SACRAMENTSDAG TE ROME
tKetvcbfiaal van den
1
DE GR00TE PROCESSIE
VAN TRASTEVERE
Zonsverduistering
De onbekende Verloofde
PRACT»
VAN
$0NS VOO/?
7.75 12.50 17.5° 23.-
l.so 3.5° 5.50 6.90
VRIJDAG 19 JUNI 1936
Kruisweg 57, Haarlem,
FRAME GES
Een plechtigheid, die wordt tot
een jubelend feest, vol zon
nigheid en eenvoud
Dwars door het hartje
der armenbuurt
Ariërparagraaf voor
Mozart
Hoog-Zomer
Costuums!
Waarborg-bewerking
Rose s
bekentenis I
Missie week te Maastricht
Limburgsche kunst te
Aken
Ook naar Keulen en Dusseldorf
De Katholieke Pers
DOOR LEMAIRE
TT
mmmm:
Deze lepels komen in iedere keuken uitstekend te pas. Hiervan moet U
beslist profiteren. Dus gauw Uw Radionbons nageteld en dan naar het
Sunlight Geschenkendepot:
waar bovendien, zolang de voorraad strekt, doch tot uiterlijk 30 Juni, tegen
een zeer laag aantal bons de volgende artikelen verkrijgbaar zijn:
Sponsbal, rubber. 3 Radionbons Kop en schotel. 10 Radionbons
Poederdoosje. 7 Jampotje12
Damestasje25 Radionbons
Neem dus nog heden een paar pakken Radion in huis, zodat U dit zeld
zame voordeel niet verzuimt; Radion, Neerlands' zelfwerkend wasmiddel,
met de ongeëvenaarde zuurstofwerking, geeft prachtige helderheid in een
minimum van tijd aan al Uw wasgoed, dus, Radion 'n topprestatie!
P. G. Si 40.091 H
Het feest van het „Lichaam des Heeren",
dat door Paus Urbanus IV den Hen
Augustus 1264 als een van de grootste
■Katholieke hoogdagen werd ingesteld, naar
aanleiding van het wonder van Bolsena, waar
bij de broodsgedaante der geconsacreerde
Kostie, onder de handen van een ongeloovigen
triester, ook uiterlijk in vleesch en bloed ver
anderde en hem en velen bekeerde, en dat
fiindsdien in de meeste landen gevierd wordt
met plechtige processies, vindt in Rome zijn
hoogtepunt in de groote processie van Traste
vere, de oude volksbuurt in het hartje van de
stad.
Het Italiaansche volk maakt op den katholie
ken Noorderling, die in zich iets Calvinistisch
heeft, met strenge regels en starre princiepen,
den indruk, dat het Katholieke volk van Italië
«en beetje oppervlakkig voldoet aan de wen-
Schen van Onze Moeder, de Heilige Kerk. In
Plaats van een heele Mis op Zondag', is het
vaak een bezoekje van vijf minuten, met een
klein kruisje vóór en een groot kruis na; en
de kerk, waar nooit de banken staan als bij
°ns, waarin men stijl en strak zit en knielt, of
stil naar de preek luistert, maar die een groote
°Pen ruimte is, met een stapel stoelen in een
hoek, waarvan men er eentje kan nemen, als
men wil, en neerzetten, waar het past; waar
tegelijkertijd aan verschillende altaren de H.
Mis wordt gelezen; waar de kinderen spelen
en de volwassenen rondwandelen, hier een
brokje preek hoorend, dóór eens knielend en
biddend, is vaak ook een rendez-vous plaats,
van den Zondag, waar men zijn vrienden en
kennissen groet, en waar de vrouwen de nieuw
ste mode ten toon spreiden, als bij een parade.
Laat u dit niet tot een ergernis zijn! Het vclk
is in werkelijkheid innig katholiek. Daar het
hier in zijn geloof géén strijd kent, vindt het
misschien niet de diepten, die het bij óns be
reikt, maar het geloof is zóó warm en zóó
levend, en zoo heelemaal een deel van het da-
gelijksche leven, dat wij in dit opzicht er nog
iets van zouden kunnen leeren. De Italiaan
van het volk vat God minder diep, maar hij
komt Hem meer na, dan bij ons. En juist dit
blijkt bij deze groote processie, waarin het
heele volk meeleeft, en die wordt tot een groot,
blij, jubelend feest, vol lichtheid en zonnigheid
en eenvoud.
Gesteld, dat in Holland een processie door
de straten was toegestaan: wat zou men er
van zeggen, wanneer overal plakkaten waren
aangebracht met: „Leve Jezus Christus!"
„Jezus blijf immer met ons!", „Leve Jezus in
het Heilig Sacrament!", „Jezus zegen Italië!" en
meer zulke? Het zou als een heiligschennis zijn.
Ons Calvinistische volk zou knielen en zwijgen
en bidden, terwijl de Hostie voorbij gedragen
werd. Maar hier applaudisseeren de menschen,
roepen „hoera", jubelen en strooien bloemen,
als voor een koning!
Trastevere is arm; de huizen zijn g<rauw,
stoffig, en op werkdagen hangt de wasch te
drogen in de nauwe straten en beneemt ieder
uitzicht op het blauw van den hemel. Maar
vandaag was het heele aspect veranderd. Wie
géén vaandel had, of tenminste 'n rooden doek
of een vlag, had een tapijt of een sprei of een
gordijn uit het raam gehangen. De kerken en
de rijken hadden hun gevels versierd met vet
lamp jes, die flakkerden in den wind van den
avond; elders waren lampions aangebracht of
een eenzame kaars of alleen maar een oud
petroleumlampje. Aan een venster, waarvan de
ruiten kapot waren en beplakt met papier, zat
een oud vrouwtje, dat haar beddekleedje vol
gaten en rafels naar buiten had gehangen,
waarop een soldo-beeldje troonde van de Moe
der Gods, en een oud stukje kaars, dat zij
zuinig bewaard had voor dit innige feest....
Midden tusschen de armoedige huizen staat
de prachtige basiliek van Santé Maria in
Trastevere met de oude mozaïeken, en een
schilderij van de Madonna op den toren, boven
de klok, dat 's avonds door een lampje verlicht
wordt. Van hier gaat op dezen feestdag de pro
cessie uit.
De fontein in het midden, die anders klate
rend haar heldere water spuit in het granieten
bassin aan haar voeten, en het plein vult met
het primitieve geruisch van dit prachtige ele
ment, zweeg, en was herschapen in een berg
van groen en bloemen, waaromheen kleine
meisjes, in witte jurken en sluiers, de eerste
hulde brachten aan het Wonder der Liefde.
En van hieruit ging het door de nauwste en
bochtigste straten, dwars door het hartje van
de armenbuurt; een optocht van duizenden
menschen, met honderden vaandels, die ander
half uur voorbijtrok aan iederen enkelen toe
schouwer! Het tram- en auto-verkeer was ge
stremd, de wegen werden vrijgehouden door
soldaten met de blanke bajonet op het geweer,
en voor en achter de processie ging bereden
politie, in gala-tenue, op prachtige schimmels.
En daartusschen de lange, lange rij van jon
gens en mannen: éérst de schoolkinderen, tot
de allerkleinsten toe, in blauw- en witte Middel-
eeuwsche costuums, met schoenen met gespen
en een steek met veeren; dan de jongens van
het Apostolaat des Gebeds, gekleed in een
witte tuniek met een groot rood kruis; de ver
schillende kostscholen, dé retraitervereenig'in-
gen, de seminaristen, de ministranten, de
priesters, met kleurige vaandels en rijke
kleedij.... En in "het midden „het Wonder der
Liefde", het H. Sacrament, gedragen door Kar
dinaal Pumasioni Biondi, zelf een kind van
Trastevere, onder een baldakijn van brokaat,
voorafgegaan en gevolgd door fakkels, en overal
begroet door het gejubel der menigte, terwijl
uit de ramen een ware regen daalde van bloe
men en rozenbladeren.... Van 5 uur tot 9 uur
wond zich de processie door de vele straten
en straatjes, maakte toen den rondgang door
den hof van het nieuwe, kort geleden door den
Paus zelf gewijde gebouw van de Congregatie
van Rome; en na een laatsten zegen vanaf het
balcon van het prachtige Renaissance-paleis
van den Kardinaal op het plein van uitgang,
werd Christus teruggedragen naar het stille al
taar van de kerk, van waaruit Hij Zijn tocht
was begonnen langs de arme bewoners van de
volksbuurt van Rome.
En terwijl voor het altaar in de stille kerk
het olielampje flikkerde en gloeide, belichtten
in de donker-geworden straten duizenden
lampjes en kaarsen en kleurige lampions de
huizen en werd overal gedanst en gezongen. En
menige arme muzikant, en behoeftige mars
kramer heeft op dezen avond een dankgebed
gericht tot het Allerheiligste, dat hem broed
had gebracht voor meer dan één dag....
Politieke extremisten zoo deelt de Jewish
Chronicle mede trachten thans te München
Mozart's opera's Figaro's Hochzeit, Don Gio
vanni en Cosi fan Tutte van het repertoir ge
schrapt te krijgen. Zij verdedigen hun eisch,
door erop te wijzen, dat Lorenzo da Ponte, de
auteur der libretti, een Venetiaansche Jood
was.
Groote sorteering
in flanellen-, fresco-
en sportcostuums.
en hooger
fresco-enflanellen pantalons
en hooger
Diverse fijne kleuren combinaties
Boven: Stand van Zon, Maan en Aarde Dij
een gewoneNieuwe Maan
Onder: Stand van'Zon, Maan en Aarde Dij
een Zonsverduistering. (De maanschaduw
strijkt als een groot penseel over de aarde,
in de richting van de pijl, dus van West
naar Oost)
Zons- en maansverduisteringen behooren
tot de periodieke natuurverschijnselen,
die ook buiten den kring' der beroeps
astronomen de aandacht trekken.
Op de eerste plaats vindt dit zijn oorzaak in
het opvallende van dit gebeuren, dat den in
druk wekt van een natuurcatastroof.
Plotseling, terwijl de zon in haar gouden
glorie stralend aan den hemel staat, komt er
een zwart gat in dit hemellichaam, dat steeds
verder voortvreet in den vuren bol. Met groote
vaart komt een onheilspellende donkere scha
duw aanzetten over de aarde. Het licht wordt
grauw. De vogels zwijgen beangst, het vee
wordt onrustig, de honden huilen. De tempera
tuur daalt en een koude wind steekt op. Ten
slotte verdwijnt het licht en de duisternis
daalt over de aarde. De natuur schijnt plots
volledig ontredderd en de ijzeren orde in den
kosmos geschokt. Het lijkt de inzet van een
ontzettende wereldramp. Gelukkig begint na
enkele minuten het licht opnieuw te gloren,
het wordt steeds helderder en eindelijk straalt
de wereld weer ongeschonden in het gouden
zonnelicht.
Het indrukwekkende van dit verschijnsel
wordt nog verhoogd door zijn zeldzaamheid.
Zonsverduisteringen komen nog minder voor
dan maansverduisteringen. Waarom dit zoo is,
zal verderop blijken.
Het behoeft ons niet te verwonderen, dat
primitieve volken bij dit alles met schrik en
angst geslagen worden en wij kunnen ons voor
stellen, hoe zij verlicht herademen als een
oogenblik later het ontzettend gevaar dat de
wereld bedreigde geweken schijnt en de zon on
gedeerd weer schittert in haar oude glorie.
Wij weten echter dat een zonsverduistering
hoewel zeldzaam en schijnbaar onregelmatig op
tredend een verschijnsel is dat met een
nooit feilende regelmaat wederkeert.
Deze wetenschap is al zeer oud.
Den ouden Chaldeeën was 't reeds bekend, dat
eclipsen na een periode van 223 manen (maan
maanden), de Saros genaamd, weer in hun
oude volgorde terugkeeren. Hierin lag het mid
del om het plaats vinden van verduisteringen
vooruit aan te kondigen, ze te voorspellen.
In de Grieksche geschiedenis vinden wij ver
meld hoe de beroemde natuurkundige Thales
van Milete voorspelde, dat in het jaar 585 voor
Chr. een zonsverduistering zou plaats vinden.
Inderdaad gebeurde dit, waarschijnlijk op
28 Mei. Men vertelt, dat er op dien dag' juist
een slag geleverd werd tusschen de Meden en
de Lydiërs. Het onheilspellend hemelteeken
maakte op de vechtlustigen zulk een indruk,
dat de vijandelijkheden werden gestaakt en een
duurzame vrede gesloten werd.
Wat vindt er eigenlijk plaats gedurende den
korten tijd van een zonsverduistering?
Een maansverduistering ontstaat, zooals be
kend, doordat de aarde zich stelt tusschen de
zon en de maan en het zonlicht, dat anders
op de maan valt, onderschept. De maan, die
geen eigen licht heeft, is dan werkelijk donker
geworden.
Bij een zonsverduistering staat de maan tus
schen de zon en de aarde. Dit is, ruw genomen,
steeds het geval bij Nieuwe Maan. Bij een
zonsverduistering evenwel bevinden deze drie
hemellichamen zich nagenoeg op een rechte
lijn. Het verschil in stand blijkt duidelijk uit
onze figuur. In het laatste geval strijkt de
maanschaduw als een geweldig penseel een
breede streep schaduw over het aardoppervlak.
(Om onze vergelijking te kunnen volhouden,
zouden wij moeten zeggen, dat schaduw een
verfsoort is, die, direct opdrogend, weer kleur
loos wordt). Ter weerszijden van de streep is
nog een strook, waar de z.g. bijschaduw de
aarde treft.
In het gebied binnen de schaduwstreep
wordt de zon volkomen verduisterd, - het is het
gebied van de totaliteit. In de strook aan beide
zijden is slechts een deel van de zon aan het
oog' onttrokken: het is het gebied van de par-
tieele zonsverduistering.
Uit het bovenstaande blijkt, dat in tegen
stelling met een maansverduistering, waarbij
de maan werkelijk verduisterd wordt, bij een
zonsverduistering de zon niet donker, doch al
leen maar onzichtbaar wordt. Wat bij een
maaneclips met de maan gebeurt, gebeurt bij
een zoneclips met de aarde. De naam aard-
verduistering zou juister zijn. Alleen: niet de
gansche aarde, maar een betrekkelijk smalle
strook wordt donker. Dit maakt het verschijn
sel voor een bepaalde streek op aarde nog
zeldzamer.
Soms gebeurt het, dat de punt van het pen
seel de top van de schaduwkegel het aard
oppervlak niet raakt. Men neemt dan een z.g.
ringvormige eclips waar. Een buitenste' ring
van de zon blijft dan zichtbaar.
Nu, wat denk je van den nieuwen bundel
gedichten, lieveling?"
Rose zag een paar ernstige oogen op
haar gevestigd. Het was inderdaad onaange
naam en lastig ook, om zich steeds met Alex
en dikwijls met diens geleerde letterkundige
producten bezig te moeten houden. Zij, een
onnoozel klein ding, was met zoo'n groot schrij
ver getrouwd. Hij moest natuurlijk een groot
schrijver zijn, om 1500 pond 's jaars te ver
dienen.
Pas twee en een halve maand waren ze man
en vrouw. Natuurlijk had ze hem lief, maar
toch keek Rose elk oogenblik op de klok om
te zien of het nog geen tijd was, dat Alex moest
vertrekken. In afwijking toch van de meeste
andere mannen, hield hij er van buitenshuis
te werken. Om negen uur was hij gewoon naar
z'n kantoor, z'n werkkamer te, gaan.
De jonge vrouw keek dus met strakken blik
naar haar bord en zuchtte diep, omdat zij het
nieuwe boek met gedichten nog niet gelezen
had. Ze gevoelde ook volstrekt geen behoefte
om het te lezen en was er van overtuigd dat,
als ze het las, ze er geen woord van zou be
grijpen.
„Ik heb het boek met gedichten nog niet
uit, Alex," waagde Rose luid te zeggen.
Ze dacht op dat oogenblik aan de belofte
die zij zich zeiven eens gedaan had, om van
den inhoud van sommige degelijke boeken ken
nis te nemen. Ze had dit maar heel korten
tijd gedaan, van af den dag dat ze voor de
eerste maal Alex had ontmoet. En waarom?
Wel, ze had z'n aandacht op haar willen ves
tigen: het was immers zoo gemakkelijk om een
paar geleerde zinsneden en gezegden van bui
ten te leeren en op die manier den indruk van
een ontwikkeld meisje te maken. Maar het
was niet gebleven bij het vestigen van z'n aan
dacht op haar persoon. Ze kregen elkander lief
en huwden.
Ze kon hem niet vertellen als een soort
schuldbelijdenis, dat ze al haar zoogenaamde
geleerdheid bij anderen geleerd had; dat haar
eigenlijke liefde voor letterkunde niet hooger
ging dan tot de verhalen van Lalla Ruck, een
schrijfster van den zooveelsten rang. O, wat
was ze toch gek op die verhalen!
Ze keek nog eens op de klok. Nog maar twee
minuten en dan zou ze dat pakkende slot gaan
lezen, die treffende verzoening van dat on
gelukkige paar. Dat was nog eens een schrijf
ster, die Lalla Ruck! Heerlijke romantische,
soms huiveringwekkende tooneelen, die iemand
een rilling van ontzetting door de leden deden
varen.
„Ben je met het lezen van dat tijdschrift
klaar, Rose?" vroeg Alex. „Ik zou het graag
mee willen nemen."
„Ja, ga je gang maar, neem het gerust mee,
hoor," luidde het opgewekte antwoord.
Ze namen hartelijk afscheid van elkaar.
Een oogenblik later was Alex op weg naar
z'n bureau, om daar ongestoord z'n gedichten
op 't papier te kunnen zetten, terwijl Rose
weldra verdiept was in de boeiende faits et
gestes van Lalla Ruck's helden en heldinnen.
Het zal wel nooit opgehelderd worden, hoe
het kwam dat Rose verzuimde om dien prul
roman verborgen te houden, maar een feit is
het dat die roman het eerste voorwerp was dat
Alex zag liggen, toen hij 's avonds in de keu
rige kleine bibliotheek kwam.
Een blik op het gele, alles behalve houtvrije
papier was voor hem voldoende om te zien
met wat voor product hij te maken had. Hü
greep het boek en wierp het tegen een stoel.
Eenmaal op het spoor, zocht hij met koorts
achtige haast verder naar de tastbare bewij
zen van den letterkundigen smaak zijner
vrouw.
De keurige bibliotheek zag er weldra uit als
een rommelige tweedehands-boekhandel. Boek
deel op boekdeel werd van de boekenplanken
gerukt en op den vloer gesmeten. Eindelijk,
toen hij driftig een stel der complete werken
van Goethe op zij geschoven had en daar ach
ter keek, stond de naakte waarheid hem voor
ocgen. Met een kreet van woede strekte hü de
hand uit naar een dozijn verborgen prulromans.
Op dit oogenblik werd de deur der biblio
theek opengestooten en kwam Rose binnen.
Toen ze zag wat er gebeurd was, slaakte ook
zij een kreet van
ontsteltenis. Ze
behoefde niet te
vragen naar de
beteekenis van
wat ze daar zag.
De op den grond
geworpen boeken
spraken maar al te duidelijke taal
„Zijn dat jouw boeken?" vroeg hij, rood van
kwaadheid. „Heb je ze al gelezen?"
Een oogenblik aarzelde Rose met haar ant
woord. «ou ze zeggen van niet? Maar ze her
innerde zich alles: haar dagelijks herhaalde
poging om zich geleerder aan haar man voor
te doen dan ze was: haar meer dan eens her
haalde bewering dat ze gaarne die en die boe
ken las, boeken waarvan ze geen letter be
greep. De nog niet uitgesproken leugen stierf
op haar lippen.
„Ja, ze zijn van mij."
Maar als een echte vrouw was ze met deze
bekentenis niet tevreden. Nu haar geheim ont
dekt was, moest en zou ze d'r hart uitstorten
en riep:
„Ik houd van die boeken! Ik heb altijd van
ze gehouden! Die Lalla Ruck is in mijn oog
een groot schrijfster. Ik sprak onwaarheid,
toen ik beweerde dat ik de boeken graag las,
die je mij gaf."
Ze snikte en zag hem smeekend aan.
„Ik begrijp geen woord van jouw boeken;
ik zag alleen de tijdschriften in, om daaruit
enkele zinnen van buiten te leeren. Ik kan er
niets aan doen. Je zult nu wel met verachting
op me neerzien, maar van die.... Lalla Ruck
zal ik altijd blijven houden!"
Alex wierp een blik op z'n vrouw, dacht even
na en zei toen, zachter gestemd:
„Enfin, dat is een kwestie van smaak."
Op initiatief van het Diocesaan Missie-Comüé
te Roermond zal van 816 Augustus as. te
Maastricht een Missieweek gehouden worden.
In overleg met de Geestelijkheid van
Maastricht heeft dit comité een organiseerend
hoofdcomité samengesteld.
De hoofdzaak van deze Missieweek zal zijn de
Missie-tentoonstelling in de voormalige Domini-
canenkerk, waar vele Missie-congregaties zullen
vertegenwoordigd zijn.
Daarnaast zullen, zoo mogelijk, parochieele
avonden georganiseerd worden met lezingen,
lichtbeelden en films betreffende de Missie.
Betreffende de feestelijkheden kan reeds ge
meld worden, dat op den middag van de ope
ning, Zaterdag 8 Augustus, Z. H. Exc. Mgr. Dr.
G. Lemmens, H.H. Exc. de hier te lande vertoe
vende Missie-bisschoppen en Eerw. Missionaris
sen in feestelijken stoet van 't station zullen af
gehaald worden. Deze stoet zal vervolgens naar
het Vrijthof trekken, alwaar de plechtige ope
ning zal plaats vinden met een Pontificaal Lof,
waarna opening der tentoonstelling.
Ook hoopt men aan de O. L. Vrouwe-processie
op 15 Aug. a.s. door de aanwezigheid der tal
rijke Missiebisschoppen meer luister bij te zet
ten en zal men trachten de sindé 13 jaren niet
meer uit de Basiliek verwijderde relieken in deze
processie te laten meedragen.
Dezer dagen werd in het Suermondt-mu-
seum, in de oude keizerstad Aken een be
langwekkende tentoonstelling van Neder-
landsch-Limburgsche kunst geopend. Deze ten
toonstelling gaat uit van de plaatselijke afdee-
ling van de „Deutsch-Niederlandische Werkge-
meinschaft", die daarbij door het stadsbestuur
van Aken krachtig ondersteund werd. De ope
ningsplechtigheid werd door talrijke ambtelijke
Nederlandsche en Duitsche personen bijge
woond. De tentoonstelling zal later ook nog in
Keulen en Dlisseldorf worden gehouden.
De kunst kan beide volken ongetwijfeld na
der tot elkaar brengen en het initiatief van de
werkgemeenschap wordt dan ook zeer gewaar
deerd. Het is goed, dat de Duitschers de Ne
derlandsche beschaving beter leeren kennén,
aldus schrijft ons een berichtgever uit Duitsch-
land. En wie zullen elkaar gemakkelijker be
grijpen dan de bewoners van Aken en de Lim
burgers, wier tongval slechts weinig van het
plat-Duitsch van Aken en ofgeving afwijkt?
De tentoonstelling zelf brengt ons zeventig
gelukkig gekozen schilderijen, plastieken en tee-
keningen, die het bewijs leveren, dat Neder-
landsch Limburg over kunstenaars beschikt, die
er zijn mogen.
De exposanten zijn Edmond Bellefroid, Char
les Eyck, Harry Kooien, Hub. Levigne, Jkvr. Judy
Michiels van Kessenich, Joep Nicolas, Jef
Scheffers en Charles Vos.
Deze tentoonstelling geeft aan het Duitsche
publiek een uitstekend beeld van het booge
peil, waarop de kunst in Nederlandsch-Lim-
burg staat. Wij meenen, dat „Het Noorden" wel
eens wat te weinig belangstelling aan den dag
legt voor het kunstleven van beneden den
Moerdijk. Mede daarom doet het goed, dat de
mannen, die in de afdeeling Aken der „Deutsch-
Niederlandische Werkgemeinschaft" de leiding
hebben, veelal studenten, deze kunst naar
Duitschland haalden, waar de tentoonstelling
thans zeer de aandacht trekt.
Ter gelegenheid van de perstentoonstel
ling te Rome werd op ernstige wijze
nagegaan welke de oplage was der ver
schillende bladen in België.
Ziehier de officieele cijfers: de totale oplage
der Belgische dagbladen bereikt 2.200.000 ex.,
waarvan 937.000 voor de katholieke bladen,
563.000 voor de anti-katholieke en 700.000 voor
de andere bladen; onderverdeeld voor de Fran-
sche taal: 394.8000 katholieke, 462.700 niet-
kath. en 398.000 andere; voor de Vlaamsche
taal: 542.200 katholieke, 91.800 niet-katholieke
en 303.000 andere. 1 inwoner op 8 leest een
katholiek dagblad. Van de 64 dagbladen die
verschijnen zijn er 30 katholieke.
Er zijn 316 katholieke weekbladen tegenover
298 andere; terwijl er daarbij nog 800 revues
en katholieke bulletins op minder geregeld tijd
stip verschijnen.
Wat de geleidelijke stijging der oplage van
parochiebladen betreft, kunnen wij niet min
der schitterende cijfers meedeelen: in 1920:
226.000; in 1925 272.000; in 1930 414.000; in
1935 910.000.
Aan de hand van deze cijfers blijkt zeer dui
delijk dat de formule die in het land gelan
ceerd werd, als zouden er 4 andere bladen zijn
tegenover 1 katholiek van allen grond ont
bloot is.
I
23
Op hetzelfde oogenblik naderde een ons be
kende groep: Michel. Georges Peral, dokter
Raymond en mijnheer Servoix.
„Iedereen present!" riep ik uit.
„Wij zochten je," zei Michel.
Ik begreep, dat zij waren gekomen, terwijl
Ik in de andere zaal aan het dansen was. maar
dat Frangoise en Marianne hen reeds gezien
hadden.
De heeren maakten ons de gebruikelijke com
plimentjes. Georges met zijn kalmen glimlach,
mijnheer Servoix met een ernstige bevalligheid.
Zijn avondkleeding stond hem bijzonder goed en
te midden van die knappe jongelieden was hij
zeker niet de minste.
„Ik vraag mij af, waarom ik nooit op hem
verliefd ben geworden," dacht ik opeens.
Sedert mijn hart ontwaakt was, had ik mij
die vraag reeds dikwijls gesteld als ik jongelie
den ontmoette, die mij behaagden. Het moet
toch zoo heerlijk zijn verliefd te worden op
Iemand, dien men kent! Eigenaardig, maar
voor ik wist, dat er een Robert de Beaufeu be
stond, had ik mij zulke vragen nooit gesteld.
Het orkest speelde een langzamen wals. De
dokter boog voor mij en bood mij zijn arm aan.
„Maar dokter, waarvoor inviteert u mij? U
danst toch niet," riep ik uit.
„Ik noodig u uit tot een praatje."
„Ik verkies te dansen."
„Voor een enkelen keer moogt u mij wel een
offertje brengen. Bovendien zult u kunnen uit
rusten. U ziet er zoo rood uit en uw coiffure
is in de war
„Gaat uw gang maar. Zulke complimentjes
doen altijd pleizier."
„Neen, ik was klaar. U neemt het dus aan?"
„Bij gebrek aan wat anders."
Lachend trok hij mij mee naar het terras,
vanwaar men een heerlijk uitzicht over de zee
heeft, een maan in het laatste kwartier ver
toonde er 'n gezwollen wang boven. Op het
strand zag men eenige late wandelaars.
„O, wat houd ik van de zee!" riep ik uit.
„Ik ook. Maar laten wij nu eens ernstig
praten. Hoe staat het met de zaak Beaufeu?"
„O zoo, mijnheer de twijfelaar, u stelt daar
belang in? Welnu, dat gaat als op rolletjes.
Bovendien geef ik Michel verlof om u alles te
vertellen, hij is er op de hoogte van."
„Goed, ik zal het hem morgen vragen. Maar
uw persoonlijke gevoelens?"
„Dokter, u is te nieuwsgierig!"
„Dat komt. omdat ik bang ben, dat u zich te
gauw voor iets opwindt."
„Ik vraag mij af, of dat u iets kan schelen.
In alle geval vergist u zich; ik wind mij niet
op voor wat ook, want yóór Robert heb ik
niemand bemind."
„Dus u bemint Robert?"
„Misschien."
„En Georges Peral?"
Ik was een oogenblik als verstomd van ver
rassing, daar ik zulk een vraag niet ver
moedde. Dan antwoordde ik: „Als ik Georges
Peral bemind had, zou ik met hem getrouwd
zijn."
„Dat is logisch. Maar," voegde hij er aan
toe, „ik vraag mij af, waarom u Georges niet
bemint?"
„Kan men dan de liefde dwingen? Neen, ik
word niet zoo gemakkelijk op iemand verliefd.
Die gedachte kwam zooeven in mij op. toen ik
mijnheer Servoix beschouwde. Waarom ben ik
nooit op hem verliefd geworden. Hij is zeer
knap, veel knapper dan Georges Peral."
„Iedereen vindt dat niet. Vraag het maar
eens aan juffrouw Daubel."
„Dusiedereen heeft opgemerkt, alleen ik
niet, dat Marianne op Georges verliefd is?"
„Zoo, heeft iemand u dat ook ai gezegd?"
„Ja, maar dat is geen reden, dat hij mij
meer zou bevallen dan de eerste de beste, meer
dan u bijvoorbeeld. Waarom heb ik nooit in
u idee gekregen?"
„Ik voel mij gevleid, zeer gevleid, juffrouw
DeniseMaak u daar echter geen zorgen
over, ik verlang niet te behagen."
Een schaduw, door de lichten in de zaal
voortgebracht, vertoonde zich op het zand van
het terras, vlak naast mij en ik rook een fijnen
geur van Royal Origan.
Een beetje ontroerd wendde ik het hoofd om
naar die schaduw te kijken en voor de derde
maal doken de zwarte oogen in mijn blauwe,
maar daar ik nu in het halfdonker stond,
mocht ik op mijn gemak blozen. De slanke sil
houet maakte een buiging, dan- zag ik op den
grond, want ik had de oogen neergeslagen, de
schaduw verder gaan. Alleen de mijne bleef,
want de dokter was gaan zitten om een sigaret
te rooken.
„Wie is die heer, die u groette?" vroeg de
nieuwsgierige.
„Ik weet het niet."
„En toch lijkt u heel ontroerdHeeft ook
hü het geluk u te behagen?"
„Och, dokter, hij is het niet, die mij be
haagtOp gedempten toon voegde ik er
aan toe: „Hij lijkt op Robert."
De dokter keek verbijsterd. Hij deed eenige
halen aan zijn sigaret en dan een fauteuil naar
zich toetrekkend, zei hü: „Ga zitten. Leg het
mij eens uit. U heeft dus Robert de Beaufeu
gezien?"
„Neen."
„Zijn portret?"
„Evenmin."
„Maar
„Maar op den dag, dat ik die portefeuille
vond, heb ik een silhouet bemerkt, iemand die
Royal Origan sigaretten rookte. Die silhouet
heeft mij een idee gegeven hoe de onbekende
er uit zag."
„Dat is onzin, juffrouw Denise. Waarom zou
die man juist diegene zün, die de portefeuille
heeft verloren?"
„Dat is toch logisch?"
„Maar valsch, zooals alles, wat logisch is. En
daarmee maakt u zich het hoofd op hol?"
„Op hol? Neen, heelemaal niet."
„De toekomst zal u leeren.... daar twüfel
ik niet aan, dat u ongelijk hebt."
„Dat staat te bezien."
„Dus die heer dien u zooeven gegroet heeft,
doet u denken aan den man van de porte
feuille?"
„Van achteren is hij het precies. Wat zün
gezicht betreft, dat weet ik niet, want dat heb
ik nooit gezien, maar ik veronderstel, dat dit
ook wel lijkt."
„Een silhouet, die u een oogenblik hebt ge
zien, zonder er bijzonder acht op te slaan....
dat is fantastisch!" Hij hief de oogen ten
hemel. „En nu u meent Robert te beminnen,
ontroert u plotseling bü het zien van iemand,
die, naar u denkt, op hem lijkt. U zult dus
ook op hem verliefd worden en u zegt, dat u
zich niet zoo gemakkelük voor iets opwindt."
Hij zelf leek opgewonden en ik wist niet of
ik lachen moest of mü kwaad maken. „Wat kan
het u eigenhjk schelen?" vroeg ik ten slotte.
Hij antwoordde niet, maar ging voort zijn
sigaret te rooken, zonder zich verder om mij te
bekommeren. Ik vond, dat ik al lang genoeg
van zün gezelschap genoten had en maakte mü
uit de voeten.
Toen ik de balzaal weer binnentrad, werd er
een langzame wals gespeeld. Ik zag weldra
Fransoise, die met münheer Servoix danste en
het pleizier van dien dans, waar zü zooveel
van hield, maakte haar nog mooier. Haar be
wonderaar, mijnheer de Rives. volgde haar
met de oogen vanuit het hoekje waar hü zich
verscholen had.
Georges Peral en Marianne Daubel dansten
ook samen. Marianne hing bijna over den
schouder van haar cavalier en ik twüfelde er
niet aan of Georges was voimaakt gelukkig.
Ik stond daar dus naar de audersn te kijken,
toen mijn vreemdeling mij naderde. Hü boog en
noodigde mü ten dans, juist toen Michel voor
bijkwam en mij toefluisterde: „De verschrikke-
Ujke Onverwachte!"
Stotterend, blozend, maar verrukt legde ik
mijn hand op den arm, die zich aanbood en
liet mij meeslepen in de wirwar van dansen
den. Hij danste heerhjk.... die wals was een
te kort genot, maar toen het orkest ophield
met spelen, hield hü mijn hand in de zijne en
zei: „Mejuffrouw, ik hoop niet iets onbehoor
lijks gedaan te hebben door u uit te noodigen,
zonder aan u te zijn voorgesteld, maar ik heb
bemerkt, dat dit hier gedaan wordt."
„Inderdaad, dat is zoo, mijnheer."
„Ik ben pas twee dagen geleden hier aange
komen en ken er nog niemand."
„Verontschuldig u niet, mijnheer."
Maar daar bleef het niet bij, wü babbelden
tot aan den volgenden dans, dien wij weer te
zamen deden. Ik vernam, dat hü dol veel van
de zee hield, dat hü een mooie kamer in het
Palace had en dat hü Robert Lebreuil heette.
Robertdus hij heette ook zoo! Vreemd,
zulke dingen gebeuren anders alleen in de
romans.
.(Wordt vervolgd.)