St. Adel bert's eerste landdag De bloembollen- saneering ESPOSia—PIALE DELIA STA^raSïïOliCA CiïTA DEL VATICARO1936 TAAK DER HOOGERE STANDEN DEPRIESTERMOORD TE GEYSTEREN MAANDAG 22 JUNI 1936 Wat op godsdienstig, cultureel en j staatkundig gebied moet gebeuren Op de H. Landstichting Godsdienstige taak t, De cultureele taak De staatkundige taak Controleur van nachtveiligheids dienst als vermoedelijke dader aangehouden Jubileum Universiteit te Utrecht OFFICIEELE CRISIS PUBLICATIE Steunvergoeding erwten Ongelukkige motor rijders Dame op Haarlemmerweg bij Halfweg gedood Botsing bij Geldermalsen Alles moet gedaan worden om den uitvoer te ver groot en, het eenigste middel om de overschotten te beperken Bloemen naar Amerika Droevig ongeluk Kostwinner van groot gezin gedood ONZE TUINBOUWEXPORT Eenige stijging, ondanks belemmeringen GOUDSCH OPENLUCHTSPEL „Het is u niet geoorloofd" NIJMEGEN IN HET TEEKEN VAN DE WAALBRUG Postvluchten Een dappere redster Van drie Amsterdamsche drenke lingen bij Wijk aan Zee een jongen verdronken Tegen een auto gereden Twee motorrijders zwaar gewond K.L.M.-VLIEGTUIG TREFT SLECHT WEER Kerkelijk leven BENOEMINGEN In het Bisdom Haarlem ARMA VEPIT, TIS ffllHAVEBA AÏTIMOKÏÏ NIJMEGEN, 21 Juni Uit de hooge, witte torens van de koe pelkerk op den hoogsten heuvel van het Heilige Land luiden de klokken over een groep van een flinke honderd heeren, die hier in den vroegen morgen uit alle deelen van het land samenkwamen per trein en per auto de keurgroep der St. Adelberts vereeniging, de organisatie van den hoo- geren stand, die hier in deze prachtige om geving op dezen prachtigen dag haar eer ste landelijke bijeenkomst houdt. Binnen, in de kerk, waar zich geleidelijk allen verzamelen in het zacht-b'.auwe lieht der rotonde, leest de geestelijke adviseur, pastoor W. Nol et, aan het altaar de H. Mis. Sober hl zijn witte stijlvolle gewaden, voltrekt hij de heilige handelingen tegen de gouden welving van den mozaïeken achtergrond. In een korte predicatie wees pastoor W. N o 1 e t op de noodzakelijkheid om den arbeid dezer nieuwe standsorganisatie, de^en eersten landdag, aan te vangen met de reëele herha- hng van den lijdensgang, die zich in het Hei lige Land heeft voltrokken. Hieruit putten ook de overleden eerste Voorzitter jhr. Ruys de Beerenbrouck en de Patroonheilige van dezen stand, St. Adelbert, Wiens feestdag morgen wordt gevierd, de tracht om datgene te doen, wat zij in hun stand op de eerste plaats moesten doen: hun Plicht, hun christelijken liefdeplicht jegens hun medemenschen in eigen stand en in heel het volk. Hier moeten de leden van St. Adel- hert de kracht vinden om te helpen, om het Nederlandsche volk te dienen met alle ver mogens, waarover zij beschikken. Na het beëindigen van de H. Mis begaf het Sezelschap zich in groepen naar de ruime hal, hie straks den toegang zal vormen tot de hieuw te bouwen basiliek. Onder haar zware cementen gewelven ligt nog éénige koelte. Bui ten, door de bogen van de metselsteenen ko- lonnade vóór haar, schijnt de broeiende zon °ver het dal en den groenen Neboberg aan den Overkant. De waarnemende voorzitter van de St. Adel- hertsvereeniging, de heer L. L. Bouwman opende de geleidelijk samengestroomde vergade- ling, die o.a. door Mgr. dr. H. Poels, door de 0ud-ministers Bongaerts en Reymer, door Prof. steger en door vele andere vooraan staande intellectueelen werd bijgewpond, met te herinhdreA aiin dè schaduw, die' door het overlijden van jhr. Ruys wordt geworpen op he blijheid, waarmee men hier samenkwam, persoonlijk heeft hij nog dezen landdag tot in bijzonderheden voorbereid. Staande hoorden de aanwezigen dit korte herdenkingswoord aan. Doel van deze bijeenkomst is, zoo vervolgde he voorzitter zijn openingswoord, om te be- tinnen op onze taak. Eerst wanneer wij daar van goed doordrongen zijn kunnen wij onze schouders mee gaan zetten onder de kerste- hing der maatschappij. Als eerste inleider trad daartoe op prof. dr. s. WeveO. P. die den leden van St. Adelbert Voor oogen hield welke taak voor hen is weg gelegd in dezen tijd, die meer dan door een economische en een sociale, door een geeste lijke crisis wordt geteisterd door een crisis, hie haar oorsprong vindt in het feit, dat de teensch zich heeft losgemaakt van God. Daardoor heeft de mensch zich zelf verloren Want de heele grootheid van zijn wezen ligt iö het feit, dat hij Gods evenbeeld is. Nu schept hij zich afgoden. Hij vergoddelijkt zijn Ihstincten. Hun object is hem laatste doel ge worden. Gisteren vereerde hij de wetenschap eh de techniek, thans knielt hij voor de kracht, het ras en de totaliteit en schept hij Voor deze afgoden een waren eeredienst. Zoo taakt de wereld vol krachten, die zich uit Willen leven en die in voortdurend aonflict komen met elkaar. De mensch is den mensch ®en verscheurend dier geworden. En onsterfe lijke zielen gaan verloren in dezen strijd. Omdat de mensch zich niet laat vergoddelijken is de wereld onmen- schelijk geworden. Het is de taak van de Kerk daartegen in c gaan. De Kerk immers is Christus, die de teenschen wil redden voor het Rijk van Zijn leader. De Kerk, dat zijn ook allen, die tot haar gelederen behooren, de leeken evenzeer Pi* de priesters. Wanneer nu blijkt, dat het katholicisme in tijd niet het licht der wereld en het teut der aarde is, dan moet ergens een fout tehuilen. En inderdaad: de katholieken be tuigen een groote fout door in hun gelederen ;tet positivisme te laten doordringen. Dat is tee geestesgesteldheid, die by uitstek de kunst erstaat om te splitsen, te scheiden, wat ver- tehigd hoort te zijn. De maatschappij en de ®teatsgemeenschap gelden in die mentaliteit tes dingen, die naast en buiten den mensch tean. De natuur wordt gescheiden van de "Ovennatuur. De priester van den leek. Die geest moet overwonnen worden, wy hioeten meer totaliteitsmenschen Worden; menschen, die inzien, dat de sa menleving niet buiten ons is, maar i n °ns, dat óók de natuur het heele leven dus gericht moet zijn óp de bovenna tuurlijke doelstelling van den heelen mensch, op God en dat priester en leek samen de Kerk vormen en haar zending dus samen moeten vervullen. Wanneer de St. Adelbertsvereeniging van 'a ar leden zulke katholieke totaliteitsmen- c'ien maakt met dezelfde energie als waarmee jtehmunisten en fascisten htin menschen in un geest tot totaliteitsmenschen maken dan jtei van haar een stuk van die groote daad- techt uitgaan, waarop de wereld wacht. Daadkracht uit zich op de eerste plaats in deugden. St. Adelbert richte zich dus ook op het kweeken van de standsdeugden. In haar milieu staan als zoodanig op den voorgrond, de ootmoed, die bereidvaardigheid tot dienen schept, de naastenliefde, die méér doet dan de strikte rechtvaardigheid eischt, de soberheid, toewyding en offervaardigheid. Daarop volgt het werk in eigen stand en het leekenapostolaat. De leden van St. Adelbert moeten hun aan deel ertoe bijdragen dat straks evenals na de groote volksverhuizing wanneer eenmaal het stof en de damp optrekken, het kruis van Christus over de wereld zal staan en alle volken daarvoor de knie zullen buigen. Stille apostelarbeid maakt dit mogelijk. Met groote belangstelling werd deze rede ge volgd en een krachtig applaus dankte prof. Weve. Men ging vervolgens tafelen in de ont vangzalen van de H. Landstichting en kwam in den middag weer in dezelfde hal bijeen ter voortzetting van de besprekingen. Nadat de voorzitter de spontane instemming van de vergadering had verkregen voor het verzenden van twee telegrammen eer. aan Mgr. Diepen en een aan mevr. de Douarière Ruys de Beerenbrouck sprak de heer Anton van Duinkerken over de cultureele taak der St. Adelbertsvereeniging. Naar zijn meening heeft de St. Ade'.bert- stand als groep geen specifieke, onderscheiden taak jegens de cultuur. Haar leden hebben dit wel allen individueel als intellectueelen in hun dagelijkschen arbeid en ieder op zyn eigen wijze doch de groep als zoodanig heeft dit niet. Haar taak jegens de cultuur is van algemeenen aard. Cultuur is een sterk leven en groeit dus even grillig, even wars van alle systema tiek als het leven zelf. Dit grillige beangstigt velen, vooral in tijden als deze, waarin een nieuwe cultuur zich vormt. Men is bevreesd voor allerlei nieuwigheden, ziet hun juiste proporties en hun goede kwa liteiten over het hoofd en werkt ze tegen. Tegen de cultuur worat steeds het meest ge zondigd door de vreemde zonden. Men belet haar een vrije ontplooiing. Reeds veel heeft de Adelbertsvereeniging voor de cultuur gedaan, wanneer zij haar leden ertoe brengt deze hou ding van beletten op te geven. Uit nieuwe afweermiddelen en nieuwe communicatiemiddelen te zamen groeit een nieuwe cultuur. Buskruit en boekdrukkunst hebben de cultuur der middeleeuwen in een andere doen overgaan. Gifgas en film en vliegtuig zijn thans bezig een nieuwe cul tuur te vormen, ook zonder onze instem ming. In zoo'n groeiproces treden ook religieuze spanningen op. Onze tijd ziet deze spanningen zich openbaren in allerlei stroomingen, in communisme, socialisme, nationalisme, fascis me, Gandhiïsme, die stuk voor stuk door hun adepten worden aangehangen als een geloof. Zal het katholicisme die spanningen Aan kunnen? Zóó, als het thans in ons vaderland leeft neen! Ons katholiek leven, hoe braaf het moge heeten, is daartoe te veel in een bekrofnpen moralisme blijven steken. Men vindt hier alles in orde, wanneer slechts een tamelijk plat schema van kerkeiyke, natuurlyk-moralisti- sche, en devotioneele regels wordt nageleefd. Kan in zoo'n katholiek milieu nog een genie zich ontplooien? Een mysticus of een genie, dat géén kwaad doet, al leeft het niet naar die platte schablone? Toch hangt daar alles vanaf. De cultuur die komt is een nieuw ge loof, dat zich mystiek noemt. Als onze standen ons geen mystici leve ren kunnen wij den nieuwen tijd niet overwinnen. In de gedachtenwisseling over deze even eens dankbaar toegehoorde rede verklaar de Mgr. dr. H. Poels 'n anderen kijk te heb ben op het katholicisme in ons land. Ligt het feit, dat wij geen genieën voortbrachten niet aan den verkeerden maatstaf waarnaar een van God en godsdienst vervreemde wereld de genialiteit meet? Als derde inleider gaf prof. dr. A. v. Rooy uit Amsterdam eenige practische beschouwin gen over de staatkundige taak der St. Adel bertsvereeniging. Dat de St. Adelbert-stand als zoodanig als onderdeel van de samenleving, staatkundige plichten heeft ligt voor de hand. Doch in het nakomen van die plichten toont hij, meer dan de andere standen, ernstige tekortkomingen. Vele zijner leden hielden zich buiten alle actie bepaalden zich tot critiseeren alleen. Met het gevolg, dat met alle respect voor onze zittende vertegenwoordigers in de openbare colleges de hoogere stan den slechts relatief schaars vertegenwoor digd worden. De kwalitatieve beteekenis onzer fracties zou ongetwijfeld stygen, ware deze vertegenwoordiging grooter In de groep van altijd-dezelfde-menschen die het staatkundig en organisatorisch leven dra gen komen nog veel te weinig leden van den Adelbert-stand voor. Zij schynen in een soort indolentie te leven. De oorzaken daarvan zyn velerlei. Een ge voel van domme berusting, van er-is-toch- niets-aan-te-doen; een versnipperde aandacht, die door zooveel andere dan staatkundige vraagstukken wordt getrokken, een oude libe rale infectie, die al het andere als belangryker doet beschouwen dan de politiek; een gebrek aan strijdlust en aan offervaardigheid, dat alles veroorzaakt dezen onjuisten toestand van in dolentie en sloomheid onder dezen stand op dit terrein. Hoe moet hierin verbetering worden ge bracht? Op de eerste plaats door collectief en individueel in woord en in geschrifte den slappen voor te houden dat zy te kort schie ten in hun burgeriyke plichten. Vooral echter door zich te richten op de jeugd, die eenmaal tot den Adelbert-stand zal geraken. Haar belangstelling moet wor den getroffen voor de staatkundige taak van haar stand. Waarom houden de leera ren in de hoogste klassen by het geschie denis- en staatsinrichting-onderwijs niet veel meer rekening met de groote proble men van dezen tijd? Dan zouden niet, zoo als nu, zoo velen naar de universiteit ko men zonder dat zij deze problemen zelfs maar aanvoelen. Het bevorderen van zulk een jeugdvorming ligt ook op den weg der Adelberts-vereeniging. Prof. van Rooy vond levendige instemming voor zyn betoog. Intusschen was het zóó laat geworden en was de warme middag al zóó lang gerekt, dat de voorzitter besloot 't huishoudelijk gedeelte te doen vervallen. De meaedeelingen, de richtlij nen en het program zullen in het orgaan ter kennis van de leden worden gebracht. Met den wensch dat de aanwezigen den goeden geest van deze bijeenkomst zullen meedragen in hun gezin en hun maatschappelijke omge ving sloot de president ten slotte de verga dering, die uiteen ging naar Nijmegen' en verder of die met den vriendeiijken Mgr. Suys de Landstichting, zyn stichting ging bewon deren, gewapend met een zakdoek voor het pa relende voorhoofd, tegen de hitte. Als verdacht van betrokken te zijn bij den in den avond van 19 Januari j.l. in de pastorie te Geysteren op pastoor Litjens gepleegden roofoverval, is te Venlo aange houden de 22-jarige A. D., controleur van een nachtveiligheidsdienst aldaar. Zaterdag is hij naar het huis van bewaring te Roermond overgebracht. Na zyn aanhou ding is D. door opperwachtmeester J. van Ga len, die nog steeds het politie-onderzoek in deze zaak leidc, aan een scherp verhoor onderwor pen. Ook de politie-deskundige, de heer van Waegeningh, te Maastricht, is na deze aanhou ding terstond naar Venray ontboden voor het instellen van een onderzoek. Alles scnijnt er op te wijzen, dat de mede daders van D. moeten worden gezocht onder de reeds eerder, in verband met andere inbraken in Noord-Limburg, aangehouden en nog te Roermond in hechtenis zijnde personen. By K. B. van 5 Juni 1936: is bevorderd tot grootofficier in de Orde van Oranje Nassau mr. H. Th. s'Jacob, president-curator der Ryks- universiteit te Utrecht, wonende te Huis ter Heide (U); is benoemd tot commandeur in de Orde van Oranje-Nassau dr. C. W. Vollgraff, rector-magnificus; zijn benoemd: tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw dr. H. Th. Obbink, mr. C. W. Star Busmann, dr. J. M. Baart de la Faille, dr. H. F. Nierstrasz, dr. C. G. N. de Vooys en dr. J. H. Hartog, allen hoog leeraar; mr. B. J. L. baron de Geer van Jut- phaas, secretaris van het college van curatoren en mr. dr. G. A. W. ter- Pelkwijk, burgemeester van Utrecht; tot officier in de Orde van Oran je-Nassau, dr. A. Hulshof, bibliothecaris der, rijksuniversiteittot' ridder in de Orde'van Oranje-Nassau E. Homoet, administrateur by het. bureau van curatoren; is toegekend de eere medaille, verbonden aan de Orde van Oranje- Nassau: in goud aan C. Kerssen, technicus eer ste klasse aan de rijksuniversiteit; in zilver aan J. C. Kreugel, amanuensis; in brons aan H. J. van Aanholt, bediende bij de bibliotheken; is toegekend de eeremedaille verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau in zilver, aan M. M. v. van Gend, pedel by het Utrechtsch Studenten corps te Utrecht. De Nederlandsche Akkerbouw Centrale maakt; bekend, dat de steunvergoeding voor groene erwten en schokkererwten, gedenatureerd in het tijdvak van 7 Juni tot en met 13 Juni 1936 voor de kwaliteitsklassen B, C en D. res pectievelijk 4.20, 3.70 en 3.20 per 100 K.G. zal bedragen. De zegening van Parijs. Vanaf de Basiliek van Uontmartre heeft Z. Em. Kardinaal Verdier met het Allerheiligste de stad Parijs gezegend Zondagavond omstreeks acht uur heeft op den Rijksweg tusschen Halfweg en Haarlem, juist bij den speeltuin „Alida" 'n zeer ernstig ongeluk plaats gehad, hetgeen aan een 42-jarige vrouw het leven heeft gekost. In de richting Haarlem reed de motorrijder M. uit Amsterdam, terwijl zijn vrouw achter hem op de duo was gezeten. Plotseling liep de achterband van den motor snel leeg, waarna de band van den motor afliep. Als gevolg hiervan begon de motor hevig te slingeren, waardoor de vrouw van den motor werd geslingerd en met het hoofd op den weg terecht kwam; ook de man kwam op den weg terecht, doch liep geen verwondingen op. De vrouw was echter zoo ernstig gewond, dat zij eenige oogenblikken na het ongeluk overleed. Hoewel Dr. Baumann uit Halfweg zeer spoe dig ter plaatse was, kon deze niet anders dan den dood constateeren. Het stoffelijk overschot van de ongelukkige werd later per ziekenauto overgebracht naar de Mariastichting in Haarlem. De politie stelde een onderzoek in, waarbij het motorrijwiel in beslag werd genomen. Een drietal inwoners van Culemborg, G. van Vuuren, A. van Vuuren en B. van Veen, die Zondagmiddag per motorrijwiel waren vertrok ken voor een uitstapje, op den straatweg van Geldermalsen voor Deil, hebben in de bocht bij de veilingsgebouwen een ernstig ongeval gehad. In die bocht kwamen zy in botsing met een ander motorrijwiel uit Tiel, waardoor beiden over den kop sloegen. Van de Tielsche rijders kon de man op de duo er juist bijtijds afsprin gen en kwam met den schrik vrij. De andere Vindt U 't goed me. neer, dat ik aan 't ander* eind van den spijker ooi een schilderijtje ophang? (Je Suis Partout). De Algemeene Vereeniging voor Bloembollen cultuur hield hedenmiddag haar 181ste buiten gewone algemeene vergadering in het Krelage- huis te Haarlem. De voorzitter, dr. A. J. Ver- hage, schetste allereerst de beteekenis, die het overleden eere-lid, Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck, voor het bloembollenvak had. Vervolgens herdacht spr. het overlijden van den heer Jac. Mantel, voorvechter van de Westfriesche kweekers. Spr. heette welkom den vertegenwoordiger van den regeeringscommissaris voor den tuin bouw, directeur en bestuursleden der sierteelt centrale, prof. van Slogteren en den heer Vol- kersz. Opnieuw zal de vergadering, aldus spreker, moeten beslissen over de saneeringsmaatrege- len. Dat slechts 54 pet. van den minimumprys werd uitbetaald voor de opgekochte overschot ten, omdat het half millioen van de regeering niet voldoende bleek te zyn, heeft aller teleur stelling gwekt. Er is een meeningsverschil, in hoeverre de bedreiging der buitenlandsche' cultures aan de saneeringsmaatregelen is te wijten. Men mag niet uit het oog verliezen het valuta-verschil met het buitenland, terwyl ook de nfeiging die helaas bijkaas overal nog is waar te ne men om zooveel mogelijk in het eigen land te produceeren en dus zoo weinig mogelijk uit het buitenland te betrekken een aanleiding is geweest om de teelt in het buitenland ter hand te nemen. Het zijn dezelfde moeilijkheden, die de Neder.andsche Exporthandel heeft te over winnen. Wanneer de uitvoermogelijkheden weer zouden tcer.emen, zou weer een gezonde opgang ook in het bloembollenbedrijf te verwachten zyn. In de Vereenigde Staten van Amerika ziet men nu olijkbaar in, dat het bevorderen de-r Binnenlandsche productie ten koste van den handel met het buitenland de welvaart in het algemeen doet afnemen. Het is te hopen, dat dit inzicht ook elders baanbreekt en tot han- delverruiraende maatregelen zal leiden. In Der. Haag laat men niets na om voor de bloembollen uitvoermogelykheden te zoeken. Hoewel er nog veel te wensciien overblijft Aag vertrouwd worden, dat om een zeer urgent voorbeeld te noemen gepoogd zal worden om spoedig Deensche valuta voor den import van bloembollen uit Nederland beschikbaar gesteld te krijgen en wel zoodanig, dat daarheen meer bloembollen kunnen worden verzonden dan het vorig jaar het geval was. Meer export is het eenig gezonde middel om de overschotten zoo veel moge.jjk te beperken. De technische wijziging van het Brtfsche in voerrecht op bloembollen, die voor narcissen op een aanzienlijke verhooging zou neerkomen, is uitgesteld. Hoewel het gevaar niet is verdwenen zullen de narcissen naar Engeland in het komende sei zoen niet hooger belast worden dan met 10 pet. van de waarde. Het nieuwe Nederlandsch-Ame- rikaansche handelsverdrag werkt gunstig, maar het is minder prettig, dat de Amerikaansche markt op bepaalde momenten met laaggeprijsde Nederlandsche bolbloemen werd overstroomd. Dat de Nederlandsche broeiers hun product zoo veel lager kunnen aanbieden dan de Ameri kaansche, is gedeeltelijk een gevolg van de sa neeringsmaatregelen, die den Nederlandschen broeiers by den inkoop een voorsprong geven op de buitenlandsche afnemers van bloembol len. De kunstmatig veroorzaakte ongeiykheid by den inkoop van de grondstof moet worden op geheven, waardoor weer gelijke verhoudingen zullen ontstaan. Spr. einciigde zijn rede met de hoop, dat de besprekingen in het belang van het bloembol lenvak zouden mogen zyn. werd ernstig gewond. Van de Culemborgers wer den de beide neven van Vuuren in vrij hope- loozen toestand opgenomen. De heer G. v. Vuu ren heeft niet lang meer geleefd, terwyl A. van Vuuren geheel buiten kennis was. Deze had een schedel- en kaakfractuur opgeloopen en is in zeer zorgwekkenden toestand naar Culemborg vervoerd, waar hy in het St. Barbara-Zieken- huis is opgenomen. De heer Van Veen is met een beenbreuk naar Ti'el vervoerd. Zondagmorgen was de 25-jarige H. van der Wiel te Bokhoven zich aan het oefenen in het hanteeren van een jachtgeweer. Toen hy het magazijn van patronen wilde voorzien, plaatste hij, om den grendel gemakkelijker te kunnen sluiten, den loop tegen zi;n borst. Plotseling ging een schot af. De hagel ging dwars door zijn lichaam en verliet het weer onder het schou derblad. Hij liep nog zijn woning binnen, roe pende: Moeder, ik heb my doodgeschoten. Op hetzelfde oogenblik zakte hy in de armen van zijn moeder ineen en was dood. Het slachtoffer was kostwinner voor zijn moeder, een weduwe met acht kinderen. Ondanks de vele belemmeringen, welke onze tuinbouwexport heeft te overwinnen, blijkt, dat in de afgeloopen maand eenige stijging van den uitvoer heeft plaats gehad. Het vorig jaar Mei werd n.l. voor een be drag van 2.983.000 aan tuinbouwproducten geëxporteerd, terwyl in de afgeloopen maand de export 3.318.000 opbracht. Behalve de waarde, is ook de geëxporteerde hoeveelheid grooter geweest; zij bedroeg n.l. 23.513.000 kilo tegen 21.457.000 kilo in Mei van het vorig jaar. Deze gunstige cijfers zijn hoofdzakelyk te danken aan den vermeerderden export naar Engeland. De export naar dat land steeg n.l. van 926.000 in het vorig jaar tot 1.443.000 in Mei j.l. De export naar Duitschland verminderde iets, n.l. van 1.361.000 tot 1.307.000. Ook naar België was er minder export, evenals naar Zwitserland. Sinds enkele jaren heeft de Tooneelclub ,.Nut en Genoegen", onderafdeeling van de Gezellen- vereeniging te Gouda successen behaald met de opvoering van verschillende tooneelstukken. In 1933 werd opgevoerd „De Rabbijn van Sel- cha" van Felix Rutten. in 1934 werd gegeven „Christus Verworpen" van Jan Vuysters, terwijl het vorig jaar onder buitengewoon groote be langstelling ,.De Paradijsvloek" van Alphons Laudy werd vertoond. Dit jaar wordt iets bijzonders geboden, daar het stuk dat thans gespeeld wordt, tevens een première beteekent van het werk van Jan Vuysters „Het is U niet geoorloofd", een too- neelspel uit een Proloog en drie bedrijven. De regie berust weder by den heer J. C. van Vliet. De opvoeringen zullen plaats hebben in den grooten tuin van het Vereenigingsgebouw der St. Jozefs-Gezellen. Zondag was weder een bijzonder drukke dag van., de Waalbrugfeesten. Nadat Zaterdag een grootsche, maar weinig bezochte volks sportdemonstratie was gegeven en de gala-op voering van de revue „Waalbrug" 1936" aanlei ding was geweest tot een ovatie aan de schrij vers en aan de spelers, was de Zondag meer gewhd aan de muziek. Des morgens ving de boottocht van den A. N. W. B. aan en tegen half een werd het muziekcorps der Oranje- Nassaumynen op het raadhuis van Oud- Nymegen officieel ontvangen. De Limburgsche muzikanten hielden een muzikalen tocht door de stad en gaven vervolgens een concert op Oud-Holland. De Vereeniging Benedenstads- belangen had een imitatie van de „Zeldenrust", de oude pont, laten bouwen en gdng deze in den namiddag met twee stoombooten afhalen op Sprokkelenburg aan de overzijde van de Waal. Voor de stad werd de pont onder groote hilariteit van duizenden tot zinken gebracht. Op de pont waren verschillende poppen geplaatst, welke bakkers, slagers, kruideniers en andere neringdoenden uit de benedenstad moesten voorstellen. Boven hun koppen was een groote doek gespannen, met het opschrift: „Redt ons, want wy vergaan! „De benedenstad". Deze kunstmatige zinking van de pont moest een symbolische voorstelling beteekenen van den dreigenden ondergang van oud-Nymegen, nu hun laatste houvast, dat in de pont gelegen had, door de brugopening was weggenomen. Des avonds werd er op de Waal een pitto reske gondelvaart gehouden met verlichte gon dels. De Edelvalk is op de uitreis te Bandoeng aangekomen, Zondagmiddag vermaakte zich een drietal jongelieden, behoorende tot een gezelschap uit Amsterdam, dat het week-end doorbracht in het tentenkamp benoorden Wyk aan Zee, met spelevaren op een stuk wrakhout, dat zy op het strand hadden aangetroffen. Op een gegeven oogenblik bemerkten zy, dat de ebstroom hen van het strand afvoerde. Geen van hen kon zwemmen. Meenende dat het «laar ter plaatse nog ondiep water was. bega ven zy- zich alle drie te water, doch bemerkten tot hun schrik, dat zy geen grond meer onder de voeten hadden. Op het hulpgeroep begaf de 17-jarige Truus Ronday, wonende aan de Prins Hen drikkade te Amsterdam, zich onmiddellijk te water. Goede zwemster als zy was, slaag de zij erin allereerst de 17-jarige C. E. Lapiere behouden aan het strand te bren gen. Zij begaf zich nogmaals in zee en mocht de voldoening smaken de zuster van de drenkelinge, de 18-jarige E. Lapiere, op het droge te brengen, zy het dan in bewus- teloozen toestand. Daarmede waren echter de krachten van het onverschrokken meisje uitgeput. De derde dren keling, de 18-jarige H. Geldhof, wonende aan de Korte Keyzerdwarsstraat te Amsterdam, was intusschen in de diepte verdwenen. De pogin gen om hem te vinden bleken tevergeefsch. Zyn lyk is nog niet aangespoeld. Het bewustelooze meisje werd onmiddellijk aan de zorgen van de Amsterdamsche Red dingsbrigade toevertrouwd, die, bijgestaan ia- ter door Dr. Netelenbos uit Wyk aan Zee, kunstmatige ademhaling toepaste. Na gerui- men tijd slaagden zy er in de levensgeesten wederom op te wekken. De vader van de beide meisjes was op het strand getuige van het ongeval en men kan zich zyn ulydschap indenken, toen hy zyn bei de kinderen gered wist. Daarnaast maakte het droevig lot van den jongeman op de talrijke kampeerders een die pen indruk. Zondagmiddag omstreeks half vijf is op den Rijksstraatweg te Mook een ernstig verkeers ongeluk gebeurd. De bestuurder van een per sonenauto uit Nijmegen wilde op genoemden weg links de bocht van den weg naar Groes. beek inslaan, toen van de tegenovergestelde richting drie motorrijders naderden Een van de drie mocht het gelukken nog juist langs den auto te komen. De beide anderen echter reden in volle vaart tegen den wagên. Door de botsing vloog een der motoren in brand, ter wijl de bestuurder, de heer A. Koot uit Amster dam. ernstig werd gewond. De bestuurder van het andere motorrijwiel, dé heer O. Draayer. eveneens uit Amsterdam, bekwam inwendige kneuzingen en een lendenwervelfrRCtuur. Zijn toestand is hoogst ernstig. Beide slachtoffers zijn naar het Canisius. ziekenhiiis te Nijmegen vervoerd. Een KJL.M.-vliegtuig van den lijndienst op Londen, met als gezagvoerder Blaak, is in ver band met slechte weersomstandigheden niet te Croydon geland, doch doorgevlogen naar het Noorden van Engeland en vlot geland te Nor wich. Er waren dertien passagiers aan boord; een aantal van hen is per trein doorgereisd naar Londen. Heden zou het toestel doorvliegen naar Croydon. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft be noemd: tot Pastoor te Schoorl, den Weleerw. Heer W. M. Bosch; tot Pastoor te Amsterdam (H. Ger. Maj.), den Weleerw. Heer S. A.J. Wil- lemsen; tot Pastoor te Ovezande: den Weleerw. Heer H. Ulleman thans Kapelaan te A'dam (H. Ger. Maj.); tot Pastoor te Castricum, den Weleerw. Heer G. H. J. Goes; tot Pastoor te de Rijp, den Weleerw. Heer J. D. Sistermans thans Kapelaan te Haarlem (H. Liduina)tot Pastoor te Leiderdorp, den Weleerw. Heer J. J. M. van Vastenhoven; tot Pastoor te Rotterdam (H. Fa milie), den Weleerw. Heer Th. W. Taman; tot Pastoor te Heer Hugowaard (H. Familie), den Weleerw. Hec- B. G. Hosman thans Kapelaan te 's Hage (H. Jeroen)tot Assistent te Noord- wijk, den Weleerw. Heer B. J. Drost thans Kape laan te Nootdorp.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 7