<Kdvebfiaol van den T uimeltjeen Kruimeltje in het Kabouterland li MAATKLEDING SPORTFONDSENBAD A HOLT.n«TRAATUOF DE ZITTING VAN DEN FRANSCHEN SENAAT De onbekende Verloofde VRIJDAG 26 JUNI 1936 Léon Blum treedt op tegen polemiseeren j Geen benzine meer! j Centrale Tandheelkundige Kliniek Nwe Gracht 90 Tel. 12608 Minister Delbos mengt zich in antwoord op de interpellaties in de debatten 'n Spreker die vuur en vlam heefi gevat Frischt weer heelemaal op in het UDOOR LEMAIRE UIT DEN OMTREK RIJKSVISCHAFSLAG STAAT VAN BESOMMINGEN HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE HEEMSTEDE VELSEN ZAANDAM Kenaupark 26a fi. f Berichten reeds geplaats in een deel onzer vorige oplaag. PARIJS, 25 Juni (Reuter). In het ver volg van de senaatszitting mengde zich minister Delbos, in antwoord op de inter pellaties, in de debatten. De minister begon met te verklaren dat men niet moet denken, dat bevordering der collec tieve veiligheid Frankrijk ontslaat van een directe Fransche veiligheid. Wij moeten niets verwaarloozen, aldus Delbos, om deze veilig heid te verkrijgen. De regeering maakt zich geen illusies over de tegenwoordige mogelijk heden van den Volkenbond. Het eenige wer kelijke systeem is dat der versterking van de collectieve veiligheid. Men kan de preventieve actie verbeteren door wijziging van art. 11 "of de repressieve actie door wijziging van art. 16. Wij willen een systeem ontwikkelen van re gionale pacten, zooals het Fransch-Sovjet- Russisch pact. De regeering heeft dezelfde zorg voor den Franschen vrede als voor de internationale veiligheid (applaus). Wij zullen ons aansluiten bij alle voorstellen tot universeele ontwapening en contröie. Zoo noodig zullen wij het initiatief er toe nemen. Onze zorg voor den vrede sluit niet on ze zorg voor de nationale verdediging uit. Wij zullen onze bewapening handhaven op het noodzakelijk peil (applaus). Men verwijt ons de sancties te laat te heb ben opgeheven. Het is echter goed, dat deze maatregel thans genomen is in een sfeer van nationale eensgezindheid en niet in een van gepolemiseer. Tusschen Frankrijk en Duitschland bestaat sedert 7 Maart een ernstig geschil, dat ver ergerd is door de intensieve herbewapening van het Duitsche rijk, dat door niemand be dreigd wordt. De door Duitschland begane fout, dit geschil te hebben geprovoceerd, is te erger, daar er niets onverzoenlijks is in de opvattingen der beide naties. Dit geschil drukt op geheel Europa. Overi gens heeft Duitschland niet geantwoord op vragen, welke het reeds meer dan twee maan den geleden zijn gesteld. Wij kunnen niet het principe aanvaarden dat bijstand slechts zou gelden voor zekere gebieden. De opvattingen ii kunnen tot overeenstemming worden gebracht, met name door de eerbiediging der onafhan kelijkheid van alle naties. De minister hoopt, dat het Duitsche ant woord op de vragenlijst in staat zal stel en aan het werk te gaan, anders zou opnieuw de kwestie met de Locarno-mogendheden onder oogen moeten worden gezien, op de basis der regeling van 19 Maart. Tenslotte zegt de minister, dat de kwes ties van Midden-Europa, die van Oosten rijk in de eerste plaats, de geheele aandacht der regeering hebben. De regeering heeft haar voornemen aan gekondigd te streven naar een Middelland- sche Zee-pact, welke taak de minister delicaat noemt. Het program der regeering, aldus besloot Delbos, is Frankrijk en den vrede te dienen. Na Delbos kwam Millerand (republ. unie) aan het woord, die de uiteenzettingen van den mi nister van buitenlandsche zaken onvoldoende noemde. Hij is van meening, dat de collectieve veiligheid dood is met de sancties. „Er is geen Fransch-Duitsch probleem", zeide hij, „er is een Duitsch gevaar, dat geheel Europa bedreigt". Léon Blom antwoordde Millerand, dat het tevergeefs is achteraf te polemiseeren. „Wij zullen niet nagaan, waarom de sanc ties mislukt zijn, wij denken aan de toe komst. Gij zegt, dat de collectieve veiligheid dood is en dat wij tot een nieuwe politiek moeten overgaan. Integendeel. Wij zijn van meening, dat dit falen de gelegenheid moet scheppen de krachten van Europa te ver eenigen om te herstellen wat verzwakt werd. De Fransche kracht mag niet het eenige element zijn van de Fransche veiligheid. Laten wij niet vergeten, dat de wederzijdsche bijstand, die groote moreele kracht, welke men thans be spot, maar waarover men 22 jaren geleden met een beetje minder verachting sprak, een ele ment is van onze veiligheid. Op voorbeeld van Briand en Herriot willen wij er getrouw aan blijven en wij willen den weg hervatten, welke tegelijkertijd leidt tot Fran sche en internationale veiligheid", (luid ap plaus). De senaat ging vervolgens over tot stemming over de reeds gemelde motie van vertrouwen, welke motie werd aangenomen met 185 tegen 58 stemmen. IJMUIDEN, 26 Juni. Rijksvischafslag. Tarbot per kg. 0.43—0.74, Tong per kg. 0.480.70, Kleine Schol 4.14, Schar 2.60, Pieterman en Poon 1.50, Gullen 47.50 per 50 kg. van den gekomen Vrijdag aan den Rijkvischafslag LOGGERS Sch 69 f318, KW 34 f461. WATERSTANDEN IJMUIDEN, Zaterdag 27 Juni 1936. Vloed: 8.52 v.m., 9.18 n.m. Burgerlijke Stand. Geboren: Anna Cor nell, d. van J. van BruggenDuineveld. Theodoras Johannes, z. van H. J. van der MaatZaal. Bernadetta Maria Agnes, d. van C. W. J. van der Bijlde Koning. Anna, d. van G. Glasvan Nieuwenhuijzen. Cornells, z. J. F. van NieuwenhuijzenHaaijer. Overleden: Petronella Margaretha Clazlna Bottelier, oud 23 jaren. Johanna Catharina Hakkenberg, oud 41 jaren, te Amsterdam. Huw. Aangiften: Petrus Schuijt, oud 25 j. en Agatha Cornelia Kortekaas, oud 25 jr. Huwelijken: Dirk Jan Marius, oud 27 jr. en Maria de Vries, oud 22 jr. Distributie margarine In de week van 26 Juni tot 3 Juni zijn de winkeliers Nic. de Ruijter en Ant. Vonk aangewezen voor den verkoop van goedkoope onvermengde marga- Opening der H. O. J. O. Donderdagavond had de officieele opening plaats van de HOJO (Helpt Onze Jeugd Opvoeden). De HOJO heeft ten doel den parochianen van de parocnie van den H. Bavo eens een kijkje te geven in het werk der R. K. Jeugdorganisaties. De groote zaal van het R. K. Vereenigings- gebouw was dezen eersten avond vrij goed bezet. Pastoor Ch. v. Mierlo zeide in zijn openings woord dat de groote voorbereidingen, die zijn voorafgegaan, prettige avonden waarborgen Deze avonden, aldus Z.Eerw., zijn niet enkel om eens te toonen wat de jeugdorganisaties op het gebied van tooneel, zang, muziek en spel kunnen presteeren, maar vooral om het onder linge parochieverband op te voeren. Nadat de „band" er met eenige populaire nummers de stemming had ingebracht trad op de Heemsteedsche Graalwacht met een zeer gevarieerd programma, waaronder verschillen de aardige marschliedjes, kleine tooneelstukjes, een leuke pantomime en gymnastiek, waarbij voor het eerst de nieuwe kleurenbelichtings- installatie in werking is gesteld, wat het ef fect der uitvoering niet weinig verhoogde. Tijdens de pauze draaide het rad van avon tuur en erna voerde de tooneelclub der St. Jo- zelgezellen zeer verdienstelijk op „het Duivels- bruggetje" van Henri Gheon. Het was een prettige avond, waarvan zeker de noodige propaganda zal uitgaan voor de volgende avonden, Voor eiken avond Is een ander programma samengesteld. Zoo zullen hedenavond de reeds populair geworden „Bavozangers" een serie lie deren ten gehoore brengen, terwijl de „Kruis vaarders" behalve een gymnastiekuitvoering ook nog zullen opvoeren het tooneelstukje „De Dood in Doodsangst" van Frans Gevel, terwijl Zon dagavond het eerste deel weer is voor rekening van Graal, Welpen en Verkenners. Rest ons nog te melden dat achter in de zaal de talrijke zeer fraaie prijzen zijn geëtaleerd van de verloting. Wie nog geen lot gekocht heeft zal bij het zien van zooveel prijzen, er zeker toe overgaan. Vergadering tuinlieden Woensdagavond hield de onderlinge tuinliedenvereeniging „Aerdenhout en O." een drukbezochte leden vergadering in café-restaurant „Hof van Heemstede". Uitvoerig werd besproken de a.s. jaarlijk- sche groote excursie op 14 Juli a.s. Bezocht zullen worden het buitengoed „Queekhoven" te Breukelen en het bekende Cantonspark te Baam. Als datum der jaarlifksche lathyristentoon- stelling in café-restaurant „Hof van Heem stede", werden bepaald op 11 en 12 Juli. Ter keuring waren eenige fraaie collecties bloemen van vaste planten, heestergewassen en zaaddoozen ingezonden. In een causerie werd de wijze van behandeling, bemesting, snoeien enz. uiteengezet. Na deze causerie werden vele vragen gesteld en beantwoord. Exploitatie van „De Neethof". B. en W. stellen den raad voor aan de N. V. Kennemer Exploitatie Mij. van onroerende goederen te Bloemendaal vergunning te verleenen tot het aanleggen van wegen over het terrein „De Neethof", omsloten door den spoorweg Haar lemVelsen. den Duinweg, den Brederoodschen weg en de Willem de Zwijgerlaan te Santpoort, zulks onder verschillende voorwaarden. De aan te leggen wegen zullen op bovenge noemde wegen worden aangesloten. Langs de spoorbaan zal een rijweg worden aangelegd van 9 M. breedte en voorzien van een gesloten weg dek. Raspoorten worden duurder. B. en W. heb ben bij den raad een voorstel ingediend om de legesverordening te wijzigen. O. m. wordt voorgesteld om voor de afgifte of verlenging van een paspoort 2.m reke ning te brengen (thans ƒ1.Voor bewijzen van Nederlanderschap (waarvoor thans even eens 1.— wordt berekend) zal 2.50 in reke ning worden gebracht. Gemeenteraad. De besprekingen over cte Openbare Veiligheid werden voortgezet door den heer VAN DITSHUIZEN (R.K.), die klaagt over de openbare zwemgelegenheid a. d. Zuid- dijk nabij de kalkovens, waarbij velen zich er geren aan het zich aan den weg ontkleeden. Dat de Gemeente zoo gul is met het verleenen van ventvergunningen vindt de heer METSE LAAR (S.D.A.P.) minder wenschelijk tegenover de Zaandamsche neringdoenden. De gevaarvolle Provinciale weg wordt door den heer BOMAN (R.S.A.P.) onder cle loupe genomen. Dat de brandweer dienst gaat doen bij de luchtbeschermingsdienst vindt spr. niet juist en vooral gaat het den heer Bosman aan het hart, dat ook de Communisten aan deze luchtbescherming gaan deelnemen. De heer MAKKINGA (C.P.N.) ontkent zulks niet, daar volgens spr. de arbeiders van de Re geering moeten eischen, dat er voor hen bom vrije kelders gemaakt zullen worden. Dat de Gemeente haar burgers beschermt te gen gevaren vanuit de lucht, acht voorzitter TER LAAN een plicht, doch op het oogenblik is er hier nog geen commissie gevormd. Aangaande de zwemgelegenheid a. d. Zuid- dijk zegt de voorzitter toe een onderzoek hier naar te laten instellen. Naar ordening in het ventersvraagstuk zal gestreefd worden. Het idee zomerkleeding voor de politie staat spr. wel aan, die dan ook belooft informaties hierover te nemen. De heer KROMMENDIJK (A.R.), die reeds in eerste instantie de overuren van de politie heeft besproken, dient bij de 2e ronde een mo tie in, waarin verlangd: 25 pet. extra voor overuren in den dagdienst; 50 pet. extra voor aansluitingsuren en nacht dienst en 100 pet. extra voor extra dienst op Zon dag en vrije dagen. Deze motie zal om advies gaan naar de Com missaris van Politie, waarna B. en W. prae-ad- vies zullen uitbrengen. Bij de Volksgezondheid zou Mevr. EVER- ARDDIK (S.D.A.P.) zeer gaarne zien, dat er een onderzoek zal worden ingesteld naar den li- chamelijken en geestelijken toestand van de schoolgaande kinderen. Door middel van een motie zou de R.SA.P.'er BOSMAN onderzocht zien de mogelijkheid en noodzakelijkheid van een gemeentelijk zieken fonds Tevens betreurt spr. het dat de subsidie aan de T. B. C.-vereeniging met 1.000.vermin derd is. De heer KAMPHUYS (R.K.) zou gaarne de welwillendheid van B. en W. zien om bij de subsidie voor uitzending van kinderen naar bui ten, waarvoor 1750.— is uitgetrokken, ook aan ngstig keek ik de serre rond en slaakte een zucht van verlichting. „Waarom zucht je zoo, Bernard?" vroeg Angela. „Eindelijk," zei ik, haar kleine hand in de mijne nemend, eindelijk kan ik je alleen spreken. Al een paar dagen bedenk ik alles om je logé's weg te krijgen, maar „Het zijn heel aardige logé's," vond Angela. ..Maar," hernam ik, alsof ik dit niet ge hoord had, „ik ben nu in m'n opzet geslaagd; voor den eersten keer. Luister eens, Angela, ik. „Zoo, ben je hier?" klonk eensklaps de dunne, maar duidelijke stem van juffrouw Tecla Brester, Angela's tante. Ze stond aan den in gang der serre. „Ik heb je overal gezocht, kindlief. Je moet onze logé's niet verwaarloozen, hoor. Denk er aan, dat je gisteren twee en twintig jaar bent geworden. Men zal je in de conversatiezaal missen. Onze logé's...." „Logé's," mompelde ik verachtelijk, Angela's handje loslatend. „Logé's, bah!" Ze stond op en liet me alleen. Binnen drie dagen zou ik naar Australië ver trekken, en wat ik ook bedacht, ik kon maar geen middel vinden om Angela ongestoord al leen te spreken en te zeggen dat ik haar lief had. Maar ik was vastbesloten dien avond een autoritje met Angela alleen te maken. Dan zou ik de gelegenheid te baat nemen om haar te zeggen wat ik te zeggen had. Ik wilde ab soluut m'n verloving publiek hebben vóór m'n vertrek. „Wanneer we onderweg maar een ongeval met den auto krijgen," dacht ik, „en waarom zouden we dat niet? En als het gebeurt, dan moeten we wachten totdat er een andere wa gen voorbij komt. En in dien tusschentijd neem jij de kans waar, ouwe jongen." M'n plannetje hep vlot van stapel. Ruim twee K.M. ver van huis en twee en een half van Elderspeet, weigerde m'n auto, een ouwe voor twee personen, plotseling verder te gaan. Het vehikel liet een rammelend en klagend geluid hooren en stond stil. „Wel heb ik van m'n leven!" riep ik, en sprong er uit; „wat beteekent dat?" Ook Angela verliet het voertuig en hep er vrij onverschillig omheen. „Zoo, zoo," zei ik eindelijk na een lange en zorgvuldige inspectie, „geen benzine meer. Dat ziet er niet zoo rooskleurig uit. We zullen hier moeten wachten totdat er een andere wagen voorbij komt, die ons wat benzine geeft. Het spijt me dat je het zoo ongelukkig treft, An gela," het ik er schuldbewust op volgen. „Vóór we vertrokken, had ik me er van moeten over tuigen of we genoeg benzine hadden of niet." „Och, zoo erg is het niet," was het antwoord. Een oogenblik later zat ze naast me op de bank. Ze zag er, naar me dacht, een beetje verlegen uit, maar ik was te veel met m'n gedachten bezag, om daar nauwkeurig pp te letten. „Zeg eens, Angela," begon ik. „Zeg het maar, Bernard." Ik wist waar- M lijk niet hce te s j beginnen. Al de mooie dinger', die ik haar oad wil len zeggen en die kort te vo ren nog in m'n geest rondzweefden, waren uit m'n geheugen verdwenen. Ik verzamelde echter al m'n moed. „Angela," begon ik weer, haar handje in de mijne nemend; „je hebt toch zeker wel be merkt dat ik je lief heb: zeg, wil je.... mag ik hopenJa?" Ik bleef op de kleine hand staren, die ik steeds vasthield en wachtte met kloppend hart op haar antwoord. Maar dat antwoord bleef uit. Toen keek ik op. Ze zag me glimlachend aan. .Angela," fluisterde ik. „Lieveling!" En ik gaf haar een kus Vijf minuten later zei ik aarzelend: .Angela, ik moet je iets bekennen; ik.... ik.... liet het benzine-reservoir bijna leeg- loopen vóór we vertrokken. Ik deed het, om m'n kans waar te nemen. Wil je het me ver geven?" „Wat!" riep ze; „wat zeg je daar? Heb jij...." „O, het spijt me zoo," zei ik berouwvol: „ik ben er bijna wanhopig onder; je weet dat ik het land verlaat „Daar gaat het niet om, Bernard." viel ze me in de rede, „maarmaar.... ik heb je ook een bekentenis te doen. Ik was bang dat we te gauw thuis zouden zijn voor dat auto ritje en ik wilde je zoo graag een kans geven. Toen je nu zooeven de machine na zag, hep ik om den wagen heen en „En wat, lieveling?" vroeg ik nieuwsgierig, m'n vreugde nauwelijks meester. „En...." hernam Angela, „kijk maar eens naar het linker achterwiel." Ik keek en.... het was haast ongelooflijk. Angela had het ventiel ingedrukt, zoodat de band gauw leeg was geloopen! de R. K. vereeniging voor uitzending van kin deren te denken. Een lans voor een volksbadhuis in Noordelijk Zaandam (Kalf) wordt gebroken door den heer VAN DITSHUIZEN (RE.). In het antwoord van Wethouder KELDER (S.D.A.P.) blijkt dat van ondervoeding onder schoolgaande jeugd gelukkig geen sprake is. Spr. doet den heer Kamphuys de toezegging dat ook de R. K. vereeniging voor uitzending van kinderen haar deel zal krijgen, waarop zij krachtens het aantal verpleegdagen recht heeft. De motie Bosman ontraadt de Wethouder den Raad, daar het Zaanlandsch Ziekenfonds hier goed functionneert. De motie Bosman worclt vervolgens verwor pen (alleen de 2 R.S.A.P.'ers en de 2 Commu nisten stemden vóór). Bij de Volkshuisvesting zag de heer EMMER (S.D.A.P.) gaarne, dat aan de Woningbeurs meer publiciteit werd gegeven, terwijl de R.S. A.P.'er BOSMAN informeert naar de taak Haarlem TeL 12644 Spreekuren: iederen werkdag 9-11,1-2 Dinsdagsavonds 6.30-8.30 Zaterdagsmiddags geen spreekuur „Ik kan je niet helpen", antwoordde Kruimeltje, „ik zal direct naar het paleis gaan en hulp halen. De kabouterbaas was erg verwonderd toen hij Kruimeltje zoo alleen terug zag komen, maar hij hoorde spoedig wat er aan de hand was. Laat direct de timmerkabouters meegaan", beval de kabouterbaas en daar ging het heele timmerpersoneel naar het hondenhok. Voorop liep Dobbertje, die weer het ongeluk had gehad met zijn neus, daarachter de oude Ernst, dan volgde Dik, die de gereed schapskist droeg, dan Langelaartje en achter hem Kruimeltje. Spoedig was de ondeugd verlost en ging het heele stel naar het paleis terug. Daar kreeg Tuimeltje bericht, dat hij direct in de vergaderzaal moest komen bij den kabouterbaas. „Heb je gedaan wat ik je opgedragen heb!" vroeg de kabouterbaas met een norsch gezicht. Het zag er niet goed voor Tuimeltje uit, dat merkte hij Wel aan de andere Raadsheeren, die bij den kabouterbaas stonden. Maar Tuimeltje vertelde lachend zijn avonturen. Hij moest nog meer lachen, toen ie door de gor dijnen stiekum een paar andere kabouterjes ontdekte, die ge zichten tegen hem trokken, maar de kabouterbaas was niet over hem te spreken. „Ga naar de keuken om te eten", beval de kabouterbaas. „Intusschen zal ik overwegen, wat er gebeuren moet en nadat hij zich tot de strenge kabouters had gewend, ging hij met hen naar een andere zaal. Tuimeltje ging vlug naar de keuken en vroeg den kabouterkok om wat eten. Deze gaf het hem na tuurlijk en Tuimeltje hield hem lustig aan de praat met zijn grappen. 29 „Als je nu nog niet tevreden bent, dan weet ik het niet," zei Michel, terwijl hij mij den brief teruggaf. „O, het is heerlijk, het is te zoet, ant woordde ik, „maar zijn droefheid doet mij pijn. O, wanneer zullen wij elkander vinden! Hee.t men ooit een toestand gezien zoo droevig aia de onze!" „Waarom, Denise? Je leeft in een droom. Is die niet schooner dan wat ter wereld ook?" Zijn ernstige toon deed mij goed, ik zag, dat hij het goed met mij meende en daar was ik blij om. „Wij zullen hem vandaag nog antwoorden," hernam hij na een poos. „Die arme jongen moet zich geen zenuwziekte op den hals halen. Kom mee, ik heb een idee!" Zonder een nadere verklaring te geven, trok hij mij mee naar de bibliotheek, waar hij zwijgend, ondanks mijn dringende vragen, een lange liniaal, een duimstok en een potlood bijeen zocht. „Vooruit! Doe je schoentjes uit" „Waarom?" „Ik zeg, doe je schoentjes uit." „Maar zeg mij toch eerst „Denise, laat mij begaan. Doe ze uit, het la van het hoogste belang! Goed, ga daar staan." Hij wees mij een plek aan waar geen boe kenkasten zich bevinden. Ten hoogste geïn teresseerd, maar gehoorzaam, want ik voelde in hem een bondgenoot, deed ik, wat hij vroeg. In enkele seconden had mijn neef mijn maat opgenomen, de breedte van mijn schouders, schreef hij cijfers op een stuk papier en zonder mij uitleg te geven, maakte hij het kladje van een brief, dat hij mij hardop voorlas. „Beste vriend, ik bid je, zorg, dat je niet zenuwziek wordt. Die ziekte zou bij correspon dentie aanstekelijk kunnen zijn en ik verlang er naar mijn goede gezondheid te behouden. Denise heeft mij uw brief getoond en nu ga ik u een vriendschappelijk consult geven. U leeft te veel in de wolken en wat u noodig hebt, dat is een beetje praktische werkelijkheid. Ziedaar: Denise is 1.63 lang op kousenvoeten. Als zij haar schoentjes aan heeft, zal de hoogte wel 7 centimeter grooter zijn en bij grooter toilet nog meer. Zij meet 49 centimeter van den eenen schouder tot den andere, bal toilet verandert daar niets aan. Zie nu, beste vriend, of deze maten overeenkomen met de levende schaduw, die u in uw droomen ziet. Als de rozen op uw balkon iets hooger hangen dan 1.63 dan moogt u mijn nicht in die om lijsting laten staan, zij zal er zijn als een met bloemen gekroonde koningin, zijn ze hooger, dan verbeeldt u zich maar, dat Denise haar galaschoentjes aan heeft. Zijn ze lager. dan. loopt zij gevaar de doornige takken vlak in haar gezicht te krijgen Neen Michel, dat schrijf je niet! Ik wil niet, dat je den spot drijft met een verdriet, dat j« niet begrijpt, maar dat zoo pijnlijk is. En dan, die cijfers.... het is bespottelijk!" „Ben je klaar? Dan ga ik voort: „Nu voor de rust van Denise, die naar het schijnt aan dezelfde smarten lijdt, verzoek ik u mij ook eenige preciese cijfers te doen toekomen. Het zou wel aardig zijn om te weten hoe lang u bent van top tot teen, zonder schoenen. Het zal u zelfs gemakkelijker vallen om die maten op te geven, want uw militair zakboekje geeft ze zoo nauwkeurig mogelijk." Dan de groeten en ik eindig." „Neen, Michel, schrijf dién brief met. Laat mij ten minste er eenige woorden aan toe voegen." „Gauw dan maar!" „Mijn neef, mijnheer, wil u genezen van een mogelijke zenuwziekte, vergeef hem die aardig heid, want het is te goeder trouw, dat hij u dit voorstel doet. Wat mij betreft, ik begrijp u en gevoel zooals u de smart van be onwe tendheid, waarin wij verkeeren. Eigenlijk heeft Michel geen ongelijk: een beetje praktische werkelijkheid zou ons helpen om meer substan tie te geven aan onze droomen.... Ik ga u een heel vermetele vraag stellen.... zou u mij niet een kiekje, hoe klein ook, willen sturen?" „Nu bén ik, die weiger dat naar hem toe te zenden!" zei Michel verontwaardigd. „Ga Jij het eerst hem zijn portret vragen? Dat is wat .moois! Wat zou hij wel van je denken,?"- „O, neen, Michel, niets kwaads!" „Welnu, dan schrijf je dat briefje tot aan „Droomen" en daar blijft het bij." Michel had mij bang gemaakt. Ik gehoor zaamde zonder tegen te spreken en de bsief was gereed, toen de postbode kwam. Ik had nog juist tijd om een bloemstuk te vervaardigen voor de lunch, waaraan de Perals en nog eenige vrienden waren uitgenoodigd. Dien dag wilde ik geen andere bloemen dan roode rozen, zooals die een zeker balkon ginds in de Rijnprovincie omlijsten. Ik maakte een prachtige mand, smaakvol en licht die mij de complimenten van het geheele gezelschap be zorgde. „Nooit heb je nog zoo iets prachtigs ge maakt," zei tante goedkeurend. Mijnheer Peral voegde er aan toe, dat de groote bloemisten niets beters konden leveren. „Och," zei ik, „het was ook zoo gemakkelijk, omdat die rozen zoo mooi zijn." Ik bloosde, omdat Michel mij veelbeteeke- nend aankeek: hij wist, waar ik de inspiratie had opgedaan. Het was dat jaar de eerste maal, dat Georges Peral op Saint Flavien kwam lunchen. Einde lijk gunde hij zich een paar dagen vacantie. Zijn moeder beweerde, dat hij veel te veel werkte en ja, het was waar, hij was verma gerd en verbleekt, hij had niet meer dat ronae gelaat, waarop de gezondheid een blos legde. Ik kon hem niet meer dien dikzak van een Georges noemen, maar toch kon ik in hem niet den held van Marianne's luchtkasteelen zien. Wel een, held,, maar dan een zeer be scheiden, dat moest ik erkennen, want hij wist zoo netjes het gesprek af te leiden, toen tante Madeleine hem feliciteerde naar aanlei ding van de redding van Paulette, dat men ophield er over te spreken en er niet meer op terugkwam. Die redding werd een gewoon ge val, zoo eenvoudig, zoo banaal, dat het de moeite niet waard was. Zelfs mevr. Peral, die toch haar zoon bewonderde, scheen het niet begrepen te hebben, dat hij werkelijk gevaar had geloopen gedurende dien vreeselijken storm, waaraan ik zonder ontroering niet meer denken kon. De verwoesting in haar tuin scheen mevrouw Peral veel meer te interesseeren. „Mijn rozenstruiken liggen plat tegen den gróndik heb geen enkelen pruim meer en de late kersen, u weet wel, beste vriendin, die kersen, waarop ik zoo trotsch waswelnu, u zult ze bij mij dit jaar niet meer eten. Georges is er wanhopig over, want die kersen boom, dat was het eenige in onzen tuin, waar hij belang in stelde." Ik keek hem geamuseerd aan.... Denise. cerise, die woorden klonken mij opeens in de ooren! Was zijn voorkeur voor kersen dan niet enkel een eenvoudige woordspelling, gemaakt te mijner eere? Op dat oogenblik keken wij toevallig elkan der aan en ik zag in zijn oogen een lach- duiveltje dansen, dan wendde hij zijn gelaat af en zei heel ernstig: „Ja, ik houd veel van kersen." J„Dus de kersen interesseearen u meer dan de rozen?" vroeg ik. van dit instituut, waarvoor op de begrooting 2150.is uitgetrokken. De belangen van de groote gezinnen worden opgenomen door den heer VAN DITSHUIZEN (RE), die het aantal gezinswoningen voor een stad van 35.000 inwoners veel te gering vindt. Wethouder PRINS (S.DA.P.) antwoordt hier op, dat de bouwvereeniging Leo XIII slechts een drietal gezinswoningen destijds heeft aan gevraagd, terwijl de andere bouwvereenigingen er geen behoefte aan hadden. Het verwijt geldt dus niet B. en W. De voorzitter is ook van meening, dat de Woningbeurs weinig uitricht, doch daar deze dienst door een ambtenaar van het stadhuis wordt verricht, wordt aan dit bedrag bij op heffing van de woningbeurs toch niet ontkomen. Er moet ernstig onderzocht worden om dit in stituut op te heffen of krachtiger ter hand te nemen. De motie-FlentroD komt in stemming en- wordt mes 6 tegen 17 stemmen verworpen (de partijgenoot van den heer Flentrop, wethouder Hallie, stemde tegen). Bij het onderwijs spreekt de heer BOSMAN (RB.A.P.) zijn angst uit, dat de openbare scho len door de bijzondere scholen langzamerhand verdrongen worden. InZaandam gaat 43 pCt. van de schoolgaande kinderen naar de bijzon dere scholen. Vooral de bijbel op de lagere school blijkt een nachtmerrie voor den RB. AR.er te zijn. Spr. beveelt den Raad warm aan het adres van den uit zijn richting voortko menden Vrouwenbond, die aan alle schoolgaande kinderen melk wil verstrekken De communist MAKKINGER komt met een nieuw troetelkindje, n.l. de Marxistische Ar beidersschool, waarvoor hij in een motie een subsidie van f 100.vraagt voor z.g. cultureele doeleinden. Ook de melk-aangelegenheid wordt in een voorstel overgegoten- De heer KROMMENDIJK (A-R.) ontkent, dat de drang om den bijbel op de lagere school weer in te voeren, niet komt van de voorstanders van bijzondere scholen. Spr. protesteert tegen opmerkingen als „geloof is opium voor bet volk". Dat er in het land van melk en honing zoo weinig melk wordt gebruikt, spijt den heer BRINKMAN (VD.) en spr. juicht het voorstel om gratis melk op de scholen te verstrekken van harte dan ook toe, maar of inwilliging mogelijk is moet eerst terdege onderzocht wor den. De overweging om dit adres in prea-advies te nemen lijkt spr. het beste. Verder komt het dalende concentratievermogen van de school gaande kinderen ter sprake. Voor schoolreisjes vraagt de heer EMMER (SDA.P.) in een motie een bijdrage van f 400. Op uitvoerige wijze worden de verschillende sprekers door den Wethouder beantwoord. Autotocht voor ouden van dagen. Onder begunstiging van fraai zomerweer hebben de Gestichtsouden van dagen Woensdag hun jaar lij kschen auto-tocht gehouden. De reis was dit maal naar Bergen, alwaar volop werd genoten van cte natuur en de verschillende verrassingen, die den ouden van dagen waren toebedacht. De belangstelling bij den terugtocht, waaraan ver scheidene muziekkorpsen hun medewerking verleenden, was buitengewoon groot en zooals elk jaar enthousiast en joviaal. De lange co lonne van auto's werd aan de Bloemgracht ontbonden. „Dat ligt er aan. Ik houd zeer veel van donkerroode rozen." Hij zei dat, terwijl hij het middenstuk van roode rozen beschouwde, waarover hij alleen mij geen compliment had gemaakt. „Wat? Houdt u van roode rozen?" riep ik ver baasd uit. Was het mogelijk dat Georges dien smaak bezat evenals mijn Robert? Na de lunch werd een partijtje bridge geor ganiseerd. Me dunkt, dat als ik vaker kon spelen, ik er dol op zou worden, maar ik speel niet goed en ik word alleen uitgenoodigd als het niet anders kan. Toen de gasten aan twee tafeltjes waren gezeten, bleef ik over met juffrouw Brissot en Georges. „Vind u het niet vervelend," vroeg ik hem- „Heelemaal niet, ik houd er niet van op klaarlichten dag kaart te spelen." „Wat zullen wij dan doen?" „Ga naar het Rozenpark." stelde Michel voor, die bezig was de kaarten te schudden. Wij gingen naar rozen kijken. Dus die goede Georges is een liefhebber van de koningin der bloemen. Ik bemerkte dat weldra, toen hij roten beschouwde, er aan rook, ze voorzichtig aanraakte en een oogenblik wilde gaan zitten onder het prieël, dat den ingang vormt. „Wat 'n liefelijk tafereel," zei hij, terwijl hij lachend naar mij keek te midden der wilde takken, die om mij heenvielen. „(Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 9