SACRAMENTSDAG TE ROME tKetvcbfiaal van den 1 DE GR00TE PROCESSIE VAN TRASTEVERE Zonsverduistering De onbekende Verloofde PRACT» VAN $0NS VOO/? 7.75 12.50 17.5° 23.- l.so 3.5° 5.50 6.90 VRIJDAG 19 JUNI 1936 Kruisweg 57, Haarlem, FRAME GES Een plechtigheid, die wordt tot een jubelend feest, vol zon nigheid en eenvoud Dwars door het hartje der armenbuurt Ariërparagraaf voor Mozart Hoog-Zomer Costuums! Waarborg-bewerking Rose s bekentenis I Missie week te Maastricht Limburgsche kunst te Aken Ook naar Keulen en Dusseldorf De Katholieke Pers DOOR LEMAIRE TT mmmm: Deze lepels komen in iedere keuken uitstekend te pas. Hiervan moet U beslist profiteren. Dus gauw Uw Radionbons nageteld en dan naar het Sunlight Geschenkendepot: waar bovendien, zolang de voorraad strekt, doch tot uiterlijk 30 Juni, tegen een zeer laag aantal bons de volgende artikelen verkrijgbaar zijn: Sponsbal, rubber. 3 Radionbons Kop en schotel. 10 Radionbons Poederdoosje. 7 Jampotje12 Damestasje25 Radionbons Neem dus nog heden een paar pakken Radion in huis, zodat U dit zeld zame voordeel niet verzuimt; Radion, Neerlands' zelfwerkend wasmiddel, met de ongeëvenaarde zuurstofwerking, geeft prachtige helderheid in een minimum van tijd aan al Uw wasgoed, dus, Radion 'n topprestatie! P. G. Si 40.091 H Het feest van het „Lichaam des Heeren", dat door Paus Urbanus IV den Hen Augustus 1264 als een van de grootste ■Katholieke hoogdagen werd ingesteld, naar aanleiding van het wonder van Bolsena, waar bij de broodsgedaante der geconsacreerde Kostie, onder de handen van een ongeloovigen triester, ook uiterlijk in vleesch en bloed ver anderde en hem en velen bekeerde, en dat fiindsdien in de meeste landen gevierd wordt met plechtige processies, vindt in Rome zijn hoogtepunt in de groote processie van Traste vere, de oude volksbuurt in het hartje van de stad. Het Italiaansche volk maakt op den katholie ken Noorderling, die in zich iets Calvinistisch heeft, met strenge regels en starre princiepen, den indruk, dat het Katholieke volk van Italië «en beetje oppervlakkig voldoet aan de wen- Schen van Onze Moeder, de Heilige Kerk. In Plaats van een heele Mis op Zondag', is het vaak een bezoekje van vijf minuten, met een klein kruisje vóór en een groot kruis na; en de kerk, waar nooit de banken staan als bij °ns, waarin men stijl en strak zit en knielt, of stil naar de preek luistert, maar die een groote °Pen ruimte is, met een stapel stoelen in een hoek, waarvan men er eentje kan nemen, als men wil, en neerzetten, waar het past; waar tegelijkertijd aan verschillende altaren de H. Mis wordt gelezen; waar de kinderen spelen en de volwassenen rondwandelen, hier een brokje preek hoorend, dóór eens knielend en biddend, is vaak ook een rendez-vous plaats, van den Zondag, waar men zijn vrienden en kennissen groet, en waar de vrouwen de nieuw ste mode ten toon spreiden, als bij een parade. Laat u dit niet tot een ergernis zijn! Het vclk is in werkelijkheid innig katholiek. Daar het hier in zijn geloof géén strijd kent, vindt het misschien niet de diepten, die het bij óns be reikt, maar het geloof is zóó warm en zóó levend, en zoo heelemaal een deel van het da- gelijksche leven, dat wij in dit opzicht er nog iets van zouden kunnen leeren. De Italiaan van het volk vat God minder diep, maar hij komt Hem meer na, dan bij ons. En juist dit blijkt bij deze groote processie, waarin het heele volk meeleeft, en die wordt tot een groot, blij, jubelend feest, vol lichtheid en zonnigheid en eenvoud. Gesteld, dat in Holland een processie door de straten was toegestaan: wat zou men er van zeggen, wanneer overal plakkaten waren aangebracht met: „Leve Jezus Christus!" „Jezus blijf immer met ons!", „Leve Jezus in het Heilig Sacrament!", „Jezus zegen Italië!" en meer zulke? Het zou als een heiligschennis zijn. Ons Calvinistische volk zou knielen en zwijgen en bidden, terwijl de Hostie voorbij gedragen werd. Maar hier applaudisseeren de menschen, roepen „hoera", jubelen en strooien bloemen, als voor een koning! Trastevere is arm; de huizen zijn g<rauw, stoffig, en op werkdagen hangt de wasch te drogen in de nauwe straten en beneemt ieder uitzicht op het blauw van den hemel. Maar vandaag was het heele aspect veranderd. Wie géén vaandel had, of tenminste 'n rooden doek of een vlag, had een tapijt of een sprei of een gordijn uit het raam gehangen. De kerken en de rijken hadden hun gevels versierd met vet lamp jes, die flakkerden in den wind van den avond; elders waren lampions aangebracht of een eenzame kaars of alleen maar een oud petroleumlampje. Aan een venster, waarvan de ruiten kapot waren en beplakt met papier, zat een oud vrouwtje, dat haar beddekleedje vol gaten en rafels naar buiten had gehangen, waarop een soldo-beeldje troonde van de Moe der Gods, en een oud stukje kaars, dat zij zuinig bewaard had voor dit innige feest.... Midden tusschen de armoedige huizen staat de prachtige basiliek van Santé Maria in Trastevere met de oude mozaïeken, en een schilderij van de Madonna op den toren, boven de klok, dat 's avonds door een lampje verlicht wordt. Van hier gaat op dezen feestdag de pro cessie uit. De fontein in het midden, die anders klate rend haar heldere water spuit in het granieten bassin aan haar voeten, en het plein vult met het primitieve geruisch van dit prachtige ele ment, zweeg, en was herschapen in een berg van groen en bloemen, waaromheen kleine meisjes, in witte jurken en sluiers, de eerste hulde brachten aan het Wonder der Liefde. En van hieruit ging het door de nauwste en bochtigste straten, dwars door het hartje van de armenbuurt; een optocht van duizenden menschen, met honderden vaandels, die ander half uur voorbijtrok aan iederen enkelen toe schouwer! Het tram- en auto-verkeer was ge stremd, de wegen werden vrijgehouden door soldaten met de blanke bajonet op het geweer, en voor en achter de processie ging bereden politie, in gala-tenue, op prachtige schimmels. En daartusschen de lange, lange rij van jon gens en mannen: éérst de schoolkinderen, tot de allerkleinsten toe, in blauw- en witte Middel- eeuwsche costuums, met schoenen met gespen en een steek met veeren; dan de jongens van het Apostolaat des Gebeds, gekleed in een witte tuniek met een groot rood kruis; de ver schillende kostscholen, dé retraitervereenig'in- gen, de seminaristen, de ministranten, de priesters, met kleurige vaandels en rijke kleedij.... En in "het midden „het Wonder der Liefde", het H. Sacrament, gedragen door Kar dinaal Pumasioni Biondi, zelf een kind van Trastevere, onder een baldakijn van brokaat, voorafgegaan en gevolgd door fakkels, en overal begroet door het gejubel der menigte, terwijl uit de ramen een ware regen daalde van bloe men en rozenbladeren.... Van 5 uur tot 9 uur wond zich de processie door de vele straten en straatjes, maakte toen den rondgang door den hof van het nieuwe, kort geleden door den Paus zelf gewijde gebouw van de Congregatie van Rome; en na een laatsten zegen vanaf het balcon van het prachtige Renaissance-paleis van den Kardinaal op het plein van uitgang, werd Christus teruggedragen naar het stille al taar van de kerk, van waaruit Hij Zijn tocht was begonnen langs de arme bewoners van de volksbuurt van Rome. En terwijl voor het altaar in de stille kerk het olielampje flikkerde en gloeide, belichtten in de donker-geworden straten duizenden lampjes en kaarsen en kleurige lampions de huizen en werd overal gedanst en gezongen. En menige arme muzikant, en behoeftige mars kramer heeft op dezen avond een dankgebed gericht tot het Allerheiligste, dat hem broed had gebracht voor meer dan één dag.... Politieke extremisten zoo deelt de Jewish Chronicle mede trachten thans te München Mozart's opera's Figaro's Hochzeit, Don Gio vanni en Cosi fan Tutte van het repertoir ge schrapt te krijgen. Zij verdedigen hun eisch, door erop te wijzen, dat Lorenzo da Ponte, de auteur der libretti, een Venetiaansche Jood was. Groote sorteering in flanellen-, fresco- en sportcostuums. en hooger fresco-enflanellen pantalons en hooger Diverse fijne kleuren combinaties Boven: Stand van Zon, Maan en Aarde Dij een gewoneNieuwe Maan Onder: Stand van'Zon, Maan en Aarde Dij een Zonsverduistering. (De maanschaduw strijkt als een groot penseel over de aarde, in de richting van de pijl, dus van West naar Oost) Zons- en maansverduisteringen behooren tot de periodieke natuurverschijnselen, die ook buiten den kring' der beroeps astronomen de aandacht trekken. Op de eerste plaats vindt dit zijn oorzaak in het opvallende van dit gebeuren, dat den in druk wekt van een natuurcatastroof. Plotseling, terwijl de zon in haar gouden glorie stralend aan den hemel staat, komt er een zwart gat in dit hemellichaam, dat steeds verder voortvreet in den vuren bol. Met groote vaart komt een onheilspellende donkere scha duw aanzetten over de aarde. Het licht wordt grauw. De vogels zwijgen beangst, het vee wordt onrustig, de honden huilen. De tempera tuur daalt en een koude wind steekt op. Ten slotte verdwijnt het licht en de duisternis daalt over de aarde. De natuur schijnt plots volledig ontredderd en de ijzeren orde in den kosmos geschokt. Het lijkt de inzet van een ontzettende wereldramp. Gelukkig begint na enkele minuten het licht opnieuw te gloren, het wordt steeds helderder en eindelijk straalt de wereld weer ongeschonden in het gouden zonnelicht. Het indrukwekkende van dit verschijnsel wordt nog verhoogd door zijn zeldzaamheid. Zonsverduisteringen komen nog minder voor dan maansverduisteringen. Waarom dit zoo is, zal verderop blijken. Het behoeft ons niet te verwonderen, dat primitieve volken bij dit alles met schrik en angst geslagen worden en wij kunnen ons voor stellen, hoe zij verlicht herademen als een oogenblik later het ontzettend gevaar dat de wereld bedreigde geweken schijnt en de zon on gedeerd weer schittert in haar oude glorie. Wij weten echter dat een zonsverduistering hoewel zeldzaam en schijnbaar onregelmatig op tredend een verschijnsel is dat met een nooit feilende regelmaat wederkeert. Deze wetenschap is al zeer oud. Den ouden Chaldeeën was 't reeds bekend, dat eclipsen na een periode van 223 manen (maan maanden), de Saros genaamd, weer in hun oude volgorde terugkeeren. Hierin lag het mid del om het plaats vinden van verduisteringen vooruit aan te kondigen, ze te voorspellen. In de Grieksche geschiedenis vinden wij ver meld hoe de beroemde natuurkundige Thales van Milete voorspelde, dat in het jaar 585 voor Chr. een zonsverduistering zou plaats vinden. Inderdaad gebeurde dit, waarschijnlijk op 28 Mei. Men vertelt, dat er op dien dag' juist een slag geleverd werd tusschen de Meden en de Lydiërs. Het onheilspellend hemelteeken maakte op de vechtlustigen zulk een indruk, dat de vijandelijkheden werden gestaakt en een duurzame vrede gesloten werd. Wat vindt er eigenlijk plaats gedurende den korten tijd van een zonsverduistering? Een maansverduistering ontstaat, zooals be kend, doordat de aarde zich stelt tusschen de zon en de maan en het zonlicht, dat anders op de maan valt, onderschept. De maan, die geen eigen licht heeft, is dan werkelijk donker geworden. Bij een zonsverduistering staat de maan tus schen de zon en de aarde. Dit is, ruw genomen, steeds het geval bij Nieuwe Maan. Bij een zonsverduistering evenwel bevinden deze drie hemellichamen zich nagenoeg op een rechte lijn. Het verschil in stand blijkt duidelijk uit onze figuur. In het laatste geval strijkt de maanschaduw als een geweldig penseel een breede streep schaduw over het aardoppervlak. (Om onze vergelijking te kunnen volhouden, zouden wij moeten zeggen, dat schaduw een verfsoort is, die, direct opdrogend, weer kleur loos wordt). Ter weerszijden van de streep is nog een strook, waar de z.g. bijschaduw de aarde treft. In het gebied binnen de schaduwstreep wordt de zon volkomen verduisterd, - het is het gebied van de totaliteit. In de strook aan beide zijden is slechts een deel van de zon aan het oog' onttrokken: het is het gebied van de par- tieele zonsverduistering. Uit het bovenstaande blijkt, dat in tegen stelling met een maansverduistering, waarbij de maan werkelijk verduisterd wordt, bij een zonsverduistering de zon niet donker, doch al leen maar onzichtbaar wordt. Wat bij een maaneclips met de maan gebeurt, gebeurt bij een zoneclips met de aarde. De naam aard- verduistering zou juister zijn. Alleen: niet de gansche aarde, maar een betrekkelijk smalle strook wordt donker. Dit maakt het verschijn sel voor een bepaalde streek op aarde nog zeldzamer. Soms gebeurt het, dat de punt van het pen seel de top van de schaduwkegel het aard oppervlak niet raakt. Men neemt dan een z.g. ringvormige eclips waar. Een buitenste' ring van de zon blijft dan zichtbaar. Nu, wat denk je van den nieuwen bundel gedichten, lieveling?" Rose zag een paar ernstige oogen op haar gevestigd. Het was inderdaad onaange naam en lastig ook, om zich steeds met Alex en dikwijls met diens geleerde letterkundige producten bezig te moeten houden. Zij, een onnoozel klein ding, was met zoo'n groot schrij ver getrouwd. Hij moest natuurlijk een groot schrijver zijn, om 1500 pond 's jaars te ver dienen. Pas twee en een halve maand waren ze man en vrouw. Natuurlijk had ze hem lief, maar toch keek Rose elk oogenblik op de klok om te zien of het nog geen tijd was, dat Alex moest vertrekken. In afwijking toch van de meeste andere mannen, hield hij er van buitenshuis te werken. Om negen uur was hij gewoon naar z'n kantoor, z'n werkkamer te, gaan. De jonge vrouw keek dus met strakken blik naar haar bord en zuchtte diep, omdat zij het nieuwe boek met gedichten nog niet gelezen had. Ze gevoelde ook volstrekt geen behoefte om het te lezen en was er van overtuigd dat, als ze het las, ze er geen woord van zou be grijpen. „Ik heb het boek met gedichten nog niet uit, Alex," waagde Rose luid te zeggen. Ze dacht op dat oogenblik aan de belofte die zij zich zeiven eens gedaan had, om van den inhoud van sommige degelijke boeken ken nis te nemen. Ze had dit maar heel korten tijd gedaan, van af den dag dat ze voor de eerste maal Alex had ontmoet. En waarom? Wel, ze had z'n aandacht op haar willen ves tigen: het was immers zoo gemakkelijk om een paar geleerde zinsneden en gezegden van bui ten te leeren en op die manier den indruk van een ontwikkeld meisje te maken. Maar het was niet gebleven bij het vestigen van z'n aan dacht op haar persoon. Ze kregen elkander lief en huwden. Ze kon hem niet vertellen als een soort schuldbelijdenis, dat ze al haar zoogenaamde geleerdheid bij anderen geleerd had; dat haar eigenlijke liefde voor letterkunde niet hooger ging dan tot de verhalen van Lalla Ruck, een schrijfster van den zooveelsten rang. O, wat was ze toch gek op die verhalen! Ze keek nog eens op de klok. Nog maar twee minuten en dan zou ze dat pakkende slot gaan lezen, die treffende verzoening van dat on gelukkige paar. Dat was nog eens een schrijf ster, die Lalla Ruck! Heerlijke romantische, soms huiveringwekkende tooneelen, die iemand een rilling van ontzetting door de leden deden varen. „Ben je met het lezen van dat tijdschrift klaar, Rose?" vroeg Alex. „Ik zou het graag mee willen nemen." „Ja, ga je gang maar, neem het gerust mee, hoor," luidde het opgewekte antwoord. Ze namen hartelijk afscheid van elkaar. Een oogenblik later was Alex op weg naar z'n bureau, om daar ongestoord z'n gedichten op 't papier te kunnen zetten, terwijl Rose weldra verdiept was in de boeiende faits et gestes van Lalla Ruck's helden en heldinnen. Het zal wel nooit opgehelderd worden, hoe het kwam dat Rose verzuimde om dien prul roman verborgen te houden, maar een feit is het dat die roman het eerste voorwerp was dat Alex zag liggen, toen hij 's avonds in de keu rige kleine bibliotheek kwam. Een blik op het gele, alles behalve houtvrije papier was voor hem voldoende om te zien met wat voor product hij te maken had. Hü greep het boek en wierp het tegen een stoel. Eenmaal op het spoor, zocht hij met koorts achtige haast verder naar de tastbare bewij zen van den letterkundigen smaak zijner vrouw. De keurige bibliotheek zag er weldra uit als een rommelige tweedehands-boekhandel. Boek deel op boekdeel werd van de boekenplanken gerukt en op den vloer gesmeten. Eindelijk, toen hij driftig een stel der complete werken van Goethe op zij geschoven had en daar ach ter keek, stond de naakte waarheid hem voor ocgen. Met een kreet van woede strekte hü de hand uit naar een dozijn verborgen prulromans. Op dit oogenblik werd de deur der biblio theek opengestooten en kwam Rose binnen. Toen ze zag wat er gebeurd was, slaakte ook zij een kreet van ontsteltenis. Ze behoefde niet te vragen naar de beteekenis van wat ze daar zag. De op den grond geworpen boeken spraken maar al te duidelijke taal „Zijn dat jouw boeken?" vroeg hij, rood van kwaadheid. „Heb je ze al gelezen?" Een oogenblik aarzelde Rose met haar ant woord. «ou ze zeggen van niet? Maar ze her innerde zich alles: haar dagelijks herhaalde poging om zich geleerder aan haar man voor te doen dan ze was: haar meer dan eens her haalde bewering dat ze gaarne die en die boe ken las, boeken waarvan ze geen letter be greep. De nog niet uitgesproken leugen stierf op haar lippen. „Ja, ze zijn van mij." Maar als een echte vrouw was ze met deze bekentenis niet tevreden. Nu haar geheim ont dekt was, moest en zou ze d'r hart uitstorten en riep: „Ik houd van die boeken! Ik heb altijd van ze gehouden! Die Lalla Ruck is in mijn oog een groot schrijfster. Ik sprak onwaarheid, toen ik beweerde dat ik de boeken graag las, die je mij gaf." Ze snikte en zag hem smeekend aan. „Ik begrijp geen woord van jouw boeken; ik zag alleen de tijdschriften in, om daaruit enkele zinnen van buiten te leeren. Ik kan er niets aan doen. Je zult nu wel met verachting op me neerzien, maar van die.... Lalla Ruck zal ik altijd blijven houden!" Alex wierp een blik op z'n vrouw, dacht even na en zei toen, zachter gestemd: „Enfin, dat is een kwestie van smaak." Op initiatief van het Diocesaan Missie-Comüé te Roermond zal van 816 Augustus as. te Maastricht een Missieweek gehouden worden. In overleg met de Geestelijkheid van Maastricht heeft dit comité een organiseerend hoofdcomité samengesteld. De hoofdzaak van deze Missieweek zal zijn de Missie-tentoonstelling in de voormalige Domini- canenkerk, waar vele Missie-congregaties zullen vertegenwoordigd zijn. Daarnaast zullen, zoo mogelijk, parochieele avonden georganiseerd worden met lezingen, lichtbeelden en films betreffende de Missie. Betreffende de feestelijkheden kan reeds ge meld worden, dat op den middag van de ope ning, Zaterdag 8 Augustus, Z. H. Exc. Mgr. Dr. G. Lemmens, H.H. Exc. de hier te lande vertoe vende Missie-bisschoppen en Eerw. Missionaris sen in feestelijken stoet van 't station zullen af gehaald worden. Deze stoet zal vervolgens naar het Vrijthof trekken, alwaar de plechtige ope ning zal plaats vinden met een Pontificaal Lof, waarna opening der tentoonstelling. Ook hoopt men aan de O. L. Vrouwe-processie op 15 Aug. a.s. door de aanwezigheid der tal rijke Missiebisschoppen meer luister bij te zet ten en zal men trachten de sindé 13 jaren niet meer uit de Basiliek verwijderde relieken in deze processie te laten meedragen. Dezer dagen werd in het Suermondt-mu- seum, in de oude keizerstad Aken een be langwekkende tentoonstelling van Neder- landsch-Limburgsche kunst geopend. Deze ten toonstelling gaat uit van de plaatselijke afdee- ling van de „Deutsch-Niederlandische Werkge- meinschaft", die daarbij door het stadsbestuur van Aken krachtig ondersteund werd. De ope ningsplechtigheid werd door talrijke ambtelijke Nederlandsche en Duitsche personen bijge woond. De tentoonstelling zal later ook nog in Keulen en Dlisseldorf worden gehouden. De kunst kan beide volken ongetwijfeld na der tot elkaar brengen en het initiatief van de werkgemeenschap wordt dan ook zeer gewaar deerd. Het is goed, dat de Duitschers de Ne derlandsche beschaving beter leeren kennén, aldus schrijft ons een berichtgever uit Duitsch- land. En wie zullen elkaar gemakkelijker be grijpen dan de bewoners van Aken en de Lim burgers, wier tongval slechts weinig van het plat-Duitsch van Aken en ofgeving afwijkt? De tentoonstelling zelf brengt ons zeventig gelukkig gekozen schilderijen, plastieken en tee- keningen, die het bewijs leveren, dat Neder- landsch Limburg over kunstenaars beschikt, die er zijn mogen. De exposanten zijn Edmond Bellefroid, Char les Eyck, Harry Kooien, Hub. Levigne, Jkvr. Judy Michiels van Kessenich, Joep Nicolas, Jef Scheffers en Charles Vos. Deze tentoonstelling geeft aan het Duitsche publiek een uitstekend beeld van het booge peil, waarop de kunst in Nederlandsch-Lim- burg staat. Wij meenen, dat „Het Noorden" wel eens wat te weinig belangstelling aan den dag legt voor het kunstleven van beneden den Moerdijk. Mede daarom doet het goed, dat de mannen, die in de afdeeling Aken der „Deutsch- Niederlandische Werkgemeinschaft" de leiding hebben, veelal studenten, deze kunst naar Duitschland haalden, waar de tentoonstelling thans zeer de aandacht trekt. Ter gelegenheid van de perstentoonstel ling te Rome werd op ernstige wijze nagegaan welke de oplage was der ver schillende bladen in België. Ziehier de officieele cijfers: de totale oplage der Belgische dagbladen bereikt 2.200.000 ex., waarvan 937.000 voor de katholieke bladen, 563.000 voor de anti-katholieke en 700.000 voor de andere bladen; onderverdeeld voor de Fran- sche taal: 394.8000 katholieke, 462.700 niet- kath. en 398.000 andere; voor de Vlaamsche taal: 542.200 katholieke, 91.800 niet-katholieke en 303.000 andere. 1 inwoner op 8 leest een katholiek dagblad. Van de 64 dagbladen die verschijnen zijn er 30 katholieke. Er zijn 316 katholieke weekbladen tegenover 298 andere; terwijl er daarbij nog 800 revues en katholieke bulletins op minder geregeld tijd stip verschijnen. Wat de geleidelijke stijging der oplage van parochiebladen betreft, kunnen wij niet min der schitterende cijfers meedeelen: in 1920: 226.000; in 1925 272.000; in 1930 414.000; in 1935 910.000. Aan de hand van deze cijfers blijkt zeer dui delijk dat de formule die in het land gelan ceerd werd, als zouden er 4 andere bladen zijn tegenover 1 katholiek van allen grond ont bloot is. I 23 Op hetzelfde oogenblik naderde een ons be kende groep: Michel. Georges Peral, dokter Raymond en mijnheer Servoix. „Iedereen present!" riep ik uit. „Wij zochten je," zei Michel. Ik begreep, dat zij waren gekomen, terwijl Ik in de andere zaal aan het dansen was. maar dat Frangoise en Marianne hen reeds gezien hadden. De heeren maakten ons de gebruikelijke com plimentjes. Georges met zijn kalmen glimlach, mijnheer Servoix met een ernstige bevalligheid. Zijn avondkleeding stond hem bijzonder goed en te midden van die knappe jongelieden was hij zeker niet de minste. „Ik vraag mij af, waarom ik nooit op hem verliefd ben geworden," dacht ik opeens. Sedert mijn hart ontwaakt was, had ik mij die vraag reeds dikwijls gesteld als ik jongelie den ontmoette, die mij behaagden. Het moet toch zoo heerlijk zijn verliefd te worden op Iemand, dien men kent! Eigenaardig, maar voor ik wist, dat er een Robert de Beaufeu be stond, had ik mij zulke vragen nooit gesteld. Het orkest speelde een langzamen wals. De dokter boog voor mij en bood mij zijn arm aan. „Maar dokter, waarvoor inviteert u mij? U danst toch niet," riep ik uit. „Ik noodig u uit tot een praatje." „Ik verkies te dansen." „Voor een enkelen keer moogt u mij wel een offertje brengen. Bovendien zult u kunnen uit rusten. U ziet er zoo rood uit en uw coiffure is in de war „Gaat uw gang maar. Zulke complimentjes doen altijd pleizier." „Neen, ik was klaar. U neemt het dus aan?" „Bij gebrek aan wat anders." Lachend trok hij mij mee naar het terras, vanwaar men een heerlijk uitzicht over de zee heeft, een maan in het laatste kwartier ver toonde er 'n gezwollen wang boven. Op het strand zag men eenige late wandelaars. „O, wat houd ik van de zee!" riep ik uit. „Ik ook. Maar laten wij nu eens ernstig praten. Hoe staat het met de zaak Beaufeu?" „O zoo, mijnheer de twijfelaar, u stelt daar belang in? Welnu, dat gaat als op rolletjes. Bovendien geef ik Michel verlof om u alles te vertellen, hij is er op de hoogte van." „Goed, ik zal het hem morgen vragen. Maar uw persoonlijke gevoelens?" „Dokter, u is te nieuwsgierig!" „Dat komt. omdat ik bang ben, dat u zich te gauw voor iets opwindt." „Ik vraag mij af, of dat u iets kan schelen. In alle geval vergist u zich; ik wind mij niet op voor wat ook, want yóór Robert heb ik niemand bemind." „Dus u bemint Robert?" „Misschien." „En Georges Peral?" Ik was een oogenblik als verstomd van ver rassing, daar ik zulk een vraag niet ver moedde. Dan antwoordde ik: „Als ik Georges Peral bemind had, zou ik met hem getrouwd zijn." „Dat is logisch. Maar," voegde hij er aan toe, „ik vraag mij af, waarom u Georges niet bemint?" „Kan men dan de liefde dwingen? Neen, ik word niet zoo gemakkelijk op iemand verliefd. Die gedachte kwam zooeven in mij op. toen ik mijnheer Servoix beschouwde. Waarom ben ik nooit op hem verliefd geworden. Hij is zeer knap, veel knapper dan Georges Peral." „Iedereen vindt dat niet. Vraag het maar eens aan juffrouw Daubel." „Dusiedereen heeft opgemerkt, alleen ik niet, dat Marianne op Georges verliefd is?" „Zoo, heeft iemand u dat ook ai gezegd?" „Ja, maar dat is geen reden, dat hij mij meer zou bevallen dan de eerste de beste, meer dan u bijvoorbeeld. Waarom heb ik nooit in u idee gekregen?" „Ik voel mij gevleid, zeer gevleid, juffrouw DeniseMaak u daar echter geen zorgen over, ik verlang niet te behagen." Een schaduw, door de lichten in de zaal voortgebracht, vertoonde zich op het zand van het terras, vlak naast mij en ik rook een fijnen geur van Royal Origan. Een beetje ontroerd wendde ik het hoofd om naar die schaduw te kijken en voor de derde maal doken de zwarte oogen in mijn blauwe, maar daar ik nu in het halfdonker stond, mocht ik op mijn gemak blozen. De slanke sil houet maakte een buiging, dan- zag ik op den grond, want ik had de oogen neergeslagen, de schaduw verder gaan. Alleen de mijne bleef, want de dokter was gaan zitten om een sigaret te rooken. „Wie is die heer, die u groette?" vroeg de nieuwsgierige. „Ik weet het niet." „En toch lijkt u heel ontroerdHeeft ook hü het geluk u te behagen?" „Och, dokter, hij is het niet, die mij be haagtOp gedempten toon voegde ik er aan toe: „Hij lijkt op Robert." De dokter keek verbijsterd. Hij deed eenige halen aan zijn sigaret en dan een fauteuil naar zich toetrekkend, zei hü: „Ga zitten. Leg het mij eens uit. U heeft dus Robert de Beaufeu gezien?" „Neen." „Zijn portret?" „Evenmin." „Maar „Maar op den dag, dat ik die portefeuille vond, heb ik een silhouet bemerkt, iemand die Royal Origan sigaretten rookte. Die silhouet heeft mij een idee gegeven hoe de onbekende er uit zag." „Dat is onzin, juffrouw Denise. Waarom zou die man juist diegene zün, die de portefeuille heeft verloren?" „Dat is toch logisch?" „Maar valsch, zooals alles, wat logisch is. En daarmee maakt u zich het hoofd op hol?" „Op hol? Neen, heelemaal niet." „De toekomst zal u leeren.... daar twüfel ik niet aan, dat u ongelijk hebt." „Dat staat te bezien." „Dus die heer dien u zooeven gegroet heeft, doet u denken aan den man van de porte feuille?" „Van achteren is hij het precies. Wat zün gezicht betreft, dat weet ik niet, want dat heb ik nooit gezien, maar ik veronderstel, dat dit ook wel lijkt." „Een silhouet, die u een oogenblik hebt ge zien, zonder er bijzonder acht op te slaan.... dat is fantastisch!" Hij hief de oogen ten hemel. „En nu u meent Robert te beminnen, ontroert u plotseling bü het zien van iemand, die, naar u denkt, op hem lijkt. U zult dus ook op hem verliefd worden en u zegt, dat u zich niet zoo gemakkelük voor iets opwindt." Hij zelf leek opgewonden en ik wist niet of ik lachen moest of mü kwaad maken. „Wat kan het u eigenhjk schelen?" vroeg ik ten slotte. Hij antwoordde niet, maar ging voort zijn sigaret te rooken, zonder zich verder om mij te bekommeren. Ik vond, dat ik al lang genoeg van zün gezelschap genoten had en maakte mü uit de voeten. Toen ik de balzaal weer binnentrad, werd er een langzame wals gespeeld. Ik zag weldra Fransoise, die met münheer Servoix danste en het pleizier van dien dans, waar zü zooveel van hield, maakte haar nog mooier. Haar be wonderaar, mijnheer de Rives. volgde haar met de oogen vanuit het hoekje waar hü zich verscholen had. Georges Peral en Marianne Daubel dansten ook samen. Marianne hing bijna over den schouder van haar cavalier en ik twüfelde er niet aan of Georges was voimaakt gelukkig. Ik stond daar dus naar de audersn te kijken, toen mijn vreemdeling mij naderde. Hü boog en noodigde mü ten dans, juist toen Michel voor bijkwam en mij toefluisterde: „De verschrikke- Ujke Onverwachte!" Stotterend, blozend, maar verrukt legde ik mijn hand op den arm, die zich aanbood en liet mij meeslepen in de wirwar van dansen den. Hij danste heerhjk.... die wals was een te kort genot, maar toen het orkest ophield met spelen, hield hü mijn hand in de zijne en zei: „Mejuffrouw, ik hoop niet iets onbehoor lijks gedaan te hebben door u uit te noodigen, zonder aan u te zijn voorgesteld, maar ik heb bemerkt, dat dit hier gedaan wordt." „Inderdaad, dat is zoo, mijnheer." „Ik ben pas twee dagen geleden hier aange komen en ken er nog niemand." „Verontschuldig u niet, mijnheer." Maar daar bleef het niet bij, wü babbelden tot aan den volgenden dans, dien wij weer te zamen deden. Ik vernam, dat hü dol veel van de zee hield, dat hü een mooie kamer in het Palace had en dat hü Robert Lebreuil heette. Robertdus hij heette ook zoo! Vreemd, zulke dingen gebeuren anders alleen in de romans. .(Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 9