Oprakeling van den brand in
den Rijksdag
H
Felle brand te
Beverwijk
DE DUITSCHE ZIEL
ON-POLITIEK
MARINE-MANOEUVRES
BEGONNEN
HET VEER ENKHUIZEN
STA VOREN
ON REG ELM A TIG HEDEN
TE VLISSINGEN
«PVTn InsfantSne
TEGENSTELLING
IN DE N.S.B.
Kerkelijk leven
DINSDAG 14 JULI 1936
BU1TENLANDSCH OVERZICHT
Zij wenscht geregeerd
te worden
Bij een stevige bries vernietigen
onderzeebooten de Hertog
Hendrik en de Gelderland
Vertrek van Nieuwediep
Een halve eeuw verbinding
tusschen Holland en
Friesland
Schroef schepen
m M
Collectanten van het plaatselijk
crisis-comité aangehouden
Over den kop geslagen
Wielrenner hield zich aan auto
vast
ANGST WEGENS BRAND-
GEVAAR
Vrouw springt uit een raam en
breekt een been
„De Verf ton" in vlammen
Moeilijk blusschingswerk
Onthoudt:!
tegen
R.K. W erklieden verbond
vergadert
Openingsrede van den heer
A. C. de Bruijn
Omtrent houding in het Parlement
BENOEMINGEN
In het Aartsbisdom
Missionarissen van Scheut
Sparrend aal
H.H. WIJDINGEN
In het bisdom Haarlem
Broeder J. Baltussen t
Doctoraat in de Theologie
Wat voor psyche hebben de Duitschers
eigenlijk in de politiek? Tegenover bin
nen- en buitenland? Het is alweer
drie jaren geleden, dat het Rijksdaggebouw
in brand werd gestoken, dat het pro
ces over de schuld aan die wandaad, hetwelk
op niets uitliep, plaats vond; dat Dimitrof, de
handige revolutionnaire Bulgaar, met zijn twee
medebeschuldigde, maar vrijgesproken com
munistische gezellen, met vlag en wimpel
raar het roode paradijs van Moskou kon vlie
gen en dat de arme, onnoozele Marinus van
der Lubbe, tot ontzetting van heel de wereld,
plotseling op een morgen werd onthoofd. Alle
experts hadden in het proces verklaard, dat
van der Lubbe onmogelijk alléén het ontzag
lijke gebouw in brand had kunnen steken. De
Bulgaren en de Duitsche communistische leider
Torgler werden vrijgesproken. Andere beschul
digden waren er niet. Dus moesten de brand
stichters in een ander kamp zijn te zoeken.
Waar dat kamp zich bevond, behoeft niet meer
te worden aangeduid. De historie heeft het al
lang vastgesteld. Daar was geen eens een pro
ces voor noodig. De huidige machthebbers
van Duitschland hadden alle reden om de zaak
maar verder dood te zwijgen. Maar de Duitsche
psyche is onberekenbaar in haar onbegrijpelijk
heid. De regeeringsorganisatie „Kraft durch
Freude" is begonnen, op last van dr. Goebbels,
„Olympische rondleidingen" in het oude Rijks
daggebouw te houden, welke binnen het kader
der Olympische Spelen de eerstvolgende weken
zullen worden voortgezet. De Olympische gas
ten, die talrijk aanwezig waren bij de eerste
rondleiding op Zondag 1.1., werden gegidst
door Olympische pages in blauwe uniformen
met zilveren knoopen. Deze pages beschreven
op sensationeele wijze hoe de brand gesticht
was door van der Lubbe. Een trieste en pijn
lijke, maar vooral onbegrijpelijke vertooning.
Achter de Duitsche psyche komt men niet,
wil men geen opzet of onnoozelheid aannemen.
Interessant is, dat bij deze gelegenheid bleek,
dat er aan restauratie van het verbrande ge
deelte van het Rijksdagsgebouw niets is ge
daan. Alles is gelaten zooals het was. En de
Olympische pages deelden aan het buitenland-
6che publiek mede, dat het gebouw töch te
klein was voor den huidigen Rijksdag. Want
de oude Rijksdag telde 397 leden en de tegen
woordige 741. Voor dit geval was alleen de
Krollopera geschikt. En zoo deelden de pages
mede de Rijksdag kwam toch zoo goed als
nooit bij elkaar. Zij vertelden er echter niet bij
dat deze bruine Rijksdagsleden voor hun niets
doen een behoorlijk salaris, belangrijke facili
teiten en een abonnement eerste klasse op de
spoorwegen genieten.
Maar ook, alleen binnenslands gezien,
blijft de Duitsche psyche moeilijk te
doorgronden. Van verschillende zijden
vraagt men ons, hoe het mogelijk is, dat het
Duitsche volk en vooral de Duitsche pers zoo
maar plotseling weer lofliederen aanheffen op
Oostenrijk, met andere woorden dat zij heden
verheerlijken wat zij gisteren nog verguisden,
terwijl toch geheel de overige wereld, de zaken
vrij en juist beziende, tegenover het gesloten
accoord tusschen Hitler en Schuschnigg (alias
Mussolini) een zeer gereserveerde houding aan
nemen.
Doet men dan in Duitschland alles, wat de
autoritaire regeering verlangt? Slikt men alles?
Behoeft de Führer alleen maar op een knop te
drukken om aller „inzicht" te doen verande
ren?
Bemerken de Duitschers niet dat „Mein
Kampf" hoe langer hoe dunner wordt? Dat de
bladzijden over Polen, Tirol, Oostenrijk, Silezië
naast vele andere er zijn uitgescheurd. Her.
inneren de Duitschers zich niet meer, dat het
nationaal-socialistische program, bestaande uit
vijf en twintig punten, door Hitler in 1920 in
het Hofbrauhaus te München afgekondigd,
jaar in jaar uit voor volstrekt onveranderlijk
is verklaard? En werd in dit program het Duit
sche Oostenrijk niet tot 'n deel van Duitschland
verklaard? Zijn de Duitschers allemaal plot
seling vergeten, dat drie jaren lang tot 1.1.
Zaterdag toe, zonder ophouden in de pers, in
vergaderingen, in de caricaturen en vooral in
de machtige Rijksradio (over alle zenders)
Oostenrijk en zijn regeering werden verguisd,
aan de verachting werden prijsgegeven en ge
stadig werden achtervolgd door spot en hoon?
En nu opeens deze volledige ommekeer!
Op al deze vragen is maar één antwoord te
geven: de gemiddelde Duitscher is een onpo
litiek wezen. Het Duitsche volk dat leert
heel zijn historie is een volk, dat steeds
weer keizers, koningen, helden en Führers met
enthousiasme achternaloopt, een volk, dat geen
Invloed begeert op den openbaren gang van
zaken, maar van boven af geregeerd wil wor
den. Ook de jongste historie laat dit politiek
onrijpe karakter zien. Het huidige geslacht
heeft nog mede gemaakt de haast slaafsche
vereering der Duitschers voor den „allergna-
digsten Kaiser, König und Herr", den Impera-
tor.Rex Wilhelm II. Toen de oorlog verloren was
en de nieuwe regeering reeds twee maanden
daarna verkiezingen voor de Nationale verga
dering uitschreef, bleek héél het volk omge
keerd. De partijen, die min of meer tegen
standers der vroegere regeering waren geweest:
sociaal-democraten, centrum en vrijzinnig
democraten vulden zoo goed als geheel de zit
tingszaal der Constituante te Weimar. De „na-
tionalen" bezetten er maar luttele banken. De
geestdrift voor de republiek was algemeen,
maar doofde uit weer algemeen, toen er geen
leiders bleken te zijn en het volk dus zelf door
zijn representanten moest regeeren. De aan.
komende Führer had dus geen moeilijk spel.
En iedereen van ons weet nog, hoe de millioenen
volksgenooten in de laatste maanden voor de
machtsovername hem toestroomden. Het Duit
sche volk, van boven af geregeerd willende wor.
den, „rook" den leider. En het was tevreden.
Buiten zich zelf van vreugde was het, toen de
militaire kazemedril voor bijkans alle volksge
nooten in den een of anderen vorm weer wer
kelijkheid werd.
Wij, buitenstaanders, hebben daar ver
der niets mede te maken. Wij wilden
alleen antwoord geven op al die boven
gestelde vragen.
En dit antwoord kon alleen gegeven
worden door een op de geschiedenis gebaseer
de formuleering van het gemiddelde Duitsche
volkskarakter. Wij kunnen er ons slechts over
verheugen, dat „Mein Kampf" het tegendeel
doet van den boom uit onzen kindertijd, die
steeds hoe langer hoe dikker werd. En wij
prijzen den schrijver van het bedoelde boek,
als hij steeds weer, onverwacht werkelijkheids
zin toont. Niemand, ook geen ras-Germaan
hopen we, zal boos worden om een goedaardige
ondeugendheid. Over den schrijver van de
„Laus Stultitiae", Erasmus, zijn in de afgeloo-
pen weken ongetelde kolommen beschreven.
Het beste, wat wij lazen, is één zinnetje: „Eras
mus gaf op zijn sterfbed zijn ziel aan zijn „lie
ven God" terug, wij 20uden den Heer willen
vragen: geef Erasmus een tijdje vacantie, de
wereld heeft hem zéér noodig."
Aan boord van Hr. Ms. Gel
derland, 13 Juli.
De jaarlijksche manoeuvres van de Kon. Ned.
Marine zijn hedenochtend onder zeer ongun
stige weersomstandigheden aangevangen.
Op het oogenblik, dat wij deze regels schrij
ven, vijf uur in den middag is het droog,
maar de wind waait nog even hard als van
ochtend, toen wij Nieuwediep uitvoeren. Af en
toe klotst een golf tegen de patrijspoort van
de longroom van de officieren, of slaat over
het dek. De „zeevastheid" van de zich aan
boord bevindende „landrotten" is vandaag wel
terdege gewogen en te licht bevonden.
De journalisten en fotografen, die deze week
de marine-manoeuvres zullen meemaken, zijn
gisteravond om negen uur in hotel de Burcht
in Den Helder bijeengekomen. Namens de ma
rine heeft de Luitenant ter Zee der le klasse
H. C. W. Moorman heit gezelschap welkom
geheeten en de regeling van het embarkement
bekend gemaakt.
Het uur van vertrek was op Maandagoch
tend 7 uur gesteld en ons werd de keuze ge
laten den nacht aan wal of op het schip door
te brengen. Iedereen verkoos aan boord te
slapen.
Aan boord bevinden zich de Commandant
der Marine, Schout-bij-Nacht J. KrUys en de
leider der roode scheepsmacht, Schout-bij-
Nacht J. J. Dikkers, tevens belast met het
commando van het schip. De commandant der
Marine heeft de algemeene leiding der oefe
ningen.
Maandag even na zeven uur waren de laat
ste trossen los en langzaam voer Hr. Ms. Gel
derland het zeegat uit. De Hertog Hendrik, de
torpedo- en onderzeebooten, die nog aan den
wal gemeerd lagen, maakten in het voorbij
varen front voor de Gelderland, ter gelegen
heid van de aanwezigheid van den Comman
dant van de Marine aan boord.
Nauwelijks waren de eerbewijzen gebracht,
of wij hebben het schip van commanclotoren
tot de munitieruimen bezichtigd. Gisteravond
had de eerste officier ons reeds zijn hut la
ten zien, die Paul Krueger tot verblijf heeft
gediend. De oudere lezers van dit blad zullen
zich nog wel herinneren, hoe de Gelderland op
haar eerste reis met bestemming Ned.-Oost-
Indië opdracht kreeg, onderweg koers te
zetten naar Lorenzo Marques (in Zuid-Afrika),
om President Krueger op te pikken. Dit schip
bracht Krueger naar Marseille. Den volgenden
winter werd de geheele kooi van den eersten
officier weggebrand en naar het Krueger-huis
te Pretoria gezonden.
In de longroom van de officieren is door het
verschil van kleur van de wandbedekking nog
de plek te zien, waar het portret van Paul
Krueger, door hem gesigneerd, heeft gehan
gen.
Het doel der oefening van heden was het
ten aanval brengen van de divisie onderzeeboo
ten en van een groep bommenvliegtuigen op een
verband van schepen, dat wel over bovenwater
bescherming (namelijk torpedobooten) maar niet
over vliegtuigen beschikt.
Bij den aanvang der oefening, hedenochtend
omstreeks 12 uur, bevond de roode scheepsmacht
zich in zee ongeveer 15 mijl bewesten het licht
schip Haaks met bestemming Straat Dover. Aan
den rooden bevelhebber is bekend, dat in het
zeegedeelte benoorden de parallel van het
lichtschip Maas (voor den Nieuwen Waterweg)
blauwe mijnvelden zijn gelegd. De blauwe di
visie onderzeebooten bevond zich in zee onge
veer 15 gr. benoorden het lichtschip Maas, ter
wijl twee groepen G- en een groep L-vliegtui-
gen startklaar op „De Mok" lagen. Bauw heeft
opdracht de roode scheepsmacht te vernietigen,
voordat deze ter hoogte van het lichtschip Maas
is aangekomen.
Het beloop van deze oefening was, dat de O 9
te 15.56 uur een mislukten aanval op het roode
verband deed, gevolgd door een geslaagden aan
val van de O 10 te 16.02 uur op de Hertog Hen
drik.
De vaart van het roode verband werd tot vijf
mijl verminderd.
Om 16.28 uur kwam de O 15 aan de kim bo
ven water, zonder tot den aanval te zijn ge
komen.
Tenslotte heeft de O 11 een geslaagden aanval
op het roode verband gedaan, waarbij de Gel
derland werd vernietigd.
Dit was het einde van de oefeningen van he
den.
Op 15 Juli aanstaande zal het een halve eeuw
geleden zijn, dat de Veerdienst tusschen Enk
huizen en Stavoren werd geopend, die een on
middellijke aansluiting verzekerde tusschen de
door het Rijk gebouwde nieuwe Spoorwegen van
Zaandam over Purmerend en Hoorn naar Enk
huizen en van Stavoren over Workum en Sneek
naar Leeuwarden. Aldus werd een belangrijke
verbinding tot stand gebracht tusschen twee
welvarende provincies, Noord-Holland en Fries
land, en een kortere weg geopend voor Leeu-
den en Sneek naar de hoofdstad des Rijks.
Deze nieuwe Spoorweg en bootverbinding wa
ren een gevolg van de Wet van 10 Nov. 1875,
waarbij tot den aanleg van verschillende nieuwe
spoorwegen in het land was besloten.
Dat die aanleg van onberekenbaar groot be
lang is geweest voor de streek, die met het
nieuwe groote verkeersmiddel werd gezegend,
behoeft geen bewijs. Heel West-Friesland is er
door opgebloeid, vooral ook toen in October 1898
de spoorwegverbinding AlkmaarHoorn werd
geopend en het Westdeel van Noord-Holland
met het Oostdeel door een spoorweg werd ver
bonden.
Het veer Enkhuizen—Stavoren werd begonnen
met 2 raderbooten en een goederenboot. Dade
lijk mocht het zich verheugen in de belang
stelling van het publiek. Het jaarlijksche passa
giersvervoer bedroeg ruim 60.000 reizigers. In de
negentiger jaren klom dit tot 100.000. Het bleef
zich langzaam maar regelmatig ontwikkelen, tot
kort vóór den Europeeschen oorlog in 1914; het
beliep toen 160.000 passagiers per jaar.
ijf">" "V T 1 i 1
■iMtKBHWïKi
'■tSSSSi?
Een groote verbetering werd in 1915 aangebrachttoen men den dienst ging
onderhouden met schr oefbooten, waarvan men er hierboven één ziet afgebeeld
In 1914 werd besloten tot den bouw van 2
groote schroefstoomschepen ter vervanging van
de raderbootjes, die niet meer aan de zeer toe
genomen eisohen des tijds konden voldoen. In
den zomer van 1915 en op 1 Januari 1916 kwa
men de salonbooten „R. van Hasselt" en „C.
Bosman" in dienst.
Deze schepen brachten een groote verlevendi
ging van het vervoer. Van 164.000 in 1914 klom
het passagiersvervoer in 1915 tot 278.000 en in
1916 tot 340.000, onder welk cijfer echter veel
militair vervoer was begrepen.
In het algemeen bleef het passagiersvervoer
schommelen om het cijfer van een kwart mil-
lioen, om in 1930 en 1931 te stijgen tot respec
tievelijk 315.000 en 304.000. Sedertdien is de
daling begonnen tengevolge van de crisis, vrij -
wel regelmatig 10 procent per jaar, totdat het
passagiersvervoer in het afgeloopen jaar 1935
bedroeg 202.000; nog altijd een belangrijk cijfer.
Sedertdien is een kleine stijging in het pas
sagiersvervoer merkbaar, wat ook voor een deel
aan de verbeterde dienstregeling te danken zal
zijn. Het aantal verbindingen Leeuwarden
Amsterdam via het Veer is namelijk met één
vermeerderd bij dezen zomerdienst en gebracht
op 4 in iedere richting, waarmede de dienst in
1886 was geopend en welke door de Regeering
was voorgeschreven.
In Juli 1919 werd het aantal verbindingen
teruggebracht tot 3 in elke richting wegens den
toenmaals heerschenden kolennood. Sedert dien
is dat zoo gebleven, wat zeker niet tot de ont
wikkeling van deze voortreffelijke verbinding
heeft bijgedragen. De vierde dienst, eerst inge-
i'sc
Mr. W. C. Bosmandie 50 jaar directeur van
het veer EnkhuizenStavoren is
Naar wij vernemen zijn Zaterdagavond op last
van den commissaris van politie vier vaste col
lectanten van het plaatselijk crisis-comité te
Vlissingen in arrest gesteld, die zich aan dief
stal van goederen en geld ten nadeele van dit
comité zouden hebben schuldig gemaakt.
Zijn wij wel ingelicht, dan waren aan het
plaatselijk crisis-comité slechts vier vaste col
lectanten verbonden, die dus allen zijn aan
gehouden.
Maandagavond is den 20-jarigen wielrenner
W. Leenes, uit Schiedam, bij den Driesprong
tusschen Rijnsburg en Noordwijk een ernstig
ongeluk overkomen.
Hij hield zich achter aan een vrachtauto
vast, die met vrij groote snelheid reed. Plotse
ling brak het voorwiel van zijn fiets, waardoor
hij over den kop sloeg en met ernstige hoofd
wonden op den grond bleef liggen. Nadat dok
ter Niekerk uit Noordwijk de eerste hulp had
verleend, is het slachtoffer naar het Acade
misch Ziekenhuis te Leiden overgebracht.
Zijn toestand is zorgwekkend.
Maandag in den nanacht, omstreeks drie
uur, is brand uitgebroken in den Steenkolen
handel van den heer V. d. V. aan den Berg en
Dalscheweg te Nijmegen.
De brandweer was oogenblikkelijk met ruim
materiaal aanwezig en bestreed het vuur met
kracht.
Het pakhuis waarin een Ford en een groote
vrachtwagen stonden en een groote partij
steenkool lag opgestapeld, brandde uit.
De buren maakten zich zeer ongerust tijdens
den brand en hoewel er geen gevaar dreigde,
sprong een vrouw, zekere B., uit het raam van
de eerste verdieping en brak haar been.
Zij werd onmiddellijk opgenomen en naar
het St. Canisius-ziekenhuis vervoerd.
De brandweer was den brand spoedig meester.
De oorzaak is onbekend. Verzekering dekt de
schade.
In den afgeloopen nacht, omstreeks één
uur, is door tot nog toe onbekende oorzaak
brand uitgebroken in den bekenden verf
handel en -malerij, genaamd „De Verf ton",
aan de Nieuwstraat te Beverwijk.
De brand werd ontdekt door omwonenden,
die onmiddellijk den eigenaar, den heer J.
Hofland, die de bovenverdieping van het om
vangrijke perceel bewoont, waarschuwde en de
brandweer alarmeerde.
De heer Hofland en zijn zoon, die alleen thuis
waren, konden zich nog bijtijds in veiligheid
stellen.
Spoedig daarop stond het perceel van onder
tot boven in lichter laaie. De vlammen vonden
overvloed van voedsel in de voorraden verf, lak,
behangselpapieren. Door de aanwezigheid
voorts van olie en benzine kon het vuur met
groote hevigheid woeden.
Toen de brandweer met de motorspuit kort
daarop verscheen, sloegen de vlammen aan alle
zijden hoog op, zoodat het reeds dadelijk vast
stond, dat er niet veel meer viel te redden.
Daar het perceel op den hoek van den Slan-
genweg staat, kon het vuur onmiddellijk van
twee zijden worden aangetast. Aanvankelijk
werden drie stralen op de vuurzee gericht, doch
spoedig ontdekte men, dat de brand ook van
de andere zijde bestreden kon worden, door de
slangen door het café van den heer Beentjes,
aan de Meerstraat, te leggen. Op deze wijze
werd het vraagstuk om twee stralen te richten
op de aan de achterzijde gelegen verfmalerij,
waar de brand op z'n hevigst woedde, opgelost.
Ofschoon de brandweer geweldige hoeveel
heden water in het vuur wierp, scheen dat in
den beginne niet veel effect te sorteeren. De
voorraden glas werden onder groot geraas in
gruis gespoten, maar de brandende bussen verf
waren eenvoudig niet te blusschen. De water
stralen hadden daarop niet het minste effect.
Men had echter de voldoening, dat de brand
volkomen ingesloten was, zoodat er geen gevaar
bestond voor het omslaan van het vuur op de
belendende pakhuizen.
Na ruim anderhalf uur was de brandweer het
vuur meester.
De winkel, het magazijn en de verfmalerij,
waren echter totaal uitgebrand, terwijl het nog
geruimen tijd duurde, vooraleer de brandweer
ook de laatste resten vuur had gedoofd. Er is
niets gered kunnen worden.
In het café van den heer Beentjes, waardoor
men twee slangen had geleid, werd nogal wa
terschade aangericht. Dat nam niet weg, dat
de hardwerkende brandweerlieden door den
vriendelijken eigenaar in de gelegenheid wer
den gesteld om op z'n tijd met een smakelijke
kop koffie nieuwe krachten te verzamelen.
Door het late uur was er slechts weinig pu
bliek op de been. De burgemeester, mr. H. J. J.
Scholtens, was bij den brand aanwezig en heeft
het blusschingswerk van begin tot einde gade
geslagen.
De heer Hofland was, naar wij vernamen, ver
zekerd. Het toeval wil, dat de heer Hofland zelf
brandmeester is, zoodat de brandweer dezen
keer een van haar eigen mannen ter hulp moest
komen. Zelf kon de heer Hofland, die door het
gebeurde uit den aard der zaak geheel van
streek was, niet aan het blusschingswerk deel
nemen.
Kort nadat de brandweer was ingerukt, werd
zij opnieuw gealarmeerd. Het bleek, dat de
vonkenregen, welke de brandende verfhandel
telkens verspreidde, het dak van een leegstaand
café aan de Meerstraat had aangestoken.
Het brandje kon echter spoedig worden ge-
bluscht, zoodat de brandweer ditmaal geen
dienst behoefde te doen. De muren van het af
gebrande perceel zijn door de brandweer ge
deeltelijk omver gehaald.
Ook gistermiddag is de brandweer die
overigens den laatsten tijd geen gebrek aan werk
heeft moeten uitrukken en wel voor een
brand in een schuur achter het perceel van den
heer Gooi, aan de Koningstraat, waarin eenige
wagens geborgen waren. Hier werd het vuur met
een straal gebluscht. De schuur brandde ge
deeltelijk af, waarbij enkele wagens verloren
zijn gegaan.
voerd met dezen zomerdienst op 15 Mei j.l., heeft
dadelijk de verwachte verlevendiging gebracht.
Het Veer EnkhuizenStavoren voorziet in de
kortste en goedkoopste verbinding tusschen
Friesland en Noord-Holland en verheugt zich
in de belangstelling van het reizend publiek.
Het biedt de aangename onderbreking van
de reis, aan boord van goed ingerichte en wel
verzorgde schepen. In de halve eeuw, die voorbij
gegaan is, heeft die dienst zijn goeden naam
verdiend.
Aanvankelijk opgezet als particuliere onderne
ming is het Veer door de Hollandsche IJzefen
Spoorweg Maatschappij overgenomen krach
tens de Spoorwegovereenkomst met den Staat
van 1890. De Regeering had de inrichting en
bediening van het Veer openlijk uitbesteed en
gegund aan den iaagsten inschrijver, den heer
C. Bosman te Alkmaar. De dienst werd geopend
onder beheer mede van den zoon van dien on
dernemer, mr. W. C. Bosman te Alkmaar, die na
den dood zijns vader in 1911 alleen het bestuur
heeft gevoerd, later samen met zijn dochter mej.
mr. M. C. Bosman en dus 50 jaar als directeur
aan het Veer verbonden is.
Prijs
50 ets.
sfilf en voorkomt
pijnen!
Hedenmiddag is in het Mgr. Mutsaers-
oord te Venlo de Verbondsvergadering van
het R.K. Werkliedenverbond geopend met
een rede van den voorzitter, den heer A. C.
de Bruijn.
In zijn openingsrede prees spr. de resultaten,
door de eensgezinde actie der Nederlandsche ka
tholieken bereikt. Met genoegen stelde hij vast,
dat in ons vaderland de katholieken van alle
rangen en standen elkaar steeds meer vinden
met betrekking tot de brandende vragen van de
zen tijd. Dat blijkt uit het pas verschenen
„Algemeen staatkundig program" der Kath.
Staatsparty, dat biykt ook uit de voor enkele
dagen gepubliceerde belangryke „Richtiynen
voor den uitbouw van samenwerking onder be
drijf sgenooten" tot ordening van het econo
misch leven, van onze vier katholieke centrale
organisaties. Dat is van beteekenis, te meer
omdat, naar het schijnt, het standpunt van
genoemde organisaties steeds meer benaderd
wordt door andere bona-fide bevolkingsgroepen.
Dat deze tyd, ten deele althans, „bezeten"
is, biykt uit het feit, dat eenige, zichzelf zoe
kende, uit het geestelqk evenwicht geslagen
zoogenaamd half-intellectueelen, openlyk in
opstand gekomen zijn tegen de Kerk, den in
kortzichtigheid zelf-gekozen en verheeriykten
„leider" stellen boven de van God gegeven
leiders, de Bisschoppen, die zy verguizen. Dat
is het ergste voor die menschen zelf. De Kerk
in Nederland staat als een rots, ze kan op de
trouw van de Katholieke sociale organisaties
rekenen.
Den toestand des lands noemde spr. volmon
dig slecht.
„Het aantal geheel en gedeeltelijk werk-
Ioozen," zoo zeidei hij, „zegt méér daoi een of
ander niet altijd controleerbaar dividend-
cüfer; het niet rendabel zijn van onderne
mingen en de altijd nog maar aanhoudende
drang der ondernemers naar loonsverlaging
overstemmen het geluid van hen, die, om
welke reden dan ook, lichtpunten zeggen
te zien."
Spr. zeide ernstige grieven te hebben tegen
bepaalde deelen der soc.-economische politiek, in
het bijzonder t.o. van de werkloozen met groote
gezinnen. Hü achtte het een afschuwelijk ver
grijp zooal niet tegen de verdeelende rechtvaar
digheid, dan toch tegen de christelijke liefde,
dat toestanden in het leven worden gehouden,
waardoor de één bijna sterft van gebrek en de
ander zich baadt in luxe.
De heer De Bruijn laakte voorts het uitblyven
van een regeling tot verkorting van den ar
beidsduur, de bureaucratie bij het Werkfonds,
den geringen voortgang in de verwezeniyking
van de industrialisatieplannen van minister Ge-
lissen. Hij vorderde tot slot van de regeering
effectieve, doelbewuste en planmatige bestryding
der werkloosheid.
Elke regeering, die zich dat ten doel stelt en
de werkloozen als volwaardige menschen be
handelt, kan op den vollen, royalen en loyalen
steun en medewerking der Katholieke arbei
dersbeweging rekenen»
Mussert's assistent, ds. van Duyl, die
op propagandareis in Indië is, heeft
aan de „Deli Courant" een inter
view toegestaan. Hij bleek, wat de verkie
zingen in 1937 betreft, tevreden te zullen
zijn, als de N. S. B. twaalf leden in de Twee
de Kamer krijgt.
Omtrent de houding, eventueel door de
ze heeren in de Volksvertegenwoordiging
aan te nemen, zeide hij:
„Deze Kamerleden zullen tot taak hebben,
het parlementarisme uit te hollen, doch zul
len ook niet schromen, hun medewerking te
verleenen, indien voorstellen worden gedaan,
welke in het belang van het land zijn, daar
het heil van het volk op den' voorgrond
staat."
Het zou interessant zijn te vernemen, wat
de heer van Duyl verstaat onder „uithol
ling" van het parlementarisme. Doch ook
zonder een meer concrete omschrijving
komt het ons voor, dat deze voornemens
weinig strooken met den eed van trouw aan
de Grondwet, dien de heeren zullen hebben
af te leggen. Het klinkt weer erg revolu-
tionnair.
Interessant is de mededeeling, dat de
rood-zwarte Kamerleden wèl zullen mede
werken aan voorstellen, die zij in 's lands
belang achten.
Het is alleen maar jammer, dat zij in
dit goede voornemen gedwarsboomd zul
len worden door hun eigen Eerste Kamer
fractie. De heer de Marchant et d' An-
sembourg heeft daar immers op 6 Februari
j.l. bij het algemeen begrootingsdebat pre
cies het tegenovergestelde verklaard. Hij
zeide, „dat wij het heele systeem als zoo
danig afwijzen en dus logisch ook tegen al
le uitingen van dat systeem moesten stem
men." En wat verder in dezelfde rede
heette het: „Zelfs indien de Regeering in
een onderdeel van haar wetgeving precies
hetzelfde zou voorstellen als wij het zou
den doen, nadat wij het bewind hebben
overgenomen, zelfs dan zouden deze maat
regelen onder het huidige systeem niet tot
hun recht komen enz."
Het is wel een zeer sterk staaltje, deze
vierkant tegenover elkaar staande meenin
gen omtrent wat dan toch in deze beweging
een van de voornaamste vragen van tak-
tiek moet zijn! De vice-leider der partij
stelt zich officieel in een interview op een
standpunt, waarmede lijnrecht in strijd ge
handeld is door de Eerste Kamerfractie der
partij! Heeft de leider zelf hier dan geen
gedragslijn gedicteerd? En kunnen zijn on
derhebbenden zoo maar op eigen gelegen
heid. en naar gelang de mate van hun
kwajongensachtigheid hun houding in het
parlement bepalen, „daar het heil van het
volk op den voorgrond staat"!
De heer Mussert moge zich hieromtrent
eens duidelijk uitspreken.
Z. *H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht
heeft benoemd tot pastoor te Olburgen den
Zeereerw. Heer E. A. J. Bosman, en heeft
voorts den Weleerw. Heer A. M. Jansen, kape
laan te Hilversum (H. Clemens M. Hofhauer)
belast met de voorbereiding van de organisatie
der „Katholieke Actie" in het Aartsbisdom
Utrecht.
Tot leeraar aan het Missie-college te Spar-
rendaal, Vught, zijn benoemd de pater: A.
Pommé en G. v. d. Brink.
Vertrokken naar Congo begin Juli: Pater H.
de Groot uit Wateringen; Br. H. Berkens uit
Deurne; Br. M. Manders uit Deurne Br. H.
v. d. Aker uit Boxtel; Br. H. en J. Bvoks uit
Schyndel.
In Aug. en September zullen naar China
vertrekken Pater A. v. Gheluwe, leeraar van
het Missie-college en Fater H. Ullings uit
Budel. Naar Congo: Pater J. Brosens uit
Ulvenhout.
Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers heeft op Dins
dag 14 Juli in de kapel van het Philosophicum
te Warmond de Tonsuur toegediend aan de
heeren: P. J. van Bakel; H. Beek; F. J. Blom-
mesteijn; J C. van den Bosch; J. de Bouvère;
H. J. A. van Dijk; N. J. Donkers; H. J. Th.
van Duin; E A. St. M. Duym; A. J. M. Goeman;
H. C. de Graaf; A M. Groot; C. J. Hageman;
P. H. L. van Ingen; F. J. van Kesteren; J.
Koning; G. H. Lagerberg; M. W. Meiman; H.
L. Nederstigt; L. L. Pas; F. Remyn; J. A. M.
Rohde; Th. G. Rosier; W. J. van Schie; A J.
M. Spronk; A. Strooband; H. A. Thys; W. G.
Vroom; J. W. van Went; L. C. J. Wüst; J. A.
Weisscher. Allen studenten van het Philoso
phicum.
Uit Congo is telegrafisch bericht ontvangen
van het overlijden van Broeder J. Baltussen.
t)e eerwaarde Broeder werd geboren te
Oploo (N.Br.), deed de heilige geloften in het
missiehuis van Scheut-Sparrendaal en hetzelfde
jaar, 1911, vertrok hij naar Congo.
Te Leuven promoveerde tot Doctor in de
Theologie de zeereerw. Pater Th. Deden S.C.J.,
professor inde H. Schrift aan het Studiehuis
St. Jozef te Hees-Nijmegen, op een artikel, ont
leend aan het proefschrift, en getiteld: Le
mystère paulinien,