N
td
Woorden en daden
St. Christoffel" staat er
voor
Grotius herdacht
STOP STARHEMBERG!
Schuschnigö s ^Pardon heeren, met al te familiaar"
JAARVERGADERING TE
UTRECHT
ZONDAG 17 MEI 1936
LEEKEPREEKEN
van
van
H,
Tegen devaluatie
Het middel wordt niet afdoende
geacht
De werkloosheid
In April iets gedaald
UIT HET BOUWBEDRIJF
Overeenstemming te Apeldoorn
bOOS&6
99
De vakgroepen hebben belang
rijke werkzaamheden te
verrichten
Beleid van het bestuur
De openingsrede
De rechtspositie
Toespraak van den geeste
lijken adviseur
Een congres
Een voorstel tot reorganisatie
Prof. dr. Jos. Schrijnen
De Nijmeegsche hoogleeraar zal
eenige conferenties geven
te Madrid
Zijn werk is van beteekenis voor
het Permanente Hof van In
ternationale Justitie
Roode Kruis-oefening
op groote schaal
Demonstratie te Rotterdam
Vorstelijke belangstelling
DE JEUGDWERKLOOSHEID
v«orai
adat de apostel Jacobus ons vermaand
heeft onze tong in bedwang te houden,
spaarzaam te zijn met woorden en
onzen toorn te bedwingen, laat hij hier-
j VoISen een dringende bede om Gods woord
een nederig en zachtmoedig hart te ont-
vangen
Daardoor toch zegt hij, kunnen wij
0 w vv AJ
zielen zalig maken. Protest salvare, schrijft
J.' Wat zeggen wil: het is mogelijk, dat
J daarmee onze zielen redden. Dus niet zeker?
Neen,
Sen:
hoordi
Want onmiddellijk laat de apostel vol-
Weest volbrengers van het woord en geen
£rs alleen, U zelf bedriegend.
°eze gedachte komt bij Christus en bij de
«n<icr<
Wat
e apostelen herhaaldelijk naar voren,
°P de waarachtigheid van de leer wijst.
t atlneer men diep in deze gedachte indringt
'hen kunnen zeggen, dat het leven der
e'k aan dezen eenen zin getoetst kan worden:
eest volbrengers van het woord en geen toe-
orders alleen. Bloei en verval der kerk ge
ïnde negentien eeuwen zijn met dit ééne
°°rd geteekend: wanneer slechts uiterlijke
^'aal in de kerk den boventoon voerde, wanneer
hst en wetenschap, welsprekendheid en rijk-
,0tn hiet werden gebruikt als middel om Gods
er te verhoogen en de zielen te verheffen,
Oh enkel om te pronken, te voldoen aan men
selijke jjdelheid en persoonlijken machtswel-
dan kwijnde het geloof bij de massa en
erven de zeden. Maar wanneer de voorgan
gers wars van alle uiterlijkheden het woord
e<3ikten met vuur en overtuiging, met geen
her doel dan zielen te winnen, dan was de
gst rijk; dan was er een bloeiend geloofs-
Veh en waren er reine zeden.
Grieken hadden groote wijsgeeren en
henaars, die door hun woorden de misstanden
ah hun tijd hekelden, tot het goede aanspoor-
e"> voor vrijheid en verdediging van het land
kwamen. Het succes der redenaars en der
'JZen bracht er ij dele lieden toe om ter wille
roem en eer zich ook in kunst en weten-
^kap te bekwamen.
Br
ontstonden scholen, waarin men leerde
'€ken en disputeeren. Het mooi praten en het
"atteeren werd mode. Het ging er niet meer
anderen te overtuigen en tot daden te
ehgen: het doel was alleen applaus uit te
ken voor bloemrijke taal en voor slagvaar-
«Igh.
heitj
«id in debat. Daaraan werd de ware wijs-
opgeofferd. Het woord diende niet meer
«en innerlijke overtuiging uit te spreken
5h om anderen te overtuigen, maar was een
geworden van gekunsteldheden. Wijsheden
deze soort zijn dan ook tot op onzen tijd
■.sophisterijen" berucht gebleven.
*h de middeleeuwen zien wij deze geschie-
/his herhaald. Langs de straten van univer-
^eitssteden als Parijs zien wij de jjdele praters
6kken, omgeven door een stoet volgelingen.
~e Woorden rollen van hun lippen als water
hgs een rotswand van een hoogen berg. Zij
sPuteeren over de heiligste zaken; zij kennen
teksten van den bijbel; zij zwelgen in de
"etii
'kvaders; zij putten zich uit in ragfijne re-
®f
viei
ieeringen: het eenige succes is bewondering
afkeuring van de massa, het uitlokken van
'erij of van nijdige concurrenten. Noch het
^'°°f, noch de zeden waren er bij gebaat.
aarom? Omdat een ieder wist, dat het hier
a"een maar mooi praten, ij delheid gold en dat
Predikers zelf van al hun fraaie woorden
'kwijis zelf niets geloofden. Het dwaze feit
zich dan ook herhaaldelijk voor, dat men
hschen, die hun geloof reeds verloren had-
etl' de fraaiste verdedigingen over een of an-
r geloofspunt kon hooren houden; dat men
ende echtbrekers en beoefenaars van het
klei
'cUbinaat als vurige propagandisten voor de
s"igheid van het huwelijk en voor de plich-
der kuischheid zag optreden. Wanneer dan
liefde voor de klassieke oudheid ontwaakt,
velen niet in staat om een harmonie te
den tusschen christelijke leer en oude wijs-
keia
u en schoonheid en wordt zoodoende voor
de herleving der oudheid een bron van
bÜl
h,
Igeloof en ongeloof. Voor deze allen gold, dat
^°oren van het woord voldoende was en de
actijk bijzaak. Dat uit zulk een onwaar-
ktigheid van levenswandel, uit zulk een ge-
'sleven van louter uiterlijkheid en vormen-
khst, zonder innerlijke overtuiging, zonder
^en, voortvloeiend uit het geloof, tenslotte
ken
zedenverwildering over heel de linie moest
Ortkomen, eindigend met het opstaan van
k>che leeraren als Luther en Calvijn, be-
geen verbazing.
Qeen schrikkelijker oordeel dan dat werd
besproken over de farizeeëndoet naar hun
gorden en niet naar hun werken! Het goede
°°rd blijft waar, door wien het ook wordt
^'gesproken. Maar wee degenen, die de waar-
k'd verkondigen, zonder er zelf naar te leven.
onnadenkende massa is niet in staat de
^krachtigheid van de leer en de onwaarach-
j ^heid van den leeraar te scheiden en vindt
k de ergernis een gereede aanleiding om aan
Ben zwakheid toe te geven. Daarom is de ver-
ahing: weest volbrengers van het woord en
hoorders alleen, zeker niet op de laatste
kts geschreven voor hen, die het woord
kondigen.
Blaar hoe of waar het woord der waarheid
"Be: voor allen, die het hooren geldt de
Icht het op te volgen en er zich naar te ge-
ken. Met dit woord toch zijn bedoeld de
j^Uwtge waarheden; waar het klinkt spreekt de
"kde en de gfenade hooren zonder ze te aan-
k'den is een gevaarlijke roekeloosheid. Wie
k l0°h in een leven hiernamaals en overtuigd
van de wonderkracht van Gods genade.
^le begrijpt ook, dat wie alle woorden van
j^krheid, alle vermaningen, die ons aan de
vahd der Evangeliën voortdurend worden
"^gehouden, in zijn ooren laat klinken zon-
jer 2e in daden om te zetten, tenslotte met een
kge ziei blijft rondloopen en met een leven
°"der verdiensten voor het eindoordeel zal
,^aan. in geestelijken zin gesproken is zoo
ei"and wel de grootste ijdeltuit, welke zich
j.a"Ben laat. Hij noemt zich christen, katho-
siert zich met den mooisten naam, welke
'ctl denken laat: christen, dat is volgeling van
Christus, den Godmensch. Hij kent door het
veelvuldig hooren in de christengemeenschap
heel de nieuwe wet van den Stichter van het
christendom van buiten. De leer der naasten
liefde en rechtvaardigheid, van de noodzaak
van boetedoening en versterving, van het eerst
zoeken van het Rijk Gods, van de eenheid in
het huwelijk, van de kuischheid, die zelfs bij
ongeregelde begeerte verloren gaat; het wraak
roepende in het onthouden van rechtvaardig
loon aan den arbeider en zooveel lessen en
voorschriften meer, hoort hij minstens iederen
Zondag in het Evangelie en in de brieven van
de apostelen. Wanneer dit alles alleen maar
in uw ooren klinkt zonder het hart te roeren
en tot daden te bewegen, dan zijt ge als een
man, die zijn natuurlijk gelaat in een spiegel
ziet, zegt Sint Jacobus. Zoo iemand bekijkt
zichzelf en wanneer hij zich omkeert, is hij
weer vergeten hoe hij er uit zag. Treffende
vergelijking! Wanneer wij naar het gelaat van
een ander met aandacht kijken, dan nemen
wij de trekken daarvan in ons op; een volgen
den keer zullen wij dien persoon herkennen en
zelfs in zijn afwezigheid zullen wij ons een
voorstelling van hem kunnen maken. Niet zoo
met ons eigen spiegelbeeld: wij zien slechts
details, onze haren, onze oogen, de mismakin-
gen van de huid; een persoonlijken indruk van
ons wezen krijgen wij zelf niet. Als een scha
duw, die in het licht komt, zoo verdwijnt het
beeld weer, wanneer wij ons van den spiegel
afwenden: het spiegelbeeld is ijdel. Welnu, wie
naar Gods woord slechts luistert, wie alleen
maar de schoonheid van de parabelen bewon
dert, zich verkneukelt over de manier, waarop
de farizeeërs beschaamd worden, wie de vu
rige woorden van Petrus en de stoutmoedige
beeldspraak van Paulus interessant vindt, maar
uit dit alles geen lessen trekt voor eigen le-
venspractijk, die is erger dan de heiden die al
deze genaden mist en onwetend dwaalt. Zoo'n
ijdele christen, zoo'n verspiller van het geeste
lijk goed, zoo'n vormen-katholiek laadt een
ontzaglijke verantwoordelijkheid op zich. Hoe
vaak zien wij zulke christenen niet zwoegen en
tobben om hun stoffelijk goed vast te houden
en te vermeerderen; heel hun ziel hebben zij
er aan verpand en heel hun hart is bij deze
vergankelijke dingen. Maar de onbederfelijke
schatten, de eeuwige waarheden, het goud van
Gods woord, zij laten het als een film langs
zich heen gaan; zij woekeren er niet mee, ge
bruiken het niet om er hun ziel mee te vor
men en hun levenspractijk er naar in te rich
ten. Voor hen geldt het vreeselijke vonnis van
denzelfden apostel Jacobus: het geloof zonder
de werken is een dood geloof, evenals een
lichaam zonder geest dood is. Wij zeggen een
vonnis, immers het leven van het lichaam
duurt maar enkele tientallen jaren; wie de
kostbare gave van het geloof heeft gehad,
maar aan het einde moet verklaren: mijn ge
loof was dood door gebrek aan goede werken,
die staat voor de onherstelbare balans van een
verloren leven.
LIBRA.
De groep van vooraanstaande personen uit
de handels-, financieele en wetenschappelijke
wereld, in het kort genoemd „Groep van anti-
devaluïsten", die sedert anderhalf jaar op ge
zette tijden samenkomt, ter bespreking van de
wijzen, waarop zij de regeering in haar pogin
gen om de devaluïstische stroomingen het hoofd
te bieden kan steunen, heeft, zooals van zelf
spreekt, in haar samenkomst van Zaterdag haar
aandacht gewijd aan het adres, zoover in de
pers gepubliceerd, van een aantal personen aan
de Nederlandsche regeering om devaluatie te
bepleiten.
De groep meent, dat het op het oogenblik
overbodig is nogmaals de Regeering op de nood
zakelijkheid van voortdurende aanpassing te
wijzen, doch wenscht wel met nadruk vast te
stellen, dat naar haar onveranderde meening,
devaluatie niet en zeker op den duur niet
de oplossing zal brengen van de moeilijke pro
blemen, voor welke de Nederlandsche economie
zich nog steeds in zoo groote mate geplaatst
ziet.
Zij stelt zich voor in de vakbladen het bo
venbedoelde adres meer in bijzonderheden te
behandelen.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek ver
strekt de volgende cijfers betreffende het aantal
geheel werkloozen, bij alle organen der
openbare arbeidsbemiddeling als werkzoekende
ingeschreven. Hierbij zij opgemerkt, dat niet
alle werkloozen in Nederland zich als werkzoe
kende bij de openbare arbeidsbemiddeling laten
inschrijven.
aantal werkloozen op het einde van
Mannen April 1936 April 1935 Maart 1936
18 jaar en ouder 381.660 344.865 392.290
jonger dan 18 jaar 15.337 10.260 16.682
Totaal
Vrouwen
396.997 355.125 408.972
April 1936 April 1935 Maart 1936
18 jaar en ouder 12.372
jonger dan 18 jaar 6.377
9.036
4.022
13.295
6.779
Totaal
18.749
13.058 20.074
Algemeen totaal 415.746 368.183 429.046
In een te Apeldoorn onder leiding van den
Rijksbemiddelaar gehouden conferentie is over
eenstemming verkregen tusschen organisatie-
besturen van de partijen betrokken bij het con
flict in het bouwbedrijf aldaar.
Over de voorwaarden zullen partijen Maan
dagavond vergaderen, zoodat vermoedelijk
Dinsdag de staking ten einde zal zijn.
Te Utrecht werd Zaterdag de algemeene
jaarvergadering gehouden van de Ned. R. K.
Vereeniging van Handelsreizigers en Handels
agenten ,,St. Christoffel."
Daar de algemeen voorzitter, de heer J. E.
Tilman uit Nijmegen, nog niet aanwezig wa,.
werd zijn rede voorgelezen door den buitenge
woon bestuurder, den heer C. G. Bekkering.
De voorzitter begint met allen een hartelijk
welkom toe te roepen.
Bezien wij onze organisatie in haar geheel
aldus spr., dan staat St. Christoffel er ge
lukkig gunstig voor. Het blijkt ook ten duide
lijkste uit de jaarverslagen van onzen secre
taris en onzen penningmeester.
Het streven naar verbetering gaat wel niet
in een tempo zooals wij dat wel gaarne zouden
willen, maar gezien de allerongunstigste tijds
omstandigheden waarin wjj leven, gaan w>j
toch vooruit.
De onderdeelen van onze organisatie bloeien.
Een uitzondering mogen wij wel maken, n.l.
voor de vakgroepen.
De vakgroepen brengen aan het hoofdbe
stuur wel eenige bezorgdheid en wij zijn niet
ten volle gerust over het werken van onze
vakgroepen. En toch zijn juist de vakgroepen
een van onze voornaamste onderdeelen.
Voor een zoo zuiver mogelijk oordeel is het
noodig, de vraag te beantwoorden, wat het doel
is der vakgroepen. Spr. zet dit nader uiteen.
Het is nu zaak, dat in de toekomst in iedere
vakgroep gewerkt wordt aan gemeenschappelijk
overleg, met het doel te geraken tot deelname
van onze menschen in de bedrijfsschappen.
Laten wij er daarom in de vakgroepen naar
streven, dat de sociaal-economische ordenings
gedachte werkelijkheid wordt. Wij bevestigen
daarmede, dat wij de groote beteekenis van
onze vakgroepen begrijpen.
Voorlichting is een speciale taak van onze
vakgroepen.
De vergadering werd voorloopig gepresideerd
door den heer H. M. Willemse uit Schiedam.
De verschillende jaarverslagen werden goed
gekeurd.
Het ledental bedroeg op 31 December 1935,
1848, tegen 1816 op 31 December 1934.
Het aantal afdeelingen bleef stationnair. De
wenschelijkheid werd uitgesproken dat eenigfe
kleinere afdeelingen bij grootere worden onder
gebracht.
Vervolgens werd het beleid van het hoofdbe
stuur besproken.
Opgemerkt werd, dat het hoofdbestuur ter
verbetering van de rechtspositie wat meer
agressief had moeten optreden.
Aan den anderen kant werd het bestuur dank
en waardeering gebracht voor zijn werk. In
het belang van vele collega's werd goed werk
verricht.
Veel lof hadden de afgevaardigden over de
gehouden cursussen en verzocht werd op den
ingeslagen weg voort te gaan.
De voorzitter constateerde met genoegen een
slechts matige critiek.
De heer Bekkering, buitengewoon bestuurder,
diende verder de sprekers van antwoord en
deelde mee, dat erop aangedrongen zal worden
om het wetsontwerp betreffende de rechtsposi
tie van de handelsreizigers te behandelen nog
voor de Tweede Kamer op reces gaat.
Besloten werd dit telegrafisch aan Minister
van Schaik te verzoeken.
De heer J. B. Tilman, die inmiddels ter ver
gadering was gekomen, werd als voorzitter her
kozen en met een hartelijk zeer waardeerend
woord, dat met een applaus door de vergade
ring werd onderstreept, van den heer Willemse
begroet.
De voorzitter deelde nog mede, dat door het
Werkloozenfonds over het eerste kwartaal 1935
was uitgekeerd f 7.369.25. In hetzelfde tijdsbe
stek van 1936 bedroegen de uitkeeringen
f 12.700, waardoor aan de grondslagen van het
fonds is geraakt. Door den Dienst van Werk
loosheidsverzekering is daarop reeds gewezen
en in de eerstvolgende bestuursvergadering zal
deze zaak worden besproken.
Het ligt echter niet in de bedoeling, dat de
premie wordt verhoogd.
Aanbevolen werd lid te worden van de
standsorganisatie „De Werknemende Midden
stand."
Ook het retraitewerk werd onder de aan
dacht der leden gebracht.
De voorzitter heette nog bijzonder welkom
den oud-penningmeester, den heer G. H. Dis
telbrink uit Amsterdam.
Met een applaus werd goedgekeurd het voor
stel van het bestuur om pastoor Mulder tot
eere-lid te benoemen.
Het Jid no. 1. de heer Koster uit Den Bosch,
die als een stil werker werd gekarakteriseerd,
werd benoemd tot lid van verdienste.
Daarna werden de verschillende commissies
samengesteld.
De nieuwe geestelijke adviseur, Pater Woer
deman O.E.S.A., sprak dan de vergadering toe,
Zijneerw. wees er op, hoe het de taak der leden
van'' „St. Christoffel" is Christus-dragers te
zijn. Spr. vraagt zich af of in de gelederen der
katholieke organisatie niet de goede geest is
verslapt. We moeten zoo practisch katholiek
zijn als van ons verwacht wordt. Door ons
voorbeeld in leven, spreken, doen en God dienen
als katholieke mannen, moeten we apostel zijn.
Elk apostolaat begint en eindigt met het gebed.
Durf. mannelijkheid en apostolischen geest
hebben we noodig en daarom geloofsovertui
ging en geloofsmoed. Christoffelmannen, met
God voorwaarts, als echte katholieke mannen
in woord en daad. (Applaus).
De voorzitter dankte pater Woerdeman voor
deze bezielende toespraak.
Bij de behandeling der begrooting werd aan
merking gemaakt op een uitgetrokken post voor
de 20-jarige herdenking van de fusie.
Ds penningmeester deelde daarop mee, dat
het in de bedoeling ligt dit feit te herdenken
door het houden van een congres, dat tevens
een wapenschouw kan zijn van „St. Christof
fel".
Aan den penningmeester, den heer J. Ver
meer, werd hulde gebracht voor de verdediging
van de begrooting, terwijl hij slechts zoo kort
deze functie vervult.
De begrooting werd vastgesteld op ƒ28.060.
Het batig saldo zal verdeeld worden over het
Vrijwillig Ondersteuningsfonds en het Sanato
riumfonds.
Ock aan den secretaris, den heer M. Ch. de
Graaf, werd dank gebracht voor de vele werk
zaamheden in het afgeloopen jaar verricht. Met
erkentelijkheid werd ook gesproken over de
medewerking van den geestelijken adviseur en
het werk van het bestuurslid, den heer Petit,
en van den buitengewoon bestuurder, den heer
Bekkering.
De aftredende bestuursleden werden gekozen,
terwijl als nieuw bestuurslid werd benoemd de
heer H. A. Verborg uit Arnhem.
Daarna kwamen de voorstellen aan de orde.
Een belangrijk voorste] had de afdeeling Am
sterdam. n.l. om staande de vergadering een
commissie te benoemen, bestaande uit drie
leden, waaraan wordt toegevoegd de buitenge
woon bestuurder.
Deze commissie heeft tot taak vóór 1 October
1936 een rapport uit te brengen over en even
tueel voorstellen te doen tot wijziging der struc
tuur van de organisatie.
In zijn toelichting noemde de afgevaardigde
van Amsterdam de huidige formatie van het
bestuur te omslachtig. Spr. wenschte ook een
wijziging van de vakgroepen om tot meer ont
plooiing te komen. Dit kan tot gevolg hebben,
dat ook in de afdeelingen meer op de vakbe
langen zal worden gelet.
Het voorstel Amsterdam wordt tenslotte met
65 tegen 23 stemmen aangenomen. De commis
sie zal in de volgende hoofdbestuursvergade
ring worden benoemd. Het rapport, alsmede de
eventueele voorstellen dezer commissie zullen
een agendapunt uitmaken der algemeene ver
gadering in 1937. In verband met de aanneming
van dit voorstel werden de overige voorstellen
naai de te benoemen commissie gerenvoyeerd.
Het Spaansche katholieke hoofdorgaan „El
Debate" wüdt een afzonderlijk nummer aan de
zomercursussen, die dit jaar door de Universidad
Catolica de Santander zullen gegeven worden
op het gebied van theologie, filosofie, sociologie,
recht, geschiedenis, paedagogiek, enz.
Voor het geven van conferenties heeft men
hier naast tallooze Spaansche geleerden ook
enkele vooraanstaande geleerden uit het buiten
land uitgenoodigd. Onder dezen bevindt zich
Mgr. prof. dr. Schrijnen wiens levensloop, met
portret, „El Debate" afdrukt. Prof. Schrijnen
zal spreken over de geschiedenis van het Katho
liek onderwijs in Nederland, over het onderwijs
in de klassieke talen hier te lande en over zijn
theorie van het oud-christelijk Latijn.
De andere buitenlandsche conferenciers zijn
pater A. Gemeli, rector van de Kath. Universi
teit van Milaan; Jacques Maritain, professor
aan het Institut Catholique te Parijs; patei
Rutten O.P., Brussel; prof. J. Chevalier, Greno
ble; prof. C. Dempf, Bonn, en pater W. Schmidt
S.V.D., directeur van het Pauselijk Missiemuse
um te Rome en hoogleeraar te Weenen.
Het behoeft wel geen betoog, dat het in deze
voor Spanje zoo beslissende tijden voor de
Spaansche Katholieken van het grootste belang
is, in contact te reden met vooraanstaande figu
ren uit het Katholieke leven in het buitenland.
Het stemt ons tot vreugde, dat de Nijmeegsche
universiteit in de internationale figuur van Mgr.
Schrijnen vertegenwoordigd is.
Zaterdag heeft, zooals gemeld, Sir Cecil
Hurst, president van het Permanente Hof van
Internationale Justitie, een krans gelegd bij het
standbeeld van Hugo de Groot te Delft.
Sir Cecil Hurst heeft daarbij een toespraak
gehouden, waaraan we het volgende ontleenen.
In deze tijden is het wel noodig, dat wij in
het openbaar uiting geven aan ons geloof in
het internationale recht en onze erkentelijkheid
uitspreken jegens menschen als Grotius die de
grondleggers zijn van ons moderne bestel.
Het is niet omdat er voor Grotius geen groote
schrijvers over internationaal recht zijn ge
weest. er waren er verscheidenen.
Het verschil tusschen Grotius en zijn voor
gangers is hierin te zien. dat de regeeringen
aan zijn geschriften aandacht schonken. Zijn
voorgangers waren niet zoo gelukkig. Zij schre
ven, doch de wereld nam er nauwelijks nota
van.
Als de eerste van de groote publicisten op
het gebied van het internationale recht is Gro
tius wel van een bijzondere beteekenis voor het
Permanente Hof voor internationale justitie.
Het internationale' recht moet dikwijls gevon
den worden en afgeleid worden uit de geschrif
ten van eminente publicisten, omdat er op dit
uitgebreide gebied nog weinig gedetailleerde
regelen Lestaan en internationaal recht nog
steeds voor een groot gedeelte een zaak is van
beginselen.
De groote schrijvers over het internationale
recht zijn daarom vooral van belang voor de
rechters in het Internationale Hof. hetwelk de
volkeren in Nederland hebben gesticht.
Als hulpmiddelen bij de vaststelling van
rechtsregelen staat het statuut van het Hof den
rechters toe, gebruik te maken van de stellin
gen van de groote schrijvers. De stand van za
ken op internationaal terrein is in den tegen-
woordigen tijd zoo ernstig, dat het eenig groote
internationale gerechtshof niet in gevaar ge
bracht mag worden. De wereld heeft vele jaren
gewacht op dit Hof en de totstandkonjing was
een van de meest beteekenende successen van
den Volkenbond.
Sir Cecil Hurst dankte ten slotte voor de eer
om aan het standbeeld van Grotius een krans
te mogen leggen. Laat ons bedenken, hoe deze
groote rechtsgeleerde zich verheugd zou heb
ben, wanneer hij zou geweten hebben, dat drie
honderd jaar na de verschijning van zijn be
roemd boek, er in zijn geboorteland een ge
rechtshof zou bestaan, waaraan de grootste
naties der wereld hun geschillen hebben onder
worpen en van welk Hof zij een afwijzende be
slissing aanvaardden.
„Mobilisatie en in verband daarmede vroeg
uit de veeren", luidde Zaterdag het parool voor
vele transport-colonneleden van het Roode
Kruis.
Voor dag en dauw vertrokken de jonge man
nen uit verschillende plaatsen uit de provin
cies Noord-Brabant en Zuid-Holland en wel
uit Helmond, Eindhoven. Tilburg. Waalwijk,
Breda, Den Haag, Schiedam, Sliedrecht en
Overschie naar hun mobilisatie-bestemming, de
Marinierskazeme aan het Oostplêin te Rotter
dam Tusschen zeven en acht uur arriveerden
zij op verschillende stations in de oude Maas
stad-
Wat was er aan de hand? Het Roode Kruis
hield een oefening.
De deelnemers kregen de opdracht twee trei
nen, bestaande uit tien wagons en een per
sonenrijtuig, in te richten voor gewondenver-
voer en met enthousiasme begonnen zij met
dezen omvangrijken arbeid. Materiaal was in
overvloed aanwezig.
De modernste vervoerwijze is met een raam-
brancard, die in het personenrijtuig geplaatst
wordt. Deze vervoermethode heeft het groote
voordeel, dat gewonden gedurende het geheele
vervoer kunnen blijven liggen. Bij de oudere
transportmiddelen is dat niet 't geval, ofschoon
ook deze in de practijk heel goed voldoen. De
directie der Nederlandsche Spoorwegen verle°n-
de haar volle medewerking en het rustige em
placement is "oij uitstek geschikt voor deze prac-
tische oefening, de eerste op groote schaal.
Te half twaalf arriveerde H. K. H. Prinses
Juliana, vergezeld van haar hofdame, freule De
Brauw, op het oefeningsterrein.
De prinses werd ontvangen en rondgeleid
door generaal-majoor Praag, inspecteur van
den geneeskundigen dienst der landmacht, luit.-
generaal b. d. jhr. Röell, eerste onder-voorzitter
van het Roode Kruis, majoor De Waal en dr.
Offerhaus.
Met belangstelling heeft de prinses de inrich-
tine der treinen in oogenschouw genomen. Het
vervoer per brancard werd haar gedemonstreerd.
Het bezoek duurde ruim een half uur. Na af
loop heeft H. K. H. den troep geïnspecteerd.
Ook de commandant der mariniers, kolonel
Dorren, was bij het bezoek aanwezig, alsmede
iuit.-generaal Prins en de directeur van het
miUrnir hospitaal uit Den Haag. dr. Eeck.
Na het vorstelijk bezoek weerklonk het com
mando „rust".
Oe deelnemers Uregen gelegenheid uit te rus
ten en hun twaalfuurtje te gebruiken. Het
Roode Kruis zorgde voor koffie en krenten-
r-
Vervolgens moest het materiaal weer opge
borgen worden >n een der wagons, met welken
-Sc een gr.v-r deel van den middag heen
ging.
Tegen half zes vereenigden de deelnemers zich
in fcet gebouw cc Kunste cr Wetenschappen
aan een gemeenschappelijken maaltijd, welken
het I -.c-de Kruis hun aanboot.
De adviesclub voor algemeene en sociale zaken
vergaderde Zaterdagmiddag in het gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen te Utrecht onder
presidium van den heer G. Bonke uit Almelo.
De heer N. H. de Graaf, Rijkscontroleur van
de cultureele werkloozenzorg te 's-Gravenhage.
hield een lezing over het onderwerp: „Wat de
Overheid doet voor de jeugdige werkloozen".
De gevolgen der jeugdwerkloosheid zijn erger
en grooter dan die van de volwassen werkloozen,
hetgeen spr. met duidelijke voorbeelden aan
toonde.
Spr. gaf dan een overzicht hoe de regeering
de zorg der jeugdwerkloosheid heeft aangepakt,
wat er bereikt is en wat nog bereikt moet wor
den.
Na de inleiding van den heer de Graaf werd
nog van gedachten gewisseld.