Hel a 3 ïït&wHfml van dm dag Tuimelt je en Kruimeltje in het Kabouterland ft HEDENDAAGSCHE KERK MUZIEK De onbekende Verloofde DONDERDAG 9 JULI 1936 W a ter staatsper soneel vergadert „De salarieering is dermate ge daald, dat het ethisch minimum tüerd bereikt, ja zelfs in meerdere gevallen overschreden Een incident De salarieering 'TNEDERIANDSCHE DAMESVERBAND UIT DEN OMTREK BENNEBROEK HEEMSTEDE VELSEN ZANDVOORT ZAANDAM is alleen au, v, ge Pomtel^eesPereen I Pompelmoes AANLEG WEGGEDEELTE DOOR LEMAIRE TT Een compositie van beteekenis voor de he- dendaagsche kerkmuziek is de onlangs verschenen Mis van Jan Mul.*) Wat dit sverk betreft: daarvan zullen wij niet beweren, dat het volmaakter eigenschappen be zit dan de Missa Diatonica van Andriessen, noch dat het bij haar ten achter moet worden gesteld; het vertoont naast veel verwantschap ook groote verscnilpunten. welke naar het ons voorkomt evenzoovele redenen tot vreugde schenken. De Missa „Causa nostrae laetitiae" van An- driessen's leerling, Jan Mul, is geschreven voor twee gelijke stemmen en fluit, waarmede de jonge musicus een nieuwen weg inslaat, die ons evenzeer verrast als verblijdt. Het feit, dat deze compositie de kerkelijke goedkeuring heeft ver worven, opent tegelijkertijd nieuwe mogelijkhe den voor hen, die meenen in dezen geest iets eigens te kunnen voortbrengen. De nieuwe weg, waarvan wij spraken, zou men ook den ouden weg kunnen noemen, want wan neer eenige kerkmuziek den geest der middel- eeuwsche bloeiperiode ademt, dan is het juist deze. Ten eerste om de vocale en instrumentale combinatie, ten tweede om den toonaard, ten derde om de melodische bewogenheid. Er schijnt een paradox te schuilen in ons ver heugen om Mul's terugkeeren tot het oude en in 't betreuren van Andriessen's wending, doch dit is niet het geval. Want waarheen Mul zich wendt is rechtstreeks verwant met de psyche van het volk, met de ra dicale muziek, die leefde in de ziel van den middeleeuwer en nu nog leeft in de ziel van ieder mensch, die niet bedorven is door het kunstmatige. Mul grijpt terug naar de elemen taire schoonheden, Andriessen naar gecultiveerde en historisch gegroeide schoonheden. In deze Mis „Causa nostrae laetitiae" zijn naast vele schoone passages ook zwakkere plek ken aan te wijzen; maar dat kan niet verhinde ren, dat deze Mis in haar geheel een zeer vromen indruk wekt. Zoo kan mi) het thema, waarmede de fluit het Kyrie inleidt, melodisch niet direct pakken, doch wel in verschillende bewerkingen, waarin het terugkeert. Daarentegen leidt de andere in de fluit gebruikte melodie, welke in het Gloria veelvuldig wordt toegepast tot verrassend mooie resultaten. In dit verband herinner ik mij de zeer goede werking van het Gratias agimus. Ook de geheele passage in twee mollen vanaf het begin tot het eind doet zeer devoot aan. Er zou nog veel over deze dingen zijn te schrijven, maar een al te gedetailleerde beschou wing zou hier haar juiste plaats niet vinden. J. H. 1) Uitgave Wed. van Rossum Utrecht, even als de reeds eerder besproken Missa Diatonica van H. Andriessen. Woensdagmiddag begon in Hotel „Noord- Brabant" te Utrecht de algemeene vergadering van 6e Vereeniging van personeel in dienst bij den Rijkswaterstaat „Eendracht maakt macht". De voorzitter, de heer H. Groeneveld, her- dacnt, na den leden het welkom te hebben toe geroepen, allereerst de overleden vrienden. Nimmer zijn in één jaar zoo'n groot aantai le den door den dood de vereeniging ontvallen. De belangen van het waterstaatspersoneel, zoo vervolgt spr„ hebben een intense beharti ging noodig. De aanvallen op de positie van het rijksperso neel waren en zijn niet van de lucht en hierbij zit alweer het waterstaatspersoneel m een hoek, waar niet de minste slagen neerkomen. Bü alle verslechteringen der laatste jaren, is het waterstaatspersoneel als één geheel gezien, meermalen kunnen worden gered en werd dan ook erger voorkomen. Ten aanzien der 4e standplaatsklasse kunnen we zulks niet getuigen, al valt niet te ontken nen, dat er wel eenige gemeenten door onze actie den dans zijn ontsprongen. 220 waterstaters nog verdere inzinking ge bracht. Een korting tot 18 pet. is hun deel geworden, terwijl andere ambtenaren op dezelfde stand plaats slechts 4 pet. en als maximum 8 pet. af trek hebben. De onrechtvaardige behandeling inzake de salaris-korting zal bij de herziening der salaris sen in 1937 ten volle onze aandacht moeten hebben, opdat, naar we vertrouwen, het recht tenslotte toch zal moeten zegevieren. Meer en meer doet zich gevoelen het ont breken van een vaste lijn, die als maatstaf kan dienen bij de regeling der arbeidsdienst- en rusttijden voor het waterstaatspersoneel. De kleedingaftrek is zeer zeker veel te hoog. De Minister zei toe deze kwestie nader te willen bezien. Inzake de rechtspositie hadden onze bemoei ingen geen onbelangrijk resultaat. Over de pro motie-regeling kunnen we niet enthousiast zijn. Heden en mergen zullen besluiten u worden voorgelegd om bekrachtigd te worden door de vergadering. Wat het Georganiseerd Overleg betreft, wor den nog te veel personeelszaken buiten de Commissie om geregeld. Het ledental blijft stationnair, ja zelfs gaat het nog vooruit. Aan het slot van zijn rede deelde de voor zitter mede, dat hij einde 1936 den 60-jarigen leeftijd heeft bereikt, waarop mede het 5-jarig contract is geëindigd, dat hij met de vereeni ging heeft. Het 12J4-jarig voorzitterschap valt hiermee samen. Spr. dankt zijn medebestuurs leden voor den steun, in deze periode onder vonden. Vooral dankt hij ook den heer Zoeter, het eerelid en den eenigen nog in leven zijn- den oprichter. Met de beste wenschen voor het welslagen van deze 38e jaarvergadering, besloot spreker. Van den Minister van Waterstaat, Jhr. Ir. O. C. A. van Lidth de Jeude, was een telegram in gekomen, waarin hij bestuur en leden een suc cesvolle vergadering toewenschte en mededeel de, verhinderd te zijn de vergadering bij te wo nen. Bij de bespreking van het bestuursbeleid werd met waardeering de ijver van het bestuur ge noemd. Voor vele groepen van het waterstaats personeel heeft het bestuur verbeteringen we ten te bereiken of verslechteringen tegen te houden. Slechts een enkel lid sprak over een minder goede verctandhouding tusschen bestuur en af delingsbesturen, doch de voorzitter deelde mee, dat hem hierover nimmer klachten hebben be reikt. Een andere afgevaardigde drong erop aan, dat niet op Zondag door de afdeelingen verga derd zal worden. We zijn een neutrale vereeni ging, aldus deze spreker en moeten ieders meening eerbiedigen. De twee aftredende leden van het dagelijksch bestuur werden herkozen. Er moest ook een gehonoreerd voorzitter worden benoemd, in verband waarmee een voorstel was ingediend om naast den voorzitter een vrijgestelde te benoemen, teneinde bij eventueele uittreding van den voorzitter te kunnen beschikken over een persoon, die zich voldoende heeft ingewerkt. Dit voorstel werd door het bestuur ontraden. Tusschen den indiener van dit voorstel en den voorzitter ontstond over dit punt een hef tige discussie. De voorzitter bestreed, dat dit voorstel de goedkeuring van de geheele afdeeling Noord- Holland wegdroeg, en gaf als zijn meening te kennen, dat de heer De Jong persoonlijk dit voorstel wilde doordrijven. De heer De Jong ontkende dit en betoogde, dat de organisatorische weg gevolgd was. Een andere vertegenwoordiger van den kring Noord-Holland deelde mee, dat omtrent dit punt op r.e kringvergadering geen enkel besluit was genomen. De heer De Jong had alleen verlof om over dit punt op de algemeene vergadering te spre ken. Tenslotte wenschte de voorzitter het voorstel in stemming te brengen, doch het werd niet ondersteund. De heer Groeneveld werd hierna voor den tijd van één jaar weer benoemd tot bezoldigd voorzitter. Vervolgens werden de verschillende commis sies benoemd. Vandaag wordt het congres voortgezet. De salarieering van het waterstaatspersoneel is dermate gedaald, dat men gevoeglijk kan zeggen, dat het ethisch-minimum werd bereikt, Ja zelfs in meerdere gevallen overschreden is. De positie en de dienstprestatie van ons per soneel wordt zeer zeker vele malen onderschat. Voor vele moeilijkheden zullen we komen te staan en met tastbare overtuigende gegevens zuilen we de positie van het waterstaatsperso neel hebben te verdedigen. De 4e klasse standplaatsindeeling heeft voor j Gunning Aan de N. V. Bouw- en Handels maatschappij „Senco IV", alhier, is onders hands opgedragen het bouwen van 3 villa's te Voorburg. Het onweer. Bij het hevig onweer Dins dagmiddag sloeg de bliksem naast de Ned. Herv. kerk alhier in een sloot. lindeboomen rond om de kerk hebben waarschijnlijk het gebouw voor vernieling gespaard. Er staat geen bliksem afleider op den toren. Aan den Spieringweg in Haarlemmermeer werden twee vette koeien van den heer Mon ster in de weide doodgeslagen en bij den heer Schrama aan den Bennebroekerweg sloeg de bliksem in het lichtnet en veroorzaakte veel schade. De leiding van de electrische tram werd op drie plaatsen geraakt, waardoor stagnatie in den dienst ontstond; bij den heer J. van der Schrier in de Bennebroekerlaan werd de licht- leiding geraakt zonder dat veel schade werd aangericht. De Oranjefeesten. Naar wij vernamen, zul len dit jaar weer Oranjefeesten gehouden wor den. Als terrein waar de festiviteiten zullen plaats hebben is „De Krakeling" gekozen, doch een goede standplaats voor de wagens van de exploitanten der vermakelijkheden heeft men nog niet gevonden. De feestelijkheden zullen gehouden worden in September en zullen met kinderfeesten be ginnen, gevolgd door wedstrijden, enz. De schoolreisjes. Evenals andere jaren en daartoe door de Ambachtsvrouwe Freule A. L. Willink van Bennebroek in staat gesteld, zullen de leerlingen van' alle scholen alhier, onder leiding van het onderwijzend personeel, weer een schoolreisje maken. Lathyrustentoonstelling Zaterdag en Zon dag houdt de Onderlinge Tuinliedenvereeniging „Aerdenhout en Omstreken" haar jaarlijksche Lathyrustentoonstelling in Café-Restaurant „Hof van Heemstede", aan de Valkenburgerlaan. Behalve Lathyrus zullen vermoedelijk ook Orchideeën geëxposeerd worden, terwijl de zaal verder zal aangevuld worden met eenige collec ties afgesneden bloemen. De tentoonstelling is geopend Zaterdag van 2 tot 10 uur n.m. en Zondag van 10 uur v.m. tot 10 uur n.m. en voor belangstellenden gratis te bezichtigen. De maximumsnelheid Op den rijksstraat weg HaarlemLeiden geldt in de gemeente Heemstede van Groenendaal tot Haarlem een snelheidsbeperking van 30 K.M., waardoor deze weg voor het snelverkeer feitelijk onbruikbaar is geworden. Aangezien voor niet-roekelooze weggebruikers de weg ook bij een aanzienlijk grootere snelheid geen gevaar oplevert, heeft de A. N. W. B. tot het gemeentebestuur van Heemstede het ver zoek gericht een snelheidsbeperking op dezen weg te doen ophefen, of het maximum te ver- hoogen. Dit college heeft thans medegedeeld, dat het besloten heeft, de maximumsnelheid op den rijksweg binnen de kom der gemeente te ver- hoogen tot 40 K.M. Comité voor B-steun Ten aanzien van dc regeling der uitbetaling wordt aan belangheb benden het volgende medegedeeld: Zooals op de bons staat aangegeven, moeten deze zoo spoedig mogelijk met een gespecifi ceerde rekening, waarop volledig naam en adres van den leverancier, worden ingeleverd bij het comité voor B-steun, Raadhuis Velsen. Bü accoord-bevinding wordt een kwitantie toegezonden, welke des Vrijdags van II12 u. v.m. geïnd kan worden aan het Raadhuis te Velsen. Men wordt dringend verzocht de afrekening niet pnnoodig uit te stellen. Burgerlijke Stand Geboren: z. van W. Minksde Boer; d. van M. OtteOtte; z. van P. BoonStam; z. van E. BooijEylders; d. van E. de KoningHenderiks; d. van A. M. VisserVan der Valk; z van A. M. Nederkorn Duineveld; z. van J. C. E. van Willigenburg— Bonzet; z. van S. PostRoepere. Ondertrouwd: E. van den Berge en A. van Norde; H. Witlage en A. M. E. ter Veer; P. Blok en L. Koger; J. Breur en E. Swart. Getrouwd: M. G. M. van Kimmenaede en M J. van Eeken; G. J. Hendriksen en V. Brenko; M. Neef en E. Mars. Overleden: J. Gomes, 13 j., z. van J. Gomes; C. Galesloot, 63 j., wed. van Th. Huybregts; H M. van Dijk, 70 j., wed. van S. H. Zand- stra; J. Wijdenes, 29 j., echtgenoot van A. Schol. Vermist geweest Nadat door de Haarlem- sche politie de opsporing was verzocht van een 11-jarigen jongen, die zonder medeweten van zijn ouders van huis was gegaan, werd de ver miste knaap door een strandpachthouder op het strand aangetroffen in een badstoel. Door de politie alhier is hij op transport ge steld naar zijn ouderlijke woning te Haar lem. K. TER LAAN 65 JAAR Het heeft Burgemester ter Laan op zijn 65en verjaardag niet aan belangstelling ontbroken. Toen de jarige op het gemeentehuis kwam vond hij de Burgemeesterskamer keurig ver sierd, terwül de Keuringskring Zaanstreek en 't personeel van den dienst Openbare Werken prachtige bloemstukken hadden gezondten. Ook een paar meisjes van de Christelijke lagere school aan de Klaas Katerstraat kwamen een bloemetje aanbieden, een attentie die de jarige zeer op prijs bleek te stellen. In den loop van den morgen kwamten de wet houders, de hoofden van takken van dienst, de burgemeesters van Wormerveer, Oostzaan en Westzaan en vele particulieren den heer ter Laan gelukwenschen. Aan de woning van dén Burgemeester waren bloemstukken gekomen van de soc.-dem. raads fractie, het personeel van het gementehuis, van den havendienst, van den gemeentelijken ge neeskundigendienst, en van de gasfabriek. Voorts bloemen van de wethouders, den ge meente-secretaris, van het Armbestuur en ver dere instanties. Daarnaast waren een aantal brieven binnen gekomen uit vele kringen. Des avonds hebben de muziekvereeniging „Voorwaarts" en de arbeidersvereniging „Ex celsior" eten muziekhulde gebracht, terwijl een meisje van de A. J. C. een tuil roode bloemen heeft aangeboden. Met een hartelijk woord heeft burgemeester ter Laan den verenigingen dank gebracht voor deze hulde. Met een leve de partij en leve Zaandam heeft de jarige zijn sympathieke toespraak geëindigd. Inbraakje In de school Kattegat is inge broken, zonder dat er evtenwel iets vermist wordt. De nachtelijke bezoeker misschien zijn het er twee geweest hebben eten kast opengebro ken, doch daarin blijkbaar niets van hun ga ding aangetroffen. Burgerlijke Stand Geboren: Mathilda, d. van L. Donker en G. van Klaveren; Jan Hen drik, z. van J. H. Sieben en M. Kelderman; Elsje, d. van J. Geugjes en E. Sopjes; Ida Ma rie Luise, d. van G. van Daatzelaar en H. Bor- mann; Eefje Marijtje, d. van W. Ernst en J. Heij; Clasina, d. van L. Karten en E. Kolvers; Jacobus Stephanus, z. van J. van Aart en M. R. Horn; Johannes Gerardus, z. van J. Jansen en B. Hin; Sijmon, z. van S. Kelder en G. Vet; Rudolf, z. van J. Cammenga en A. M. Griit- zen; Jan, z. van J. Sman en D. Glashouwer. Ondertrouwd: J. J. de Vries en M. L. Schaap; G. J. Reijling en L. H. Giard; H. J. Munts en M. Brouwer; D. J. Plekker en G. Kerszemaker; J. H. Westra en W. Dolleman; G. van Putten en G. Groot; P. W. Koorn en E. H. P. de Dood; S. Vet en K. de Boer; D. van Capelleveen en J. A. Wes. Gehuwd: A. Koning en J. M. Clijnk; W. Korver en A. P. de Groot; A. J. Kaal en A. Meinen.. Overleden: Marijtje Offenberg, 71 j., geh. m. C. Blijenburg; Foekje Houbein, oud 72 j., geh. roet W. de Zwaan; Wilhelmina Doctor, oud 68 j., weduwe van J. Rensen; Jan Roos, oud 70 j., weduwnaar van M. Mooij; Antje Boerendans, oud 80 j., weduwe van C. de Boer; Wilhelmina van Swieten, oud 90 j., weduwe van B. P. van Bohemen; Cornelia Rauchbaar, oud 69 j., wed. van C. van der Velde. Nou dè.-ag!" roept mevrouw pompelmoes nog aan de buitendeur. Pats! De deur slaat dicht en Pim Pompelmoes is met zichzelf alleen. Glunderend van tevredenheid wrijft meneer Pompelmoes over zijn bollen omvang. God dank, dat hij zijn wederhelft heeft kunnen be wegen, hem op dat familiefuifje te excuseeren. Ook met familie blijf je 't best goeie vrin denop een afstand, is een van zün lijf spreuken. Nu ja, vanavond, dat soireetje, daar kan hü niet van buiten. Dan moet hü zich in vol ornaat en hooge waardigheid laten zien. Maar dan is er muziek en zang en een humo rist.... dan hoef je niet te boomen en mis schien een andermans huishouden door de modder te halen. Dan kan je in een verdoken hoekje gezapig zitten luisteren of niet! en desnoods ongezien een tukje doen Tot klokke acht dezen avond is meneer Pom pelmoes onbestorven weduwnaar, wat niet meer of minder beteekent dan: de baas in huis. Och, alleen je eigen gezelschap mogen houden is ook wel 'ns leuk! Je krijgt nooit verschil van meening! Om op temperatuur te komen meneer Pompelmoes heeft een zwak voor 37 zes schenkt hij een ouwe klare in. Niet gewend zoo'n borrel ineens naar binnen te wippen vrouwlief vergunt hem alleen slokje voor slokje te nemen krügt hü een aanval van hoest. uche! uche! uche! Drommels, dat is een boos aardig hoestje! Dat gaat alleen weg door een paar afzakkertjes. Hoeveel? Er is niemand aanwezig om ze te tellen. Zoo'n hoest kan evenwel het begin van een ernstige bronchitis zijn, of misschien nog erger. Daarom besluit meneer Pompelmoes een warm bad te nemen. Bovendien heeft hij trek in 'n stukje hartigheid. Terwijl het water in de kuip loopt, zal hij spiegeleieren met ham bakken, met behoorlijk peper en zout erop. Hij zoekt en vindt zes eieren en een papiertje met ham. De ham spreidt hij over de geheele pan uit en daarna knakt hij alle zes de eitjes. Heerlük, hoe het sist! Ja, meneer Pompelmoes heeft een doodgoeie vrouw, maar die vrouw heeft op haar beurteen heel duur kookboek over „De crisis en onze voeding." Wat daarin staat is eenvoudig voor haar een evangelie. „Teveel eiwit is schadelijk voor de gezondheid," orakelt de schrijfster. Daarom gunt mevrouw Pompelmoes haar man niet meer dan één eitje per dag, bü het ont bijt. Nu Firn zichzelf gezelschap moet houden, zal hij 't er eens van nemen! Terwijl hij in de keuken de zesling uit de pan eet en stukje voor stukje op zijn mes naar zijn mond brengt gelukkig, dat zijn vrouw het niet ziet! wordt er gebeld. Meneer Pompelmoes slaat de angst om het hart. Bezoek kan hij niet gebruiken. Zich niet thuis houden is onmogelijk, want men heeft hem voor het keukenraam zien zitten. Hij trekt aan het touw en de buitendeur vliegt open. Mevrouw Knibbel, geboren Knab bel, uit het benedenhuis, komt op orkaanach tige wijze informeeren, of meneer Pompelmoes kan verklaren, waarom in haar badkamer de kalk met groote brokken uit het plafond valt. En het water loopt met straaltjes langs den muur. Of hij, meneer Pompelmoes, van meening is, dat het 8e'd op haar, mevrouw Knibbel geboren Knabbel's, rug groeit!? „Ik vlieg al, ik vlieg al!" zegt meneer Pom pelmoes en slaat de deur voor haar neus dicht. Dan ijlt hij met alles, wat voor dweil en vaat doek kan dienen een onderrok van zijn eega incluis naar de badkamer, om den waters nood te bedwingen. Het is waarlijk geen grapje! Na een poosje is meneer Pompelmoes zoo ver, dat hü de badkuip met een bezoek kan vereeren. De waterverplaatsing is zoo geweldig, dat heele golven over den rand klotsen. Maar wat hindert dat?! Bij mevrouw Knibbel ge boren Knabbel is de boel toch eenmaal nat. Wat maakt die ziel een drukte, 't Is toch maar schoon water! En heerlijk warm! Vervolgens gaat hij spelevaren, met het zeepbakje.... de spons.... den thermo meter.... Zün beide groote teenen, die verlei delijk boven den waterspiegel uitsteken, zijn een vijandelijk fort. Dat gaat hij torpedeeren, Zijn oorlogsbodems ontvangen een doopnaam.. Julius Caesar.... Karei de Stoute.... en iililll En het duurde niet lang, of stilletjes aan werden de kleine kaboutertjes bewusteloos. Ik krijg toch zoo'n slaap zei Tuimel- tje en hü zette zich tegen den aanrecht aan. Spoedig volgden de anderen zün voorbeeld en daar lagen ze nu, allemaal be wusteloos in de keuken. Ze hoorden niet eens dat er aan het raam werd geklopt. Het was de oude kabouterbaas. Kom er uit, wat zitten jullie daar te doen, schreeuwde de bezorgde kabouter. Maar toen de kleine kaboutertjes zich niet verroerden, werd de kabouterbaas bang, dat er iets gebeurd was en sloeg met zün stevigen knuppel de keukenramen stuk. Toen merkte hü gauw genoeg wat er aan de hand was, hü kende dat gevaarlüke goedje wel, dat in de keuken rondzwierf en vlug ging hü hulp halen. Een voor een werden de stoute mannetjes naar het kabou terpaleis gedragen. Tuimeltje was er het ergste aan toe, die zag er uit om bang van te worden en toen Kruimeltje en de anderen weer bü waren gekomen, vertelden ze wat er met Tuimeltje gebeurd was. Ze droegen hem naar bed en de dokter liet hem heelemaal met kaarsvet inwrijven. Dat hielp goed voor de pün vertelde de geleerde kabouter. Mickey Mouse. Zün tweedeelig fort noemt hü Knibbelknabbel. Wacht, hü zal er Julius Cae sar eens op afsturen! Maar de aanval van Ju lius Caesar, in de wandeling thermometer ge noemd, wordt glansrijk afgeslagen.... Na zün warm- iin waterkuur ont- nieuw genot. Hij geneert zich niet om met afhan- gende bretels en een pantalon met vouwen als een olifanten slurf door het huis te sloffen. En in den salon durft hij waarachtig een pijpje op te steken. Tegen den middag gaat hij zonder boordje om inkoopen doen, in 't groot. Paling in gelei, sardientjes, zure zult, rolmops, leverpastei, ui aardige kleine busjes en potjes, Leidsche en Edammer kaas om het verschil te onder zoeken en een half dozijn knakworstjes. De ouwe klare thuis mag hij niet verder aan spreken, anders slaat zijn betere helft van er gernis achterover. Daarom stapt hij ook een slijterij binnen. En aangezien hij van drank tenminste eenigermate verstand heeft, slaat hü daarvan niet zooveel in, maar zorgt voor iets goeds. En dan begint thuis zijn Lucullusmaal. Als hij dreigt te ontploffen en geen visch, worst en kaas meer zien kan, is er nog meer dan vier vijfde over. Eigenaardig, meneer Pompel moes dacht wezenlijk, dat zijn maag en zün eetlust greoter waren! Puffend graaft hij een gat in den bak met vuilnis, deponeert de kos telijke resten onderaan en begraaft ze onzicht baar. Zijn vrouw hoeft niet te weten, dat hij zoo verkwistend was. Zuchtend dat deze dag van vrijheid zooveel sneller verloopt dan andere dagen, gaat meneer Pompelmoes toilet maken voor de soirée. Eer hij in zijn avondkleedij zit, is er een stevig uurtje verloopen. Daarvan komt drie kwartier op rekening van zijn boordenknoopje, dat ge woonlijk door zijn eega wordt gedresseerd. En o ja, vergeet dat niet! hij heeft de kurk van het in de slijterij gehaalde kruikje moeten verwijderen en bij tijd en wijle den inhoud ge keurd! Als Pompelmoes in optima forma voor den spiegel draait, ontdekt hij het portret van me- vrow Pompelmoes aan den wand. Verdorie, wat zit dat ding met stof! Vlug even opwrüven met zün zijden lefdoekje. Als je 't goed naging, was ze toch een knappe vrouw. Hij moest een slok op haar gezondheid drinken. En een goede vrouw nog een slok. Een lieve vrouw twee slokken. En terwijl hij zoo nadenkt, vallen hem een massa goede eigenschappen van zün vrouw in, die allemaal een, twee of zelfs drie slokjes waard zijn. En ook wanneer er geen druppel meer uit het kruikje komt, weet hij nog zooveel liefs en aardigs te vertellen dat hij er senti menteel van wordt en in een fauteuil een kwartiertje zoek brengt met vreugdetranen schreien. Daarna haalt hü de rest van de ouwe klare uit de kast hij heeft nu moed gekregen en steekt hartroerende speeches af tegen zijn wederhelft, die niet aanwezig is. En ten laatste, wanneer alles uitgedronken is, besluit hij ter afkoeling nog even wal visch je te spelen. Bij het laatste slokje is hij op een nieuw idee gekomen, een lumineus idee. Met eenigszins lodderige oogen arriveert me neer Pompelmoes weer in de badkamer en neemt zich voor op te passen, dat de kuip nu niet overloopt en het water beneden bij me vrouw Knibbel geboren Knabbel terecht komt. Dan komt ze weer bellen en heibel maken en dat kan hij nu niet gebruiken; zijn hoofd doet 'm pijn! Meneer Knibbel heeft trouwens ook - een brandkast, daar mocht hü eens mee smüten! Als de kuip vol is, stügt meneer Pompelmoes tevreden over dezen gelukkigen dag in volle wapenrusting in de badkuip, met zijn smoking, zijn witte overhemd, zijn lakschoenen en zijn parel. Plotseling, juist wanneer hü een heele serie leege eau-de-cologne-fleschjes in slagorde wil scharen_ kijkt zijn oog strak op den bodem van het water. Waarachtig, een parel! Een echte, onvervalschte parel in dezen oceaan!! Onmiddellijk degradeert meneer Pompelmoes zichzelf van admiraal tot diepzee-duiker. Glunderend van geluk sluit hij de parel in zün hand.... en dommelt langzaam in slaap vredig als een kinden droomt, dat zijn vrouw weer terug is. Zoo vindt hem 's avonds tegen tienen de heele familie, die, ongerust geworden, met mevrouw Pompelmoes naar huis is geü'ld. En op de verontwaardigde gezichten staat te lezen, dat men voor de eerste paar maanden weer een fün onderwerp heeft om over te kletsen. „Mannen zün net kleine kinderen," denkt mevrouw Pompelmoes je kunt ze nooit al leen laten!" En ze besluit, den volgenden dag een hartig woordje met Pim te zullen spreken..,. Ged. Staten van Noord-Holland hebben he denmorgen te Haarlem aanbesteed: (bestek no. 175): het aanleggen van de aarden baan van het gedeelte van den provincialen weg Hoorn Enkhuizen tusschen een punt op ongeveer 520 M. ten Westen van de bebouwing te Venhui zen en een punt op ongeveer 350 M. ten Westen van de sluis in den Zeedijk te Broekerhaven en van het gedeelte tusschen een punt van on geveer 340 M. ten Oosten van die sluis en den Streekweg onder Enkhuizen, alsmede het ma ken van een gewalste fundeering voor de rij- baan in bovengenoemde gedeelten aarden baan, met bijkomende werken, in de gemeenten Hoog- karspel, Venhuizen, Grootebroek, Bovenkarspel en Enkhuizen. Laagste inschrijfster was de firma A. Groot te Woude voor 138.487.—. 39 Met startende oogen, een prop in de keel zit ik daar, ik wil nergens meer aan denken, ik durf niet uit de biüotheek gaan, want, me dunkt, nu weet ieder wel, wat ik mijzelf niet durf be kennen. Ik heb den moed niet de verwonderde en nieuwsgierige blikken te trotseeren. Een der dienstmeisjes moest mij komen waar schuwen, dat voor de thee gedekt was onder den grooten plataan en nu begreep ik, dat mijn afwezigheid mijn situatie verergerde. Wat heeft een brief te beteekenen zonder onderteekening of aanhef? Die hem lezen, kunnen enkel ver moeden, dat er eenige oneenigheid is gere zen tusschen twee verliefden als Robert en ik. Wat ben ik vandaag toch zenuwachtig. Ik zoek allerlei redenen, om mü bang te maken! Onder den plataan zijn allen bijeen, ook oom, die eenige dagen bij ons is komen door brengen. Niemand kijkt mü aan met de nieuwsgierige blikken, waarvoor ik zoozeer be ducht was. Ik luister verstrooid naar het ge sprek en verneem de plannen, die tante heeft gemaakt voor den volgenden Zondag. «Fleurville is op het oogenblik onmogelük; het strand wordt overstroomd door dagjes- menschen, die wie weet waar vandaan komen. Het Casino is ongenietbaar! Het is beter, dat onze vrienden hier komen, mevr. Peral denkt er juist zoo over." Ik hoor eenige namen, die mij geen belang stelling waard lijken. „De Darolles, de Daubels...." Kük, dat trekt toch mijn aandacht„De dokter!"Zoo, dus ook de dokter!...." Mijnheer Servoix!,..." Gelukkige Frangoisa „Waar denk je aan," vraagt Michel, die zijn stoel naast den mijnen geschoven heeft. „Michel, heb je den brief gezien, dien ik aan het schrijven was in de bibliotheek?" „Je brief aan Robert? Ja, die is al weg." „Wat? Weg? Michel, wat beteekent dat?" De anderen houden zich bezig met de plan nen van tante en daardoor kunnen wü, mijn kameraad en ik, samen praten, zonder dat iemand mün ontroering heeft gemerkt. „Verlangt mejuffrouw uitleg?" vraagt mijn neef lachend. „Wel: ik had je een lettertje ge vraagd om in mün brief aan Robert in te sluiten. Dadelük loop je naar de bibliotheek. Ik kom er tien minuten later, vind er niemand, maar wel een brief heel zichtbaar on het schrijfbureau." „Heel zichtbaar!" herhaalde ik bevend. „Ik ga eens kijken, het is je schrift en lees: „O, mijn onbekende verloofde...." dat is dus voor RobertEn daar ik juist kwam, om je brief met den münen naar de post te brengen, neem ik het velletje postpapier, vouw het dub bel en steek het in de envelODDe. waar het adres van den armen banneling op staat." „Heb je dat gedaan, Michel?" „Moest dat niet?" „Heb je den brief gelezen?" „O, Denise' Voorzichtigheid en kieschheid, dat is mijn devies." „Heb je niet gezien dat de brief geen onder teekening droeg?" „Maar ik verzeker je, dat ik alleen maar het opschrift heb gelezen." Ik herademde. Hier was ten minste mün ge heim niet ontdekt. Na de zenuwachtige opwin ding had ik een reactie noodig. „Wie had je gevraagd, om dien brief te ver zenden?" vroeg ik nogal bits aan mün armen neef. „Waar bemoei je je mee? Raakt men aldus papieren aan, die iemand niet aangaan? Kon je niet even op mü wachten? Stond de brievenbus in brand?" „Denise, hierop zou ik kunnen antwoorden, dat als de bus in brand stond, ik zeker niet je brief er naar toe zou gaan brengen. Maar ik vraag mü af, waarom je zoo boos bent?" „Ik ben niet boos, maar verontwaardigd. Je veroorlooft je een brief aan Robert te sturen, die...." „Die?.... Wat beteekent dat, Denise, wil je mü dat even zeggen?" „Ik heb je geen uitlegging te geven. Je had dat niet moeten doen; ik ben teleurgesteld.... heel ergdat is alles!" „Ik had dus niet aan Robert een brief mogen sturen, dien je hem geschreven had?" „Och, die brief was niet voor hem." -Wat. een brief met het QDschrift: Q. mün onbekende verloofde? Is hü dan niet je onbe kende verloofde?" Hij boog zich tot mij om beter in mijn ge zicht te kunnen zien en hernam: „Wie is dan wel je onbekende verloofde?" Ik werd zoo rood, dat ik gauw mün gericht moest afwenden. Ik voelde den doordringenden blik van Michel. Wat was er in dien blik, jets zeer eigenaardigs en begrijpends! Ik wist het niet, want ik had den moed niet om de oogen tot hem op te slaan. Een nieuwe kommer voegde zich bü de andere: wat zou Robert denken van dien onvol- tooiden brief? Hoe ,zou hü dat opnemen en wat zou hü antwoorden? Maar op dien afgebroken en hartstochtelijken brief heeft Robert de Beaufeu nooit geantwoord. HOOFDSTUK XX Het personeel van Saint-Flavien is druk in de weer: er is vandaag groote receptie op het kasteel. Een lunch voor twintig personen en een thee voor veertig. Toen wij uit de kerk kwamen, waar wü de Hoogmis hadden bügewoond, ging ik even eens kijken in de eetzaal. Het was een mooi ge zicht. Het breede balkonvenster, dat als een lüst vormde voor het zonnige landschap, met .den vijver achter de hooge berken, was reeds genoeg om een indruk van ideale schoonheid te gevten, maar tusschen de lambriseering met gebeeldhouwde damspiegels ontplooide de tafel de groote luxe van kristal, zwaar zilverwerk en kant. Het bloemstuk in het midden en de guir- tussohen. de borda» zün door den tuin-JLsaan man geleverd, ik werd niet waardig gekeurd, die te maken. De versiering van theerozen en schitterend roode anjelieren is niet kwaad, maar ik zou donkerroode en licht rose rozen gekozen hebben. Ik geef een complimentje aan den huis knecht, die nog een en ander aan de tafel verandert; verheugd over mijn loftuitingen gaat hij heen. Nu ik alleen in de zaal ben, waag ik het mijn hevige nieuwsgierigheid te voldoen. Waar heeft men mij geplaatst? Aan het eind van de tafel, tegenover het balkon venster. Des te beter, ik heb daar het gezicht op het verrukkelijk mooi landschap. Mijn buren? Ik trek een leelijk gericht als ik de namen lees: Maurice Darolles rechts en Jacques Barry-Montier, een verre neef, verve lend als drie dagen regenweer, links. En hij.... waar is hü geplaatst? Ah zoo, tusschen Marianne en Lily. De andere buurman van Marianne is mijnheer Servoix. Ja waarlük, alles voor haar! En Francjoise tusschen dokter Rtenaud en mijnheer d'Osmont. Wel, dat is eenvoudig bespottelijk! Zonder de minste scrupule plaats ik neef Barry-Montier tusschen Marianne en Lily en... op de teenen loopend breng ik de kaart van.... Daar gaat de deur open, ik word op heeter- daad betrapt, eer ik de verwisseling tot stand heb gebracht. Het is Michel, die ook al voort- sluipt en wel verwonderd, maar niet blü is mij te zien. „Kük eens aan," zegt hü- „Ben jü es ook?" ,Och ja, ik ben even inspectie over de tafel houden. .Mooi. niet waarft.' Michel had de kaart bemerkt, die ik achter mijn rug wilde verbergen. „Wf.t stop je daar weg?" Dan lachend over hiel zijr. gezicht: „Onder ons gezegd, Denise, kvtim ik juist zoo als jü om te zien of er geen verbetering aan te brengen was in de plaatsing der gasten. Je bent mij alleen voor!" „Wiens plaats heb je verzet, toen ik zoo te kwade ure binnenkwam?" vroeg hü schalks. „Och, van niemand, Michel!" Maar hü had mün hand al gegrepen en bekeek de kaart, die ik hem voor niets ter wereld had willen toonen. „Georges Peral!" riep hij uit. „Waar heb je hem weggehaald en waar breng je hem?" „Och, nergens!" Het was eenvoudig bespottelijk en ik voelde het wel, ik wist ook, dat ik zoo rood was als de anjelieren, die de tafel versierden. Toen verloor ik mijn zelfbeheersching onder den spot- tenden blik van mijn neef. Ik stotterde: „Och, je begrijpthij lükt zoo op Roberthet zou mij pleizier hebben gedaan, hem naast mü aan tafel te hebben." Mijn neef keek mij lachend aan en dat maakte, dat ik nog heviger bloosde. Dan antwoordde hij heel kalm: „Natuurlijk, Denise." Toen Georges zün plaats had gekregen, ver wisselde Michel nog een paar kaartten om dichter bü Paulette Ginoux te zitten en tevre den over onze kleine list, wilde hü mü mee tronen uit de eetzaal.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 9