Heimwee Zes en twintig arrestaties ZONDAG 28 JUNI 1936 LEEKEPREEKEN NIEUWE RIJKSBEMIDDELAAR Mr. Verschuur in de plaats van prof. Aalberse ONZE VLOOT Jaarvergadering te Rotterdam STAATSSPOORWEGEN EN H. IJ. S. M. Dividend bepaald op 4 pCt. Gouden doctoraten Doode hand-belasting Wijziging der beperking van den schuld enaftrek PADVINDERSDEMONSTRATIE IN DEN HAAG Minister Colijn houdt een toespraak Staking bij Ringspoor opgeheven Eischen der grondwerkers gedeel telijk ingewilligd R. K. SMEDENPATROONS BIJEEN Th. Ketelaar overleden Lid der Tweede Kamer, oud- Gedeputeerde en oud-Wet houder van Amsterdam Maatschappij tot bevordering der toonkunst Diefstal en heling van scheeps- benoodigdheden te Rotterdam Al te goedkoop Het houdt niet op TWEE PERSONEN WEGENS DIEFSTAL AANGEHOUDEN MILITAIRE PENSIOENEN EN DEVALUATIE Het lijden van dezen tijdWanneer Sint Paulus daarvan spreekt, dan be doelt hij niet het leed, hetwelk de menschheid alleen in zijn eigen tijd te ver duren had, maar het lijden van de geheele we reld van Adam's zondeval tot aan haar ver gaan. Wij zijn geneigd om eigen persoonlijk leed en dat van de eigen tijdsperiode zwaarder te achten dan dat van anderen en van vroegere tijden. Zoo gevoelen wij ons in de drukkende tijdsomstandigheden, waaronder ons geslacht thans leven moet, zwaar beproefd en wij zien spijtig om naar voorbije tijden, waarin de menschheid lachte, danste, zich veilig en be haaglijk voelde. En toch: in het algemeene uiterlijke beeld kunnen licht en schaduw elkaar sterk afwisselen, over het geheel genomen is de menschheid altijd onder lijden gebukt ge gaan. Juist tijdperken, die in de geschiedenis glansen door hooge beschaving, kunst en we tenschap, zijn overrijk aan menschelijl; lijden geweest. Juist in zulke z.g. bloeiperioden namen wij waar: knechting van de massa door de z.g. hoogere of vrije standen; oorlog met al de ver schrikkingen van de slagvelden en dp onder drukking van de overwonnenen; snelle bevol kingsaanwas in de steden, zonder dat daarmee de hygiëne gelijken tred hield; uitzetting van industrie en geldwezen, wat voerde tot rijkdom van weinigen en loonslavernij van velen, 't Is onverstandig te trachten af te wegen, in wel ken tijd het meest geleden is. Het lijden is met Adam's val in de wereld gekomen en geen mensch, geen schepsel, geen tijd ontsnapt daar. aan. Daartegenover staat een troostrijke gedach te, die Sint Paulus ons in zijn Romeinenbrief voorhoudt. Het lijden van dezen tijd is niet te vergelijken bij de toekomstige heerlijkheid, welke in ons zal geopenbaard worden Er is geen verhouding tusschen aardsch leed en he- melsch geluk. Immers, hoe groot menschelijk leed ook moge zijn, het kan niet langer dan enkele tientallen jaren duren; en ver volgens: menschelijk leed is niet grooter dan onze zwakke krachten dragen kunnen; zoodra het daarboven uit gaat bezwijken wij en ein digt daarmee het lijden. Hemelsch geluk ech ter is groot als de bron van alle geluk: God zelf. Het lijden is een groot mysterie, waarin zich te verdiepen veel nut kan brengen. Waarom is er zooveel leed in de wereld; waarom laat God, de algoede en barmhartige dit toe; hoe weten wij, dat al dit leed werkelijk iri vreugde zal verkeeren? Ziedaar vragen, welke zich her haaldelijk aan ons opdoen, vooral in dezen tijd, nu er zooveel en zoo algemeen geleden wordt. Sint Paulus heeft inzijn brief aan de Ro meinen op al die vragen afdoend antwoord gegeven. Wij weten, zegt hij, dat heel de schepping- zucht en in barenswee is tot nu toe. Hiermee bedoelt de apostel niet er.kel de menschheid, maar heel de schepping, ook de redelooze. Daar is een voortdurende strijd in, op, boven en onder den aardbol. In de lucht eten de kleine vogels de insecten en de groote vogels de kleinen op. In de bosschen en strui ken tot onder den bodem toe, ja tot in de zee en op den zeebodem worden dagelijks ontelbare wezens gedood en lijden millioenen hevige pijnen in den strijd om het bestaan. Dat alles zou geen zin hebben, wanneer er geen einddoel ach ter zat. Oorspronkelijk werd heel de kosmos geschapen in een harmonie van geluk en be stond er geen lijden. De smart kwam met de zonde; de zonde was de verstoring van de orde, van de harmonie der schepping. En sinds dien verzucht de geheele wereld om verlosssing. Voor den mensch is deze verlossing in zóóverre gekomen, dat hij door Christus' dood de ze kerheid heeft verkregen van een geopende hemelpoort na den dood. Maar de redelooze schepping blijft de gevolgen van de zonde dra gen als een voortdurend bewijs van de schrik wekkende grootte der beleediging Gods. Maat niet alleen zij, doch ook wij zelf, wij, redelijke schepsels, die de eerstelingen van den geest bezitten, dat is, wij christenen, die de eerste gaven van den H. Geest ontvangen hebben en dus door het doopsel en de genade naar de ziel verlost zijn, ook wij zuchten in ons binnenste in afwachting van de aanneming tot kinderen Gods, de verlossing van ons lichaam: Dit is het sterke bewijs, dat er op dit tijde lijke, dit vergankelijke, op dit voortdurend lij den en sterven een eeuwigheid van geluk moet volgen, dit verlangen en dit verwachten van heel de schepping. Onze ziel is, zooals Vondel zong, als de naald in het kompas, die steeds haar het Noorden trekr, naar het „zalig honk" Waar zij thuis behoort en waartoe zij als met magnetische kracht wordt aangetrokken. Hieruit volgt ook, dat het lijden nuttig is en dat God er ons met wijsheid aan onderwbr- Pen heeft. Vrijwillig zullen wij het niet ge makkelijk kiezen, want de menschelijke natuur is afkeerig van smart. Maar God laat t.oe, dat de wereld in haar geheel en ieder afzonderlijk door lijden getroffen wordt, opdat de verwach ting van het eeuwige in ons wordt opgewekt en levendig blijve en wij van de slavernij van het bederf bevrijd zullen worden. Het lijden is de vuuroven voor de zielen. Wee degenen, die zeggen, dat zij zonder lijden door het leven gaan: zij hebben hun loon reeds hier ontvangen! Wee ook degenen, die het lijdenver- achten en het op alle mogelijke wijzen trachten te ontvluchten en morren tegen het lot, dat hen, volgens hun meening, zoo slecht bedeelt Zij Versmaden het eenige middel om hun ziel zalig te maken. Wij zijn allen aan de ijdelheid on derworpen, dat wil zeggen: de wereld, het aard- sche, het vergankelijke trekt ons aan. Wij zijn Zinnelijke menschen, onze oogen, onze handen, onze tong, onze lusten vragen voortdurend om bevrediging. Steeds loopen wij gevaar misbruik te maken van de schepping door overdaad en Zinnelijkheid. Weelde, genot, uiterlijke schoonheid, trekken ons aan en maat houden in het genieten is moeilijk. Van jongs af leert ons de ervaring, dat iedere zonde zich zelf straft: na iedere overdaad volgt walging, na uitgelatenheid in zinking, eenzaamheid na feestsedruisch, na iedere misdaad de knaging van het geweten. Voor de meesten is echter dat „berouw na de zonde" niet voldoende. De lust is sterker dan de afschrik voor de gevolgen van het kwaad. Daarom is het lijden nuttig. Het herinnert ons pijnlijk aan de vergankelijkheid der dingen, aan de broosheid van ons eigen bestaan en aan de ijdelheid van roem, menschelijke eer. rijkdom en schoonheid. Het lijden, mits in christelijken geest gedragen, trekt ons van dat vergankelijke af en is een wegwijzer naar ons einddoel. In zooverre zijn zorgen en moeilijkheden, zijn lichamelijke en geestelijke smarten weldaden. Slechts door onzen eigen hoogmoed kunnen deze genaden ons ten verderve strekken. Al te vaak komt het voor, dat wij hoogmoedige men schen tegen wat zij noemen het kwa'de noodlot zien worstelen. Hun eigen fouten hebben hen In ongelegenheid gebracht; zware zorgen druk ken op hen, rooven hun den slaap in einde- looze nachten. Die moeilijkheden moesten hen tot inkeer brengen; hen van ongeregelde eer zucht, geldzucht of andere valsche begeerten aftrekken. Maar zij worstelen door tot zij een uitweg vinden naar een gelegenheid, waar zij hun wierook voor hun zelfgemaakte afgoden kunnen blijven branden. Zij maken zichzelf wijs, dat zij de overwinning hebben behaald. Zij hebben echter van het lijden slechts de gif tige planten van het onkruid in plaats van christelijke vruchten van ootmoed geplukt; zij hebben niet tegen zichzelf, niet tegen maar voor hun eigen booze lusten gevochten Er. het lijden, de zorgen, de moeilijkheden zuilen in verdubbelde mate terugkeeren, als God hun ten minste nog genade wil schenken. Zóó moet het lijden een loutering van de ziel zijn en een opwekking van hoop en verwach ting op een beter leven. De christen, die zóó het lijden begrijpt, zegt met den heiligen man Job: ook wanneer de Heer mij neerslaat tot den dood, zal ik op Hem hopen! Heel zijn leven is aldus juist door zorgen, moeilijkheden en lijden, een voortdu rende verwachting van een eeuwige toekomst, een heimwee naar betere gewesten. LIBRA. Naar ons ter oor-e komt, is zeer binnenkort de benoeming van oud-minister mr. T. J. Verschuur, tot rijksbemiddelaar in het vierde district te verwachten, ter voorziening in de vacature, ont staan door het aftreden van prof, mr. P. J. M. Aalberse als zoodanig. r Onder voorzitterschap van den heer N. van Zalinge is Zaterdag in het Sociëteitsgebouw van de Kon. Roei- en Zeilvereeniging „De Maas" te Rotterdam de jaarïijksche algemeene verga dering van de Koninklijke Nederlandsche ver- eeniging „Onze Vloot" gehouden. De voorzitter bracht in zijn openingsrede hulde aan zijn voor ganger, den heer H,. M. van Bemmelen, thans eere-voorzitter van „Onze Vloot", die meer dan 22 jaar blijk heeft gegeven verknocht te zijn aan de vereeniging. Spr. bepleitte de noodzaak van popularisee ring van onze marine, waartoe de vertooning van de film over den tocht van de K 18, zoo wel hier te lande als in Indië reeds veel heeft bijgedragen. Aan H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana werden telegrammen van aan hankelijkheid en trouw gezonden. Ook aan den eere-voorzitter, die wegens ziekte verhinderd was de vergadering bij te wonen, werd een te legram gezonden. Bij acclamatie werd het aftredende lid van het hoofdbestuur, de heer N J. J. van Rijn van Alkemade, tot eerelid der vereeniging be noemd. De verslagen van den secretaris-penningmees ter, jhr. C. A. L. van der Wijck, werden on veranderd goedgekeurd. De vereeniging telde bij de intrede van dit jaar 4790 leden. Het aantal afdeelingen is met een vermeerderd, door her oprichting van een afdeeling te Medan. De periodiek aftredende leden van 't hoofd bestuur, de heeren H. G. J- Uilkens, Ch. J. I. M. Welter en jhr. C. A. L. van der Wijck, wer den bij acclamatie herkozen. Ter voorziening in de vacatures, ontstaan door het overlijden van jhr. mr. J. W. Schorer, door het bedanken van de heeren A. L. Bóe- lens en N. J. J. van Rijn van Alkemade en ter aanvulling van een nog bestaande vacature, wer den tot lid van het hoofdbestuur benoemd de heeren L. C. M. van Eendenburg, J. C, E. baron van Lijnden, J. C. Mollema en C. Poortman. In de vacature-Poortman is met algemeene stem men tot lid van den Algemeenen Raad be noemd prof. jhr. mr. B .C. de Savornin Lohman. In den middag werd per boot een excursie ge maakt naar Hr. Ms. kruiser „De Ruyter" re Schiedam. i In de Zaterdag te Utrecht gehouden jaar- lijksche vergaderingen van aandeelhouders der N. V. Maatschappij tot exploitatie van Staats spoorwegen en der N.V. Hollandsche IJzeren Spoorweg-maatschappij werden de balans en de winst- en verliesrekeningen over 1935 vastge steld, nadat beide vergaderingen op voorstel van den Staat als aandeelhouder tot eenige wijzigingen in de door de directie voorgelegde en door den raad van commissarissen goedge keurde stukken hadden besloten. Het dividend over 1935 werd zoowel voor S.S, als voor K.S. bepaald op 4 pet. In verband met evenbedcelde wijzigingen zal het gedrukte jaarverslag eerst over eenige weken verschij nen. Woensdag 1 Juli a.s. zal het vijftig jaar geleden zijn, dat mr. E. Lankhout te Amsterdam, oud-ad vocaat en procureur, aan de Leidsche Universi teit promoveerde tot doctor in de rechtsgeleerd heid. Donderdag 2 Juli a.s. zal het vijftig jaar gele den zijn dat Jhr. mr. J. L. W. C. von Weiier te 's-Gravenhage, oud-vice-president van het ge rechtshof aldaar, aan de Leidsche universiteit promoveerde tot doctor in de rechtsgeleerdheid. Het R.K. Tweede Kamerlid van Poll heeft een amendement voorgesteld op artikel 1 van het ontwerp van wet tot wijziging van de be perking van den schuldenaftrek voor de belas ting van de doode hand. Ter toelichting schrijft de heer van Poll: De door den minister voorgestelde wijziging beoogt schulden, geen verband houdende met inrichtingen, welke, bij de berekening van het zuiver vermogen van instellingen van de doode handj buiten aanmerking blijven, voor aftrek in aanmerking te doen komen. Het amendement wil ook schulden, welke op dergelijke van de belasting vrijgestelde inrich tingen zijn gevestigd, van het totale vermogen eener instelling van de doode hand afgetrokken zien, behalve, wanneer en voor zoover, krach tens letter f. van artikel 4, voor de waarde dier schuld reeds vrijstelling werd gegeven. In het vooruitzicht van de wereldjamboree 1937 hebben Zaterdagmiddag op het Malieveld in Den Haag zestig deputaties van zes padvin ders, alzoo in totaal 360 verkenners, allen van het district Den Haag van de Nederlandsche padvinders en de Katholieke verkenners, een serie demonstraties gegeven, welke door ver scheidene autoriteiten en door een belangstel lende menigte werden bijgewoond. Op het voor hen gereserveerde podium waren aanwezig de minister-president, dr. H. Colijn die met een hartelijk applaus werd verwel- ,komd de ministers Deckers en Slotemaker de Bruine, de commandant van het veldleger, luit.-generaal jhr. W. Röell, de chef van den marinestaf, vice-admiraal J. de Graaff, de hoofdverkenner, Staatsraad Rambonnet, de pre sident en eenige leden van den Hoogen Raad der Nederlanden en anderen. De demonstraties begonnen te half vier met vendelzwaaien en tromgeroffel, tijdens hetwelk de patrouilles zich achter hun kampplaatsen in een breeden halven cirkel opstelden. Verder werden een vlagdoorgeef-estafette tusschen alle deelnemende patrouilles, een serie belangwek kende oefeningen van Donkozakken per rijwiel door verkenners van de Pieter Maritzgroep uit Delft in hun blauw-witte tenue, morrisdansen door zes verkenners van de gouden pijl-groep, omgeven door rope-spinners en jakardraaiers, ten beste gegeven, een en ander gevolgd door het inrichten van een kampement en besloten met een vlaggendemonstratie van de wereld broederschap op Nederlandschen grond. Dr. COLIJN sprak daarop de jongens toe en gaf zijn bewondering te kennen voor de vaar digheid, waarmee de demonstraties waren uit gevoerd. De minister zeide daardoor ten zeer ste getroffen te zijn, niet alleen door die vaar digheid, maar meer nog door den geest van samenwerking, die hier heerschte en waardoor opnieuw is getoond, dat wij, bij alle verschei denheid in onze maatschappelijke verhoudingen, één volk zijn (applaus). Deze samenwerking strekt zich buiten de grenzen uit tot een wereld- broederschap, waarin de jeugd van alle landen in haar padvindersbeweging, voorgaat. Gij, Nederlandsche padvinders aldus spr. zult straks op de wereldjamboree hebben te toonen, dat onze Hollandsche jongens bij die van andere landen geenszins ten achter staan. Spreker noodigde allen uit, een driewerf „hoera" uit !ie roepen, ten "eerste vóór onze Koningin, vervolgens voor de vlaggen, van de 'aan de jamboréé' deelnemende naties,' voor den chief-scout, lord Baden Powell en voor den Nederlandschen hoofdverkenner. Aan deze uit- noodiging werd enthousiast en massaal gevolg gegeven. Hoofdverkenner Rambonnet deed hierna een driewerf hoera voor dr. Colijn weerklinken, dat met eenzelfde enthousiasme uit duizend kelen werd beantwoord. Aan de demonstraties, welke door bijzonder fraai zomerweer werden begunstigd, werd me dewerking verleend door het vrijwillig muziek corps van het derde half-regiment huzaren, welk korps o.a. het „Wilhelmus" ten gehoore bracht. Er was tenslotte gelegenheid tot bezichtiging van de padvinderskampen. Naar wij vernemen, besloot de directie van de Ballast Maatschappij, nadat de Rijksbemidde laar, mr. S- de Vries Czn., Vrijdag' een bezoek op de werken voor de Ringspoor te Diemen had gebracht, het aanbod, harerzijds gedaan, om het uurloon voor de grondwerkers voor Die- men van 48 op 50 cent te brengen, nog met 2 cent te verhoogen, zoodat het loon 52 cent werd. Voor Amsterdam was reeds 59 cent (het geen door de grondwerkers gevraagd was) in gewilligd. Ook met betrekking tot de vacantie- bons was van de zijde der Ballast Maatschappij toegezegd, dat deze verstrekt zouden worden. In een Zaterdag in het R. K. Vereenigings- gebouw te Diemen gehouden vergadering van de stakende grondwerkers werd met algemeene stemmen besloten op de voorstellen van de Ballast Maatschappij in te gaan, zoodat Maan dagochtend het werk aan de Ringspoor zal worden hervat. De Ned, R.K. Smedenpatroonsbond heeft Za terdagmiddag zijn negentiende bondsvergadering gehouden, onder voorzitterschap van den heer A. Hovers. De voorzitter hield een openingsrede, waarin hij constateerde, dat vele leden inzorgelijke fi- nancieele omstandigheden verkeeren. De veran derde techniek heeft veel werk weggenomen. On danks de sombere tijden echter gaat de bond vooruit. De aanstaande wet op de vestigings- eischen vormt een lichtpunt, ook voor smeden patroons. De nieuwe geestelijk-adviseur, de Z.Eerw. heer J. Sicking, conrector van „Mariënburg" te 's-Hertogenboscn, werd geïnstalleerd. De verga dering zong hem het lied „Roomsche Blijdschap" toe. Herkozen werden als bestuursleden de heeren C. Bierens en G. Alders. Rector Sicking spoorde aan, daadwerkelijk gehoor te geven aan den oproep van Z. H, den Paus tot de katholieke actie. Ten slotte heeft drs. Jansen, adjunct directeur van het R. K. Middenstandsbureau, een algemeen overzicht gegeven van den in houd van het wetsontwerp betreffende de ves- tigingseischen. Heden worden eenige voorstel len van huishoudelijken aard afgehandeld. In den namiddag zullen de leden een auto tocht maken, aangeboden door den kring Den Haag ter gelegenheid van zijn 25-jarig be staan, v s r«v sb «fit Zaterdagmiddag om half vijf is te Amster dam overleden het Tweede Kamerlid Th M. Ketelaar. Theodoor Matthieu Ketelaar werd op 6 Mei 1864 te Amsterdam geboren. Hij koos zich een loopbaan bij het onderwijs en volgde daartoe de kweekschool voor onderwijzers in ;ijr. ge boortestad, waar hij van 1882 tot 1897 zich aan de opvoeding van de jeugd wijdde. In dit laatste jaar werd hij voor den Vrijzinnig De- mocratischen Bond tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal gekozen, waar hij op 21 December 1897 zitting nam. Van dezen tak van volksvertegenwoordiging is hij tot zijn dood lid gebleven voor genoemden bond Als oud-onderwijzer vond hij zijn taak vooral op onderwijsgebied. Nog tijdens zijn onderwijzersjaren, in 1889, werd hij secretaris van den Bond van Neder landsche Onderwijzers en redacteur van het or gaan „De Bode". Hij bleef dit tot 1907, toen hij werd benoemd tot schoolopziener in het arrondissement Hilver sum, terwijl hetzelfde jaar zijn verkiezing tot lid van den raad der gemeente Amsterdam bracht. Beide functies gaf de heer Ketelaar op in 1912, toen hij, na een zeven-jarig lid- Th. M. KETELAAR maatschap van de pro vinciale Staten van Noord-Holland, werd gekozen tot Gedepu teerde. Als lid van het'college van Gedeputeerde Staten heeft hij tot 1923 gearbeid; daarna was hij weder lid van den gemeenteraad van de hoofdstad, welken hij thans door den dood ont valt. Van 1925 tot 1927 bekleedde de heer Ke telaar het ambt van wethouder van Onderwijs en Kunstzaken. Belangrijk werk heeft de heer Ketelaar ook verricht als penningmeester van het Centraal Genootschap voor kinderstellingsoorden en va- cantiekolonies, welke functie de overledene se dert 1906 vervulde. Dit genootschap heeft als teeken van rouw de vlag op alle koloniehuizen en op het kantoor te Amsterdam halfstok ge- heschen. De maatschappij' tot bevordering der toon kunst heeft Zaterdag onder leiding van jhr. mr. dr. E. A. van Beresteyn, in de Doelezaal te Enkhuizen vergaderd. Vrijdagavond kwamen de leden van het hoofdbestuur en de afgevaardig den der afdeelingen reeds naar de stad aan het IJselmeer waar het bestuur der afdeeling Enkhuizen hun een concert aanbood. De algemeene vergadering werd bijgewoond door een zeventigtal personen. In de vacature van den algemeen penningmeester, mr. H. H. van den Berg, werd gekozen mr. Cnoop Koop- mans A. Jzn.; in de plaats van den onder voorzitter, den heer J. C. Tadema, werd voor- loopig benoemd mr. L. P. A. M. van Ogtrop. Beide aftredende bestuursleden werden op voorstel van het hoofdbestuur benoemd tot le den van verdienste. Het bestuursvoorstel tot samenwerking van Toonkunst met het Kon. Ned. Zangersverbond en den Bond van gemengde zangverenigin gen, werd aanvaard. Na afloop der vergadering had ten stadhuize een officieele ontvangst plaats. De rivierpolitie te Rotterdam heeft, zco- als wij in een gedeelte van onze vorige op lage meldden, in de laatste veertien dagen in totaal zes en twintig personen gearres teerd in verband met diefstal en heling van scheepsbenoodigdheden ten nadeele van twee Rotterdamsche firma's. Tien personen zijn in het huis van be waring opgesloten, terwijl tegen zestien anderen proces-verbaal is opgemaakt we gens schuldheling. In totaal werd gedurende de laatste ander half jaar voor ruim een paar duizend gulden aan dekkleeden en andere benoodigdheden ontvreemd. Eenige weken geleden werd aan de rivier politie te Rotterdam mededeeling gedaan, dat sedert geruimen tijd touw en staaldraad in Rot terdam werden verhandeld tegen prijzen, waar voor deze artikelen in werkelijkheid niet kun nen worden geleverd. Daar dit de politie zeer verdacht voorkwam, werd besloten een onder zoek in te stellen. Toen men inmiddels over nadere inlichtingen cïe beschikking had gekre gen, begaf de politie zich in den nacht van 9 op 10 Juni j.l. aan boord van het schip van den 48-jarigen beurtschiDper A. A. uit Philipsland, dat aan de Spaansche Kade lag. Het gevolg daarvan was, dat de politie aan boord van bedoeld schip een partij touw en staaldraad, een waarde vertegenwoordigende van ruim tachtig gulden, in beslag kon nemen, terwijl de beurtschipper A. A. in bewaring werd gesteld. Op het bureau van de rivierpolitie verklaarde deze aanvankelijk, dit partijtje goederen van een hem onbekenden man gekocht te hebben op de Spaansche Kade. Na voortgezet verhoor deelde de man mede, een en ander gekocht te hebben in een café aan de Nieuwe Haven, waar de 48-jarige caféhouder A. C. hem in contact had gebracht met den verkooper. die de goe deren tevens zou vervoerd hebben. Op 10 Juni d.a.v. werd A. C. aangehouden en als verdacht van heling opgesloten. Op aan wijzing van bovengenoemden café-houder kon de politie daarna overgaan tot de arrestatie van twee scheepstuigers, n.l. den 56-jarigen J. V. en eten 40-jarigen H. G., die beiden ge durende vele jaren in betrekking waren bij eep. firma in scheepsbenoodigdheden, welke geves tigd is aan de Boompjes. Beide mannen hebben bekend, zich sedert geruimen tijd aan diefstal ten nadeele van hun firma te hebben schuldig gemaakt. Het toeval wilde, dat de politie inmiddels ter oore was ge komen, dat op den daarop volgenden dag de 60-jarige beurtschipper A. V. uit Tiel geweigerd had, een partij scheepsbenoodigdheden. die aan zijn walhuisje aan de Boompjes bezorgd was door J. V. en H. G„ ter verzending in ontvangst te nemen. In verband met een en ander rees bij de po litie het vermoeden, dat de beurtschipper uit Tiel wel eens bij vorige gelegenheden op derge lijke wijze scheepsbenoodigdheden zou hebben betrokken. Op grond daarvan heeft de politie te Tiel een partij goederen in beslag genomen. De schipper werd als verdacht van heling in bewaring gesteld. Tevens werd een onderzoek ingesteld in het café van den 45-jarigen C. G. in de omgeving van de Boompjes, waarbij in een kelder van de keuken van dit café een vat olie, eenig gereedschap en een hoeveelheid touw en staaldraad, van misdrijf afkomstig, in beslag werden genomen. De caféhouder C. G. is daarna in bewaring gesteld. Zoowel uit de verklaringen van beide scheeps tuigers als van den caféhouder C. G. kwam vast te staan, dat een groot deel van de ont vreemde goederen mede betrokken werden door den 37-jarigen havenarbeider W. C. B., die ook wegens heling gearresteerd is. Het bleek, dat de dieven herhaaldelijk aan den havenarbeider W. C. B., zelfs op bestelling, goederen hadden ge leverd, waarna deze het gestolene bij schippers bezorgde. Hij leverde dus om zoo te zeggen uit voorraad. Na een verder ingesteld onderzoek heeft de politie in Middelburg en Goes bij een aantal beurtschippers groote hoeveelheden touw en staaldraad in beslag genomen, die van diefstal afkomstig waren. Bij deze beurtschippers werd tevens in beslag genomen een aantal dekklee den, waarvan verklaard werd, dat zij gekocht waren van W. C. B., die, naar de herkomst van bedoelde dekkleeden ondervraagd, zeide, ze van een chauffeur van een aan de Boompjes geves tigds huurderij van dekkleeden te hebben ge kocht. Naar aanleiding hiervan is de 23-jarige chauffeur J. S. aangehouden. Aanvankelijk ver klaarde deze, met de geheele zaak niets uit staande te hebben, maar daarna gaf hij toe, eerst met den 39-jarigen chauffeur J. C. H. S. en toen deze eenigen tijd geleden ontslagen was met diens collega, dsn 28-jarigen j. H. A. S., zich de dekkleeden wederrechtelijk te hebben toegeëigend. Alle drie personen zijn gearres teerd. Mede zijn in de laatste dagen aangehouden een zestiental beurtschippers, meerendeels uit Zeeuwsche plaatsen afkomstig, die echter, na opgemaakt proces-verbaal wegens schuldheling, op vrije voeten zijn gesteld. Een groot gedeelte van het gestolene is door de politie inmiddels opgespoord. Vrijdagmiddag heeft de politie te Leeuwar den gearresteerd den 28-jarigen J. J. van B., woonachtig aldaar, die zich had schuldig ge maakt aan diefstal van een 10-tal rijwielen, eenige belastingmerken en verscheidene por- temonnaies met inhoud. In verband met vorenstaande diefstallen werd later op den dag terzake van Heling aan gehouden de 31-jarige D. van der V., eveneens te Leeuwarden woonachtig. Beide verdachten zullen ter beschikking van den Officier van Justitie worden gesteld. Het hoofdbestuur van den Algemeenen Militai ren Pensioenbond, te Amersfoort in vergadering bijeen op 25 Juni, heeft een motie aangenomen, waarin het als zijn meening uitspreekt, dat deva luatie voor de militair-gepensionneerden in het algemeen en voor de oud-gepensionneerden in 't bijzonder niet minder dan een ramp zou be tee kenen. Het doet een beroep op de Regeering en het Nederlandsche volk. zich met alle kracht tegen devaluatie te verzetten en roept alle gepension- neerden op, zich eensgezind en met kracht te keeren tegen hen, die devaluatie propafeeren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 5