Hel
a
3
ïït&wHfml van dm dag
Tuimelt je en Kruimeltje in het Kabouterland
ft
HEDENDAAGSCHE KERK
MUZIEK
De onbekende Verloofde
DONDERDAG 9 JULI 1936
W a ter staatsper soneel
vergadert
„De salarieering is dermate ge
daald, dat het ethisch minimum
tüerd bereikt, ja zelfs in
meerdere gevallen
overschreden
Een incident
De salarieering
'TNEDERIANDSCHE
DAMESVERBAND
UIT DEN OMTREK
BENNEBROEK
HEEMSTEDE
VELSEN
ZANDVOORT
ZAANDAM
is alleen
au, v, ge
Pomtel^eesPereen I Pompelmoes
AANLEG WEGGEDEELTE
DOOR LEMAIRE
TT
Een compositie van beteekenis voor de he-
dendaagsche kerkmuziek is de onlangs
verschenen Mis van Jan Mul.*)
Wat dit sverk betreft: daarvan zullen wij niet
beweren, dat het volmaakter eigenschappen be
zit dan de Missa Diatonica van Andriessen,
noch dat het bij haar ten achter moet worden
gesteld; het vertoont naast veel verwantschap
ook groote verscnilpunten. welke naar het ons
voorkomt evenzoovele redenen tot vreugde
schenken.
De Missa „Causa nostrae laetitiae" van An-
driessen's leerling, Jan Mul, is geschreven voor
twee gelijke stemmen en fluit, waarmede de
jonge musicus een nieuwen weg inslaat, die ons
evenzeer verrast als verblijdt. Het feit, dat deze
compositie de kerkelijke goedkeuring heeft ver
worven, opent tegelijkertijd nieuwe mogelijkhe
den voor hen, die meenen in dezen geest iets
eigens te kunnen voortbrengen.
De nieuwe weg, waarvan wij spraken, zou men
ook den ouden weg kunnen noemen, want wan
neer eenige kerkmuziek den geest der middel-
eeuwsche bloeiperiode ademt, dan is het juist
deze. Ten eerste om de vocale en instrumentale
combinatie, ten tweede om den toonaard, ten
derde om de melodische bewogenheid.
Er schijnt een paradox te schuilen in ons ver
heugen om Mul's terugkeeren tot het oude en
in 't betreuren van Andriessen's wending, doch dit
is niet het geval.
Want waarheen Mul zich wendt is rechtstreeks
verwant met de psyche van het volk, met de ra
dicale muziek, die leefde in de ziel van den
middeleeuwer en nu nog leeft in de ziel van
ieder mensch, die niet bedorven is door het
kunstmatige. Mul grijpt terug naar de elemen
taire schoonheden, Andriessen naar gecultiveerde
en historisch gegroeide schoonheden.
In deze Mis „Causa nostrae laetitiae" zijn
naast vele schoone passages ook zwakkere plek
ken aan te wijzen; maar dat kan niet verhinde
ren, dat deze Mis in haar geheel een zeer vromen
indruk wekt.
Zoo kan mi) het thema, waarmede de fluit
het Kyrie inleidt, melodisch niet direct pakken,
doch wel in verschillende bewerkingen, waarin
het terugkeert. Daarentegen leidt de andere in
de fluit gebruikte melodie, welke in het Gloria
veelvuldig wordt toegepast tot verrassend mooie
resultaten. In dit verband herinner ik mij de
zeer goede werking van het Gratias agimus. Ook
de geheele passage in twee mollen vanaf het
begin tot het eind doet zeer devoot aan.
Er zou nog veel over deze dingen zijn te
schrijven, maar een al te gedetailleerde beschou
wing zou hier haar juiste plaats niet vinden.
J. H.
1) Uitgave Wed. van Rossum Utrecht, even
als de reeds eerder besproken Missa Diatonica
van H. Andriessen.
Woensdagmiddag begon in Hotel „Noord-
Brabant" te Utrecht de algemeene vergadering
van 6e Vereeniging van personeel in dienst bij
den Rijkswaterstaat „Eendracht maakt macht".
De voorzitter, de heer H. Groeneveld, her-
dacnt, na den leden het welkom te hebben toe
geroepen, allereerst de overleden vrienden.
Nimmer zijn in één jaar zoo'n groot aantai le
den door den dood de vereeniging ontvallen.
De belangen van het waterstaatspersoneel,
zoo vervolgt spr„ hebben een intense beharti
ging noodig.
De aanvallen op de positie van het rijksperso
neel waren en zijn niet van de lucht en hierbij
zit alweer het waterstaatspersoneel m een hoek,
waar niet de minste slagen neerkomen.
Bü alle verslechteringen der laatste jaren, is
het waterstaatspersoneel als één geheel gezien,
meermalen kunnen worden gered en werd dan
ook erger voorkomen.
Ten aanzien der 4e standplaatsklasse kunnen
we zulks niet getuigen, al valt niet te ontken
nen, dat er wel eenige gemeenten door onze
actie den dans zijn ontsprongen.
220 waterstaters nog verdere inzinking ge
bracht.
Een korting tot 18 pet. is hun deel geworden,
terwijl andere ambtenaren op dezelfde stand
plaats slechts 4 pet. en als maximum 8 pet. af
trek hebben.
De onrechtvaardige behandeling inzake de
salaris-korting zal bij de herziening der salaris
sen in 1937 ten volle onze aandacht moeten
hebben, opdat, naar we vertrouwen, het recht
tenslotte toch zal moeten zegevieren.
Meer en meer doet zich gevoelen het ont
breken van een vaste lijn, die als maatstaf kan
dienen bij de regeling der arbeidsdienst- en
rusttijden voor het waterstaatspersoneel.
De kleedingaftrek is zeer zeker veel te hoog.
De Minister zei toe deze kwestie nader te willen
bezien.
Inzake de rechtspositie hadden onze bemoei
ingen geen onbelangrijk resultaat. Over de pro
motie-regeling kunnen we niet enthousiast zijn.
Heden en mergen zullen besluiten u worden
voorgelegd om bekrachtigd te worden door de
vergadering.
Wat het Georganiseerd Overleg betreft, wor
den nog te veel personeelszaken buiten de
Commissie om geregeld. Het ledental blijft
stationnair, ja zelfs gaat het nog vooruit.
Aan het slot van zijn rede deelde de voor
zitter mede, dat hij einde 1936 den 60-jarigen
leeftijd heeft bereikt, waarop mede het 5-jarig
contract is geëindigd, dat hij met de vereeni
ging heeft. Het 12J4-jarig voorzitterschap valt
hiermee samen. Spr. dankt zijn medebestuurs
leden voor den steun, in deze periode onder
vonden. Vooral dankt hij ook den heer Zoeter,
het eerelid en den eenigen nog in leven zijn-
den oprichter.
Met de beste wenschen voor het welslagen
van deze 38e jaarvergadering, besloot spreker.
Van den Minister van Waterstaat, Jhr. Ir. O.
C. A. van Lidth de Jeude, was een telegram in
gekomen, waarin hij bestuur en leden een suc
cesvolle vergadering toewenschte en mededeel
de, verhinderd te zijn de vergadering bij te wo
nen.
Bij de bespreking van het bestuursbeleid werd
met waardeering de ijver van het bestuur ge
noemd. Voor vele groepen van het waterstaats
personeel heeft het bestuur verbeteringen we
ten te bereiken of verslechteringen tegen te
houden.
Slechts een enkel lid sprak over een minder
goede verctandhouding tusschen bestuur en af
delingsbesturen, doch de voorzitter deelde mee,
dat hem hierover nimmer klachten hebben be
reikt.
Een andere afgevaardigde drong erop aan,
dat niet op Zondag door de afdeelingen verga
derd zal worden. We zijn een neutrale vereeni
ging, aldus deze spreker en moeten ieders
meening eerbiedigen.
De twee aftredende leden van het dagelijksch
bestuur werden herkozen.
Er moest ook een gehonoreerd voorzitter
worden benoemd, in verband waarmee een
voorstel was ingediend om naast den voorzitter
een vrijgestelde te benoemen, teneinde bij
eventueele uittreding van den voorzitter te
kunnen beschikken over een persoon, die zich
voldoende heeft ingewerkt. Dit voorstel werd
door het bestuur ontraden.
Tusschen den indiener van dit voorstel en
den voorzitter ontstond over dit punt een hef
tige discussie.
De voorzitter bestreed, dat dit voorstel de
goedkeuring van de geheele afdeeling Noord-
Holland wegdroeg, en gaf als zijn meening te
kennen, dat de heer De Jong persoonlijk dit
voorstel wilde doordrijven.
De heer De Jong ontkende dit en betoogde,
dat de organisatorische weg gevolgd was.
Een andere vertegenwoordiger van den kring
Noord-Holland deelde mee, dat omtrent dit
punt op r.e kringvergadering geen enkel besluit
was genomen.
De heer De Jong had alleen verlof om over
dit punt op de algemeene vergadering te spre
ken.
Tenslotte wenschte de voorzitter het voorstel
in stemming te brengen, doch het werd niet
ondersteund.
De heer Groeneveld werd hierna voor den
tijd van één jaar weer benoemd tot bezoldigd
voorzitter.
Vervolgens werden de verschillende commis
sies benoemd.
Vandaag wordt het congres voortgezet.
De salarieering van het waterstaatspersoneel
is dermate gedaald, dat men gevoeglijk kan
zeggen, dat het ethisch-minimum werd bereikt,
Ja zelfs in meerdere gevallen overschreden is.
De positie en de dienstprestatie van ons per
soneel wordt zeer zeker vele malen onderschat.
Voor vele moeilijkheden zullen we komen te
staan en met tastbare overtuigende gegevens
zuilen we de positie van het waterstaatsperso
neel hebben te verdedigen.
De 4e klasse standplaatsindeeling heeft voor
j
Gunning Aan de N. V. Bouw- en Handels
maatschappij „Senco IV", alhier, is onders
hands opgedragen het bouwen van 3 villa's
te Voorburg.
Het onweer. Bij het hevig onweer Dins
dagmiddag sloeg de bliksem naast de Ned. Herv.
kerk alhier in een sloot. lindeboomen rond
om de kerk hebben waarschijnlijk het gebouw
voor vernieling gespaard. Er staat geen bliksem
afleider op den toren.
Aan den Spieringweg in Haarlemmermeer
werden twee vette koeien van den heer Mon
ster in de weide doodgeslagen en bij den heer
Schrama aan den Bennebroekerweg sloeg de
bliksem in het lichtnet en veroorzaakte veel
schade. De leiding van de electrische tram werd
op drie plaatsen geraakt, waardoor stagnatie
in den dienst ontstond; bij den heer J. van der
Schrier in de Bennebroekerlaan werd de licht-
leiding geraakt zonder dat veel schade werd
aangericht.
De Oranjefeesten. Naar wij vernamen, zul
len dit jaar weer Oranjefeesten gehouden wor
den. Als terrein waar de festiviteiten zullen
plaats hebben is „De Krakeling" gekozen, doch
een goede standplaats voor de wagens van de
exploitanten der vermakelijkheden heeft men
nog niet gevonden.
De feestelijkheden zullen gehouden worden
in September en zullen met kinderfeesten be
ginnen, gevolgd door wedstrijden, enz.
De schoolreisjes. Evenals andere jaren en
daartoe door de Ambachtsvrouwe Freule A. L.
Willink van Bennebroek in staat gesteld, zullen
de leerlingen van' alle scholen alhier, onder
leiding van het onderwijzend personeel, weer
een schoolreisje maken.
Lathyrustentoonstelling Zaterdag en Zon
dag houdt de Onderlinge Tuinliedenvereeniging
„Aerdenhout en Omstreken" haar jaarlijksche
Lathyrustentoonstelling in Café-Restaurant „Hof
van Heemstede", aan de Valkenburgerlaan.
Behalve Lathyrus zullen vermoedelijk ook
Orchideeën geëxposeerd worden, terwijl de zaal
verder zal aangevuld worden met eenige collec
ties afgesneden bloemen.
De tentoonstelling is geopend Zaterdag van
2 tot 10 uur n.m. en Zondag van 10 uur v.m. tot
10 uur n.m. en voor belangstellenden gratis
te bezichtigen.
De maximumsnelheid Op den rijksstraat
weg HaarlemLeiden geldt in de gemeente
Heemstede van Groenendaal tot Haarlem een
snelheidsbeperking van 30 K.M., waardoor deze
weg voor het snelverkeer feitelijk onbruikbaar is
geworden.
Aangezien voor niet-roekelooze weggebruikers
de weg ook bij een aanzienlijk grootere snelheid
geen gevaar oplevert, heeft de A. N. W. B. tot
het gemeentebestuur van Heemstede het ver
zoek gericht een snelheidsbeperking op dezen
weg te doen ophefen, of het maximum te ver-
hoogen.
Dit college heeft thans medegedeeld, dat het
besloten heeft, de maximumsnelheid op den
rijksweg binnen de kom der gemeente te ver-
hoogen tot 40 K.M.
Comité voor B-steun Ten aanzien van dc
regeling der uitbetaling wordt aan belangheb
benden het volgende medegedeeld:
Zooals op de bons staat aangegeven, moeten
deze zoo spoedig mogelijk met een gespecifi
ceerde rekening, waarop volledig naam en
adres van den leverancier, worden ingeleverd
bij het comité voor B-steun, Raadhuis Velsen.
Bü accoord-bevinding wordt een kwitantie
toegezonden, welke des Vrijdags van II12 u.
v.m. geïnd kan worden aan het Raadhuis te
Velsen.
Men wordt dringend verzocht de afrekening
niet pnnoodig uit te stellen.
Burgerlijke Stand Geboren: z. van W.
Minksde Boer; d. van M. OtteOtte; z. van
P. BoonStam; z. van E. BooijEylders; d.
van E. de KoningHenderiks; d. van A. M.
VisserVan der Valk; z van A. M. Nederkorn
Duineveld; z. van J. C. E. van Willigenburg—
Bonzet; z. van S. PostRoepere.
Ondertrouwd: E. van den Berge en A. van
Norde; H. Witlage en A. M. E. ter Veer; P.
Blok en L. Koger; J. Breur en E. Swart.
Getrouwd: M. G. M. van Kimmenaede en
M J. van Eeken; G. J. Hendriksen en V.
Brenko; M. Neef en E. Mars.
Overleden: J. Gomes, 13 j., z. van J. Gomes;
C. Galesloot, 63 j., wed. van Th. Huybregts;
H M. van Dijk, 70 j., wed. van S. H. Zand-
stra; J. Wijdenes, 29 j., echtgenoot van A.
Schol.
Vermist geweest Nadat door de Haarlem-
sche politie de opsporing was verzocht van een
11-jarigen jongen, die zonder medeweten van
zijn ouders van huis was gegaan, werd de ver
miste knaap door een strandpachthouder op
het strand aangetroffen in een badstoel.
Door de politie alhier is hij op transport ge
steld naar zijn ouderlijke woning te Haar
lem.
K. TER LAAN 65 JAAR
Het heeft Burgemester ter Laan op zijn 65en
verjaardag niet aan belangstelling ontbroken.
Toen de jarige op het gemeentehuis kwam
vond hij de Burgemeesterskamer keurig ver
sierd, terwül de Keuringskring Zaanstreek en 't
personeel van den dienst Openbare Werken
prachtige bloemstukken hadden gezondten.
Ook een paar meisjes van de Christelijke
lagere school aan de Klaas Katerstraat kwamen
een bloemetje aanbieden, een attentie die de
jarige zeer op prijs bleek te stellen.
In den loop van den morgen kwamten de wet
houders, de hoofden van takken van dienst, de
burgemeesters van Wormerveer, Oostzaan en
Westzaan en vele particulieren den heer ter
Laan gelukwenschen.
Aan de woning van dén Burgemeester waren
bloemstukken gekomen van de soc.-dem. raads
fractie, het personeel van het gementehuis, van
den havendienst, van den gemeentelijken ge
neeskundigendienst, en van de gasfabriek.
Voorts bloemen van de wethouders, den ge
meente-secretaris, van het Armbestuur en ver
dere instanties.
Daarnaast waren een aantal brieven binnen
gekomen uit vele kringen.
Des avonds hebben de muziekvereeniging
„Voorwaarts" en de arbeidersvereniging „Ex
celsior" eten muziekhulde gebracht, terwijl een
meisje van de A. J. C. een tuil roode bloemen
heeft aangeboden.
Met een hartelijk woord heeft burgemeester
ter Laan den verenigingen dank gebracht voor
deze hulde.
Met een leve de partij en leve Zaandam heeft
de jarige zijn sympathieke toespraak geëindigd.
Inbraakje In de school Kattegat is inge
broken, zonder dat er evtenwel iets vermist
wordt.
De nachtelijke bezoeker misschien zijn het
er twee geweest hebben eten kast opengebro
ken, doch daarin blijkbaar niets van hun ga
ding aangetroffen.
Burgerlijke Stand Geboren: Mathilda, d.
van L. Donker en G. van Klaveren; Jan Hen
drik, z. van J. H. Sieben en M. Kelderman;
Elsje, d. van J. Geugjes en E. Sopjes; Ida Ma
rie Luise, d. van G. van Daatzelaar en H. Bor-
mann; Eefje Marijtje, d. van W. Ernst en J.
Heij; Clasina, d. van L. Karten en E. Kolvers;
Jacobus Stephanus, z. van J. van Aart en M.
R. Horn; Johannes Gerardus, z. van J. Jansen
en B. Hin; Sijmon, z. van S. Kelder en G. Vet;
Rudolf, z. van J. Cammenga en A. M. Griit-
zen; Jan, z. van J. Sman en D. Glashouwer.
Ondertrouwd: J. J. de Vries en M. L. Schaap;
G. J. Reijling en L. H. Giard; H. J. Munts en
M. Brouwer; D. J. Plekker en G. Kerszemaker;
J. H. Westra en W. Dolleman; G. van Putten
en G. Groot; P. W. Koorn en E. H. P. de Dood;
S. Vet en K. de Boer; D. van Capelleveen en
J. A. Wes.
Gehuwd: A. Koning en J. M. Clijnk; W.
Korver en A. P. de Groot; A. J. Kaal en A.
Meinen..
Overleden: Marijtje Offenberg, 71 j., geh. m.
C. Blijenburg; Foekje Houbein, oud 72 j., geh.
roet W. de Zwaan; Wilhelmina Doctor, oud 68
j., weduwe van J. Rensen; Jan Roos, oud 70 j.,
weduwnaar van M. Mooij; Antje Boerendans,
oud 80 j., weduwe van C. de Boer; Wilhelmina
van Swieten, oud 90 j., weduwe van B. P. van
Bohemen; Cornelia Rauchbaar, oud 69 j., wed.
van C. van der Velde.
Nou dè.-ag!" roept mevrouw pompelmoes
nog aan de buitendeur. Pats! De deur
slaat dicht en Pim Pompelmoes is met
zichzelf alleen.
Glunderend van tevredenheid wrijft meneer
Pompelmoes over zijn bollen omvang. God
dank, dat hij zijn wederhelft heeft kunnen be
wegen, hem op dat familiefuifje te excuseeren.
Ook met familie blijf je 't best goeie vrin
denop een afstand, is een van zün lijf
spreuken. Nu ja, vanavond, dat soireetje, daar
kan hü niet van buiten. Dan moet hü zich in
vol ornaat en hooge waardigheid laten zien.
Maar dan is er muziek en zang en een humo
rist.... dan hoef je niet te boomen en mis
schien een andermans huishouden door de
modder te halen. Dan kan je in een verdoken
hoekje gezapig zitten luisteren of niet!
en desnoods ongezien een tukje doen
Tot klokke acht dezen avond is meneer Pom
pelmoes onbestorven weduwnaar, wat niet meer
of minder beteekent dan: de baas in huis. Och,
alleen je eigen gezelschap mogen houden is ook
wel 'ns leuk! Je krijgt nooit verschil van
meening!
Om op temperatuur te komen meneer
Pompelmoes heeft een zwak voor 37 zes
schenkt hij een ouwe klare in. Niet gewend
zoo'n borrel ineens naar binnen te wippen
vrouwlief vergunt hem alleen slokje voor slokje
te nemen krügt hü een aanval van hoest.
uche! uche! uche! Drommels, dat is een boos
aardig hoestje! Dat gaat alleen weg door een
paar afzakkertjes. Hoeveel? Er is niemand
aanwezig om ze te tellen.
Zoo'n hoest kan evenwel het begin van een
ernstige bronchitis zijn, of misschien nog erger.
Daarom besluit meneer Pompelmoes een warm
bad te nemen. Bovendien heeft hij trek in 'n
stukje hartigheid. Terwijl het water in de kuip
loopt, zal hij spiegeleieren met ham bakken,
met behoorlijk peper en zout erop. Hij zoekt
en vindt zes eieren en een papiertje met ham.
De ham spreidt hij over de geheele pan uit en
daarna knakt hij alle zes de eitjes. Heerlük,
hoe het sist!
Ja, meneer Pompelmoes heeft een doodgoeie
vrouw, maar die vrouw heeft op haar beurteen
heel duur kookboek over „De crisis en onze
voeding." Wat daarin staat is eenvoudig voor
haar een evangelie. „Teveel eiwit is schadelijk
voor de gezondheid," orakelt de schrijfster.
Daarom gunt mevrouw Pompelmoes haar man
niet meer dan één eitje per dag, bü het ont
bijt. Nu Firn zichzelf gezelschap moet houden,
zal hij 't er eens van nemen!
Terwijl hij in de keuken de zesling uit de
pan eet en stukje voor stukje op zijn mes naar
zijn mond brengt gelukkig, dat zijn vrouw
het niet ziet! wordt er gebeld.
Meneer Pompelmoes slaat de angst om het
hart. Bezoek kan hij niet gebruiken. Zich niet
thuis houden is onmogelijk, want men heeft
hem voor het keukenraam zien zitten.
Hij trekt aan het touw en de buitendeur
vliegt open. Mevrouw Knibbel, geboren Knab
bel, uit het benedenhuis, komt op orkaanach
tige wijze informeeren, of meneer Pompelmoes
kan verklaren, waarom in haar badkamer de
kalk met groote brokken uit het plafond valt.
En het water loopt met straaltjes langs den
muur. Of hij, meneer Pompelmoes, van
meening is, dat het 8e'd op haar, mevrouw
Knibbel geboren Knabbel's, rug groeit!?
„Ik vlieg al, ik vlieg al!" zegt meneer Pom
pelmoes en slaat de deur voor haar neus dicht.
Dan ijlt hij met alles, wat voor dweil en vaat
doek kan dienen een onderrok van zijn eega
incluis naar de badkamer, om den waters
nood te bedwingen. Het is waarlijk geen grapje!
Na een poosje is meneer Pompelmoes zoo
ver, dat hü de badkuip met een bezoek kan
vereeren. De waterverplaatsing is zoo geweldig,
dat heele golven over den rand klotsen. Maar
wat hindert dat?! Bij mevrouw Knibbel ge
boren Knabbel is de boel toch eenmaal nat.
Wat maakt die ziel een drukte, 't Is toch maar
schoon water! En heerlijk warm!
Vervolgens gaat hij spelevaren, met het
zeepbakje.... de spons.... den thermo
meter.... Zün beide groote teenen, die verlei
delijk boven den waterspiegel uitsteken, zijn
een vijandelijk fort. Dat gaat hij torpedeeren,
Zijn oorlogsbodems ontvangen een doopnaam..
Julius Caesar.... Karei de Stoute.... en
iililll
En het duurde niet lang, of stilletjes aan werden de kleine
kaboutertjes bewusteloos. Ik krijg toch zoo'n slaap zei Tuimel-
tje en hü zette zich tegen den aanrecht aan. Spoedig volgden
de anderen zün voorbeeld en daar lagen ze nu, allemaal be
wusteloos in de keuken. Ze hoorden niet eens dat er aan het
raam werd geklopt.
Het was de oude kabouterbaas. Kom er uit, wat zitten jullie
daar te doen, schreeuwde de bezorgde kabouter. Maar toen de
kleine kaboutertjes zich niet verroerden, werd de kabouterbaas
bang, dat er iets gebeurd was en sloeg met zün stevigen knuppel
de keukenramen stuk. Toen merkte hü gauw genoeg wat er
aan de hand was, hü kende dat gevaarlüke goedje wel, dat in
de keuken rondzwierf en vlug ging hü hulp halen.
Een voor een werden de stoute mannetjes naar het kabou
terpaleis gedragen. Tuimeltje was er het ergste aan toe, die
zag er uit om bang van te worden en toen Kruimeltje en de
anderen weer bü waren gekomen, vertelden ze wat er met
Tuimeltje gebeurd was. Ze droegen hem naar bed en de dokter
liet hem heelemaal met kaarsvet inwrijven. Dat hielp goed
voor de pün vertelde de geleerde kabouter.
Mickey Mouse. Zün tweedeelig fort noemt hü
Knibbelknabbel. Wacht, hü zal er Julius Cae
sar eens op afsturen! Maar de aanval van Ju
lius Caesar, in de wandeling thermometer ge
noemd, wordt glansrijk afgeslagen....
Na zün warm- iin
waterkuur ont-
nieuw genot. Hij
geneert zich niet
om met afhan-
gende bretels en
een pantalon met vouwen als een olifanten
slurf door het huis te sloffen. En in den salon
durft hij waarachtig een pijpje op te steken.
Tegen den middag gaat hij zonder boordje
om inkoopen doen, in 't groot. Paling in gelei,
sardientjes, zure zult, rolmops, leverpastei, ui
aardige kleine busjes en potjes, Leidsche en
Edammer kaas om het verschil te onder
zoeken en een half dozijn knakworstjes. De
ouwe klare thuis mag hij niet verder aan
spreken, anders slaat zijn betere helft van er
gernis achterover. Daarom stapt hij ook een
slijterij binnen. En aangezien hij van drank
tenminste eenigermate verstand heeft, slaat hü
daarvan niet zooveel in, maar zorgt voor iets
goeds.
En dan begint thuis zijn Lucullusmaal. Als
hij dreigt te ontploffen en geen visch, worst
en kaas meer zien kan, is er nog meer dan
vier vijfde over. Eigenaardig, meneer Pompel
moes dacht wezenlijk, dat zijn maag en zün
eetlust greoter waren! Puffend graaft hij een
gat in den bak met vuilnis, deponeert de kos
telijke resten onderaan en begraaft ze onzicht
baar. Zijn vrouw hoeft niet te weten, dat hij
zoo verkwistend was.
Zuchtend dat deze dag van vrijheid zooveel
sneller verloopt dan andere dagen, gaat meneer
Pompelmoes toilet maken voor de soirée. Eer
hij in zijn avondkleedij zit, is er een stevig
uurtje verloopen. Daarvan komt drie kwartier
op rekening van zijn boordenknoopje, dat ge
woonlijk door zijn eega wordt gedresseerd. En
o ja, vergeet dat niet! hij heeft de kurk
van het in de slijterij gehaalde kruikje moeten
verwijderen en bij tijd en wijle den inhoud ge
keurd!
Als Pompelmoes in optima forma voor den
spiegel draait, ontdekt hij het portret van me-
vrow Pompelmoes aan den wand. Verdorie,
wat zit dat ding met stof! Vlug even opwrüven
met zün zijden lefdoekje. Als je 't goed naging,
was ze toch een knappe vrouw. Hij moest een
slok op haar gezondheid drinken. En een goede
vrouw nog een slok. Een lieve vrouw twee
slokken. En terwijl hij zoo nadenkt, vallen hem
een massa goede eigenschappen van zün vrouw
in, die allemaal een, twee of zelfs drie slokjes
waard zijn. En ook wanneer er geen druppel
meer uit het kruikje komt, weet hij nog zooveel
liefs en aardigs te vertellen dat hij er senti
menteel van wordt en in een fauteuil een
kwartiertje zoek brengt met vreugdetranen
schreien. Daarna haalt hü de rest van de
ouwe klare uit de kast hij heeft nu moed
gekregen en steekt hartroerende speeches af
tegen zijn wederhelft, die niet aanwezig is.
En ten laatste, wanneer alles uitgedronken
is, besluit hij ter afkoeling nog even wal visch je
te spelen. Bij het laatste slokje is hij op een
nieuw idee gekomen, een lumineus idee.
Met eenigszins lodderige oogen arriveert me
neer Pompelmoes weer in de badkamer en
neemt zich voor op te passen, dat de kuip nu
niet overloopt en het water beneden bij me
vrouw Knibbel geboren Knabbel terecht komt.
Dan komt ze weer bellen en heibel maken en
dat kan hij nu niet gebruiken; zijn hoofd doet
'm pijn! Meneer Knibbel heeft trouwens ook -
een brandkast, daar mocht hü eens mee
smüten!
Als de kuip vol is, stügt meneer Pompelmoes
tevreden over dezen gelukkigen dag in
volle wapenrusting in de badkuip, met zijn
smoking, zijn witte overhemd, zijn lakschoenen
en zijn parel.
Plotseling, juist wanneer hü een heele serie
leege eau-de-cologne-fleschjes in slagorde wil
scharen_ kijkt zijn oog strak op den bodem van
het water. Waarachtig, een parel! Een echte,
onvervalschte parel in dezen oceaan!!
Onmiddellijk degradeert meneer Pompelmoes
zichzelf van admiraal tot diepzee-duiker.
Glunderend van geluk sluit hij de parel in zün
hand.... en dommelt langzaam in slaap
vredig als een kinden droomt, dat zijn
vrouw weer terug is.
Zoo vindt hem 's avonds tegen tienen de
heele familie, die, ongerust geworden, met
mevrouw Pompelmoes naar huis is geü'ld. En
op de verontwaardigde gezichten staat te
lezen, dat men voor de eerste paar maanden
weer een fün onderwerp heeft om over te
kletsen.
„Mannen zün net kleine kinderen," denkt
mevrouw Pompelmoes je kunt ze nooit al
leen laten!"
En ze besluit, den volgenden dag een hartig
woordje met Pim te zullen spreken..,.
Ged. Staten van Noord-Holland hebben he
denmorgen te Haarlem aanbesteed: (bestek no.
175): het aanleggen van de aarden baan van
het gedeelte van den provincialen weg Hoorn
Enkhuizen tusschen een punt op ongeveer 520
M. ten Westen van de bebouwing te Venhui
zen en een punt op ongeveer 350 M. ten Westen
van de sluis in den Zeedijk te Broekerhaven en
van het gedeelte tusschen een punt van on
geveer 340 M. ten Oosten van die sluis en den
Streekweg onder Enkhuizen, alsmede het ma
ken van een gewalste fundeering voor de rij-
baan in bovengenoemde gedeelten aarden baan,
met bijkomende werken, in de gemeenten Hoog-
karspel, Venhuizen, Grootebroek, Bovenkarspel
en Enkhuizen.
Laagste inschrijfster was de firma A. Groot
te Woude voor 138.487.—.
39
Met startende oogen, een prop in de keel zit ik
daar, ik wil nergens meer aan denken, ik durf
niet uit de biüotheek gaan, want, me dunkt,
nu weet ieder wel, wat ik mijzelf niet durf be
kennen. Ik heb den moed niet de verwonderde
en nieuwsgierige blikken te trotseeren.
Een der dienstmeisjes moest mij komen waar
schuwen, dat voor de thee gedekt was onder
den grooten plataan en nu begreep ik, dat mijn
afwezigheid mijn situatie verergerde. Wat heeft
een brief te beteekenen zonder onderteekening
of aanhef? Die hem lezen, kunnen enkel ver
moeden, dat er eenige oneenigheid is gere
zen tusschen twee verliefden als Robert en ik.
Wat ben ik vandaag toch zenuwachtig. Ik
zoek allerlei redenen, om mü bang te maken!
Onder den plataan zijn allen bijeen, ook
oom, die eenige dagen bij ons is komen door
brengen. Niemand kijkt mü aan met de
nieuwsgierige blikken, waarvoor ik zoozeer be
ducht was. Ik luister verstrooid naar het ge
sprek en verneem de plannen, die tante heeft
gemaakt voor den volgenden Zondag.
«Fleurville is op het oogenblik onmogelük;
het strand wordt overstroomd door dagjes-
menschen, die wie weet waar vandaan komen.
Het Casino is ongenietbaar! Het is beter, dat
onze vrienden hier komen, mevr. Peral denkt
er juist zoo over."
Ik hoor eenige namen, die mij geen belang
stelling waard lijken.
„De Darolles, de Daubels...." Kük, dat trekt
toch mijn aandacht„De dokter!"Zoo,
dus ook de dokter!...." Mijnheer Servoix!,..."
Gelukkige Frangoisa
„Waar denk je aan," vraagt Michel, die zijn
stoel naast den mijnen geschoven heeft.
„Michel, heb je den brief gezien, dien ik aan
het schrijven was in de bibliotheek?"
„Je brief aan Robert? Ja, die is al weg."
„Wat? Weg? Michel, wat beteekent dat?"
De anderen houden zich bezig met de plan
nen van tante en daardoor kunnen wü, mijn
kameraad en ik, samen praten, zonder dat
iemand mün ontroering heeft gemerkt.
„Verlangt mejuffrouw uitleg?" vraagt mijn
neef lachend. „Wel: ik had je een lettertje ge
vraagd om in mün brief aan Robert in te
sluiten. Dadelük loop je naar de bibliotheek.
Ik kom er tien minuten later, vind er niemand,
maar wel een brief heel zichtbaar on het
schrijfbureau."
„Heel zichtbaar!" herhaalde ik bevend.
„Ik ga eens kijken, het is je schrift en lees:
„O, mijn onbekende verloofde...." dat is dus
voor RobertEn daar ik juist kwam, om je
brief met den münen naar de post te brengen,
neem ik het velletje postpapier, vouw het dub
bel en steek het in de envelODDe. waar het
adres van den armen banneling op staat."
„Heb je dat gedaan, Michel?"
„Moest dat niet?"
„Heb je den brief gelezen?"
„O, Denise' Voorzichtigheid en kieschheid,
dat is mijn devies."
„Heb je niet gezien dat de brief geen onder
teekening droeg?"
„Maar ik verzeker je, dat ik alleen maar het
opschrift heb gelezen."
Ik herademde. Hier was ten minste mün ge
heim niet ontdekt. Na de zenuwachtige opwin
ding had ik een reactie noodig.
„Wie had je gevraagd, om dien brief te ver
zenden?" vroeg ik nogal bits aan mün armen
neef. „Waar bemoei je je mee? Raakt men
aldus papieren aan, die iemand niet aangaan?
Kon je niet even op mü wachten? Stond de
brievenbus in brand?"
„Denise, hierop zou ik kunnen antwoorden,
dat als de bus in brand stond, ik zeker niet je
brief er naar toe zou gaan brengen. Maar ik
vraag mü af, waarom je zoo boos bent?"
„Ik ben niet boos, maar verontwaardigd. Je
veroorlooft je een brief aan Robert te sturen,
die...."
„Die?.... Wat beteekent dat, Denise, wil je
mü dat even zeggen?"
„Ik heb je geen uitlegging te geven. Je had
dat niet moeten doen; ik ben teleurgesteld....
heel ergdat is alles!"
„Ik had dus niet aan Robert een brief mogen
sturen, dien je hem geschreven had?"
„Och, die brief was niet voor hem."
-Wat. een brief met het QDschrift: Q. mün
onbekende verloofde? Is hü dan niet je onbe
kende verloofde?"
Hij boog zich tot mij om beter in mijn ge
zicht te kunnen zien en hernam: „Wie is dan
wel je onbekende verloofde?"
Ik werd zoo rood, dat ik gauw mün gericht
moest afwenden. Ik voelde den doordringenden
blik van Michel. Wat was er in dien blik, jets
zeer eigenaardigs en begrijpends! Ik wist het
niet, want ik had den moed niet om de oogen
tot hem op te slaan.
Een nieuwe kommer voegde zich bü de
andere: wat zou Robert denken van dien onvol-
tooiden brief? Hoe ,zou hü dat opnemen en wat
zou hü antwoorden? Maar op dien afgebroken
en hartstochtelijken brief heeft Robert de
Beaufeu nooit geantwoord.
HOOFDSTUK XX
Het personeel van Saint-Flavien is druk in
de weer: er is vandaag groote receptie op het
kasteel. Een lunch voor twintig personen en
een thee voor veertig.
Toen wij uit de kerk kwamen, waar wü de
Hoogmis hadden bügewoond, ging ik even eens
kijken in de eetzaal. Het was een mooi ge
zicht. Het breede balkonvenster, dat als een
lüst vormde voor het zonnige landschap, met
.den vijver achter de hooge berken, was reeds
genoeg om een indruk van ideale schoonheid
te gevten, maar tusschen de lambriseering met
gebeeldhouwde damspiegels ontplooide de tafel
de groote luxe van kristal, zwaar zilverwerk en
kant. Het bloemstuk in het midden en de guir-
tussohen. de borda» zün door den tuin-JLsaan
man geleverd, ik werd niet waardig gekeurd,
die te maken. De versiering van theerozen en
schitterend roode anjelieren is niet kwaad,
maar ik zou donkerroode en licht rose rozen
gekozen hebben.
Ik geef een complimentje aan den huis
knecht, die nog een en ander aan de tafel
verandert; verheugd over mijn loftuitingen
gaat hij heen. Nu ik alleen in de zaal ben,
waag ik het mijn hevige nieuwsgierigheid te
voldoen. Waar heeft men mij geplaatst? Aan
het eind van de tafel, tegenover het balkon
venster. Des te beter, ik heb daar het gezicht
op het verrukkelijk mooi landschap.
Mijn buren? Ik trek een leelijk gericht als
ik de namen lees: Maurice Darolles rechts en
Jacques Barry-Montier, een verre neef, verve
lend als drie dagen regenweer, links. En hij....
waar is hü geplaatst? Ah zoo, tusschen
Marianne en Lily. De andere buurman van
Marianne is mijnheer Servoix. Ja waarlük,
alles voor haar! En Francjoise tusschen dokter
Rtenaud en mijnheer d'Osmont. Wel, dat is
eenvoudig bespottelijk!
Zonder de minste scrupule plaats ik neef
Barry-Montier tusschen Marianne en Lily en...
op de teenen loopend breng ik de kaart van....
Daar gaat de deur open, ik word op heeter-
daad betrapt, eer ik de verwisseling tot stand
heb gebracht. Het is Michel, die ook al voort-
sluipt en wel verwonderd, maar niet blü is mij
te zien. „Kük eens aan," zegt hü- „Ben jü es
ook?"
,Och ja, ik ben even inspectie over de tafel
houden. .Mooi. niet waarft.'
Michel had de kaart bemerkt, die ik achter
mijn rug wilde verbergen. „Wf.t stop je daar
weg?" Dan lachend over hiel zijr. gezicht:
„Onder ons gezegd, Denise, kvtim ik juist zoo
als jü om te zien of er geen verbetering aan te
brengen was in de plaatsing der gasten. Je
bent mij alleen voor!" „Wiens plaats heb je
verzet, toen ik zoo te kwade ure binnenkwam?"
vroeg hü schalks.
„Och, van niemand, Michel!"
Maar hü had mün hand al gegrepen en
bekeek de kaart, die ik hem voor niets ter
wereld had willen toonen.
„Georges Peral!" riep hij uit. „Waar heb je
hem weggehaald en waar breng je hem?"
„Och, nergens!"
Het was eenvoudig bespottelijk en ik voelde
het wel, ik wist ook, dat ik zoo rood was als
de anjelieren, die de tafel versierden. Toen
verloor ik mijn zelfbeheersching onder den spot-
tenden blik van mijn neef.
Ik stotterde: „Och, je begrijpthij lükt
zoo op Roberthet zou mij pleizier hebben
gedaan, hem naast mü aan tafel te hebben."
Mijn neef keek mij lachend aan en dat
maakte, dat ik nog heviger bloosde.
Dan antwoordde hij heel kalm: „Natuurlijk,
Denise."
Toen Georges zün plaats had gekregen, ver
wisselde Michel nog een paar kaartten om
dichter bü Paulette Ginoux te zitten en tevre
den over onze kleine list, wilde hü mü mee
tronen uit de eetzaal.