v= DE 4e SEPTEMBER KWIEK EN VIEF HET CONFLICT IN HET VISSCHERIJBEDRIJF ZATERDAG 13 JUNI 1936 Nederlandsche Bank Onderzoek luchtvaart ongevallen Kruidendokter staat terecht Ook de Katwijksche visschers gaan in staking Staking te IJmuiden algemeen Arbeidsbemiddeling FABRICAGE VAN GEHAKT IN BLIK Onverwachte inspectie door' den minister van Sociale Zaken SANEERING DER HARING VIS SCHER IJ Minister Deckers te Vlaardingen YALE GLEE CLUB Drie concerten in ons land STAKING WIERINGERMEER Verlenging en wijziging van het octrooi ROULEERINGSSYSTEEM BIJ WERKVERSCHAFFING EINDHOVEN EN HET WERKFONDS Trage gang van zaken DOOR PETER BARON. WIJZIGING HARINGWET KAPITEIN DRIE MAANDEN GESCHORST Congres voor electro-warmte Geen audiëntie Apothekersassistent Eindexamen Gymnasium De voorgestelde regeling vindt instemming bij de Tweede Kamer Academische examens Stuurlieden-examens Machinisten-examen Een jaar geëischt wegens bedrieglijke bankbreuk TUSSCHEN EEN WINCH GERAAKT DE ACHT BOSSCHE DAGEN UIT DE STAATSCOURANT Delegatie Land bouwhoogeschool Onderscheid ing Rechterlijke macht Notariaat De Katwijksche visschers, werkzaam op IJmui- öer stoomtrawlers, hebben Vrijdagmiddag, on der leiding van den heer T. Broek uit IJmui- den, vergaderd ter bepaling van hun houding in verband met het visscherij conflict te IJmui- den. Ongeveer zeventig personen waren aan wezig. De voorzitter schetste den slechten fi- hancieelen toestand van de visschers op de stoomtrawlers en zeide, dat van het loon geen Cent meer af kon. Men wil blijven varen op de oude voorwaar den, maar de loonsverlaging aanvaardt men biet. De vergadering plaatste zich unaniem achter het comité van actie. Dit bestaat uit vier per sonen, die met de plaatselijke leiding in het conflict zijn belast. Na het besluit van de Katwijksche visschers kan thans gezegd worden, dat de staking te IJmuiden algemeen is. Tot en met Vrijdag hebben de opvarenden yan twaalf trawlers het bijltje er bij neerge legd. Dit aantal zal heden en in den loop der Volgende week ongetwijfeld eiken dag toenemen, totdat alle booten, die thans nog op zee zijn, binnen zijn. Dit zijn er thans nog ongeveer 25. Het totale aantal stakers bedraagt dan 350 a 400. Zooals bekend is, is er een wilde staking uit gebroken onder de Noordzeevisschers. Vanzelfsprekend zijn deze stakers uitgesloten Van elke overheidshulp, hetzij werkverschaffing ban wel steunverleening. Er is evenwel nog een biet onbelangrijk aantal zeevisschers in die beide gemeenten in ondersteuning, n.l. zij, die feeds voor de staking werkloos waren. Met het oog op deze categorie deelt de minis ter van Sociale Zaken mede, dat de betrokken Gemeentelijke diensten der arbeidsbemiddeling °°k tijdens deze wilde staking hun bemiddeling tot plaatsing van arbeiders zullen voortzetten eb aan de ondersteunde c.q. tewerkgestelde Werkloozen werk zullen blijven aanbieden. Zij, die weigeren, het aangeboden werk te aan vaarden, zullen onverwijld van steun en werk verschaffing worden uitgesloten. Het ligt voorts in het voornemen van den biinister, om. indien blijkt, dat het aanbieden van werk door de arbeidsbemiddeling geen sUcces heeft, op korten termijn tot algeheele stopzetting der steunverleening en werkver schaffing voor de visschers te IJmuiden en Egmond over te gaan. Vrijdagmorgen heeft de minister van Sociale Zaken, mr. M. Slingenberg, ten raadhuize te felsen een bespreking gehouden met een aan tal organisatie-bestuurders. Een onzer correspondenten is Vrijdag in de Gelegenheid gesteld tegenwoordig te zijn bij Cen bezoek, dat de minister van Sociale Zaken, bir. Slingenberg, in IJmuiden heeft gebracht aan de fabriek voor de vervaardiging van het Gehakt in blik voor de distributie aan werk lozen. Mede aanwezig waren vertegenwoordi gers van het N.V.V., het R. K. Werkliedenver bond en het Chr. Vakverbond. De minister deelde in zijn inleiding mede, dat dit bezoek zonder voorafgaande aankondiging Maats had, ten einde een juisten indruk te kunnen krijgen van de werkzaamheden. Vervolgens zette firoif. Berger uiteen, dat het een primaire eisch is, dat alleen in con- sUmptie wordt gebracht datgene, wat als voe dingsmiddel geschikt is en dat voldoet aan de daarvoor gestelde eischen. Spr. kon de ver zekering geven, dat bij deze fabricage alleen funderen worden verwerkt, welke absoluut ge schikt zijn voor de consumptie. Op verzoek van den minister gaf hierna de Controleur Hes een uiteenzetting van zijn werk zaamheden. Spr. is van den aanvang af tot de beëindiging van het werk in de fabriek aan wezig, keurt van tevoren het te verwerken yleech, ziet toe, dat de juiste verhouding van de bestanddeelen volgens het recept wordt in acht genomen, voorts, dat ieder zijn werk naar bphooren doet en vooral, dat geen onsmakelijke deelen worden verwerkt, kortom dat alles regel matig marcheert en rein gehouden wordt. De heer van Hoeven constateerde, dat de heer Hes bekend staat als een van de scherpste controleurs van de Veehoudêrijcentrale met een Urenlange ervaring, hetgeen door prof. Berger yolkomen werd beaamd. Onder leiding van den heer de Bruin, die het bedrijf exploiteert, bracht het gezelschap hierna een bezoek aan alle afdeelingen der fa- bi'iek, waarbij geconstateerd werd, dat het ge- sProkane volkomen in overeenstemming was hiet de werkelijkheid. De Minister toonde zich voldaan over den Sang van zaken. Na afloop van het bezoek gaven de vertegen woordigers der vakcentrales allen als hun mee- hing te kennen, dat bij de onderhavige produc tie eisch moet zijn, dat het te verwerken vleescb niet minder is dan hetwelk de arbeidende klasse in het algemeen in de winkels koopt. Voorts verklaarden zij, dat zij bij dit bezoek de over tuiging hadden gekregen, dat dit bedrijf vol komen met dezen eisch rekening houdt, zoowel wat kwaliteit als de wijze van bereiding be treft. Minister Deckers beeft Vrijdagmiddag in het handelsgebouw te Vlaardingen de buitengewone vergadering der Kamer van Koophandel en Fa brieken voor Beneden-Maas ter bespreking van het door drs. J. J. J. Dalmulder opgestelde rapport inzake het Noordzee-haringvisscherij- bedrijf bijgewoond. Het rapport komt o.m. tot de conclusie, dat niet het aantal aan te voeren kantjes moet wor den beperkt, maar het aantal uit te varen schepen. Op deze wijze zou er een gezondere verhouding kunnen ontstaan in het reederij- bedrijf Verder beveelt het rapport aan, ver bindendverklaring door de regeering van de tusschen reeders en den haringhandel gesloten overeenkomsten, terwijl als aanvullende taak van de regeering wordt aangegeven het maken van propaganda voor het verbruik van haring en het zoeken van nieuwe afzetgebieden. De minister heeft zijn voldoening te kennen gegeven over het rapport-Dalmulder. Dr. Dec kers zeide een warm kloppend hart te hebben voor de haring visscherij en dat hij, waar mo gelijk, de behulpzame hand zou bieden tot ver betering van het bedrijf. Tot besluit heeft hij een bezoek gebracht aan de visscherijschool, eveneens in het handelsge bouw gevestigd. De „Yale Glee Club", het beroemde Ameri- kaansche Koor, samengesteld uit 60 studenten der Yale Universiteit, die onder beschermheer schap van het State-Departement te Washing ton gedurende de zomermaanden een toumooi door Europa maakt en onder auspiciën van im presario Ernst Krauss ook in Nederland eenige concerten zal geven, treedt Zaterdag 2T Juni a.s. in de groote zaal van het Concertgebouw te Amsterdam op, Maandag 29 Juni in de groote zaal van de Stads Doelen te Delft en Dinsdag 30 Juni in het Kurhaus te Scheveningen. Z1. Exc. mr. Grenville T. Emmet, de Ameri- kaansche gezant, Heeft voor het optreden in Ne derland het protectoraat op zich genomen. Op de vragen van het Rev. Soc. Tweede Kamerlid Sneevliet in verband met maat regelen tegen betrokkenen bij de staking in de werkverschaffing in de Wieringermeer, heeft minister Slingenberg geantwoord, dat ten aanzien van de hierbedoelde arbeiders eenigen tijd geleden reeds is bepaald, dat zij weer voor plaatsing bij de werkverschaffing en hulp ingevolge de steunregeling in aanmer king kunnen komen. De plaatselijke autoriteiten te Hoorn hebben gehandeld volgens aanwijzingen, welke door of vanwege' den minister zijn gegeven. Ingediend is een ontwerp van wet tot ver lenging en wijziging van het aan de Nederland sche Bank verleende octrooi. De voorgestelde wijzigingen en aanvullingen beperken zich tot enkele punten van prakti- schen aard, die tijdens de werking van de thans vigeerende wet wenschelijk zijn geble ken. Het komt gewenscht voor, de vorming van een pensioenfonds verplichtend te stellen. Een uitbreiding van den werkkring der bank is neergelegd in art. 5 van het wetsvoorstel, n.l. om de bank de bevoegdheid te geven, een zgn. openmarkt-politiek te gaan volgen. De minister is met het bankbestuur van meening, dat Het gewenscht is, de reserveposi tie der bank te versterken. In plaats van een maximum van het reservefonds gelijk aan een vierde deel van het maatschappelijk kapitaal', wordt voorgesteld, dit maximum gelijk te stel len aan het bedrag van dat kapitaal, nl. 20.000.000. Ten einde de vorming van dit re servefonds te bespoedigen wordt voorgesteld om de afzondering uit de winst van 10 pet. te verhoogen tot 15 pet. Volgens het onderhavige wetsontwerp zal de verdeeling der winst als volgt geschieden: Eerst wordt een deel der winst gestort in een bijzondere reserve; dit deel is gelijk aan de helft van de inkomsten der bank uit de op.?- ratiën in de open markt en het koopen en ver- koopen van schriftelijke en telegrafische uit betalingen .cheques, wisselbrieven, enz., buitens lands betaalbaar. Deze storting geschiedt totdat deze bijzondere reserve 10 millioen heeft fe- reikt. Van het meerdere komt Z'A pet. over het maatschappelijk kapitaal aan de bank. Van het overschot wordt 15 pet. in het reservefonds ge stort, totdat dtt 20.000.000 heeft bereikt. Het meerdere wordt voor door de bank en voor y, door den Staat genoten, totdat het winst aandeel der bank, behalve de vereischte stor ting in het reservefonds en in de bijzondere verplichte reserve, 7 pet. van het maatschappe lijk kapitaal bedraagt. Het dan nog overblijven de wordt voor 1/8 door de bank en voor 7/8 door den Staat genoten. De voorgestelde winstverdeeling be houdens voor zoover deze betreft de verplichte vorming van een bijzondere reserve zal eerst in werking treden, wanneer het pondenverlies geheel zal zijn gedelgd. Op de vragen van het C. H. Tweede Kamer lid Krol in verband met het rouleerings- systeem bij het tewerkstellen van werkloozen in werkverschaffingen, heeft de minister van Sociale Zaken, mr. Slingenberg o.m. geant woord, dat in de provincie Groningen door- gebrek aan voldoende werkgelegenheid de laatste weken een grooter aantal personen in de steunregeling werd opgenomen dan bij de werkverschaffing kon worden geplaatst. Verwacht mag echter worden, dat, nu er wat meer seizoenwerk vrijkomt in den land bouw, het aantal werkloozen zal dalen en er daardoor, zij het dan tijdelijk, een wat gun stiger verhouding komt tusschen de aantallen tewerkgestelden en gesteunden. Er wordt ver der het noodige gedaan om meer werkverschaf fingsobjecten beschikbaar te krijgen. Bij het rouleeren wordt zorg gedragen, dat zij, die een groot gezin hebben, in het alge meen langer bij de werkverschaffing mogen arbeiden dan anderen. Echter is het niet mo gelijk, de hierbedoelde werkloozen doorloopend te plaatsen. Tot verhooging van de steunbedragen ten plattelande kan niet worden overgegaan. De voorzitter der R.K. Raadsfractie te Eindhoven, den heer P. Staal, heeft aan B. en W. vragen gesteld nopens de afwerking van het nieuwe kanaal, den bouw van een nieuw gemeentehuis en de uitvoering van de hoog- spoorplannen. Voor deze objecten was inder tijd reeds door het Werkfonds financieele steun toegezegd, doch de definitieve afwerking en regeling laat nog steeds op zich wachten. In hun antwoord op deze vragen deelen B. en W. mede, waarom dit alles zoo lang duurt. 6 Januari heeft het college een onderhoud gehad met den minister over de afwerking van het kanaal. 7 Januari hebben B. en W. geschreven aan het Werkfonds, waarin 13 Januari de zaak aan de orde is gesteld. 5 Februari hebben B. en W. den minister herinnerd aan de aange legenheid. 17 Februari kwam de mededeeling, dat het Werkfonds in principe financieelen steun toezegde. 23 Maart heeft het college gewezen op de toenemende werkloosheid te Eindhoven en gevraagd of een spoedige be slissing te wachten was. Hierop is geen ant woord meer gekomen. Wel hebben B. en W. op 19 Mei nog een onderhoud gehad met den minister en is nog een commissie uit Den Haag in Eindhoven geweest om te komen kijken. De historie van het nieuwe stadhuis is nog langzamer. Er moge hierbij terloops aan wor den herinnerd, dat het gemeentehuis van Eindhoven een houten noodgebouw is en dat de gemeente geen behoorlijke zaal zou hebben om iemand te ontvangen, als een particulier, de heer Van Abbe, niet zoo mild was geweest een museum te schenken. Voorzichtig uitgedrukt. Waarom wilt u tooh verhuizen? Nu, eerlijk gezegd, is 't me hier in huis niet rustig genoeg. HWHimmniHHi* 48 ..Is het noodig, dat we daar op ingaan?" pa arde Gerald. „Ik weet evenveel van jou, en Zelfs meer dan jij van mij weet. Tot op den dag Weet je ook waarom mijn vader omkwam?" Deze plotselinge vraag bracht den ander in Verbazing. Opnieuw had Gerald dien bitteren toon aan geslagen, en Pressland week een stap achteruit. „Omdat," Vervolgde Gerald, „hij niet mee y'Ucle doen in den smokkelhandel, dien Chatter- t°h dreef. Hij wist te veel en zij vermoordden "em. Meen je soms, dat ik tegenover dien han- ?el anders gestemd ben?" En met woedende blikken keek hij Pressland aan. ...Om den dood niet!" riep hij hartstochtelijk Mt. .jje geheele combinatie, die mijn vader 5|°odde, heb ik verdelgd! Morrel, Lacey, graaf **Ugo, Gorrel-Phelps, Venning en Chatterton, het heele zoodje, en ik bezweer je, dat ik jou ook haar de andere wereld zal jagen! Naisuki ls hood, Wally Chatterton is er tusschen uit ge- piepen, "en jij, je bent machteloos, 't Spelletje hit, en ik heb de troeven!" Oerald Wace keek spotlachend naar het boos- 'h-hhige gezicht tegenover hem. •.Ben je er zóó van overtuigd, dat jij alle troeven nog hebt?" vroeg Pressland, doodbe daard, als iemand, die betrapt is en dit weet. „Zóó overtuigd, dat je nog denkt te ontsnappen? 't Komt me voor, vriend moordenaar, dat je wel te veel weet om je levten hoog te laten verzeke ren bij de een of andere Levensverzekering!" Gerald grijnslachte. ,Ga je gang dan maar," noodigde hij hem spottend uit. ,,'n Revolver heb je in je handen; gebruik ze!" Zijn eigen zak puilde onheilspellend uit. ,,'t Is een vlugge manier, maar een anony- me brief aan de politie is een veiliger weg, niet waar, mr. Pressland?" Pressland, die bij dit schamper gezegde aar zelde, scheen de mogelijkheden te overwegen om die kans te wagen en er op die manier goed en wel tusschen uit te komen. En toen hij de oogen van den ander weer ont moette, wist mr. Pressland, dat een aanslag van hem onzinnig zou zijn, te meer nog, wijl 't gelijk stond aan zelfmoord. De gordijnen bij het raam wuifden zachtjes óp en neer. Misschien door den wind? Dan! zonder meer stiet Pressland een snij- dtenden gïlkreet uit en sloeg voor de verbaasde oogen van den moordenaar wijd uit en viel voor over op zijn gezicht. Roerloos bleef de moordenaar in zijn stoel zit ten, terwijl hij zijn blikken als betooverd op de beweginglooze gedaante aan zijn voeten vestigde. De revolver was Pressland uit de hand geval len en hij zelf lag in zijn volle lengte, met zijn gezicht naar beneden op het vloerkleed. Van tusschen zijn schouderbladen stak het lange heft van een mes naar boven. een grcfenkleurig heft, dat veel geleek op een katten- kop, een kattenkop met oogen van een draak, die leelijk grijnsden. Gerald trok uit zijn zak z«n hand, die een revolver vasthield. „Ik geef je drie tellen om van achter dat gor- dijn vandaan te komen," zei hij met een hoog geluid. „Een twee De gordijnen gingen vanéén en een kleine, in 't srijs gekleede gestalte stapte de kamer door. 'n Schok doorvoer Gerald Wace. De laatstgekomene was een Japanner. En zijn gezicht was het gezicht van Naisuki! De Japanner maakte een correcte buiging voor Gerald, die hem verbluft aanstaarde, en trachtte te gelooven, dat het niet de verrezen doode was. Het was de Japanner, die het stilzwijgen ver brak. „Aanvaard, als ik u vragen mag, de betuiging van mijn innigste leedwezen voor dit ongelukkig samentreffen," sprak hij met zijn liefste stem, „én sta mij toe, dat ik mij aan u voorstel." Hij rekte zich in zijn volle lengte uit en zei op indrukwekkenden toon: „Prins Togo Yama." Hij maakte vervolgens een diepe buiging, eigen aan de ingeboren hoffelijkheid van zijn volk. Gerald trachtte zijn zinnen bijeen te brengen. „Mag ik mij aan uwe Hoogheid voorstellen: Viscount Medway," zei hij ironisch. „Gerald Wace," verbeterde Prins Togo Yama op koelen toon. „Uitvluchtjes dienen tot niets, mr. Wace. U heeft niets te vreezen. Met u heb ik niets uit te staan." In 1934 heeft de commissie-Zaalberg toege zegd, dat financieele steun voor den bouw van een gemeentehuis niet uitgesloten was. In Oc tober 1934 heeft de opvolger van den heer Zaal berg deze opvatting der commissie bevestigd. 23 Mei 1935 heeft het College een onderhoud gehad met de commissie voor het Werkfonds. 8 Juni 1935 is de zaak schriftelijk aanhangig gemaakt. 6 Januari 1936 is de minister te Eind hoven geweest. 13 Januari is deze aangelegen heid in de commissie aan de orde gesteld. 5 Februari hebben B. en W. gevraagd hoe de beslissing was uitgevallen. 17 Februari deelt de minister mede, dat hij geen mededeelingen kan doen. B. en W. deelen echter mede, dat zij „van terzijde vernomen hadden, dat het Werk fonds op het gedane verzoek om financieelen steun in den bouw van een nieuw gemeente huis een gunstige beslissing genomen zou heb ben en zij geen motieven hebben, de juistheid van dit bericht in twijfel te trekken." Inzake het hoogspoor deelen B. en W. mede. dat de minister op 6 Januari j.l. heeft ver klaard, dat in verband met de gewijzigde tijds omstandigheden aan de verwezenlijking van het oorspronkelijke plan niet kan worden gedacht. Hierop is een vereenvoudigd plan in studie ge nomen, waaromtrent nog overleg gepleegd wordt met de Spoorwegen en waarover, han gende dit overleg geen mededeelingen kunnen worden gedaan. Op een vraag van den heer Staal nopens de meer-werk-actie te Amsterdam en eventueele navolging van dit voorbeeld, antwoorden B. en W„ dat zij vooralsnog zeer sceptisch staan te genover de resultaten van een dergelijke actie. Bljjkens het voorloopig verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot wijziging van de Haringwet 1927 kon men algemeen met de strekking van het ontwerp het aanbrengen van de verbeteringen in den tekst van de Ha ringwet, welke ter voorkoming van de moeilijk heden, die zich in de practijk hebben voorge daan, noodig zijn instemmen. Eenige leden zouden gaarne van den minister vernemen, welke resultaten tot nu toe met deze wet zijn verkregen. In het bijzonder hadden zij daarbij het oog op de vraag, of, naar het oordeel der regeering, het gelukt is, c>oor de geoefende contróle den goeden naam van onzen haringhandel met name in het buitenland te behouden en te verbeteren. In de tweede plaats zouden zij gaarne worden ingelicht over de in zichten, welke in de kringen van het bedrijf zelf omtrent het nut der wettelijke controlemaat regelen bestaan. Eenige leden waren van oordeel, dat bepalin gen omtrent het gewicht ook voor den uitvoer van steurharing niet langer gemist kunnen worden. Ten slotte vroegen eenige leden een volledig overzicht over de maatregelen, welke thans voor den uitvoer van haring gelden, mogelijk te willen maken door een exemplaar van den tekst der ministerieele beschikkingen ter uit voering van het reglement voor de Ned. haring- contróle 1933 aan de Kamer over te leggen. De Raad voor de Scheepvaart deed uit spraak inzake de aanvaring tusschen de stoomvisschersvaartuigen „Clasina Luther" IJm. 59 en „Timor" iJm. 491, in de Moray Firth. Wat de „Timor" IJm. 491 betreft, acht de Raad echter geen termen aanwezig om een straf op te leggen. Wat de „Clasina Luther" IJm. 59 betreft, is de toestand geheel anders. Daar had de ka pitein niet alleen, door alleen op wacht te zijn, het voorschrift overtreden, doch had hij zelfs, op een oogen blik dat zijn tegenwoordig heid op de brug dringend noodig was, de brug verlaten. De Raad acht dit een misdraging van zeer ernstigen aard. De Raad strafte den kapitein met drie maan den schorsing. De eerste werkzitting van het electrowarmte- congres, die Vrijdagmiddag, direct na de offi- cieele opening werd gehouden, onder presidium van ir. W. L. C. Brunings, bracht al dadelijk zeer interessante discussies over verschillende onderwerpen op het gebied dat dit congres wil bestrijken. Dr. ing N. A. Halbertsma der N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven hield een voordracht over electrische hoogfrequentovens. Op iedere voordracht volgde een zeer geani meerde discussie, waaraan door deskundigen uit verschillende landen werd deelgenomen. De gewone audiëntie van den minister van Financiën zal op Maandag den 15en Juni aanstaande niet plaats hebben. AMSTERDAM. Geslaagd de dames K. Ouwe leen te Amsterdam, J. C. Trappel te Haar lem en de heer T. Spaan te Baarn. VENRAY, 12 Juni (gymn. St. Angela) Ge slaagd voor A: D. Batenburg, Amersfoort; E. Eysbouts, Asten; F. Sanders, Oss; M. Man- narts, Tilburg; R. Verheggen, Blerick; C. Schellens Eindhoven; T. van Oerle, Boxtel; Afgewezen geen. „Schijnbaar," merkte Gerald koeltjes op, „had u iets te vereffenen met inspecteur Bryce!" „Met mr. Pressland," verbeterde de prins op zijn zelfden zoetigen toon. „Uwe Hoogheid is nogal op de hoogte," gaf Gerald terug. „Een kleine verklaring is misschien niet over bodig, vervolgde de prins. ..Deze man," en hij wees verachtelijk op Pressland, „heeft de ont zettende misdaad van verraad gepleegd! Zijn onverzadigbare gelddorst was oorzaak van dén dood van een, die hem vertrouwde, den dood van efen, die mij dierbaar was, mijn broer. En wij, die stammen uit het geslacht van Okyama, wij ver geten, noch vergeven gemakkelijk." „Uw broeder?" vroeg Gerald nieuwsgierig. „Bij zijn vrienden bekend als Naisuki," ant woordde de ander, „maar voor zijn huis, het oudste huis van Japan, was hij prins Okyama. 'n Oogenblik lang heerschte er stilzwijgen. Toen sprak de prins op zachtien toon, terwijl hij zijn voet zette op het ontzielde lichaam, dat tusschen hen inlag: „Ik denk, dat onze vriend nu het leven wel heeft verlaten. Zoo is t goed. Mijn hand heeft haar vastheid nog niet ver loren en dit aas gaat terug naar de belt, waar 't vandaan kwam!" Onderzoekend keek hij Gerald aan. „Mr. Wace," zei hij tenslotte, „uw weg en mijn weg kunnën niet naast elkander loopen, 't westen ziet in opium slechts het verderfelijke tuig, dat iemands gestel ondermijnt, een verdoo- vingsmiddel, dat den mensch in 't stof doet- knie len, ja, tot beesten verlaagt. Wij, in 't Oosten, zien er slechts het zaad ie in. dat ons vereetel- ■W.rr k »ly, FgwiM- HoktéR He, wat is dat? De sleutel past vandaag heelemaal niet in het slot. Aan het voorloopig verslag der Tweede Kamer inzake het wetsontwerp regeling van het ondei- zoek van ongevallen met burgerlijke luchtvaar tuigen, wordt het volgende ontleend; Algemeen deelde men de meening der Re geering, dat een wettelijke regeling van het on derzoek van ongevallen met burgerlijke lucht vaartuigen noodzakelijk is. Men sprak dan ook zijn instemming uit met de indiening van dit wetsontwerp en men voegde daaraan toe, dat men den spoed, waarmede de commissie-Kooien, vooruitloopende op haar eindrapport, aan de Regeering een ontwerp heeft doen toekomen, evenals dien waarmede de Regeering harerzijds het thans ingediende wetsontwerp bij de Ka mer aanhangig heeft gemaakt, zeer waardeerde. Ook de hoofdtrekken van het wetsontwerp vonden algemeene instémming. Verscheidene leden ontveinsden zich even wel niet, dat de aanleiding tot het met spoed ter hand nemen van deze aangelegenheid zeer betreurenswaardig was. Als aanleiding moet immers naar hun meening beschouwd worden het feit, dat eenigen tijd geleden bij de K.L.M. een aantal ernstige ongevallen heeft plaats ge had, ongevallen, waaraan huns inziens het streven naar het bereiken van topprestaties niet vreemd was. Deze leden spraken de ver wachting uit, dat de in te stellen Raad voor de Luchtvaart in dit opzicht nuttig werk zal kun nen verrichten, zoowel positief als preventief AMSTERDAM Cand. ex. Geneeskunde de heeren G. F. Bauer (cum ladde), J. H. van Dijk, D. Moffie, A. P. M. Verheugt, A. J. M. v. d. Heuvel, R. A. Soeters, J. S. de Windt, H. v. d. Ende, A. M. Juten, K. Wiggers, W. F. H. de Jonge, J. G. R. Janssen, J. de Koning, K. L. Kout, H. W. v. Wijlick, J. L. J. Bruisten, A. S. Sluis, H. Musaph en de dames E. R. Brandon, A. de Jong, R. GerdingKroon. A. M. A. Vrijmoed, H. Lugt, J. M. Jansen, M. I. Korthals Altes. AMSTERDAM. Bevorderd tto doctor in de Rechtsgeleerdheid op proefschrift: „Ontbin ding van overeenkomsten wegens wanpraes- tatie naar Nederlandsich en Fransoh recht" Cum laude, W. Ruitinga, geboren te Amster dam. *s GRAVENHAGE. Geslaagd voor eersten stuurman groote stoomvaart de heeren J. J. ter Brugge en C. Prins; voor derden stuurman idem de heer G. F. E. Kollenberg en voor stuurman kleine stoomvaart de heer F. Stam. 's GRAVENHAGE. Geslaagd voor diploma A de heeren A. Meijer en R. van Maanen, beiden te Utrecht; N. C. Helleman te Oude-Niedorp on A. Tange te Middelburg. is onze „omroeper". Eiken avond weer opnieuw spreekt hij in 80.000 gezinnen, waar hij steeds een trouw gehoor vindt. Zaken-Omroepers 50 et. per regel. Particuliere Omroepers 20 ct. per ■.egel. Betrekkingen (gevraagd en aangeboden) W ct. per regel. heid brengt voor datgene wat we ons met meer willen herinneren, en dat geluk brengt aan dén ongelukkige. Een kortstondige vergetelheid van de bitterheden van het aardsche; zoete droomen die ons al wat laag is, voor enkele urén doen vergeten. Uw vader stierf wijl hij zich tegen onze leering verzette. Ik betuig u mijn leedwe zen, maar veranderen doe ik mijn denkbeelden niet. Laten we hopen, dat onze paden zich in de toekomst niet zullen kruisen. Gerald bleef zwijgen. De prins ging weer op het venster toe, terwij hij nog een laatsten blik, waarin de diepste ver achting te lezen stond, op zijn slachtoffer wierp. „De deur is tot uw dienst," zei de moordenaar hoffelijk. ,Dank u. Die deel uitmaken van de heilige orde van Bubastes gaan zooals zij komen," zei de prins langzaam, „alleen en onbevreesd! Dan maakte prins Togo Yama een diepe bui ging voor Gerald en deze neigde op zijn beurt zijn hoofd naar den prins. Het gordijn bewoog zich zachtjes. Prins Togo Yama was vertrokken. Gerald keek weer naar Pressland. De hoofdvertegenwoordiger had voor zijn be drog geboet. Hij was gestorven met zijrt geheim. In de persoon van inspecteur Bryce was hij voor Viscount Medway een bedreiging geweest. Dood, en er was geen mensch, die Medway er van zou beschuldigen, dat hij den moordenaar van dienst was geweest. Die goeie Frans! De Waces spelen onder één hoedje, zoo dacht Gerald. Hij keek op de klok, die op den schoorsteen mantel stond. Voor de rechtbank te Assen had zich Vrijdag te verantwoorden de kruidendokter H. A. A. A. R. J. uit Hoogeveen, thans gedetineerd, ver dacht van bedrieglijke bankbreuk en het, ont trekken van goecteren aan zijn faillissement. Verdachte heeft in het laatst van 1935 en begin 1936 een aantal bedragen, totaal 1900, niet aan den curator verantwoord, terwijl hij reeds 1 November in staat van faillissement was ge steld. De feiten werden door verdachte toege geven. Als eerste getuige trad op mr .M. S. Kalma, curator in het faillissement van verdachte. Vol gens deze getuige was er een passief van ruim 100.000, terwijl aan baten een zeer gering bedrag aanwezig was. De gel dsn, die later door den gefailleerde zijn ontvangen, zijn niet aan hem afgedragen of opgegeven. Volgens verdachte werden deze gelden ge bruikt om de bestaande filialen weder op te bouwen, doch hiervan is niets gekomen; hij heeft de bedragen ten eigen bate aangewend. De officier achtte de feiten bewezen en eischte een gevangenisstraf voor den tijd van een jaar. Verdachte, hierop het woord krijgend, zeide van eten officier met geen enkel woord te heb ben gehoord voor welk feit hij is gearresteerd. Hij had 99 ctegen in hechtenis doorgebracht, wat hem de vraag deed opperen: of de Recht bank te Assen „het recht diende of verkrachtte". Verdachte werd hierop het zwijgen opge legd. De verdediger heeft in een zeer uitvoerig plei dooi op Juridische gronden het ten laste ge legde bestreden. Ten slotte vroeg hij vrijspraak voor zijn cliënt. Uitspraak over veertien dgaen. Vrijdagavond is in de haven van Vlissingen een doodelijk ongeluk gebeurd aan boord van het 16.000 ton metende Duitsche s.s. „Pennland" van de Arnold Bernstein -Linie te Hamburg, dat met een lading stukgoederen en passagiers en kele dagen geleden uit New-York was gearri veerd. Tijdens het lossen is de 31-jarige ma troos W Mayer op nog onopgehelderde wijze tusschen een winch geraakt. De man was op slag dood. Zondag 14 Juni as. te 3 uur wordt te 's Hertogenbosch, tot besluit der Acht Bossche Dagen, een grootscjh opgezette optocht ge houden van ambachten, bedrijven en veree- nigingen, waaraan 52 wagens en groepen deel nemen. De stoet wordt begeleid der zes mu ziekkorpsen. Uit de burgerij heeft zich een speciaal co mité gevormd voor ontvangst van de Kon. Militaire Kapel uit 's Gravenhage, d:e des avonds van 7.30 uur tot 10 uur zal concertee ren in het plantsoen. Bij K. B. van 9 Juni jj. is een delegatie af gevaardigd ter vertegenwoordiging van Neder land en Ned.-Indlë naar het van 16 tot 27 Juni e.k. te 's Gravenhage te houden zevende inter nationaal koudecongres. Tot leden dezer delegatie zijn benoemd de heeren prof. dr. H. C. L. E. Berger, directeur van den veeartsenijkundigen dienst, hoofdin specteur van de volksgezondheid, ir. Wouter Cool, onder-voorzitter van de Ned. organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onder zoek ten behoevp van Nijverheid, Handel en Verkeer, prof. dr. W. H. Keesom, hoogleeraar te Leiden en prof. L. A. van Royen, voorzitter van het Kon. Instituut van Ingenieurs. Bij K. B. van 30 Mei 1936 is benoemd tot gé- delegeerde van de Nederlandsche regeering bij het Internationaal Mathematisch Congres, dat van 13 tot 18 Juli 1936 te Oslo zal worden ge houden, prof. dr. W. v. d. Woude, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Bij K. B. van 8 Juni is met ingang van dien datum bencemd tot lid van het college van curatoren der Landbouwhoogeschool te Wage- ningen mr. A. I. M. J. baron van Wijnbergen te Utrecht. Bij K. B. is aan den heer P. J. Gerke, gep. N.-I. hoofdambtenaar, U. algemeen secretaris van het Gouvernement van N.-I., te 's Graven hage, verlof verleend tot het aannemen van het ordeteeken van Commandeur in de Orde van het Legioen van Eer. Bij K. B. van 9 Juni is aan mr. J. S. baron van Harinxma thoe Slooten op zijn verzoek eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton Amsterdam, onder dankbetuiging voor de als zoodanig bewezen diensten. Bij K. B. van 10 Juni is aan M. L. Spruyt op zijn verzoek met ingang van 18 Juni 1936 ont slag verleend uit zijne betrekking van notaris te Gorredijk. Iets over drieën. Het was een zware dag geweest. Met een laat sten blik op Pressland. waarin echter geten me delijden lag, keerde hij zich om en verliet de ksin€r< De oogen van de groene kat glinsterden in 't duister, en 't leek wel of de kat met graag-loe- rende blikken naar iets staarde, dat zich vlak over haar tegen den wand bevond. Dat „iets" was een kalender. En die kalender gaf als datum van den dag aan: den 28sten October! HOOFDSTUK XVIII Het masker valt 't Was één van die stormachtige avonden, dat bij niemand het verlangen op zou komen, om uit te varen naar zee, en nog minder om het Ka naal over te steken. Met geweld beukten de hui- zenhooge golven de kust bij Newhaven en een fijne schuimregen werd bij vlagen landwaarts gestuwd. Niettemin zaten Myra en Leslie Wace in het kleine zijkamertje van het scheepsloge- ment en wachtten geduldig op de komst van Wally Chatterton, op wiens jacht zij zich reeds twee uur geleden zoud envervoegd hebben. Noch Myra, noch Leslie hadden de laatste twee dagen een krant ingezien, en zij schreven zijn oponthoud aan alles toe, behalve aan de echte reden. Naast elkaar gezeten ke,ken zij troosteloos door het venster naar den regen en spraken geen W0Ord (wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 3