St. Adel bert's eerste landdag
De bloembollen-
saneering
ESPOSia—PIALE
DELIA STA^raSïïOliCA
CiïTA DEL VATICARO1936
TAAK DER HOOGERE
STANDEN
DEPRIESTERMOORD TE
GEYSTEREN
MAANDAG 22 JUNI 1936
Wat op godsdienstig, cultureel en j
staatkundig gebied moet
gebeuren
Op de H. Landstichting
Godsdienstige taak
t,
De cultureele taak
De staatkundige taak
Controleur van nachtveiligheids
dienst als vermoedelijke dader
aangehouden
Jubileum Universiteit
te Utrecht
OFFICIEELE CRISIS
PUBLICATIE
Steunvergoeding erwten
Ongelukkige motor
rijders
Dame op Haarlemmerweg
bij Halfweg gedood
Botsing bij Geldermalsen
Alles moet gedaan worden om
den uitvoer te ver groot en, het
eenigste middel om de
overschotten te
beperken
Bloemen naar Amerika
Droevig ongeluk
Kostwinner van groot gezin
gedood
ONZE TUINBOUWEXPORT
Eenige stijging, ondanks
belemmeringen
GOUDSCH OPENLUCHTSPEL
„Het is u niet geoorloofd"
NIJMEGEN IN HET TEEKEN
VAN DE WAALBRUG
Postvluchten
Een dappere redster
Van drie Amsterdamsche drenke
lingen bij Wijk aan Zee een
jongen verdronken
Tegen een auto gereden
Twee motorrijders zwaar gewond
K.L.M.-VLIEGTUIG TREFT
SLECHT WEER
Kerkelijk leven
BENOEMINGEN
In het Bisdom Haarlem
ARMA
VEPIT,
TIS
ffllHAVEBA AÏTIMOKÏÏ
NIJMEGEN, 21 Juni
Uit de hooge, witte torens van de koe
pelkerk op den hoogsten heuvel van het
Heilige Land luiden de klokken over een
groep van een flinke honderd heeren, die
hier in den vroegen morgen uit alle deelen
van het land samenkwamen per trein en
per auto de keurgroep der St. Adelberts
vereeniging, de organisatie van den hoo-
geren stand, die hier in deze prachtige om
geving op dezen prachtigen dag haar eer
ste landelijke bijeenkomst houdt.
Binnen, in de kerk, waar zich geleidelijk
allen verzamelen in het zacht-b'.auwe lieht der
rotonde, leest de geestelijke adviseur, pastoor
W. Nol et, aan het altaar de H. Mis. Sober
hl zijn witte stijlvolle gewaden, voltrekt hij de
heilige handelingen tegen de gouden welving
van den mozaïeken achtergrond.
In een korte predicatie wees pastoor W.
N o 1 e t op de noodzakelijkheid om den arbeid
dezer nieuwe standsorganisatie, de^en eersten
landdag, aan te vangen met de reëele herha-
hng van den lijdensgang, die zich in het Hei
lige Land heeft voltrokken.
Hieruit putten ook de overleden eerste
Voorzitter jhr. Ruys de Beerenbrouck en de
Patroonheilige van dezen stand, St. Adelbert,
Wiens feestdag morgen wordt gevierd, de
tracht om datgene te doen, wat zij in hun
stand op de eerste plaats moesten doen: hun
Plicht, hun christelijken liefdeplicht jegens
hun medemenschen in eigen stand en in heel
het volk. Hier moeten de leden van St. Adel-
hert de kracht vinden om te helpen, om het
Nederlandsche volk te dienen met alle ver
mogens, waarover zij beschikken.
Na het beëindigen van de H. Mis begaf het
Sezelschap zich in groepen naar de ruime hal,
hie straks den toegang zal vormen tot de
hieuw te bouwen basiliek. Onder haar zware
cementen gewelven ligt nog éénige koelte. Bui
ten, door de bogen van de metselsteenen ko-
lonnade vóór haar, schijnt de broeiende zon
°ver het dal en den groenen Neboberg aan den
Overkant.
De waarnemende voorzitter van de St. Adel-
hertsvereeniging, de heer L. L. Bouwman
opende de geleidelijk samengestroomde vergade-
ling, die o.a. door Mgr. dr. H. Poels, door de
0ud-ministers Bongaerts en Reymer, door
Prof. steger en door vele andere vooraan
staande intellectueelen werd bijgewpond, met
te herinhdreA aiin dè schaduw, die' door het
overlijden van jhr. Ruys wordt geworpen op
he blijheid, waarmee men hier samenkwam,
persoonlijk heeft hij nog dezen landdag tot
in bijzonderheden voorbereid.
Staande hoorden de aanwezigen dit korte
herdenkingswoord aan.
Doel van deze bijeenkomst is, zoo vervolgde
he voorzitter zijn openingswoord, om te be-
tinnen op onze taak. Eerst wanneer wij daar
van goed doordrongen zijn kunnen wij onze
schouders mee gaan zetten onder de kerste-
hing der maatschappij.
Als eerste inleider trad daartoe op prof. dr.
s. WeveO. P. die den leden van St. Adelbert
Voor oogen hield welke taak voor hen is weg
gelegd in dezen tijd, die meer dan door een
economische en een sociale, door een geeste
lijke crisis wordt geteisterd door een crisis,
hie haar oorsprong vindt in het feit, dat de
teensch zich heeft losgemaakt van God.
Daardoor heeft de mensch zich zelf verloren
Want de heele grootheid van zijn wezen ligt
iö het feit, dat hij Gods evenbeeld is. Nu
schept hij zich afgoden. Hij vergoddelijkt zijn
Ihstincten. Hun object is hem laatste doel ge
worden. Gisteren vereerde hij de wetenschap
eh de techniek, thans knielt hij voor de
kracht, het ras en de totaliteit en schept hij
Voor deze afgoden een waren eeredienst. Zoo
taakt de wereld vol krachten, die zich uit
Willen leven en die in voortdurend aonflict
komen met elkaar. De mensch is den mensch
®en verscheurend dier geworden. En onsterfe
lijke zielen gaan verloren in dezen strijd.
Omdat de mensch zich niet laat
vergoddelijken is de wereld onmen-
schelijk geworden.
Het is de taak van de Kerk daartegen in
c gaan. De Kerk immers is Christus, die de
teenschen wil redden voor het Rijk van Zijn
leader. De Kerk, dat zijn ook allen, die tot
haar gelederen behooren, de leeken evenzeer
Pi* de priesters.
Wanneer nu blijkt, dat het katholicisme in
tijd niet het licht der wereld en het
teut der aarde is, dan moet ergens een fout
tehuilen. En inderdaad: de katholieken be
tuigen een groote fout door in hun gelederen
;tet positivisme te laten doordringen. Dat is
tee geestesgesteldheid, die by uitstek de kunst
erstaat om te splitsen, te scheiden, wat ver-
tehigd hoort te zijn. De maatschappij en de
®teatsgemeenschap gelden in die mentaliteit
tes dingen, die naast en buiten den mensch
tean. De natuur wordt gescheiden van de
"Ovennatuur. De priester van den leek.
Die geest moet overwonnen worden, wy
hioeten meer totaliteitsmenschen
Worden; menschen, die inzien, dat de sa
menleving niet buiten ons is, maar i n
°ns, dat óók de natuur het heele leven
dus gericht moet zijn óp de bovenna
tuurlijke doelstelling van den heelen
mensch, op God en dat priester en leek
samen de Kerk vormen en haar zending
dus samen moeten vervullen.
Wanneer de St. Adelbertsvereeniging van
'a ar leden zulke katholieke totaliteitsmen-
c'ien maakt met dezelfde energie als waarmee
jtehmunisten en fascisten htin menschen in
un geest tot totaliteitsmenschen maken dan
jtei van haar een stuk van die groote daad-
techt uitgaan, waarop de wereld wacht.
Daadkracht uit zich op de eerste plaats in
deugden. St. Adelbert richte zich dus ook op
het kweeken van de standsdeugden. In haar
milieu staan als zoodanig op den voorgrond,
de ootmoed, die bereidvaardigheid tot dienen
schept, de naastenliefde, die méér doet dan de
strikte rechtvaardigheid eischt, de soberheid,
toewyding en offervaardigheid.
Daarop volgt het werk in eigen stand en
het leekenapostolaat.
De leden van St. Adelbert moeten hun aan
deel ertoe bijdragen dat straks evenals na
de groote volksverhuizing wanneer eenmaal
het stof en de damp optrekken, het kruis van
Christus over de wereld zal staan en alle
volken daarvoor de knie zullen buigen. Stille
apostelarbeid maakt dit mogelijk.
Met groote belangstelling werd deze rede ge
volgd en een krachtig applaus dankte prof.
Weve. Men ging vervolgens tafelen in de ont
vangzalen van de H. Landstichting en kwam
in den middag weer in dezelfde hal bijeen ter
voortzetting van de besprekingen.
Nadat de voorzitter de spontane instemming
van de vergadering had verkregen voor het
verzenden van twee telegrammen eer. aan
Mgr. Diepen en een aan mevr. de Douarière
Ruys de Beerenbrouck sprak de heer Anton
van Duinkerken over de cultureele taak der
St. Adelbertsvereeniging.
Naar zijn meening heeft de St. Ade'.bert-
stand als groep geen specifieke, onderscheiden
taak jegens de cultuur. Haar leden hebben dit
wel allen individueel als intellectueelen in
hun dagelijkschen arbeid en ieder op zyn
eigen wijze doch de groep als zoodanig
heeft dit niet. Haar taak jegens de cultuur is
van algemeenen aard.
Cultuur is een sterk leven en groeit dus
even grillig, even wars van alle systema
tiek als het leven zelf.
Dit grillige beangstigt velen, vooral in tijden
als deze, waarin een nieuwe cultuur zich vormt.
Men is bevreesd voor allerlei nieuwigheden,
ziet hun juiste proporties en hun goede kwa
liteiten over het hoofd en werkt ze tegen.
Tegen de cultuur worat steeds het meest ge
zondigd door de vreemde zonden. Men belet
haar een vrije ontplooiing. Reeds veel heeft de
Adelbertsvereeniging voor de cultuur gedaan,
wanneer zij haar leden ertoe brengt deze hou
ding van beletten op te geven.
Uit nieuwe afweermiddelen en nieuwe
communicatiemiddelen te zamen groeit een
nieuwe cultuur. Buskruit en boekdrukkunst
hebben de cultuur der middeleeuwen in een
andere doen overgaan. Gifgas en film en
vliegtuig zijn thans bezig een nieuwe cul
tuur te vormen, ook zonder onze instem
ming.
In zoo'n groeiproces treden ook religieuze
spanningen op. Onze tijd ziet deze spanningen
zich openbaren in allerlei stroomingen, in
communisme, socialisme, nationalisme, fascis
me, Gandhiïsme, die stuk voor stuk door hun
adepten worden aangehangen als een geloof.
Zal het katholicisme die spanningen Aan
kunnen?
Zóó, als het thans in ons vaderland leeft
neen! Ons katholiek leven, hoe braaf het moge
heeten, is daartoe te veel in een bekrofnpen
moralisme blijven steken. Men vindt hier alles
in orde, wanneer slechts een tamelijk plat
schema van kerkeiyke, natuurlyk-moralisti-
sche, en devotioneele regels wordt nageleefd.
Kan in zoo'n katholiek milieu nog een genie
zich ontplooien? Een mysticus of een
genie, dat géén kwaad doet, al leeft het niet
naar die platte schablone?
Toch hangt daar alles vanaf. De
cultuur die komt is een nieuw ge
loof, dat zich mystiek noemt. Als
onze standen ons geen mystici leve
ren kunnen wij den nieuwen tijd
niet overwinnen.
In de gedachtenwisseling over deze even
eens dankbaar toegehoorde rede verklaar
de Mgr. dr. H. Poels 'n anderen kijk te heb
ben op het katholicisme in ons land. Ligt het
feit, dat wij geen genieën voortbrachten niet
aan den verkeerden maatstaf waarnaar een
van God en godsdienst vervreemde wereld de
genialiteit meet?
Als derde inleider gaf prof. dr. A. v. Rooy
uit Amsterdam eenige practische beschouwin
gen over de staatkundige taak der St. Adel
bertsvereeniging.
Dat de St. Adelbert-stand als zoodanig als
onderdeel van de samenleving, staatkundige
plichten heeft ligt voor de hand. Doch in het
nakomen van die plichten toont hij, meer dan
de andere standen, ernstige tekortkomingen.
Vele zijner leden hielden zich buiten alle actie
bepaalden zich tot critiseeren alleen.
Met het gevolg, dat met alle respect
voor onze zittende vertegenwoordigers
in de openbare colleges de hoogere stan
den slechts relatief schaars vertegenwoor
digd worden. De kwalitatieve beteekenis
onzer fracties zou ongetwijfeld stygen,
ware deze vertegenwoordiging grooter
In de groep van altijd-dezelfde-menschen die
het staatkundig en organisatorisch leven dra
gen komen nog veel te weinig leden van den
Adelbert-stand voor. Zij schynen in een soort
indolentie te leven.
De oorzaken daarvan zyn velerlei. Een ge
voel van domme berusting, van er-is-toch-
niets-aan-te-doen; een versnipperde aandacht,
die door zooveel andere dan staatkundige
vraagstukken wordt getrokken, een oude libe
rale infectie, die al het andere als belangryker
doet beschouwen dan de politiek; een gebrek
aan strijdlust en aan offervaardigheid, dat alles
veroorzaakt dezen onjuisten toestand van in
dolentie en sloomheid onder dezen stand op
dit terrein.
Hoe moet hierin verbetering worden ge
bracht? Op de eerste plaats door collectief en
individueel in woord en in geschrifte den
slappen voor te houden dat zy te kort schie
ten in hun burgeriyke plichten.
Vooral echter door zich te richten op de
jeugd, die eenmaal tot den Adelbert-stand
zal geraken. Haar belangstelling moet wor
den getroffen voor de staatkundige taak
van haar stand. Waarom houden de leera
ren in de hoogste klassen by het geschie
denis- en staatsinrichting-onderwijs niet
veel meer rekening met de groote proble
men van dezen tijd? Dan zouden niet, zoo
als nu, zoo velen naar de universiteit ko
men zonder dat zij deze problemen zelfs
maar aanvoelen.
Het bevorderen van zulk een jeugdvorming
ligt ook op den weg der Adelberts-vereeniging.
Prof. van Rooy vond levendige instemming
voor zyn betoog.
Intusschen was het zóó laat geworden en was
de warme middag al zóó lang gerekt, dat de
voorzitter besloot 't huishoudelijk gedeelte te
doen vervallen. De meaedeelingen, de richtlij
nen en het program zullen in het orgaan ter
kennis van de leden worden gebracht. Met
den wensch dat de aanwezigen den goeden
geest van deze bijeenkomst zullen meedragen
in hun gezin en hun maatschappelijke omge
ving sloot de president ten slotte de verga
dering, die uiteen ging naar Nijmegen' en
verder of die met den vriendeiijken Mgr. Suys
de Landstichting, zyn stichting ging bewon
deren, gewapend met een zakdoek voor het pa
relende voorhoofd, tegen de hitte.
Als verdacht van betrokken te zijn bij
den in den avond van 19 Januari j.l. in
de pastorie te Geysteren op pastoor Litjens
gepleegden roofoverval, is te Venlo aange
houden de 22-jarige A. D., controleur van
een nachtveiligheidsdienst aldaar.
Zaterdag is hij naar het huis van bewaring
te Roermond overgebracht. Na zyn aanhou
ding is D. door opperwachtmeester J. van Ga
len, die nog steeds het politie-onderzoek in deze
zaak leidc, aan een scherp verhoor onderwor
pen. Ook de politie-deskundige, de heer van
Waegeningh, te Maastricht, is na deze aanhou
ding terstond naar Venray ontboden voor het
instellen van een onderzoek.
Alles scnijnt er op te wijzen, dat de mede
daders van D. moeten worden gezocht onder de
reeds eerder, in verband met andere inbraken
in Noord-Limburg, aangehouden en nog te
Roermond in hechtenis zijnde personen.
By K. B. van 5 Juni 1936: is bevorderd tot
grootofficier in de Orde van Oranje Nassau mr.
H. Th. s'Jacob, president-curator der Ryks-
universiteit te Utrecht, wonende te Huis ter
Heide (U); is benoemd tot commandeur in de
Orde van Oranje-Nassau dr. C. W. Vollgraff,
rector-magnificus; zijn benoemd: tot ridder in
de orde van den Nederlandschen Leeuw dr. H.
Th. Obbink, mr. C. W. Star Busmann, dr. J. M.
Baart de la Faille, dr. H. F. Nierstrasz, dr. C.
G. N. de Vooys en dr. J. H. Hartog, allen hoog
leeraar; mr. B. J. L. baron de Geer van Jut-
phaas, secretaris van het college van curatoren
en mr. dr. G. A. W. ter- Pelkwijk, burgemeester
van Utrecht; tot officier in de Orde van Oran
je-Nassau, dr. A. Hulshof, bibliothecaris der,
rijksuniversiteittot' ridder in de Orde'van
Oranje-Nassau E. Homoet, administrateur by
het. bureau van curatoren; is toegekend de eere
medaille, verbonden aan de Orde van Oranje-
Nassau: in goud aan C. Kerssen, technicus eer
ste klasse aan de rijksuniversiteit; in zilver aan
J. C. Kreugel, amanuensis; in brons aan H. J.
van Aanholt, bediende bij de bibliotheken; is
toegekend de eeremedaille verbonden aan de
Orde van Oranje-Nassau in zilver, aan M. M. v.
van Gend, pedel by het Utrechtsch Studenten
corps te Utrecht.
De Nederlandsche Akkerbouw Centrale maakt;
bekend, dat de steunvergoeding voor groene
erwten en schokkererwten, gedenatureerd in
het tijdvak van 7 Juni tot en met 13 Juni
1936 voor de kwaliteitsklassen B, C en D. res
pectievelijk 4.20, 3.70 en 3.20 per 100
K.G. zal bedragen.
De zegening van Parijs. Vanaf de Basiliek van Uontmartre heeft Z. Em.
Kardinaal Verdier met het Allerheiligste de stad Parijs gezegend
Zondagavond omstreeks acht uur heeft op den
Rijksweg tusschen Halfweg en Haarlem, juist
bij den speeltuin „Alida" 'n zeer ernstig ongeluk
plaats gehad, hetgeen aan een 42-jarige vrouw
het leven heeft gekost.
In de richting Haarlem reed de motorrijder
M. uit Amsterdam, terwijl zijn vrouw achter
hem op de duo was gezeten.
Plotseling liep de achterband van den motor
snel leeg, waarna de band van den motor afliep.
Als gevolg hiervan begon de motor hevig te
slingeren, waardoor de vrouw van den motor
werd geslingerd en met het hoofd op den weg
terecht kwam; ook de man kwam op den weg
terecht, doch liep geen verwondingen op. De
vrouw was echter zoo ernstig gewond, dat zij
eenige oogenblikken na het ongeluk overleed.
Hoewel Dr. Baumann uit Halfweg zeer spoe
dig ter plaatse was, kon deze niet anders dan
den dood constateeren.
Het stoffelijk overschot van de ongelukkige
werd later per ziekenauto overgebracht naar de
Mariastichting in Haarlem.
De politie stelde een onderzoek in, waarbij
het motorrijwiel in beslag werd genomen.
Een drietal inwoners van Culemborg, G. van
Vuuren, A. van Vuuren en B. van Veen, die
Zondagmiddag per motorrijwiel waren vertrok
ken voor een uitstapje, op den straatweg van
Geldermalsen voor Deil, hebben in de bocht bij
de veilingsgebouwen een ernstig ongeval gehad.
In die bocht kwamen zy in botsing met een
ander motorrijwiel uit Tiel, waardoor beiden
over den kop sloegen. Van de Tielsche rijders
kon de man op de duo er juist bijtijds afsprin
gen en kwam met den schrik vrij. De andere
Vindt U 't goed me.
neer, dat ik aan 't ander*
eind van den spijker ooi
een schilderijtje ophang?
(Je Suis Partout).
De Algemeene Vereeniging voor Bloembollen
cultuur hield hedenmiddag haar 181ste buiten
gewone algemeene vergadering in het Krelage-
huis te Haarlem. De voorzitter, dr. A. J. Ver-
hage, schetste allereerst de beteekenis, die het
overleden eere-lid, Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys
de Beerenbrouck, voor het bloembollenvak had.
Vervolgens herdacht spr. het overlijden van
den heer Jac. Mantel, voorvechter van de
Westfriesche kweekers.
Spr. heette welkom den vertegenwoordiger
van den regeeringscommissaris voor den tuin
bouw, directeur en bestuursleden der sierteelt
centrale, prof. van Slogteren en den heer Vol-
kersz.
Opnieuw zal de vergadering, aldus spreker,
moeten beslissen over de saneeringsmaatrege-
len. Dat slechts 54 pet. van den minimumprys
werd uitbetaald voor de opgekochte overschot
ten, omdat het half millioen van de regeering
niet voldoende bleek te zyn, heeft aller teleur
stelling gwekt.
Er is een meeningsverschil, in hoeverre de
bedreiging der buitenlandsche' cultures aan de
saneeringsmaatregelen is te wijten. Men mag
niet uit het oog verliezen het valuta-verschil
met het buitenland, terwyl ook de nfeiging
die helaas bijkaas overal nog is waar te ne
men om zooveel mogelijk in het eigen land
te produceeren en dus zoo weinig mogelijk uit
het buitenland te betrekken een aanleiding is
geweest om de teelt in het buitenland ter hand
te nemen. Het zijn dezelfde moeilijkheden, die
de Neder.andsche Exporthandel heeft te over
winnen. Wanneer de uitvoermogelijkheden weer
zouden tcer.emen, zou weer een gezonde opgang
ook in het bloembollenbedrijf te verwachten
zyn.
In de Vereenigde Staten van Amerika ziet
men nu olijkbaar in, dat het bevorderen de-r
Binnenlandsche productie ten koste van den
handel met het buitenland de welvaart in het
algemeen doet afnemen. Het is te hopen, dat
dit inzicht ook elders baanbreekt en tot han-
delverruiraende maatregelen zal leiden.
In Der. Haag laat men niets na om voor de
bloembollen uitvoermogelykheden te zoeken.
Hoewel er nog veel te wensciien overblijft Aag
vertrouwd worden, dat om een zeer urgent
voorbeeld te noemen gepoogd zal worden om
spoedig Deensche valuta voor den import van
bloembollen uit Nederland beschikbaar gesteld
te krijgen en wel zoodanig, dat daarheen meer
bloembollen kunnen worden verzonden dan het
vorig jaar het geval was. Meer export is het
eenig gezonde middel om de overschotten zoo
veel moge.jjk te beperken.
De technische wijziging van het Brtfsche in
voerrecht op bloembollen, die voor narcissen op
een aanzienlijke verhooging zou neerkomen, is
uitgesteld.
Hoewel het gevaar niet is verdwenen zullen
de narcissen naar Engeland in het komende sei
zoen niet hooger belast worden dan met 10 pet.
van de waarde. Het nieuwe Nederlandsch-Ame-
rikaansche handelsverdrag werkt gunstig, maar
het is minder prettig, dat de Amerikaansche
markt op bepaalde momenten met laaggeprijsde
Nederlandsche bolbloemen werd overstroomd.
Dat de Nederlandsche broeiers hun product zoo
veel lager kunnen aanbieden dan de Ameri
kaansche, is gedeeltelijk een gevolg van de sa
neeringsmaatregelen, die den Nederlandschen
broeiers by den inkoop een voorsprong geven
op de buitenlandsche afnemers van bloembol
len. De kunstmatig veroorzaakte ongeiykheid by
den inkoop van de grondstof moet worden op
geheven, waardoor weer gelijke verhoudingen
zullen ontstaan.
Spr. einciigde zijn rede met de hoop, dat de
besprekingen in het belang van het bloembol
lenvak zouden mogen zyn.
werd ernstig gewond. Van de Culemborgers wer
den de beide neven van Vuuren in vrij hope-
loozen toestand opgenomen. De heer G. v. Vuu
ren heeft niet lang meer geleefd, terwyl A. van
Vuuren geheel buiten kennis was. Deze had een
schedel- en kaakfractuur opgeloopen en is in
zeer zorgwekkenden toestand naar Culemborg
vervoerd, waar hy in het St. Barbara-Zieken-
huis is opgenomen. De heer Van Veen is met
een beenbreuk naar Ti'el vervoerd.
Zondagmorgen was de 25-jarige H. van der
Wiel te Bokhoven zich aan het oefenen in het
hanteeren van een jachtgeweer. Toen hy het
magazijn van patronen wilde voorzien, plaatste
hij, om den grendel gemakkelijker te kunnen
sluiten, den loop tegen zi;n borst. Plotseling ging
een schot af. De hagel ging dwars door zijn
lichaam en verliet het weer onder het schou
derblad. Hij liep nog zijn woning binnen, roe
pende: Moeder, ik heb my doodgeschoten. Op
hetzelfde oogenblik zakte hy in de armen van
zijn moeder ineen en was dood.
Het slachtoffer was kostwinner voor zijn
moeder, een weduwe met acht kinderen.
Ondanks de vele belemmeringen, welke onze
tuinbouwexport heeft te overwinnen, blijkt,
dat in de afgeloopen maand eenige stijging
van den uitvoer heeft plaats gehad.
Het vorig jaar Mei werd n.l. voor een be
drag van 2.983.000 aan tuinbouwproducten
geëxporteerd, terwyl in de afgeloopen maand
de export 3.318.000 opbracht.
Behalve de waarde, is ook de geëxporteerde
hoeveelheid grooter geweest; zij bedroeg n.l.
23.513.000 kilo tegen 21.457.000 kilo in Mei van
het vorig jaar. Deze gunstige cijfers zijn
hoofdzakelyk te danken aan den vermeerderden
export naar Engeland. De export naar dat land
steeg n.l. van 926.000 in het vorig jaar tot
1.443.000 in Mei j.l.
De export naar Duitschland verminderde
iets, n.l. van 1.361.000 tot 1.307.000. Ook naar
België was er minder export, evenals naar
Zwitserland.
Sinds enkele jaren heeft de Tooneelclub ,.Nut
en Genoegen", onderafdeeling van de Gezellen-
vereeniging te Gouda successen behaald met
de opvoering van verschillende tooneelstukken.
In 1933 werd opgevoerd „De Rabbijn van Sel-
cha" van Felix Rutten. in 1934 werd gegeven
„Christus Verworpen" van Jan Vuysters, terwijl
het vorig jaar onder buitengewoon groote be
langstelling ,.De Paradijsvloek" van Alphons
Laudy werd vertoond.
Dit jaar wordt iets bijzonders geboden, daar
het stuk dat thans gespeeld wordt, tevens een
première beteekent van het werk van Jan
Vuysters „Het is U niet geoorloofd", een too-
neelspel uit een Proloog en drie bedrijven.
De regie berust weder by den heer J. C. van
Vliet.
De opvoeringen zullen plaats hebben in den
grooten tuin van het Vereenigingsgebouw der
St. Jozefs-Gezellen.
Zondag was weder een bijzonder drukke dag
van., de Waalbrugfeesten. Nadat Zaterdag een
grootsche, maar weinig bezochte volks
sportdemonstratie was gegeven en de gala-op
voering van de revue „Waalbrug" 1936" aanlei
ding was geweest tot een ovatie aan de schrij
vers en aan de spelers, was de Zondag meer
gewhd aan de muziek. Des morgens ving de
boottocht van den A. N. W. B. aan en tegen
half een werd het muziekcorps der Oranje-
Nassaumynen op het raadhuis van Oud-
Nymegen officieel ontvangen. De Limburgsche
muzikanten hielden een muzikalen tocht door
de stad en gaven vervolgens een concert op
Oud-Holland. De Vereeniging Benedenstads-
belangen had een imitatie van de „Zeldenrust",
de oude pont, laten bouwen en gdng deze in
den namiddag met twee stoombooten afhalen
op Sprokkelenburg aan de overzijde van de
Waal.
Voor de stad werd de pont onder groote
hilariteit van duizenden tot zinken gebracht. Op
de pont waren verschillende poppen geplaatst,
welke bakkers, slagers, kruideniers en andere
neringdoenden uit de benedenstad moesten
voorstellen. Boven hun koppen was een groote
doek gespannen, met het opschrift: „Redt ons,
want wy vergaan! „De benedenstad".
Deze kunstmatige zinking van de pont moest
een symbolische voorstelling beteekenen van den
dreigenden ondergang van oud-Nymegen, nu
hun laatste houvast, dat in de pont gelegen
had, door de brugopening was weggenomen.
Des avonds werd er op de Waal een pitto
reske gondelvaart gehouden met verlichte gon
dels.
De Edelvalk is op de uitreis te Bandoeng
aangekomen,
Zondagmiddag vermaakte zich een drietal
jongelieden, behoorende tot een gezelschap uit
Amsterdam, dat het week-end doorbracht in
het tentenkamp benoorden Wyk aan Zee, met
spelevaren op een stuk wrakhout, dat zy op het
strand hadden aangetroffen.
Op een gegeven oogenblik bemerkten zy, dat
de ebstroom hen van het strand afvoerde. Geen
van hen kon zwemmen. Meenende dat het
«laar ter plaatse nog ondiep water was. bega
ven zy- zich alle drie te water, doch bemerkten
tot hun schrik, dat zy geen grond meer onder
de voeten hadden.
Op het hulpgeroep begaf de 17-jarige
Truus Ronday, wonende aan de Prins Hen
drikkade te Amsterdam, zich onmiddellijk
te water. Goede zwemster als zy was, slaag
de zij erin allereerst de 17-jarige C. E.
Lapiere behouden aan het strand te bren
gen. Zij begaf zich nogmaals in zee en
mocht de voldoening smaken de zuster van
de drenkelinge, de 18-jarige E. Lapiere, op
het droge te brengen, zy het dan in bewus-
teloozen toestand.
Daarmede waren echter de krachten van het
onverschrokken meisje uitgeput. De derde dren
keling, de 18-jarige H. Geldhof, wonende aan
de Korte Keyzerdwarsstraat te Amsterdam, was
intusschen in de diepte verdwenen. De pogin
gen om hem te vinden bleken tevergeefsch.
Zyn lyk is nog niet aangespoeld.
Het bewustelooze meisje werd onmiddellijk
aan de zorgen van de Amsterdamsche Red
dingsbrigade toevertrouwd, die, bijgestaan ia-
ter door Dr. Netelenbos uit Wyk aan Zee,
kunstmatige ademhaling toepaste. Na gerui-
men tijd slaagden zy er in de levensgeesten
wederom op te wekken.
De vader van de beide meisjes was op het
strand getuige van het ongeval en men kan
zich zyn ulydschap indenken, toen hy zyn bei
de kinderen gered wist.
Daarnaast maakte het droevig lot van den
jongeman op de talrijke kampeerders een die
pen indruk.
Zondagmiddag omstreeks half vijf is op den
Rijksstraatweg te Mook een ernstig verkeers
ongeluk gebeurd. De bestuurder van een per
sonenauto uit Nijmegen wilde op genoemden
weg links de bocht van den weg naar Groes.
beek inslaan, toen van de tegenovergestelde
richting drie motorrijders naderden Een van
de drie mocht het gelukken nog juist langs
den auto te komen. De beide anderen echter
reden in volle vaart tegen den wagên. Door de
botsing vloog een der motoren in brand, ter
wijl de bestuurder, de heer A. Koot uit Amster
dam. ernstig werd gewond. De bestuurder van
het andere motorrijwiel, dé heer O. Draayer.
eveneens uit Amsterdam, bekwam inwendige
kneuzingen en een lendenwervelfrRCtuur. Zijn
toestand is hoogst ernstig.
Beide slachtoffers zijn naar het Canisius.
ziekenhiiis te Nijmegen vervoerd.
Een KJL.M.-vliegtuig van den lijndienst op
Londen, met als gezagvoerder Blaak, is in ver
band met slechte weersomstandigheden niet te
Croydon geland, doch doorgevlogen naar het
Noorden van Engeland en vlot geland te Nor
wich. Er waren dertien passagiers aan boord;
een aantal van hen is per trein doorgereisd
naar Londen. Heden zou het toestel doorvliegen
naar Croydon.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft be
noemd: tot Pastoor te Schoorl, den Weleerw.
Heer W. M. Bosch; tot Pastoor te Amsterdam
(H. Ger. Maj.), den Weleerw. Heer S. A.J. Wil-
lemsen; tot Pastoor te Ovezande: den Weleerw.
Heer H. Ulleman thans Kapelaan te A'dam
(H. Ger. Maj.); tot Pastoor te Castricum, den
Weleerw. Heer G. H. J. Goes; tot Pastoor te de
Rijp, den Weleerw. Heer J. D. Sistermans thans
Kapelaan te Haarlem (H. Liduina)tot Pastoor
te Leiderdorp, den Weleerw. Heer J. J. M. van
Vastenhoven; tot Pastoor te Rotterdam (H. Fa
milie), den Weleerw. Heer Th. W. Taman; tot
Pastoor te Heer Hugowaard (H. Familie), den
Weleerw. Hec- B. G. Hosman thans Kapelaan
te 's Hage (H. Jeroen)tot Assistent te Noord-
wijk, den Weleerw. Heer B. J. Drost thans Kape
laan te Nootdorp.