UIT DEN OMTREK den dag Tuimelt je en Kruimeltje in het Kabouterland onö: lal 1 De onbekende Verloofde j VRIJDAG 10 JULI 1936 R. K. GEMEENTERAADSLEDEN Afdeeling „Zaanstreek" van den Bond opgericht BENNEBROEK HAARLEMMERMEER HEEMSTEDE VELSEN-NOORD ZANDVOORT Ventvergunningen Massakamp Bloemendaalsche Schaakclub„de Pion" SCHAKEN SCHAAKCLUB „DE ROCHADE" Zomerwedstrijd HONKBAL Programma-Overzicht E.D.O.-Loterij Het jonge ding j VRAGENBUS CA 3* f II DOOR LEMAIRE .(Wordt vervolgd) Na een inleidend woord van den heer mr. Verhaar, redacteur van het Blad voor R. K. Gemeenteraadsleden, werd Woensdagavond in Café „Spoorzicht" te Uitgeest een afdeeling „Zaanstreek" van den Bond van R. K. Ge meenteraadsleden opgericht. In verband met drukte in het landbouwbe drijf in deze omgeving van Kennemerland en gelijktijdige vergaderingen elders, was de op komst nog maar gering. De aanwezigen hebben in het voorloopig be stuur gekozen de heeren Waij van Assendelft. Ranshujjzen van Zaandam, De Vries van Cas- tricum, Klaassen van Heemskerk en Wolden- ctorp van Alkmaar. Concert te „Huis te Bennebroek" Woens dagavond gaf het fanfarekorps „Kunst na Arbeid" een concert in de buitenplaats „Huis te Bennebroek" onder leiding van den directeur den heer C. Jutjens. Het korps kwam met een vroolijken marsch naar de woning van de muziekvereeniging, de heer Jac. van der Ambachtsvrouwe, die, met de familie, op het bordes was verschenen. De voorzitter van de Schrier, sprak eenige woorden tot de aanwe zigen, welke door Graaf van Limburg Stirum vriendelijk werden beantwoord. Hierna begon de afwerking van het programma. Op elk num mer volgde een luid applaus. Na beëindiging bracht de heer van Stirum, namens Freule Willink, zijn dank voor de goede muziek, door het korps gegeven, waarmede „Kunst na Ar beid" aan de bewoners van „Huis te Benne broek" een aangenomen avond had bezorgd. Poging tot inbraak mislukt Donderdag morgen kwam de landbouwer v. d. M. aan den Bennebroekerweg nabij Hoofddorp tot de ont dekking, dat ongewenschte bezoekers op het erf waren geweest, zich toegang hadden ver schaft tot den stel en vandaar uit ook had'len getracht de woning binnen te dringen. Vermoedelijk zijn d'e dieven door het een of ander onraad in hun werk gestoord en onver- richterzake weder gevlucht, want er werd niets vermist. De politie stelt een onderzoek in. Paardensport Het bestuur van de vereeni- ging „Vooruit" doet steeds z'n best om het den bezoekers van zijn jaarl.jksch concours-hippique aantrekkelijk te maken met de een of andere verrassing. Het is zeer vindingrijk en ditmaal ook wel heel goed geslaagd. Bij den heer van den Berg te Arnhem heeft het een paar mooi zwarte Shetlandsche pon- ny's gekocht van drie en vijf jaar oud; iets ver schillend in maat; het zou moeder en dochter kunnen zijn. Deze beide allerliefste kleine paardjes zullen op Woensdag 15 Juli a.s. tijdens het concours- hippique op het gemeentelijk sportterrein te Hoofddorp onder de bezoekers gratis worden verloot en wie het lot gunstig -s, zal natuurlijk dolgelukkig zijn met zoo'n miniatuur paard; echt levend speelgoed voor kinderen van ouders, die zelf dolveel van paarden houden. Deze beide prijsponny's zijn al in Hoofddorp gearriveerd, loopen in een weiland achter de burgemeesterswoning en hebben reeds de volle belangstelling van jong en oud van het dorp. Jubileum bij de politie Vandaag herdenkt de heer W. Schoo den dag dat hij voor 25 jaar in dienst kwam bij de politie. Door de goede zorgen van het politieperso neel was zoowel de hal van het bureau als de Inspecteurskamer, waar de huldiging zou plaats hebben, rijk met groen en bloemen versierd. Om 11 uur werd de jubilaris en zijn familie per auto van zijn woning gehaald. Binnenko mend werden mevr. Schoo bloemen aangebo den. Toen zij tusschen groen en bloemen in de Inspecteurskamer hadden plaats genomen, waar ook behalve de loco-burgemeester, jhr. A. v. d. Pol, de inspecteurs van politie, het ge- heele personeel en de oud-collega's Visser en v. Kampen aanwezig waren, voerde allereerst het woord wethouder Jhr. A. v. d. Pol. Hoewel in niet zoo nauw contact, aldus spr., als de burgemeester, die thans wegens verlof niet aanwezig kon zijn, heb ik u toch al 16 jaar gekend, en altijd de ondervinding opgedaan, dat u veel heeft bijgedragen tot den goeden naam dien ons corps heeft. Spr. besloot met den wensch, dat de jubilaris moge blijven arbeiden, zooals het een goed po litieman betaamt, en dat dit een stimulans moge zijn voor de andere leden van het corps. Hierna voerde inspecteur C. Kemper het woord. Wij hebben elkander, aldus spr., gekend in twee corpsen, waarvan 20 jaar in dit van Heemstede. Een oud spreekwoord zegt, dat een soldaat het best gekend wordt door zijn on- middellijken chef. En wat ik van uw arbeid in die jaren gezien heb stemt mij tot groote te vredenheid. Uw strijd tegen uiterlijk vertoon was bijna oorzaak dat wij hier nu niet bijeen waren. Maar gedachtig aan de spreuk „vier uw vierdag" hebt gij toegegeven om ons in de gelegenheid te stellen u onze hulde te brengen. Naast de gelukwenschen bood spr. den jubila ris namens het personeel een clubfauteuil aan. Brigadier H. Mulder sprak den wensch uit nog vele jaren in de beste verstandhouding samen te mogen werken. Namens het politiepersoneel sprak de 'heer Jonkman als een der oudste agenten. Hij dankt namens de collega's voor de humane wijze waarop brigadier Schoo met het lagere perso neel omgaat. De jubilaris dankte vervolgens voor de vele hartelijke woorden, er den wensch aan toevoe gend zoo niet velen, dan toch nog enkele jaren in dezelfde prettige verstandhouding zijn ar beid te mogen verrichten. Hierna werden eenige ververschingen aan geboden, waarna de jubilaris met zijn familie huiswaarts keerde, om daar den jubileumsdag in huiselijken kring verder te vieren. Ook een record Voor den steiger der pa pierfabriek alhier is aangekomen het Noorsche stoomschip „Fjordheim", met een lading papier hout, groot 12000 kub. M. Dit is het grootste kwantum, in den loop der jaren, hetwelk met één stoomschip is aange voerd. Raadsverslag. Donderdag vergaderde de raad dezer gemeente onder voorzitterschap van den burgemeester. Afwezig was wethouder Elffers. Een schrijven was ingekomen van drie raads leden, waarin werd voorgesteld in de alge- meene politieverordening een bepaling op te nemen, waarbij strafbaar werd gesteld het in gebruik hebben van toestellen, die de radio ontvangst storen. De heer van Rijnberk licht het voorstel toe. Het is hier nog al erg met die storingen. De pachter van den watertoren kan zijn muziek niet laten spelen hierdoor, hoewel de man per maand f 12,50 moet be talen aan muziekvergunning. Ook in andere gemeenten komen dergelijke bepalingen voor. De kosten voor ombouw der storende toestel len bleken bij informatie zeer gering. Dit voorstel wordt aangehouden. Zeven raadsleden hadden verzocht alvorens tot ontbinding der strandpachtcontracten over te gaan van hen, bij wie onregelmatigheden zfjn geconstateerd, de strandpachtcommissie haar oordeel te doen geven. Bij drie straiid- pachters was de aanzegging reeds geschied en zij hebben gebruik gemaakt van hun recht van beroep op den raad. De Voorzitter, overwe gende, dat de meerderheid der leden dit ver zoek had onderteekend, zegt toe reeds deze wees nog de commissie bijeen te roepen en de vol gende week weer met den raad te vergaderen. Nieuwe onthullingen zijn er echter niet te wachten, zegt de Voorzitter. Bij stemming over aanhouding wordt dit voorstel aangenomen met 7—5 stemmen. De heer Molenaar trekt hierop zijn aangevraagde interpellaties over dit onderwerp in. Aan de orde is een wijziging der instructie van de gemeentevroedvrouw. Nadat de heer Van der Moolen gevraagd had meer bekend heid te geven aan het feit, dat min- of on- vermogenden gratis hulp kunnen ontvangen, wordt het voorstel z.h.s. aangenomen. Goedgevonden wordt, dat aan H. van Leeu wen te Zuidschalkwijk, die reeds vergunning had tot het plaatsen van een electrischen draaimolen, ook een gondelmolen er bij zal mogen exploiteeren. Bij het voorstel tot vaststelling van een reglement van orde, wordt op verzoek van den heer Molenaar hiermee gewacht tot een vol gende vergadering. Gedeputeerde Staten hebben er in hun nota van opmerkingen op aangedrongen, dat de schaal van inkomens, vervat in de regeling der bijdragen voor het nijverheidsonderwijs met f 1000 wordt verlaagd en derhalve begint bij een inkomen van f 1000 en eindigt bij f 1900. B. en W. zijn van meening, dat de zeer zorg lijke toestand van de gemeente gebiedend eischt dat deze regeling wordt beperkt tot de leerlingen van de ambachtsschool te Haarlem. De heer van Rijnberk betreurt het; dat een groot aantal scholen wordt uitgeschakeld bij de nieuwe regeling en alweer staan we voor een stuk afbraak. De heer Molenaar zou de toepassing der re geling op het land- en tuinbouwonderwijs als mede voor de visscherijschool willen behou den. De heer Van der Moolen juicht het toe, dat in deze regeling een progressie is toegepast. Voorzitter zegt, dat Ged. Staten een andere regeling wenschen en er moet nu eenmaal be zuinigd worden. De heer Groen stelt voor deze materie eerst in de commissie voor onderwijs te bespreken, hetgeen nog niet was geschied, waartoe wordt besloten. Thans is aan de orde het voorstel tot invoe ring van ventvergunningen. De heer Paap vindt f 1 per maand voor ven ters van buiten te weinig en zou dit willen gesteld zien op f 5. Hij is overtuigd, dat bona fide venters dit kunnen opbrengen en zullen toejuichen. De heer Suerink zegt, dat een groot aantal venters van Zandvoort buiten de plaats venten en een belangrijk bedrag hier door wordt ontvangen, zoodat voorzichtigheid is geboden. De heer Molenaar stelt voor de verordening terug te nemen en die van Am sterdam te bestudeeren. De heer Vader (r.k.) voelt niets voor uitstel en het bedrag van f 5 per maand vindt hij te hoog; fl per twee weken is voldoende en voor de inwoners van Zandvoort f 1 per jaar. De heer Bolwidt verzoekt op te nemen, dat personen beneden 16 jaar geen vergunning zullen krijgen. Wethouder Siegers verdedigt het voorstel. Het gaat niet om een ventverbod, maar om ventvergunningen. De bedoeling is het venten te regelen, waaruit men niet moet opmaken, dat iedere venter hier zal worden geweerd. Juist om het venten niet te sterk te beperken is f 1 per maand naar de meening van B. en W. voldoende en moet dit bedrag niet worden ver hoogd. De redactie is correct en ze bestaat zoo in verschillende gemeenten. De inschakeling van een levensmiddelenraac' zooals te Amsterdam is te grootsch opgezet en hij is dan bang, dat er in dit seizoen dan niets zal gebeuren. Juist dan zal het meer op een ventverbod gaan lijken. Hij is het met den heer Vader eens, dat uitstel niet wenschelijk is. Hoewel de invoering van ventvergunningen voor Zandvoort nieuw is, moeten we dit eerste pogen toejuichen en het niet te zwaar tillen. Hij is blij, dat er nu eens iets voor den nood lijdenden middenstand kan worden gedaan, en geeft in overweging af te wachten, hoe de re geling in de praktijk zal werken. Tenslotte wordt het voorstel van B. en W. met 93 stemmen aangenomen. Tegen stem den de heeren Van Rijnberk, Van der Moolen en Suerink. B. en W. stellen voor op aandrang van Ged. Staten de vergoeding voor het gebruik van ge meentelokaliteiten opnieuw te regelen. De heer Bolwidt merkt op, dat door deze nieuwe regeling twee thans nog bestaande vereenigingen, de gymnastiekver. O.S.S. en de Zadvoortsdhe Muziekkapel zeker ten gronde zullen gaan, daar de lasten voor die vereeni gingen te zwaar zullen worden. Ook de heer Paap uit zich in dien geest. De heer Bolwidt stelt voor O.S.S. f 90 per jaar te laten betalen en de Zandv. Muziekkapel ongeveer f 15 per jaar, zijnde de kosten voor vuur en licht. Het voorstel van het college wordt eerst in stemming gebracht en verworpen met 102 stemmen. B. en W. zullen met een ander voorstel komen. De afdeeling Zandvoort van den Ned. Bond van koffiehuis- en restauranthouders heeft het verzoek gedaan de heffing van de personeele belasting volgens den grondslag biljarts met 2/3 te verlagen. B. en W. zien zich tot hun leedwezen genoodzaakt wegens het niet kunnen vinden van dekking van een derving van on geveer f 1000, voor te stellen afwijzend hierop te beschikken. Aldus besloten. Hierna houdt de heer Molenaar nog twee interpellaties, waarna rondvraag en sluiting. Nidelstein Walter 10; J. J. Teekamp Sr. P. J. Steiin 10; Groep B: P. v, HassemJ. W. Schipper A: J. J. Teekamp Jr.J. Spruit 1—0. Derdë klas. Groep A: C. J .H. RademakerJ. Philippo 01: P. E. KolderieA. Frijn 10; Groep B: J. Wever—W. Kuijper 10; A. Stren- gers—Ch. Koppen 10. In het Jeugdhuis aan de Donkere Laan had een vriendschappelijke ontmoeting plaats tus schen de Bloemendaalsche Schaakclub en de R.K. Schaakclub „de Pion" uit Amsterdam. „De Pion" is er niet in geslaagd revanche te nemen voor de het vorig jaar te Amsterdam geleden nederlaag, maar heeft met een gelijk spel genoegen moeten nemen. De Bloemendaal sche Schaakclub mag met dit resultaat, be haald in een wedstrijd tegen een kampioen van de le klasse A. S. B., zeer tevreden zijn. Ook thans bleef „de Pion" aan de eerste en de laatste borden in de meerderheid, terwijl de Bloemendalers aan de middelste borden sterker waren. De kamp, welke aan 34 borden gespeeld werd, kon eerst tegen 9 uur aanvangen. Hoewel over het algemeen in een vlug tempo gespeeld werd, moesten toch verscheidene partijen door de beide spelers van het le bord beslecht worden. Met dezen massakamp, waarin wederzijds met veel animo gespeeld! werd en welke de vriendschapsbanden tusschen beide clubs weder versterkt heeft, heeft de Bloemendaalsche Schaakclub haar zomerprogramma besloten. Gedurende de maanden Juli en Augustus blijft de Club echter geopend, zoodat in dien tijd er iederen Woensdagavond gelegenheid is tot het spelen van vriendschappelijke partijen. Deze wedstrijd heeft gisteren een aanvang genomen. De uitslagen waren: Eerste klas. Groep A: W. WorstelingA. de Jong 01; Groep B: H. ^JogollJ. P. Koop, afgebr.; Harry BlokkerJ. j. v. Toren 0I, Tweede klas. Groep A; Jan BlokkerJ. M. Het programma van deze week vermeldt, voor zoover het de Haarlemsche negentallen betreft, de volgende wedstrijden; Eerste klasse Zaterdag: Quick I—S. D. O. I Zondag: Haarlem IH. H. C. I Tweede klasse Zaterdag: V. V. G. A. II—D. E. V. I Zondag: Duvianen I—A. W. J. I E. D. O. II—Z. R. C. Dorde klasse Zaterdag: R. c. H. III—Duvianen II SwastikaE. D. O. III Zondag: D. E. V. II—E. D. O. TV Schoten II—R. C. H. IV I. V. O.Haarlem III. E. D. O. 1 ten D. E. V. I gaan dus op bezoek in Amsterdam. Dat D. E. V. met de punten zal terugkomen betwijfelen we niet, maar zal E.D.O. het ook doen? Quick is op het oogenblik ook een ernstige candidaat voor de onderste plaats, maar we vermoeden dat Zaterdag wel alle krachten zul len worden gemobiliseerd om tenminste van E. D. O. te kunnen winnen. En heel veel zal van E. D. O. zelf afhangten, zooals dat ook Zondag j.l. tegen V. V. G A. het geval was En Zondagmorgen aanvang half tien, heeft de ontmoeting plaats tusschen de twee voornaam ste candidaten voor de bovenste plaats. Die twee zijn Haarlem en H. H. C., van welke eerstge noemde op 't oogenblik nog een punt vóór staat. Zonder twijfel wordt de winnaar van deze ont moeting eten ernstig kampioenscandidaat. Deze wedstrijd wordt gespeeld in het Gem. Sportpark aan de Van Nesstraat. Des middags spelen op het terrein van De Kemphaan te Driehuis De Duvianen tegen A. U V. J. Naar wij vermoeden zal ook deze ontmoe ting wel een nederlaag voor De Duvianen bren gen. De trekkingsdatum van de door E. D. O. ge organiseerde verloting is uitgesteld tot 1 Nov. Als een verlegen kind slenterde ze langs de verschillende afdeelingen van het wa renhuis. 't Was er een drukte van je welste en het slanke, jonge ding ging in de wirwar verloren, 't Had anders de opmerk zaamheid kunnen trekken, dat haar hand- taschje, een exemplaar van behoorlijke afme tingen, openstond. Of waren er toch blikken op haar gevestigd? Hoe het zij, het jonge meisje schrok hevig toen zij door een zijdeur wilde verdwijnen en plotseling een groote, grof gebouwde dame haar den weg versperde. Eén moment, juffie! zeide zij en legde haar breede hand op den arm van het ver schrikte meisje. Ik moet u verzoeken nog even mee naar binnen te gaan. De reden zal u wel begrijpen, nietwaar? Ik.... ik weet niet wat u bedoelt, stot terde het jonge ding en liet haar blik hulpeloos in het rond fladderen. Op dit oogenblik pas seerde een politie-agent. Hij wierp een korten blik op de twee vrouwen, doch surveilleerde op z'n gemak verder. Nu, moet ik hem terugroepen? vroeg de corpulente dame op gedempten toon. Of gaat u liever vrijwillig mee? Laat me toch gaan! kreunde het jonge meisje met een wanhoopsgebaar. U had vooruit de gevolgen moeten over wegen! sprak de dame met bijtende scherpte. U schijnt mij oud genoeg, om te weten wat u wel of niet mag doen. Hoe oud is u? Een en twintig! hijgde het jonge ding. Goeie genade, nog zoo jong? Zeker een beginneling in het „vak", niet? Ja! stamelde het meisje. Dat merk ik aan je houding. Kom maar 's mee in die zijgang van de passage, dan zal ik je taschje eens controleeren. Als particulier detective van de firma mag ik eigenlijk geen gevoeligheden ontzien, maar je bent nog zoo jong.... Doe je tasch open! In de zijgang van de passage, waar op dit moment geen kijkers rondliepen, haalde het jonge ding het eene voorwerp na het andere uit haar taschje. Je hebt 'n goeden smaak! meende de energieke dame. Je schijnt 't halve warenhuis meegenomen te hebben. Een zilve ren poederdoosjeeen gouden armband.... een dito polshorlogetwee ringen met imi- tatie-steenen, wel niet al te duur, maar ook niet bepaald goedkoop! Wat moet ik nu met je doen? Asjeblieft, laat me gaan! jammerde het jonge ding. Nu, goed! Maar je moet me beslist be loven je nooit weer in ons warenhuis te ver- toonen. Nooit weer! Versta je? Ik beloof het! stamelde het meisje en iiiiMiiiiiniiMimi veegde haar tranen af. Het was vandaag ook voor de eerste maal! Eenige oogenblikken scheen de corpulente dame besluiteloos. Misschien is het toch beter, den politieman te roepen! mompelde zij. Maar spoedig bleek zij een andere meening toegedaan. Ze stopte alles in haar eigen hand- taschje en zei: Nu, vooruit! Ik wil 't nog een keer met je probeeren en vanavond de voor werpen onge. merkt terugleg- gen. Geef me ook het horloge, dat je in de hand hebt. Het meisje i reikte alles aan de dame over, wat zij had meegenomen. Niets meer achtergehouden? vroeg de dame en zag haar doordringend aan. Heusch niet! stamelde het jonge ding. Dat is je maar geraden ook, beginneling! zei de dame boos. Je bent al even dom als de anderen, die ik betrapt heb. Welke anderen? liet het meisje zich ont vallen, terwijl zij groote oogen opzette. Domme vraag! Geloof je, de eenige te zijn, die ik alles afneem? Daar maak ik toch mijn werk van! Meen je, dat iemand van mijn grootte en corpulentie ongemerkt in het wa renhuis iets kan meenemen? Nee, ik betrap al leen bezoeksters van uw soortNu, amu seer je vandaag, beginneling! lachte de ener gieke dame onaangenaam en wilde juist ver dwijnen, toen plotseling een schaduw opdoem de: de man in uniform van zooeven. Op hetzelfde moment zag de dame ook, hoe het jonge meisje een gebaar maakte, dst den politieman niet ontging. Ben je gek geworden? krijschte zij. Wil je jezelf in 't ongeluk storten? Maar het was reeds te laat. Mee naar t bureau! gebood de politieagent. Nu, goedmaar dan niet alleen! snauw de de vrouw. Dan neem je dat brutale jonge ding ook mee. Ik kan een boekje over haar opendoen Dat meisje komt eigener beweging wel op het bureau, lachte de politieman. Als voor naamste getuige kan zij trouwens niet gemist worden. Snap ik niets van! zei de dame brutaal. Dat komt nog wel! lachte het verlegen jonge ding vroolijk. Excuseer me, dat ik het niet eerder noodig vond mij aan u voor te stel len. Niet u bent de particuliere detective van het warenhuis, maar ik. Reeds veertien dagen lang probeerde ik u te betrappen. Dat het zoo lang geduurd heeft eer ik u te pakken had, kan men toch niet kwalijk nemen aan een beginneling, nietwaar? Vraag: Op welken datum wordt dit jaar de groote ommegang in Den Bosch gehouden? Antwoord: Zondag 12 Juli. Vr.: Ik ben ruim een jaar in betrekking, in de huishouding, van 8y, tot 2 A uur. Hoeveel dagen heb ik nu recht op vacantie. Ik ben per maand gehuurd. Ant.: „Recht" op vacantie hebt u alleen, in- cljen daaromtrent een afspraak is gemaakt. Is dit niet het geval, dan kunt u geen rechten laten gelden. Vr.: Hoe maakt men ragout-croquetjes of broodjes? Antw.: Benoodigd voor 8 stuks; 250 gr. rauw kalfsvleesch of 190 gr kalfsvleeschresten van fricandeau of rollade, 25 gr. bloem, 20 gr., bo ter, 1 ei, 2 d.L. bouillon, 2 bladen gelatine, zout, peper, noot, paneermeel, frituurvet, peterselie, '4 uitje, een stukje wortel. Zet het rauwe kalfsvleesch op met kokend water, zout en kruiden (een paar takjes peter selie, een stukje ui en wortel) en kook het gaar Hak het vleesch fijn. Verwarm, roerende, cle boter met de bloem en roer dit tot een gladde massa, voeg daarbij, langzamerhand en steeds roerende, 2 d.l. gezeefden bouillon van het ge kookte kalfsvleesch (of verdund bruin van jus van de vleeschresten)Laat dit sausje 5 10 minuten doorkoken. Los er dan de geweekte en goed uitgeknepen gelatine in op. Roer 't vleesch er door en maak de massa af met eidooier, pe- Zoo lag Tuimeltje dan in bed en in dien tijd begon het heel zwaar te onweeren. De kaboutertjes hadden het nog nooit zoo fel zien weerlichten en ze maakten zich gereed om de velden in te gaan, want daar zouden ze zeker de planten kunnen helpen. Tuimeltje werd eensklaps wakker van een grooten straal en keek verschrikt het venster uit. Daar zag hij de andere kaboutertjes al vertrekken. Hij wilde wel graag mee, maar zijn beenen waren nog zoo stijf en zwaar, dat nij maar weer in bed kroop. Bbrrr.... rilde hij ik ben niks op mijn gemak, zoo alleen, en hoe zou het met Kruimeltje zijn? vroeg hij zich eensklaps af. Toen had ie geen rust meer en met veel moeite ging ie er op uit, alleen den donkeren nacht in. En intusschen waren de kabouters al lang aan het werk. Maar Kruimeltje, die nog zoo klein was, had beter thuis kunnen blij ven, want het was verschrikkelijk slecht weer. De lantaamtjes dreigden telkens uit te waaien en de wind gierde zoo hard, dat ze elkaar niet konden verstaan. Zoo kwam het ook, dat Kruimeltje, die in een mooien rozentak was geklommen, aan een doorn was blijven hangen en hoe hij ook om hulp riep, nie mand hoorde het. per, zout en geraspte noot. Strijk ze uit op een schotel. Laat ze koud worden. Maak er claama met twee eetlepels langwerpige rolletjes van, gelijk van grootte, zonder barstjes. Wentel de croquetten in paneermeel. Fatsoeneer ze nog met de hand na. Haal ze dan door 't even los geklopte eiwit, dat met een paar druppels sla olie verdund is; wentel ze tenslotte nog eens door zeer fijn paneermeel. Bak de croquetten 'n paar minuten in frituurvet (dat zóó heet meet zijn dat er een blauwe damp vanaf komt), tot ze bruin en knappend zijn geworden. Laat ze op grauw papier even uitdruipen. Over: ZEGENING VAN WAPENEN In de Kath. Pers wordt steeds beweerd (o.a. beweerde Rector Kok dit nog op een vraag hem gesteld in de Parochiebode), dat de Katholieke Geestelijken nooit de wapens zegenen van welk land ook. Wel worden de soldaten gezegend wan neer zij ten oorlog trekken en daarom vragen, maar nooit hun wapens. Op de voorpagina van de N. H. C. van l-7-'36 staat nu echter een foto van Geestelijken in Oostenrijk welke strijd wapens (tanks en legerautomobielen) zegenen. Hoe verklaart u deze tegenspraak? Deze foto op de le pagina van uw blad en dit voorbeeld van de Geestelijkheid doen m.l. meer kwaad dan de R. K. Vredesbond in 5 jaar kan wegwerken. Waarom nog langer lid gebleven bij zulke voor beelden? Hopende spoedig een verklaring van u te mogen ontvangen teekent. Hoogachtend, C. F. NUPOORT, Duinl.p.weg 19, Santpoort St. Naschrift der redactie. Wij kunnen ons voor stellen, dat inzender en anderen met hem, zich gestooten heeft aan een foto, die het zegenen van wapenen voorstelt. En wanneer wij van dat ze genen een verklaring zullen trachten te geven, dan willen wij geenszins geacht worden voor stander te zijn van den oorlog of van militairisme. Ook de priesters, die de zegening verrichtten, zijn dat zeer zeker niet. Gesteld eens, dat er een rechtvaardige oorlog zou ontstaan, zooals een volkomen noodzakelijke en gewettigde verdedi gingsoorlog tegen een of ander bloeddorstig volk, dat het uitsluitend op ons leven gemunt heeft (wij stellen deze laatste hypothese om onze redeneering duidelijker te maken) zeer zeker zijn zou. Dan zou een ieder, die aan dezen rechtvaar digen oorlog deelneemt, ernstig meenen, dat het recht aan zijn zijde is en dan zou er niets on redelijks in zitten om de wapenen te zegenen, want de zegening der wapenen is in den grond der zaak niets anders dan een bede om de over winning. En wie zou in dat veronderstelde ge val van een waarlijk rechtvaardigen oorlog het bidden om de overwinning veroordeelen? Zoolang wij dus nog, helaas, de mogelijkheid moeten er kennen, dat een rechtvaardige oorlog gevormd zal kunnen worden, zoolang moeten wij erkennen, dat er omstandigheden kunnen zijn waarin wij hartelijk om de overwinning zullen mogen en moeten bidden. Daarmede is geenszins ln strijd het streven naar en het aandringen op een vredelievende oplossing van de internationale ge schillen b.v. door middel van scheidsgerechten. Men denke b.v. eens aan wat Z. H. de Paus in dit opzicht heeft gedaan. En zij, die ln bepaalde omstandigheden het vurigst zullen bidden voor de overwinning van een rechtvaardige zaak, kun nen de ijverigste propagandisten en voorvechters zijn van het beginsel: vrede door recht en zonder oorlog. Wij zien dus niet in waarom inzender zijn lidmaatschap van den R. K. Vredesbond zou moeten opzeggen. 40 „Wacht eventjes," zei ik. En zonder anderen uitleg, nam ik de kaart met den naam van mijnheer Servoix en verwisselde die met „Witen moeten wij daar plaatsen: den dokter of.mijnheer d'Osmont?" „Waarom?" zei mijn kameraad. „Komaan, dan maar den dokter. Ik heb neef Barry-Montier aan Marianne gegeven, arme Marianne! De dokter zal het haar wel vergoe den." Michel stond na te denken, de wenkbrauwen gefronst. Opeens greep hij mij bij de schouders en zei, zijn doordringenden blik in den mijnen: „Waarom plaats je mijnheer Servoix naast Fransoise?" „Och zoo maarvoor de grap, beste Michel!" antwoordde ik lachend. De handen over mijn ooren holde ik naar mijn kamer, waar Ik een paar passen van een gavotte deed, onderwijl de Bourrée van Bach neuriënd. De gasten waren aangekomen. De lunch liet niet op zich wachten. Ik sloeg Francoise gade, die van genoegen bloosde als een roosje en mijnheer Servoix, die zichtbaar ontroerd was. Michel bekeek ze ook dikwijls als verbijsterd en ik was daar blij om, want daardoor ontsnapte ik aan een toezicht, dat mij wel wat zou ge- neeren. Och, die surveillance zou mij toch niet erg gehinderd hebben. Mijn buurman links at weinig en sprak nog minder en ik vroeg mij met bezwaard hart af of hij het betreurde Marianne niet als tafeldame te hebben. Marianne zat openlijk met den dokter te flir ten, vlak tegenover ons. Robert zou zeker meer genoegten hebben betoond en meer zijn best hebben gedaan om mij aangenaam bezig te houden. Opeens voelde ik zulk een eenzaam heid, dat ik er benauwd van werd. De poularde zat te pronken op een bed van truffels, de kreeft in een reeks van champignons, ik wilde er niet eens aan raken. „Denise, eet je niet van die delicatessen?" vroeg Georges mij eindelijk. „Ik wacht op het dessert," antwoordde ik. „Anders heb je toch wel goeden eetlust, waar om niet vandaag?" Er lag iets als ongerustheid in zijn stem en dat nietige ietsje veranderde opeens mijn dof fen angst in vreugde. Ik was niet meer alleen, ik had trek in een goed stuk kreeft. Opeens vond ik, dat Maurice Darrolles mijn buurman rechts geestig was. En de lunch eindigde in vroolijkheid en opgeruimdheid. Ik was in mijn kamer om mijn coiffure Oen beetje in orde te brengen, toen Fransoise bin nenkwam, zonder zelfs te kloppen. «O. ben. je daar?" zei zij, „ik zocht ie." „Wat scheelt er aan beste meid, je lijkt wel erg ontdaan." „Denise, het is gedaan," verklaarde zij. „Ik zal 'nooit trouwen. Hij heeft mij zooeven verklaard, dat een man niet met een rijke vrouw kan trouwen, dan als zijzelf hem ge kozen heeft. Zij mag niet denken, dat hij aan getrokken wordt door haar rijkdom." „Wat heb je geantwoord?" „Dat, als men bemint, men zulke redenee ringen niet houdt." „En wat zei hij toen?" „Niets! Denise. Denise, ik kan hem toch zelf niet ten huwelijk vragen! Vooral, daar mijn ouders er zoo tegen zullen zijn!.... Wat zal er van mij worden!" „Je maakt je radeloos om niets. Geef je mij permissie om je te helpen?" „Nooit van m'n leven! Ik verbied je, hoor je goed, ik verbied je om hem te zeggen, dat ik hem bemin." „Dan moet je maar vertrouwen op de Voor zienigheid, die machtiger is dan wij. Maar wij moeten naar beneden gaan, Fransoise, wij mogen onze gasten niet vergeten. Arme Fransoise, zou zij zich veel om onze gasten bekommeren? Zij had al den invloed van haar opvoeding noodig om een lachend gezicht te zetten en mij te volgen naar den tuin, te praten, te lachen en zich bezig te houden met de genoodigden. Gedurende dien tijd smeekte fk de Voor zienigheid, die zich reeds van mij bediend had in het vinden van de portefeuille, mij bij ge brek aan een bekwamer tusschenpersoon het ge luk van mijn dierbare Francoise toe te ver trouwen. Ongetwijfeld daardoor aangespoord, bleef ik in de nabijheid van mijnheer Ser voix, die somber en eenzaam onder een boom zat. Mijn plan was al gemaakt. Ik heb het reeds eens gezegd, mijnheer Ser voix behandelde mij als gewichtig personage, bij mijn nadering stond hij beleefd op en bood mij een stoel aan, die naast den zijnen stond. Een nogal alledaagsch gesprek begon; ik zag, dat Frangoise mij van verre angstig aankeek. De regen, het mooie weer, wat een pracht van onderwerpen voor de conversatie! En de ele gante wereld van Fleurville, hoe bekoorlijk! „Vindt u de feestelijkheden in het Casino amusant?" vroeg ik. „Ik geef de voorkeur aan het gezelschap van mijn vrienden," antwoordde hij ernstig. „En ik, ik houd het meest van boeken, van mooie romans en vooral van sprookjes." „Van sprookjes, juffrouw Denise?" „Ja, mijnheer, die van het mooiste en het. meest ware ter wereld. Komaan, ik ga. u er een vertellen." Mijn ernst maakte indruk op hem, hij leek een. beetje geschokt door zulk een vreemd voor stel en ik maakte de conclusie: Dat gaat goed! Ik begon: „Er was eens een prinses, schoon als de dageraad, haar naam was.... Framboise, omdat zij zoo lief en zoo zoet was. Dochter van een machtigen en rijken koning, genoot Framboise van alles, wat fortuin en schoonheid kunnen geven, maar te midden van al die grootheid bleef haar hart eenvoudig i en goed als dat van haar minste onderdanen. Op zekeren dag stelde haar vader, de koning, in zijn paleis een nieuwen minister aan, een man van buitengewone energie en verstand...." „O.... juffrouw Denise!" „Wat blieft u, mijnheer? Stelt u geen belang in mijn sprookje?" „Toch wel.... gaat u voort!" „Die minister was jong en knap van gelaat en gestalte. Framboise, die door al de heeren van het hof en de omgeving verafgood werd, erkende spoedig de verdiensten van dien be scheiden, maar hoogstaanden man en zonder zich te verdedigen, schonk zij hem geheel haar hart." Mijn gezel legde plotseling zijn bevende *en ijskoude hand op mijn pols maar ik deed, alsof ik het niet merkte. „Op zekeren dag meende zij gemerkt te heb ben, dat haar liefde beantwoord werd en in de vreugde van haar hart, vertrouwde zij alles toe aan haar hofdame, maar kórt daarna be greep zij, dat zij zich vreeselijk vergist had: de jonge minister beminde haar niet. Toen, overweldigd door haar verdriet, trok zij zich terug in haar paleis, weigerde te voorschijn te komen en stierf van teleurgesteld verlan gen." „Is dat bet eind, juffrouw Denise?" „Ja, dat is het slot van het sprookje." „Juffrouw, uw vertelling is niet compleet: me dunkt, wfj hebben die in hetzelfde boek ge lezen, want ik kende dat sprookje ook. Er is nog een hoofdstuk, dat u over het hoofd hebt gezien." „Vertél het jnü dan, mijnheer, „De minister beminde de prinses, maar hij bezat slechts zijn tractement om van te leven. Hij wist, dat de prinses bestemd was voor een troon. Langen tijd wist hij niet, dat hij be mind werd. Toten hij eindelijk zijn onmetelijk geluk erkende, zag hij zich geplaatst voor zijn in opstand gekomen eer: een arme minister trouwt niet met de dochter van den koning! Zou zij later niet den troon, de eer, de rijk dommen betreuren, die zij versmaad had om tot hem te gaan? Zou hij haar genoeg geluk kunnen schenken om dat alles te vergoeden? Vast besloten alleen te lijden, deed hij een plechtige belofte om zijn liefde te verzwijgen." „Ik dank u wel, mijnheer, dat u mij aan dat hoofdstuk hebt herinnerd, ik had er niet meer aan gedacht, maar ik vind het zeer mooi. Op mijn beurt moet ik de leemten van uw geheu gen aanvullen. Die jongeman was ondanks zijn kostbare hoedanigheden een hoogmoedige ten weinig vooruitziende man." „Ho, juffrouw!" „Ja zeker, hoogmoedig, omdat hij het in strijd achtte met zijn eer een vrouw te trouwen, die rijker was dan hij, omdat hij vreesde aangezien te worden voor een bruid schatjager en door dien dwazen hoogmoed stelde hij zijn trots boven zijn liefde." „U oordeelt hard over hem, juffrouw!"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 9