9
i
•Mi?
l
Hij zorgt voor U
ENGELAND EN DE SANCTIES
WITTEMS EEUWFEEST
Eden naar Canossa
TEXTIELINDUSTRIE
ZONDAG 21 JUNI 1936
LEEKEPREEKEN
tel
W
bat
Hb,
Prins Boude wijn in ons
land
Voor de tweede maal naar
Noord wijk
IMPERIALE LUCHTROUTE
Interview met minister Menzies
c. -boa^4-.%^
Heel de Nederlandsche Kerkpro
vincie heeft reden dit glorie
rijke feest mee te vieren
Centrum van het
geloofsleven
Voorheen en thans
Wetsontwerpen ingediend, ten
doel hebbende steun
te verleenen
Illi
Het jubileer end klooster te Wittem
Het studiehuis
Reisbelasting in de
Kamer
Voorstel tot behandeling
op 30 Juni
Fokker naar de derde
plaats
Nationalistische tendenzen in de
wereldvliegtuig-industrie
ELECTRICITEITSCONGRES
GESLOTEN
Weet U
Zoo ja, welnu, koopt dan
Zomerpostzegels
GEDENKTEEKEN BRUG
MOERDIJK
Het is voor den mensch en heel in het
bijzonder voor den mensch van onzen
tijd, welhaast een onmogelijkheid om
de Schrift, zoowel van het Oude als van
Nieuwe Testament, met een bereidvaardig
^art die vele vermaningen ter harte te nemen.
daarin hem wordt aangeraden zich toch niet
Zooveel om aardsche zaken te bekommeren,
°>Mat er boven de wolken een Vader woont
voor al die dingen zorgt. In enkele woorden
Vai Sint Petrus deze troostrijke en toch zoo
®0eilijk te aanvaarden gedachte samen, wan-
fieer hij in zijn eersten brief neerschrijft: w'erp
8,1
uw bekommernissen op den Heer; Hij zorgt
v0or u!
Petrus deed niet anders dan de les van zijn
tester herhalen, Die verschillende malen en
'Cel duidelijker en uitdrukkelijker hetzelfde ver-
°bdigd had. Weest niet bezorgd voor uw leven,
gij zult eten, noch voor uw lichaam, waar-
ftlee gij u zult kleeden zei Hij tot Zijn leer-
jjbgen. Het leven is meer dan het voedsel en
et lichaam meer dan de kleeding. Ziet naar
raven, zij zaaien niet en zij oogsten niet,
hebben geen kelders noch schuren en God
v°edt ze. Hoeveel beter zijt gij dan zijWie van
a kan met peinzen een el aan zijn lengte toe-
v°egen? Wanneer gij ook niet tot het geringste
'kit uzelf) in staat zijt, wat maakt ge u dan
dommerd over de rest?
dan volgden de prachtige vergelijkingen
'an de vogels in de lucht en de lelies op het
ons allen zoo wel bekend. Mocht Petrus
"'e deze met zooveel overtuiging uitgesproken
essen had aangehoord, op zijn beurt niet zijn
'c'gelingen aanraden: werpt al uw bekommer
nissen op den Heer, Hij zorgt voor u?
Toch, aan weinig woorden van de Schrift
eeft de mensch, ook de christen, practisch zoo
k'einig- geloof gehecht als aan deze vermanin-
Langs den weg der redeneerkunde heeft
deze parels der H. Schrift tot onbruikbare
5preuken verlaagd. Natuurlijk, zoo redeneerde
^h, kan met deze uitspraken geen aanmaning
tot
zorgeloosheid bedoeld zijn. Een ieder is ver-
Wicht te arbeiden, in zijn levensonderhoud en
dat van de zijnen te voorzien. Ook is alle
dat door eerlijk werken verkregen wordt,
t'-oorloofd en onschendbaar. En zoo kon het
^beuren dat, wie zich zijn heele leven afsloof-
in materieele zaken, w'ie geen uur verzuimde
0|h „zaken te doen", om geld te verdienen en
'huwelijks zich den tijd gunde om het mini-
van zijn godsdienstplichten te vervullen,
dezulken bij hun dood als halve heiligen
"«fden vereerd. Immers! Zij hadden heel hun
even hard gewerkt, zichzelf weinig gegund; zij
^kten een voorbeeld van arbeidzaamheid.
*e(iere christen voelt, dat hier iets scheef gaat.
atuurlijk is zorgeloosheid verboden; natuur-
1Jk moet iedereen zooveel mogelijk door eigen
atbeid trachten in zijn onderhoud te voorzien
'k 't is ook onbetwistbaar, dat iedereen op
Olijke wijze zijn bezit mag vermeerderen. Hoe
bet een met het ander dan te rijmen?
Ee schijnbare tegenspraak tusschen Chris-
J1*5' vermaningen en de eischen van het prac-
'Sche leven moet in twee menschelijke fouten
^ocht worden. Op de eerste plaats vergeten
y te gemakkelijk onderscheid tusschen gere
de en ongeregelde begeerten te maken. Wan
eer Christus Zijn leerlingen vermaant zich
r,'et onr eten of drinken te bekommeren be
delt Hij daarmee Zijn medewerkers er op te
^2en, dat, wie zielen moet vangen, wie men-
'eben moet bekeeren, wie zich zulk een hoog
eaal als de verbreiding van Gods Rijk op
aaïde ten doel stelt, zich aan zulke alledaag-
s dingen als voedsel en kleeren al heel
:1»ig moet laten gelegen liggen. Dat leidt
'aaar van het groote doel af. Dit wilde natuur-
'Jb niet zeggen, dat zij niet moesten eten of
^cb niet moesten kleeden. Maai- de bekom-
'k e r n i s daarover werd hun ontraden. En zoo
wij dan ook in de eerste eeuwen van het
^istendom het juiste gebruik opleven, dat de
°°vigen voor het onderhoud hunner pries-
rs zorgden. En ten allen tijde hebben wij ge-
*'eb> dat de groote werkers in Gods Kerk een
*°°er leven leidden. Wanneer de weelde en de
'^'botzucht in het vaticaan doordrongen en zich
^bdaar uit in de lagere rangen der geestelijk-
e'b en zelfs in de kloosters verspreidden, be
kkende dit met verslapping van de tucht
6rval van het geloofsleven; terwijl omgekeerd
e godsdienst bloeide bij een aan het aardsche
"bthechten priesterstand.
^Vat in directen zin geldt voor de bedienaren
ab het woord Gods, heeft zeker ook beteekems
de christenen in het algemeen. Te duide-
r komt dit uit, nu de Paus de geloovigen
''Jker
J bezen tijd oproept tot het leekenapostolaat.
°°r een materialistischen geest waren wij ver
gald van de gedachte, dat wij allen, ieder op
,Jb plaats en met de hem geschonken talen-
b, nroeten meewerken aan de verbreiding van
°bs Rijk op aarde. En in dezen ge'dachtengang
'e op de eerste plaats vraagt zelfheiliging en
be twteede plaats werken aan het zieleheil
Vn.
anderen, past geenszins een gedragslijn,
aarbij alle aandacht en alle streven worden
J^et op tijdelijke dingen, op het maken van
flst als doel van al onze handelingen, op het
ibteloos najagen van stoffelijk voordeel. Im-
efs, al zulk ingespannen streven brengt uiter-
arb groote zorgen mee: alle ondernemen ver-
eerstelt risico; alle handel en elk soort „za-
doen" legt beslag op ons denken en willen,
efSt omgang met anderen, met'alle wrijvingen
hioeilijkheden, welke daai-uit vanzelf voort
beien. Dat zijn onze zorgen, onze bekommer-
b-ïen. Welnu, wij kunnen deze alleen dan op
eb Heer afwentelen, wanneer wij al deze we-
^'bsche dingen slechts opvatten als onze plich-
b Van staat; wanneer wij er niet ons hart
b verpand hebben, wanneer er in één
°°rci geen ongeregelde begeerte achterzit. Dan
zullen w'ij altijd gelegenheid vinden om
eerste en voornaamste plichten te ver-
'<-n n.l. God te dienen, onze ziel zalig te
aken en mee te werken aan het heil van on-
b naaste. Geen voorspoed zal ons opblazen,
b tegenspoed ons zieleleven schokken, om-
Wij al onze bekommernissen op den Heer
'en geworpen.
j_ue tweede fout, waarop wij boven doelden,
'b onze hedendaagsche maatschappij zelf
'eSen. Het is niet te ontkennen, dat het be-
voor het overgroote meerendeel der
ka
thans levende menschheid hachelijk is. Het ge
tal werkloozen, dat voor zijn minimum aan
levensonderhoud op den steun der openbare
kassen is aangewezen, is schrikbarend en
daaronder zijn ontelbare mannen in de kracht
van hun leven, die werken willen en werken
kunnen, doch die uit het arbeidsproces zijn uit
geschakeld. Daarnaast is een nog veel grooter
getal werkers, dat uitsluitend afhankelijk is van
de functie, welke zij verrichten. Zij hebben geen
keus om van werkkring of van onderneming
te veranderen; wanneer zij hun plaats verlie
zen, vallen zij uit de rij der arbeidenden in die
der werkloozen. En de overgroote meerderheid
van hen valt daarmee tevens aan de armoede
ten prooi. Zeg den menschen nu eens: maakt
u geeri zorg; de Heer zorgt voor u! Zij zullen
u niet gelooven. Doch aan wie de schuld van
deze wantoestanden? Niet aan God, maar aan
den menschelijken hoogmoed, die in waanwijs
heid de samenleving scheef getrokken heeft.
Men heeft de menschheid voorgespiegeld, dat
het hoogste geluk gelegen was in het opvoeren
van en het voldoen aan telkens nieuwe behoef
ten. Deze moderne behoeften schiepen werkge
legenheid; een snel groeiende industrie was
bij machte hooge loonen te betalen, en met die
loonen konden nieuwe behoeften bevredigd
worden en die behoeften eischten weer nieuwen
arbeid. Dat was de glorieuze cirkel van de wel-
14.
vaart, welke het paradijs op aarde zou bren
gen. En het resultaat is geweest, dat het plat
teland Werd leeggepompt; dat de eenvoudige
bevolking de steden overstroomde, dat de ar
beiders van den nieuwen tijd in huurkazernes
werden opgestapeld en, wat het ergste was, to
taal afhankelijk werden van de sterkte van de
vernuftig gesmede keten. Wanneer één scha
kel losliet, viel alles uit elkaar. En zoo is het
gebeurd, dat op een goeden dag de cirkel niet
meer bleek te sluiten: er was te veel geprodu
ceerd, zoodat de goederen geen waarde meer
hadden en de fabrieken moesten worden stop
gezet. De levensluxe verdween bij smeltende
koopkracht. Het bleek, dat het leven met veel
minder in stand was te houden, maar de be
hoeften waren eenmaal geschapen en het gemis
van overbodige dingen wekte ontevredenheid.
De werkers van vroeger, bouwers aan de wei-
vaart, zijn werkloos en hun karig levensonder
houd moet door de gemeenschap w"orden op
gebracht, welke haar algemeene lasten daar
door met veie millioenen ziet verhoogd. En zoo
draait de cirkel terug in een heillooze baan.
Er wordt gemord: God laat ons in de ellen
de; Hij helpt ons niet! Ondankbare domheid!
Wij hebben zelf in hoogmoed en zonder God
het geheele maatschappelijke bestel in de war
gebracht. En wij zouden God voor onze dom
heid aansprakelijk stellen?
De wereld is rijk, rijker dan ooit aan alles en
meer dan wij noodig hebben. Laten wij dit
eerst erkennen en trachten uit onze ellende een
les voor onzen hoogmoed te trekken. „Vernede
ren wij ons onder de machtige hand van God,"
zegt ons St. Petrus, „opdat Hij ons opheffe ten
tijde der bezoeking." Doen wij dit, dan zal
ook wederom het vervolg van Sint Petrus'
woord voor ons gelden: werpt al uw bekommer
nissen op Hem, want Hij zorgt voor u!
LIBRA
Zaterdagavond is het Belgische kroonprinsje
met den Pullman-trein, die om even half zes
aan het Hollandsche Spoorstation in Den Haag
arriveert, aangekomen om andermaal eenigen
tijd bij den Noordwijkschen burgemeester, den
heer Van de Mortel, te lcgeeren. Zijn zusje
was ditmaal niet meegekomen. Het is nog niet
bekend, of prinses Josephine Charlotte dezen
zomer zal komen.
Het prinsje was vergezeld van twee leden
van de Belgische hofhouding en van zijn
gouvernante, mej. De Jong. Op het perron wa
ren ter begroeting aanwezig: de heer en me
vrouw Van de Mortel en hun kinderen, Jan
Hein en Sabine, de speelkameraadjes van ver
leden zomer, mr. A. Brants, in zijn hoedanig
heid van fungeerend directeur van politie en
de heer F. Tielens, districtscommandant van
den rijksveldwacht.
De trein kwam precies op tijd binnen. Het
prinsje werd uit den wagon getild en gaf den
leden van het gezelschap, dat te zijner be
groeting aanwezig was, een hand. Tusschen de
kinderen van den burgemeester in wandelde
hij naar den uitgang, waar hij met hen en
zijn gouvernante in den auto van den Belgi
schen gezant, den heer Maskens, plaats nam.
In den tweeden auto volgde de burgemeester,
die zelf chauffeerde, mevrouw Van de Mortel
en de beide leden van de hofhouding, die prins
Boudewijn vergezelden. Hierna volgde een
auto met de bagage. Een motor met zijspan
van de rijksveldwacht opende den kleinen
stoet.
Er waren weinig belangstellenden voor het
station aanwezig, want er was geen rucht
baarheid aan dit bezoek gegeven. De weinigen,
die er waren, wuifden' het krooprinsje harte
lijk toe, toen de auto vertrok, die prins Boude
wijn naar Noordwijk zou brengen, waar de
prins hoopt te genieten van zon en zee.
Om kwart over zes is Kroonprins 'Boudewijn
te Noordwijk aangekomen.
De Noordwijksche gemeente-politie is in ver
band met het verblijf van den Belgischen
kroonprins met een detachement rijksveldwacht
versterkt.
In een interview met een redacteur van
Aneta-Holland heeft de Australische minister
R. G. Menzies medegedeeld, dat hij van zijn
verblijf in Nederland gebruik heeft gemaakt
om verschillende personen te spreken over het
aandeel, dat eventueel aan een Nederlandsche
luchtvaart-maatschappij zou kunnen worden
toegekend in de ontworpen „imperiale lucht-
route", welke men thans als luchtverbindinr;
tusschen de verschillende deelen van het Brit-
sche Imperium voorbereidt.
Iets positiefs valt hieromtrent nog niet mede
te deelen, daar voor die luchtroute zelfs nu
nog verschillende onderdeelen niet tot in de
tails zijn vastgesteld. Dit zal echter binnen
eenige weken geschieden en eerst dan valt te
overwegen welk aandeel een Nederlandsche
(eventueel Ned.-Indische) luchtvaart-maat
schappij in deze verbinding zou kunnen wor
den toegekend.
mm
Het klooster, dat door de le
venshistorie van Neerlands glorie:
Z. Em. W. kardinaal Van Rossum
een algemeene beteekenis voor
heel Nederland kreeg en in welks
schaduw hij ligt begraven: het huis
der paters Redemptoristen te Wit-
tem bestaat hónderd jaar. Met de
zonen van Sint Alfonsus viert het
katholieke vaderland dit eeuwfeest
mede, dat Woensdag met een pon
tificale Mis van Roermonds Bis
schop wordt ingezet en den daarop
volgenden Zondag een der hoogte
punten vindt in het bezoek van den
Pauselijken Internuntius.
Kardinaal Van Rossum heeft daar gestu
deerd, bestuurd en gelesraard. Hij heeft den
nieuwen bouw geregeld, was er rector en werd
van Wittem naar Rome geroepen alwaar Paus
Pius later hem, en door hem Nederland mèt
de kloostergemeente te Wittem, wel zeer bij
zonder onderscheidde.
Hij werd na een onderbreking van drie
eeuwen, de Nederlandsche kardinaal van een
gewichtig tijdperk in de kerkgeschiedenis van
ons land.
In Wittem werd hij met buitengewonen
luister en hartelijkheid ontvangen toen hij in
1913 voor het eerst als Kardinaal naar zijn
vaderland kwam. Wittem bleef hem lief. Hij
•nam er enkele weken rust, na het Intern.
Euch. Congres te Amsterdam toen hij den
Paus zelf vertegenwoordigd had. En naar
Wittem kwam hij aan het eind van zijn 'even
om te sterven, om er begraven te worden.
Onverwacht voor anderen overviel hem de
oood, dien hij zelf elk oogenblik zijns levens
heeft verwacht.
12 Januari 1836. Een late winteravond. Door
den druilenden regen ratelt een kar. De half-
zieke overste, de Hongaar Alexander Czevitco-
vicz, met 6 heele francs op zak, zit met 4 fra
ters op den schokkenden wagen; 7 fraters en
een leekebroeder volgen, 't Is de kleine co
lonne, die Wittem in bezit gaat nemen. Door
weekt van den regen en hongerig betreden zij
het oude klooster; een of ander mist zijn
schoen, die bleef steken in de kleverige, zui
gende klei. Nauwelijks twee kamers waren in
orde. Ze besloten bij een flink vuur m den
refter den nacht door te brengen op geïmpro
viseerde stroobedden. Voor deze gestaag aan
groeiende internationale kloostergemeente
volgden magere jaren, s Morgens wachtte hun
droog' brood en 's middags een dunne soep.
Doch waar armoede samengaat met de liefd°
Gods heerscht geluk en tevredenheid. Een
van hen, die later tot een hooge waardigheid
verheven werd, schreef: „Mijn cel was arm.,
maar o, wat een zon straalde daar, een zon,
die niet meer schijnt in het aartsbisschoppelijk
paleis."
1936. Als nu in zomersche schoonheid van
het Geuldal niet slechts de Wittemsche kloos
tergemeente en de Nederlandsche provincie der
Paters Redemptoristen met haar 8 kloosters
en 5 retraitenhuizen in ons land en twee
bloeiende overzeesche missies, Suriname en
Brazilië God dankend feestvieren, maar ook
kerkelijke hoogwaardigheidsbekleeders, de in
ternuntius, de aartsbisschop en twee bisschop
pen, met hun tegenwoordigheid dit feest wil
len opluisteren, dan blijkt hieruit dat heel de
Nederlandsche kerkprovincie reden heeft dit
feest mee te vieren.
Van ieder observant klooster gaat een on
geziene, weldadige invloed uit. Dat binnen de
muren van het oude Wittem een sfeer van
gebedsgeest en boete heerschte, getuigt de
stichter van de Barmhartige Broers te Trier,
Petrus Friedhofer, voor wien het bisschoppelijk
proces van heiligverklaring is afgesloten. „Hoe
leidt God toch alles ten goede, die mij een?
naar Wittems klooster voerde en mij liet zier.
wat een klooster in zijn hoogste opvatting is.
Welke heiligen zag ik te Wittem! Welke
Ingediend zijn drie wetsontwerpen, welke
ten doei hebben de Nederlandsche textiel
nijverheid te steunen, eenerzijds door bet
behoud van de Indische contingenteerin-
gen van gebleekte en ongebleekte katoe
nen stoffen mogelijk te maken, zonder den
zwaren druk te bestendigen, dien deze op de
batiknijverheid in Ned.-Indië leggen, an
derzijds door aan bedoelde textielnijverheid
meer bescherming te verleenen door een
verhoogmg van invoerrecht.
De beoogde maatregelen zullen een onder
deel uitmaken van het complex van maatrege
len, die in de laatste jaren ter bevordering van
de economische samenwerking tusschen Neder
land en Ned. Indië werden genomen.
De regeering stelt zich voor, om, waar eenigs-
zlns mogelijk, met de bevordering van econo
mischs samenwerking voort te gaan.
Een steunregeling ten behoeve véti de In
dische koffiecultuur, waarvan de kosten kunnen
worden bestreden uit de reeds ingestelde crisis
heffing op hier te lande ingevoerde kcffie, is in
voorbereidjng. Voorts zullen de Staten-Gene-
raal eerlang voorstellen bereiken betreffende
het verleenen van steun door Nederland aan
Ned.-India ten behoeve van de uitvoering van
maatregelen van welvaartszorg tot een bedrag
van 25 millioen. te verdeelen over drie jaren.
Naar het oordeel van de regeering moet het
juist worden geacht dat de kosten niet door ce
Indische doch door de Nederlandsche schatkist
worden gadragen, wijl beoogde steunverleening
in hoofdzaak noodzakelijk is geworden door ten
bate van Nederland getroffen Indische contin-
genteeringsmaatregelen. Gerekend wordt op een
uitgaaf van 850.000, omdat het wellicht nood
zakelijk zal blijken, om, evenals ten aanzien
van de cambrics, steun te verleenen voor een
tweede, eveneens in bijzondere omstandigheden
verkeerend Nederlandsch textielproduct. Te
dier zake is echter nog overleg met de Indische
regeering gaanae
De voorgestelde verhooging van het in
voerrecht zal bestaan uit een verhooging
van de bestaande invoerrechten ad 10 en
12 percent, resp. tot 12 en 15 percent, cp
afgewerkte textielproducten en aanverwan
te goederen en van de daaruit vervaardig
de kleeimgstukken en andere fabrikaten.
Daarvan wordt een grootere opbrengst van
1.250.000 per jaar verwacht.
Opgenomen is een artikel, dat dient ter voor
koming, dat industrieën hier te lande, welker
product bij invoer niet door het verhoogde
recht zou worden getroffen, nadeel van deze
heffing zouden ondervinden door de verhoo
ging van het recht op door hen gebezigde uit
het buitenland afkomstige grondstoffen.
De verl.ooging treedt in werking op een door
de Kroon te bepalen tijdstip, waarna de wet
een jaar van kracht blijft.
tucht, welke godsvrucht, welke boetewerken,
welke ingetogenheid. Hier leeft men, zei mij
eens een broeder, volgens de liefde en de ge
nade". Dit getuigenis volsta, wü willen hier
niet het inwendige leven van deze kloosterge
meente in haar eersten tijd schilderen, maar
de aandacht vestigen op den invloed, die van
Wittem uitging op de herleving van het kath.
geloof in ons vaderland.
Een geweldige invloed ging er van Wittem
uit in de jaren 1836—1841 vooral door de
missieprediking. Hebben de Jezuïeten en enkele
seculieren hieraan hun deel, de Redemptoris
ten hebben de missieprediking in heel 't land
zich tot bijzondere taak gesteld. Legendarisch
is geworden het leven van den grooten missie
predikenden Redemptorist, den Amsterdam-
schen pater Bernard Hafkenscheid, wie'is stof
felijk overschot in den'grafkelder van Wittem
de opstanding van den jongsten dag verbeidt.
Groote mannen, wier beteekenis voor hee' ons
land geldt, heeft Wittem in den loop der
eeuw voortgebracht.
Wittem als studiehuis had vroeger interna
tionale beteekenis. Want behalve de Neder
landsche kwamen hier de Belgische, Engel-
sche en Amerikaansche studenten. O.m. heeft
kardinaal Dechamps hier gedoceerd.
De voorzitter van de Tweede Kamer zal in
de vergadering van Dinsdag 30 Juni voorstel
len, in die vergadering een aanvang te maken
met de beraadslaging over een aantal onder
werpen, waaronder de wetsontwerpen:
tot wijziging van de beperking van den
schuldenaftrek voor de belasting van de dooce
hand;
tot heffing van een reisbelasting';
tot goedkeuring van de overeenkomst, hou
dende afstand om niet door de gemeente Am
sterdam aan den Staat van het koninklijk
paleis aan den Dam te Amsterdam, tot wij'zi-
ging en verhooging van het tiende hoofdstuk
der rijksbegrooting voor 1936 (industrie-fins'~-
ciering)
Het Engelsche luchtvaartministerie heeft
een publicatie het licht doen zien, waarin
een opsomming wordt gegeven van de ver
schillende vliegtuigen, die op 31 Maart j.l.
in regelmatigen verkeersdienst waren bij de
verschillende luchtvaartmaatschappijen over
de geheele wereld.
Daaruit blijkt, dat het De Havilland-
vliegtuig nog het best in cie civiele lucht
vaart is vertegenwoordigd, n.l. met 233
stuks. Onmiddellijk daarop volgt Junkers
met 210 vliegtuigen (bij deze opgave wordt
overigens China, waar ook Junkers vliegen,
niet vermeld). De derde plaats wordt inge
nomen door Fokker, met 199 vliegtuigen.
Dan voigen Boeing met 96, Douglas met 92,
'Potez met 63, Latécoère met 60 en Lock
heed met 55 vliegtuigen.
Dat elk land zooveel mogelijk de eigen in
dustrie bevoordeelt, blijkt mede uit de opgave
van het Engelsche luchtvaartministerie. Dit
geldt vooral voor de grootere landen, waarin
zooveel aizet te vinden is, dat de bouw van
prototypen is gerechtvaardigd.
Men ziet dan b.v. dat, volgens de publicatie,
op het oogenblik slecht één Fokker-vliegtuig
in dienst is bij de Amerikaansche civiele lucht
vaart, terwijl Fokker een tijd heeft gekend, dat
zijn verkeersvliegtuigen voor de Ver. Staten een
factor van groote beteekenis waren.
Het te Scheveningen gehouden electriciteits-
congres is Zaterdag gesloten. Na afloop van ae
laatste werkzitting, hebben vele sprekers het
woord gevoerd. Hulde en dank werd gebracht
aan Nederland voor de organisatie en de gast
vrijheid.
Het volgende congres zal eerst over drie jaar
worden gehouden.
Weet U
Weet U, dat de fraaie postzegels van Utrechts
Universiteits Jubileum niets uitstaande heb
ben met de zomerpostzegels, die ten goede
komen aan noodlijdende
kunstenaars en T.B.C.?
Weet U, dat de zomer-
posrzegels vijf jaar gel
dig blijven en de andere
slechts korten tijd?
Weet U, dat alléén de
Zomerpostzegels geldig
zijn voor de aardige
puzzles die georganiseerd
zijn?
Weet Udat de ver
koop dezer Zomerpost
zegels echter spoedig ren
einde loopt en dat 11 Juli
als het ware een „uit
verkoopsdag" is georganiseerd?
Weet U
Och ja, lezer, ge weet al genoeg over de
Zomerpostzegels met cultureele en sociale
doeleinden. Er is door de ondernemende orga
nisatoren geweldige propaganda voor gemaakt.
Het is alleen maar: U moet er nog eens aan
herinnerd worden enU moet ze niet ver
warren met de Universiteitszegels, die alleen
een herinnering betreffen, terwijl de Zomerze-
gels hulp inhouden aan T.B.C.-bestrijding en
noodlijdende beeldende kunstenaars.
Ja zeker, U weetWelnu handelt daar
naar en koopt de Zomerpostzegels.
Er is ook nog een loterij met prachtprijzen.
Ieder krijgt een aardig atlasje. En er zijn oo::
leuke prentbriefkaarten in omloop.
Hebt U het in Uw oor geknoopt?
Het ligt in de bedoeling van de K.N.A.C., bif
de openstelling voor het verkeer van de brug
te Moerdijk, welke voor het einde van het
jaar wordt verwacht, een gedenkteeken aan te
bieden als blijk van waardeering voor het werk
van den Rijkswaterstaat aan bruggen en we
gen. De minister van Waterstaat heeft hiertoe
bereids goedkeuring verleend.