MOUSSANA
f
DE REBELLIE IN SPANJE
Teugellooze pers
Duizendvoudig „Credo" in het Gooi
TEGENOVER DE ACTIE
VAN G0DL00ZEN
DRIE REGEERINGEN IN
ÉÉN DAG
DROEVE HERINNERING
Kerkelijk leven
MAANDAG 20 JULI 1936
In ons vrijgevochten
land
„Volksverdommers en
Landverraders"
Een interview met Mussert
dmaa&t a£i cAampazpte
Deensch luchtvaart-
bezoek
Minister Fisker op Schiphol en
het vliegveld Twente
DR. COLIJN IN ENGELAND
Hij houdt zich buiten alle politiek
EENHEID DOOR DEMOCRATIE
Het werk hervat
Bij de Kon. Stoomweverij
te Nijverdal
EEN LUCHTFESTIJN TE
NOORDWIJK AAN ZEE
Instructeur Postma ramt ballon
netjes en werpt zandbommen
Geen audiëntie
Ruim achtduizend katholieken
kwamen in Valkeveen bijeen
om van hun geloof
te getuigen
„Omhoog het beginsel"
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Bewapening van de
arbeiders
Het nieuwe heidendom
Kapelaan Drost spreekt
DE TU INBOUW -EXPORT
Eenige verbetering te constateeren
Heden een jaar geleden ver
ongelukte „De Gaai" in de
Zwitsersche Alpen
Van Langen's notities
Telegrammen verzonden
h.h. wijdingen
In het Aartsbisdom
Een van de voornaamste redenen, waar
om indertijd een partieele grondwets
wijziging op stapel werd gezet, be
stond hierin, dat er naar de meening van
heel weldenkend Nederland, paal en perk
gesteld dienden te worden aan een zekere
politieke „vrijheid", welke al sinds lang ont
aard was in een onduldbare, den volksgeest
bedervende bandeloosheid.
Men was eindelijk tot het besef gekomen,
dat het toch niet aangaat, de nationale
krachten te doen, althans te laten, onder
mijnen door beroeps- en dilettant-opruiers
in vergadering en pers, ja, zelfs in over
heidslichamen, niet zelden nog prompt
betaald door goedmoedig Vadertje Staat,
die op deze wijze voorbereidingen van revo
luties tegen zichzelf bekostigt.
Het gedoe en geschrijf rondom het schan
daal der „Zeven Provinciën", de „dappere
ongehoorzaamheid" van ir. Albarda en de
„snellere toeren" van ir. Cramer's hart, de
revolutie-import van een „Tribune" en de
laffe demagogie van op „schandalen" vege-
teerende N.S.B.-organen en ander fasciste-
rige scheidblaadjes hadden zoo veron
derstelde men althans eindelijk de oogen
geopend voor het gevaar van een „vrijheid",
welke regelrecht naar de slavernij der revo
lutie voeren moest, naar vernietiging van
het gezond gezag, naar de dictatuur van
den onderdrukker, rood of zwart-rood.
Een daartoe ingestelde Staatscommissie
kwam met voorstellen en thans is de regee
ring gereed gekomen met een op basis van
die voorstellen vastgesteld voorontwerp
voor de partieele grondwetswijziging, welke
o.a. beoogde paal en perk te stellen aan de
gevaren der bovengenoemde ongebonden
heden.
Doch wat blijkt thans
Dat de regeering op een der belangrijkste
strategische punten gecapituleerd heeft.
In hoofdzaak, zoo heet het, heeft de mi
nisterraad zich met de voorstellen der
Staatscommissie vereenigd, maar aangaan
de de persvrijheid heeft de regeering zich
accoord verklaard met de meening van de
minderheid der Staatscommissie, bestaan
de uit ir. Albarda, prof. v. d. Bergh, mr.
Joekes en prof. Kranenburg, welke bezwa
ren heeft tegen het voorgestelde lid 2 van
art 7 luidend
„De wet kan regels stellen, volgens welke
een bepaalde uitgave wegens nader bij de
wet te omschrijven grove inbreuk op de
openbare orde tijdelijk kan worden ver
boden."
Blijft de zaak dus, zooals zij was en is
Zal in ons vrijgevochten land een teugel
looze pers kunnen voortgaan allerlei onheil
te stichten, schandalen te maken, revolu
tiestemming te kweeken, het gezag tot een
aanfluiting te maken
De regeering schijnt wéér niet te durven
Ingrijpen. Het kon haar en heel ons
volk wel eens duur te staan komen.
In „De Groene" van Zaterdag publiceert
de heer Anton M. Brouwers een gesprek,
dat hij gehad heeft met den Algemeen
Leider der N. S. B., ir. Mussert, om hem
te vragen, aan het Referendum van dat
weekblad mee te doen. In tamelijk gepeper
de taal heeft de Leider daarin zijn mee
ning gezegd over de verschillende politieke
stroomingen en derzelver leiders, die wèl
aan het referendum meewerken. Over de
katholieken en hun geestelijke niet
hun politieke leiders, heeft hij zich ook
uitgelaten. De heer Brouwer geeft dit ge
deelte van het onderhoud als volgt weer:
„Hoe ziet u de politieke ontwikkeling in de
naaste toekomst?" was onze eerste vraag. De
Leider bleek het als volgt te zien:
Binnen afzienbaren tijd zou er een Roomsch-
Roode coalitie optreden- waarbij de werkverdee-
ling tusschen de partners zoo zou zijn, dat de
socialisten het economisch gedeelte van het
programma en de Katholieken het geestelijke
zouden verzorgen. „Dan dreigen alle Protestan
ten Katholiek te worden, want zij zijn zoo ver
deeld en hebben onder een dergelijke coalitie
natuurlijk niets in te brengen."
Naar aanleiding van dit antwoord ontwik
kelt zich dan een gesprek over de verhouding
van de N.S.B. tot de Roomsch-Katholieke we
reld, dat eindigt in de vragen: „Hoe komt het,
dat de N.S.B. de Roomsch-Katholieken zoo wei
nig trekt? En hoe is de laatste brochure met
zijn Raad van Kerken te rijmen met het katho
lieke standpunt?"
Mussert beroept zich in zijn antwoord op zijn
„raad van adviseurs in kerkelijke aangelegen
heden." Als deze ten aanzien van de Katholie.
ken fouten heeft gemaakt, kan hij er ook niets
aan doen, want „ik heb wel een bisschop ge
vraagd, maar die had geen belangstelling voor
mijn zaak." Overigens acht de Algemeene Lei
der de R. K. geestelijken in het algemeen
„volksverdommers" en „landverraders". „Kijk
maar eens naar Spanje!" En „de besten zitten
nog in het klooster". Maar „het heele zaakje
zal wel opgeruimd worden."
Een opmerking dat het „opwekken van
religieuze gevoelens", waar de heer Mussert
sterk vóór is, toch niet hetzelfde is als het
prediken van het Evangelie, wordt door den
Leider beantwoord met de belofte dat hij
„al die geestelijken wel zal opruimen", en
dat hij daartoe alle recht heeft:
Immers, wanneer „in de geschiedeins van een
volk een beweging opkomt, die de menschen
godsdienstig wil maken, is er altijd een macht,
die dat tracht tegen te houden; en die macht
is de Kerk. Zie b.v. de Reformatie!"
Vhn het bovenstaande kan men veel en
weinig zeggen. Daar er echter reeds veel
over de N. S. B. en de Kerk geschreven is,
zullen wij ons thans bepalen tot de enkele
opmerking, dat de Leider hier duidelijke
taal heeft gesproken en dat de Katholieken
nu weten wat zij aan hem hebben.
MOUSSERENDE APPELWIJN
Fa. H. J. PHAFF
WINSCHOTEN
Het gezelschap Deensche luchtvaartautoritei
ten, waaronder de Minister van Verkeer Z.Exc.
N. Fisker zich bevindt, dat Zaterdag uit Londen
arriveerde, heeft Zondag eten bezoek gebracht
aan Schiphol. De Minister was o.m. vergezeld
door de heeren N. P. Nielsen, lid van den Raad
voor de Luchtvaart, J. K. Gregersen, directeur
van den luchtvaartdienst van het ministerie van
verkeer, en eenige autoriteiten van de Deensche
Luchtvaartmaatschappij. Van de K. L. M. warten
bij het gezelschap de heeren A. Plesman, D. J.
de Vries en de vertegenwoordiger der K. L. M.
in Scandinavië, E. E. de Jong.
Na den maaltijd bezichtigden de Deensche
gasten het vliegveld met zijn technische outillage
en de stationsgebouwen. De studiereis van dten
minister, die kort geleden met het departement
van Verkeer werd belast, had ten doel door na
dere kennismaking met de voornaamste Euro-
peesche luchthavens gegevens te verkrijgen voor
de verbetering van het Kopenhaagsche vlieg
veld.
Op Schiphol, waar hij door dten havenmeester,
den heer Dellaert, werd rondgeleid, bewonderde
de minister vooral de zorg, die besteed is om het
publiek met de luchtvaart vertrouwd te maken.
Het trof hem, dat de Amsterdamsche luchthaven
voor het Amsterdamsche publiek het aantrek
kelijke doel van een uitstapje vormt.
Nadat Schiphol was bezichtigd stegen de
Deensche gasten met den heer de Jong weer in
de „Kronprinsesse Ingrid", waarmede bestuurder
Hansen hen bracht naar het Twtentsche Vlieg
veld.
Het vliegveld bij Enschede boezemde den
Deenschen gasten belang in als model van een
provinciale luchthaven. Denemarken heeft
slechts een vliegveld. Als eilandenrijk heeft het
behoefte aan binnenlandsche luchtverbindingen.
Zoodra de heer Fisker het ministerie van Ver
keer van zijn voorganger overnam, heeft hij be
sloten tot den aanleg van provinciale vliegvelden
bij Aarhus, Aalborg en Esbjerg.
Van het Twentsche vliegveld is de „Kron
prinsesse Ingrid" tegen den avond opgestegfen
naar Hamburg, vanwaar naar Kopenhagen wordt
doorgevlogen.
Naar Reuter uit Londen seint, kwam dr.
Colijn te Londen aan in gezelschap van zijn
echtgenoote en zijn secretaris. In een onder
houd verklaarde hij, dat zijn reis niet de ge
ringste politieke beteekenis had. Tijdens zijn
vacantie geeft hij er de voorkeur aan, niet over
de Europeesche politiek te discussieeren. Zijn
vacantieplannen waren nog niet bepaald; voor-
loopig blijft hij in zijn hotel te Londen.
Op het terrein van den Ned. Prot. Bond bij
Soesterberg, is Zaterdagmiddag een drukbe
zochte meeting gehouden van de Ned. Beweging
voor eenheid door Democratie.
Dr. Ritter betoogde, dat in het huidige
Duitschland en ook in andere landen de huma
nitaire gedachte in ernstige mate wordt bedreigd.
In een dictatoriaal geregeerde gemeenschap
gehoorzaamt de mensch alleen aan zijn instinct.
Men kan de slaaf zijn van de dictatuur, of zich
gevoelen als lid van de volksgemeenschap. In het
laatste geval is men democraat. De dictatuur
vertrapt alle christelijke cultuur.
Voorts bestreed hij in uiterst felle bewoordin
gen de N.S.B. Nationaal zijn, zoo betoogde hij
tenslotte, wil niet zeggen handelen volgens
Duitsch recept, doch trouw blijven aan des
lands traditie.
Dr. van Leusen, lid van de Prov. Staten van
Noord-Holland, wees op den plicht tot afweer
van alle invloeden, die ons heiligste volksbezit
belagen. Dit beteekent volgens spr. strijd tegen
Communisme en Nationaal-Socialisme.
Het Hollandsche hart laat zich immers niet
vernederen tot e enigerlei vorm van slavernij.
Omtrent het gestelde ultimatum, door de
textielarbeidersbonden St. Lambertus, de Een
dracht en Unitas aan de directie der Kon.
Stoomweverij te Nijverdal, ir verband met de
eischen der organisaties om tien procent loons-
verhooging in te voeren voor de zestien- en
achttien getouwenwevers, is Zaterdagmiddag
door de drie organisaties' een druk bezochte
gecombineerde ledenvergadering gehouden. Op
deze bijeenkomst kwam tot uiting, dat men met
het voorstel van den Rijksbemiddelaar, prof.
mr. A. C. Josephus Jitta, geen bevrediging kon
hebben. Dit voorstel hield in voor de achttien
getouwenwevers breed werk een zes procents
loonsverhooging en de achttien getouwenwevers
smal werk een ly, procents loonsverhooging in
te voeren en ten slotte een loonsverlaging van
drie procent voor de twaalfgetouwenwevers.
Het resultaat der uitvoerige besprekingen is,
dat heden het werk wel is hervat en dat men
zich slechts noode bij het voorstel van den
Rijksbemiddelaar heeft neergelegd, vooral wat
betreft de laatste clausule inzake de drie pro
cents loonsverlaging.
Ter gelegenheid van het Internationaal
Luchtvaartpropagandafeest te Noordwijk wer
den Zaterdagmiddag voor het terrein van het
Huis ter Duin verschillende vliegdemonstraties
gegeven.
Voor den hoogteschattingswedstrijd kwam om
clrie uur als eerste de Koolhoven F.K. 43, de
PH-CMD op een vaste hoogte boven het ter
ras cirkelen. De juiste hoogte bedroeg 377 M.
De instructeur der N.L.S., de heer A. Postma,
maakte met de PH-FKB, in vliegerskringen
meer bekend onder den naam van het „Koe
beest", vervolgens een serie kunstvluchten, ter
wijl men met een vlet van het badbedrijf een
eind de zee in roeide, om vandaar de ballonnen
voor het ballonrammen op te laten. Dit was
noodig, daar er een stevige Westenwind stond.
Op kunstige wijze wist Postma zoo met het
„Koebeest" te manoeuvreeren, dat slechts wei
nige balonnen aan den schroefwind konden
ontkomen.
Hierna werd overgegaan tot het bommen-
werpen, waartoe op het stranól twee strandten
ten met een rooden lap werden afgedekt, met
daaromheen twee cirkels, afgebakend met ge
kleurde vlaggen. Tot driemaal toe wist Postma
de zakjes meel binnen de cirkels te werpen.
Als tweede „bommenwerper" arriveerde de be
kende sportvlieger Justus U. Heymans met zijn
Leopard-Moth, de PH-JUH, boven het doel. Hij
werd nogal gehandicapt door de stijlen van het
landingsgestel, welke zich juist onder de cock
pit bevinden. Als derde vreedzame bommen
werper wierp de instructeur der N.L.S., de heer
S. de Mul, zijn drie zakjes meel naar het doel.
De heer Pastma kreeg met vier punten den
eersten prijs toegekend; tweede werd S. de
Mul (drie punten) en derde Heymans (1 punt).
Hierna werd door de Mul met zijn Tiger
Moth een serie stuntvluchten gemaakt.
Als aardige attentie van de K.L.M. kwam de
Fokker F. 22, de „Papegaai", op zijn weg naar
Londen zeer laag over het terras van het Huis
ter Duin gevlogen, evenals even later de groote
Havilland D.H. 86 der British Continental Air
ways.
Om half zes maakte ook de Aeronca nog een
paar cirkeltjes, evenals de Koolhoven F.K. 46,
PH-FKA van de N. L. S., waarmede dit lucht-
festijn werd besloten.
Kroonprins Boudewijn van België heeft ver
gezeld van de familie van den Mortel, den ge-
heelen middag met groote belangstelling de ma
nipulaties der vliegers gadegeslagen. Vooral bij
het ballonnenrammen toonde Prins Boudewijn
zich buitengewoon enthousiast en leefde geheel
mede met de jachtpartijen van den vlieger
Postma,
De luchtvaarttentoonstelling in het Casino
werd des avonds officieel geopend met een zeer
geanimeerden gala-avond, opgeluisterd door het
Tzigane-ensemble Iliescu. Deze avond was zeer
druk bezocht, vooral ook door het Corps Diplo
matique.
De gewone audiëntie van den minister van
Sociale Zaken zal oo Woensdag 22 Juli 1936
niet plaats hebben.
wmm
De opening van het internationaal schaaktournooi te 7,andvoort. De burge
meester van Zandvoort, de heer van Alphen, doet den eersten zet voor de
partij EuweTartakower
Ondanks regen en dreigende on
weerswolken is Zondag het katho
lieke Gooi uitgetogen, om te pro
testeeren tegen de Godloozen, die
een landdag hadden belegd te
Naarden. Katholieke mannen en
vrouwen uit Hilversum, Bussum,
Laren, Blaricum, en alle andere
kleinere Gooische gemeenten, jeugd-
vereenigingen en organisaties van
alle plaatsen, zij allen hadden ge
hoor gegeven aan de roepstem van
Katholiek Hilversum en Bussum en
zijn bij duizenden gegaan naar Val
keveen, om daar hun protest aan
te teekenen tegen het moderne hei
dendom.
Het groote open terrein aan de Valkeveen-
sche laan was geheel gevuld. De jeugdveree-
nigingen ontplooiden hier hun vanen en ba
nieren. Bijna de geheele Gooische geestelijk-
De beestachtige moord op den monarchis-
tischen leider Calvo Sotelo heeft prompt
de verwachte reactie in het leven geroe
pen, welke door de Spaansche regeering werd
gevreesd. Hij is de bloeddruppel geweest, die
den boordevollen emmer der verontwaardiging
van de anti-marxistische, monarchistische en
fascistische elementen heeft doen overloopen,
zoodat de Spaansche bodem thans weer eens
met burgerbloed wordt gedrenkt.
De Spaansche republiek, die na de stembus
overwinning van het Volksfront uit het be
heer der von beide walletjes eten willende
schipperaars overging naar dat der roo-
de republikeinen, maakt weer een angst
wekkende crisis door, waarvan de afloop nog
niet zeker is, al lijkt het ons twijfelachtig, dat
de rebellen het op den duur zullen kunnen win
nen. De berichten, zoowel van regeeringszijde
als van de zijde der opstandelingen gelanceerd,
zijn zoo flagrant met elkander in strijd en zoo
zichtbaar tendentieus propagandistisch gekleurd,
dat men er weinig waarde aan kan hechten en
geen duidelijk overzicht van den werkelijken
stand van zaken uit kan construeeren. Dat de
ze stand van zaken echter hoogst bedenkelijk
is, lijdt geen twijfel. Van groote beteekenis is,
dat de opstand, die onder leiding van generaal
Franco, gouverneur van de Canarische eilan
den en broeder van den beruchten Spaanschen
vlieger majoor Franco, staat, begonnen is in
Spaansch Marokko, in koloniaal gebied, waar
het Spaansche gezag méér dan elders behoefte
heeft aan kracht en stabiliteit om zich te hand
haven. Welk een indruk moet het op de in
boorlingen van Marokko maken, dat de blanke
(of liever olijfkleurige) „overheerschers" elkan
der gewapend te lijf gaan, en wat zal de nawer
king van dezen indruk zijn? In Fransch Marok
ko is het onder de inboorlingen ook niet heele-
mpal rustig en de Italiaansch-Abessinische oor
log met de daarbij gebleken betrekkelijke mach
teloosheid van Engeland is niet zonder psycho-
logischen invloed gebleven op de Afrikaansche
bevolking. Wanneer straks het koloniale pro
bleem onder druk van de „onverzadigde" mo
gendheden zal worden aangesneden, zullen de
blanken wel eens kunnen ervaren, hoeveel zij
van hun overheerschersprestige, hetzij door bar-
baarsche geweldmethoden, hetzij door gebrek
aan doortastendheid en moed hebben ingeboet.
Juist in een tijd, waarin de superioriteit van
het blanke ras méér dan ooit tot een politiek
en cultureel geloofspunt wordt gemaakt, heb
ben verschillende regeeringen op verschillende
wijzen vrijwel alles gedaan om de inheemsche
koloniale bevolking, vooral in Afrika, aan deze
vermeende superioriteit te doen twijfelen.
Opgelaaid in Spaansch Marokko is de
opstand onmiddellijk overgeslagen naar
Spanje zelf, en het valt niet meer te
ontkennen, dat de gebeurtenissen daar het
karakter van een burgeroorlog hebben aange
nomen. Binnen één etmaal heeft de regeering
driemaal van hoofd verwisseld. Quiroza trad
af. Martinez Barrio volgde hem op, maar daar
de arbeiders dezen premier niet wenschten,
moest hij na enkele uren zijn waardigheid
weer overdragen aan José Giral, die „persona
grata" bij de arbeiders blijkt te zijn. Wat dit
zeggen wil, komt duidelijk uit door het feit,
dat de Spaansche regeering de z.g. republi-
keinsche, maar in utezen met Moskou gemeene.
zaak makende arbeiders (de socialistische en
de anarcho-syndicalistische groepen hebben
hun onderlinge geschillen laten varen om sa
men weerstand te bieden aan den geweldd&di-
gen vloedgolf van tot het uiterste getergde mo
narchisten, militaristen en fascisten) wapens in
de hand drukt om de guarda civil en de andere
machtsorganen van den staat bij te staan in
den strijd tegen de rebellen. De arbeiders krij
gen van regeeringswege daardoor een zoo groo-
ten invloed, dat het moeilijk zal zijn juist na
een eventueel neerslaan van den opstand hun
dien weer te ontnemen. Trouwens het is de
vraag of de regeering, die zich slechts bij de
gratie der roode arbeiders kon vormen, wel een
vermindering van dien invloed wenscht. De
laatste maanden van onrust en terreur, waarin
ordeverstoringen, stakingen, aanslagen, en een
zijdige vervolging van fascistische en rechtsche
personen en organisaties elkander opvolgden
met een aan anarchie herinnerende frequentie,
hebben voldoende bewezen, hoe snel Spanje af
zakt langs de helling van het Volksfront naar
een soort van autonome republieken (Galicië
heeft zich ook al voor autonomie uitgesproken)
mm of meer naar het model van de Unie van
Socialistische Russische Sovjet-republieken. De
thans in opstand zijnde militairen trachten dit
verder afzakken met geweld te keeren, maar of
dit lukken zal is de vraag. Uit de troebelen van
het oogenblik kan zoowel een militaire dicta
tuur als een rood arbeidersrégime voortkomen.
Het extremisme is er troef, maar noch dat van
links, noch dat van rechts zal Spanje waar
schijnlijk de zoo hoog noodige rust kunnen
bezorgen. Spanje en zijn ellende mogen andere
landen tot een afschrikwekkend voorbeeld
worden. Het leert, dat Volksfrontvorming een
voorbereiding is voor de joveuse entrée der
Moskousche ideologie en gewelddadige reacties
in het leven roept, welke het land in zijn be
staan bedreigen, gewelddadige reacties van
groepen, die, indien zij zich tijdig sterk en
eensgezind hadden georganiseerd thans niet
naar de wapens zouden behoeven te grijpen
om te trachten te voorkomen hetgeen zij door
te eenzijdige partijpolitiek hebben in de hand
gewerkt.
heid was mede bij deze protestmeeting aan
wezig, terwijl het aantal deelnemers aan deze
meeting zeker op 8000 personen is te schatten.
De heer A. Küttschrütter, voorzitter van de
vereeniging Katholiek Bussum, opende de
meeting met een kort inleidend woord.
Via loudspeakers werd het geluid voor ieder
verstaanbaar.
De eerste spreker, de heer Piet Kasteel te
Den Haag, besprak het nieuwe heidendom, ge
signaleerd door Paus Pius in Zijn Encycliek
„Quadragesimo Anno". Sinds 1870 was het aan
tal der kerkloozen, uit welke kringen de hei
denen bij legioenen voortkomen, steeds meer
aangegroeid van pet. tot ruim 15 pet. in
1930. De voornaamste oorzaak van dezen aan
was der godloozen, en tevens de typeering vor
mend van de godloosheid zelve was: de ver-
waarloozing van het denken.
Vroeger beriep de atheïst zich op verstands
argumenten, en thans verweet men de katho
lieken, dat zij te veel op de rede gebaseerd
waren, en het gevoel niet naar waarde schatten.
Uitvoerig beschouwde spr. vervolgens de ma
nier, waarop dit moderne heidendom diende
te worden bestreden in het belang van ons
zelf en ons nageslacht, want met het Christen
dom stond en viel de beschaving.
De Godshaters vergaderden openlijk, bij
communisme en nationaal-socialisme vond men
een diepen godsdiensthaat, zich uitend in tal
van geschriften. Ook Mussert schreef in de
groene Amsterdammer: „Priesters zijn volks
verdommers en landverraders" en hij zou de
vrijheid hebben ze op te ruimen.
Tegenover dit optreden moesten de Katho
lieken voor alles hun verkregen positie, de
vrucht van jarenlangen strijd, hardnekkig ver
dedigen. Waakzaamheid was geboden. Tegen
over de mythe en het gevoel van de godloos
heid, moesten de katholieken het verstand
handhaven met de bewijsvoering van het goede
voorbeeld.
In ieder katholiek moest branden het licht
van Christus, opdat door hem Christus weer
zichtbaar was. In het slot wekte spr. op tot
hoop en vertrouwen in God, tot gebed voor die
niet weten en tot hulp voor die zoeken.
De Weleerw. heer H. Drost, kapelaan te Rot
terdam, voelde als oud-kapelaan van Nederhorst
den Berg zich een met de Gooische katholieken
in deze spontane reactie en heilige verontwaar
diging over de ontwijding van den Gooischen
grond en de ontheiliging van de Gooische
lucht. Dat juist het Gooi gekozen was voor de
godslastering van de Dageraad, het Gooi, dat
als kathedraal van Gods heerlijkheid Zijn Ma
jesteit verkondigde, deed het overkropte ge
moed uitbarsten tegen de machten der duister
nis en de satanische trawanten.
Geen haat wilde spr. echter prediken tegen
de arme stakkers, die valsche profeten volgen
op een onbekenden weg, maar liefde voor de
waarheid, geen strijd, maar bescherming, geen
verbittering wilde spr. brengen, maar eerherstel
aan den Koning van Majesteit. Deze massale
opkomst van de Gooische katholieken bewees
en voorzegde, dat de Dageraad hier geen suc
cessen boeken zou.
Deze opkomst was een duizendvoudig cre
do. Het antwoord op al de sophismen van
de godloozen vormde deze meeting en het
was: „Ik geloof in God".
Niet God, maar de wereld zelf droeg de
schuld voor de wantoestanden, omdat de we-
De export van tuinbouwproducten blijkt in de
afgeloopen maand gunstiger te zijn geweest, dan
in dezelfde maand van het vorig jaar.
Er is een grooter hoeveelheid geëxporteerd,
terwijl ook de waarde ervan steeg. In Juni 1935
werd voor een waarde van f 2.576.000 aan tuin
bouwproducten naar het buitenland verzonden,
terwijl in de afgeloopen maand die waarde tot
f3.824.000 was gestegen.
Wat de hoeveelheid geëxporteerde producten
betreft, deze beliep in het vorig jaar 27.763.000
kilo en thans 35.164.000 kilo.
De export steeg in gewicht dus met 26 pet. en
de waarde met 48 pet.
Heden is het een jaar geleden, dat het K.
L. M.-vliegtuig „De Gaai" in de Zwitsersche
bergen verongelukte. Negen passagiers, onder
wie een redacteur-buitenland van de Ver-
eenigde Katholieke Pers, de heer Jos. van
Langen zich bevond, en de bemanning, be
staande uit den gezagvoerder J. S. W. van der
Feijst, den mecanicien Vocke, den marconist
L. Aafjes en de stuwardess mejuff. Hermani-
des, kwamen allen jammerlijk om het leven.
f
Met ontzetting vernam Nederland deze
ramp. De K. L. M. was reeds kort na elkander
door zware rampen getroffen. Deze was de
ergste.
Het vliegtuig was in Milaan opgestegen.
Slechts korten tijd na de opstijging was „De
Gaai" verongelukt. Alle deskundigen vroegen
zich af, hoe het toch mogelijk was, dat de pi
loot zoo laag had gevlogen, of hij zich mis
schien in het dal had vergist en maakten al
lerlei veronderstellingen.
Bij het wrak van het vliegtuig was een on
ooglijk notitieboekje gevonden, dat toebe
hoord had aan redacteur van Langen. Dit
boekje bleek een kostbare vondst te zijn ge
weest. Van Langen had zijn beroepsplicht tot
bijkans zijn laatsten adem toe vervuld. Hij zat
dicht bij den hoogtemeter, die in ieder vlieg
tuig hangt en waarvan men de hoogte kan
aflezen. Hij noteerde: „Wij stijgen 3000 M.
Regen tegen de ramen 4000 4500 boven
de wolken hemel blauw zichtbaar 4800
4700 bijna 5000 regen klettert geen
blauw meer regen half een knal
dalen snel 4000 3800 3200 sneeuw
3000, 2800, 2500 £400 vlak boven top
pen bliksem 12100...." Hier eindigde
plotseling het drama.
Door deze aanteekeningen werd de eer van
den piloot gered. Zijn beleid was goed ge
weest. Tegen de overmacht der natuurkrachten
was hij echter niet bestand geweest. Van Lan
gen zette zich door deze aanteekeningen een
journalistiek monument. Heel de vaderland-
sche pers en zelfs de buitenlandsche gaven v.
Langen's notities een eereplaats en bewonder
den zijn moed en koelbloedigheid. Ingelijst wer
den deze blaadjes ten geschenke gegeven aan
het Nederlandsche Persmuseum. Op het oogen-
blikt hangt dit document, dat voor wijlen re
dacteur van Langen slechts eere beteekent, op
de Internationale Tentoonstelling der Katho
lieke Pers in Vaticaanstad. Hij zelf kwam, toen
hij den dood vond, uit Rome. Zijn laatste aan
teekeningen zijn thans, hem ter eere, in Rome.
Scripta manent.
reld zich losrukte van den hemel, en de mensch
zich plaatste tegenover God.
Dit moderne heidendom, aldus spr., was groo
ter misdaad dan de Paradijszonde, dit was de
sociale godsmoord. De Roomsche vrijheid loopt
gevaar en de katholieken w»il men terugdrijven
naar de catacomben; het kruis wil men ver
nietigen en de Godsbanier rooven. Het eenige
antwoord hierop was thans gegeven: „Nooit.'
De Gooische katholieken zullen toonen, waar
toe de genade Gods en de leer der Kerk voeren.
Spr. sloot met een vers over de groote Katho
lieke Act'-:
Omhoog Uw beginsel als een licht in den
nacht.
Besloten werd vervolgens tot het zenden van
een telegram aan Z. H. Exc. dr. J. de Jong,
Aartsbisschop van Utrecht, waarin de duizen
den Katholieken van het Gooi, in vergadering
bijeen tot het brengen van een herstel voor het
optreden der godloozen, den Aartsbisschop hun
gevoelens van eerbiedige hulde en nederige ge
hoorzaamheid aanbieden.
Aan den minister van Justitie werd een te
legram gericht, waarin dringend verzocht werd
om maatregelen tegen de actie der godloozen m
Nederland, zich nu weer uitend in
baren landdag van de „Dageraad in he t Gooi.
Na het zingen van het „Aan U o Koning der
Eeuwen" trokken de duizenden weer ordelijk
weg.
Z H Exc. de Aartsbisschop van Utrecht
heeft Zondag 12 Juli j.l. in de kapel van_het
Seminarie „Rijsenburg" te Driebergen de Ton
suur toegediend aan de volgende Eerw. He
ren Theologanten van voornoemd Seminan
G J. Becker, J. M. Goes, A. W. Hansen, V.
j Hendriks, P. H. L. van der Laan, G. C M.
van Leer, B. H. J. Lokin, P. Th. Otten C J. M.
Ottink, J. C. van Rooijen, H. G. J. Scholten,
G. H. Schopman, J. W. J. van Soest, P. J. Soe -
hof C. A. Stockmann, G. J. Terpstra, H. J.
Timmer, A. A. M. Veldman, J. H. A. Vermeulen,
G. w. H. A. van der Voort, A. A. J. Willigen-
burg, L. Ch. B. Wüst en C. J. van Wijk;
heeft op Zondag 19 Juli j.l. in de Kathedrale
kerk te Utrecht het Subdiaconaat toegediend
aan de volgende Eerw. Heeren Theologanten
van het Groot Seminarie „Rijsenburg" te Drie
bergen.
C A. M. van Beek, J. G. Bomers, J. W. Bos,
C. de Bruijn, G. C. Dijkers, A. M. Goossens, Th.
G. ten Hagen, A. B. Hushof, C. J. M. Koch, A.
B. Kolkman, Th. W. de Kruif, A. A. J. Kuiper,
Th. A. van Leur, F. G. A. Nieuwe Weme, W. H.
A. Pasman, J. E. H. van Renswoude, C. J. M.
Rond, H. W. J. C. M. Scholtens, B. A. M. van
der Steen, C. Veeger, R. A. Visser en W. G. Wol-
ters;
het Diaconaat aan den Eerw. Fr. Robertas
ter Haar O. Cist. Ref.;
en het Priesterschap aan de volgende Eerw
Heeren Theologanten van het Groot-Seminarie
„Rijsenburg":
J. F F. Backer, A. A. Th. Benschop, J. G.
Boeker, G. J. Braakhuis, H. B. Doodkorte, J. Th.
M. Elfrink, H. M. M. Fortmann, F. A. Gilsing,
R. H. F. Hegge, R. A. de Hosson, L. L. Lampe,
A. W. B. H. J. Linthorst, A. J. J. M. Loman, A.
G. de Meij, B. H. Meijer, S. Miedema, A. J.
van der Nap, P. P. G. Pierik, M. Rondema, W.
J. A. Ruyters, G. B. Sanders, C. F. J. Sand-
kuijl, J. J. M. Schmand, J. P. Tondeur, A. M.
Veldhuizen, G. P. Versteeg en G. J. A. Willemsen.