<Kdvebfiaol van den
T uimeltjeen Kruimeltje in het Kabouterland
li
MAATKLEDING
SPORTFONDSENBAD
A
HOLT.n«TRAATUOF
DE ZITTING VAN DEN
FRANSCHEN SENAAT
De onbekende Verloofde
VRIJDAG 26 JUNI 1936
Léon Blum treedt op
tegen polemiseeren
j Geen
benzine meer! j
Centrale Tandheelkundige Kliniek
Nwe Gracht 90
Tel. 12608
Minister Delbos mengt zich in
antwoord op de interpellaties
in de debatten
'n Spreker die vuur en
vlam heefi gevat
Frischt weer heelemaal
op in het
UDOOR LEMAIRE
UIT DEN OMTREK
RIJKSVISCHAFSLAG
STAAT VAN BESOMMINGEN
HAARLEMMERLIEDE EN
SPAARNWOUDE
HEEMSTEDE
VELSEN
ZAANDAM
Kenaupark 26a
fi.
f
Berichten reeds geplaats in een deel onzer
vorige oplaag.
PARIJS, 25 Juni (Reuter). In het ver
volg van de senaatszitting mengde zich
minister Delbos, in antwoord op de inter
pellaties, in de debatten.
De minister begon met te verklaren dat men
niet moet denken, dat bevordering der collec
tieve veiligheid Frankrijk ontslaat van een
directe Fransche veiligheid. Wij moeten niets
verwaarloozen, aldus Delbos, om deze veilig
heid te verkrijgen. De regeering maakt zich
geen illusies over de tegenwoordige mogelijk
heden van den Volkenbond. Het eenige wer
kelijke systeem is dat der versterking van de
collectieve veiligheid. Men kan de preventieve
actie verbeteren door wijziging van art. 11 "of
de repressieve actie door wijziging van art. 16.
Wij willen een systeem ontwikkelen van re
gionale pacten, zooals het Fransch-Sovjet-
Russisch pact.
De regeering heeft dezelfde zorg voor den
Franschen vrede als voor de internationale
veiligheid (applaus).
Wij zullen ons aansluiten bij alle voorstellen
tot universeele ontwapening en contröie. Zoo
noodig zullen wij het initiatief er toe nemen.
Onze zorg voor den vrede sluit niet on
ze zorg voor de nationale verdediging uit.
Wij zullen onze bewapening handhaven op
het noodzakelijk peil (applaus).
Men verwijt ons de sancties te laat te heb
ben opgeheven. Het is echter goed, dat deze
maatregel thans genomen is in een sfeer van
nationale eensgezindheid en niet in een van
gepolemiseer.
Tusschen Frankrijk en Duitschland bestaat
sedert 7 Maart een ernstig geschil, dat ver
ergerd is door de intensieve herbewapening
van het Duitsche rijk, dat door niemand be
dreigd wordt.
De door Duitschland begane fout, dit geschil
te hebben geprovoceerd, is te erger, daar er
niets onverzoenlijks is in de opvattingen der
beide naties.
Dit geschil drukt op geheel Europa. Overi
gens heeft Duitschland niet geantwoord op
vragen, welke het reeds meer dan twee maan
den geleden zijn gesteld. Wij kunnen niet het
principe aanvaarden dat bijstand slechts zou
gelden voor zekere gebieden. De opvattingen
ii
kunnen tot overeenstemming worden gebracht,
met name door de eerbiediging der onafhan
kelijkheid van alle naties.
De minister hoopt, dat het Duitsche ant
woord op de vragenlijst in staat zal stel en aan
het werk te gaan, anders zou opnieuw de
kwestie met de Locarno-mogendheden onder
oogen moeten worden gezien, op de basis der
regeling van 19 Maart.
Tenslotte zegt de minister, dat de kwes
ties van Midden-Europa, die van Oosten
rijk in de eerste plaats, de geheele aandacht
der regeering hebben.
De regeering heeft haar voornemen aan
gekondigd te streven naar een Middelland-
sche Zee-pact, welke taak de minister
delicaat noemt.
Het program der regeering, aldus besloot
Delbos, is Frankrijk en den vrede te dienen.
Na Delbos kwam Millerand (republ. unie) aan
het woord, die de uiteenzettingen van den mi
nister van buitenlandsche zaken onvoldoende
noemde. Hij is van meening, dat de collectieve
veiligheid dood is met de sancties. „Er is geen
Fransch-Duitsch probleem", zeide hij, „er is een
Duitsch gevaar, dat geheel Europa bedreigt".
Léon Blom antwoordde Millerand, dat het
tevergeefs is achteraf te polemiseeren.
„Wij zullen niet nagaan, waarom de sanc
ties mislukt zijn, wij denken aan de toe
komst. Gij zegt, dat de collectieve veiligheid
dood is en dat wij tot een nieuwe politiek
moeten overgaan. Integendeel. Wij zijn van
meening, dat dit falen de gelegenheid moet
scheppen de krachten van Europa te ver
eenigen om te herstellen wat verzwakt werd.
De Fransche kracht mag niet het eenige
element zijn van de Fransche veiligheid. Laten
wij niet vergeten, dat de wederzijdsche bijstand,
die groote moreele kracht, welke men thans be
spot, maar waarover men 22 jaren geleden met
een beetje minder verachting sprak, een ele
ment is van onze veiligheid.
Op voorbeeld van Briand en Herriot willen
wij er getrouw aan blijven en wij willen den weg
hervatten, welke tegelijkertijd leidt tot Fran
sche en internationale veiligheid", (luid ap
plaus).
De senaat ging vervolgens over tot stemming
over de reeds gemelde motie van vertrouwen,
welke motie werd aangenomen met 185 tegen
58 stemmen.
IJMUIDEN, 26 Juni. Rijksvischafslag. Tarbot
per kg. 0.43—0.74, Tong per kg. 0.480.70, Kleine
Schol 4.14, Schar 2.60, Pieterman en Poon 1.50,
Gullen 47.50 per 50 kg.
van den
gekomen
Vrijdag aan den Rijkvischafslag
LOGGERS
Sch 69 f318, KW 34 f461.
WATERSTANDEN
IJMUIDEN, Zaterdag 27 Juni 1936. Vloed: 8.52
v.m., 9.18 n.m.
Burgerlijke Stand. Geboren: Anna Cor
nell, d. van J. van BruggenDuineveld.
Theodoras Johannes, z. van H. J. van der
MaatZaal. Bernadetta Maria Agnes, d.
van C. W. J. van der Bijlde Koning.
Anna, d. van G. Glasvan Nieuwenhuijzen.
Cornells, z. J. F. van NieuwenhuijzenHaaijer.
Overleden: Petronella Margaretha Clazlna
Bottelier, oud 23 jaren. Johanna Catharina
Hakkenberg, oud 41 jaren, te Amsterdam.
Huw. Aangiften: Petrus Schuijt, oud 25 j.
en Agatha Cornelia Kortekaas, oud 25 jr.
Huwelijken: Dirk Jan Marius, oud 27 jr. en
Maria de Vries, oud 22 jr.
Distributie margarine In de week van
26 Juni tot 3 Juni zijn de winkeliers Nic. de
Ruijter en Ant. Vonk aangewezen voor den
verkoop van goedkoope onvermengde marga-
Opening der H. O. J. O. Donderdagavond
had de officieele opening plaats van de HOJO
(Helpt Onze Jeugd Opvoeden). De HOJO heeft
ten doel den parochianen van de parocnie van
den H. Bavo eens een kijkje te geven in het
werk der R. K. Jeugdorganisaties.
De groote zaal van het R. K. Vereenigings-
gebouw was dezen eersten avond vrij goed
bezet.
Pastoor Ch. v. Mierlo zeide in zijn openings
woord dat de groote voorbereidingen, die zijn
voorafgegaan, prettige avonden waarborgen
Deze avonden, aldus Z.Eerw., zijn niet enkel
om eens te toonen wat de jeugdorganisaties op
het gebied van tooneel, zang, muziek en spel
kunnen presteeren, maar vooral om het onder
linge parochieverband op te voeren.
Nadat de „band" er met eenige populaire
nummers de stemming had ingebracht trad
op de Heemsteedsche Graalwacht met een zeer
gevarieerd programma, waaronder verschillen
de aardige marschliedjes, kleine tooneelstukjes,
een leuke pantomime en gymnastiek, waarbij
voor het eerst de nieuwe kleurenbelichtings-
installatie in werking is gesteld, wat het ef
fect der uitvoering niet weinig verhoogde.
Tijdens de pauze draaide het rad van avon
tuur en erna voerde de tooneelclub der St. Jo-
zelgezellen zeer verdienstelijk op „het Duivels-
bruggetje" van Henri Gheon.
Het was een prettige avond, waarvan zeker
de noodige propaganda zal uitgaan voor de
volgende avonden,
Voor eiken avond Is een ander programma
samengesteld. Zoo zullen hedenavond de reeds
populair geworden „Bavozangers" een serie lie
deren ten gehoore brengen, terwijl de „Kruis
vaarders" behalve een gymnastiekuitvoering ook
nog zullen opvoeren het tooneelstukje „De Dood
in Doodsangst" van Frans Gevel, terwijl Zon
dagavond het eerste deel weer is voor rekening
van Graal, Welpen en Verkenners.
Rest ons nog te melden dat achter in de zaal
de talrijke zeer fraaie prijzen zijn geëtaleerd
van de verloting. Wie nog geen lot gekocht
heeft zal bij het zien van zooveel prijzen, er
zeker toe overgaan.
Vergadering tuinlieden Woensdagavond
hield de onderlinge tuinliedenvereeniging
„Aerdenhout en O." een drukbezochte leden
vergadering in café-restaurant „Hof van
Heemstede".
Uitvoerig werd besproken de a.s. jaarlijk-
sche groote excursie op 14 Juli a.s. Bezocht
zullen worden het buitengoed „Queekhoven" te
Breukelen en het bekende Cantonspark te
Baam.
Als datum der jaarlifksche lathyristentoon-
stelling in café-restaurant „Hof van Heem
stede", werden bepaald op 11 en 12 Juli.
Ter keuring waren eenige fraaie collecties
bloemen van vaste planten, heestergewassen
en zaaddoozen ingezonden. In een causerie
werd de wijze van behandeling, bemesting,
snoeien enz. uiteengezet.
Na deze causerie werden vele vragen gesteld
en beantwoord.
Exploitatie van „De Neethof". B. en W.
stellen den raad voor aan de N. V. Kennemer
Exploitatie Mij. van onroerende goederen te
Bloemendaal vergunning te verleenen tot het
aanleggen van wegen over het terrein „De
Neethof", omsloten door den spoorweg Haar
lemVelsen. den Duinweg, den Brederoodschen
weg en de Willem de Zwijgerlaan te Santpoort,
zulks onder verschillende voorwaarden.
De aan te leggen wegen zullen op bovenge
noemde wegen worden aangesloten. Langs de
spoorbaan zal een rijweg worden aangelegd van
9 M. breedte en voorzien van een gesloten weg
dek.
Raspoorten worden duurder. B. en W. heb
ben bij den raad een voorstel ingediend om de
legesverordening te wijzigen.
O. m. wordt voorgesteld om voor de afgifte
of verlenging van een paspoort 2.m reke
ning te brengen (thans ƒ1.Voor bewijzen
van Nederlanderschap (waarvoor thans even
eens 1.— wordt berekend) zal 2.50 in reke
ning worden gebracht.
Gemeenteraad. De besprekingen over cte
Openbare Veiligheid werden voortgezet door
den heer VAN DITSHUIZEN (R.K.), die klaagt
over de openbare zwemgelegenheid a. d. Zuid-
dijk nabij de kalkovens, waarbij velen zich er
geren aan het zich aan den weg ontkleeden.
Dat de Gemeente zoo gul is met het verleenen
van ventvergunningen vindt de heer METSE
LAAR (S.D.A.P.) minder wenschelijk tegenover
de Zaandamsche neringdoenden.
De gevaarvolle Provinciale weg wordt door
den heer BOMAN (R.S.A.P.) onder cle loupe
genomen. Dat de brandweer dienst gaat doen
bij de luchtbeschermingsdienst vindt spr. niet
juist en vooral gaat het den heer Bosman aan
het hart, dat ook de Communisten aan deze
luchtbescherming gaan deelnemen.
De heer MAKKINGA (C.P.N.) ontkent zulks
niet, daar volgens spr. de arbeiders van de Re
geering moeten eischen, dat er voor hen bom
vrije kelders gemaakt zullen worden.
Dat de Gemeente haar burgers beschermt te
gen gevaren vanuit de lucht, acht voorzitter
TER LAAN een plicht, doch op het oogenblik
is er hier nog geen commissie gevormd.
Aangaande de zwemgelegenheid a. d. Zuid-
dijk zegt de voorzitter toe een onderzoek hier
naar te laten instellen. Naar ordening in het
ventersvraagstuk zal gestreefd worden. Het idee
zomerkleeding voor de politie staat spr. wel
aan, die dan ook belooft informaties hierover
te nemen.
De heer KROMMENDIJK (A.R.), die reeds
in eerste instantie de overuren van de politie
heeft besproken, dient bij de 2e ronde een mo
tie in, waarin verlangd:
25 pet. extra voor overuren in den dagdienst;
50 pet. extra voor aansluitingsuren en nacht
dienst
en 100 pet. extra voor extra dienst op Zon
dag en vrije dagen.
Deze motie zal om advies gaan naar de Com
missaris van Politie, waarna B. en W. prae-ad-
vies zullen uitbrengen.
Bij de Volksgezondheid zou Mevr. EVER-
ARDDIK (S.D.A.P.) zeer gaarne zien, dat er
een onderzoek zal worden ingesteld naar den li-
chamelijken en geestelijken toestand van de
schoolgaande kinderen.
Door middel van een motie zou de R.SA.P.'er
BOSMAN onderzocht zien de mogelijkheid en
noodzakelijkheid van een gemeentelijk zieken
fonds
Tevens betreurt spr. het dat de subsidie aan
de T. B. C.-vereeniging met 1.000.vermin
derd is.
De heer KAMPHUYS (R.K.) zou gaarne de
welwillendheid van B. en W. zien om bij de
subsidie voor uitzending van kinderen naar bui
ten, waarvoor 1750.— is uitgetrokken, ook aan
ngstig keek ik de serre rond en slaakte
een zucht van verlichting.
„Waarom zucht je zoo, Bernard?"
vroeg Angela.
„Eindelijk," zei ik, haar kleine hand in de
mijne nemend, eindelijk kan ik je alleen
spreken. Al een paar dagen bedenk ik alles
om je logé's weg te krijgen, maar
„Het zijn heel aardige logé's," vond Angela.
..Maar," hernam ik, alsof ik dit niet ge
hoord had, „ik ben nu in m'n opzet geslaagd;
voor den eersten keer. Luister eens, Angela,
ik.
„Zoo, ben je hier?" klonk eensklaps de dunne,
maar duidelijke stem van juffrouw Tecla
Brester, Angela's tante. Ze stond aan den in
gang der serre.
„Ik heb je overal gezocht, kindlief. Je moet
onze logé's niet verwaarloozen, hoor. Denk er
aan, dat je gisteren twee en twintig jaar bent
geworden. Men zal je in de conversatiezaal
missen. Onze logé's...."
„Logé's," mompelde ik verachtelijk, Angela's
handje loslatend. „Logé's, bah!"
Ze stond op en liet me alleen.
Binnen drie dagen zou ik naar Australië ver
trekken, en wat ik ook bedacht, ik kon maar
geen middel vinden om Angela ongestoord al
leen te spreken en te zeggen dat ik haar lief
had. Maar ik was vastbesloten dien avond een
autoritje met Angela alleen te maken. Dan
zou ik de gelegenheid te baat nemen om haar
te zeggen wat ik te zeggen had. Ik wilde ab
soluut m'n verloving publiek hebben vóór m'n
vertrek.
„Wanneer we onderweg maar een ongeval
met den auto krijgen," dacht ik, „en waarom
zouden we dat niet? En als het gebeurt, dan
moeten we wachten totdat er een andere wa
gen voorbij komt. En in dien tusschentijd neem
jij de kans waar, ouwe jongen."
M'n plannetje hep vlot van stapel. Ruim
twee K.M. ver van huis en twee en een half
van Elderspeet, weigerde m'n auto, een ouwe
voor twee personen, plotseling verder te gaan.
Het vehikel liet een rammelend en klagend
geluid hooren en stond stil.
„Wel heb ik van m'n leven!" riep ik, en
sprong er uit; „wat beteekent dat?"
Ook Angela verliet het voertuig en hep er
vrij onverschillig omheen.
„Zoo, zoo," zei ik eindelijk na een lange en
zorgvuldige inspectie, „geen benzine meer. Dat
ziet er niet zoo rooskleurig uit. We zullen hier
moeten wachten totdat er een andere wagen
voorbij komt, die ons wat benzine geeft. Het
spijt me dat je het zoo ongelukkig treft, An
gela," het ik er schuldbewust op volgen. „Vóór
we vertrokken, had ik me er van moeten over
tuigen of we genoeg benzine hadden of niet."
„Och, zoo erg is het niet," was het antwoord.
Een oogenblik later zat ze naast me op de
bank. Ze zag er, naar me dacht, een beetje
verlegen uit, maar ik was te veel met m'n
gedachten bezag, om daar nauwkeurig pp te
letten.
„Zeg eens, Angela," begon ik.
„Zeg het maar, Bernard."
Ik wist waar- M
lijk niet hce te s j
beginnen. Al de
mooie dinger', die
ik haar oad wil
len zeggen en
die kort te vo
ren nog in m'n
geest rondzweefden, waren uit m'n geheugen
verdwenen. Ik verzamelde echter al m'n moed.
„Angela," begon ik weer, haar handje in de
mijne nemend; „je hebt toch zeker wel be
merkt dat ik je lief heb: zeg, wil je.... mag
ik hopenJa?"
Ik bleef op de kleine hand staren, die ik
steeds vasthield en wachtte met kloppend hart
op haar antwoord.
Maar dat antwoord bleef uit.
Toen keek ik op. Ze zag me glimlachend aan.
.Angela," fluisterde ik. „Lieveling!" En ik
gaf haar een kus
Vijf minuten later zei ik aarzelend:
.Angela, ik moet je iets bekennen; ik....
ik.... liet het benzine-reservoir bijna leeg-
loopen vóór we vertrokken. Ik deed het, om
m'n kans waar te nemen. Wil je het me ver
geven?"
„Wat!" riep ze; „wat zeg je daar? Heb
jij...."
„O, het spijt me zoo," zei ik berouwvol:
„ik ben er bijna wanhopig onder; je weet dat
ik het land verlaat
„Daar gaat het niet om, Bernard." viel ze
me in de rede, „maarmaar.... ik heb je
ook een bekentenis te doen. Ik was bang dat
we te gauw thuis zouden zijn voor dat auto
ritje en ik wilde je zoo graag een kans geven.
Toen je nu zooeven de machine na zag, hep
ik om den wagen heen en
„En wat, lieveling?" vroeg ik nieuwsgierig,
m'n vreugde nauwelijks meester.
„En...." hernam Angela, „kijk maar eens
naar het linker achterwiel."
Ik keek en.... het was haast ongelooflijk.
Angela had het ventiel ingedrukt, zoodat de
band gauw leeg was geloopen!
de R. K. vereeniging voor uitzending van kin
deren te denken.
Een lans voor een volksbadhuis in Noordelijk
Zaandam (Kalf) wordt gebroken door den heer
VAN DITSHUIZEN (RE.).
In het antwoord van Wethouder KELDER
(S.D.A.P.) blijkt dat van ondervoeding onder
schoolgaande jeugd gelukkig geen sprake is.
Spr. doet den heer Kamphuys de toezegging
dat ook de R. K. vereeniging voor uitzending
van kinderen haar deel zal krijgen, waarop zij
krachtens het aantal verpleegdagen recht heeft.
De motie Bosman ontraadt de Wethouder den
Raad, daar het Zaanlandsch Ziekenfonds hier
goed functionneert.
De motie Bosman worclt vervolgens verwor
pen (alleen de 2 R.S.A.P.'ers en de 2 Commu
nisten stemden vóór).
Bij de Volkshuisvesting zag de heer EMMER
(S.D.A.P.) gaarne, dat aan de Woningbeurs
meer publiciteit werd gegeven, terwijl de R.S.
A.P.'er BOSMAN informeert naar de taak
Haarlem TeL 12644
Spreekuren: iederen werkdag 9-11,1-2
Dinsdagsavonds 6.30-8.30
Zaterdagsmiddags geen spreekuur
„Ik kan je niet helpen", antwoordde Kruimeltje, „ik zal direct
naar het paleis gaan en hulp halen. De kabouterbaas was erg
verwonderd toen hij Kruimeltje zoo alleen terug zag komen,
maar hij hoorde spoedig wat er aan de hand was. Laat direct
de timmerkabouters meegaan", beval de kabouterbaas en daar
ging het heele timmerpersoneel naar het hondenhok. Voorop
liep Dobbertje, die weer het ongeluk had gehad met zijn neus,
daarachter de oude Ernst, dan volgde Dik, die de gereed
schapskist droeg, dan Langelaartje en achter hem Kruimeltje.
Spoedig was de ondeugd verlost en ging het heele stel naar
het paleis terug. Daar kreeg Tuimeltje bericht, dat hij direct
in de vergaderzaal moest komen bij den kabouterbaas. „Heb
je gedaan wat ik je opgedragen heb!" vroeg de kabouterbaas
met een norsch gezicht. Het zag er niet goed voor Tuimeltje
uit, dat merkte hij Wel aan de andere Raadsheeren, die bij den
kabouterbaas stonden. Maar Tuimeltje vertelde lachend zijn
avonturen. Hij moest nog meer lachen, toen ie door de gor
dijnen stiekum een paar andere kabouterjes ontdekte, die ge
zichten tegen hem trokken, maar de kabouterbaas was niet
over hem te spreken.
„Ga naar de keuken om te eten", beval de kabouterbaas.
„Intusschen zal ik overwegen, wat er gebeuren moet en nadat
hij zich tot de strenge kabouters had gewend, ging hij met
hen naar een andere zaal. Tuimeltje ging vlug naar de keuken
en vroeg den kabouterkok om wat eten. Deze gaf het hem na
tuurlijk en Tuimeltje hield hem lustig aan de praat met zijn
grappen.
29
„Als je nu nog niet tevreden bent, dan weet
ik het niet," zei Michel, terwijl hij mij den
brief teruggaf.
„O, het is heerlijk, het is te zoet, ant
woordde ik, „maar zijn droefheid doet mij pijn.
O, wanneer zullen wij elkander vinden! Hee.t
men ooit een toestand gezien zoo droevig aia
de onze!"
„Waarom, Denise? Je leeft in een droom.
Is die niet schooner dan wat ter wereld ook?"
Zijn ernstige toon deed mij goed, ik zag,
dat hij het goed met mij meende en daar was
ik blij om.
„Wij zullen hem vandaag nog antwoorden,"
hernam hij na een poos. „Die arme jongen
moet zich geen zenuwziekte op den hals halen.
Kom mee, ik heb een idee!"
Zonder een nadere verklaring te geven, trok
hij mij mee naar de bibliotheek, waar hij
zwijgend, ondanks mijn dringende vragen, een
lange liniaal, een duimstok en een potlood
bijeen zocht.
„Vooruit! Doe je schoentjes uit"
„Waarom?"
„Ik zeg, doe je schoentjes uit."
„Maar zeg mij toch eerst
„Denise, laat mij begaan. Doe ze uit, het la
van het hoogste belang! Goed, ga daar staan."
Hij wees mij een plek aan waar geen boe
kenkasten zich bevinden. Ten hoogste geïn
teresseerd, maar gehoorzaam, want ik voelde in
hem een bondgenoot, deed ik, wat hij vroeg.
In enkele seconden had mijn neef mijn maat
opgenomen, de breedte van mijn schouders,
schreef hij cijfers op een stuk papier en zonder
mij uitleg te geven, maakte hij het kladje van
een brief, dat hij mij hardop voorlas.
„Beste vriend, ik bid je, zorg, dat je niet
zenuwziek wordt. Die ziekte zou bij correspon
dentie aanstekelijk kunnen zijn en ik verlang
er naar mijn goede gezondheid te behouden.
Denise heeft mij uw brief getoond en nu ga ik
u een vriendschappelijk consult geven.
U leeft te veel in de wolken en wat u noodig
hebt, dat is een beetje praktische werkelijkheid.
Ziedaar: Denise is 1.63 lang op kousenvoeten.
Als zij haar schoentjes aan heeft, zal de
hoogte wel 7 centimeter grooter zijn en bij
grooter toilet nog meer. Zij meet 49 centimeter
van den eenen schouder tot den andere, bal
toilet verandert daar niets aan. Zie nu, beste
vriend, of deze maten overeenkomen met de
levende schaduw, die u in uw droomen ziet.
Als de rozen op uw balkon iets hooger hangen
dan 1.63 dan moogt u mijn nicht in die om
lijsting laten staan, zij zal er zijn als een met
bloemen gekroonde koningin, zijn ze hooger,
dan verbeeldt u zich maar, dat Denise haar
galaschoentjes aan heeft. Zijn ze lager. dan.
loopt zij gevaar de doornige takken vlak in
haar gezicht te krijgen
Neen Michel, dat schrijf je niet! Ik wil niet,
dat je den spot drijft met een verdriet, dat j«
niet begrijpt, maar dat zoo pijnlijk is. En dan,
die cijfers.... het is bespottelijk!"
„Ben je klaar? Dan ga ik voort: „Nu voor de
rust van Denise, die naar het schijnt aan
dezelfde smarten lijdt, verzoek ik u mij ook
eenige preciese cijfers te doen toekomen. Het
zou wel aardig zijn om te weten hoe lang u
bent van top tot teen, zonder schoenen. Het zal
u zelfs gemakkelijker vallen om die maten op
te geven, want uw militair zakboekje geeft ze
zoo nauwkeurig mogelijk." Dan de groeten en ik
eindig."
„Neen, Michel, schrijf dién brief met. Laat
mij ten minste er eenige woorden aan toe
voegen."
„Gauw dan maar!"
„Mijn neef, mijnheer, wil u genezen van een
mogelijke zenuwziekte, vergeef hem die aardig
heid, want het is te goeder trouw, dat hij u
dit voorstel doet. Wat mij betreft, ik begrijp
u en gevoel zooals u de smart van be onwe
tendheid, waarin wij verkeeren. Eigenlijk heeft
Michel geen ongelijk: een beetje praktische
werkelijkheid zou ons helpen om meer substan
tie te geven aan onze droomen.... Ik ga u een
heel vermetele vraag stellen.... zou u mij niet
een kiekje, hoe klein ook, willen sturen?"
„Nu bén ik, die weiger dat naar hem toe te
zenden!" zei Michel verontwaardigd. „Ga Jij
het eerst hem zijn portret vragen? Dat is wat
.moois! Wat zou hij wel van je denken,?"-
„O, neen, Michel, niets kwaads!"
„Welnu, dan schrijf je dat briefje tot aan
„Droomen" en daar blijft het bij."
Michel had mij bang gemaakt. Ik gehoor
zaamde zonder tegen te spreken en de bsief
was gereed, toen de postbode kwam.
Ik had nog juist tijd om een bloemstuk te
vervaardigen voor de lunch, waaraan de Perals
en nog eenige vrienden waren uitgenoodigd.
Dien dag wilde ik geen andere bloemen dan
roode rozen, zooals die een zeker balkon ginds
in de Rijnprovincie omlijsten. Ik maakte een
prachtige mand, smaakvol en licht die mij de
complimenten van het geheele gezelschap be
zorgde.
„Nooit heb je nog zoo iets prachtigs ge
maakt," zei tante goedkeurend.
Mijnheer Peral voegde er aan toe, dat de
groote bloemisten niets beters konden leveren.
„Och," zei ik, „het was ook zoo gemakkelijk,
omdat die rozen zoo mooi zijn."
Ik bloosde, omdat Michel mij veelbeteeke-
nend aankeek: hij wist, waar ik de inspiratie
had opgedaan.
Het was dat jaar de eerste maal, dat Georges
Peral op Saint Flavien kwam lunchen. Einde
lijk gunde hij zich een paar dagen vacantie.
Zijn moeder beweerde, dat hij veel te veel
werkte en ja, het was waar, hij was verma
gerd en verbleekt, hij had niet meer dat ronae
gelaat, waarop de gezondheid een blos legde.
Ik kon hem niet meer dien dikzak van een
Georges noemen, maar toch kon ik in hem
niet den held van Marianne's luchtkasteelen
zien. Wel een, held,, maar dan een zeer be
scheiden, dat moest ik erkennen, want hij
wist zoo netjes het gesprek af te leiden, toen
tante Madeleine hem feliciteerde naar aanlei
ding van de redding van Paulette, dat men
ophield er over te spreken en er niet meer op
terugkwam. Die redding werd een gewoon ge
val, zoo eenvoudig, zoo banaal, dat het de
moeite niet waard was. Zelfs mevr. Peral,
die toch haar zoon bewonderde, scheen het niet
begrepen te hebben, dat hij werkelijk gevaar
had geloopen gedurende dien vreeselijken storm,
waaraan ik zonder ontroering niet meer denken
kon. De verwoesting in haar tuin scheen
mevrouw Peral veel meer te interesseeren.
„Mijn rozenstruiken liggen plat tegen den
gróndik heb geen enkelen pruim meer en de
late kersen, u weet wel, beste vriendin, die
kersen, waarop ik zoo trotsch waswelnu,
u zult ze bij mij dit jaar niet meer eten.
Georges is er wanhopig over, want die kersen
boom, dat was het eenige in onzen tuin, waar
hij belang in stelde."
Ik keek hem geamuseerd aan.... Denise.
cerise, die woorden klonken mij opeens in de
ooren! Was zijn voorkeur voor kersen dan niet
enkel een eenvoudige woordspelling, gemaakt te
mijner eere?
Op dat oogenblik keken wij toevallig elkan
der aan en ik zag in zijn oogen een lach-
duiveltje dansen, dan wendde hij zijn gelaat af
en zei heel ernstig: „Ja, ik houd veel van
kersen."
J„Dus de kersen interesseearen u meer dan de
rozen?" vroeg ik.
van dit instituut, waarvoor op de begrooting
2150.is uitgetrokken.
De belangen van de groote gezinnen worden
opgenomen door den heer VAN DITSHUIZEN
(RE), die het aantal gezinswoningen voor een
stad van 35.000 inwoners veel te gering vindt.
Wethouder PRINS (S.DA.P.) antwoordt hier
op, dat de bouwvereeniging Leo XIII slechts
een drietal gezinswoningen destijds heeft aan
gevraagd, terwijl de andere bouwvereenigingen
er geen behoefte aan hadden. Het verwijt geldt
dus niet B. en W.
De voorzitter is ook van meening, dat de
Woningbeurs weinig uitricht, doch daar deze
dienst door een ambtenaar van het stadhuis
wordt verricht, wordt aan dit bedrag bij op
heffing van de woningbeurs toch niet ontkomen.
Er moet ernstig onderzocht worden om dit in
stituut op te heffen of krachtiger ter hand te
nemen.
De motie-FlentroD komt in stemming en-
wordt mes 6 tegen 17 stemmen verworpen (de
partijgenoot van den heer Flentrop, wethouder
Hallie, stemde tegen).
Bij het onderwijs spreekt de heer BOSMAN
(RB.A.P.) zijn angst uit, dat de openbare scho
len door de bijzondere scholen langzamerhand
verdrongen worden. InZaandam gaat 43 pCt.
van de schoolgaande kinderen naar de bijzon
dere scholen. Vooral de bijbel op de lagere
school blijkt een nachtmerrie voor den RB.
AR.er te zijn. Spr. beveelt den Raad warm
aan het adres van den uit zijn richting voortko
menden Vrouwenbond, die aan alle schoolgaande
kinderen melk wil verstrekken
De communist MAKKINGER komt met een
nieuw troetelkindje, n.l. de Marxistische Ar
beidersschool, waarvoor hij in een motie een
subsidie van f 100.vraagt voor z.g. cultureele
doeleinden. Ook de melk-aangelegenheid wordt
in een voorstel overgegoten-
De heer KROMMENDIJK (A-R.) ontkent, dat
de drang om den bijbel op de lagere school weer
in te voeren, niet komt van de voorstanders
van bijzondere scholen. Spr. protesteert tegen
opmerkingen als „geloof is opium voor bet
volk".
Dat er in het land van melk en honing zoo
weinig melk wordt gebruikt, spijt den heer
BRINKMAN (VD.) en spr. juicht het voorstel
om gratis melk op de scholen te verstrekken
van harte dan ook toe, maar of inwilliging
mogelijk is moet eerst terdege onderzocht wor
den. De overweging om dit adres in prea-advies
te nemen lijkt spr. het beste. Verder komt het
dalende concentratievermogen van de school
gaande kinderen ter sprake.
Voor schoolreisjes vraagt de heer EMMER
(SDA.P.) in een motie een bijdrage van f 400.
Op uitvoerige wijze worden de verschillende
sprekers door den Wethouder beantwoord.
Autotocht voor ouden van dagen. Onder
begunstiging van fraai zomerweer hebben de
Gestichtsouden van dagen Woensdag hun jaar
lij kschen auto-tocht gehouden. De reis was dit
maal naar Bergen, alwaar volop werd genoten
van cte natuur en de verschillende verrassingen,
die den ouden van dagen waren toebedacht. De
belangstelling bij den terugtocht, waaraan ver
scheidene muziekkorpsen hun medewerking
verleenden, was buitengewoon groot en zooals
elk jaar enthousiast en joviaal. De lange co
lonne van auto's werd aan de Bloemgracht
ontbonden.
„Dat ligt er aan. Ik houd zeer veel van
donkerroode rozen."
Hij zei dat, terwijl hij het middenstuk van
roode rozen beschouwde, waarover hij alleen mij
geen compliment had gemaakt.
„Wat? Houdt u van roode rozen?" riep ik ver
baasd uit. Was het mogelijk dat Georges dien
smaak bezat evenals mijn Robert?
Na de lunch werd een partijtje bridge geor
ganiseerd. Me dunkt, dat als ik vaker kon spelen,
ik er dol op zou worden, maar ik speel niet goed
en ik word alleen uitgenoodigd als het niet
anders kan. Toen de gasten aan twee tafeltjes
waren gezeten, bleef ik over met juffrouw
Brissot en Georges.
„Vind u het niet vervelend," vroeg ik hem-
„Heelemaal niet, ik houd er niet van op
klaarlichten dag kaart te spelen."
„Wat zullen wij dan doen?"
„Ga naar het Rozenpark." stelde Michel voor,
die bezig was de kaarten te schudden.
Wij gingen naar rozen kijken. Dus die goede
Georges is een liefhebber van de koningin
der bloemen. Ik bemerkte dat weldra, toen hij
roten beschouwde, er aan rook, ze voorzichtig
aanraakte en een oogenblik wilde gaan zitten
onder het prieël, dat den ingang vormt.
„Wat 'n liefelijk tafereel," zei hij, terwijl hij
lachend naar mij keek te midden der wilde
takken, die om mij heenvielen.
„(Wordt vervolgd)