De verstandige chimpansé Zoekt gij betrouwbaar I 1% r! r^l lyT/\ClF I Plaats een «Omroeper" I Personeel I I voor 80.000 gezinnen j DE KLEINE KOOPMAN DONDERDAG 18 JUNI 1936 Hoe dikwijls onweert het? De ouderdom van sommige vogels Oefening in hef schrijven van een cijfer r f W- mr. F. J. van Lanschot, Na het bezoek aan de kathedrale basiliek van St. Jan te den Bosch wer den H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana door weeskinderen be groet Charmante zomermode bij de tra- ditioneele rennen te Ascot (Enge land) H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana op het bordes van het Bossche stadhuis, waar Zij de hulde der Bossche vereenigingen in ontvangst namen Minister-president dr. H. Colijn heeft Woensdag officieel het nieuwe Zuid- Afrikaansche gezantschapsgebouw te den Haag geopend. Rechts van den minister, de Zuid-Afrikaansche gezant, dr. H. van Broekhuizen H. M, de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana bij het bezoek der vorstinnen aan de Bossche veemarkthallen De .Statendam van de Holland Amerika-Lijn bracht Woensdag voor de eerste maal een bezoek aan de Amsterdamsche haven. De .Statendam" is het grootste schip, dat ooit de hoofdstedelijke haven aandeed De druivenkassen in West-Friesland hangen vol vruchten. Met het .krenten is men druk bezig Waarom mag ik nou niet naar het circus," zeurde Bertus Dinges ,,'t zal net zoo fijn worden. Ze waren gisteren de tent al aan 't opslaan „Och jongen, zanik niet," zei moeder: „je weet toch, dat we geen twee dubbeltjes kunnen missen; je vader heeft immers geen werk." Met 'n knorrig gezicht ging Bertus toen de deur uit; hij trok het touw om z'n broek nog eens 'n beetje stijver aan, knoopte z'n armoedige jasje dicht en sloeg den weg naar het dorp in. Op het marktplein was 't een drukte van geweld. Er werd gesjouwd, gehamerd en geheschen. De draaimolen stond nog onder het zeil, de poffertjes kraam en de schiettent waren nog niet half klaar en ook bij de andere kramen was nog niets te zien. Alleen het circus stond daar al in zijn volle glorie en een mijnheer met een witte broek en een roode jas met gouden knoopen stond voor den ingang, vlak bij een aanplakbiljet, waarop de tamme leeuwen waren afgebeeld. O, die leeuwen, die op een touw liepen en die zoo mak waren, dat je zoo je hand maar in hun bek kon stoppen heb ik de eer u Karaf voor te stellen. „Hé, kleine schooier!" hoorde hij ineens en omdat hij gewend was overal uitge scholden en weggeduwd te worden, wilde hij zich al uit de voeten maken, doch toen hij omkeek, zag hij dat de fijn uitgedoste mijnheer hem wenkte. Nog 'n beetje aar zelend kwam hij dichterbij en tikte aan zijn pet, zooals hij z'n vader had zien doen als hij om werk vroeg. „Ja. kom maar eens hier!" „Asjeblief, meheer!" „Zou jij een centje willen verdienen?" „En waarmee, meheer," vroeg Bertus een beetje wantrouwend. „Nou, je bent toch niet al te kieskeurig, wel?" „Als ik maar niet bij de leeuwen in de kooi moet!" De fijne mijnheer schaterde het uit van 't lachen, trok hem naar zich toe en fluisterde hem iets in 't oor. „En tién stuivers bij elke voorstelling," zei hij toen hardop en verdween met Bertus in de tent. Toen vader en moeder Dinges om 12 uur aan tafel zaten, kwam Bertus hijgend met roode wangen en schitterende oogen de kamer inhollen. „Vader, moeder, ik mag in 't circus wer ken en hier zijn vrijkaartjes en iederen avond krijg ik twee kwartjes." De goede menschen keken elkaar eens aan en Vader zei 'n beetje streng: „Ga nu eerst maar eens zitten, bid een Onze Vader en eet je aardappelen op, dan kan je vertellen, wat er nu eigenlijk aan de hand is, maar meteen bekeek Vader de kaartjes, die Bertus op tafel gegooid had- Ja, dat waren echte biljetten van 't cir cus met een stempel van dé belasting erop dus er zou toch wel iets van aan zijn. Vader probeerde zijn zoontje op alle mo gelijke manieren uit te hoor en, maar toen ze van tafel opstonden, wist hij niet veel meer dan dat Bert om 7 uur in het circus moest zijn en er om 12 uur uitkwam en dat hij twee kwartjes verdiende. Dien avond zaten de ouders van Bertus in het overvolle circus. Ze bestudeerden 't programma, om te zien of er ook iets van hun jongen in vermeld stond, maar neen niets. „Och, hij zal wel achter de schermen blijven en misschien de lakschoenen van de heeren moeten oppoetsen," zei Vader. Het was een prachtige voorstelling. Twee clowns met roode neuzen en puntmutsen haalden de dolste grappen uit; een zebra danste op de maat van de muziek en twee honden sprongen door hoepels en speelden voetbal. Toen werden, om het geval nog indruk wekkender te maken, de lichten op half gedraaid en een gegalonneerde mijnheer vërscheen met een grooten aap. „En hier, dames en heeren," sprak hij, „heb ik de eer U Karuf voor te stellen, den verstandigsten chimpansé van de wereld. Ik overdrijf niet en U zult Uzelf kunnen overtuigen van de waarheid van mijn woor den." Het orkest speelde hierna een marsch, waarbij Karuf met 'n dikken stok de maat sloeg. Op het eind raakte de trommelslager uit de maat, waarop de chimpansé begon te brommen en dreigend zijn stok ophief naar den verstrooiden muzikant. Er brak een daverend applaus los en Karuf boog eenige malen hoffelijk naar het publiek. Daarna klom hij op een kleine verhooging, de directeur stak zijn hand in de hoogte en vroeg: „Hoeveel vingers zijn dit?" Het beest gaf vijf slagen met den stok op den grond. „En dit?" vroeg weer de, directeur, ter wijl hij zijn twee handen liet zien. Prompt sloeg Karuf weer tien keer met den stok. De toeschouwers waren opgetogen doch opeens verhief zich een stem: „Dat is een kunstje, mijnheer de direc teur, dat begrijp ik heel best. Het beest kent het lesje uit z'n hoofd. Eerst vijf, dan tien keer, enzoovoort. Wilt U het zien?" Meteen hief de man allebei zijn duimen in de hoogte en weer sloeg de aap twee keer op den grond. Wat kan men nog meer verlangen van een redeloos beest? Het applaus nam dan ook haast geen einde en toen het eindelijk wat bedaarde, sprak de directeur: „Dames en heeren, nu zult U te zien krijgen de kunsten van Kriff, den wereld- beroemden Afrikaanschen leeuw. Ik ver zoek om uw allerdringendste aandacht, want dit is een zeer gevaarlijk nummer." De chimpansé klom nu langs een touw naar de trapeze en bleef hier heen en weer schommelen. De oppassers brachten 'n ste vig^ ijzeren kooi binnen, waarin de leeuw was opgesloten. Dien dag scheen het beest echter uit zijn humeur te zijn. Het weiger de uit de kooi te komen en op de verhoo ging te springen, die voor hem klaar stond. Toen de directeur de zweep een paar maal liet knallen, gehoorzaamde hij, maar ging dreigend zitten brommen. De temmer stap te ferm op hem toe, maar voordat hij hem nog genaderd was, sprong de leeuw op hem af, wierp hem op den grond en zette zijn zwaren poot op de borst van den doodelijk verschrikten man. Het publiek was niet meer te houden. Er werd gegild en om hulp geschreeuwd en de meesten drongen naar den uitgang. Doch opeens gebeurde er iets, dat niemand verwacht had. De chimpansé liet zich van zijn hooge zitplaats naar beneden glijden en met zijn stok dreigend in de hoogte stapte hij naar den leeuw toe. Deze liet plotseling zijn prooi los en trok zich lang zaam terug. Misschien was hij wel van plan opnieuw zijn prooi te bespringen, doch de temmer was reeds op de been en had zijn revolver al uit zijn zak gehaald. Hij schoot eenige malen met los kruit in de lucht, waarvan de leeuw zoo bang werd, dat hij zich, met den staart tusschen de pooten terugtrok in zijn kooi, die onmiddellijk door de cppassers gesloten werd. Het publiek klapte in de handen en juichte den tem mer toe, die er gelukkig met den schrik was afgekomen. En wat deed die domme man? Hij nam den chimpansé in zijn armen en kuste hem op zijn harigen snuit, terwijl hij met tranen in zijn oogen zei: „Bertus, beste jongen, je hebt mijn leven gered, ik zal je dubbel loon geven." Gelukkig hadden niet alle toeschouwers deze woorden gehoord, maar vader en moe der Dinges, die op een van de eerste rijen zaten, begonnen om het hardst te schreeu wen: „Bertu. .u. .us, Bertu. .u. .us!" en Moeder was niet meer te houden. Ze drong zich door de rijen heen, sprong over de af sluiting en stond daar nu met den ver- standigen chimpansé in haar armen, tot groote verwondering van het publiek. Ber tus moest zijn apenvelletje afdoen en direct met Vader en Moeder naar huis- Hij niccht de andere dagen niet meer optreden van zijn vader, maar de leeuwentemmer gat hem toch een flinke belooning en da* nad hij wel verdiend. CEDA. Er zullen maar weinig jongens en meis jes zijn, die er eenig begrip van hebben, hoe vaak het in de wereld wel onweert. Daarom wil ik het je eens vertellen. De onweders worden, evenals alle andere natuurver schijnselen, alle dagen door 3000 meteoro logische instellingen genoteerd en daaruit blijkt, dat er alle jaren boven iedere 200 vierkante mijlen van de aardoppervlakte gemiddeld 16 onweders losbarsten. Dat beteekent dat hét aantal onweers buien op de heele wereld per dag niet min der is dan 44000! Men heeft verder berekend, dat een he vige onweersbui in een gematigd klimaat dus waarin wij hier in Nederland, leven 200 bliksemstralen per uur „fabriceert". Het gezamenlijk aantal bliksemstralen over de geheele wereld moet per uur 360000 bedragen of 100 per seconde. Je snapt, dat niet alle vogels van een zelfde vogelfamilie allemaal even oud wor den als soms een hunner. Evenmin als we kunnen zeggen, wanneer we lezen van 'n man of vrouw, die 100 jaar geworden is: „De mensch wordt honderd Jaar," evenmin is het zoo bij de dieren. Van sommige vogels nu kunnen enkele 'n zeer hoogen leeftijd bereiken. Vooral geldt dit van de zwanen. Men beweert zelfs, dat ze tot driehonderd jaar oud kunnen worden. Maar ook roofvogels kunnen het een heel eind brengen. Men kent een voor beeld van een valk, die honderd en twee en zestig jaar oud werd. In 1719 stierf een steenarend, die in 1615 gevangen was en toen misschien al een aan tal jaren geleefd had. In 1706 ving men een gier, dien men in den Weenschen dierentuin onder dak bracht of liever in een Weensche menagerie, want de dierentuinen waren er toen nog niet. De vogel stierf eerst in 't jaar 1824. Er zijn jongens en ook meisjes die heel netjes kunnen schrijven, maar een der cijfers altijd heel leelijk maken. Als je er zoo een onder je vriendjes of vriendinne tjes hebt, moet je hem of haar eens door een rekenkunstje dwingen dat cijfer her haaldelijk te schrijven, opdat hij er zich in oefent. Zeg je ronduit: je schrijft de 5 zoo leelijk, je moest je daar eens in oefenen, dan doet hij het natuurlijk niet; geef je hem echter een rekensommetje op, dat hem noodzaakt veel vijven te schrijven, dan gaat het van zelf. Het is doodeenvoudig hem een som op te geven, waarvan de uitkomst enkel en alleen uit vijven, of uit welk ander cijfer ook, bestaat. Kijk maar hier: Je schrijft op een stukje papier: 12345679 „Wie koopt, wie koopt m'n mooie waar Wie wil wat van me koopen? Al van vanochtend seven uur Ben ik nu aan het loopen! 'k Heb al m'n klanten opgezocht Maar nog niet heel erg veel verkocht- Wie koopt, wie koopt, 't is goede waalt 'k Heb appelen en citroenen. Ik heb andijvie en brusselsch lof, En peren en meloenen! Toe koopt u wat, ik ben niet duur, En de citroenen zijn goed zuur! Dag juffrouw, koopt u wat van mij? Wat wil de juffrouw weten? Hoeveel de sla en bieten kosten, Dat is een heel goed eten! Ze kosten, omdat het bent, De hééle kilo zeven cent! Wel, wel, jij kleine groenteman, Jij bent een handig baasje. Maar heb je ook misschien voor mij Wat bloemen voor m'n vaasje? De bloemenman die miste ik net, Ik heb er niet goed op gelet! Neen juffrouw, bloemen heb ik niet, 'k Kan niet met alles loopen Die moet, als u ze noodig heeft, U bij een ander koopen! Een groentenman blijft bij z'n biet, En bloemen die verkoopt hij niet! Wel groenteman, wel groenteman, Jij bent een bij de handje! Als jij zoo door gaat kleine vent Dan krijg jij menig klantje! Wie goed zijn woordje doet, 't is waar Die wordt een man van zessen klaar- dus 'n getal, dat uit alle cijfers bestaat °P een rijtje behalve de 8 en de nul. Dit getal laat je hem nu vermenigvul" gen met 9 maal het getal, dat het cU* vormt, dat ie schrijven moet. Wil je hem dus vijven laten schrijve dan laat je hem 12345679 met 9 5 is 45 vermenigvuldigen. Wil je hem zeve laten schrijven, dan moet de vermeniêvU diging gebeuren met 9 maal 7 is 63 enZ' j Probeert het eerst maar eens zelf; J€ zien, dat het altijd uitkomt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 4