9 i •Mi? l Hij zorgt voor U ENGELAND EN DE SANCTIES WITTEMS EEUWFEEST Eden naar Canossa TEXTIELINDUSTRIE ZONDAG 21 JUNI 1936 LEEKEPREEKEN tel W bat Hb, Prins Boude wijn in ons land Voor de tweede maal naar Noord wijk IMPERIALE LUCHTROUTE Interview met minister Menzies c. -boa^4-.%^ Heel de Nederlandsche Kerkpro vincie heeft reden dit glorie rijke feest mee te vieren Centrum van het geloofsleven Voorheen en thans Wetsontwerpen ingediend, ten doel hebbende steun te verleenen Illi Het jubileer end klooster te Wittem Het studiehuis Reisbelasting in de Kamer Voorstel tot behandeling op 30 Juni Fokker naar de derde plaats Nationalistische tendenzen in de wereldvliegtuig-industrie ELECTRICITEITSCONGRES GESLOTEN Weet U Zoo ja, welnu, koopt dan Zomerpostzegels GEDENKTEEKEN BRUG MOERDIJK Het is voor den mensch en heel in het bijzonder voor den mensch van onzen tijd, welhaast een onmogelijkheid om de Schrift, zoowel van het Oude als van Nieuwe Testament, met een bereidvaardig ^art die vele vermaningen ter harte te nemen. daarin hem wordt aangeraden zich toch niet Zooveel om aardsche zaken te bekommeren, °>Mat er boven de wolken een Vader woont voor al die dingen zorgt. In enkele woorden Vai Sint Petrus deze troostrijke en toch zoo ®0eilijk te aanvaarden gedachte samen, wan- fieer hij in zijn eersten brief neerschrijft: w'erp 8,1 uw bekommernissen op den Heer; Hij zorgt v0or u! Petrus deed niet anders dan de les van zijn tester herhalen, Die verschillende malen en 'Cel duidelijker en uitdrukkelijker hetzelfde ver- °bdigd had. Weest niet bezorgd voor uw leven, gij zult eten, noch voor uw lichaam, waar- ftlee gij u zult kleeden zei Hij tot Zijn leer- jjbgen. Het leven is meer dan het voedsel en et lichaam meer dan de kleeding. Ziet naar raven, zij zaaien niet en zij oogsten niet, hebben geen kelders noch schuren en God v°edt ze. Hoeveel beter zijt gij dan zijWie van a kan met peinzen een el aan zijn lengte toe- v°egen? Wanneer gij ook niet tot het geringste 'kit uzelf) in staat zijt, wat maakt ge u dan dommerd over de rest? dan volgden de prachtige vergelijkingen 'an de vogels in de lucht en de lelies op het ons allen zoo wel bekend. Mocht Petrus "'e deze met zooveel overtuiging uitgesproken essen had aangehoord, op zijn beurt niet zijn 'c'gelingen aanraden: werpt al uw bekommer nissen op den Heer, Hij zorgt voor u? Toch, aan weinig woorden van de Schrift eeft de mensch, ook de christen, practisch zoo k'einig- geloof gehecht als aan deze vermanin- Langs den weg der redeneerkunde heeft deze parels der H. Schrift tot onbruikbare 5preuken verlaagd. Natuurlijk, zoo redeneerde ^h, kan met deze uitspraken geen aanmaning tot zorgeloosheid bedoeld zijn. Een ieder is ver- Wicht te arbeiden, in zijn levensonderhoud en dat van de zijnen te voorzien. Ook is alle dat door eerlijk werken verkregen wordt, t'-oorloofd en onschendbaar. En zoo kon het ^beuren dat, wie zich zijn heele leven afsloof- in materieele zaken, w'ie geen uur verzuimde 0|h „zaken te doen", om geld te verdienen en 'huwelijks zich den tijd gunde om het mini- van zijn godsdienstplichten te vervullen, dezulken bij hun dood als halve heiligen "«fden vereerd. Immers! Zij hadden heel hun even hard gewerkt, zichzelf weinig gegund; zij ^kten een voorbeeld van arbeidzaamheid. *e(iere christen voelt, dat hier iets scheef gaat. atuurlijk is zorgeloosheid verboden; natuur- 1Jk moet iedereen zooveel mogelijk door eigen atbeid trachten in zijn onderhoud te voorzien 'k 't is ook onbetwistbaar, dat iedereen op Olijke wijze zijn bezit mag vermeerderen. Hoe bet een met het ander dan te rijmen? Ee schijnbare tegenspraak tusschen Chris- J1*5' vermaningen en de eischen van het prac- 'Sche leven moet in twee menschelijke fouten ^ocht worden. Op de eerste plaats vergeten y te gemakkelijk onderscheid tusschen gere de en ongeregelde begeerten te maken. Wan eer Christus Zijn leerlingen vermaant zich r,'et onr eten of drinken te bekommeren be delt Hij daarmee Zijn medewerkers er op te ^2en, dat, wie zielen moet vangen, wie men- 'eben moet bekeeren, wie zich zulk een hoog eaal als de verbreiding van Gods Rijk op aaïde ten doel stelt, zich aan zulke alledaag- s dingen als voedsel en kleeren al heel :1»ig moet laten gelegen liggen. Dat leidt 'aaar van het groote doel af. Dit wilde natuur- 'Jb niet zeggen, dat zij niet moesten eten of ^cb niet moesten kleeden. Maai- de bekom- 'k e r n i s daarover werd hun ontraden. En zoo wij dan ook in de eerste eeuwen van het ^istendom het juiste gebruik opleven, dat de °°vigen voor het onderhoud hunner pries- rs zorgden. En ten allen tijde hebben wij ge- *'eb> dat de groote werkers in Gods Kerk een *°°er leven leidden. Wanneer de weelde en de '^'botzucht in het vaticaan doordrongen en zich ^bdaar uit in de lagere rangen der geestelijk- e'b en zelfs in de kloosters verspreidden, be kkende dit met verslapping van de tucht 6rval van het geloofsleven; terwijl omgekeerd e godsdienst bloeide bij een aan het aardsche "bthechten priesterstand. ^Vat in directen zin geldt voor de bedienaren ab het woord Gods, heeft zeker ook beteekems de christenen in het algemeen. Te duide- r komt dit uit, nu de Paus de geloovigen ''Jker J bezen tijd oproept tot het leekenapostolaat. °°r een materialistischen geest waren wij ver gald van de gedachte, dat wij allen, ieder op ,Jb plaats en met de hem geschonken talen- b, nroeten meewerken aan de verbreiding van °bs Rijk op aarde. En in dezen ge'dachtengang 'e op de eerste plaats vraagt zelfheiliging en be twteede plaats werken aan het zieleheil Vn. anderen, past geenszins een gedragslijn, aarbij alle aandacht en alle streven worden J^et op tijdelijke dingen, op het maken van flst als doel van al onze handelingen, op het ibteloos najagen van stoffelijk voordeel. Im- efs, al zulk ingespannen streven brengt uiter- arb groote zorgen mee: alle ondernemen ver- eerstelt risico; alle handel en elk soort „za- doen" legt beslag op ons denken en willen, efSt omgang met anderen, met'alle wrijvingen hioeilijkheden, welke daai-uit vanzelf voort beien. Dat zijn onze zorgen, onze bekommer- b-ïen. Welnu, wij kunnen deze alleen dan op eb Heer afwentelen, wanneer wij al deze we- ^'bsche dingen slechts opvatten als onze plich- b Van staat; wanneer wij er niet ons hart b verpand hebben, wanneer er in één °°rci geen ongeregelde begeerte achterzit. Dan zullen w'ij altijd gelegenheid vinden om eerste en voornaamste plichten te ver- '<-n n.l. God te dienen, onze ziel zalig te aken en mee te werken aan het heil van on- b naaste. Geen voorspoed zal ons opblazen, b tegenspoed ons zieleleven schokken, om- Wij al onze bekommernissen op den Heer 'en geworpen. j_ue tweede fout, waarop wij boven doelden, 'b onze hedendaagsche maatschappij zelf 'eSen. Het is niet te ontkennen, dat het be- voor het overgroote meerendeel der ka thans levende menschheid hachelijk is. Het ge tal werkloozen, dat voor zijn minimum aan levensonderhoud op den steun der openbare kassen is aangewezen, is schrikbarend en daaronder zijn ontelbare mannen in de kracht van hun leven, die werken willen en werken kunnen, doch die uit het arbeidsproces zijn uit geschakeld. Daarnaast is een nog veel grooter getal werkers, dat uitsluitend afhankelijk is van de functie, welke zij verrichten. Zij hebben geen keus om van werkkring of van onderneming te veranderen; wanneer zij hun plaats verlie zen, vallen zij uit de rij der arbeidenden in die der werkloozen. En de overgroote meerderheid van hen valt daarmee tevens aan de armoede ten prooi. Zeg den menschen nu eens: maakt u geeri zorg; de Heer zorgt voor u! Zij zullen u niet gelooven. Doch aan wie de schuld van deze wantoestanden? Niet aan God, maar aan den menschelijken hoogmoed, die in waanwijs heid de samenleving scheef getrokken heeft. Men heeft de menschheid voorgespiegeld, dat het hoogste geluk gelegen was in het opvoeren van en het voldoen aan telkens nieuwe behoef ten. Deze moderne behoeften schiepen werkge legenheid; een snel groeiende industrie was bij machte hooge loonen te betalen, en met die loonen konden nieuwe behoeften bevredigd worden en die behoeften eischten weer nieuwen arbeid. Dat was de glorieuze cirkel van de wel- 14. vaart, welke het paradijs op aarde zou bren gen. En het resultaat is geweest, dat het plat teland Werd leeggepompt; dat de eenvoudige bevolking de steden overstroomde, dat de ar beiders van den nieuwen tijd in huurkazernes werden opgestapeld en, wat het ergste was, to taal afhankelijk werden van de sterkte van de vernuftig gesmede keten. Wanneer één scha kel losliet, viel alles uit elkaar. En zoo is het gebeurd, dat op een goeden dag de cirkel niet meer bleek te sluiten: er was te veel geprodu ceerd, zoodat de goederen geen waarde meer hadden en de fabrieken moesten worden stop gezet. De levensluxe verdween bij smeltende koopkracht. Het bleek, dat het leven met veel minder in stand was te houden, maar de be hoeften waren eenmaal geschapen en het gemis van overbodige dingen wekte ontevredenheid. De werkers van vroeger, bouwers aan de wei- vaart, zijn werkloos en hun karig levensonder houd moet door de gemeenschap w"orden op gebracht, welke haar algemeene lasten daar door met veie millioenen ziet verhoogd. En zoo draait de cirkel terug in een heillooze baan. Er wordt gemord: God laat ons in de ellen de; Hij helpt ons niet! Ondankbare domheid! Wij hebben zelf in hoogmoed en zonder God het geheele maatschappelijke bestel in de war gebracht. En wij zouden God voor onze dom heid aansprakelijk stellen? De wereld is rijk, rijker dan ooit aan alles en meer dan wij noodig hebben. Laten wij dit eerst erkennen en trachten uit onze ellende een les voor onzen hoogmoed te trekken. „Vernede ren wij ons onder de machtige hand van God," zegt ons St. Petrus, „opdat Hij ons opheffe ten tijde der bezoeking." Doen wij dit, dan zal ook wederom het vervolg van Sint Petrus' woord voor ons gelden: werpt al uw bekommer nissen op Hem, want Hij zorgt voor u! LIBRA Zaterdagavond is het Belgische kroonprinsje met den Pullman-trein, die om even half zes aan het Hollandsche Spoorstation in Den Haag arriveert, aangekomen om andermaal eenigen tijd bij den Noordwijkschen burgemeester, den heer Van de Mortel, te lcgeeren. Zijn zusje was ditmaal niet meegekomen. Het is nog niet bekend, of prinses Josephine Charlotte dezen zomer zal komen. Het prinsje was vergezeld van twee leden van de Belgische hofhouding en van zijn gouvernante, mej. De Jong. Op het perron wa ren ter begroeting aanwezig: de heer en me vrouw Van de Mortel en hun kinderen, Jan Hein en Sabine, de speelkameraadjes van ver leden zomer, mr. A. Brants, in zijn hoedanig heid van fungeerend directeur van politie en de heer F. Tielens, districtscommandant van den rijksveldwacht. De trein kwam precies op tijd binnen. Het prinsje werd uit den wagon getild en gaf den leden van het gezelschap, dat te zijner be groeting aanwezig was, een hand. Tusschen de kinderen van den burgemeester in wandelde hij naar den uitgang, waar hij met hen en zijn gouvernante in den auto van den Belgi schen gezant, den heer Maskens, plaats nam. In den tweeden auto volgde de burgemeester, die zelf chauffeerde, mevrouw Van de Mortel en de beide leden van de hofhouding, die prins Boudewijn vergezelden. Hierna volgde een auto met de bagage. Een motor met zijspan van de rijksveldwacht opende den kleinen stoet. Er waren weinig belangstellenden voor het station aanwezig, want er was geen rucht baarheid aan dit bezoek gegeven. De weinigen, die er waren, wuifden' het krooprinsje harte lijk toe, toen de auto vertrok, die prins Boude wijn naar Noordwijk zou brengen, waar de prins hoopt te genieten van zon en zee. Om kwart over zes is Kroonprins 'Boudewijn te Noordwijk aangekomen. De Noordwijksche gemeente-politie is in ver band met het verblijf van den Belgischen kroonprins met een detachement rijksveldwacht versterkt. In een interview met een redacteur van Aneta-Holland heeft de Australische minister R. G. Menzies medegedeeld, dat hij van zijn verblijf in Nederland gebruik heeft gemaakt om verschillende personen te spreken over het aandeel, dat eventueel aan een Nederlandsche luchtvaart-maatschappij zou kunnen worden toegekend in de ontworpen „imperiale lucht- route", welke men thans als luchtverbindinr; tusschen de verschillende deelen van het Brit- sche Imperium voorbereidt. Iets positiefs valt hieromtrent nog niet mede te deelen, daar voor die luchtroute zelfs nu nog verschillende onderdeelen niet tot in de tails zijn vastgesteld. Dit zal echter binnen eenige weken geschieden en eerst dan valt te overwegen welk aandeel een Nederlandsche (eventueel Ned.-Indische) luchtvaart-maat schappij in deze verbinding zou kunnen wor den toegekend. mm Het klooster, dat door de le venshistorie van Neerlands glorie: Z. Em. W. kardinaal Van Rossum een algemeene beteekenis voor heel Nederland kreeg en in welks schaduw hij ligt begraven: het huis der paters Redemptoristen te Wit- tem bestaat hónderd jaar. Met de zonen van Sint Alfonsus viert het katholieke vaderland dit eeuwfeest mede, dat Woensdag met een pon tificale Mis van Roermonds Bis schop wordt ingezet en den daarop volgenden Zondag een der hoogte punten vindt in het bezoek van den Pauselijken Internuntius. Kardinaal Van Rossum heeft daar gestu deerd, bestuurd en gelesraard. Hij heeft den nieuwen bouw geregeld, was er rector en werd van Wittem naar Rome geroepen alwaar Paus Pius later hem, en door hem Nederland mèt de kloostergemeente te Wittem, wel zeer bij zonder onderscheidde. Hij werd na een onderbreking van drie eeuwen, de Nederlandsche kardinaal van een gewichtig tijdperk in de kerkgeschiedenis van ons land. In Wittem werd hij met buitengewonen luister en hartelijkheid ontvangen toen hij in 1913 voor het eerst als Kardinaal naar zijn vaderland kwam. Wittem bleef hem lief. Hij •nam er enkele weken rust, na het Intern. Euch. Congres te Amsterdam toen hij den Paus zelf vertegenwoordigd had. En naar Wittem kwam hij aan het eind van zijn 'even om te sterven, om er begraven te worden. Onverwacht voor anderen overviel hem de oood, dien hij zelf elk oogenblik zijns levens heeft verwacht. 12 Januari 1836. Een late winteravond. Door den druilenden regen ratelt een kar. De half- zieke overste, de Hongaar Alexander Czevitco- vicz, met 6 heele francs op zak, zit met 4 fra ters op den schokkenden wagen; 7 fraters en een leekebroeder volgen, 't Is de kleine co lonne, die Wittem in bezit gaat nemen. Door weekt van den regen en hongerig betreden zij het oude klooster; een of ander mist zijn schoen, die bleef steken in de kleverige, zui gende klei. Nauwelijks twee kamers waren in orde. Ze besloten bij een flink vuur m den refter den nacht door te brengen op geïmpro viseerde stroobedden. Voor deze gestaag aan groeiende internationale kloostergemeente volgden magere jaren, s Morgens wachtte hun droog' brood en 's middags een dunne soep. Doch waar armoede samengaat met de liefd° Gods heerscht geluk en tevredenheid. Een van hen, die later tot een hooge waardigheid verheven werd, schreef: „Mijn cel was arm., maar o, wat een zon straalde daar, een zon, die niet meer schijnt in het aartsbisschoppelijk paleis." 1936. Als nu in zomersche schoonheid van het Geuldal niet slechts de Wittemsche kloos tergemeente en de Nederlandsche provincie der Paters Redemptoristen met haar 8 kloosters en 5 retraitenhuizen in ons land en twee bloeiende overzeesche missies, Suriname en Brazilië God dankend feestvieren, maar ook kerkelijke hoogwaardigheidsbekleeders, de in ternuntius, de aartsbisschop en twee bisschop pen, met hun tegenwoordigheid dit feest wil len opluisteren, dan blijkt hieruit dat heel de Nederlandsche kerkprovincie reden heeft dit feest mee te vieren. Van ieder observant klooster gaat een on geziene, weldadige invloed uit. Dat binnen de muren van het oude Wittem een sfeer van gebedsgeest en boete heerschte, getuigt de stichter van de Barmhartige Broers te Trier, Petrus Friedhofer, voor wien het bisschoppelijk proces van heiligverklaring is afgesloten. „Hoe leidt God toch alles ten goede, die mij een? naar Wittems klooster voerde en mij liet zier. wat een klooster in zijn hoogste opvatting is. Welke heiligen zag ik te Wittem! Welke Ingediend zijn drie wetsontwerpen, welke ten doei hebben de Nederlandsche textiel nijverheid te steunen, eenerzijds door bet behoud van de Indische contingenteerin- gen van gebleekte en ongebleekte katoe nen stoffen mogelijk te maken, zonder den zwaren druk te bestendigen, dien deze op de batiknijverheid in Ned.-Indië leggen, an derzijds door aan bedoelde textielnijverheid meer bescherming te verleenen door een verhoogmg van invoerrecht. De beoogde maatregelen zullen een onder deel uitmaken van het complex van maatrege len, die in de laatste jaren ter bevordering van de economische samenwerking tusschen Neder land en Ned. Indië werden genomen. De regeering stelt zich voor, om, waar eenigs- zlns mogelijk, met de bevordering van econo mischs samenwerking voort te gaan. Een steunregeling ten behoeve véti de In dische koffiecultuur, waarvan de kosten kunnen worden bestreden uit de reeds ingestelde crisis heffing op hier te lande ingevoerde kcffie, is in voorbereidjng. Voorts zullen de Staten-Gene- raal eerlang voorstellen bereiken betreffende het verleenen van steun door Nederland aan Ned.-India ten behoeve van de uitvoering van maatregelen van welvaartszorg tot een bedrag van 25 millioen. te verdeelen over drie jaren. Naar het oordeel van de regeering moet het juist worden geacht dat de kosten niet door ce Indische doch door de Nederlandsche schatkist worden gadragen, wijl beoogde steunverleening in hoofdzaak noodzakelijk is geworden door ten bate van Nederland getroffen Indische contin- genteeringsmaatregelen. Gerekend wordt op een uitgaaf van 850.000, omdat het wellicht nood zakelijk zal blijken, om, evenals ten aanzien van de cambrics, steun te verleenen voor een tweede, eveneens in bijzondere omstandigheden verkeerend Nederlandsch textielproduct. Te dier zake is echter nog overleg met de Indische regeering gaanae De voorgestelde verhooging van het in voerrecht zal bestaan uit een verhooging van de bestaande invoerrechten ad 10 en 12 percent, resp. tot 12 en 15 percent, cp afgewerkte textielproducten en aanverwan te goederen en van de daaruit vervaardig de kleeimgstukken en andere fabrikaten. Daarvan wordt een grootere opbrengst van 1.250.000 per jaar verwacht. Opgenomen is een artikel, dat dient ter voor koming, dat industrieën hier te lande, welker product bij invoer niet door het verhoogde recht zou worden getroffen, nadeel van deze heffing zouden ondervinden door de verhoo ging van het recht op door hen gebezigde uit het buitenland afkomstige grondstoffen. De verl.ooging treedt in werking op een door de Kroon te bepalen tijdstip, waarna de wet een jaar van kracht blijft. tucht, welke godsvrucht, welke boetewerken, welke ingetogenheid. Hier leeft men, zei mij eens een broeder, volgens de liefde en de ge nade". Dit getuigenis volsta, wü willen hier niet het inwendige leven van deze kloosterge meente in haar eersten tijd schilderen, maar de aandacht vestigen op den invloed, die van Wittem uitging op de herleving van het kath. geloof in ons vaderland. Een geweldige invloed ging er van Wittem uit in de jaren 1836—1841 vooral door de missieprediking. Hebben de Jezuïeten en enkele seculieren hieraan hun deel, de Redemptoris ten hebben de missieprediking in heel 't land zich tot bijzondere taak gesteld. Legendarisch is geworden het leven van den grooten missie predikenden Redemptorist, den Amsterdam- schen pater Bernard Hafkenscheid, wie'is stof felijk overschot in den'grafkelder van Wittem de opstanding van den jongsten dag verbeidt. Groote mannen, wier beteekenis voor hee' ons land geldt, heeft Wittem in den loop der eeuw voortgebracht. Wittem als studiehuis had vroeger interna tionale beteekenis. Want behalve de Neder landsche kwamen hier de Belgische, Engel- sche en Amerikaansche studenten. O.m. heeft kardinaal Dechamps hier gedoceerd. De voorzitter van de Tweede Kamer zal in de vergadering van Dinsdag 30 Juni voorstel len, in die vergadering een aanvang te maken met de beraadslaging over een aantal onder werpen, waaronder de wetsontwerpen: tot wijziging van de beperking van den schuldenaftrek voor de belasting van de dooce hand; tot heffing van een reisbelasting'; tot goedkeuring van de overeenkomst, hou dende afstand om niet door de gemeente Am sterdam aan den Staat van het koninklijk paleis aan den Dam te Amsterdam, tot wij'zi- ging en verhooging van het tiende hoofdstuk der rijksbegrooting voor 1936 (industrie-fins'~- ciering) Het Engelsche luchtvaartministerie heeft een publicatie het licht doen zien, waarin een opsomming wordt gegeven van de ver schillende vliegtuigen, die op 31 Maart j.l. in regelmatigen verkeersdienst waren bij de verschillende luchtvaartmaatschappijen over de geheele wereld. Daaruit blijkt, dat het De Havilland- vliegtuig nog het best in cie civiele lucht vaart is vertegenwoordigd, n.l. met 233 stuks. Onmiddellijk daarop volgt Junkers met 210 vliegtuigen (bij deze opgave wordt overigens China, waar ook Junkers vliegen, niet vermeld). De derde plaats wordt inge nomen door Fokker, met 199 vliegtuigen. Dan voigen Boeing met 96, Douglas met 92, 'Potez met 63, Latécoère met 60 en Lock heed met 55 vliegtuigen. Dat elk land zooveel mogelijk de eigen in dustrie bevoordeelt, blijkt mede uit de opgave van het Engelsche luchtvaartministerie. Dit geldt vooral voor de grootere landen, waarin zooveel aizet te vinden is, dat de bouw van prototypen is gerechtvaardigd. Men ziet dan b.v. dat, volgens de publicatie, op het oogenblik slecht één Fokker-vliegtuig in dienst is bij de Amerikaansche civiele lucht vaart, terwijl Fokker een tijd heeft gekend, dat zijn verkeersvliegtuigen voor de Ver. Staten een factor van groote beteekenis waren. Het te Scheveningen gehouden electriciteits- congres is Zaterdag gesloten. Na afloop van ae laatste werkzitting, hebben vele sprekers het woord gevoerd. Hulde en dank werd gebracht aan Nederland voor de organisatie en de gast vrijheid. Het volgende congres zal eerst over drie jaar worden gehouden. Weet U Weet U, dat de fraaie postzegels van Utrechts Universiteits Jubileum niets uitstaande heb ben met de zomerpostzegels, die ten goede komen aan noodlijdende kunstenaars en T.B.C.? Weet U, dat de zomer- posrzegels vijf jaar gel dig blijven en de andere slechts korten tijd? Weet U, dat alléén de Zomerpostzegels geldig zijn voor de aardige puzzles die georganiseerd zijn? Weet Udat de ver koop dezer Zomerpost zegels echter spoedig ren einde loopt en dat 11 Juli als het ware een „uit verkoopsdag" is georganiseerd? Weet U Och ja, lezer, ge weet al genoeg over de Zomerpostzegels met cultureele en sociale doeleinden. Er is door de ondernemende orga nisatoren geweldige propaganda voor gemaakt. Het is alleen maar: U moet er nog eens aan herinnerd worden enU moet ze niet ver warren met de Universiteitszegels, die alleen een herinnering betreffen, terwijl de Zomerze- gels hulp inhouden aan T.B.C.-bestrijding en noodlijdende beeldende kunstenaars. Ja zeker, U weetWelnu handelt daar naar en koopt de Zomerpostzegels. Er is ook nog een loterij met prachtprijzen. Ieder krijgt een aardig atlasje. En er zijn oo:: leuke prentbriefkaarten in omloop. Hebt U het in Uw oor geknoopt? Het ligt in de bedoeling van de K.N.A.C., bif de openstelling voor het verkeer van de brug te Moerdijk, welke voor het einde van het jaar wordt verwacht, een gedenkteeken aan te bieden als blijk van waardeering voor het werk van den Rijkswaterstaat aan bruggen en we gen. De minister van Waterstaat heeft hiertoe bereids goedkeuring verleend.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 5