Het Britsch imperialisme
Chantage op commissaris
gepleegd?
llcdicnaA
Tlcdkuiu/tariA
JOSEPH CHAMBERLAIN
HERDACHT
EEN TRAGISCH LEVEN
ÉÉN MISSLAG FNUIKTE
HEM
Zoo'n erge Hoofdpijn?
HOE WORDT HET WEER?
DE N.S.B. EN DE
STAKING TE IJMUIDEN
VRIJDAG 10 JULI 1936
Hij was de man, wiens geest thans
Groot-Brittannië volledig
beheerscht
Zijn zegepraal
BROEDERSCHAP CANDIDAAT-
NOTARISSEN
Algemeene vergadering
te Maastricht
DAN HELPEN WD ELKAAR!
ia*
Dj iguiten-Ruiterkozakken in
Nederland
Ook tweede militair
overleden
Slachtoffer van het ongeval met
militairen vrachtauto
Politiechef ontslagen
DOOR DEN BLIKSEM GEDOOD
BEDRIJFSRAAD VOOR HET
BAKKERSBEDRIJF?
Besprekingen op het Depar
tement gevoerd
GRENSBEWAKING
Jacht onklaar geraakt
Op sleeptouw naar IJmuiden
Oud-spoorwegambtenaar temidden
van zijn geld in treurige om
standigheden dood gevonden
Hij leefde in een ruimte
van drie bij één meter
Koffers met grind en
geld
'T ONTWERP RIJTIJDENWET
K.N.A.C. protesteert bij de
Eerste Kamer
Aan gewetenlooze lieden is
de Nijmeegsche politiechef
tienduizenden guldens
kwijt geraakt
Hoe de zaak aan het
rollen kwam
Hopeloos vastgewerkt
mW)¥i
AKKERTJES
Men rekene nog niet op een
groote verbetering
CHARIVARIUS' TOESTAND
Groote kans op volledig herstel
Precies communisten
(Van onzen Londenschen correspondent)
Te Londen en Birmingham is de honderd
ste geboortedag van Joseph Chamber
lain herdacht.
Chamberlain's verbitterdste politieke tegen
standers hebben nimmer ontkend dat hij als
gemeentelijk bestuurder torenhoog uitgestoken
heeft boven al zijn tijdgenooten; niet alleen
maakte hij van Birmingham dat, gedeeltelijk
ten gevolge van een al te plotselingen en snellen
groei, een primitief-, en misschien zelfs een
slecht-bestuurde stad was, de best-geregeerde
gemeente van Engeland, maar hij werd, door
t prachtige voorbeeld dat hij gaf, tevens de
grondlegger van het verlichte stelsel dat thans
door alle groote Engelsche steden toegepast
wordt.
Te Londen heeft men Joseph Chamberlain
herdacht als nationale figuur, als staatsman.
Over de vraag of hij in dit opzicht een kracht
ten goede of ten kwade geweest is, loopen de
meeningen zeer uiteen; een onpartijdig antwoord
is onmogelijk, aangezien Chamberlain zelf door-
en-door partijman was, al zou men hem groot
onrecht aandoen wanneer men hem indeelde bij
die beroepspolitici die zichzelf maken tot het
doel, de partij tot het middel, en het land tot
het slachtoffer van hun politiek.
Voor den Britschen imperialist is Joseph
Chamberlain verreweg de grootste staatsman
en nationale leider dien Engeland sinds de da
gen van Disraeli voortgebracht heeft. In de
oogen van den anti-imperialist, den interna
tionalist, heeft geen man een verderfelijker
invloed uitgeoefend op de geestesgesteldheid
van het Britsche ras en op de ontwikkeling der
Britsche staatkunde.
Maar niemand kan ontkennen dat hij een
buitenmodel man was, en dat hij begaafd was
gelijk geen zijner tijdgenooten. Hij zou tot de
groote figuren van zijn tijd gerekend worden,
ook al had het terrein zijner werkzaamheid zich
nooit uitgestrekt tot buiten de grenzen van
Birmingham.
In dezen brief geven wij geen beknopte be
schrijving van Chamberlain's leven en werken;
hij zou ondanks alle beknoptheid te uit
voerig worden voor de ruimte waarover wij be
schikken. Evenmin pogen wij een antwoord te
vinden op de vraag of het voor Engeland en
voor de rest der wereld beter geweest zou zijn
indien Chamberlain's talenten nimmer buiten
Birmingham een uitweg gezocht hadden. En
allerminst zullen wij hem beoordeelen naar de
Britsche politiek welke ten slotte leidde tot den
Zuid-Afrikaanschen oorlog, aangezien die po
litiek, toen Chamberlain aan 't hoofd van 't
Departement van Koloniën kwam te staan, reeds
lang door anderen vastgesteld was.
Wij brengen dit herdenkingsfeest ter spra
ke, niet omdat de man wiens geboorte herdacht
wordt, een groote historische figuur is, maar
omdat hij thans, twee-en-twintig jaren na zijn
dood, de grootste politieke en nationale stuw
kracht in Groot-Brittannië geworden is.
Dertig jaren geleden werd Joseph Chamber
lain, op zijn zeventigsten verjaardag, te Bir
mingham als een koning gehuldigd. Die huldi
ging besloot zijn groote openbare loopbaan.
Reeds drie jaren daarvoor had hij het kabi
net verlaten om wat in dien tijd een moree-
le heldendaad was al zijn energie te wijden
aan de bestrijding van vrijhandel, aangezien
deze alleen de verwezenlijking van een Rijks
preferentie-stelsel in den weg stond. Alleen
door Rijkspreferentie zouden de Britsche zelf-
besturende Koloniën nader tot elkaar, en duur
zaam tot elkaar gebracht kunnen worden. Toen
Chamberlain aftrad, was hij geen sterk man
meer; jaren lang had hij gewerkt onder een
spanning, gelijk geen Britsch staatsman sinds
William Pitt (en deze was een jeugdig minis
ter) die gekend had. De geweldige huldiging te
Birmingham was te veel voor zijn ondermijnd
gestel; een verlamming dwong hem, die nooit
rust genomen had, zijn laatste acht levens
jaren op zijn landgoed bij Birmingham door te
brengen, ver van 't politieke leven dat hij met
zijn machtige persoonlijkheid beheerscht had.
Gedurende die acht jaren was het Britsche
Unionisme tot volslagen machteloosheid
gedoemd. Campbell Bannerman en Asquith
regeerden, gesteund door groote liberale meer
derheden, Imperialisme en protectionisme sche
nen voor altijd uit het Britsche politieke woor
denboek geschrapt te zijn. Velen, die Chamber
lain gesteund hadden, gaven de zaak als ho
peloos op. De leider zelf was buiten gevecht ge
steld. Maar geen oogenblik twijfelde hij er
aan dat er na zijn dood een oogenblik zou
komen waarop de omstandigheden de aanvaar
ding zijner politiek noodzakelijk zouden ma
ken. Hij wist dat de zaak, waaraan hij zijn
leven gewijd had, eenmaal zou zegevieren.
En zij hééft gezegevierd.
Wat Chamberlain dertig jaren geleden be
streed: „vrije invoer zonder vrijen uitvoer", is
omvergeworpen en verpletterd. Wat zelfs twaalf
jaren geleden nog bijna onmogelijk scheen
tenzij in een zeer verre toekomst is heden
de wet van 't land: nationale protectie en
Rij ksvoorkeursrechten.
Tot 1929 toe vormden, zelfs onder de con
servatieven, diegenen die voldoende aan de
verwezenlijking van Chamberlain's Rijksideaal
geloofden om er voor te strijden, een kleine
minderheid, 't Was onder 't Labour Kabinet
van MacDonald dat zich plotseling de bewe
ging voor „Rijksvrijhandel" met groote kracht
begon te ontwikkelen. Zes jaren daarvoor had
een poging van Mr. Baldwin tot invoering van
tarieven, tot zulk 'n zware stembusnederlaag
der Conservatieven geleid, dat de partij niet
gewaagd had opnieuw met protectionistische
leuzen voor de kiezers te verschijnen. De nieu
we nederlaag der Conservatieven in 1929 was
grootendeels 't gevolg hiervan dat zij niet één
punt meer op hun program hadden dat de
massa der kiezers zou kunnen bezielen.
Zij hadden geen nationale leus meer, die
„insloeg". Lord Beaverbrook, Nieuw Brunswij-
ker van geboorte, en veeleer burger van 't Rijk
dan van eenig bepaald Rijksland, vond een
leus: 't was de imperialistische leus van Jo
seph Chamberlain. Hij verdedigde haar op
druk bezochte meetings over heel 't land, en
in zijn door millioenen gelezen volksbladen. De
voornaamste conservatieve leiders weigerden
eich met zijn streven te vereenzelvigen, maar
aanvaardden ten slotte zijn beginsel dat
het beginsel was van Joseph Chamberlain.
De machtige conservatieve partij, die teeke
nen van verval getoond had door gebrek aan
een nationalen strijdkreet, welken de massa met
geestdrift zou kunnen aanheffen, bloeide op
nieuw op. Protectionisme en Imperialisme be
gonnen voor het Britsche conservatisme een
partij-noodzakelijkheid te worden, vóór de
meeste leiders erkenden dat zij bovendien een
economische en nationale noodzakelijkheid
werden.
De crisis van 1931, welke een Nationale Re
geering aan 't bewind bracht, verwezenlijkte
in één slag datgene waarvoor Lord Beaver
brook twee en half jaar lang gewerkt en waar
naar Joseph Chamberlain een groot deel van
zijn leven rusteloos, maar schijnbaar vruchte
loos, gestreefd had.
Het Cobdenisme, dat Engeland generaties
lang beheerscht had, stortte volkomen
in; de kiezers schonken in overweldi
gende massa's hun vertrouwen aan een regee
ring waarvan zij wisten dat zij een tariefpoli
tiek zou invoeren, en alle oude denkbeelden
omtrent vrijhandel zou omverwerpen.
Twintig jaren na zijn dood, en acht en
twintig jaren nadat hij den openbaren strijd
voor zijn Rijkspolitiek opgegeven had, werd
Joseph Chamberlain opnieuw de leidende
geest in het staatkundige leven van zijn land.
Zijn denkbeelden, 'n kwart eeuw lang verwor
pen, hadden de conservatieve partij nieuw
en krachtig leven ingeblazen. Zijn zegepraal
was volkomen lang na zijn dood.
De conferentie van Ottawa, in 1932, was de
eerste praktische verwezenlijking van Cham
berlain's Rijksdroom.
De groote beteekenis van de herdenking van
zijn honderdsten geboortedag is niet hierin
gelegen dat alom in t land de lof gezongen
wordt van wat hij gedaan heeft, maar dat al
om betoogd wordt voor datgene wat thans, in
't levende heden, in zijn naam gedaan wordt.
Wie eraan twijfelen mocht of Engeland in
weinige jaren tijds imperialistisch geworden
is, behoeft slechts de artikelen te lezen welke
in alle bladen behalve in de thans zeer
zwakke liberale en socialistische partijpers
aan de nagedachtenis van Joseph Chamberlain
gewijd worden. Wij gebruiken 't woord „impe
rialistisch" hier natuurlijk in den letterlijken
en juisten zin van 't woord, en niet als een
„scheldwoord", dat menigmaal landen naar 't
hoofd geworpen wordt, die, welke gevaarlijke
eerzucht zij ook mogen koesteren, aan het voe
ren van een Rijkspolitiek nooit gedacht heb
ben. Een „imperialistische" politiek streeft naar
de grootst mogelijke Rijks-eenheid en Rijks-
solidariteit, politiek zoowel als economisch. Zij
stuurt bijna onvermijdelijk aan op „splendid
isolation" ten opzichte van de rest der wereld,
en ofschoon imperialisme in dezen zin van 't
woord internationale gevaren met zich brengt,
is het uit den aard der zaak vredelievend, aan
gezien het door een oorlog gemengd zou wor
den in de aangelegenheden van andere lan
den hetgeen in strijd is met zijn egoïsme.
Alle pogingen, die Britsche staatslieden de
laatste jaren aangewend hebben om Frank
rijk en Duitschland nader tot elkaar te bren
gen, en het prestige van Genève te versterken,
zijn toe te schrijven aan hun wensch zich ge
heel uit de Europeesche politiek terug te trek
ken hetgeen eerst mogelijk zal zijn indien
rust en vrede op het vasteland, menschelijker-
wijs gesproken, verzekerd zijn.
't Is niet veel jaren geleden dat gematigde
conservatieve organen, zooals de „Daily Tele
graph" en de „Observer", het woord „imperia
lisme" niet anders dan in ongunstigen zin be
zigden. Zeker zouden zij geen partijgenoot als
„imperialist" gehuldigd hebben. Thans ver
heerlijkt Garvin in de „Observer" Joseph
Chamberlain als den man die „Demokratie en
Rijk" tot één geheel gemaakt heeft, en de
nooit-uitbundige „Daily Telegraph" noemt hem
„Brittannië's grootsten Imperialist".
't Is niet de geboorte, 't is de zegepraal van
Chamberlain die men viert.
De Broederschap van Candidaat-notarissen
in Nederland en zijn Koloniën heeft heden te
Maastricht haar jaarvergadering gehouden.
De voorzitter, de heer G. Ch. van Sillevoldt,
bracht o. m. in herinnering, dat nauwelijks een
week voor de jaarvergadering in 1935 bij de
Tweede Kamer werd ingediend het wetsont
werp houdende bijzondere maatregelen ter ver
krijging van verlaging van sommige vaste las
ten en van huren.
Noodlottiger nog dan de inhoud zelve van het
wetsontwerp, heeft het langdurig uitstel van de
behandeling daarvan gewerkt. Daardoor is een
toestand van onzekerheid op de hypothecaire
geldmarkt geschapen, welke zijn weerga niet
vindt. Thans is het ontwerp ingetrokken.
Teneinde eenigermate tot herstel van het
geschokt vertrouwen en daarmede tot ge
zonder toestanden op de huizen- en hypo-
thekenmarkt te geraken, zou het ongetwij
feld aanbeveling verdienen, indien aan de
regeering een ondubbelzinnige verklaring
kon worden ontlokt, dat verdere maatrege
len op dit gebied niet meer zijn te wach
ten.
Spr. wijst er op, dat men vaak de meening
hoort verkondigen, dat de belastingpraktijk niet
zou behooren tot de notarieele werkzaamheid,
doch overgelaten moet worden aan accountants
en belastingconsulenten of -adviseurs.
Spr. laat daartegen een ernstig woord van
waarschuwing klinken en met den meesten na
druk neemt hfj stelling tegen een bewering, die
lijnrecht ingaat tegen de belangen van het no
tariaat.
Het hoofdbestuur heeft uit zijn midden een
commissie benoemd, die tot opdracht had het
belastingvraagstuk in extenso te bestudeeren.
Deze commissie is met haar taak gereed geko
men. In dit stadium zou het voorbarig zijn de
middelen mee te deelen, welke het verslag der
commissie aangeeft om het gewenschte doel
te bereiken. Spr. volstaat met mede te deelen,
dat gestreefd zal worden naar de organisatie
van belastingcursussen.
Hierna kwam aan de orde de behandeling
van de prae-adviezen over openbare veiling en
veilingscondities, uitgebracht door de heeren J.
B. G. J. M. van Hellenberg Hubar, candidaat-
notaris te Vught en mr. G. J. H. Kuyk, notaris
en advocaat te Geldermalsen.
Koopt Nederlandsehls Waardan helpen wij elkaar. Dat dringende verzoek in
het belang van onze nationale weW.aart wordt ons nu ook in het stadsbeeld toe
geroepen. De borden langs de groote verkeerswegen, in de steden en ook op fabrieks
terreinen herinneren ons dagelijks aan den plicht, dien wij als goede Nederlanders
graag vervullen. Voor wie gaarne ook een geldelijk offer brengt voor het lofwaardig
streven der Propaganda-Commissie voor Nederl. Fabrikaat te Dan Haag, haar
Gironummer is 25000.'
De Djiguiten-Ruiterkozakken maken ook dit
jaar weder een rondreis door ons land. Zij blij
ven tot 15 September in Nederland.
In het gemeente-ziekenhuis te Arnhem is in
den afgeloopen nacht overleden de milicien C.
Prijs, die Donderdagmiddag zwaar gewond werd,
toen een militaire vrachtauto op den Otterlo-
schen weg over den kop sloeg. De toestand van
den eersten luitenant Albarda, die eveneens in
het ziekenhuis is opgenomen, is gunstig.
De waarnemend corps-commandant C. W. L.
baron van Boetzelaer en de eerste luitenant
Loudon zullen heden ter plaatse een onderzoek
instellen.
De chef der Naardensche politie, de 49-jarige
H. V., is heden oneervol van zijn functie ont
hoven, in verband met gedragingen in zijn
particuliere leven.
Een onderzoek door den burgemeester, den
heer Bodctens Hosang ingesteld, gaf deze aan
leiding, den politie-chef, die als zoodanig zijn
waardeering had, zeer ernstig te waarschuwen.
Toen de heer V. deze waarschuwing niet ter
harte bleek te nemen, is ontslag gevolgd.
Tijdens het hevig onweer van Donderdag
avond is omstreeks acht uur de 54-jarige vis-
scher G. Boerdijk te Kerkbuurt bij zijn werk
zaamheden door den bliksem getroffen en op
slag gedood.
Het slachtoffer was gehuwd en vader van vijf
kinderen.
Hedenmorgen is op het departement van
Sociale Zaken een vergadering gehouden, uit
geschreven door de commissie van advies, in
gesteld volgens artikel 8 van de Bedrijfsraden-
wet, die hiertoe had uitgenoodigd vertegen
woordigers van de Ned. Ver. van Werkgevers
in het Bakkersbedrijf, den Ned. Bakkersbond
en den R. K. benevens den Prot. Chr. Bakkers
patroonsbond en voorts de werknemersorgani
saties in het bakkersbedrijf.
De commissie heeft deze vertegenwoordigers
gehoord over de kwestie der wenschelijkheid
van oprichting van een bedrijfsraad voor het
bakkersbedrijf.
De minister van Justitie heeft aangewezen
als ambtenaren, belast met het opsporen van
feiten, strafbaar gesteld bij de wet houdende
nadere voorzieningen betreffende de grensbe
waking, de hulpkommiezen voor de grensbe
waking.
Tusschen Katwijk en Noordwijk is een klein
jacht onklaar geraakt. De reddingboot Neeltje
Jacoba is uit IJmuiden uitgevaren om assisten
tie te verleenen.
Nader vernemen wij, dat het jacht, dat tus
schen Katwijk aan Zee en Noordwijk aan Zee
in moeilijkheden is geraakt en ter assistentie
waarvan de motorreddingboot Neeltje Jacoba
uit IJmuiden is uitgevaren, de Grotia 2 uit Bel
gië is.
Het jacht is later door de Neeltje Jacoba op
sleeptouw genomen naar IJmuiden,
Te Solo is, volgens de „Locomotief", over
leden een zekere G. B., vroeger stationscommis
saris bij de Staatsspoorwegen, sedert 1919 ge-
pensionneerd. Men trof zijn stoffelijk overschot
aan in een hoogst armelijke en vervuilde kam
pongwoning.
Het huis liet voor wonen weinig ruimte: het
was grootendeels volgepakt met oude meubels,
kranten en andere zaken, zoodat de oude heer
de eenzaamheid genoot in een ruimte van naar
schatting niet meer dan drie bij één meter,
vreeselijk vervuild.
Men ontdekte zijn lijk, doordat een Chinees
constateerde, dat een geheelen dag alles geslo
ten bleef. Hij klopte op deuren en muren, doch
kreeg geen antwoord, waarop hij de politie
waarschuwde, die zich toegang verschafte en
den overledene vond. Een medicus onderzocht
het lichaam en concludeerde tot vermoedelijke
hartverlamming als oorzaak van den dood; B.
moet meer dan 24 uur voordat hij gevonden
werd, den laatsten adem hebben uitgeblazen.
De zonderling schijnt nimmer gehuwd te zijn
geweest en voorzoover bekend heeft hij geen
familie in Indië, vermoedelijk wel in Neder
land. Een merkwaardige omstandigheid is, dat
in deze armelijke en vieze omgeving drie por
tefeuilles en zes portemonnaias werden gevon
den met een gezamenijken inhoud aan con
tanten van f 351.alsmede een boekje van
de Nutsspaarbank te Soerabaja, waarop een
bedrag staat van niet minder dan negen mille!
In een nader bericht gaf de correspondent
nog de volgende bijzonderheden:
Wy hebben, ter voorkoming van sensatie,
ons vrijgehouden van niet te controleeren ge
ruchten en ons alleen tot de feiten bepaald.
Thans echter is gebleken, dat enkele dier me-
dedeelingen méér op waarheid berusten dan
aanvankeiyk vermoed kon worden.
Daaronder behoort het verhaal van personen
die vorderingen hadden op den overledene en
steeds de deur voor zich zagen sluiten, waarna
uit de woning het geluid kwam alsof de be
woner aan het graven was geslagen. Even later
placht hy dan weer, met geld in de hand, te
voorschijn te komen.
De politie heeft nu twee stalen koffers naar
buiten gedragen, welke zoo zwaar als steen
bleken te zyn. Beide bevatten niets anders op
het oog, dan grind. Grof en fijn grind, maar
daartusschen lagen guldens verborgen en ander
zilvergeld. In het geheel ruim twintig gulden
werden op die wijze uit beide koffers gehaald.
Dit bewyst, met de tallooze nog fonkel-nieuwe
grendels en patentsloten, welke uit allerlei
hoeken en gaten te voorschyn kwamen, dat B.
aan een waan-idee leed. Vermoedeiyk het
denkbeeld, dat hy de aandacht van het dieven
gilde had getrokken. Was daarom de gedachte
in zyn arme hersens ontstaan, dat hy, door
zich arm te houden, aan elke ongewenschte
aandacht zou kunnen ontsnappen?
In de tweede plaats bereikte ons aanstonds
de mededeeling, dat hy zich ook wel eens uit
gelaten zou hebben, voor een broer in Neder
land' te sparen. Ook dit ka» juist zijn geweest,
want er werden brieven gevonden, dateerend
van 1920, van dien broer, die eer.st in Delft
heeft gewoond en later naar A'dam is verhuisd.
Er waren ook brieven van de schoonzuster en
er was een heel klein rose briefje, met een
blauw bloempje in den linker-bovenhoek, ge
schreven door een kinderhand, met „Lieve
Oom" als aanhef. Een briefje van verlangen
naar de overkomst van den oom uit Indië.
Verder was er ook een album familie-por
tretten, waar de overledene als jongen van
vermoedelijk twaalf jaar staat afgebeeld by
zyn moeder.
In een gedocumenteerd en uitvoerig gemo
tiveerd adres heeft de K.N.A.C. aan de Eerste
Kamer verzocht het ontwerp-„Rytijdenwet",
zooals dit ongeamendeerd door de Tweede Ka
mer op 8 dezer werd aangenomen, te verwer
pen.
De K.N.A.C. zou het ongeacht de tallooze an
dere bezwaren in strijd zoowel met het alge
meen belang als met het belang van het motor-
wegverkeer achten, indien door de wetgevende
macht aan de regeering, deze en ook alle vol
gende, een mate van bevoegdheid zou worden
gedelegeerd, welke het mogelijk zou kunnen
maken, dat in uiterste consequentie in vredes-
tyd het geheele motorwegverkeer zou kunnen
worden verlamd, zelfs stilgelegd, aangezien
geenerlei limiet gesteld is aan de tijden waar
op het verboden is een motorrijtuig te bestu
ren.
Reeds vrij kort na de arrestatie van den
commissaris van politie te Nijmegen gingen
er geruchten, dat hij het slachtoffer was van
chantage. Deze chantage zou dateeren van
jaren her, n.l. nog uit den tijd, dat hij in
specteur bij de Haagsche recherche was, be
richt het Handelsblad, een chantage, op
zeer aanzienlijke schaal gepleegd door ze
kere personen uit de Haagsche onderwe
reld.
Het blad weet er het volgende over mede te
deelen
De commissaris, die jaren achtereen met zeer
delicate, vaak internationale regeeringsop-
drachten belast is geweest en deze vaak onder
de moeilijkste omstandigheden tot een goed
einde wist te brengen, was er zich van bewust,
dat hem een schitterende carrière te wachten
stond, en zijn streven was er dan ook bij voort
during op gericht, deze carrière ten koste van
alles te maken.
In zyn leven was evenwel één misslag, een
zeer duister punt en dat was bekend aan ze
kere gewetenlooze lieden, die hem bij voort
during bedreigden met het bekendmaken van
hetgeen zij wisten. Over den aard van dezen
misslag is geen mededeeling gedaan, maar de
zegsman van het blad bleek van meening, dat
deze toch niet zoo erg was geweest. Als de
commissaris maar kordaat was opgetreden te
genover zijn afpersers, had hij zich veel leed
en de catastrophe, waarvoor hij thans geplaatst
is, kunnen besparen.
Zeker is, dat de bedragen, die de commis
saris is kwijtgeraakt, in de tienduizenden
guldens loopen en dat hy zich door het eene
gat met het andere te stoppen, in een ho-
pelooze positie heeft gewerkt. Jarenlang
heeft hij in de diepste zorgen geleefd, voort
durend gekweld door schuldeischers en af
persers, die hun eischen steeds hooger gin
gen stellen.
Zijn echtgenoote heeft hy volkomen on
wetend gelaten over den hachelijken toe
stand, waarin hij verkeerde.
De commissaris werd te Nijmegen door zyn
belagers geen oogenblik met rust gelaten. Uit
vrees voor ontdekking tijdens zijn afwezigheid,
(men stuurde zelfs dreigbrieven en aanmanin
gen naar zyn bureau), heeft hy in de jaren, dat
hy commissaris was, geen dag verlof genomen.
Van zön salaris van f 6.000.— per jaar kon hy
op geen stukken na betalingen verrichten, waar
toe hy verplicht of gedwongen was. Zoo is hy
ertoe gekomen malversaties te plegen. Goedge-
loovigheid en blind vertrouwen openden voor
hem in de kringen, waarin hij verkeerde, de
mogelijkheid om aanzienlijke bedragen in han
den te krygen.
Zoo heeft hij tientallen menschen opgelicht
en van een geval gaat het om een bedrag van
bijna f 7000, waaruit wel blijkt, hoe hopeloos de
commissaris zich had vastgewerkt.
Het merkwaardige in deze zaak is, dat deze
kring van menschen, die regelmatig onder el
kaar verkeerden en als het ware geen gehei
men voor elkaar hebben, nimmer iets over de
zaken, die zij met den commissaris hadden af
gewikkeld, heeft losgelaten. De commissaris
had met zooveel aandrang om discretie ver
zocht, dat er nimmer iets van uitlekte, en het
gevolg was dan ook, dat steeds meer slachtof
fers gemaakt werden. Ten slotte vergreep de
commissaris zich ook aan hem toevertrouwde
gelden, en maakte hij op andere wijze misbruik
van zijn ambt, zooals het geval met den Duit-
scher, de verdwenen politiekas, en de manipu
laties der gelden, die in zijn functie van hulp
officier van justitie onder zijn berusting kwa
men, bewyzen. Dat per slot van rekening de
bom moest barsten, begreep de commissaris
al lang; de catastrophe kwam echter vroeger,
dan hij dacht.
Een dame in Den Haag, aan wie hij zyn
schuld niet afloste, stelde haar zaak in handen
van een advocaat te Amsterdam, die ten slot
te den burgemeester van Nijmegen met het
gebeurde in kennis stelde.
Einde Juni deelde de advocaat den burge
meester mede, dat de commissaris niet aan zyn
verplichtingen had voldaan, en dat hij daarom
diens faillissement zou aanvragen. Ongeveer
terzelfdertyd kwam het geval van den Duitscher,
die zyn gestorte waarborgsom van f 1000 terug-
eischte, aan het licht. De burgemeester zond
den commissaris daarop met verlof en stelde
zich in verbinding met de justitie te Arnhem,
waarna het onderzoek begon.
De controleur van de gemeentefinanciën stel
de het kastekort van f 400 vast, en dat, als
mede het geval met den Duitscher, gaf aan
leiding, dat de commissaris 2 Juli werd gear
resteerd.
.(iute)*
Binnen een kwartier kunt Ge die
vergeten zijn en U als herboren
voelen door één of twee van die
Volgens recept van Apotheker Dumont
Sedert de vorige week is de lgemeene weers-
toestand in geheel West-Europa niet alleen
sterk achteruit gegaan, maar hy is nog steeds
achteruitgaande. De zWare onweders met over-
vloedigen regenval op Dinsdag en Donderdag
vormen als het ware den overgang van een
weerstoestand, die nog eenig uitzicht op verbe
tering gaf, en den toestand van heden, die
weinig goeds te verwachten geeft.
Terwyl over Oost- en Zuidoost-Europa zeer
warm tot gloeiend heet zomerweer heerscht,
komen thans in het uiterste deel van West-
Europa vrü lage temperaturen voor en de
scherpe temperatuurtegenstellingen, die hierbij
optreden, zijn zeer geschikt om zware storingen
over uitgestrekte gebieden te veroorzaken. De
jongste onweders zijn daarvan trouwens reeds
het voorbeeld geweest.
Over West-Europa heeft zich bovendien den
laatsten tijd een uitgebreid gebied van lage
luchtdrukking gevormd, waarin verschillende
depressiekemen op ongewone banen rondtrek
ken. Als gevolg hiervan is het reeds zeer moei
lijk zekerheid te verkrygen over den weerstoe
stand, dien men op korten termijn verwachten
kan. Des te moeilijker is het nu om na te gaan
op welk soort Weer redelijkerwijze over enkele
dagen gerekend zou mogen worden. Door de
zware regens over groote gebieden komen thans
hoeveelheden arbeidsvermogen in den damp
kring vrij, die tot het ontstaan van diepe de
pressies aanleiding kunnen geven en men weet
daarom niet welke algemeene weerstoestand
zich uit den tegenwoordigen ontwikkelen kan.
Het is echter wel zeer waarschynlijk, dat
vooralsnog niet kan gerekend worden op rustig,
warm zomerweer. Na uitgebreide onweders
moet gerekend worden op twee of drie dagen
minstens voor het algemeen herstel van den
Weerstoestand. Eerder kan men dus verwach
ten, dat het weer nog tot het einde der week
volkomen onberekenbaar zal blijven met veei
kans op verdere verstoringen, onweders en
regen en niet vóór het begin der volgende
week op een groote verbetering in de weers
gesteldheid.
(Nadruk verboden)
Naar wij vernemen, is in den toestand van
dr. Nolst Trenité (Charivarius)die zeer ern
stig ziek was, geleideiyk een aanmerkeiyke ver
betering ingetreden. De kans op volledig her
stel is zeer groot.
->£>
H
Uit haar bemoeienis met de wilde sta
king te IJmuiden, waarover Woens
dag de communist L. de Visser in de
Kamer heeft geïnterpelleerd, en die in
middels is geëindigd, leert men weer
eens het ware karakter der N. S. B. kennen.
Evenals destijds bij 't textielconflict te Til
burg staat zij hand in hand met de Sov
jets, waar het geldt, den chaos te vergroo-
ten. Zij zegt, zich te stellen tegenover den
klassenstrijd, doch hier helpt zij juist duch
tig mede aan een uitwas daarvan en in het
zelfde taaltje, waarin communisten en an
dere ultra-linkschen ook nu nog meester
zijn, hitst zij de stakers tegen de reeders
op. In een pamflet, uitgegeven door „De
Victorie", haar blaadje in Kennemerland,
stond o.a. te lezen:
„In hun worsteling om het bestaan, in den
doodstryd, hebben de reeders de mannen, die
hun medewerkers zijn, de mannen die het
gevaarlijke en zwaarste deel van het bedryf
voor hun rekening hebben, nog bü de keel
gegrepen, om .van hun karige boterham nog
iets af te knijpen".... >-
,Dat de reeders hun explotatierekening
willen sluitend maken met ellende en
honger van de werkers, is een zuiver liberaal
en marxistisch verschijnsel.
„De nationaal-socialist gruwt van deze on-
menschelijke toestanden, maar kan niet ont
kennen, dat den arbeider, wien van bovenaf
de klassenstryd wordt opgedrongen, in deze
verworden liberale samenleving geen ander
verweermiddel overblijft dan staking."
Tegelijk werden ook de leiders van de ar
beidersorganisaties, die ongeveer overeen
stemming met de werkgevers hadden be
reikt, verdacht gemaakt, het gewone recept
bij deze beweging, die altijd beweert, voor
standster te zyn van gezagseerbiediging.
Wat er in het visschersbedrijf aan samen
werking tusschen werkgevers en werkne
mers bestond, tracht zij met lasterpraat
en holle taal te ondermijnen. En van haar
mooie praatjes, dat „kapitaal" en „arbeid"
op samenwerking zyn aangewezen, blijft
in de practijk niets over.
zy schimpt op de lage loonen, maar ver
zwijgt, dat in het nationaal-socialistische
Duitschland de loonen veel lager zyn.
Zy schimpt op den slechten bedryfstoe-
stand en verzwijgt, dat die toestand, indien
zij de macht zou krijgen, nog veel slechter
worden zou, omdat haar autarkisch streven
den nog bestaanden export, waarop het be
dryf is aangewezen, vernietigen zou.
Zij schimpt en schimpt. En zij verzwijgt
voor de simpelén, die zy daarmede achter
zich krijgt, dat zij zelf een régime hoopt te
brengen, waaronder geen woord van zelfs
matige critiek zou worden geduld.
En dan wordt ir. Mussert nog boos óók,
wanneer men zijn partij vergelijkt met de
communistische 1