtoon die via de radio
uit zooveel duizend kelen van in goeden doen
verkeerende Hollanders, van het voetbalveld
te Brussel opstijgt, te denkendat er zijn
die vroeger ook paradeerden en voetbalden en
die nu, na de Vroegmis, niet meer zijn uit
gegaan.
Nieuw?.... 't Kan niet, er is zoo weinig be
schikbaar; zooveel noodig. Thuisblijven, bid
den, hopen!
Kom, helot ook nu!
Giften worden gaarne in ontvangst geno
men aan het bureau onzer courant, bij de le
den onzer commissie. Penningmeester P. J.
Busé, Gasthuissingel b 4, Postgiro 13543.
De raadzaal van het Zandvoortsche ge
meentehuis is gerestaureerd en om die meta
morphose te zien had de heer Van Alphen,
burgemeester van Zandvoort gisterenmiddag
de pers uitgenoodigd een kijkje te komen ne
men. Na afloop daarvan werd een conferentie
gehouden, waarin hij o.a. mededeelde, dat in
dertijd de heer Tuschinski, toen hij in Zand
voort het Straperlo-spel liet beoefenen, aan
de gemeente 15.000 had geschonken om deze
te besteden voor verschillende verfraaiingen.
Van die som is o.a. de raadzaal verfraaid.
Verder deelde de burgemeester mede dat over
drie weken de Zandvoortschelaan gereed zal
zijn om talloozen bezoekers toegang tot zijn
gemeente te verleenen. Ook vertelde hij, dat
de Strandweg aanzienlijk zal worden verbreed
en verfraaid en dat Zandvoort in 1938 waar
schijnlijk vol-automatisch op het telefoonnet
van Haarlem zal zijn aangesloten. Over de
spoorbaan nabij het Casino zal een betonnen'
brug worden gebouwd, wat een heele verbete
ring zal wezen. Bij wijze van proef zal in den
komenden zomer op niet drukke dagen het
parkeeren in de minder drukke straten wor
den toegestaan.
Bij de te 'sGravenhage gehouden Staats-
herexamens voor muziek, is voor het theore
tisch gedeelte l.o. geslaagd de heer J. H. G.
Tegel te Santpoort, leerling der Toonkunst-
school alhier.
Het aantal genomen baden in de afgeloopen
maand April was:
Badhuis Koudenhorn 943 mannen, 390 vr.,
166 baden werkloozen, totaal 1499;
Badhuis Leidscheplein 1352 mannen, 660 vr,
521 schoolbaden, 254 baden werkloozen, to
taal 2787;
Badhuis Schotersingel 1695 mannen, 783 vr.,
829 schoolbaden, 239 baden werkloozen, to
taal 3546;
Badhuis Hofdijkplein 1413 mannen, 650 vr.,
667 schoolbaden, 450 baden werkloozen to
taal 3180;
Badhuis van Egmondstraat 1670 mannen,
979 vrouwen, 646 schoolbaden, 614 baden werk
loozen, totaal 3909.
Bovengenoemde vereeniging van postduiven-
liefhebbers hield Zondag 3 Mei een wedvlucht
van Vilvoorden, afstand 163 K.M., wind N.O.
De prijzen werden behaald als volgt: F. M.
Heerkens Thijssen 1 2 6 16 17, Gebr. v. d.
Linden 3 7 8, P. H. Brakel 4 5 13 18, W. J.
der Kinderen 9, H. J. Loman 10 11 14, J. J.
Kan 12 15.
Natuurmenschen leven voor het tijdelijke al
leen. Zij zijn goed, d. w.z. iedereen houdt zich
aan de wetten der gemeenschap, hun gebruik,
conventie, sociale leven. Niemand die opzet
telijk daartegen zou handelen. Dat zou zonde
zijn! En zonde wordt gestraft door geesten met
tijdelijke straf. Ze behoeven dus niet „gesnapt"
te worden. Straf blijft op'n overtreding niet uit.
Ziekte, dood (vooral van kinderen) slechte
oogst, te veel regen, sterfte van varkens en
kippen, 't afwaaien van bloesems en tè jonge
vruchten.
Slechte menschen worden zoo gestraft in dit
leven. Ze gelooven allen in een leven na den
dood. Daar schijnen allen hetzelfde lot te on
dergaan. Ze zijn erg vaag: weten niet hoe zich
dat voor te stellen. Ze praten er liever niet over,
want dat is de geesteswereld. Geesten zijn van
die rare schepsels, die je veel onheil kunnen
berokkenen.
Als iemand thuis komt met een zelf-gesnel-
den menschenkop. dan is hij eep held; als hij
thuis komt met een klein kinderkopje, dan is
hij nog grooter held! Dat is niet slecht, dat is
goed, prijzenswaardig. Hun haardgeesten stel
len daar prijs op, en worden weer aangemoe
digd hen te beschermen. Maar als iemand een
kop af zou slaan van een zijner dorpsgenooten,
dan is dat slecht, dat is moord, en hij gaat er
zelf ook aan. Hoofd om hoofd! Maar dat doen
ze toch nu niet meer? En of! Wel niet meer de
groote, georganiseerde sneltochten, maar de
kleine groepjes van drie man of zoo. Nu hier,
dan daar. Geruchten gaan draadloos door het
land; iedereen is op zijn qui-vive. Het gou
vernement zit er hard achterheen, 'tls niet
makkelijk in die eindelooze tropenwouden een
paar sluipmoordenaars te vinden. Dat „snel"-
verkeer wordt niet zoo-zoo tot staan gebracht!
Hun heele samenleving vereischt het! En
daar komt geen verandering in zoolang zij
heidenen blijven. Vrouwen zijn de groote voor
vechtsters van de gebruiken en die houden aen
gang er in. En jongemannen willen toch too-
nen, dat zij ook durf hebben, net als hun voor
vaders. Sommige versieringen ('n pantertand
in den oorschelp) mogen niet gedragen wor
den vóór de man tenminste één kop gesneld
heeft. Ook een -zeker figuur tatouage op de
schouders is het teeken va nman-zijn. Vele
van de snel-moorden komen niet uit; vooral
als 'n paar overvallen worden gedaan ver van 'n
huis, op lieden van 'n anderen stam. De nieuwe
koppen worden ook maar niet zoo open en
bloot meer opgehangen. De koppendans wordt
uitgevoerd in het geheim. Maar als het be
kend wordt, dan tracht de regeering altijd de
snellers te vinden. Ze spaart moeite noch kos
ten en als ze den persoon kent, dan komt er
zelfs een losprijs van 500 dollars op zijn hoofd!
Maar toch komt er maar een heel enkele op
het schavot. Ze zijn kinderen der bosschen, er
in thuis, vlug en lenig, onhoorbaar trekken ze
er door. Bladeren en wortels en wilde sago,
boschdieren leveren hun voedsel. Ze kunnen o
zoo gemakkelijk in de bosschen leven. Makke
lijker een naald in een hooiberg te vinden
dan een voortvluchtigen Dajak in de Borneo-
bosschen.
Als je als pionier-missionaris onder een stam
komt, gaan er jaren mee heen vóór je de taal
kent. Je moet ieder woordje van de menschen
zelf leeren. Begin maar! Je moet ook hun ge
bruiken leeren kennen en daar loopen ze ook
niet zoo maar mee te koop. Het hoe en waarom
van hun doen en laten uit te visschen, valt
vast niet mee. Je moet met ze leven; dikwijls
bij hen zijn, hen gadeslaan, hun feesten mee
maken (want daar komt dikwijls de aap ui;
den mouw), hoewel die veelal walglijk zijn.
Feesten beteekent drinken, drinken, te veel
drinken, en nóg meer drinken. Met alles wat
daaraan hangt. Je moet 'n Dajak worden met
de Dajaks. En daarom hebben missionarissen
zelf zooveel genaden noodig. van die bergen
genaden, die afgesmeekt worden voor de mis
sies en voor de heidenen. Ja zelf. Dan wordt
het duidelijk dat St. Paulus kon vragen: „Bidt,
opdat ik zelf, na anderen gepredikt te heb
ben, niet verloren ga." 'tls geen kostschool-
kost.
In het dagelijksche leven zijn er wel van
die dingen, die 'n beetje stooten. 't Gaat je
altijd aan je hart toch, wanneer je 'n vrouw
zwaar beladen ziet voortsukkelen, glimmend
van het zweet, diep gebukt onder een vracht.
Haar echtgenoot loopt achter haar, in een
hand een speer, zijn gewoon werkmes op zij
en kauwend op zijn pruim. Hij draagt niets.
„Arme slavin", zucht je. Vergeefsche zucht!
Niks hoor. Dat zij draagt en hij loopt, onbe-
vracht, is noodzakelijk. Achter iederen boom
en struik kan gevaar staan: 'n sluipmoorde
naar; 'n koppensneller. De man is zóó direct
klaar om zijn vrouw en zichzelf te verdedigen.
Droeg hij ook een vracht, dan vielen ze beiden
als een gemakkelijke prooi, wan thij zou zich"
niet kunnen verdedigen. Nu is hij klaar, pa
raat.
Als je ziet hoe ze met die kleine kinderen
omgaan, keert je hart in je lijf om: och erm!
Wat? Die ruwe behandeling doet ze sterk en
krachtig opgroeien! De zwakkeren sterven
de kindersterfte is schrikbarend hoog en
z;j die leven, kunnen tegen een stootjeZe heb
ben heel wat te verduren. Ze zijn taai en hun
uithoudingsvermogen is ongelooflijk sterk. Ge
zien het eenvoudige en eensoortige voedsel
(rijst met wat boschbladeren of een paar kor
rels zout is hun eenigste voedsel) sta je ver
wonderd dat ze zulke toffe jongens zijn. Mooi
zijn vooral de jongeren met welgevormde li
chamen, doch ze verouderen spoedig. Hun leef
tijd werd gerekend naarde uitbarsting van
Krakatoa in 1883. Dat wordt aangeduid door
de zegswijze: „toen 't licht uitging." Als je dat
zoomaar hoort, weet je ook nog niet veel!
Wel, toen was de zon verduisterd voor twet»
dagen en 't licht was uit. Dikwijls heb ik ge
hoord als we over tijden of leeftijden boom
den: „Ik was al getrouwd, toen 't licht uit
ging." „Ik was zoo en zoo groot, toen 't licht,
uitging." „Mijn moeder heeft me verteld dat
ik juist geboren was, toen 't licht uitging." Zij,
die zich die katastrofe herinneren, worden
schaars. In 1900 hebben de Rajang Dajaks een
grooten sneltocht gemaakt, toen ze honderden
koppen thuis brachten. Daar rekenen ze naai'
dien succesvollen tocht, 't Geeft je een idee
van hun leeftijd. Je hoort ook jongeren zeg
gen, dat ze al vijf, zes keer meegeholpen heb
ben met rijstplanten. Doch dan raken ze den
tel Ktvijt.
Mijn halve leven al bijna heb ik onder die
lievelingen van Borneo gewerkt. En over een
paar maanden ga ik weer terug. Ik ben pas
goedgekeurd door het medisch missie-comité,
't Heeft zeven maanden geduurd! Zes weken in
het ziekenhuis, twee maanden in de winter
bergen en nu nog wat zonneweken in Holland.
De reis naar Borneo kost toch wel 'n zeven
honderd gulden. Wie helpt me met een gulden
of achterwiel of meer?
J. STAAL,
Rijksstraatweg 86
(Gedeeltelijk gecorrigeerd)
Verschenen is het voorloopig verslag der
Tweede Kamer over de regeling van het zelf
standig uitoefenen van beroepen en bedrijven
door vreemdelingen.
Ontleend is daaraan het volgende:
Algemeen erkende men, dat een wettelijke
regeling ter aanvulling van de wet in zake het
verrichten van arbeid door vreemdelingen nood
zakelijk is.
Van verschillende zijden werd teleurstelling
uitgesproken over de wel zeer late indiening
van dit ontwerp.
Vele leden hadden tegen het wetsontwerp, in
den vorm waarin dit is ingediend, ernstige be
zwaren. Het ontwerp, zoo betoogden zij, gaat
veel verder dan ter voorkoming van ontdui
king van de genoemde wet noodig is.
De definitie, welke het ontwerp geeft van
het begrip „vreemde onderneming" doet daar
onder vailen een geheele reeks hier te lande
gevestigde concerns, aan welker Nederlandsch
karakter in het algemeen niet getwijfeld be
hoeft te worden.
Onder het begrip „vreemde ondernemingen"
zullen verder ook vallen de meeste Nederland-
sche dochtermaatschappijen van buitenland-
sche ondernemingen.
Eenerzijds zal dus de gekozen definitie tal
van goede Nederlandsche bedrijven van een
vergunning afhankelijk maken, anderzijds kan
z;j nimmer een afdoenden waarborg verschaf
fen, dat de ondernemingen, die buiten de de
finitie vallen, niet in wezen vreemde onder
nemingen zijn.
Het schijnt voor het behoud van de werk
gelegenheid niet noodig. ook het bekleeden van
commissarisfuncties door buitenlanders aan een
vergunning te binden.
Ook werd gewezen op het gevaar van re
presailles.
Op grond van deze overwegingen drongen
de hier aan het woord zijnde leden er op aan,
de werking van het ontwerp te beperken tot
vreemdelingen, die, hetzij alleen, hetzij in een
vennootschap onder firma of als beheerend
vennoot in een commanditaire vennootschap,
een beroep of bedrijf uitoefenen, en haar niet
uit te strekken tot vreemde rechtspersonen.
Verscheidene leden voegden aan deze be
schouwingen nog toe, dat zij de zeer ver strek
kende bevoegdheid, welke het ontwerp in den
gekozen vorm aan de regeering zal verleenen,
ook daarom niet juist achtten, omdat de re
geering daarvan gebruik zou kunnen maken
om in het algemeen tegen te gaan, dat hier te
lande buitenlandsche ondernemingen worden
opgericht.
Ernstig bezwaar werd ook gemaakt tegen het
voorstel der regeering om het ontwerp niet al
leen te laten gelden voor nieuw te stichten
ondernemingen, doch ook alle bestaande vreem
de ondernemingen daaronder te doen vallen.
Van andere zijde werd dit gedeelte van het
ontwerp tegen de aangevoerde bezwaren ver
dedigd.
Verscheidene leden achtten het wenschelijk,
meer waarborgen te scheppen tegen eventueele
onbillijke behandeling van vreemdelingen, die
onder deze wet zullen vallen.
Verscheidene leden zouden er de voorkeur
aan geven, indien een zeker richtsnoer voor
de te nemen beslissingen in de wet werd op
genomen.
Van verschillende zijden werd er op aange
drongen, dat de regeering bij de toepassing
van deze wet de belanghebbende organisaties
zal hooren.
25 jaar in huize St. Bavo Zondag zal het
25 jaar geleden zijn, dat mej. Trijntje Brou
wer in huize St. Bavo kwam.
Trijntje, een echte Heemsteedsche, heeft van
zelf ook vele vrienden, niet alleen onder de
vele bewoners van het huis, maar ook daar bui
ten.
Begrijpelijk is, dat er Zondag feest is in Hui
ze St. Bavo. De feestdag begint met een plech
tige H. Mis in de kapel ter harer intentie,
waarna de bewoners van het huis er wel voor
zullen zorgen, dat het een ware feestdag voor
haar wordt.
En daar zij ook vele vrienden heeft buiten
het huis, zal het van die zijde zeker niet aan
belangstelling ontbreken en zullen velen haar
des middags wel even komen feliciteeren.
Jaarlijksche kerkbollenveiling Hedenavond
om half 7 wordt op het land van C. Böhn aan
het Kerkpad de jaarlijksche kerkbollenveiling
gehouden. De opbrengst komt ten goede aan de
parochie van O. L. Vrouw Altijddurenden Bij
stand.
Naar wij vernemen zal Donderdagmor
gen om negen uur het s.s. „Zeelandia" van
den Kon. Hollandschen Lloyd de Amster-
damsche haven verlaten voor zijn laatste
reis, waarvan het schip niet zal weerkee-
ren, n.l. naar het scheepskerkhof van- de
sloopersfirma Rijswijk.
De „Zeelandia", welke 7995 ton meet is 25
jaar oud en voer geregeld op de aanloophaven
van den Kon. Hollandschen Lloyd in Zuid"
Amerika. Den laatsten tijd lag het schip opg®"
legd in de Coenhaven.
Van de eens zoo prachtige vloot passagiers*
schepen van den K.H.L. rest dan alleen nog d®
„Flandria", welke eveneens is opgelegd. Verle-
den jaar werd de Gelria naar Italië verkocht»
de „Orania" zonk na een aanvaring in de
Portugeesche haven Leixoes. Reeds eerder ver
kocht men de „Brabantia" en „Limburgia" naaf
Duitschland, terwijl tijdens den oorlog de
„Tubantia" werd getorpedeerd.
Het schip wordt via IJmuiden en den Hoes
buitenom gesleept naar zijn laatste bester"
ming.
ROME, 6 Mei. (Eigen telegram.) De Riteh^
Congregatie heeft een Spaansch werk van Jos®
Franco over de spiritistische methoden vaö
tafeldans en zelfschrijvende stiften op d®0
index geplaatst.
De Riten-Congregatie heeft een voorberei
dende zitting gehouden over de vraag der held
haftige deugdbeoefening van Anna Maria J®'
vouchey, stichteres der Zusters van St. Jozef vad
Cleuny.
De samenwerkende organisaties in het zee"
visscherijbedrijf hebben besloten voor 1936 eeh
nieuwe collectieve overeenkomst aan te ga®11
voor de stoom- en de motorschepen, welke d®
drijfnet-haringvisscherij uitoefenen, alsmed®
voor de motorschepen beneden 200 p.k., welk®
de treilvisscherij uitoefenen, met de reeder5"
vereeniging voor de Nederlandsche haringvis
scherij.
Ten aanzien van de versche-haringvisscheri)
en het jaagloon zijn, zoo men weet, enkel®
verbeteringen in de loonregelingen aangebracht
terwijl de loonregelingen voor de treilvissche
rij voor motorschepen beneden 200 p.k. onver
anderd zijn gebleven. Hiermede 'staat het du®
thans vast, dat op 11 Mei het eerste vierd®
deel der vloot ongeveer 75 schepen tf>'
drijfnet-haringvisscherij zal uitvaren.
FRIEDRICHSHAFEN, 6 Mei. (D.N.B.)
luchtschip „Hindenburg" is te 21.30 M.E.T. g®*
start met bestemming naar de Vereenigde Sta
ten.
Boven Nederland
Hedennacht te half een passeerde het lucht
schip „Hindenburg", de Nederlandsche greb®
bij Roermond. Om vijf minuten vóór 1 uur vlooS
het luchtschip boven de stad en over het vlieg
veld „Welschap" waar honderden het gevaart®
nastaarden. Bij den helderen maannacht tob
men duidelijk het luchtschip waarnemen e"
zelfs opmerken, dat de passagiers vanuit deb
gondel de toeschouwers op den grond toewuifden-
De „Hindenburg" vervolgde zijn weg in N-"'
richting om over Tilburg langs den spoorweg
over Roosendaal naar Vlissingen te vliegen.
Naar wü vernemen is Woensdagmorgen
omstreeks kwart over elf op het Zijdwerk, od
der de gemeente Wervershoof, een ernstig auto
ongeval gebeurd. n
Een personenauto, afkomstig uit Harling®l__
en waarin behalve de chauffeur nog vijf P®r'
sonen waren gezeten, is, vermoedelijk ten
volge van het springen van een band, h»®
groote snelheid tegen de langs den weg staand
boomen gereden.
De wagen werd ten gevolge hiervan ernstig
beschadigd. De inzittenden zijn allen min
meer ernstig gewond. Vijf hunner werden na®f
het St. Jansgasthuis te Hoorn overgebrach^
Twee der gewonden bleken er tamelijk ernst1»»
aan toe te zijn; de andere drie zijn licht Se'
wond.
Uiterst hinderlijk en vol ge
varen Is het, wanneer meer
dan twee fietsers naast elkaar
rijden. (Op smalle wegen
en paden is zelfs twee nog
te veel J