Bloemenkweekers in nood
de stad
Gildebroeders te
Enkhuizen
STEUN GEVRAAGD
WOENSDAG 22 JULI 1936
Een plan tot hulpverleening ont
wikkeld voor Kamerleden en
persvertegenwoordigers
Koningin en Prinses te
Hohwald
CONTINGENTEERING VAN
TOILETZEEP
Invoer in 1935 overmatig toe
genomen
DE LEVENSVERZEKERING
TARIEVEN
Verhooging met ingang van
1 Augustus
JUBILEUM KOLPINGSHUIS
IN DEN HAAG
Zuivelpropaganda tijdens de
Vierdaagsche
De staking te Bergen op Zoom
Wereld-jongeren-
congres voor den vrede
Verklaring der leiders van het
jeugdwerk in het diocees
Haarlem
VERGOEDING BOVENTALLIGE
ONDERWIJZERES
Gemeentebestuur van Rijswijk
contra kerkbestuur
DOODE HAND-BELASTING
Minister kan niet tot intrekking
overgaan
Scheepsbrieftelegrammen
Indische Vlootvoogd verlaat
ziekenhuis
Goudvoorraad Ned.
Bank
DE MALVERSATIES TE
VLISSINGEN
Vervolging tegen directeur
van M. H.
INBRAAK BIJ VELDWACHTER
Dieven konden brandkast
niet open krijgen
De brand in het Noorsche
stoomschip
Spoorlijn Venlo—Straelen
stopgezet
Verlengde contingenteeringen
Schoonheid der historische kerk
gebouwen van St. Pancras
en St. Gommaar
Zilverschat der oude
Jezuïetenstatie
UIT DE STAATSCOURANT
Keurmeester
Directe belastingen
Technische Hoogeschool
Bloeiende bloemen -
geen bloeiend bedrijf
ONGEWENSCHE ACTIE VAN
BUITENLANDERS
Het optreden van den burge
meester van Selzaete
ONDER DEN GROND
door CharlesFovoley
door een beperking van de bollenteelt honder
den hectaren geschikt teelland vrijkwamen.
Er dient echter méér te worden gedaan. Men
is dankbaar voor het vele, dat gedaan werd,
doch de nood dringt zóózeer, dreigt zoo ernstig
gezinnen en bedrijven te verwoesten, tart ook
dermate alle aanpassing, die reeds in het be
drijf werd voltrokken, dat men met vereende
krachten bij de regeering op nieuwe maatrege
len, op nieuwen steun aan moet dringen. Men
kan niet anders.
zag, als door den burgemeester van Temeuzen
de noodige opdrachten gegeven, ten einde een
herhaling te voorkomen. Tot verdere bemoei
ingen dezerzijds aldus de minister be
staat derhalve geen aanleiding.
H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Ju
liana zijn na een voorspoedige reis te Hohwald
aangekomen.
Ingediend is een wetsontwerp, houdende wet
telijke regeling van het Koninklijk Besluit van
30 Juni 1936, waarbij de invoer van toiletzeep
met ingang van 1 Juli 1936 voor het tijdvak van
drie maanden aan beperkende maatregelen werd
onderworpen.
In de laatste maanden heeft de toiletzeepin
dustrie ernstige moeilijkheden ondervonden van
het prijs-bedervende karakter van den import,
waardoor de betrokken fabrieken werden ge
noopt, de prijzen tot een zeer onbevredigend
niveau terug te brengen, wilden zij haar bin-
nenlandschen afzet niet zeer zien verminderen.
In den laatsten tijd is deze situatie nog ernsti
ger geworden, doordat de invoer in 1935, spe
ciaal uit twee landen, overmatig is toegenomen,
zulks ten nadeele van den binnenlandschen af
zet van de Nederlandsche fabrieken.
Waar deze ontwikkeling voor de betrokken
industrie thans ernstig gevaren in zich bergt,
heeft de minister gemeend, mede met het oog
op de daarbij betrokken werkgelegenheid van
ongeveer 400 arbeiders, tot beperking van den
invoer te moeten overgaan.
Naar de Telegraaf verneemt, hebben de groote
in Nederland werkende levensverzekeringmaat
schappijen besloten een wijziging in de lijf-
rentetarieven te brengen, die neerkomt op een
verhooging clezer tarieven. Deze verhooging zal
met 1 Augustus a.s. ingaan.
Practisch alle maatschappijen zullen het
voorbeeld der grootere volgen en eveneens tot
een verhooging der lijfrente-tarieven overgaan.
Tegelijkertijd wordt door verschillende maat
schappijen een herziening overwogen van haar
andere tarieven; deze herziening betreft echter
niet zoozeer een verhooging der tarieven dan
wel een wijziging van den opbouw er van.
Het tehuis voor katholieke mannen te
's-Gravenhage het „Kolpingshuis" bestond
Dinsdag 10 jaar. Ter herdenking van dit twee
de lustrum werd des morgens een H. Mis van
dankbaarheid opgedragen door den oprichter
en eersten directeur, Pater J. A. M. de Graaf
O.F.M., thans pastoor te Lichtenvoorde, met
assistentie van de paters M. van der Schoot
O.F.M., tegenwoordig directeur en G. W. Alom
O.F.M
Na afloop had een gemeenschappelijk ontbijt
plaats, waaraan de Raad van Bestuur en alle
bewoners van het Kolpingshuis deelnamen. Een
feestavond besloot deze herdenking.
De Eerw. Moeder Overste van de inwonende
zusters Augustinessen in het huis vierde tevens
op dezen dag haar 25-jarig professiefeest, welk
feit in intiemen kring werd herdacht.
i
Op initiatief van de Nationale Zuivelcentrale
wordt tijdens de week van de Vierdaagsche te
Nijmegen een zuivelpropaganda georganiseerd,
welke voornamelijk het gebruik van zuivelpro
ducten bij de Nederlandsche bevolking wil be
vorderen. Dit geschiedt in beeld langs den zgn.
„Melkweg" welke gelegd is van her station Nij
megen langs Burgemeester van Schaeck Ma-
thonsingel, Keizer Karelplein, Oranje- en Cani-
siussingel naar het Keizer Lodewijk plein.
Deze zuivelweek werd officieel ingeluid door
de propagandakern Gelderland en Overysel van
het Nederlandsch Zuivelbureau op een speciale
bijeenkomst, welke ook werd bijgewoond door
het gemeentebestuur van Nijmegen en de ver
tegenwoordigers van de verschillende sociale en
standsvereenigingen te Nijmegen.
De Rijksbemiddelaar in het vierde district,
mr. T. J. Verschuur, zal op Vrijdag 24 Juli in
het gemeentehuis te 's Hertogenbosch een be
spreking hebben met partijen, betrokken bij de
staking in het bouwbedrijf te Bergen op Zoom.
De ZeerEerw. heer J. Mol en A. Vollaerts, di
recteuren resp. van het mannelijk en vrouwelijk
jeugdwerk in het bisdom Haarlem, zenden ons
de volgende mededeeling:
Aangaande het in de maand September te Ge-
nève te houden wereld-jongeren-congres voor
den vrede, is ons bericht, dat getracht zal wor
den, van dat Congres gebruik te maken, om
communistische ideeën te propageeren. De
communistische invloed op dit Congres schijnt
zoo groot te zijn, dat het te vreezen is, dat de
deelname een steun zal beteekenen voor de
uiterst linksche elementen. Ongeacht het feit,
dat samenbrengen van de katholieke jongeren
met andersdenkenden gevaren met zich brengt
en daarom in het algemeen afgewezen moet
worden, is om bovenaangehaalde reden 't deel
nemen aan dit Congres door katholieke jonge
ren niet toelaatbaar.
Daarom zijn wij van meening, dat het niet
geoorloofd is, dat Katholieke jongeren aan het
Congres te Genève deel nemen.
Ged. Staten van Zuid-Holland hebben Dins
dagmiddag behandeld het beroep van het R. K.
Kerkbestuur van de parochie van den H. Bo-
nifatius te Rijswijk tegen het besluit van den
gemeenteraad van Rijswijk, waarbij over 1934
geen vergoeding is toegekend voor een boven
tallige onderwijzeres, op grond, dat deze niet
in het bezit was van een door het gemeente
bestuur volgens art. 107 onder c af te geven ver
klaring, dat deze onderwijzeres een akte van
bekwaamheid voor het geven van lager onder
wijs en een bewijs van goed zedelijk gedrag
bezat.
De raad was van meening, dat bedoelde on
derwijzeres door het ontbreken van die ver
klaring niet was een onderwijzeres in den zin
der wet, zoodat voor haar ook geen vergoeding
kon worden toegekend.
Voor het kerkbestuur trad op mr. H. W. J. M.
de Jong, die constateerde, dat wel volgens de
bestaande jurisprudentie in dergelijke gevallen
geen vergoeding wordt verleend, maar dat naar
zijn meening die jurisprudentie onjuist is. Dit
standpunt wordt eveneens door Sen onderwijs
raad gedeeld.
Voorts zeide mr. de Jong, dat volgens de
grondwet het bijzonder algemeen vormend lager
onderwijs naar denzelfden maatstaf uit de
openbare kas wordt bekostigd, als het aan de
bij de wet te stellen voorwaarden voldoet. De
voorwaarden zijn in de lager onderwijswet op
genomen in de artikelen 84 tot en met 96, waar
uit eveneens blijkt, dat het voorschrift van art.
107 onder c daar niet onder valt.
Ten slotte betoogde spr„ dat genoemd voor
schrift geen verplichtingen op het schoolbe
stuur legt, doch op de leerkracht en dat het
Ongerijmd zou zijn, een schoolbestuur geldelijk
te treffen voor een nalatigheid van een der
leerkrachten.
De beslissing van Ged. Staten volgt later.
In een nota aan de Eerste Kamer naar aan
leiding van het eindverslag over het ontwerp
van wet tot wijziging van de beperking van
den schuldenaftrek voor de belasting van de
doode hand, zegt de minister niet te kunnen
toegeven, dat er termen aanwezig zouden zijn,
om de belasting van de doode hand in te
trekken.
Voorts is hem niet duidelijk, hoe eenige leden
van oordeel kunnen zijn, dat hier een verzwa
ring der belasting wordt voorgesteld. Het is
waar, dat de nieuwe regeling in uitzonderings
gevallen tot hoogere belasting kan leiden, doch
in de overgroote meerderheid der gevallen
waarvoor zij getroffen wordt, zal zy verminde-
ing van belasting met zich brengen.
De op proef opengestelde gelegenheid om
scheepsbrieftelegrammen (slt-telegrammen)te
wisselen met schepen op zee, is uitgebreid tot
de Curacaosche schepen, waarvan het scheeps-
radiostation geëxploiteerd wordt door de Ned.
Tel. Mij. „radio-Holland".
BATAVIA, 20 Juli. (Aneta) De Commandant
der Zeemacht heeft na een langdurige ziekte op
19 Juli j.l. het Borromeus-Ziekenhuis te Ban
doeng verlaten. De vlootvoogd hoopt, na een
algeheel herstei, begin Augustus zijn werkzaam
heden aan het departement te kunnen hervat
ten.
Maar die jas is toch
veel te wijd voor me,
vrouw.
Niet waar. Dan kan
hij tevens dienen, om des
winters over den radiator
van de auto gegooid te wor
den. (Candide)
De goudvoorraad van de Nederlandsche Bank
steeg blijkens den jongsten weekstaat met ruim
5 millioen.
Bij het onderzoek inzake de malversaties, ge
pleegd bij het plaatselijk Crisiscomité te Vlis-
singen, komen hoe langer hoe meer vreemde
practijken voor den dag. Naar „Het Volk" meldt
heeft wethouder L. ook ten opzichte van de ooe-
king van gelden van het Crisiscomité een eigen
aardige methode gevolgd. Het was bij 't Crisis
comité gebruikelijk, dat af en toe aan behoef-
tigen kleeding, dekking en schoeisel werd ver
strekt onder voorwaarde, dat de betrokkenen,
zoodra zij in ietwat beteren doen kwamen, een
gedeelte van de kosten van die goederen zouden
terugbetalen. Dat geschiedde ook De wethou
der liet dan echter dat geld, dat had kunnen
dienen om andere armlastigen te helpen, niet
in de kas van het Crisiscomité vloeien, doch
liet het als inkomsten voor de gemeente boeken.
De secretaris van het Crisiscomité heeft vol
gens het blad tegenover de Justitie bekend, klee
ding van dit Comité gegeven te hebben aan een
familielid van een ambtenaar van het Bureau
voor Maatschappelijk Hulpbetoon, hoewel deze
man niet in Vlissingen woonachtig is en dus
geen recht op deze hulp had.
Deze ambtenaar van het Bureau voor Maat
schappelijk Hulpbetoon zou de directeur De W.
zijn, die op het verstrekken van kleeding en
schoenen aan een familielid van hem heeft aan
gedrongen bij den aan hem ondergeschikten
ambtenaar van het Crisiscomité. De directeur
van Maatschappelijk Hulpbetoon zal voor deze
kwestie door de Justitie worden vervolgd.
Dinsdagnacht is te Wilsum nabij Kampen
een inbraak gepleegd in de woning van
den gemeente-veldwachter aldaar, die te
vens kassier is van de Boerenleenbank. De da
ders hebben zich toegang verschaft tot het per
ceel door het uitsnijden van een ruit aan de
achterzijde van het huis en vervolgens gepoogd
de brandkast, waarin zich een bedrag van 700
bevond, te openen. In dezen toeleg zijn zij even
wel niet geslaagd. Zij hebben zich daarop ver
wijderd met medeneming van een bedrag van
140 uit de woning van den veldwachter. Van
de daders ontbreekt tot dusver elk spoor.
Omtrent den brand in het Noorsche stoom
schip „Tarn" te Rotterdam kunnen wij nog
melden, dat het vuur in het passageruim
woedde.
De brand, die zich aanvankelijk ernstig liet
aanzien, bleek echter niet van zoo grooten om
vang te zijn als men vermoedde.
Met vier stralen heeft de brandweer het vuur
spoedig bedwongen.
Door de Nederlandsche Spoorwegen is per
dienstorder ter kennis van het personeel ge
bracht, dat met ingang van 4 October as. de
dienst op het baanvak Venlo—Grens (richting
Straelen) voorloopig geheel wordt gestaakt.
Ingediend zijn wetsontwerpen tot regeling bij
de wet van de bij Koninklijk Besluit verlengde
contingenteering van den invoer van Chilisal-
peter en natron-salpeter, stikstofhoudende
kunstmeststoffen, kalkstikstof en ammoniak-
water en van superfosfaat.
(Van onzen specialen verslaggever)
Rijk aan indrukken werd de eerste
dag van de Gildereis door Noord-
Holland, welke de Broeders van St.
Bernulphus Dinsdag hebben besloten
met een bezoek aan Alkmaar,
Egmond, Heilo en Haarlem. Enk
huizen vooral had den bezoekers
veel schoons te bieden: de St.
Gommaar met haar librije, St. Pan
cras, waar de oude gewelfschilde
ringen, welke zijn blootgelegd, groo
te bewondering wekten, de stad zelf
met haar torens en camillons, haar
kostelijk gevelantiek en over alles de
zuivere, lichtende atmosfeer van het
wijd rondom spoelende water.
's Avonds werd de pastorie van de kerk van
St. Franciscus Xaverius bezocht, waar kapelaan
Kuilman den zilverschat der Enkhuizerparochie
toonde. Heel dit kostelijk bezit is nog afkom
stig van de oude Jezuieten-statie, welke in de
moeilijke jaren na de reformatie in Enkhulzen
stand hield. Een deel ging later verloren aan de
Jansenisten, die ofschoon felle haters der hen
bestrijdende Sociëteit, zich toch zonder bezwaren
toeëigenden de prachtige kazuifels, paramenten
en zilverstukken, ofschoon bewerkt met afbeel
dingen en emblemen van de groote Heiligen der
Orde, kunstproducten door den geest der Je
zuïeten geïnspireerd.
Maar wat op heden in de Enkhuizerparochie
v/ordt bewaard, vertegenwoordigt'altijd nog een
groote waarde en de kennersblik van pastoor
Rientjes uit Maarssen wist onmiddellijk de kos
telijkste werkstukken, vervaardigd door mees
terhand in de 17e en 18e eeuw, te onderscheiden,
welke de onverdeelde bewondering der Gilde-
broeders wegdroegen.
Grootebroeks historisch onderlegde secre
taris, de heer P. Noordeloos, die 's middags
reeds tijdens het bezoek aan het moderne
raadhuis dier gemeente interessante bijzon
derheden meedeelde omtrent de^ stadsrech
ten van dit deel van West-Friesland zij
waren o.m. aanleiding tot den aanleg der
Broekerhaven om onafhankelijk te zijn
van Enkhuizen (een situatie dus als van
Gdynia naast Danzig) hield 's avonds
in Die Port van Cleve een interessante
causerie over het West-Friesland in den
Geuzentijd.
Aan de hand van het materiaal, verzameld
in jarenlange gedegen studie der historie van
dit zoo interessante gewest, ging de heer
Noordeloos de oorzaken na van den geloofs
afval en de groote winst der reformatie in het
West-Friesche land, een bittere nederlaag voor
de katholieken, waarvan nog altijd de ont
luisterde schoonheid «er verloren monumen
tale kerkgebouwen, zooals St. Pancras en St.
Gommaar de stille getuigen zijn. De gunstige
invloed der decreten van het concilie van
Trente, het werk der contra-reformatie, kon in
West-Friesland niet meer tot gelding komen,
evenmin als in de overige Noordelijke gewes
ten van ons land. Zoo bleven deze voorgoed
van de kerk verloren. Prof. Henneman, Deken
van het Gilde, vertolkte den dank van het
gehoor.
Bij K.B. van 8 Juli 1936 is J. N. Koning, met
ingang van 1 Juli 1936 tot wederopzegging be
noemd tot rifkskeurmeester bij den veeartse-
nijkundigen dienst, standplaats Boxtel.
Bij K. B. van 18 Juli 1936 zijn, met ingang
van 1 Augustus 1936 benoemd tot adjunct
accountant der directe belastingen: te Rotter
dam, le bureau, J. F. C. Deibert; te Maastricht,
A. J. Lambrengtse; te Amsterdam, le bureau,
L. Vrind. 2e bureau, A. Hellendall, thans allen
tijdelijk adjunct-accountant der directe belas
tingen.
Bij K. B. van 18 Juli 1936 is benoemd tot lec
tor in de afdeeling der weg- en waterbouwkunde
aan de Technische Hoogeschool te Delft om
onderwijs te geven in het burgerlijk recht en
in de hypothecaire en kadastrale administra
tie: mr. J. H. Jonas, hypotheekbewaarder te
Zutphen.
Aalsmeer, 21 Juli.
Nederland is de tuin van
Europa. Niet alleen de groen
ten- en fruit-tuin, zooals velen
denken, doch ook en in niet minder
belangrijke mate de bloementuin.
Men moet dat één maal goed heb
ben gezien om daarvan overtuigd
te worden. Men moet hier, in
Aalsmeer, waar een sterk geslacht
uit den slappen grond een uiterst
omvangrijk en uiterst intensief be
drijf optrok, waar negenhonderd
ondernemers in hun kassen en op
den kouden grond bloemen en niets
dan bloemen telen, men moet hier
één dag eens het veilingwezen be
kijken, of een paar kassen bezoe
ken, dan beseft men eerst recht hoe
groote nationale en internationale
beteekenis de bloemisterij in ons
land toekomt.
Een aantal Kamerleden, onder welke ver
tegenwoordigers van alle fracties in het parle
ment, benevens een aantal journalisten heeft
dit vandaag gedaan. Zij hebben in de groote
veilinggebouwen den aanvoer en den afslag der
bloemen gezien. Zij hebben versteld gestaan van
de enorme massa's snijbloemen en potplanten,
die hier op lange, rollende tafels werden aan
gereden uit de hoog en wijd overkapte hallen.
Zij hebben de monotone stem der veilingmees
ters gehoord, die van heel vroeg in den morgen
tot het middaguur toe alsmaar nieuwe partijen
bloemen aankondigt en in afslag brengt. Zij
zagen in de kassen zelf met hoeveel energie en
vernuft, met hoeveel zorgvuldigheid en toewij
ding deze bloemen worden veredeld. En zij
zagen den wijzer van de veilingschijf, den baro
meter van den welstand dezer heele streek steeds
maar lage cijfers aanwijzen, steeds maar dich
ter naderen tot het nulpunten er dikwijls
overheen schieten.
Dat laatste beteekent: naar de mestvaalt!
Bloeiende bloemen doch geen bloeiend
bedrijf! Het in al zijn levenswerkelijken
ernst angstig-eentonige verhaal van achter
uitgaande export-mogelijkheden, van be
lemmeringen in het handels- en betalings
verkeer, van daling der wereldmarktprijzen,
van dreigende executies, van ontslag en in
krimping om nog niet van nood en armoede
te spreken dat verhaal is ook hier reali
teit, harde, bittere waarheid.
De voorzitter van de groep bloemisterij uit
den Nederlandschen Tuinbouwraad, de heer
Mensink, heeft in een bij het bezoek van Kamer
leden en persvertegenwoordigers aansluitende
rede een sterk met sprekende cijfers gedocu
menteerde uiteenzetting gegeven van dezen
somberen toestand.
In Aalsmeer alleen liepen de omzetten der
beide veilingen binnen vijf jaar tijd terug van
bijna zeven tot nog geen vier millioen. Voor alle
veilingen van het land, aangesloten bij den
Nederlandschen Tuinbouwraad bedroeg de to
tale omzet in 1930 nog bijna 9 millioen. Sinds
dien kwamen er 6 bij met een omzet van
ƒ500.000. Niettemin liep het totaal terug tot
5,8 millioen. Bracht een roos in 1929 nog ge
middeld 4.05 cent op, in 1935 kreeg de kweeker
er niet meer dan 1.62 ets. voor. En dat gaat
over 120 millioen stuks per jaar. De doorsnee-
prijs der seringen daalde van 13.14 ct. tot 4.92
ets. per tak. Deze enkele cijfers getuigen van
een achteruitgang, die de kweekers dubbel hard
treft, omdat zij niet dan met groote bezwaren
hun bedrijven kunnen inkrimpen. Hun dure op
stal, hun kassen, hun verwarmingsinstallaties
zijn eenmaal op een bepaalde productie be
rekend, moeten onderhouden worden, óók, wan
neer zij leeg staan of slechts gedeeltelijk in
gebruik zijn genomen. Hun bedrijven zijn ook
meerendeels zeer klein zij kunnen dit zijn
omdat zij zeer intensief worden uitgebaat. Gaat
men ze echter nóg kleiner maken, dan hebben
de kweekers er heelemaal geen leven meer aan.
De achteruitgang van de omzetcijfers der bloe
menveilingen wreekt zich ook op tal van andere
bedrijven, die zijdelings bij de bloementeelt be
trokken zijn. Enkele tonnen vracht per jaar
zijn er b.v. voor de K.L.M. mee gemoeid.
Van regeeringswege heeft men niet stilgezeten
bij een dergelijken noodtoestand. Verschillende
malen en tot verschillende bedragen heeft men
de kweekers geholpen. Men heeft de uitbreiding
van de bloemisterij tegengegaan; het bedrijf
werd gestabiliseerd op den toestand van 1933;
een maatregel, die dringend noodig was toen
Een commissie uit de verschillende organi
saties, waarin bloemenkweekers worden ver
tegenwoordigd, heeft thans een plan uitgewerkt,
volgens welk naar enkele vaste richtlijnen een
totaal bedrag van vier en een half millioen, te
putten uit het landbouwcrisisfonds, onder de
bloemkweekerjjbedrijven wordt verdeeld, zóó, dat
iedere kweeker van snijrozen, potplanten, ge
forceerde tulpen en gesneden seringen, het ver
schil tusschen opbrengst en productiekosten over
1934 of 1935 krijgt uitbetaald. Hij heeft dan
tenminste zooveel, dat hij zonder een cent winst
precies kan produceeren. Bij de berekening der
productiekosten heeft men overal dezelfde nor
men aangelegd; men heeft daarin rekening ge
houden met een normale afschrijving en volledig
onderhoud.
Bij het vernemen van een dergelijk
plan mompelen enkelen wel eens:
„Waarom in tijden, toen het goed
ging, dan ook maar raak gebouwd?
Waarom zoozeer gespeculeerd op
een toekomst van bloemen en rozen
geur? Waarom niet wat matiger
geweest in optimisme?" Het waren
diezelfde stemmen, die in den tijd
toen het goed ging de bloemen
kweekers prezen om hun volhar
dende energie, om den spaarzaam
heidszin, die hen al het verdiende
geld weer in eigen bedrijf deed
steken, om den wijden blik, waar
mee zy altijd weer nieuwe moge
lijkheden voor hun afzet over heel
de wereld wisten te vinden, over
hun deelname aan internationale
tentoonstellingen en over die heele
fabriek van bloemen, over dit kost
bare complex van schoorsteenen en
glas, dat zij in een leven van rus-
teloozen arbeid hier neerzetten.
Heet dit alles thans onvoorzichtig
heid, maar-raak-bouwen en gebrek
aan vooruit zien?
De groote sympathie, waarmee deze uiteen
zettingen werden ontvangen, moge den bloe
misten een waarborg zijn, dat hun wenschen,
voor zoover de algemeene geldmiddelen van het
land hun verwezenlijking toelaten, warme pleit
bezorgers hebben gevonden.
Op de vragen van het liberale Kamerlid
Boon in verband met het optreden van den
burgemeester der Belgische gemeente Selzae
te als spreker in een te Temeuzen gehouden
vergadering van havenarbeiders heeft minister
van Schaik, mede namens den minister van
Binnenlandsche Zaken geantwoord, dat op 10
Juni 1936 te Terneuzen een door den Centralen
Bond van Transportarbeiders uitgeschreven
ledenvergadering heeft plaats gehad, in welke
vergadering getracht werd Terneuzensche ha
venarbeiders te bewegen de Antwerpsche sta
king te steunen door werk aan uit Antwerpen
gekomen schepen te weigeren. O.a. zou daar 't
woord zijn gevoerd door den burgemeester van
Selzaete, den heer Chalmette.
Inderdaad kan een dergelijke actie van bui
tenlanders bezwaarlijk worden geduld. Zoodra
het gebeurde bekend was geworden, zijn dan
ook zoowel van de zijde van het Rijkspolitiege-
Hé, dichterlijke jonge man
als jij niet beter leert uitkijker
waar je loopt, dan zal je binnen
kort heelemaal niet meer kunnei
kijken. (Answers)
29
„Zoo'n kleinigheid, Tao, dat u soldaten heeft
laten komen om het paleis te laten bewaken!
Weet u wat men overal zegt? „Een Yankee is in
onze stad!" Misschien weten zij zelfs, dat de
vreemdeling in het Ya-men woont! Zoowel voor
ons als voor u zelf is het beter, dat u ons helpt
om Kowa zoo spoedig mogelijk te verlaten!"
„Zoo spoedig mogelijk!" herhaalde Tao met
een glimlach, die zijn angst moest verbergen.
„Ja! het is noodzakelijk," ging Jacques vast
besloten voort, „dat wij bij het aanbreken van
dten dag in Stone-House zijn en wij zullen er
zijn, Tao! Geef de noodige bevelen en neem alle
mogelijke voorzorgen, opdat ons vertrek geen
argwaan opwekt! U zult met ons meegaan en
nog wel vannacht! Begrepen, Tao? Vannacht!"
De Chinees dacht na en zei glimlachend: ..Van
nacht nog niet! Later! U kimt niet zonder me
vrouw Stone naar Kowa gaan! Charlie Stone
zou zich dan onmiddellijk op ons wreken! En.,
juist mevrouw Stone kan ik maar niet vinden!
Wacht nog, Bermond! Ik zal u buiten de stad
brengen, zoodra mevrouw Stone gevonden is!"
«Zweert u dat!''.
„Ja! dat zweer ik voor het Hiang-Ki! (Huis
altaar!)"
„Welnu, laten wij dan onmiddellijk vertrek
ken, Tao! Ik heb mevrouw Stone gevonden!"
Dezen keer had de gouverneur geen kracht
meer om te glimlachen. „Waar?"
„In een opiumkit bij een barbier." en
Tao bewaarde het stilzwijgen. Zijn bevende
vingers, die hij in zijn wijde mouwen terugtrok,
verrieden echter zijn woede en spijt.
„U hebt'gezworen, Tao! Laat een draagstoel
voorkomen! Over een uur kunnen wij vertrek
ken." Jacques haalde zijn horloge te voorschijn
en wees het uur op het glas aan. „Onmogelijk,"
zei Tao. „U hebt mevrouw Stone ontdekt in
een opiumkit. Dat is nog niets! Ik moet haar
daar weer uit zien te krijgen! Dat eischt veel
tijd! Hoe kan ik haar zonder schandaal uit dat
huis halen? Dat zou voldoende zijn om een wer
kelijk oproer te veroorzaken."
Plotseling verklaarde Bermond met allen na
druk om zijn tegenstander geheel van de wijs te
brengen: „Sedert verscheidene uren is mevrouw
Stone in het Ya-men, bij mijn verloofde!"
„Hier in het Ya-men?" Tao wist niet meer
welke houding hij moest aannmen. Jacques com
mandeerde: „Laat alles klaarmaken, Tao! Pro
beer niet, mij te bedriegen! Als u uit dit huis
gaat zonder ons, of indien u de een of andere
laagheid tegenover ons durft te plegfen, dan zeg
ik aan de soldaten en allen die het hooren wil
len, wie ik ben! Ik zal u van medeplichtigheid
beschuldigen, Tao en tevens zeggen, dat de Yan
kees op het punt staan, de stad met al haar in
woners te verwoesten! WÜ zullen dan verionen
zijn, maar u, Tao, u zullen zij martelen, zooals
gij zoovelen van hen onnoodig gemarteld hebt!"
De gouverneur rilde en keek den jongen man
aan met een blik vol haat. Jacques bekommer
de zich daar niet om en trachtte Tao nog meer
angst aan te jagen.
„II bent nu hier geien meester meer, Tao! Ik
ben het, die over uw lot ga beslissen en ook over
het lot van alle Chineezen uit heel Kowa! U
moet ons helpen! Onthoud dit goed, Tao: onze
veiligheid beteekent veiligheid voor uw heele
Chineesche volk! Maaronze dood beteekent
uw dood, de dood van alle Chineezen en de ver
woesting van deze onbekende wereld, die gij
allen geschapen hebt!" Daarop ging Bermond
heen. Tao bleef als versteend zitten. Hij ver
diepte zich in zijn gevoelens van haat en wraak,
waarbij de woede over zijn nederlaag en het
voorgevoel van een naderend onheil hem buiten
zichzelf brachten. Hij had werkelijk in zijn kin
derlijke verbeelding geloofd, dat de Yankees na
de instorting in de steengroeve hun nasporingen
zouden staken! Ook had hij gehoopt, dat hij
zijn onderaardsche stad tegen eiken aanval van
buiten af zou kunnen beveiligen; met dat doel
liet hij de meeste ingangen door de Yankee-ge
vangenen dicht maken. Eveneens had hij ge
dacht, dat, wanneer hij eenmaal Jacques en de
twee vrouwen als gijzelaars in zijn stad had,
hij dan veilig zou zijn voor alle tegenmaatrege
len. De woorden van Bermond wierpen al zijn
plannen in duigen. Hij twijfelde er geen oogen-
blik aan of de jonge barbaar zou al zijn bedrei
gingen ten uitvoer brengen! Daar Tao een plot
selinge beslissing die hem tot werkzaamheid ver
plichtte, haatte, bleef hij als verlamd zitten.
Misschien zag hij reeds voor zijn geestesoog
het vreeseljjke visioen van een stad, die door de
Yankees aangevallen en totaal verwoest werd.
Zag hjj reeds de verschikkelyke tooneelen, waar
in de Chineezen in hun eigen stad achtervolgd
en neergesabeld werden? Bermond, die alleen
was te midden van al zijn vijanden, voelde zich
sterk door de gedachte aan het gevaar, dat hem
omringde. „Ik ben meester over hun lot!' her
haalde Jacques steeds weer opnieuw. „Al waren
de Chineezen nog hondermaal talrijker, zij zul
len niet veel langer leven dan ik! Mijn dood is
hun dood! Zij moeten ons weer teruggeven aan
het licht en de frissche lucht!.... Of hun stad
zal met man en muis ondergaan!" Deze ge
dachte gaf hem buitengewone kracht.
In 't kleine vertrek van het Ya-men maak
ten Ninette, Evelyne en Bermond, toebereidse
len om te vertrekken, nadat zij eerst wat een
voudige spijzen hadden gegeten. De slaap en het
voedsel hadden Evelyne weer nieuwe krachten
gegeven. Zij beweerde, dat zij zonder vermoeid
heid wel naar Kowa zou kunnen loopen. Alle
drie verlangden zij hevig terug naar het licht en
de vrijheid van de bovenwereld. Op dat oogen-
blik werd een der papieren ruiten van het ka
mertje verscheurd. Jacques draaide zich snel om
en zag nog juist, hoe een gele vinger vlug terug
getrokkten werd. „Wij worden bespied," dacht
hij; „het volk weet nu, dat wij in het Ya-men
zijn! Er is geen oogenblik meer te verliezen!"
Om de twee vrouwen niet noodeloos ongerust te
maken, vertelde hij niets van wat hii gezien had
en hing ongemerkt een doek voor het gat. De
twee vriendinnen waren nu geheel gekleed. Ber
mond begon haar gelaat met verf te bewerken.
Toten hij daarmee klaar was, overtuigde hij zich,
dat hij lucifers en kaarsen in zijn zak had en
stak ook zijn revolver daarbij. Hij ging het eerst
naar buiten, om te zien of de draagstoel voor de
deur stond en kwam toen terug om zijn tocht-
genooten te halen.
Evelyne leunde op den arm van Janine. Zij
was zeer nerveus. Te zamen gingen zij door de
verschillende vertrekken, om Tao te zoekten. Op
den drempel Van den kleinen salon bleef Evelyne
plotseling bevend staan. Bermond werd ongedul
dig en zei: „Mevrouw Stone, u moet uw zenu
wen beheerschen! Hoe groot uw afschuw voor
Tao ook is, tracht dat te vergeten! Wij hebben
geen anderen gids om ons te helpen."
„Het is al voorbij," zei Evelyne zacht. „Ik zal
moedig zijn, Bermond. Ik voelde mij alleen on
wel door die akelige opiumlucht!"
„Ik hoop, dat u zich vergist!" antwoordde deze,
met een vaag vermoedten.
„Neen, ik vergis mij niet!" zei Evelyne
bitter. „Deze lucht die ik dag en nacht heb
moeten inademen.... zal ik nooit meer kunnen
vergeten!"
zy drongen In het vertrek van Tao. De gou
verneur lag op een mat uitgestrekt, met doffe
oogen en open mond; rondom hem hing een
dichte, zwartachtige rook! In het nauw gedre
ven door omstandigheden, waarmee hij geen
raad wist, geklemd tusschen twee onvermyde-
lyke gevaren, had Tao nog wel den draagstoel
besteld, maar daarna had zyn wil hem in den
steek gelaten en had hy geen anderen uitweg
gezien dan opium!
„Lafaard!" riep Jacques woedend uit. „Ge-
meene lafaard!"
Geheel ontdaan staarden zy alle drie naar
den Chinees, die onbeweeglyk voor hen lag. Een
krampachtige beweging ging plotseling door zijn
geheele lichaam; Tao trachtte zich nog op te
richten, doch uitgeput van vermoeienis viel hij
weer neer en bleef stijf als een doode liggen. Een
dof gerommel herinnerde Jacques aan de opge
wondenheid van het volk. Misschien was het
oproer reeds begonnen! Onmiddellijk nam hy
zyn besluit. Nadat hij de deur van het vertrek
weer achter zich gesloten had, gaf hij den twee
vrouwen een teeken, dat zy hem moesten volgen.
Vlug ging hij naar de deur, liet Janine en Eve
lyne in den draagstoel stappen en gaf zijn be
velen aan de dragers. In de „wandelende kamer"
legde hy zyn plan uit; langs de trap van de be
graafplaats zouden zy probeeren te vluchten!
„Als de Chineezten ons op het spoor komen, zul
len zij ons daar niet durven achtervolgen. Voor
dat Tao ontwaakt, hebben wy zeker nog twee of
drie uur voor ons! Ik heb de eerste maal slechts
eenige uren noodig gehad om naar Kowa af te
dalen en Tao maakte nog omwegen. Waarschyn-
lyk is deze weg, die voor de dooden bestemd is,
veel korter en gemakkeiyker! Langs deze trap
zullen wy misschien in een steengroeve komen
en in een of twee uur zyn wy vry!" Evelyne en
Ninette vonden zijn plan zeer goed. Alles scheen
hun beter dan in voortdurenden angst in het
Ya-men te moeteen blyven. De draagstoel stond
plotseling stil. (Wordt vervolgd.)