Oprakeling van den brand in den Rijksdag H Felle brand te Beverwijk DE DUITSCHE ZIEL ON-POLITIEK MARINE-MANOEUVRES BEGONNEN HET VEER ENKHUIZEN STA VOREN ON REG ELM A TIG HEDEN TE VLISSINGEN «PVTn InsfantSne TEGENSTELLING IN DE N.S.B. Kerkelijk leven DINSDAG 14 JULI 1936 BU1TENLANDSCH OVERZICHT Zij wenscht geregeerd te worden Bij een stevige bries vernietigen onderzeebooten de Hertog Hendrik en de Gelderland Vertrek van Nieuwediep Een halve eeuw verbinding tusschen Holland en Friesland Schroef schepen m M Collectanten van het plaatselijk crisis-comité aangehouden Over den kop geslagen Wielrenner hield zich aan auto vast ANGST WEGENS BRAND- GEVAAR Vrouw springt uit een raam en breekt een been „De Verf ton" in vlammen Moeilijk blusschingswerk Onthoudt:! tegen R.K. W erklieden verbond vergadert Openingsrede van den heer A. C. de Bruijn Omtrent houding in het Parlement BENOEMINGEN In het Aartsbisdom Missionarissen van Scheut Sparrend aal H.H. WIJDINGEN In het bisdom Haarlem Broeder J. Baltussen t Doctoraat in de Theologie Wat voor psyche hebben de Duitschers eigenlijk in de politiek? Tegenover bin nen- en buitenland? Het is alweer drie jaren geleden, dat het Rijksdaggebouw in brand werd gestoken, dat het pro ces over de schuld aan die wandaad, hetwelk op niets uitliep, plaats vond; dat Dimitrof, de handige revolutionnaire Bulgaar, met zijn twee medebeschuldigde, maar vrijgesproken com munistische gezellen, met vlag en wimpel raar het roode paradijs van Moskou kon vlie gen en dat de arme, onnoozele Marinus van der Lubbe, tot ontzetting van heel de wereld, plotseling op een morgen werd onthoofd. Alle experts hadden in het proces verklaard, dat van der Lubbe onmogelijk alléén het ontzag lijke gebouw in brand had kunnen steken. De Bulgaren en de Duitsche communistische leider Torgler werden vrijgesproken. Andere beschul digden waren er niet. Dus moesten de brand stichters in een ander kamp zijn te zoeken. Waar dat kamp zich bevond, behoeft niet meer te worden aangeduid. De historie heeft het al lang vastgesteld. Daar was geen eens een pro ces voor noodig. De huidige machthebbers van Duitschland hadden alle reden om de zaak maar verder dood te zwijgen. Maar de Duitsche psyche is onberekenbaar in haar onbegrijpelijk heid. De regeeringsorganisatie „Kraft durch Freude" is begonnen, op last van dr. Goebbels, „Olympische rondleidingen" in het oude Rijks daggebouw te houden, welke binnen het kader der Olympische Spelen de eerstvolgende weken zullen worden voortgezet. De Olympische gas ten, die talrijk aanwezig waren bij de eerste rondleiding op Zondag 1.1., werden gegidst door Olympische pages in blauwe uniformen met zilveren knoopen. Deze pages beschreven op sensationeele wijze hoe de brand gesticht was door van der Lubbe. Een trieste en pijn lijke, maar vooral onbegrijpelijke vertooning. Achter de Duitsche psyche komt men niet, wil men geen opzet of onnoozelheid aannemen. Interessant is, dat bij deze gelegenheid bleek, dat er aan restauratie van het verbrande ge deelte van het Rijksdagsgebouw niets is ge daan. Alles is gelaten zooals het was. En de Olympische pages deelden aan het buitenland- 6che publiek mede, dat het gebouw töch te klein was voor den huidigen Rijksdag. Want de oude Rijksdag telde 397 leden en de tegen woordige 741. Voor dit geval was alleen de Krollopera geschikt. En zoo deelden de pages mede de Rijksdag kwam toch zoo goed als nooit bij elkaar. Zij vertelden er echter niet bij dat deze bruine Rijksdagsleden voor hun niets doen een behoorlijk salaris, belangrijke facili teiten en een abonnement eerste klasse op de spoorwegen genieten. Maar ook, alleen binnenslands gezien, blijft de Duitsche psyche moeilijk te doorgronden. Van verschillende zijden vraagt men ons, hoe het mogelijk is, dat het Duitsche volk en vooral de Duitsche pers zoo maar plotseling weer lofliederen aanheffen op Oostenrijk, met andere woorden dat zij heden verheerlijken wat zij gisteren nog verguisden, terwijl toch geheel de overige wereld, de zaken vrij en juist beziende, tegenover het gesloten accoord tusschen Hitler en Schuschnigg (alias Mussolini) een zeer gereserveerde houding aan nemen. Doet men dan in Duitschland alles, wat de autoritaire regeering verlangt? Slikt men alles? Behoeft de Führer alleen maar op een knop te drukken om aller „inzicht" te doen verande ren? Bemerken de Duitschers niet dat „Mein Kampf" hoe langer hoe dunner wordt? Dat de bladzijden over Polen, Tirol, Oostenrijk, Silezië naast vele andere er zijn uitgescheurd. Her. inneren de Duitschers zich niet meer, dat het nationaal-socialistische program, bestaande uit vijf en twintig punten, door Hitler in 1920 in het Hofbrauhaus te München afgekondigd, jaar in jaar uit voor volstrekt onveranderlijk is verklaard? En werd in dit program het Duit sche Oostenrijk niet tot 'n deel van Duitschland verklaard? Zijn de Duitschers allemaal plot seling vergeten, dat drie jaren lang tot 1.1. Zaterdag toe, zonder ophouden in de pers, in vergaderingen, in de caricaturen en vooral in de machtige Rijksradio (over alle zenders) Oostenrijk en zijn regeering werden verguisd, aan de verachting werden prijsgegeven en ge stadig werden achtervolgd door spot en hoon? En nu opeens deze volledige ommekeer! Op al deze vragen is maar één antwoord te geven: de gemiddelde Duitscher is een onpo litiek wezen. Het Duitsche volk dat leert heel zijn historie is een volk, dat steeds weer keizers, koningen, helden en Führers met enthousiasme achternaloopt, een volk, dat geen Invloed begeert op den openbaren gang van zaken, maar van boven af geregeerd wil wor den. Ook de jongste historie laat dit politiek onrijpe karakter zien. Het huidige geslacht heeft nog mede gemaakt de haast slaafsche vereering der Duitschers voor den „allergna- digsten Kaiser, König und Herr", den Impera- tor.Rex Wilhelm II. Toen de oorlog verloren was en de nieuwe regeering reeds twee maanden daarna verkiezingen voor de Nationale verga dering uitschreef, bleek héél het volk omge keerd. De partijen, die min of meer tegen standers der vroegere regeering waren geweest: sociaal-democraten, centrum en vrijzinnig democraten vulden zoo goed als geheel de zit tingszaal der Constituante te Weimar. De „na- tionalen" bezetten er maar luttele banken. De geestdrift voor de republiek was algemeen, maar doofde uit weer algemeen, toen er geen leiders bleken te zijn en het volk dus zelf door zijn representanten moest regeeren. De aan. komende Führer had dus geen moeilijk spel. En iedereen van ons weet nog, hoe de millioenen volksgenooten in de laatste maanden voor de machtsovername hem toestroomden. Het Duit sche volk, van boven af geregeerd willende wor. den, „rook" den leider. En het was tevreden. Buiten zich zelf van vreugde was het, toen de militaire kazemedril voor bijkans alle volksge nooten in den een of anderen vorm weer wer kelijkheid werd. Wij, buitenstaanders, hebben daar ver der niets mede te maken. Wij wilden alleen antwoord geven op al die boven gestelde vragen. En dit antwoord kon alleen gegeven worden door een op de geschiedenis gebaseer de formuleering van het gemiddelde Duitsche volkskarakter. Wij kunnen er ons slechts over verheugen, dat „Mein Kampf" het tegendeel doet van den boom uit onzen kindertijd, die steeds hoe langer hoe dikker werd. En wij prijzen den schrijver van het bedoelde boek, als hij steeds weer, onverwacht werkelijkheids zin toont. Niemand, ook geen ras-Germaan hopen we, zal boos worden om een goedaardige ondeugendheid. Over den schrijver van de „Laus Stultitiae", Erasmus, zijn in de afgeloo- pen weken ongetelde kolommen beschreven. Het beste, wat wij lazen, is één zinnetje: „Eras mus gaf op zijn sterfbed zijn ziel aan zijn „lie ven God" terug, wij 20uden den Heer willen vragen: geef Erasmus een tijdje vacantie, de wereld heeft hem zéér noodig." Aan boord van Hr. Ms. Gel derland, 13 Juli. De jaarlijksche manoeuvres van de Kon. Ned. Marine zijn hedenochtend onder zeer ongun stige weersomstandigheden aangevangen. Op het oogenblik, dat wij deze regels schrij ven, vijf uur in den middag is het droog, maar de wind waait nog even hard als van ochtend, toen wij Nieuwediep uitvoeren. Af en toe klotst een golf tegen de patrijspoort van de longroom van de officieren, of slaat over het dek. De „zeevastheid" van de zich aan boord bevindende „landrotten" is vandaag wel terdege gewogen en te licht bevonden. De journalisten en fotografen, die deze week de marine-manoeuvres zullen meemaken, zijn gisteravond om negen uur in hotel de Burcht in Den Helder bijeengekomen. Namens de ma rine heeft de Luitenant ter Zee der le klasse H. C. W. Moorman heit gezelschap welkom geheeten en de regeling van het embarkement bekend gemaakt. Het uur van vertrek was op Maandagoch tend 7 uur gesteld en ons werd de keuze ge laten den nacht aan wal of op het schip door te brengen. Iedereen verkoos aan boord te slapen. Aan boord bevinden zich de Commandant der Marine, Schout-bij-Nacht J. KrUys en de leider der roode scheepsmacht, Schout-bij- Nacht J. J. Dikkers, tevens belast met het commando van het schip. De commandant der Marine heeft de algemeene leiding der oefe ningen. Maandag even na zeven uur waren de laat ste trossen los en langzaam voer Hr. Ms. Gel derland het zeegat uit. De Hertog Hendrik, de torpedo- en onderzeebooten, die nog aan den wal gemeerd lagen, maakten in het voorbij varen front voor de Gelderland, ter gelegen heid van de aanwezigheid van den Comman dant van de Marine aan boord. Nauwelijks waren de eerbewijzen gebracht, of wij hebben het schip van commanclotoren tot de munitieruimen bezichtigd. Gisteravond had de eerste officier ons reeds zijn hut la ten zien, die Paul Krueger tot verblijf heeft gediend. De oudere lezers van dit blad zullen zich nog wel herinneren, hoe de Gelderland op haar eerste reis met bestemming Ned.-Oost- Indië opdracht kreeg, onderweg koers te zetten naar Lorenzo Marques (in Zuid-Afrika), om President Krueger op te pikken. Dit schip bracht Krueger naar Marseille. Den volgenden winter werd de geheele kooi van den eersten officier weggebrand en naar het Krueger-huis te Pretoria gezonden. In de longroom van de officieren is door het verschil van kleur van de wandbedekking nog de plek te zien, waar het portret van Paul Krueger, door hem gesigneerd, heeft gehan gen. Het doel der oefening van heden was het ten aanval brengen van de divisie onderzeeboo ten en van een groep bommenvliegtuigen op een verband van schepen, dat wel over bovenwater bescherming (namelijk torpedobooten) maar niet over vliegtuigen beschikt. Bij den aanvang der oefening, hedenochtend omstreeks 12 uur, bevond de roode scheepsmacht zich in zee ongeveer 15 mijl bewesten het licht schip Haaks met bestemming Straat Dover. Aan den rooden bevelhebber is bekend, dat in het zeegedeelte benoorden de parallel van het lichtschip Maas (voor den Nieuwen Waterweg) blauwe mijnvelden zijn gelegd. De blauwe di visie onderzeebooten bevond zich in zee onge veer 15 gr. benoorden het lichtschip Maas, ter wijl twee groepen G- en een groep L-vliegtui- gen startklaar op „De Mok" lagen. Bauw heeft opdracht de roode scheepsmacht te vernietigen, voordat deze ter hoogte van het lichtschip Maas is aangekomen. Het beloop van deze oefening was, dat de O 9 te 15.56 uur een mislukten aanval op het roode verband deed, gevolgd door een geslaagden aan val van de O 10 te 16.02 uur op de Hertog Hen drik. De vaart van het roode verband werd tot vijf mijl verminderd. Om 16.28 uur kwam de O 15 aan de kim bo ven water, zonder tot den aanval te zijn ge komen. Tenslotte heeft de O 11 een geslaagden aanval op het roode verband gedaan, waarbij de Gel derland werd vernietigd. Dit was het einde van de oefeningen van he den. Op 15 Juli aanstaande zal het een halve eeuw geleden zijn, dat de Veerdienst tusschen Enk huizen en Stavoren werd geopend, die een on middellijke aansluiting verzekerde tusschen de door het Rijk gebouwde nieuwe Spoorwegen van Zaandam over Purmerend en Hoorn naar Enk huizen en van Stavoren over Workum en Sneek naar Leeuwarden. Aldus werd een belangrijke verbinding tot stand gebracht tusschen twee welvarende provincies, Noord-Holland en Fries land, en een kortere weg geopend voor Leeu- den en Sneek naar de hoofdstad des Rijks. Deze nieuwe Spoorweg en bootverbinding wa ren een gevolg van de Wet van 10 Nov. 1875, waarbij tot den aanleg van verschillende nieuwe spoorwegen in het land was besloten. Dat die aanleg van onberekenbaar groot be lang is geweest voor de streek, die met het nieuwe groote verkeersmiddel werd gezegend, behoeft geen bewijs. Heel West-Friesland is er door opgebloeid, vooral ook toen in October 1898 de spoorwegverbinding AlkmaarHoorn werd geopend en het Westdeel van Noord-Holland met het Oostdeel door een spoorweg werd ver bonden. Het veer Enkhuizen—Stavoren werd begonnen met 2 raderbooten en een goederenboot. Dade lijk mocht het zich verheugen in de belang stelling van het publiek. Het jaarlijksche passa giersvervoer bedroeg ruim 60.000 reizigers. In de negentiger jaren klom dit tot 100.000. Het bleef zich langzaam maar regelmatig ontwikkelen, tot kort vóór den Europeeschen oorlog in 1914; het beliep toen 160.000 passagiers per jaar. ijf">" "V T 1 i 1 ■iMtKBHWïKi '■tSSSSi? Een groote verbetering werd in 1915 aangebrachttoen men den dienst ging onderhouden met schr oefbooten, waarvan men er hierboven één ziet afgebeeld In 1914 werd besloten tot den bouw van 2 groote schroefstoomschepen ter vervanging van de raderbootjes, die niet meer aan de zeer toe genomen eisohen des tijds konden voldoen. In den zomer van 1915 en op 1 Januari 1916 kwa men de salonbooten „R. van Hasselt" en „C. Bosman" in dienst. Deze schepen brachten een groote verlevendi ging van het vervoer. Van 164.000 in 1914 klom het passagiersvervoer in 1915 tot 278.000 en in 1916 tot 340.000, onder welk cijfer echter veel militair vervoer was begrepen. In het algemeen bleef het passagiersvervoer schommelen om het cijfer van een kwart mil- lioen, om in 1930 en 1931 te stijgen tot respec tievelijk 315.000 en 304.000. Sedertdien is de daling begonnen tengevolge van de crisis, vrij - wel regelmatig 10 procent per jaar, totdat het passagiersvervoer in het afgeloopen jaar 1935 bedroeg 202.000; nog altijd een belangrijk cijfer. Sedertdien is een kleine stijging in het pas sagiersvervoer merkbaar, wat ook voor een deel aan de verbeterde dienstregeling te danken zal zijn. Het aantal verbindingen Leeuwarden Amsterdam via het Veer is namelijk met één vermeerderd bij dezen zomerdienst en gebracht op 4 in iedere richting, waarmede de dienst in 1886 was geopend en welke door de Regeering was voorgeschreven. In Juli 1919 werd het aantal verbindingen teruggebracht tot 3 in elke richting wegens den toenmaals heerschenden kolennood. Sedert dien is dat zoo gebleven, wat zeker niet tot de ont wikkeling van deze voortreffelijke verbinding heeft bijgedragen. De vierde dienst, eerst inge- i'sc Mr. W. C. Bosmandie 50 jaar directeur van het veer EnkhuizenStavoren is Naar wij vernemen zijn Zaterdagavond op last van den commissaris van politie vier vaste col lectanten van het plaatselijk crisis-comité te Vlissingen in arrest gesteld, die zich aan dief stal van goederen en geld ten nadeele van dit comité zouden hebben schuldig gemaakt. Zijn wij wel ingelicht, dan waren aan het plaatselijk crisis-comité slechts vier vaste col lectanten verbonden, die dus allen zijn aan gehouden. Maandagavond is den 20-jarigen wielrenner W. Leenes, uit Schiedam, bij den Driesprong tusschen Rijnsburg en Noordwijk een ernstig ongeluk overkomen. Hij hield zich achter aan een vrachtauto vast, die met vrij groote snelheid reed. Plotse ling brak het voorwiel van zijn fiets, waardoor hij over den kop sloeg en met ernstige hoofd wonden op den grond bleef liggen. Nadat dok ter Niekerk uit Noordwijk de eerste hulp had verleend, is het slachtoffer naar het Acade misch Ziekenhuis te Leiden overgebracht. Zijn toestand is zorgwekkend. Maandag in den nanacht, omstreeks drie uur, is brand uitgebroken in den Steenkolen handel van den heer V. d. V. aan den Berg en Dalscheweg te Nijmegen. De brandweer was oogenblikkelijk met ruim materiaal aanwezig en bestreed het vuur met kracht. Het pakhuis waarin een Ford en een groote vrachtwagen stonden en een groote partij steenkool lag opgestapeld, brandde uit. De buren maakten zich zeer ongerust tijdens den brand en hoewel er geen gevaar dreigde, sprong een vrouw, zekere B., uit het raam van de eerste verdieping en brak haar been. Zij werd onmiddellijk opgenomen en naar het St. Canisius-ziekenhuis vervoerd. De brandweer was den brand spoedig meester. De oorzaak is onbekend. Verzekering dekt de schade. In den afgeloopen nacht, omstreeks één uur, is door tot nog toe onbekende oorzaak brand uitgebroken in den bekenden verf handel en -malerij, genaamd „De Verf ton", aan de Nieuwstraat te Beverwijk. De brand werd ontdekt door omwonenden, die onmiddellijk den eigenaar, den heer J. Hofland, die de bovenverdieping van het om vangrijke perceel bewoont, waarschuwde en de brandweer alarmeerde. De heer Hofland en zijn zoon, die alleen thuis waren, konden zich nog bijtijds in veiligheid stellen. Spoedig daarop stond het perceel van onder tot boven in lichter laaie. De vlammen vonden overvloed van voedsel in de voorraden verf, lak, behangselpapieren. Door de aanwezigheid voorts van olie en benzine kon het vuur met groote hevigheid woeden. Toen de brandweer met de motorspuit kort daarop verscheen, sloegen de vlammen aan alle zijden hoog op, zoodat het reeds dadelijk vast stond, dat er niet veel meer viel te redden. Daar het perceel op den hoek van den Slan- genweg staat, kon het vuur onmiddellijk van twee zijden worden aangetast. Aanvankelijk werden drie stralen op de vuurzee gericht, doch spoedig ontdekte men, dat de brand ook van de andere zijde bestreden kon worden, door de slangen door het café van den heer Beentjes, aan de Meerstraat, te leggen. Op deze wijze werd het vraagstuk om twee stralen te richten op de aan de achterzijde gelegen verfmalerij, waar de brand op z'n hevigst woedde, opgelost. Ofschoon de brandweer geweldige hoeveel heden water in het vuur wierp, scheen dat in den beginne niet veel effect te sorteeren. De voorraden glas werden onder groot geraas in gruis gespoten, maar de brandende bussen verf waren eenvoudig niet te blusschen. De water stralen hadden daarop niet het minste effect. Men had echter de voldoening, dat de brand volkomen ingesloten was, zoodat er geen gevaar bestond voor het omslaan van het vuur op de belendende pakhuizen. Na ruim anderhalf uur was de brandweer het vuur meester. De winkel, het magazijn en de verfmalerij, waren echter totaal uitgebrand, terwijl het nog geruimen tijd duurde, vooraleer de brandweer ook de laatste resten vuur had gedoofd. Er is niets gered kunnen worden. In het café van den heer Beentjes, waardoor men twee slangen had geleid, werd nogal wa terschade aangericht. Dat nam niet weg, dat de hardwerkende brandweerlieden door den vriendelijken eigenaar in de gelegenheid wer den gesteld om op z'n tijd met een smakelijke kop koffie nieuwe krachten te verzamelen. Door het late uur was er slechts weinig pu bliek op de been. De burgemeester, mr. H. J. J. Scholtens, was bij den brand aanwezig en heeft het blusschingswerk van begin tot einde gade geslagen. De heer Hofland was, naar wij vernamen, ver zekerd. Het toeval wil, dat de heer Hofland zelf brandmeester is, zoodat de brandweer dezen keer een van haar eigen mannen ter hulp moest komen. Zelf kon de heer Hofland, die door het gebeurde uit den aard der zaak geheel van streek was, niet aan het blusschingswerk deel nemen. Kort nadat de brandweer was ingerukt, werd zij opnieuw gealarmeerd. Het bleek, dat de vonkenregen, welke de brandende verfhandel telkens verspreidde, het dak van een leegstaand café aan de Meerstraat had aangestoken. Het brandje kon echter spoedig worden ge- bluscht, zoodat de brandweer ditmaal geen dienst behoefde te doen. De muren van het af gebrande perceel zijn door de brandweer ge deeltelijk omver gehaald. Ook gistermiddag is de brandweer die overigens den laatsten tijd geen gebrek aan werk heeft moeten uitrukken en wel voor een brand in een schuur achter het perceel van den heer Gooi, aan de Koningstraat, waarin eenige wagens geborgen waren. Hier werd het vuur met een straal gebluscht. De schuur brandde ge deeltelijk af, waarbij enkele wagens verloren zijn gegaan. voerd met dezen zomerdienst op 15 Mei j.l., heeft dadelijk de verwachte verlevendiging gebracht. Het Veer EnkhuizenStavoren voorziet in de kortste en goedkoopste verbinding tusschen Friesland en Noord-Holland en verheugt zich in de belangstelling van het reizend publiek. Het biedt de aangename onderbreking van de reis, aan boord van goed ingerichte en wel verzorgde schepen. In de halve eeuw, die voorbij gegaan is, heeft die dienst zijn goeden naam verdiend. Aanvankelijk opgezet als particuliere onderne ming is het Veer door de Hollandsche IJzefen Spoorweg Maatschappij overgenomen krach tens de Spoorwegovereenkomst met den Staat van 1890. De Regeering had de inrichting en bediening van het Veer openlijk uitbesteed en gegund aan den iaagsten inschrijver, den heer C. Bosman te Alkmaar. De dienst werd geopend onder beheer mede van den zoon van dien on dernemer, mr. W. C. Bosman te Alkmaar, die na den dood zijns vader in 1911 alleen het bestuur heeft gevoerd, later samen met zijn dochter mej. mr. M. C. Bosman en dus 50 jaar als directeur aan het Veer verbonden is. Prijs 50 ets. sfilf en voorkomt pijnen! Hedenmiddag is in het Mgr. Mutsaers- oord te Venlo de Verbondsvergadering van het R.K. Werkliedenverbond geopend met een rede van den voorzitter, den heer A. C. de Bruijn. In zijn openingsrede prees spr. de resultaten, door de eensgezinde actie der Nederlandsche ka tholieken bereikt. Met genoegen stelde hij vast, dat in ons vaderland de katholieken van alle rangen en standen elkaar steeds meer vinden met betrekking tot de brandende vragen van de zen tijd. Dat blijkt uit het pas verschenen „Algemeen staatkundig program" der Kath. Staatsparty, dat biykt ook uit de voor enkele dagen gepubliceerde belangryke „Richtiynen voor den uitbouw van samenwerking onder be drijf sgenooten" tot ordening van het econo misch leven, van onze vier katholieke centrale organisaties. Dat is van beteekenis, te meer omdat, naar het schijnt, het standpunt van genoemde organisaties steeds meer benaderd wordt door andere bona-fide bevolkingsgroepen. Dat deze tyd, ten deele althans, „bezeten" is, biykt uit het feit, dat eenige, zichzelf zoe kende, uit het geestelqk evenwicht geslagen zoogenaamd half-intellectueelen, openlyk in opstand gekomen zijn tegen de Kerk, den in kortzichtigheid zelf-gekozen en verheeriykten „leider" stellen boven de van God gegeven leiders, de Bisschoppen, die zy verguizen. Dat is het ergste voor die menschen zelf. De Kerk in Nederland staat als een rots, ze kan op de trouw van de Katholieke sociale organisaties rekenen. Den toestand des lands noemde spr. volmon dig slecht. „Het aantal geheel en gedeeltelijk werk- Ioozen," zoo zeidei hij, „zegt méér daoi een of ander niet altijd controleerbaar dividend- cüfer; het niet rendabel zijn van onderne mingen en de altijd nog maar aanhoudende drang der ondernemers naar loonsverlaging overstemmen het geluid van hen, die, om welke reden dan ook, lichtpunten zeggen te zien." Spr. zeide ernstige grieven te hebben tegen bepaalde deelen der soc.-economische politiek, in het bijzonder t.o. van de werkloozen met groote gezinnen. Hü achtte het een afschuwelijk ver grijp zooal niet tegen de verdeelende rechtvaar digheid, dan toch tegen de christelijke liefde, dat toestanden in het leven worden gehouden, waardoor de één bijna sterft van gebrek en de ander zich baadt in luxe. De heer De Bruijn laakte voorts het uitblyven van een regeling tot verkorting van den ar beidsduur, de bureaucratie bij het Werkfonds, den geringen voortgang in de verwezeniyking van de industrialisatieplannen van minister Ge- lissen. Hij vorderde tot slot van de regeering effectieve, doelbewuste en planmatige bestryding der werkloosheid. Elke regeering, die zich dat ten doel stelt en de werkloozen als volwaardige menschen be handelt, kan op den vollen, royalen en loyalen steun en medewerking der Katholieke arbei dersbeweging rekenen» Mussert's assistent, ds. van Duyl, die op propagandareis in Indië is, heeft aan de „Deli Courant" een inter view toegestaan. Hij bleek, wat de verkie zingen in 1937 betreft, tevreden te zullen zijn, als de N. S. B. twaalf leden in de Twee de Kamer krijgt. Omtrent de houding, eventueel door de ze heeren in de Volksvertegenwoordiging aan te nemen, zeide hij: „Deze Kamerleden zullen tot taak hebben, het parlementarisme uit te hollen, doch zul len ook niet schromen, hun medewerking te verleenen, indien voorstellen worden gedaan, welke in het belang van het land zijn, daar het heil van het volk op den' voorgrond staat." Het zou interessant zijn te vernemen, wat de heer van Duyl verstaat onder „uithol ling" van het parlementarisme. Doch ook zonder een meer concrete omschrijving komt het ons voor, dat deze voornemens weinig strooken met den eed van trouw aan de Grondwet, dien de heeren zullen hebben af te leggen. Het klinkt weer erg revolu- tionnair. Interessant is de mededeeling, dat de rood-zwarte Kamerleden wèl zullen mede werken aan voorstellen, die zij in 's lands belang achten. Het is alleen maar jammer, dat zij in dit goede voornemen gedwarsboomd zul len worden door hun eigen Eerste Kamer fractie. De heer de Marchant et d' An- sembourg heeft daar immers op 6 Februari j.l. bij het algemeen begrootingsdebat pre cies het tegenovergestelde verklaard. Hij zeide, „dat wij het heele systeem als zoo danig afwijzen en dus logisch ook tegen al le uitingen van dat systeem moesten stem men." En wat verder in dezelfde rede heette het: „Zelfs indien de Regeering in een onderdeel van haar wetgeving precies hetzelfde zou voorstellen als wij het zou den doen, nadat wij het bewind hebben overgenomen, zelfs dan zouden deze maat regelen onder het huidige systeem niet tot hun recht komen enz." Het is wel een zeer sterk staaltje, deze vierkant tegenover elkaar staande meenin gen omtrent wat dan toch in deze beweging een van de voornaamste vragen van tak- tiek moet zijn! De vice-leider der partij stelt zich officieel in een interview op een standpunt, waarmede lijnrecht in strijd ge handeld is door de Eerste Kamerfractie der partij! Heeft de leider zelf hier dan geen gedragslijn gedicteerd? En kunnen zijn on derhebbenden zoo maar op eigen gelegen heid. en naar gelang de mate van hun kwajongensachtigheid hun houding in het parlement bepalen, „daar het heil van het volk op den voorgrond staat"! De heer Mussert moge zich hieromtrent eens duidelijk uitspreken. Z. *H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht heeft benoemd tot pastoor te Olburgen den Zeereerw. Heer E. A. J. Bosman, en heeft voorts den Weleerw. Heer A. M. Jansen, kape laan te Hilversum (H. Clemens M. Hofhauer) belast met de voorbereiding van de organisatie der „Katholieke Actie" in het Aartsbisdom Utrecht. Tot leeraar aan het Missie-college te Spar- rendaal, Vught, zijn benoemd de pater: A. Pommé en G. v. d. Brink. Vertrokken naar Congo begin Juli: Pater H. de Groot uit Wateringen; Br. H. Berkens uit Deurne; Br. M. Manders uit Deurne Br. H. v. d. Aker uit Boxtel; Br. H. en J. Bvoks uit Schyndel. In Aug. en September zullen naar China vertrekken Pater A. v. Gheluwe, leeraar van het Missie-college en Fater H. Ullings uit Budel. Naar Congo: Pater J. Brosens uit Ulvenhout. Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers heeft op Dins dag 14 Juli in de kapel van het Philosophicum te Warmond de Tonsuur toegediend aan de heeren: P. J. van Bakel; H. Beek; F. J. Blom- mesteijn; J C. van den Bosch; J. de Bouvère; H. J. A. van Dijk; N. J. Donkers; H. J. Th. van Duin; E A. St. M. Duym; A. J. M. Goeman; H. C. de Graaf; A M. Groot; C. J. Hageman; P. H. L. van Ingen; F. J. van Kesteren; J. Koning; G. H. Lagerberg; M. W. Meiman; H. L. Nederstigt; L. L. Pas; F. Remyn; J. A. M. Rohde; Th. G. Rosier; W. J. van Schie; A J. M. Spronk; A. Strooband; H. A. Thys; W. G. Vroom; J. W. van Went; L. C. J. Wüst; J. A. Weisscher. Allen studenten van het Philoso phicum. Uit Congo is telegrafisch bericht ontvangen van het overlijden van Broeder J. Baltussen. t)e eerwaarde Broeder werd geboren te Oploo (N.Br.), deed de heilige geloften in het missiehuis van Scheut-Sparrendaal en hetzelfde jaar, 1911, vertrok hij naar Congo. Te Leuven promoveerde tot Doctor in de Theologie de zeereerw. Pater Th. Deden S.C.J., professor inde H. Schrift aan het Studiehuis St. Jozef te Hees-Nijmegen, op een artikel, ont leend aan het proefschrift, en getiteld: Le mystère paulinien,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 5