UIT DEN OMTREK
den dag
Tuimelt je en Kruimeltje in het Kabouterland
onö:
lal 1
De onbekende Verloofde j
VRIJDAG 10 JULI 1936
R. K. GEMEENTERAADSLEDEN
Afdeeling „Zaanstreek" van den
Bond opgericht
BENNEBROEK
HAARLEMMERMEER
HEEMSTEDE
VELSEN-NOORD
ZANDVOORT
Ventvergunningen
Massakamp Bloemendaalsche
Schaakclub„de Pion"
SCHAKEN
SCHAAKCLUB „DE ROCHADE"
Zomerwedstrijd
HONKBAL
Programma-Overzicht
E.D.O.-Loterij
Het jonge ding j
VRAGENBUS
CA
3*
f
II DOOR LEMAIRE
.(Wordt vervolgd)
Na een inleidend woord van den heer mr.
Verhaar, redacteur van het Blad voor R. K.
Gemeenteraadsleden, werd Woensdagavond in
Café „Spoorzicht" te Uitgeest een afdeeling
„Zaanstreek" van den Bond van R. K. Ge
meenteraadsleden opgericht.
In verband met drukte in het landbouwbe
drijf in deze omgeving van Kennemerland en
gelijktijdige vergaderingen elders, was de op
komst nog maar gering.
De aanwezigen hebben in het voorloopig be
stuur gekozen de heeren Waij van Assendelft.
Ranshujjzen van Zaandam, De Vries van Cas-
tricum, Klaassen van Heemskerk en Wolden-
ctorp van Alkmaar.
Concert te „Huis te Bennebroek" Woens
dagavond gaf het fanfarekorps „Kunst na
Arbeid" een concert in de buitenplaats „Huis
te Bennebroek" onder leiding van den directeur
den heer C. Jutjens. Het korps kwam met een
vroolijken marsch naar de woning van de
muziekvereeniging, de heer Jac. van der
Ambachtsvrouwe, die, met de familie, op het
bordes was verschenen. De voorzitter van de
Schrier, sprak eenige woorden tot de aanwe
zigen, welke door Graaf van Limburg Stirum
vriendelijk werden beantwoord. Hierna begon
de afwerking van het programma. Op elk num
mer volgde een luid applaus. Na beëindiging
bracht de heer van Stirum, namens Freule
Willink, zijn dank voor de goede muziek, door
het korps gegeven, waarmede „Kunst na Ar
beid" aan de bewoners van „Huis te Benne
broek" een aangenomen avond had bezorgd.
Poging tot inbraak mislukt Donderdag
morgen kwam de landbouwer v. d. M. aan den
Bennebroekerweg nabij Hoofddorp tot de ont
dekking, dat ongewenschte bezoekers op het
erf waren geweest, zich toegang hadden ver
schaft tot den stel en vandaar uit ook had'len
getracht de woning binnen te dringen.
Vermoedelijk zijn d'e dieven door het een of
ander onraad in hun werk gestoord en onver-
richterzake weder gevlucht, want er werd niets
vermist. De politie stelt een onderzoek in.
Paardensport Het bestuur van de vereeni-
ging „Vooruit" doet steeds z'n best om het den
bezoekers van zijn jaarl.jksch concours-hippique
aantrekkelijk te maken met de een of andere
verrassing.
Het is zeer vindingrijk en ditmaal ook wel heel
goed geslaagd.
Bij den heer van den Berg te Arnhem heeft
het een paar mooi zwarte Shetlandsche pon-
ny's gekocht van drie en vijf jaar oud; iets ver
schillend in maat; het zou moeder en dochter
kunnen zijn.
Deze beide allerliefste kleine paardjes zullen
op Woensdag 15 Juli a.s. tijdens het concours-
hippique op het gemeentelijk sportterrein te
Hoofddorp onder de bezoekers gratis worden
verloot en wie het lot gunstig -s, zal natuurlijk
dolgelukkig zijn met zoo'n miniatuur paard;
echt levend speelgoed voor kinderen van ouders,
die zelf dolveel van paarden houden.
Deze beide prijsponny's zijn al in Hoofddorp
gearriveerd, loopen in een weiland achter de
burgemeesterswoning en hebben reeds de volle
belangstelling van jong en oud van het dorp.
Jubileum bij de politie Vandaag herdenkt
de heer W. Schoo den dag dat hij voor 25 jaar
in dienst kwam bij de politie.
Door de goede zorgen van het politieperso
neel was zoowel de hal van het bureau als de
Inspecteurskamer, waar de huldiging zou plaats
hebben, rijk met groen en bloemen versierd.
Om 11 uur werd de jubilaris en zijn familie
per auto van zijn woning gehaald. Binnenko
mend werden mevr. Schoo bloemen aangebo
den.
Toen zij tusschen groen en bloemen in de
Inspecteurskamer hadden plaats genomen,
waar ook behalve de loco-burgemeester, jhr. A.
v. d. Pol, de inspecteurs van politie, het ge-
heele personeel en de oud-collega's Visser en
v. Kampen aanwezig waren, voerde allereerst
het woord wethouder Jhr. A. v. d. Pol.
Hoewel in niet zoo nauw contact, aldus spr.,
als de burgemeester, die thans wegens verlof
niet aanwezig kon zijn, heb ik u toch al 16 jaar
gekend, en altijd de ondervinding opgedaan,
dat u veel heeft bijgedragen tot den goeden
naam dien ons corps heeft.
Spr. besloot met den wensch, dat de jubilaris
moge blijven arbeiden, zooals het een goed po
litieman betaamt, en dat dit een stimulans
moge zijn voor de andere leden van het corps.
Hierna voerde inspecteur C. Kemper het
woord. Wij hebben elkander, aldus spr., gekend
in twee corpsen, waarvan 20 jaar in dit van
Heemstede. Een oud spreekwoord zegt, dat een
soldaat het best gekend wordt door zijn on-
middellijken chef. En wat ik van uw arbeid in
die jaren gezien heb stemt mij tot groote te
vredenheid. Uw strijd tegen uiterlijk vertoon
was bijna oorzaak dat wij hier nu niet bijeen
waren. Maar gedachtig aan de spreuk „vier
uw vierdag" hebt gij toegegeven om ons in de
gelegenheid te stellen u onze hulde te brengen.
Naast de gelukwenschen bood spr. den jubila
ris namens het personeel een clubfauteuil aan.
Brigadier H. Mulder sprak den wensch uit
nog vele jaren in de beste verstandhouding
samen te mogen werken.
Namens het politiepersoneel sprak de 'heer
Jonkman als een der oudste agenten. Hij dankt
namens de collega's voor de humane wijze
waarop brigadier Schoo met het lagere perso
neel omgaat.
De jubilaris dankte vervolgens voor de vele
hartelijke woorden, er den wensch aan toevoe
gend zoo niet velen, dan toch nog enkele jaren
in dezelfde prettige verstandhouding zijn ar
beid te mogen verrichten.
Hierna werden eenige ververschingen aan
geboden, waarna de jubilaris met zijn familie
huiswaarts keerde, om daar den jubileumsdag
in huiselijken kring verder te vieren.
Ook een record Voor den steiger der pa
pierfabriek alhier is aangekomen het Noorsche
stoomschip „Fjordheim", met een lading papier
hout, groot 12000 kub. M.
Dit is het grootste kwantum, in den loop der
jaren, hetwelk met één stoomschip is aange
voerd.
Raadsverslag. Donderdag vergaderde de
raad dezer gemeente onder voorzitterschap van
den burgemeester. Afwezig was wethouder
Elffers.
Een schrijven was ingekomen van drie raads
leden, waarin werd voorgesteld in de alge-
meene politieverordening een bepaling op te
nemen, waarbij strafbaar werd gesteld het in
gebruik hebben van toestellen, die de radio
ontvangst storen. De heer van Rijnberk licht
het voorstel toe. Het is hier nog al erg met
die storingen. De pachter van den watertoren
kan zijn muziek niet laten spelen hierdoor,
hoewel de man per maand f 12,50 moet be
talen aan muziekvergunning. Ook in andere
gemeenten komen dergelijke bepalingen voor.
De kosten voor ombouw der storende toestel
len bleken bij informatie zeer gering.
Dit voorstel wordt aangehouden.
Zeven raadsleden hadden verzocht alvorens
tot ontbinding der strandpachtcontracten over
te gaan van hen, bij wie onregelmatigheden
zfjn geconstateerd, de strandpachtcommissie
haar oordeel te doen geven. Bij drie straiid-
pachters was de aanzegging reeds geschied en
zij hebben gebruik gemaakt van hun recht van
beroep op den raad. De Voorzitter, overwe
gende, dat de meerderheid der leden dit ver
zoek had onderteekend, zegt toe reeds deze wees
nog de commissie bijeen te roepen en de vol
gende week weer met den raad te vergaderen.
Nieuwe onthullingen zijn er echter niet te
wachten, zegt de Voorzitter.
Bij stemming over aanhouding wordt dit
voorstel aangenomen met 7—5 stemmen. De
heer Molenaar trekt hierop zijn aangevraagde
interpellaties over dit onderwerp in.
Aan de orde is een wijziging der instructie
van de gemeentevroedvrouw. Nadat de heer
Van der Moolen gevraagd had meer bekend
heid te geven aan het feit, dat min- of on-
vermogenden gratis hulp kunnen ontvangen,
wordt het voorstel z.h.s. aangenomen.
Goedgevonden wordt, dat aan H. van Leeu
wen te Zuidschalkwijk, die reeds vergunning
had tot het plaatsen van een electrischen
draaimolen, ook een gondelmolen er bij zal
mogen exploiteeren.
Bij het voorstel tot vaststelling van een
reglement van orde, wordt op verzoek van den
heer Molenaar hiermee gewacht tot een vol
gende vergadering.
Gedeputeerde Staten hebben er in hun nota
van opmerkingen op aangedrongen, dat de
schaal van inkomens, vervat in de regeling der
bijdragen voor het nijverheidsonderwijs met
f 1000 wordt verlaagd en derhalve begint bij
een inkomen van f 1000 en eindigt bij f 1900.
B. en W. zijn van meening, dat de zeer zorg
lijke toestand van de gemeente gebiedend
eischt dat deze regeling wordt beperkt tot de
leerlingen van de ambachtsschool te Haarlem.
De heer van Rijnberk betreurt het; dat een
groot aantal scholen wordt uitgeschakeld bij
de nieuwe regeling en alweer staan we voor
een stuk afbraak.
De heer Molenaar zou de toepassing der re
geling op het land- en tuinbouwonderwijs als
mede voor de visscherijschool willen behou
den.
De heer Van der Moolen juicht het toe, dat
in deze regeling een progressie is toegepast.
Voorzitter zegt, dat Ged. Staten een andere
regeling wenschen en er moet nu eenmaal be
zuinigd worden. De heer Groen stelt voor deze
materie eerst in de commissie voor onderwijs
te bespreken, hetgeen nog niet was geschied,
waartoe wordt besloten.
Thans is aan de orde het voorstel tot invoe
ring van ventvergunningen.
De heer Paap vindt f 1 per maand voor ven
ters van buiten te weinig en zou dit willen
gesteld zien op f 5. Hij is overtuigd, dat bona
fide venters dit kunnen opbrengen en zullen
toejuichen. De heer Suerink zegt, dat een
groot aantal venters van Zandvoort buiten de
plaats venten en een belangrijk bedrag hier
door wordt ontvangen, zoodat voorzichtigheid
is geboden. De heer Molenaar stelt voor de
verordening terug te nemen en die van Am
sterdam te bestudeeren. De heer Vader (r.k.)
voelt niets voor uitstel en het bedrag van f 5
per maand vindt hij te hoog; fl per twee
weken is voldoende en voor de inwoners van
Zandvoort f 1 per jaar.
De heer Bolwidt verzoekt op te nemen, dat
personen beneden 16 jaar geen vergunning
zullen krijgen.
Wethouder Siegers verdedigt het voorstel.
Het gaat niet om een ventverbod, maar om
ventvergunningen. De bedoeling is het venten
te regelen, waaruit men niet moet opmaken,
dat iedere venter hier zal worden geweerd. Juist
om het venten niet te sterk te beperken is
f 1 per maand naar de meening van B. en W.
voldoende en moet dit bedrag niet worden ver
hoogd. De redactie is correct en ze bestaat
zoo in verschillende gemeenten.
De inschakeling van een levensmiddelenraac'
zooals te Amsterdam is te grootsch opgezet en
hij is dan bang, dat er in dit seizoen dan niets
zal gebeuren. Juist dan zal het meer op een
ventverbod gaan lijken. Hij is het met den
heer Vader eens, dat uitstel niet wenschelijk
is. Hoewel de invoering van ventvergunningen
voor Zandvoort nieuw is, moeten we dit eerste
pogen toejuichen en het niet te zwaar tillen.
Hij is blij, dat er nu eens iets voor den nood
lijdenden middenstand kan worden gedaan, en
geeft in overweging af te wachten, hoe de re
geling in de praktijk zal werken.
Tenslotte wordt het voorstel van B. en W.
met 93 stemmen aangenomen. Tegen stem
den de heeren Van Rijnberk, Van der Moolen
en Suerink.
B. en W. stellen voor op aandrang van Ged.
Staten de vergoeding voor het gebruik van ge
meentelokaliteiten opnieuw te regelen.
De heer Bolwidt merkt op, dat door deze
nieuwe regeling twee thans nog bestaande
vereenigingen, de gymnastiekver. O.S.S. en de
Zadvoortsdhe Muziekkapel zeker ten gronde
zullen gaan, daar de lasten voor die vereeni
gingen te zwaar zullen worden. Ook de heer
Paap uit zich in dien geest. De heer Bolwidt
stelt voor O.S.S. f 90 per jaar te laten betalen
en de Zandv. Muziekkapel ongeveer f 15 per
jaar, zijnde de kosten voor vuur en licht.
Het voorstel van het college wordt eerst in
stemming gebracht en verworpen met 102
stemmen. B. en W. zullen met een ander
voorstel komen.
De afdeeling Zandvoort van den Ned. Bond
van koffiehuis- en restauranthouders heeft het
verzoek gedaan de heffing van de personeele
belasting volgens den grondslag biljarts met
2/3 te verlagen. B. en W. zien zich tot hun
leedwezen genoodzaakt wegens het niet kunnen
vinden van dekking van een derving van on
geveer f 1000, voor te stellen afwijzend hierop
te beschikken. Aldus besloten.
Hierna houdt de heer Molenaar nog twee
interpellaties, waarna rondvraag en sluiting.
Nidelstein Walter 10; J. J. Teekamp Sr.
P. J. Steiin 10; Groep B: P. v, HassemJ. W.
Schipper A: J. J. Teekamp Jr.J. Spruit
1—0.
Derdë klas. Groep A: C. J .H. RademakerJ.
Philippo 01: P. E. KolderieA. Frijn 10;
Groep B: J. Wever—W. Kuijper 10; A. Stren-
gers—Ch. Koppen 10.
In het Jeugdhuis aan de Donkere Laan had
een vriendschappelijke ontmoeting plaats tus
schen de Bloemendaalsche Schaakclub en de
R.K. Schaakclub „de Pion" uit Amsterdam.
„De Pion" is er niet in geslaagd revanche te
nemen voor de het vorig jaar te Amsterdam
geleden nederlaag, maar heeft met een gelijk
spel genoegen moeten nemen. De Bloemendaal
sche Schaakclub mag met dit resultaat, be
haald in een wedstrijd tegen een kampioen van
de le klasse A. S. B., zeer tevreden zijn.
Ook thans bleef „de Pion" aan de eerste en
de laatste borden in de meerderheid, terwijl de
Bloemendalers aan de middelste borden sterker
waren.
De kamp, welke aan 34 borden gespeeld werd,
kon eerst tegen 9 uur aanvangen. Hoewel over
het algemeen in een vlug tempo gespeeld werd,
moesten toch verscheidene partijen door de
beide spelers van het le bord beslecht worden.
Met dezen massakamp, waarin wederzijds
met veel animo gespeeld! werd en welke de
vriendschapsbanden tusschen beide clubs weder
versterkt heeft, heeft de Bloemendaalsche
Schaakclub haar zomerprogramma besloten.
Gedurende de maanden Juli en Augustus blijft
de Club echter geopend, zoodat in dien tijd er
iederen Woensdagavond gelegenheid is tot het
spelen van vriendschappelijke partijen.
Deze wedstrijd heeft gisteren een aanvang
genomen. De uitslagen waren:
Eerste klas. Groep A: W. WorstelingA. de
Jong 01; Groep B: H. ^JogollJ. P. Koop,
afgebr.; Harry BlokkerJ. j. v. Toren 0I,
Tweede klas. Groep A; Jan BlokkerJ. M.
Het programma van deze week vermeldt, voor
zoover het de Haarlemsche negentallen betreft,
de volgende wedstrijden;
Eerste klasse
Zaterdag: Quick I—S. D. O. I
Zondag: Haarlem IH. H. C. I
Tweede klasse
Zaterdag: V. V. G. A. II—D. E. V. I
Zondag: Duvianen I—A. W. J. I
E. D. O. II—Z. R. C.
Dorde klasse
Zaterdag: R. c. H. III—Duvianen II
SwastikaE. D. O. III
Zondag: D. E. V. II—E. D. O. TV
Schoten II—R. C. H. IV
I. V. O.Haarlem III.
E. D. O. 1 ten D. E. V. I gaan dus op bezoek
in Amsterdam. Dat D. E. V. met de punten zal
terugkomen betwijfelen we niet, maar zal E.D.O.
het ook doen?
Quick is op het oogenblik ook een ernstige
candidaat voor de onderste plaats, maar we
vermoeden dat Zaterdag wel alle krachten zul
len worden gemobiliseerd om tenminste van E.
D. O. te kunnen winnen. En heel veel zal van
E. D. O. zelf afhangten, zooals dat ook Zondag
j.l. tegen V. V. G A. het geval was
En Zondagmorgen aanvang half tien, heeft de
ontmoeting plaats tusschen de twee voornaam
ste candidaten voor de bovenste plaats. Die twee
zijn Haarlem en H. H. C., van welke eerstge
noemde op 't oogenblik nog een punt vóór staat.
Zonder twijfel wordt de winnaar van deze ont
moeting eten ernstig kampioenscandidaat.
Deze wedstrijd wordt gespeeld in het Gem.
Sportpark aan de Van Nesstraat.
Des middags spelen op het terrein van De
Kemphaan te Driehuis De Duvianen tegen A. U
V. J. Naar wij vermoeden zal ook deze ontmoe
ting wel een nederlaag voor De Duvianen bren
gen.
De trekkingsdatum van de door E. D. O. ge
organiseerde verloting is uitgesteld tot 1 Nov.
Als een verlegen kind slenterde ze langs
de verschillende afdeelingen van het wa
renhuis. 't Was er een drukte van je
welste en het slanke, jonge ding ging in de
wirwar verloren, 't Had anders de opmerk
zaamheid kunnen trekken, dat haar hand-
taschje, een exemplaar van behoorlijke afme
tingen, openstond. Of waren er toch blikken
op haar gevestigd?
Hoe het zij, het jonge meisje schrok hevig
toen zij door een zijdeur wilde verdwijnen en
plotseling een groote, grof gebouwde dame
haar den weg versperde.
Eén moment, juffie! zeide zij en legde
haar breede hand op den arm van het ver
schrikte meisje. Ik moet u verzoeken nog
even mee naar binnen te gaan. De reden zal
u wel begrijpen, nietwaar?
Ik.... ik weet niet wat u bedoelt, stot
terde het jonge ding en liet haar blik hulpeloos
in het rond fladderen. Op dit oogenblik pas
seerde een politie-agent. Hij wierp een korten
blik op de twee vrouwen, doch surveilleerde op
z'n gemak verder.
Nu, moet ik hem terugroepen? vroeg de
corpulente dame op gedempten toon. Of gaat
u liever vrijwillig mee?
Laat me toch gaan! kreunde het jonge
meisje met een wanhoopsgebaar.
U had vooruit de gevolgen moeten over
wegen! sprak de dame met bijtende scherpte.
U schijnt mij oud genoeg, om te weten wat u
wel of niet mag doen. Hoe oud is u?
Een en twintig! hijgde het jonge ding.
Goeie genade, nog zoo jong? Zeker een
beginneling in het „vak", niet?
Ja! stamelde het meisje.
Dat merk ik aan je houding. Kom maar
's mee in die zijgang van de passage, dan zal
ik je taschje eens controleeren. Als particulier
detective van de firma mag ik eigenlijk geen
gevoeligheden ontzien, maar je bent nog zoo
jong.... Doe je tasch open!
In de zijgang van de passage, waar op dit
moment geen kijkers rondliepen, haalde het
jonge ding het eene voorwerp na het andere
uit haar taschje. Je hebt 'n goeden smaak!
meende de energieke dame. Je schijnt 't halve
warenhuis meegenomen te hebben. Een zilve
ren poederdoosjeeen gouden armband....
een dito polshorlogetwee ringen met imi-
tatie-steenen, wel niet al te duur, maar ook niet
bepaald goedkoop! Wat moet ik nu met je
doen?
Asjeblieft, laat me gaan! jammerde het
jonge ding.
Nu, goed! Maar je moet me beslist be
loven je nooit weer in ons warenhuis te ver-
toonen. Nooit weer! Versta je?
Ik beloof het! stamelde het meisje en
iiiiMiiiiiniiMimi
veegde haar tranen af. Het was vandaag ook
voor de eerste maal!
Eenige oogenblikken scheen de corpulente
dame besluiteloos. Misschien is het toch
beter, den politieman te roepen! mompelde zij.
Maar spoedig bleek zij een andere meening
toegedaan. Ze stopte alles in haar eigen hand-
taschje en zei: Nu, vooruit! Ik wil 't nog een
keer met je probeeren en vanavond de voor
werpen onge.
merkt terugleg-
gen. Geef me ook
het horloge, dat
je in de hand
hebt.
Het meisje i
reikte alles aan
de dame over, wat zij had meegenomen.
Niets meer achtergehouden? vroeg de dame
en zag haar doordringend aan.
Heusch niet! stamelde het jonge ding.
Dat is je maar geraden ook, beginneling!
zei de dame boos. Je bent al even dom als
de anderen, die ik betrapt heb.
Welke anderen? liet het meisje zich ont
vallen, terwijl zij groote oogen opzette.
Domme vraag! Geloof je, de eenige te
zijn, die ik alles afneem? Daar maak ik toch
mijn werk van! Meen je, dat iemand van mijn
grootte en corpulentie ongemerkt in het wa
renhuis iets kan meenemen? Nee, ik betrap al
leen bezoeksters van uw soortNu, amu
seer je vandaag, beginneling! lachte de ener
gieke dame onaangenaam en wilde juist ver
dwijnen, toen plotseling een schaduw opdoem
de: de man in uniform van zooeven.
Op hetzelfde moment zag de dame ook, hoe
het jonge meisje een gebaar maakte, dst den
politieman niet ontging.
Ben je gek geworden? krijschte zij. Wil je
jezelf in 't ongeluk storten?
Maar het was reeds te laat. Mee naar t
bureau! gebood de politieagent.
Nu, goedmaar dan niet alleen! snauw
de de vrouw. Dan neem je dat brutale jonge
ding ook mee. Ik kan een boekje over haar
opendoen
Dat meisje komt eigener beweging wel op
het bureau, lachte de politieman. Als voor
naamste getuige kan zij trouwens niet gemist
worden.
Snap ik niets van! zei de dame brutaal.
Dat komt nog wel! lachte het verlegen
jonge ding vroolijk. Excuseer me, dat ik het
niet eerder noodig vond mij aan u voor te stel
len. Niet u bent de particuliere detective van
het warenhuis, maar ik. Reeds veertien dagen
lang probeerde ik u te betrappen. Dat het zoo
lang geduurd heeft eer ik u te pakken had,
kan men toch niet kwalijk nemen aan een
beginneling, nietwaar?
Vraag: Op welken datum wordt dit jaar de
groote ommegang in Den Bosch gehouden?
Antwoord: Zondag 12 Juli.
Vr.: Ik ben ruim een jaar in betrekking, in
de huishouding, van 8y, tot 2 A uur. Hoeveel
dagen heb ik nu recht op vacantie. Ik ben per
maand gehuurd.
Ant.: „Recht" op vacantie hebt u alleen, in-
cljen daaromtrent een afspraak is gemaakt. Is
dit niet het geval, dan kunt u geen rechten
laten gelden.
Vr.: Hoe maakt men ragout-croquetjes of
broodjes?
Antw.: Benoodigd voor 8 stuks; 250 gr. rauw
kalfsvleesch of 190 gr kalfsvleeschresten van
fricandeau of rollade, 25 gr. bloem, 20 gr., bo
ter, 1 ei, 2 d.L. bouillon, 2 bladen gelatine, zout,
peper, noot, paneermeel, frituurvet, peterselie,
'4 uitje, een stukje wortel.
Zet het rauwe kalfsvleesch op met kokend
water, zout en kruiden (een paar takjes peter
selie, een stukje ui en wortel) en kook het gaar
Hak het vleesch fijn. Verwarm, roerende, cle
boter met de bloem en roer dit tot een gladde
massa, voeg daarbij, langzamerhand en steeds
roerende, 2 d.l. gezeefden bouillon van het ge
kookte kalfsvleesch (of verdund bruin van jus
van de vleeschresten)Laat dit sausje 5 10
minuten doorkoken. Los er dan de geweekte en
goed uitgeknepen gelatine in op. Roer 't vleesch
er door en maak de massa af met eidooier, pe-
Zoo lag Tuimeltje dan in bed en in dien tijd begon het heel
zwaar te onweeren. De kaboutertjes hadden het nog nooit zoo
fel zien weerlichten en ze maakten zich gereed om de velden
in te gaan, want daar zouden ze zeker de planten kunnen
helpen. Tuimeltje werd eensklaps wakker van een grooten straal
en keek verschrikt het venster uit.
Daar zag hij de andere kaboutertjes al vertrekken. Hij wilde
wel graag mee, maar zijn beenen waren nog zoo stijf en zwaar,
dat nij maar weer in bed kroop. Bbrrr.... rilde hij ik ben
niks op mijn gemak, zoo alleen, en hoe zou het met Kruimeltje
zijn? vroeg hij zich eensklaps af. Toen had ie geen rust meer
en met veel moeite ging ie er op uit, alleen den donkeren
nacht in.
En intusschen waren de kabouters al lang aan het werk. Maar
Kruimeltje, die nog zoo klein was, had beter thuis kunnen blij
ven, want het was verschrikkelijk slecht weer. De lantaamtjes
dreigden telkens uit te waaien en de wind gierde zoo hard, dat
ze elkaar niet konden verstaan. Zoo kwam het ook, dat
Kruimeltje, die in een mooien rozentak was geklommen, aan een
doorn was blijven hangen en hoe hij ook om hulp riep, nie
mand hoorde het.
per, zout en geraspte noot. Strijk ze uit op een
schotel. Laat ze koud worden. Maak er claama
met twee eetlepels langwerpige rolletjes van,
gelijk van grootte, zonder barstjes. Wentel de
croquetten in paneermeel. Fatsoeneer ze nog
met de hand na. Haal ze dan door 't even los
geklopte eiwit, dat met een paar druppels sla
olie verdund is; wentel ze tenslotte nog eens
door zeer fijn paneermeel. Bak de croquetten
'n paar minuten in frituurvet (dat zóó heet
meet zijn dat er een blauwe damp vanaf komt),
tot ze bruin en knappend zijn geworden. Laat
ze op grauw papier even uitdruipen.
Over: ZEGENING VAN WAPENEN
In de Kath. Pers wordt steeds beweerd (o.a.
beweerde Rector Kok dit nog op een vraag hem
gesteld in de Parochiebode), dat de Katholieke
Geestelijken nooit de wapens zegenen van welk
land ook. Wel worden de soldaten gezegend wan
neer zij ten oorlog trekken en daarom vragen,
maar nooit hun wapens. Op de voorpagina van
de N. H. C. van l-7-'36 staat nu echter een foto
van Geestelijken in Oostenrijk welke strijd
wapens (tanks en legerautomobielen) zegenen.
Hoe verklaart u deze tegenspraak? Deze foto
op de le pagina van uw blad en dit voorbeeld
van de Geestelijkheid doen m.l. meer kwaad dan
de R. K. Vredesbond in 5 jaar kan wegwerken.
Waarom nog langer lid gebleven bij zulke voor
beelden?
Hopende spoedig een verklaring van u te mogen
ontvangen teekent.
Hoogachtend,
C. F. NUPOORT,
Duinl.p.weg 19, Santpoort St.
Naschrift der redactie. Wij kunnen ons voor
stellen, dat inzender en anderen met hem, zich
gestooten heeft aan een foto, die het zegenen van
wapenen voorstelt. En wanneer wij van dat ze
genen een verklaring zullen trachten te geven,
dan willen wij geenszins geacht worden voor
stander te zijn van den oorlog of van militairisme.
Ook de priesters, die de zegening verrichtten, zijn
dat zeer zeker niet. Gesteld eens, dat er een
rechtvaardige oorlog zou ontstaan, zooals een
volkomen noodzakelijke en gewettigde verdedi
gingsoorlog tegen een of ander bloeddorstig volk,
dat het uitsluitend op ons leven gemunt heeft
(wij stellen deze laatste hypothese om onze
redeneering duidelijker te maken) zeer zeker zijn
zou. Dan zou een ieder, die aan dezen rechtvaar
digen oorlog deelneemt, ernstig meenen, dat het
recht aan zijn zijde is en dan zou er niets on
redelijks in zitten om de wapenen te zegenen,
want de zegening der wapenen is in den grond
der zaak niets anders dan een bede om de over
winning. En wie zou in dat veronderstelde ge
val van een waarlijk rechtvaardigen oorlog het
bidden om de overwinning veroordeelen? Zoolang
wij dus nog, helaas, de mogelijkheid moeten er
kennen, dat een rechtvaardige oorlog gevormd zal
kunnen worden, zoolang moeten wij erkennen,
dat er omstandigheden kunnen zijn waarin wij
hartelijk om de overwinning zullen mogen en
moeten bidden. Daarmede is geenszins ln strijd
het streven naar en het aandringen op een
vredelievende oplossing van de internationale ge
schillen b.v. door middel van scheidsgerechten.
Men denke b.v. eens aan wat Z. H. de Paus in
dit opzicht heeft gedaan. En zij, die ln bepaalde
omstandigheden het vurigst zullen bidden voor
de overwinning van een rechtvaardige zaak, kun
nen de ijverigste propagandisten en voorvechters
zijn van het beginsel: vrede door recht en zonder
oorlog. Wij zien dus niet in waarom inzender
zijn lidmaatschap van den R. K. Vredesbond zou
moeten opzeggen.
40
„Wacht eventjes," zei ik. En zonder anderen
uitleg, nam ik de kaart met den naam van
mijnheer Servoix en verwisselde die met
„Witen moeten wij daar plaatsen: den dokter
of.mijnheer d'Osmont?"
„Waarom?" zei mijn kameraad.
„Komaan, dan maar den dokter. Ik heb neef
Barry-Montier aan Marianne gegeven, arme
Marianne! De dokter zal het haar wel vergoe
den."
Michel stond na te denken, de wenkbrauwen
gefronst. Opeens greep hij mij bij de schouders
en zei, zijn doordringenden blik in den mijnen:
„Waarom plaats je mijnheer Servoix naast
Fransoise?"
„Och zoo maarvoor de grap, beste
Michel!" antwoordde ik lachend.
De handen over mijn ooren holde ik naar
mijn kamer, waar Ik een paar passen van een
gavotte deed, onderwijl de Bourrée van Bach
neuriënd.
De gasten waren aangekomen. De lunch liet
niet op zich wachten. Ik sloeg Francoise gade,
die van genoegen bloosde als een roosje en
mijnheer Servoix, die zichtbaar ontroerd was.
Michel bekeek ze ook dikwijls als verbijsterd en
ik was daar blij om, want daardoor ontsnapte
ik aan een toezicht, dat mij wel wat zou ge-
neeren.
Och, die surveillance zou mij toch niet erg
gehinderd hebben. Mijn buurman links at
weinig en sprak nog minder en ik vroeg mij
met bezwaard hart af of hij het betreurde
Marianne niet als tafeldame te hebben.
Marianne zat openlijk met den dokter te flir
ten, vlak tegenover ons. Robert zou zeker meer
genoegten hebben betoond en meer zijn best
hebben gedaan om mij aangenaam bezig te
houden. Opeens voelde ik zulk een eenzaam
heid, dat ik er benauwd van werd. De poularde
zat te pronken op een bed van truffels, de
kreeft in een reeks van champignons, ik wilde er
niet eens aan raken.
„Denise, eet je niet van die delicatessen?"
vroeg Georges mij eindelijk.
„Ik wacht op het dessert," antwoordde ik.
„Anders heb je toch wel goeden eetlust, waar
om niet vandaag?"
Er lag iets als ongerustheid in zijn stem en
dat nietige ietsje veranderde opeens mijn dof
fen angst in vreugde. Ik was niet meer alleen,
ik had trek in een goed stuk kreeft. Opeens
vond ik, dat Maurice Darrolles mijn buurman
rechts geestig was. En de lunch eindigde in
vroolijkheid en opgeruimdheid.
Ik was in mijn kamer om mijn coiffure Oen
beetje in orde te brengen, toen Fransoise bin
nenkwam, zonder zelfs te kloppen.
«O. ben. je daar?" zei zij, „ik zocht ie."
„Wat scheelt er aan beste meid, je lijkt wel
erg ontdaan."
„Denise, het is gedaan," verklaarde zij.
„Ik zal 'nooit trouwen. Hij heeft mij zooeven
verklaard, dat een man niet met een rijke
vrouw kan trouwen, dan als zijzelf hem ge
kozen heeft. Zij mag niet denken, dat hij aan
getrokken wordt door haar rijkdom."
„Wat heb je geantwoord?"
„Dat, als men bemint, men zulke redenee
ringen niet houdt."
„En wat zei hij toen?"
„Niets! Denise. Denise, ik kan hem toch zelf
niet ten huwelijk vragen! Vooral, daar mijn
ouders er zoo tegen zullen zijn!.... Wat zal er
van mij worden!"
„Je maakt je radeloos om niets. Geef je mij
permissie om je te helpen?"
„Nooit van m'n leven! Ik verbied je, hoor je
goed, ik verbied je om hem te zeggen, dat ik
hem bemin."
„Dan moet je maar vertrouwen op de Voor
zienigheid, die machtiger is dan wij. Maar wij
moeten naar beneden gaan, Fransoise, wij
mogen onze gasten niet vergeten.
Arme Fransoise, zou zij zich veel om onze
gasten bekommeren? Zij had al den invloed van
haar opvoeding noodig om een lachend gezicht
te zetten en mij te volgen naar den tuin, te
praten, te lachen en zich bezig te houden met
de genoodigden.
Gedurende dien tijd smeekte fk de Voor
zienigheid, die zich reeds van mij bediend had
in het vinden van de portefeuille, mij bij ge
brek aan een bekwamer tusschenpersoon het ge
luk van mijn dierbare Francoise toe te ver
trouwen. Ongetwijfeld daardoor aangespoord,
bleef ik in de nabijheid van mijnheer Ser
voix, die somber en eenzaam onder een boom
zat. Mijn plan was al gemaakt.
Ik heb het reeds eens gezegd, mijnheer Ser
voix behandelde mij als gewichtig personage, bij
mijn nadering stond hij beleefd op en bood mij
een stoel aan, die naast den zijnen stond. Een
nogal alledaagsch gesprek begon; ik zag, dat
Frangoise mij van verre angstig aankeek.
De regen, het mooie weer, wat een pracht van
onderwerpen voor de conversatie! En de ele
gante wereld van Fleurville, hoe bekoorlijk!
„Vindt u de feestelijkheden in het Casino
amusant?" vroeg ik.
„Ik geef de voorkeur aan het gezelschap van
mijn vrienden," antwoordde hij ernstig.
„En ik, ik houd het meest van boeken,
van mooie romans en vooral van sprookjes."
„Van sprookjes, juffrouw Denise?"
„Ja, mijnheer, die van het mooiste en het.
meest ware ter wereld. Komaan, ik ga. u er een
vertellen."
Mijn ernst maakte indruk op hem, hij leek
een. beetje geschokt door zulk een vreemd voor
stel en ik maakte de conclusie: Dat gaat
goed! Ik begon: „Er was eens een prinses,
schoon als de dageraad, haar naam was....
Framboise, omdat zij zoo lief en zoo zoet was.
Dochter van een machtigen en rijken koning,
genoot Framboise van alles, wat fortuin en
schoonheid kunnen geven, maar te midden van
al die grootheid bleef haar hart eenvoudig
i en goed als dat van haar minste onderdanen.
Op zekeren dag stelde haar vader, de koning,
in zijn paleis een nieuwen minister aan, een
man van buitengewone energie en verstand...."
„O.... juffrouw Denise!"
„Wat blieft u, mijnheer? Stelt u geen belang
in mijn sprookje?"
„Toch wel.... gaat u voort!"
„Die minister was jong en knap van gelaat
en gestalte. Framboise, die door al de heeren
van het hof en de omgeving verafgood werd,
erkende spoedig de verdiensten van dien be
scheiden, maar hoogstaanden man en zonder
zich te verdedigen, schonk zij hem geheel haar
hart."
Mijn gezel legde plotseling zijn bevende *en
ijskoude hand op mijn pols maar ik deed, alsof
ik het niet merkte.
„Op zekeren dag meende zij gemerkt te heb
ben, dat haar liefde beantwoord werd en in de
vreugde van haar hart, vertrouwde zij alles
toe aan haar hofdame, maar kórt daarna be
greep zij, dat zij zich vreeselijk vergist had:
de jonge minister beminde haar niet. Toen,
overweldigd door haar verdriet, trok zij zich
terug in haar paleis, weigerde te voorschijn
te komen en stierf van teleurgesteld verlan
gen."
„Is dat bet eind, juffrouw Denise?"
„Ja, dat is het slot van het sprookje."
„Juffrouw, uw vertelling is niet compleet: me
dunkt, wfj hebben die in hetzelfde boek ge
lezen, want ik kende dat sprookje ook. Er is
nog een hoofdstuk, dat u over het hoofd hebt
gezien."
„Vertél het jnü dan, mijnheer,
„De minister beminde de prinses, maar hij
bezat slechts zijn tractement om van te leven.
Hij wist, dat de prinses bestemd was voor een
troon. Langen tijd wist hij niet, dat hij be
mind werd. Toten hij eindelijk zijn onmetelijk
geluk erkende, zag hij zich geplaatst voor zijn
in opstand gekomen eer: een arme minister
trouwt niet met de dochter van den koning!
Zou zij later niet den troon, de eer, de rijk
dommen betreuren, die zij versmaad had om
tot hem te gaan? Zou hij haar genoeg geluk
kunnen schenken om dat alles te vergoeden?
Vast besloten alleen te lijden, deed hij een
plechtige belofte om zijn liefde te verzwijgen."
„Ik dank u wel, mijnheer, dat u mij aan dat
hoofdstuk hebt herinnerd, ik had er niet meer
aan gedacht, maar ik vind het zeer mooi. Op
mijn beurt moet ik de leemten van uw geheu
gen aanvullen. Die jongeman was ondanks zijn
kostbare hoedanigheden een hoogmoedige ten
weinig vooruitziende man."
„Ho, juffrouw!"
„Ja zeker, hoogmoedig, omdat hij het in
strijd achtte met zijn eer een vrouw te
trouwen, die rijker was dan hij, omdat hij
vreesde aangezien te worden voor een bruid
schatjager en door dien dwazen hoogmoed
stelde hij zijn trots boven zijn liefde."
„U oordeelt hard over hem, juffrouw!"