/CA
Bij de opening van de Waalbrug
Rijksmiddelen
Koninklijk bezoek
aan 's-Bosch
DE 4e SEPTEMBER
EEN DIEPE INDRUK
HERBEREKENING VAN
PENSIOENEN
WOENSDAG 17 JUNI 1936
Üoor Haar aanwezigheid legde de
Koningin den vollen nadruk
op een grootsch werk
onzer ingenieurs
Hulde der bevolking
Wetsontwerp weer ingediend, om
den groei van wanverhou
dingen te stuiten
Pensioenen militairen
Goudvoorraad
Ned. Bank
STREEKPLAN OOST-BRABANT
GEREED
Wettelijke vaststelling
waarschijnlijk
DE VEEHOUDERIJCENTRALE
Geen ontslag-aanvrage van
onder-directeur
GOUDSCHE WASSCHERIJEN
Geen vernieuwing der arbeids
overeenkomsten
Door auto overreden en gedood
Over de eerste vijf maanden van
dit jaar ruim f 9 millioen
beneden de raming
gebleven
BEELD VAN ERASMUS
Japan stelt het in bruikleen af
aan Rotterdam
HET R. K. MARINE-TEHUIS
IS TE KLEIN
Oproep van Majoor Bangert
ELECTRICITEITSCONGRES
Onderwerpen van belang
besproken
HET INT. KOUDE-CONGRES
1 Juli K.L.M.-dienst op
Venezuela
Curaqao door de lucht met
New-York verbonden
DE AFNAME VAN VARKENS
Het vleesch beschikbaar voor
werkloozen?
DE RAAD VAN LOON OP ZAND
En de laatste verkiezingen
AUTOBOTSING BIJ BAARN
Chauffeur ernstig gewond
Met groote vreugde hebben de
inwoners de Landsvrouwe
ontvangen
TUSSCHEN SLUISDEUREN
GERAAKT
Arbeider bij Vreeswijk verdronken
ONGELUK BIJ VOETBAL
WEDSTRIJD
35-jarige speler overleden
UIT DE STAATSCOURANT
Onderscheidingen
Ontslag
Lintbebouwing
DOOR PETER BARON
(Van onzen redacteur)
NIJMEGEN, 16 Juni.
Enthousiast heeft de bevolking
van de twee thans meer dan
ooit verbonden steden Arn
hem en Nijmegen de Landsvrouwe
ontvangen in één groote, spontane
betooging van hulde en aanhanke
lijkheid een betooging die niet
alleen een afgesloten geheel vorm
de, waarin geen enkele dissonant
viel waar te nemen, doch die ook
alle groepen van de bevolking, geen
enkele uitgezonderd, samenbond.
Een feest van nationale gezind
heid in den vollen zin des woords
hebben deze twee steden vandaag
gevierd.
Dien indruk kreeg men bij het volgen van
den koninklijken stoet triomftocht zou men
haast zeggen doorloopend.
Zoowei in Arnhem als in Nijmegen stonden
de menschen opgepakt langs den weg waar
de koninklijke personen passeerden en in
Nijmegen vooral was dit een héél lange weg.
Dp den weg tusschen de beide steden, door de
Dverbetuwe heen stonden in ieder dorp hon
derden menschen opgesteld. Honderder. kin
deren zongen minder massaal dan in Arnhem
°P het Velperplein, waar een overweldigende
aubade werd gebracht aan Koningin en Prinses
maar toch niet minder indrukwekkend en
°htroerend vaderlandsche en koningsgezinde
hederen.
Overal waar in dit prachtige, volle groene
land met zijn wijd-uitspreidende donkere boom
kruinen, een hofstee alleen staat langs den weg,
stonden de boerenmenschen buiten, de oude
biet bruin doorbrande gezichten, de zwart zij
den pet eerbiedig in de hand, de jonge met den
trisschen blos van het landleven op de wangen
Zwierig wuivend en nog lang na-turend den
stoet van auto's, die naar de nieuwe brug op-
trok. Daar bij de Waalbrug was de men
schen menigte onafzienbaar. Overal zag men het
Wemelen: op de kaden langs het stroomende
Water, tegen het donkere groen van het Valk
hof, op de wegen, die naar boven leiden, naar
de Belvedère, in de verte langs den weg die
de brug met de stad verbindt en op het Keizer
Lode wij kplein, op de schepen, beneden. Overall
Bij dat alles lag daar de brug in de on
genaakbare rust van haar oer-sterke kracht,
als één brok stalen energie, onbeweegbaar
donker afstekend tegen de strakke zilver
blauwe lucht. Alles in de omgeving is ver
sierd. Vlaggen en oranje-wimpels fladde
ren in den wind tegen de lichtmasten opzij
en aan alle huizen en gebouwen. De ernst
van de oude gevels en torens die opge
stapeld tegen de helling langs de Waal
het silhouet van de stad vormen wordt
gebroken door allerlei levendigen tooi.
Alleen de brug zelf is niet versierd. Stoer
en donker op het sombere af rekt zij
haar enorme bogen over de rivier.
Met het doorknippen van het lint, het laat
ste obstakel, dat het verkeer over de nieuwe
hrug jn den weg stond, heeft Hare Majesteit
*te kroon gezet op een groot werk van Neder
landsche ingenieurskunst.
Door dit persoonlijk te willen
doen heeft zij daarop bovendien
allen nadruk gelegd, dien dit heug
lijke feit verdient.
Dit werk staat niet achter bij het beste wat
andere landen op waterstaatsgebied presteeren
welnu: dan hoeven wij ook bij andere landen
hiet achter te staan in openlijke waardeering
voor dit stuk ingenieurskunst. Slaan alleen som-
hiige andere staats- en regeeringshoofden poli
tieke munt uit hun openbare werken, onze Ko-
hiijgin waardeert dit groote werk geheel los van
alle propaganda, als een stuk arbeid voor de
helvaart van ons volk.
Twee steden hebben getoond dit
Zuiver meeleven van Hare Majesteit
met de groote belangen van de
volkswelvaart en van hun bevol
king op hoogen, zeer hoogen prijs
te stellen.
Dat was de schoonste indruk, dien men kreeg,
toen het kleine groepje de Koningin in het
^it, de Prinses in een kleurig-gebloemde japon,
öe ingenieurs met den minister van Waterstaat
eh het gevolg in het zwart over de brug naar
Nijmegen toewandelend, door gejuich op de
tribunes, een gejuich, dat zich voortplantte langs
de donkergroene heuvels van het Valkhof en
de Belvedère, door het luiden van de klokken
en door de sirenen van de booten op het water
werd begroet.
De middagrit door de stad heeft dien indruk
versterkt.
Zooals gezegd: alle groepen der bevolking na
men er aan deel arm en rijk, jong en oud.
De ouden van dagen huldigden de vorstelijke
personen, de studenten van het Canlsiuscollege,
de militairen van de drie kazernes, de kinderen
van de scholen. Buiten zelfs op de wegen, die
ver buiten het centrum liggen, bij de Heilige
Landstichting, stonden talrijke menschen te
wachten en te wuiven.
Werkelijk deze betooging had, in al haar
treffende spontaneïteit een mooien zin.
Ingediend is een wetsontwerp, houdende her
berekening van pensioenen van burgerlijke en
militaire ambtenaren.
De regeering meent dat de teruggenomen
herberekening weder dient te worden voorge
steld om den groei van wanverhoudingen te
stuiten.
Bij de voorbereiding van dit ontwerp is over
wogen, of niet, evenais voor de spoorwegamb
tenaren is voorgesteld, ook hier een individuee-
le herberekening der pensioenen zou kunnen
worden ontworpen. In verband met de wijzi
ging, welke de werkzaamheden, aan een be
paalden rang verbonden, in den loop der ja
ren hebben ondergaan, werd zulks onmogelijk
geoordeeld. Evenmin kan een regeling worden
voorgesteld voor elk openbaar lichaam afzon
derlijk.
Besloten werd daarom uit te gaan van de al-
gemeene wijzigingen, welke de salarissen der
ambtenaren in den loop der jaren hebben on
dergaan, met inachtneming van een limiet, be
neden welke het herberekende pensioen niet
zal mogen dalen.
Te verwachten valt, dat een pensioens
verlaging tot ten hoogste 10 pCt. niet meer
ingrijpend zal zijn dan de verminderingen,
welke in het algemeen op de salarissen dei-
ambtenaren zijn toegepast.
Uit den voorgestelden maatregel wordt
een jaarlijksche bezuiniging verkregen voor
het rjjk van f3.300.000 (voor de burgerlij
ke ambtenaren f 3.300.000, voor de militaire
ambtenaren f 1.000.000), voor het veertigtal
gemeenten, dat voor een deel harer ambte
naren het risico voor eigen pensioen draagt,
f800.000 en voor het Algemeen Burgerlijk
Pensioenfonds f 1.600.000.
Nadere berekeningen zullen moeten aantoo-
nen of het voor het pensioenfonds mogelijk is
tegenover deze laatstgenoemde bezuiniging eeni-
ge eveneens tijdelijke maatregelen te treffen,
welke besparing voor het rijk en de overige
lichamen tengevolge zouden hebben.
De regeering is van oordeel, dat de pen
sioenen van leden van Gedeputeerde Staten,
van wethouders en van leden van besturen van
waterschappen, veenschappen of veenpolders
wegens de verscheidenheid van normen en re
gelingen, waarnaar zij zijn toegekend, niet be
grepen te behooren te worden in de algemeene
herberekening ingevolge het wetsontwerp.
Verschillende andere pensioenen vallen even
eens buiten de regeling.
Voorgesteld wordt van de herberekening uit
te zonderen de pensioenen van f 800 en min
der.
De regeling gaat uit van de gedachte, dat
slechts de pensioenen, verleend na de aanpas
sing in meer blijvenden vorm van de over-
heidssalarissen aan de na-oorlogsche prijsstij
gingen, dienen te worden herzien.
De regeling stelt naast de verlaging van
de pensioenen der in 1923 ontslagen bur
gerlijke ambtenaren met 10 pCt. de verla
ging op 2 en 6 pCt. voor de pensioenen der
respectievelijk in 1921 en 1922 ontslagen
ambtenaren.
Gedurende het jaar 1938 behoeft nog slechts
van de 5 pCt. verlaging van 1 Januari 1936 van
1/3 op 1 Januari tot nihil op ultimo Decem
ber in het pensioen verwerkt te worden, het
geen een te verwaarloozen percentage oplevert
in een op globale, afgeronde verlagingspercen
tages berustend systeem.
Vandaar dat de regeling de pensioenen der
in 1938 en later ontslagen ambtenaren onaan
getast laat.
Voor de militairen, met een pensioenbereke
ning over de inkomsten van het laatste dienst
jaar, is het salarispeil van 1 Januari 1920 reeds
ten volle verdisconteerd in de pensioenen, ver
leend na 1 Januari 1921, en dat van 1 Januari
1936 in de pensioenen van de na 1 Januari 1937
ontslagenen,
nen.
Vandaar dat de regeling de pensioenverlaging
voor de militaire pensioenen van na 1 Januari
1921 onmiddellijk op de volle 10 pCt. stelt en
de verlaging beperkt tot de pensioenen der mi
litairen voor 1 Juli 1936 ontslagen, terwijl ook
i
Het spook uit
de wapenzaal wil
geen lid van onze
vakvereeniging wor
den. Wat doen we
nu?
We sluiten hem
ilt. (Vendémiaire)
de daling in de percentages na 1 Januari 1934
sneller verloopt.
Voorgesteld wordt, bij herberekening van de
pensioenen uit te gaan van het pensioenbedrag,
waarop zij zonder toepassing van een beper
kende bepaling zouden zijn vastgesteld.
De herberekening der pensioenen wordt
als een maatregel van tijdelijken aard voor
gesteld, opdat de regeering gelegenheid
hebbe haar standpunt ten deze nader te
bepalen, zoodra zij over een afgerond
voorstel tot herziening der pensioenrege
lingen van het overheidspersoneel zal kun
nen beschikken.
De wet treedt in werking met ingang van
den lsten Januari 1927 en blijft van kracht
tot 1 Januari 1942.
Blijkens den jongsten weekstaat liep de goud
voorraad van de Nederlandsche Bank in de
afgeloopen berichtperiode met 9% millioen
terug.
Dezer dagen vergaderde de streekplancom
missie voor Midden- en west-Noord-Brabant te
Breda. Tijdens deze vergadering deelde de
Commissaris der Koningin in Noord-Brabant,
jhr. mr. dr. A. B. G. M. van Rijckevorsel mede,
dat men in Oost-Brabant reeds ver gevorderd is
met het streekplan, dat waarschijnlijk wettelijk
zal worden vastgesteld. De ontwerpen zijn al
gereed. Dit zal de eerste wettelijke regeling zijn
van een streekplan in Nederland, die een opper
vlakte ter grootte van de provincie Utrecht
omvat.
Naar aanleiding van een bericht als zouden
er belangrijke wijzigingen in het bestuur der
Veehouderijcentrale op handen zijn, vernemen
wij, dat van een ontslag-aanvrage door een der
onderdirecteuren geen sprake is. Wel heeft de
voorzitter-directeur der Veehouderijcentrale, de
heer ir. W. de Jong', aan den minister wegens
gezondheidsredenen ontheffing uit deze functie
verzocht, met ingang van 1 Augustus as.
Van eenige wrijving tusschen het college van
regeeringscommissarissen en de leiding van
de Veehouderijcentrale, is, zoo werd nog mede
gedeeld, geen sprake. Het college van regee
ringscommissarissen is slechts een adviseerend
college en de uiteindelijke beslissingen over de
verschillende vraagstukken berusten bij den mi
nister.
Van bevoegde zijde wordt medegedeeld, dat
de zeven w as scher ij patroons te Gouda geen
vernieuwing van de in hun bedrijven bestaan
de, op 30 Juni as. afloopende, arbeidsovereen
komsten wensciien. De voornaamste aanlei
ding is, dat van de 2500 wasscherijen in Ne
derland deze zeven bedrijven ongeveer de eeni
ge zijn, welke aan een collectieve arbeidsover
eenkomst gebonden zijn. Men kan dezen uit
zonderingstoestand niet langer bestendigen,
daar de Goudsche wasscherijen niet langer in
staat zijn, hoogere loonen te betalen dan de
concurreerende bedrijven in overig Nederland.
De directies hebben het voornemen, de loo
nen van nieuw aan te nemen personeel gelei
delijk aan te passen aan die van de wassche
rijen in de omgeving van Gouda.
Dinsdag is de 19-jarige P. van der Velde,
woonachtig te Zaamslag, nabü Terdonck (Bel
gië) door een auto overreden en gedood.
Het stoffelijk overschot zal naar Zaamslag
worden overgebracht.
De Rijksmiddelen hebben over Mei
opgebracht f 30.708.638, hetgeen ruim
f 170.000 meer is dan over Mei 1935,
doch f 251.778 minder dan de raming.
De opbrengst over de eerste vijf
maanden van dit jaar was f 145.726.328
en is daarmede f 9.075.755 beneden de
raming gebleven en f 4.802.147 bene
den de opbrengst over de eerste vijf
maanden van 1935.
Met het s.s. Yasoekoeni Mare, dat 21 Juni
van Tokio vertrekt, zal het tot de nationale
kunstschatten van Japan behoorende beeld van
Desiderius Erasmus naar Londen, en vandaar
naar Rotterdam worden verscheept.
Men zegt, dat het beeld in 1600 naar Japan
is gebracht, aan boord van een Nederlandsch
schip, dat. William Adams vervoerde. Volgens
anderen versierde het beeld den voorsteven var
het Nederlandsche schip Erasmus, dat tusschen
Nederland en Formosa voer. Sedert dien tijd is
het bewaard in een Boeddhistischen tempel in
de prefectuur Totsjigi en in 1931 werd het tot
nationalen kuenstschat verklaard.
Eenigen tijd geleden heeft het Genootschap
voor het behoud van Nationale Kunstschatten
na stemming besloten, het beeld uit te leenen
aan de stad Rotterdam, die op 12 Juli het vier
de eeuwfeest van Erasmus zal vieren.
Onder den alarmeerenden titel „Gevaar!"
heeft Majoor H. J. Bangert, directeur van het
R. K. Marine-Tehuis en Aalmoezenier bij de
Kon. Marine, een folder samengesteld en toe
gezonden aan Katholiek Nederland. De Minister
van Defensie a.i. H. Colijn, de Vicaris-Generaal
van het Aartsbisdom Utrecht, de Bisschoppen
van Breda, 's Hertogenbosch, Roermond en
Haarlem, de Hoofdaalmoezenier van Leger en
Vloot, kolonel Noordman, gaven hun aanbeve
ling.
Majoor Bangert wijst er op, dat het Katho
liek Marine-Tehuis in den Helder volledig on
voldoende is, terwijl toch de beteekenis niet
groot genoeg kan worden aangeslagen. Hier ligt
het middelpunt van de geheele katholieke ziel
zorg op de vloot. Het Christelijk Tehuis is ruim
genoeg. Het algemeen Tehuis voldoet aan alle
eischen. De Bond van Minder Marinepersoneel
plaatste een gebouw als een burcht; het moet
ver over de 100.000 gulden hebben gekost. Het
Katholieke Huis echter is veel te klein. Het
heeft geen kapel. Het is moeilijk te exploiteeren.
Majoor Bangert doet een beroep op allen, om
financieelen steun voor zijn werk. In de folders,
die door Jo Spier pakkend geïllustreerd zijn, is
daartoe een girobiljet ingesloten.
Op het Electriciteitscongreis te Schevenin-
gen is gebleken, dat het electrisch koken in
alle landen in'het centrum der belangstelling
staat en dat van een krachtige ontwikkeling
dezer toepassing der electriciteit in geheel
Europa kan worden gesproken.
Van de verdere onderwerpen, die in de ver
gadering werden behandeld, mogen hier wor
den genoemd de toepassing van heetwater-
reservoirs en koelkasten, het gebruik van
electriciteit in den landbouw en in het bij
zonder voor het dorschen, de toepassing in
groot- en klein-industrie en de beteekenis der
electrische trolleybussen.
Voorts werd van gedachten gewisseld om
trent de moderne methoden van wegverlich-
ting, de toepassing van afval-energie bij wa
terkrachtcentrales en het combineeren van
stadsverwarming met een electriciteitsfabriek.
In de officieele openingszitting van het in
ternationale koude-congres, Dinsdag te Den
Haag gehouden, hebben nog het woord gevoerd
prof. Henning, die namens de Duitsche dele
gatie hulde bracht aan de nagedachtenis van
prof. Kamerlingh Onnes en die voorts wees
op den arbeid van prof. Keesom, door wier bei
der onderzoekingen Nederland als het ware
bet symbool van de wetenschap der koude is
geworden, en de Argentijnsche gezant, ae heer
J. S. E. Manuel Llobel, die eveneens vriendelijke
woorden aan het adres van Nederland richtte.
Verder spraken nog de heeren Gardner Poole,
president van het Amerikaansche koude-insti-
tuut, Theodore Tissier, voorzitter van het uit
voerend comité, vice-president van den Fran-
scheu Raad van State, dr. Ezer Griffiths, voor
zitter van de Engelsche vereeniging voor koel
techniek, prof. Masao Kamo, van de universi
teit van Tokio, prof. dr. Wolfke, van de poly
technische school te Warschau, en prof. dr.
Fluckiger, directeur van het Federale Veteri
naire Bureau te Bern, die allen namens hun
officieele delegaties woorden van sympathie met
en goede wenschen voor het welslagen van dit
congres spraken.
Zooals reeds nader werd bericht, was mevr.
Kamerlingh Onnes mede aanwezig. De voor
zitter, prof. de Haas, richtte een bijzonder
woord van hartelijk welkom tot haar.
1 Juli as. zal de K. L. M. een tweemaal we-
kelijkschen dienst openen tusschen Curacao en
Maracaïbo, het centrum der oliewinning in
Venezuela. Deze verbinding zal aansluiting ge
ven op den dienst Trinidad—Barranquilla van
de Pan American Airways; uit deze stad kan
de reiziger zich eveneens per Pan American
naar Miami begeven, en van hier naar New
York vliegen. Curacao zal dus met ingang van
Juli door de lucht met New-York verbonden
worden.
Reeds herhaaldelijk is er sprake geweest van
uitbreiding van het West Indische luchtverkeer
der K. L. M. met een lijn naar Venezuela, doch
thans zal het eindelijk zoover komen. Voorloo-
pig is voor twee maanden toestemming tot de
exploitatie van de luchtlijn verleend, in af
wachting van een definitieve regeling.
Zooals gemeld, heeft de minister van Land
bouw en Visscherij besloten, de Nederlandsche
Veehouderijcentrale in de gelegenheid te stellen,
tot steun aan de te lage varkensprijzen, var
kens af te nemen. Naar wij vernemen, zal ver
moedelijk over eenige weken met deze afname
aangevangen worden. Overwogen wordt nog, of
een gedeelte van deze varkens zal worden in
gevroren, terwijl dan naar alle waarschijnlijk
heid het andere gedeelte, in overleg met het
departement van Sociale Zaken, in bussen zal
werden beschikbaar gesteld voor werkloozen en
andere behoeftigen.
Op vragen van het Tweede Kamerlid Vliegen
in verband met den gang van zaken na de in
1935 gehouden gemeenteraadsverkiezing in Loon
op Zand, heeft de minister van Binnenlandsche
Zaken o.m. het volgende geantwoord:
Na de gemeenteraadsverkiezing in 1935 is in
Loon op Zand geen der door het Centraal Stem
bureau op 14 Juni 1935 benoemd verklaarden
toegelaten, omdat geen van hen zijn geloofs
brieven tijdig had ingezonden.
Aan artikel 15, 3de lid, der gemeentewet was
niet voldaan; geen der benoemd verklaarden
kon zitting nemen en de gemeente is inderdaad
eenjgen tijd zonder raad geweest.
25 November is een aantal opvolgers op de
lijsten benoemd verklaard. Deze benoemden heb
ben zelf de beslissing over de toelating geno
men. Strijd met artikel 32, lste lid, der gemeen
tewet behoeft hierin niet te worden gezien.
Inderdaad heeft de wethoudersverkiezing niet
op den eersten Dinsdag in September plaats
gehad; dit kan evenwel bezwaarlijk een over
treding van de gemeentewet worden genoemd.
De gemeente heeft thans weer een raad en
een college van burgemeester en wethouders.
Het gemeentebestuur heeft zelf een oplossing
uit den toestand gevonden, waarin Ged. Staten
hebben berust.
De gesignaleerde afwijkingen van den gebrui-
kelijken gang van zaken houden verband met
de omstandigheid, dat de wegens de niet-toe-
lating door Ged. Staten van Noord-Brabant van
de aanvankelijk benoemd verklaarden door de
zen ingestelde beroepsprocedure eerst 6 Novem
ber 1935 haar beslag kreeg, op welk tijdstip de
oude raad reeds was afgetreden.
Met een speciale wettelijke voorziening voor
het geval Loon op Zand zou, naar het oordeel
van den minister, het belang van die gemeente
niet worden gediend. Wel zegt hij gaarne toe,
voorziening in de ten deze in de gemeentewet
bestaande leemte in overweging te nemen.
Dinsdagmiddag half vier is op den Rijks
straatweg nabij het nieuwe benzine-station te
Baarn een ernstige auto-botsing gebeurd.
Een auto, bestuurd door den heer de M. uit
Baarn en komende uit de richting Amsterdam,
reed bij het passeeren van een drietal auto's een
wagen van de N.V. Hygiënische Melkinrichting
te Hilversum, die daar draaide om benzine in
te nemen, in de flank aan.
Bij de hevige botsing werd de Hilversumsche
auto omvergereden, waarbij de chauffeur be
klemd geraakte. In hoogst zorgwekkenden toe
stand werd hij per politie-brancard naar het
ziekenhuis te Baarn vervoerd.
Van den aanrijdenden auto bekwam de heer
W. verwondingen aan het hoofd. De heer M.
bleek ongedeerd.
De splinternieuwe wagen werd zwaar bescha
digd.
Na de openingsplechtigheid van de nieuwe
Waalbrug te Nijmegen te hebben verricht is
H. M. de Koningin, vergezeld van H. K. H.
prinses Juliana en gevolg Dinsdagmiddag door
gereisd naar Brabants hoofdstad, waar zij ook
heden vertoeft en de gast is van den Commis
saris der Koningin- in de provincie Noord-Bra
bant, jhr. mr. dr. A. B. C. M. van Rijckevor-
sel.
Met groote vreugde hebben de Bosschenaren
de Landsvrouwe, die in tal van jaren hun stad
niet bezocht en haar dochter begroet. Nage
noeg huis aan huis wappert er de driekleur en
in breeöe scharen hadden de inwoners der
Hertogstad zich langs den weg, dien de Ko
ninklijke familie nemen zou, geschaard ten
einde van haar aanhankelijkheid blijk te ge
ven.
Met den trein van 1736 uur arriveerden de
hooge bezoekers. Op het perron werden zij op
gewacht door den Commissaris der Koningin en
burgemeester mr. F. J. van Lanschot.
Na de begroeting begaf het gezelschap zich
naar buiten, waar, zoodra de Koninklijke fami
lie zichtbaar werd, luide toejuichingen haar
tot welkom tegenklonken. Voor het bordes stond
opgesteld een eerecompagnie van het regiment
wielrijders ter sterkte van 100 man onder
commando van kapitein F. de Bie, die in haar
midden had den Koninklijken standaard en
waaraan ook het regimentsmuziekkorps was
toegevoegd.
Nadat het korps het Wilhelmus had gespeeld,
inspecteerde de Koningin deze eerewacht, en
vervolgens nam zij plaats in den gereedstaan-
den auto, welke haar naar het gouvernements
paleis in de Ververstraat reed.
Overal langs den weg stond de burgerij in
dichte rijen geschaard en overal werd H. M.
toegejuicht, voor welke attentie de Vorstin
dankte met een minzaam hoofdbuigen en wui
ven met de hand.
Na de begroeting werden de Koningin bloe
men aangeboden door een dochter van burge
meester van Lanschot en aan Prinses Juliana
door een dochter van wethouder Meuwese.
Dinsdagmiddag te half vier is bij de sluis-
werken te Vreeswijk een doodelijk ongeval ge
beurd.
De 27-jarige timmerman J. van Veen is tij
dens het werk men was bezig met het op
vullen met zand van de ruimte tusscher. de
sluisdeuren in de sluis gevallen en verdron
ken. Na een half uur dreggen werd zijn lijk
ongehaaid. V. was gehuwd
Tijdens een veteranenvoetbalwedstrijd Zon
dag te Schijndel is een ongeluk geschil*, dat
een der spelers het leven heeft gekost.
In het vuur van den wedstrijd kwam de 35-
jarige A. v. d. Wetering uit Schijndel te vallen.
De ongelukkige bleek ernstig te zijn gekwetst en
werd per auto naar huis vervoerd. Maandag
avond werd de toestand van het slachtoffer zóó
ernstig, dat hij van de H.H. Sacramenten der
Stervenden moest worden voorzien. Spoedig
daarna is hij aan de gevolgen van de opgeloo-
pen kwetsuren overleden.
Van de W. was gehuwd en laat een gezin met
vier kinderen achter.
Benoemd tot officier in de Orde van Oranje
Nassau, mr. G. J. C. Schilthuis te Rotterdam,
secretaris-penningmeester van den Zuid-Holl.
W aterschapsbond.
Aan D. van Dam, bankdirecteur, wonende te
Amsterdam, is verlof verleend tot het aanne
men van zijn benoeming tot oficier d' Acadé
mie de France.
Aan P. M. H. Driessens is op verzoek met
6 Juli 1936, eervol ontslag verleend als bur
gemeester der gemeente Neeritter en Itter-
voort, met dankbetuiging voor de langdurige
diensten door hem in die betrekking bewezen-
Hij is benoemd tot ridder in de Orde van
Oranje-Nassau.
Aan prof. dr. J. S. Theissen te Amsterdam
is op zijn verzoek eervol ontslag verleend als
lid van de commissie voor 's Rijks geschied
kundige publicatiën, onder dankbetuiging.
Aan de staatscommissie, ingesteld bij K. B.
van 21 April 1892, ten einde de Regeering
van advies te dienen omtrent de wettelijke re
gels, die ten aanzien van het waterschapsbe
stuur behooren te worden gesteld, is toegevoegd
als lid uitsluitend voor het onderzoek en het
rapporteeren door die commissie omtrent het
vraagstuk van regeling van de bebouwing, in
verband met het verkeer langs die wegen, dr.
ir. L. R. Wentholt, hoofdingenieur-directeur van
den Rijkswaterstaat te 's-Gravenhage.
MllllMttlMN
innnMiimiil
51
„Bryce zag hem toevallig zijn huis verlaten en,
a*s bedienaar der wet, nam hij het op zich hem
achtervolgen. Zeer van pas. In zijn rol van
tessland werkte hü dat spelletje van Wally in
öe hand en in de rol van Bryce ging hij hem
Achtervolgen."
'.Zulk een schandelijk misbruik van de wet,"
v°egcie Medway hieraan toe, „heeft zijn weer
ga niet."
Gerald glimlachte.
Wally slaagde er in ergens in Sussex aan
®fyce, of liever aan Pressland te ontkomen.
?ryce bevond zich, jammer genoeg, vlak by
in de buurt, Medway, waar hij ging tele-^
*°neerten en zoodoende Wally's heenkomen naaf
£e kust ophield. Daar begon de ellende. Hij
"erkende je en blijkbaar herinnerde hij zich
een paar uur geleden in Londen te hebben
aangetroffen. Hij ging regelrecht naar de stad
en verraste mij in je huis, Frans."
„Wat een leuk slot van een overigens aardig
dagje," zei viscount Medway.
„Natuurlijk spraken we elkaar eenige woor
den van bemoediging toe," vervolgde Gerald,
„en ik beschuldigde hem ervan, dat hij Press
land was. Hij gaf het toe en stond op 't punt
om iets
„Daar zal, denk ik, wel geweld in 't spel
zijn," veronderstelde Medway. „Wees maar
niet zoo geheimzinnig, vriend Gerald."
Gerald lachte hartelijk.
„Zooals je wilt. Hij zon op geweldpleging,
toen het gebeurde."
„Toen wat gebeurde?" viel Leslie daartus-
schen.
„Bryce, of beter Pressland, kreeg een mes
steek tusschen zijn schouders!"
Een tastbare stilte volgde op deze woorden.
„Wie deed dat?" 't Was Myra die deze
woorden stamelde, als vreesde zij de rekening
van haar broeder met nóg een moord verhoogd
te zien.
Hij glimlachte geruststellend.
„Ik niet, beste," zei hij en een zucht van
verlichting ontsnapte haar, alhoewel op haar
gelaat nog een groote somberheid te lezen
stond.
„Pressland had mij kunnen dienen, om mij
op Naisuki's spoor te bitengen," vervolgde Ge
rald. „De schurk verried Naisuki, die door een
ongelukkig toeval aan zijn eind kwam. Maar
zijn broeder, die schijnbaar bewusteloos aan
zijn voeten lag, heeft wraak over hem genomen
gelijk dat in de heilige orde van Bubastes
waartoe zij behooren, is voorgeschreven. Hij
wilde Pressland niet aan de politie verraden,
en zoo werd hij gedood dat hoogst galante
heerschap."
„En Pressland?" vroeg Medway. „Wat wij het
laatste over dat lieve menschenkind vernamen,
was, dat ze hem een mes in zijn rug hadden
geplant."
„Dat mes," antwoordde Gerald, „werd gestoo-
ten door Naisuki's broeder, die Pressland ach
terna geslopen was, naar het woonhuis en zich
daar, terwijl wij praatten, achter het gordijn
had verborgen."
„Wie was die bloeddorstige klant?" vroeg
Medway.
„Prins Togo Yama."
„Prins?"
„In zijn land was Naisuki een voorname per
soonlijkheid," antwoordde Gerald. „Ik meen,
dat zijn broer hem Prins Okyama noemde."
,,'k Vind, dat die naam al verschrikkelijk
klinkt," beweerde Leslie.
„Je bent al te realistisch," mompelde Gerald.
„Vanmorgen ontving Sayle een ongeteekende
waarschuwing, om de Naisuki-affaire te laten
rusten, omdat, deed hij dit niet, een internatio
nale gisting er het gevolg van zou zijn. Sayle's
strijdlust ontbrandde weliswaar, maar om moei
lijkheden te vermijden met de Japansche am
bassade gaf hij maar toe. Zijn voorganger had
insgelijks een meeningverschil met dat gezant
schap gehad en hij kwam er slecht af."
„Ik ben blij, dat alles voorbij is, beste jon
gen," zuchtte Myra, terwijl zij een lichte sidde
ring niet kon onderdrukken.
„Over geen enkele van mijn daden gevoel ik
leedwezen," sprak Gerald op kouden toon. „De
zaak was het waard, al liep ik zelf bijna twee
maal tegen de lamp. Juist voor ik met Ven
ning wilde gaan afrekenen, kreeg de politie er
lucht van, dat ik geregeld vaders graf bezocht.
In mijn plaats liet ik een jongen naar het kerk
hof gaan. 't Was een gewezen soldaat en voor
een kwartje had die arme drommel zelfs wel
voor koning willen spelen. De politie pakte
hem en volgens Bryce was 't de moordenaar.
Onderwijl ze dien jongen verhoorden zijn
naam was Philip, ging ik naar vaders graf.
Ik was daar nog geen vijf minuten toen ik
door een onbekende werd aangepakt, waar-
schünlijk een bewaker. In ieder geval, de vent
was dronken en dat gevecht heeft hij nooit ge
rapporteerd, waarschijnlijk uit vrees, dat hij zijn
post zou verliezen, als zijn „dorst" aan het
licht kwam. Toen ik bij den politiepost aan
kwam ik had mijn rol weer verwisseld
was Bryce geheel uit*zijn humeur. Ik meen,
dat Bryce, die de rol van inspecteur tot in de
puntjes vervulde, een onderzoek had ingesteld
omtrent Philip, maar hij had niets kunnen vin
den."
Hij zweeg, om Myra even te liefkoozen, die
bij 't noemen van haar vaders naam zachtjes
was gaan schreien.
„Nu, zusje," zei hü teeder, „ik zal er niet meer
over spreken, als 't je hindert."
„Wat was er met Angela Morrel?" vroeg Les
lie eensklaps op verontwaardigden toon. „Eens
werd ik heel geheimzinnig naar haar woning
geroepen, 'k Had een heksentoer om haar te
kalmeeren. Ze had gehoord, dat ik opgepikt was
wegens dronkenschap en baldadigheid, 't Was in
dienzelfden nacht, dat Chatterton stierf."
„Dat was te erg, Leslie," antwoordde Gerald,
„maar jij speelde tegen me op van belang. Wijl
jij iederen keer afwezig was, werd het vermoe
den op jou gevestigd. Ik verwachtte, dat Bryce
't zou onderzoeken, en wist, dat je eten door
slaand alibi had. Iemand, die achter de trahes
zit, kan geen moord bedrijven."
„Maar hij heeft toch wel zoo'n gevoel, als
of," bromde Leslie.
„Ik belde Angela 'savonds vóór den dood van
Venning op," vervolgde Gerald, „en ik verzocht
haar je op te bellen bij Chatterton's huis. Zij
stemde er in toe, dat je bij haar zou blijven,
tot alles voorbij was. 't Spijt me. dat ik je als
lokvogeitje moest gebruiken, Leslie, maar het
was de eenige manier om op dat oogenblik de
verdenking van mij te weiten. En ik wist, dat
jij, als je mijn raadgevingen volgde, in staat
zou zijn je onschuld te bewijzen."
„Zoo, en dat kruisverhoor van dien volgen
den morgen tusschen jou en Bryce," scham
perde hij.
„Kalmpjes aan, ouwe jongen," suste Gerald.
„Tusschen twee haakjes, wanneer kwam je
tot de ontdekking, dat Bryce de agent van Nai
suki was?" vroeg de Viscount er kalm tusschten
door.
(Wordt vervolgd)