v=
DE 4e SEPTEMBER
KWIEK EN VIEF
HET CONFLICT IN HET
VISSCHERIJBEDRIJF
ZATERDAG 13 JUNI 1936
Nederlandsche Bank
Onderzoek luchtvaart
ongevallen
Kruidendokter staat
terecht
Ook de Katwijksche visschers
gaan in staking
Staking te IJmuiden algemeen
Arbeidsbemiddeling
FABRICAGE VAN GEHAKT
IN BLIK
Onverwachte inspectie door' den
minister van Sociale Zaken
SANEERING DER HARING
VIS SCHER IJ
Minister Deckers te Vlaardingen
YALE GLEE CLUB
Drie concerten in ons land
STAKING WIERINGERMEER
Verlenging en wijziging van het
octrooi
ROULEERINGSSYSTEEM BIJ
WERKVERSCHAFFING
EINDHOVEN EN HET
WERKFONDS
Trage gang van zaken
DOOR PETER BARON.
WIJZIGING HARINGWET
KAPITEIN DRIE MAANDEN
GESCHORST
Congres voor electro-warmte
Geen audiëntie
Apothekersassistent
Eindexamen Gymnasium
De voorgestelde regeling vindt
instemming bij de Tweede
Kamer
Academische examens
Stuurlieden-examens
Machinisten-examen
Een jaar geëischt wegens
bedrieglijke bankbreuk
TUSSCHEN EEN WINCH
GERAAKT
DE ACHT BOSSCHE DAGEN
UIT DE STAATSCOURANT
Delegatie
Land bouwhoogeschool
Onderscheid ing
Rechterlijke macht
Notariaat
De Katwijksche visschers, werkzaam op IJmui-
öer stoomtrawlers, hebben Vrijdagmiddag, on
der leiding van den heer T. Broek uit IJmui-
den, vergaderd ter bepaling van hun houding
in verband met het visscherij conflict te IJmui-
den. Ongeveer zeventig personen waren aan
wezig. De voorzitter schetste den slechten fi-
hancieelen toestand van de visschers op de
stoomtrawlers en zeide, dat van het loon geen
Cent meer af kon.
Men wil blijven varen op de oude voorwaar
den, maar de loonsverlaging aanvaardt men
biet.
De vergadering plaatste zich unaniem achter
het comité van actie. Dit bestaat uit vier per
sonen, die met de plaatselijke leiding in het
conflict zijn belast.
Na het besluit van de Katwijksche visschers
kan thans gezegd worden, dat de staking te
IJmuiden algemeen is.
Tot en met Vrijdag hebben de opvarenden
yan twaalf trawlers het bijltje er bij neerge
legd. Dit aantal zal heden en in den loop der
Volgende week ongetwijfeld eiken dag toenemen,
totdat alle booten, die thans nog op zee zijn,
binnen zijn. Dit zijn er thans nog ongeveer 25.
Het totale aantal stakers bedraagt dan 350 a
400.
Zooals bekend is, is er een wilde staking uit
gebroken onder de Noordzeevisschers.
Vanzelfsprekend zijn deze stakers uitgesloten
Van elke overheidshulp, hetzij werkverschaffing
ban wel steunverleening. Er is evenwel nog een
biet onbelangrijk aantal zeevisschers in die
beide gemeenten in ondersteuning, n.l. zij, die
feeds voor de staking werkloos waren.
Met het oog op deze categorie deelt de minis
ter van Sociale Zaken mede, dat de betrokken
Gemeentelijke diensten der arbeidsbemiddeling
°°k tijdens deze wilde staking hun bemiddeling
tot plaatsing van arbeiders zullen voortzetten
eb aan de ondersteunde c.q. tewerkgestelde
Werkloozen werk zullen blijven aanbieden. Zij,
die weigeren, het aangeboden werk te aan
vaarden, zullen onverwijld van steun en werk
verschaffing worden uitgesloten.
Het ligt voorts in het voornemen van den
biinister, om. indien blijkt, dat het aanbieden
van werk door de arbeidsbemiddeling geen
sUcces heeft, op korten termijn tot algeheele
stopzetting der steunverleening en werkver
schaffing voor de visschers te IJmuiden en
Egmond over te gaan.
Vrijdagmorgen heeft de minister van Sociale
Zaken, mr. M. Slingenberg, ten raadhuize te
felsen een bespreking gehouden met een aan
tal organisatie-bestuurders.
Een onzer correspondenten is Vrijdag in de
Gelegenheid gesteld tegenwoordig te zijn bij
Cen bezoek, dat de minister van Sociale Zaken,
bir. Slingenberg, in IJmuiden heeft gebracht
aan de fabriek voor de vervaardiging van het
Gehakt in blik voor de distributie aan werk
lozen. Mede aanwezig waren vertegenwoordi
gers van het N.V.V., het R. K. Werkliedenver
bond en het Chr. Vakverbond.
De minister deelde in zijn inleiding mede, dat
dit bezoek zonder voorafgaande aankondiging
Maats had, ten einde een juisten indruk te
kunnen krijgen van de werkzaamheden.
Vervolgens zette firoif. Berger uiteen, dat
het een primaire eisch is, dat alleen in con-
sUmptie wordt gebracht datgene, wat als voe
dingsmiddel geschikt is en dat voldoet aan de
daarvoor gestelde eischen. Spr. kon de ver
zekering geven, dat bij deze fabricage alleen
funderen worden verwerkt, welke absoluut ge
schikt zijn voor de consumptie.
Op verzoek van den minister gaf hierna de
Controleur Hes een uiteenzetting van zijn werk
zaamheden. Spr. is van den aanvang af tot de
beëindiging van het werk in de fabriek aan
wezig, keurt van tevoren het te verwerken
yleech, ziet toe, dat de juiste verhouding van
de bestanddeelen volgens het recept wordt in
acht genomen, voorts, dat ieder zijn werk naar
bphooren doet en vooral, dat geen onsmakelijke
deelen worden verwerkt, kortom dat alles regel
matig marcheert en rein gehouden wordt.
De heer van Hoeven constateerde, dat de
heer Hes bekend staat als een van de scherpste
controleurs van de Veehoudêrijcentrale met een
Urenlange ervaring, hetgeen door prof. Berger
yolkomen werd beaamd.
Onder leiding van den heer de Bruin, die
het bedrijf exploiteert, bracht het gezelschap
hierna een bezoek aan alle afdeelingen der fa-
bi'iek, waarbij geconstateerd werd, dat het ge-
sProkane volkomen in overeenstemming was
hiet de werkelijkheid.
De Minister toonde zich voldaan over den
Sang van zaken.
Na afloop van het bezoek gaven de vertegen
woordigers der vakcentrales allen als hun mee-
hing te kennen, dat bij de onderhavige produc
tie eisch moet zijn, dat het te verwerken vleescb
niet minder is dan hetwelk de arbeidende klasse
in het algemeen in de winkels koopt. Voorts
verklaarden zij, dat zij bij dit bezoek de over
tuiging hadden gekregen, dat dit bedrijf vol
komen met dezen eisch rekening houdt, zoowel
wat kwaliteit als de wijze van bereiding be
treft.
Minister Deckers beeft Vrijdagmiddag in het
handelsgebouw te Vlaardingen de buitengewone
vergadering der Kamer van Koophandel en Fa
brieken voor Beneden-Maas ter bespreking van
het door drs. J. J. J. Dalmulder opgestelde
rapport inzake het Noordzee-haringvisscherij-
bedrijf bijgewoond.
Het rapport komt o.m. tot de conclusie, dat
niet het aantal aan te voeren kantjes moet wor
den beperkt, maar het aantal uit te varen
schepen. Op deze wijze zou er een gezondere
verhouding kunnen ontstaan in het reederij-
bedrijf Verder beveelt het rapport aan, ver
bindendverklaring door de regeering van de
tusschen reeders en den haringhandel gesloten
overeenkomsten, terwijl als aanvullende taak
van de regeering wordt aangegeven het maken
van propaganda voor het verbruik van haring
en het zoeken van nieuwe afzetgebieden.
De minister heeft zijn voldoening te kennen
gegeven over het rapport-Dalmulder. Dr. Dec
kers zeide een warm kloppend hart te hebben
voor de haring visscherij en dat hij, waar mo
gelijk, de behulpzame hand zou bieden tot ver
betering van het bedrijf.
Tot besluit heeft hij een bezoek gebracht aan
de visscherijschool, eveneens in het handelsge
bouw gevestigd.
De „Yale Glee Club", het beroemde Ameri-
kaansche Koor, samengesteld uit 60 studenten
der Yale Universiteit, die onder beschermheer
schap van het State-Departement te Washing
ton gedurende de zomermaanden een toumooi
door Europa maakt en onder auspiciën van im
presario Ernst Krauss ook in Nederland eenige
concerten zal geven, treedt Zaterdag 2T Juni
a.s. in de groote zaal van het Concertgebouw te
Amsterdam op, Maandag 29 Juni in de groote
zaal van de Stads Doelen te Delft en Dinsdag
30 Juni in het Kurhaus te Scheveningen.
Z1. Exc. mr. Grenville T. Emmet, de Ameri-
kaansche gezant, Heeft voor het optreden in Ne
derland het protectoraat op zich genomen.
Op de vragen van het Rev. Soc. Tweede
Kamerlid Sneevliet in verband met maat
regelen tegen betrokkenen bij de staking in
de werkverschaffing in de Wieringermeer,
heeft minister Slingenberg geantwoord, dat
ten aanzien van de hierbedoelde arbeiders
eenigen tijd geleden reeds is bepaald, dat zij
weer voor plaatsing bij de werkverschaffing en
hulp ingevolge de steunregeling in aanmer
king kunnen komen.
De plaatselijke autoriteiten te Hoorn hebben
gehandeld volgens aanwijzingen, welke door of
vanwege' den minister zijn gegeven.
Ingediend is een ontwerp van wet tot ver
lenging en wijziging van het aan de Nederland
sche Bank verleende octrooi.
De voorgestelde wijzigingen en aanvullingen
beperken zich tot enkele punten van prakti-
schen aard, die tijdens de werking van de
thans vigeerende wet wenschelijk zijn geble
ken.
Het komt gewenscht voor, de vorming van
een pensioenfonds verplichtend te stellen.
Een uitbreiding van den werkkring der bank
is neergelegd in art. 5 van het wetsvoorstel, n.l.
om de bank de bevoegdheid te geven, een zgn.
openmarkt-politiek te gaan volgen.
De minister is met het bankbestuur van
meening, dat Het gewenscht is, de reserveposi
tie der bank te versterken. In plaats van een
maximum van het reservefonds gelijk aan een
vierde deel van het maatschappelijk kapitaal',
wordt voorgesteld, dit maximum gelijk te stel
len aan het bedrag van dat kapitaal, nl.
20.000.000. Ten einde de vorming van dit re
servefonds te bespoedigen wordt voorgesteld
om de afzondering uit de winst van 10 pet. te
verhoogen tot 15 pet.
Volgens het onderhavige wetsontwerp zal de
verdeeling der winst als volgt geschieden:
Eerst wordt een deel der winst gestort in
een bijzondere reserve; dit deel is gelijk aan de
helft van de inkomsten der bank uit de op.?-
ratiën in de open markt en het koopen en ver-
koopen van schriftelijke en telegrafische uit
betalingen .cheques, wisselbrieven, enz., buitens
lands betaalbaar. Deze storting geschiedt totdat
deze bijzondere reserve 10 millioen heeft fe-
reikt.
Van het meerdere komt Z'A pet. over het
maatschappelijk kapitaal aan de bank. Van het
overschot wordt 15 pet. in het reservefonds ge
stort, totdat dtt 20.000.000 heeft bereikt. Het
meerdere wordt voor door de bank en voor
y, door den Staat genoten, totdat het winst
aandeel der bank, behalve de vereischte stor
ting in het reservefonds en in de bijzondere
verplichte reserve, 7 pet. van het maatschappe
lijk kapitaal bedraagt. Het dan nog overblijven
de wordt voor 1/8 door de bank en voor 7/8
door den Staat genoten.
De voorgestelde winstverdeeling be
houdens voor zoover deze betreft de verplichte
vorming van een bijzondere reserve zal eerst
in werking treden, wanneer het pondenverlies
geheel zal zijn gedelgd.
Op de vragen van het C. H. Tweede Kamer
lid Krol in verband met het rouleerings-
systeem bij het tewerkstellen van werkloozen
in werkverschaffingen, heeft de minister van
Sociale Zaken, mr. Slingenberg o.m. geant
woord, dat in de provincie Groningen door-
gebrek aan voldoende werkgelegenheid de
laatste weken een grooter aantal personen in
de steunregeling werd opgenomen dan bij de
werkverschaffing kon worden geplaatst.
Verwacht mag echter worden, dat, nu er
wat meer seizoenwerk vrijkomt in den land
bouw, het aantal werkloozen zal dalen en er
daardoor, zij het dan tijdelijk, een wat gun
stiger verhouding komt tusschen de aantallen
tewerkgestelden en gesteunden. Er wordt ver
der het noodige gedaan om meer werkverschaf
fingsobjecten beschikbaar te krijgen.
Bij het rouleeren wordt zorg gedragen, dat
zij, die een groot gezin hebben, in het alge
meen langer bij de werkverschaffing mogen
arbeiden dan anderen. Echter is het niet mo
gelijk, de hierbedoelde werkloozen doorloopend
te plaatsen.
Tot verhooging van de steunbedragen ten
plattelande kan niet worden overgegaan.
De voorzitter der R.K. Raadsfractie te
Eindhoven, den heer P. Staal, heeft aan B. en
W. vragen gesteld nopens de afwerking van
het nieuwe kanaal, den bouw van een nieuw
gemeentehuis en de uitvoering van de hoog-
spoorplannen. Voor deze objecten was inder
tijd reeds door het Werkfonds financieele
steun toegezegd, doch de definitieve afwerking
en regeling laat nog steeds op zich wachten.
In hun antwoord op deze vragen deelen B.
en W. mede, waarom dit alles zoo lang duurt.
6 Januari heeft het college een onderhoud
gehad met den minister over de afwerking
van het kanaal.
7 Januari hebben B. en W. geschreven aan
het Werkfonds, waarin 13 Januari de zaak
aan de orde is gesteld. 5 Februari hebben B.
en W. den minister herinnerd aan de aange
legenheid. 17 Februari kwam de mededeeling,
dat het Werkfonds in principe financieelen
steun toezegde. 23 Maart heeft het college
gewezen op de toenemende werkloosheid te
Eindhoven en gevraagd of een spoedige be
slissing te wachten was. Hierop is geen ant
woord meer gekomen. Wel hebben B. en W. op
19 Mei nog een onderhoud gehad met den
minister en is nog een commissie uit Den Haag
in Eindhoven geweest om te komen kijken.
De historie van het nieuwe stadhuis is nog
langzamer. Er moge hierbij terloops aan wor
den herinnerd, dat het gemeentehuis van
Eindhoven een houten noodgebouw is en dat
de gemeente geen behoorlijke zaal zou hebben
om iemand te ontvangen, als een particulier,
de heer Van Abbe, niet zoo mild was geweest
een museum te schenken.
Voorzichtig uitgedrukt.
Waarom wilt u tooh verhuizen?
Nu, eerlijk gezegd, is 't me hier in huis
niet rustig genoeg.
HWHimmniHHi*
48
..Is het noodig, dat we daar op ingaan?" pa
arde Gerald. „Ik weet evenveel van jou, en
Zelfs meer dan jij van mij weet. Tot op den dag
Weet je ook waarom mijn vader omkwam?"
Deze plotselinge vraag bracht den ander in
Verbazing.
Opnieuw had Gerald dien bitteren toon aan
geslagen, en Pressland week een stap achteruit.
„Omdat," Vervolgde Gerald, „hij niet mee
y'Ucle doen in den smokkelhandel, dien Chatter-
t°h dreef. Hij wist te veel en zij vermoordden
"em. Meen je soms, dat ik tegenover dien han-
?el anders gestemd ben?" En met woedende
blikken keek hij Pressland aan.
...Om den dood niet!" riep hij hartstochtelijk
Mt. .jje geheele combinatie, die mijn vader
5|°odde, heb ik verdelgd! Morrel, Lacey, graaf
**Ugo, Gorrel-Phelps, Venning en Chatterton,
het heele zoodje, en ik bezweer je, dat ik jou ook
haar de andere wereld zal jagen! Naisuki ls
hood, Wally Chatterton is er tusschen uit ge-
piepen, "en jij, je bent machteloos, 't Spelletje
hit, en ik heb de troeven!"
Oerald Wace keek spotlachend naar het boos-
'h-hhige gezicht tegenover hem.
•.Ben je er zóó van overtuigd, dat jij alle
troeven nog hebt?" vroeg Pressland, doodbe
daard, als iemand, die betrapt is en dit weet.
„Zóó overtuigd, dat je nog denkt te ontsnappen?
't Komt me voor, vriend moordenaar, dat je wel
te veel weet om je levten hoog te laten verzeke
ren bij de een of andere Levensverzekering!"
Gerald grijnslachte.
,Ga je gang dan maar," noodigde hij hem
spottend uit. ,,'n Revolver heb je in je handen;
gebruik ze!" Zijn eigen zak puilde onheilspellend
uit. ,,'t Is een vlugge manier, maar een anony-
me brief aan de politie is een veiliger weg, niet
waar, mr. Pressland?"
Pressland, die bij dit schamper gezegde aar
zelde, scheen de mogelijkheden te overwegen
om die kans te wagen en er op die manier goed
en wel tusschen uit te komen.
En toen hij de oogen van den ander weer ont
moette, wist mr. Pressland, dat een aanslag van
hem onzinnig zou zijn, te meer nog, wijl 't gelijk
stond aan zelfmoord.
De gordijnen bij het raam wuifden zachtjes
óp en neer. Misschien door den wind?
Dan! zonder meer stiet Pressland een snij-
dtenden gïlkreet uit en sloeg voor de verbaasde
oogen van den moordenaar wijd uit en viel voor
over op zijn gezicht.
Roerloos bleef de moordenaar in zijn stoel zit
ten, terwijl hij zijn blikken als betooverd op de
beweginglooze gedaante aan zijn voeten vestigde.
De revolver was Pressland uit de hand geval
len en hij zelf lag in zijn volle lengte, met zijn
gezicht naar beneden op het vloerkleed.
Van tusschen zijn schouderbladen stak het
lange heft van een mes naar boven. een
grcfenkleurig heft, dat veel geleek op een katten-
kop, een kattenkop met oogen van een draak,
die leelijk grijnsden.
Gerald trok uit zijn zak z«n hand, die een
revolver vasthield.
„Ik geef je drie tellen om van achter dat gor-
dijn vandaan te komen," zei hij met een hoog
geluid. „Een twee
De gordijnen gingen vanéén en een kleine, in
't srijs gekleede gestalte stapte de kamer door.
'n Schok doorvoer Gerald Wace.
De laatstgekomene was een Japanner. En zijn
gezicht was het gezicht van Naisuki!
De Japanner maakte een correcte buiging voor
Gerald, die hem verbluft aanstaarde, en trachtte
te gelooven, dat het niet de verrezen doode was.
Het was de Japanner, die het stilzwijgen ver
brak.
„Aanvaard, als ik u vragen mag, de betuiging
van mijn innigste leedwezen voor dit ongelukkig
samentreffen," sprak hij met zijn liefste stem,
„én sta mij toe, dat ik mij aan u voorstel."
Hij rekte zich in zijn volle lengte uit en zei
op indrukwekkenden toon:
„Prins Togo Yama."
Hij maakte vervolgens een diepe buiging, eigen
aan de ingeboren hoffelijkheid van zijn volk.
Gerald trachtte zijn zinnen bijeen te brengen.
„Mag ik mij aan uwe Hoogheid voorstellen:
Viscount Medway," zei hij ironisch.
„Gerald Wace," verbeterde Prins Togo Yama
op koelen toon. „Uitvluchtjes dienen tot niets,
mr. Wace. U heeft niets te vreezen. Met u heb
ik niets uit te staan."
In 1934 heeft de commissie-Zaalberg toege
zegd, dat financieele steun voor den bouw van
een gemeentehuis niet uitgesloten was. In Oc
tober 1934 heeft de opvolger van den heer Zaal
berg deze opvatting der commissie bevestigd.
23 Mei 1935 heeft het College een onderhoud
gehad met de commissie voor het Werkfonds.
8 Juni 1935 is de zaak schriftelijk aanhangig
gemaakt. 6 Januari 1936 is de minister te Eind
hoven geweest. 13 Januari is deze aangelegen
heid in de commissie aan de orde gesteld.
5 Februari hebben B. en W. gevraagd hoe de
beslissing was uitgevallen. 17 Februari deelt de
minister mede, dat hij geen mededeelingen kan
doen. B. en W. deelen echter mede, dat zij
„van terzijde vernomen hadden, dat het Werk
fonds op het gedane verzoek om financieelen
steun in den bouw van een nieuw gemeente
huis een gunstige beslissing genomen zou heb
ben en zij geen motieven hebben, de juistheid
van dit bericht in twijfel te trekken."
Inzake het hoogspoor deelen B. en W. mede.
dat de minister op 6 Januari j.l. heeft ver
klaard, dat in verband met de gewijzigde tijds
omstandigheden aan de verwezenlijking van het
oorspronkelijke plan niet kan worden gedacht.
Hierop is een vereenvoudigd plan in studie ge
nomen, waaromtrent nog overleg gepleegd
wordt met de Spoorwegen en waarover, han
gende dit overleg geen mededeelingen kunnen
worden gedaan.
Op een vraag van den heer Staal nopens de
meer-werk-actie te Amsterdam en eventueele
navolging van dit voorbeeld, antwoorden B. en
W„ dat zij vooralsnog zeer sceptisch staan te
genover de resultaten van een dergelijke actie.
Bljjkens het voorloopig verslag der Tweede
Kamer over het wetsontwerp tot wijziging van
de Haringwet 1927 kon men algemeen met de
strekking van het ontwerp het aanbrengen
van de verbeteringen in den tekst van de Ha
ringwet, welke ter voorkoming van de moeilijk
heden, die zich in de practijk hebben voorge
daan, noodig zijn instemmen.
Eenige leden zouden gaarne van den minister
vernemen, welke resultaten tot nu toe met deze
wet zijn verkregen. In het bijzonder hadden
zij daarbij het oog op de vraag, of, naar het
oordeel der regeering, het gelukt is, c>oor de
geoefende contróle den goeden naam van onzen
haringhandel met name in het buitenland te
behouden en te verbeteren. In de tweede plaats
zouden zij gaarne worden ingelicht over de in
zichten, welke in de kringen van het bedrijf zelf
omtrent het nut der wettelijke controlemaat
regelen bestaan.
Eenige leden waren van oordeel, dat bepalin
gen omtrent het gewicht ook voor den uitvoer
van steurharing niet langer gemist kunnen
worden.
Ten slotte vroegen eenige leden een volledig
overzicht over de maatregelen, welke thans voor
den uitvoer van haring gelden, mogelijk te
willen maken door een exemplaar van den
tekst der ministerieele beschikkingen ter uit
voering van het reglement voor de Ned. haring-
contróle 1933 aan de Kamer over te leggen.
De Raad voor de Scheepvaart deed uit
spraak inzake de aanvaring tusschen de
stoomvisschersvaartuigen „Clasina Luther"
IJm. 59 en „Timor" iJm. 491, in de Moray
Firth.
Wat de „Timor" IJm. 491 betreft, acht de
Raad echter geen termen aanwezig om een
straf op te leggen.
Wat de „Clasina Luther" IJm. 59 betreft, is
de toestand geheel anders. Daar had de ka
pitein niet alleen, door alleen op wacht te
zijn, het voorschrift overtreden, doch had hij
zelfs, op een oogen blik dat zijn tegenwoordig
heid op de brug dringend noodig was, de brug
verlaten. De Raad acht dit een misdraging
van zeer ernstigen aard.
De Raad strafte den kapitein met drie maan
den schorsing.
De eerste werkzitting van het electrowarmte-
congres, die Vrijdagmiddag, direct na de offi-
cieele opening werd gehouden, onder presidium
van ir. W. L. C. Brunings, bracht al dadelijk
zeer interessante discussies over verschillende
onderwerpen op het gebied dat dit congres wil
bestrijken.
Dr. ing N. A. Halbertsma der N.V. Philips'
Gloeilampenfabrieken te Eindhoven hield een
voordracht over electrische hoogfrequentovens.
Op iedere voordracht volgde een zeer geani
meerde discussie, waaraan door deskundigen uit
verschillende landen werd deelgenomen.
De gewone audiëntie van den minister van
Financiën zal op Maandag den 15en Juni
aanstaande niet plaats hebben.
AMSTERDAM. Geslaagd de dames K. Ouwe
leen te Amsterdam, J. C. Trappel te Haar
lem en de heer T. Spaan te Baarn.
VENRAY, 12 Juni (gymn. St. Angela) Ge
slaagd voor A: D. Batenburg, Amersfoort;
E. Eysbouts, Asten; F. Sanders, Oss; M. Man-
narts, Tilburg; R. Verheggen, Blerick; C.
Schellens Eindhoven; T. van Oerle, Boxtel;
Afgewezen geen.
„Schijnbaar," merkte Gerald koeltjes op, „had
u iets te vereffenen met inspecteur Bryce!"
„Met mr. Pressland," verbeterde de prins op
zijn zelfden zoetigen toon.
„Uwe Hoogheid is nogal op de hoogte," gaf
Gerald terug.
„Een kleine verklaring is misschien niet over
bodig, vervolgde de prins. ..Deze man," en hij
wees verachtelijk op Pressland, „heeft de ont
zettende misdaad van verraad gepleegd! Zijn
onverzadigbare gelddorst was oorzaak van dén
dood van een, die hem vertrouwde, den dood van
efen, die mij dierbaar was, mijn broer. En wij, die
stammen uit het geslacht van Okyama, wij ver
geten, noch vergeven gemakkelijk."
„Uw broeder?" vroeg Gerald nieuwsgierig.
„Bij zijn vrienden bekend als Naisuki," ant
woordde de ander, „maar voor zijn huis, het
oudste huis van Japan, was hij prins Okyama.
'n Oogenblik lang heerschte er stilzwijgen.
Toen sprak de prins op zachtien toon, terwijl
hij zijn voet zette op het ontzielde lichaam, dat
tusschen hen inlag: „Ik denk, dat onze vriend
nu het leven wel heeft verlaten. Zoo is t goed.
Mijn hand heeft haar vastheid nog niet ver
loren en dit aas gaat terug naar de belt, waar 't
vandaan kwam!"
Onderzoekend keek hij Gerald aan.
„Mr. Wace," zei hij tenslotte, „uw weg en
mijn weg kunnën niet naast elkander loopen,
't westen ziet in opium slechts het verderfelijke
tuig, dat iemands gestel ondermijnt, een verdoo-
vingsmiddel, dat den mensch in 't stof doet- knie
len, ja, tot beesten verlaagt. Wij, in 't Oosten,
zien er slechts het zaad ie in. dat ons vereetel-
■W.rr k »ly,
FgwiM-
HoktéR
He, wat is dat? De sleutel past vandaag
heelemaal niet in het slot.
Aan het voorloopig verslag der Tweede Kamer
inzake het wetsontwerp regeling van het ondei-
zoek van ongevallen met burgerlijke luchtvaar
tuigen, wordt het volgende ontleend;
Algemeen deelde men de meening der Re
geering, dat een wettelijke regeling van het on
derzoek van ongevallen met burgerlijke lucht
vaartuigen noodzakelijk is. Men sprak dan ook
zijn instemming uit met de indiening van dit
wetsontwerp en men voegde daaraan toe, dat
men den spoed, waarmede de commissie-Kooien,
vooruitloopende op haar eindrapport, aan de
Regeering een ontwerp heeft doen toekomen,
evenals dien waarmede de Regeering harerzijds
het thans ingediende wetsontwerp bij de Ka
mer aanhangig heeft gemaakt, zeer waardeerde.
Ook de hoofdtrekken van het wetsontwerp
vonden algemeene instémming.
Verscheidene leden ontveinsden zich even
wel niet, dat de aanleiding tot het met spoed
ter hand nemen van deze aangelegenheid zeer
betreurenswaardig was. Als aanleiding moet
immers naar hun meening beschouwd worden
het feit, dat eenigen tijd geleden bij de K.L.M.
een aantal ernstige ongevallen heeft plaats ge
had, ongevallen, waaraan huns inziens het
streven naar het bereiken van topprestaties
niet vreemd was. Deze leden spraken de ver
wachting uit, dat de in te stellen Raad voor de
Luchtvaart in dit opzicht nuttig werk zal kun
nen verrichten, zoowel positief als preventief
AMSTERDAM Cand. ex. Geneeskunde de
heeren G. F. Bauer (cum ladde), J. H. van
Dijk, D. Moffie, A. P. M. Verheugt, A. J. M.
v. d. Heuvel, R. A. Soeters, J. S. de Windt, H.
v. d. Ende, A. M. Juten, K. Wiggers, W. F. H.
de Jonge, J. G. R. Janssen, J. de Koning, K.
L. Kout, H. W. v. Wijlick, J. L. J. Bruisten,
A. S. Sluis, H. Musaph en de dames E. R.
Brandon, A. de Jong, R. GerdingKroon. A.
M. A. Vrijmoed, H. Lugt, J. M. Jansen, M. I.
Korthals Altes.
AMSTERDAM. Bevorderd tto doctor in de
Rechtsgeleerdheid op proefschrift: „Ontbin
ding van overeenkomsten wegens wanpraes-
tatie naar Nederlandsich en Fransoh recht"
Cum laude, W. Ruitinga, geboren te Amster
dam.
*s GRAVENHAGE. Geslaagd voor eersten
stuurman groote stoomvaart de heeren J. J. ter
Brugge en C. Prins; voor derden stuurman
idem de heer G. F. E. Kollenberg en voor
stuurman kleine stoomvaart de heer F. Stam.
's GRAVENHAGE. Geslaagd voor diploma A
de heeren A. Meijer en R. van Maanen, beiden
te Utrecht; N. C. Helleman te Oude-Niedorp
on A. Tange te Middelburg.
is onze „omroeper". Eiken avond weer opnieuw
spreekt hij in 80.000 gezinnen, waar hij steeds
een trouw gehoor vindt. Zaken-Omroepers 50
et. per regel. Particuliere Omroepers 20 ct. per
■.egel. Betrekkingen (gevraagd en aangeboden)
W ct. per regel.
heid brengt voor datgene wat we ons met meer
willen herinneren, en dat geluk brengt aan dén
ongelukkige. Een kortstondige vergetelheid van
de bitterheden van het aardsche; zoete droomen
die ons al wat laag is, voor enkele urén doen
vergeten. Uw vader stierf wijl hij zich tegen
onze leering verzette. Ik betuig u mijn leedwe
zen, maar veranderen doe ik mijn denkbeelden
niet. Laten we hopen, dat onze paden zich in
de toekomst niet zullen kruisen.
Gerald bleef zwijgen.
De prins ging weer op het venster toe, terwij
hij nog een laatsten blik, waarin de diepste ver
achting te lezen stond, op zijn slachtoffer wierp.
„De deur is tot uw dienst," zei de moordenaar
hoffelijk.
,Dank u. Die deel uitmaken van de heilige
orde van Bubastes gaan zooals zij komen," zei
de prins langzaam, „alleen en onbevreesd!
Dan maakte prins Togo Yama een diepe bui
ging voor Gerald en deze neigde op zijn beurt
zijn hoofd naar den prins.
Het gordijn bewoog zich zachtjes.
Prins Togo Yama was vertrokken.
Gerald keek weer naar Pressland.
De hoofdvertegenwoordiger had voor zijn be
drog geboet. Hij was gestorven met zijrt geheim.
In de persoon van inspecteur Bryce was hij voor
Viscount Medway een bedreiging geweest. Dood,
en er was geen mensch, die Medway er van zou
beschuldigen, dat hij den moordenaar van dienst
was geweest. Die goeie Frans! De Waces spelen
onder één hoedje, zoo dacht Gerald.
Hij keek op de klok, die op den schoorsteen
mantel stond.
Voor de rechtbank te Assen had zich Vrijdag
te verantwoorden de kruidendokter H. A. A. A.
R. J. uit Hoogeveen, thans gedetineerd, ver
dacht van bedrieglijke bankbreuk en het, ont
trekken van goecteren aan zijn faillissement.
Verdachte heeft in het laatst van 1935 en begin
1936 een aantal bedragen, totaal 1900, niet
aan den curator verantwoord, terwijl hij reeds
1 November in staat van faillissement was ge
steld. De feiten werden door verdachte toege
geven.
Als eerste getuige trad op mr .M. S. Kalma,
curator in het faillissement van verdachte. Vol
gens deze getuige was er een passief van ruim
100.000, terwijl aan baten een zeer gering
bedrag aanwezig was. De gel dsn, die later door
den gefailleerde zijn ontvangen, zijn niet aan
hem afgedragen of opgegeven.
Volgens verdachte werden deze gelden ge
bruikt om de bestaande filialen weder op te
bouwen, doch hiervan is niets gekomen; hij
heeft de bedragen ten eigen bate aangewend.
De officier achtte de feiten bewezen en eischte
een gevangenisstraf voor den tijd van een jaar.
Verdachte, hierop het woord krijgend, zeide
van eten officier met geen enkel woord te heb
ben gehoord voor welk feit hij is gearresteerd.
Hij had 99 ctegen in hechtenis doorgebracht,
wat hem de vraag deed opperen: of de Recht
bank te Assen „het recht diende of verkrachtte".
Verdachte werd hierop het zwijgen opge
legd.
De verdediger heeft in een zeer uitvoerig plei
dooi op Juridische gronden het ten laste ge
legde bestreden. Ten slotte vroeg hij vrijspraak
voor zijn cliënt.
Uitspraak over veertien dgaen.
Vrijdagavond is in de haven van Vlissingen
een doodelijk ongeluk gebeurd aan boord van
het 16.000 ton metende Duitsche s.s. „Pennland"
van de Arnold Bernstein -Linie te Hamburg, dat
met een lading stukgoederen en passagiers en
kele dagen geleden uit New-York was gearri
veerd. Tijdens het lossen is de 31-jarige ma
troos W Mayer op nog onopgehelderde wijze
tusschen een winch geraakt. De man was op
slag dood.
Zondag 14 Juni as. te 3 uur wordt te
's Hertogenbosch, tot besluit der Acht Bossche
Dagen, een grootscjh opgezette optocht ge
houden van ambachten, bedrijven en veree-
nigingen, waaraan 52 wagens en groepen deel
nemen. De stoet wordt begeleid der zes mu
ziekkorpsen.
Uit de burgerij heeft zich een speciaal co
mité gevormd voor ontvangst van de Kon.
Militaire Kapel uit 's Gravenhage, d:e des
avonds van 7.30 uur tot 10 uur zal concertee
ren in het plantsoen.
Bij K. B. van 9 Juni jj. is een delegatie af
gevaardigd ter vertegenwoordiging van Neder
land en Ned.-Indlë naar het van 16 tot 27 Juni
e.k. te 's Gravenhage te houden zevende inter
nationaal koudecongres.
Tot leden dezer delegatie zijn benoemd de
heeren prof. dr. H. C. L. E. Berger, directeur
van den veeartsenijkundigen dienst, hoofdin
specteur van de volksgezondheid, ir. Wouter
Cool, onder-voorzitter van de Ned. organisatie
voor toegepast natuurwetenschappelijk onder
zoek ten behoevp van Nijverheid, Handel en
Verkeer, prof. dr. W. H. Keesom, hoogleeraar
te Leiden en prof. L. A. van Royen, voorzitter
van het Kon. Instituut van Ingenieurs.
Bij K. B. van 30 Mei 1936 is benoemd tot gé-
delegeerde van de Nederlandsche regeering bij
het Internationaal Mathematisch Congres, dat
van 13 tot 18 Juli 1936 te Oslo zal worden ge
houden, prof. dr. W. v. d. Woude, hoogleeraar
aan de Rijksuniversiteit te Leiden.
Bij K. B. van 8 Juni is met ingang van dien
datum bencemd tot lid van het college van
curatoren der Landbouwhoogeschool te Wage-
ningen mr. A. I. M. J. baron van Wijnbergen te
Utrecht.
Bij K. B. is aan den heer P. J. Gerke, gep.
N.-I. hoofdambtenaar, U. algemeen secretaris
van het Gouvernement van N.-I., te 's Graven
hage, verlof verleend tot het aannemen van
het ordeteeken van Commandeur in de Orde
van het Legioen van Eer.
Bij K. B. van 9 Juni is aan mr. J. S. baron
van Harinxma thoe Slooten op zijn verzoek
eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van
kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton
Amsterdam, onder dankbetuiging voor de als
zoodanig bewezen diensten.
Bij K. B. van 10 Juni is aan M. L. Spruyt op
zijn verzoek met ingang van 18 Juni 1936 ont
slag verleend uit zijne betrekking van notaris
te Gorredijk.
Iets over drieën.
Het was een zware dag geweest. Met een laat
sten blik op Pressland. waarin echter geten me
delijden lag, keerde hij zich om en verliet de
ksin€r<
De oogen van de groene kat glinsterden in 't
duister, en 't leek wel of de kat met graag-loe-
rende blikken naar iets staarde, dat zich vlak
over haar tegen den wand bevond. Dat „iets"
was een kalender.
En die kalender gaf als datum van den dag
aan: den 28sten October!
HOOFDSTUK XVIII
Het masker valt
't Was één van die stormachtige avonden, dat
bij niemand het verlangen op zou komen, om uit
te varen naar zee, en nog minder om het Ka
naal over te steken. Met geweld beukten de hui-
zenhooge golven de kust bij Newhaven en een
fijne schuimregen werd bij vlagen landwaarts
gestuwd. Niettemin zaten Myra en Leslie Wace
in het kleine zijkamertje van het scheepsloge-
ment en wachtten geduldig op de komst van
Wally Chatterton, op wiens jacht zij zich reeds
twee uur geleden zoud envervoegd hebben.
Noch Myra, noch Leslie hadden de laatste
twee dagen een krant ingezien, en zij schreven
zijn oponthoud aan alles toe, behalve aan de
echte reden.
Naast elkaar gezeten ke,ken zij troosteloos
door het venster naar den regen en spraken geen
W0Ord (wordt vervolgd.)