Bloemenkweekers in nood de stad Gildebroeders te Enkhuizen STEUN GEVRAAGD WOENSDAG 22 JULI 1936 Een plan tot hulpverleening ont wikkeld voor Kamerleden en persvertegenwoordigers Koningin en Prinses te Hohwald CONTINGENTEERING VAN TOILETZEEP Invoer in 1935 overmatig toe genomen DE LEVENSVERZEKERING TARIEVEN Verhooging met ingang van 1 Augustus JUBILEUM KOLPINGSHUIS IN DEN HAAG Zuivelpropaganda tijdens de Vierdaagsche De staking te Bergen op Zoom Wereld-jongeren- congres voor den vrede Verklaring der leiders van het jeugdwerk in het diocees Haarlem VERGOEDING BOVENTALLIGE ONDERWIJZERES Gemeentebestuur van Rijswijk contra kerkbestuur DOODE HAND-BELASTING Minister kan niet tot intrekking overgaan Scheepsbrieftelegrammen Indische Vlootvoogd verlaat ziekenhuis Goudvoorraad Ned. Bank DE MALVERSATIES TE VLISSINGEN Vervolging tegen directeur van M. H. INBRAAK BIJ VELDWACHTER Dieven konden brandkast niet open krijgen De brand in het Noorsche stoomschip Spoorlijn Venlo—Straelen stopgezet Verlengde contingenteeringen Schoonheid der historische kerk gebouwen van St. Pancras en St. Gommaar Zilverschat der oude Jezuïetenstatie UIT DE STAATSCOURANT Keurmeester Directe belastingen Technische Hoogeschool Bloeiende bloemen - geen bloeiend bedrijf ONGEWENSCHE ACTIE VAN BUITENLANDERS Het optreden van den burge meester van Selzaete ONDER DEN GROND door CharlesFovoley door een beperking van de bollenteelt honder den hectaren geschikt teelland vrijkwamen. Er dient echter méér te worden gedaan. Men is dankbaar voor het vele, dat gedaan werd, doch de nood dringt zóózeer, dreigt zoo ernstig gezinnen en bedrijven te verwoesten, tart ook dermate alle aanpassing, die reeds in het be drijf werd voltrokken, dat men met vereende krachten bij de regeering op nieuwe maatrege len, op nieuwen steun aan moet dringen. Men kan niet anders. zag, als door den burgemeester van Temeuzen de noodige opdrachten gegeven, ten einde een herhaling te voorkomen. Tot verdere bemoei ingen dezerzijds aldus de minister be staat derhalve geen aanleiding. H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Ju liana zijn na een voorspoedige reis te Hohwald aangekomen. Ingediend is een wetsontwerp, houdende wet telijke regeling van het Koninklijk Besluit van 30 Juni 1936, waarbij de invoer van toiletzeep met ingang van 1 Juli 1936 voor het tijdvak van drie maanden aan beperkende maatregelen werd onderworpen. In de laatste maanden heeft de toiletzeepin dustrie ernstige moeilijkheden ondervonden van het prijs-bedervende karakter van den import, waardoor de betrokken fabrieken werden ge noopt, de prijzen tot een zeer onbevredigend niveau terug te brengen, wilden zij haar bin- nenlandschen afzet niet zeer zien verminderen. In den laatsten tijd is deze situatie nog ernsti ger geworden, doordat de invoer in 1935, spe ciaal uit twee landen, overmatig is toegenomen, zulks ten nadeele van den binnenlandschen af zet van de Nederlandsche fabrieken. Waar deze ontwikkeling voor de betrokken industrie thans ernstig gevaren in zich bergt, heeft de minister gemeend, mede met het oog op de daarbij betrokken werkgelegenheid van ongeveer 400 arbeiders, tot beperking van den invoer te moeten overgaan. Naar de Telegraaf verneemt, hebben de groote in Nederland werkende levensverzekeringmaat schappijen besloten een wijziging in de lijf- rentetarieven te brengen, die neerkomt op een verhooging clezer tarieven. Deze verhooging zal met 1 Augustus a.s. ingaan. Practisch alle maatschappijen zullen het voorbeeld der grootere volgen en eveneens tot een verhooging der lijfrente-tarieven overgaan. Tegelijkertijd wordt door verschillende maat schappijen een herziening overwogen van haar andere tarieven; deze herziening betreft echter niet zoozeer een verhooging der tarieven dan wel een wijziging van den opbouw er van. Het tehuis voor katholieke mannen te 's-Gravenhage het „Kolpingshuis" bestond Dinsdag 10 jaar. Ter herdenking van dit twee de lustrum werd des morgens een H. Mis van dankbaarheid opgedragen door den oprichter en eersten directeur, Pater J. A. M. de Graaf O.F.M., thans pastoor te Lichtenvoorde, met assistentie van de paters M. van der Schoot O.F.M., tegenwoordig directeur en G. W. Alom O.F.M Na afloop had een gemeenschappelijk ontbijt plaats, waaraan de Raad van Bestuur en alle bewoners van het Kolpingshuis deelnamen. Een feestavond besloot deze herdenking. De Eerw. Moeder Overste van de inwonende zusters Augustinessen in het huis vierde tevens op dezen dag haar 25-jarig professiefeest, welk feit in intiemen kring werd herdacht. i Op initiatief van de Nationale Zuivelcentrale wordt tijdens de week van de Vierdaagsche te Nijmegen een zuivelpropaganda georganiseerd, welke voornamelijk het gebruik van zuivelpro ducten bij de Nederlandsche bevolking wil be vorderen. Dit geschiedt in beeld langs den zgn. „Melkweg" welke gelegd is van her station Nij megen langs Burgemeester van Schaeck Ma- thonsingel, Keizer Karelplein, Oranje- en Cani- siussingel naar het Keizer Lodewijk plein. Deze zuivelweek werd officieel ingeluid door de propagandakern Gelderland en Overysel van het Nederlandsch Zuivelbureau op een speciale bijeenkomst, welke ook werd bijgewoond door het gemeentebestuur van Nijmegen en de ver tegenwoordigers van de verschillende sociale en standsvereenigingen te Nijmegen. De Rijksbemiddelaar in het vierde district, mr. T. J. Verschuur, zal op Vrijdag 24 Juli in het gemeentehuis te 's Hertogenbosch een be spreking hebben met partijen, betrokken bij de staking in het bouwbedrijf te Bergen op Zoom. De ZeerEerw. heer J. Mol en A. Vollaerts, di recteuren resp. van het mannelijk en vrouwelijk jeugdwerk in het bisdom Haarlem, zenden ons de volgende mededeeling: Aangaande het in de maand September te Ge- nève te houden wereld-jongeren-congres voor den vrede, is ons bericht, dat getracht zal wor den, van dat Congres gebruik te maken, om communistische ideeën te propageeren. De communistische invloed op dit Congres schijnt zoo groot te zijn, dat het te vreezen is, dat de deelname een steun zal beteekenen voor de uiterst linksche elementen. Ongeacht het feit, dat samenbrengen van de katholieke jongeren met andersdenkenden gevaren met zich brengt en daarom in het algemeen afgewezen moet worden, is om bovenaangehaalde reden 't deel nemen aan dit Congres door katholieke jonge ren niet toelaatbaar. Daarom zijn wij van meening, dat het niet geoorloofd is, dat Katholieke jongeren aan het Congres te Genève deel nemen. Ged. Staten van Zuid-Holland hebben Dins dagmiddag behandeld het beroep van het R. K. Kerkbestuur van de parochie van den H. Bo- nifatius te Rijswijk tegen het besluit van den gemeenteraad van Rijswijk, waarbij over 1934 geen vergoeding is toegekend voor een boven tallige onderwijzeres, op grond, dat deze niet in het bezit was van een door het gemeente bestuur volgens art. 107 onder c af te geven ver klaring, dat deze onderwijzeres een akte van bekwaamheid voor het geven van lager onder wijs en een bewijs van goed zedelijk gedrag bezat. De raad was van meening, dat bedoelde on derwijzeres door het ontbreken van die ver klaring niet was een onderwijzeres in den zin der wet, zoodat voor haar ook geen vergoeding kon worden toegekend. Voor het kerkbestuur trad op mr. H. W. J. M. de Jong, die constateerde, dat wel volgens de bestaande jurisprudentie in dergelijke gevallen geen vergoeding wordt verleend, maar dat naar zijn meening die jurisprudentie onjuist is. Dit standpunt wordt eveneens door Sen onderwijs raad gedeeld. Voorts zeide mr. de Jong, dat volgens de grondwet het bijzonder algemeen vormend lager onderwijs naar denzelfden maatstaf uit de openbare kas wordt bekostigd, als het aan de bij de wet te stellen voorwaarden voldoet. De voorwaarden zijn in de lager onderwijswet op genomen in de artikelen 84 tot en met 96, waar uit eveneens blijkt, dat het voorschrift van art. 107 onder c daar niet onder valt. Ten slotte betoogde spr„ dat genoemd voor schrift geen verplichtingen op het schoolbe stuur legt, doch op de leerkracht en dat het Ongerijmd zou zijn, een schoolbestuur geldelijk te treffen voor een nalatigheid van een der leerkrachten. De beslissing van Ged. Staten volgt later. In een nota aan de Eerste Kamer naar aan leiding van het eindverslag over het ontwerp van wet tot wijziging van de beperking van den schuldenaftrek voor de belasting van de doode hand, zegt de minister niet te kunnen toegeven, dat er termen aanwezig zouden zijn, om de belasting van de doode hand in te trekken. Voorts is hem niet duidelijk, hoe eenige leden van oordeel kunnen zijn, dat hier een verzwa ring der belasting wordt voorgesteld. Het is waar, dat de nieuwe regeling in uitzonderings gevallen tot hoogere belasting kan leiden, doch in de overgroote meerderheid der gevallen waarvoor zij getroffen wordt, zal zy verminde- ing van belasting met zich brengen. De op proef opengestelde gelegenheid om scheepsbrieftelegrammen (slt-telegrammen)te wisselen met schepen op zee, is uitgebreid tot de Curacaosche schepen, waarvan het scheeps- radiostation geëxploiteerd wordt door de Ned. Tel. Mij. „radio-Holland". BATAVIA, 20 Juli. (Aneta) De Commandant der Zeemacht heeft na een langdurige ziekte op 19 Juli j.l. het Borromeus-Ziekenhuis te Ban doeng verlaten. De vlootvoogd hoopt, na een algeheel herstei, begin Augustus zijn werkzaam heden aan het departement te kunnen hervat ten. Maar die jas is toch veel te wijd voor me, vrouw. Niet waar. Dan kan hij tevens dienen, om des winters over den radiator van de auto gegooid te wor den. (Candide) De goudvoorraad van de Nederlandsche Bank steeg blijkens den jongsten weekstaat met ruim 5 millioen. Bij het onderzoek inzake de malversaties, ge pleegd bij het plaatselijk Crisiscomité te Vlis- singen, komen hoe langer hoe meer vreemde practijken voor den dag. Naar „Het Volk" meldt heeft wethouder L. ook ten opzichte van de ooe- king van gelden van het Crisiscomité een eigen aardige methode gevolgd. Het was bij 't Crisis comité gebruikelijk, dat af en toe aan behoef- tigen kleeding, dekking en schoeisel werd ver strekt onder voorwaarde, dat de betrokkenen, zoodra zij in ietwat beteren doen kwamen, een gedeelte van de kosten van die goederen zouden terugbetalen. Dat geschiedde ook De wethou der liet dan echter dat geld, dat had kunnen dienen om andere armlastigen te helpen, niet in de kas van het Crisiscomité vloeien, doch liet het als inkomsten voor de gemeente boeken. De secretaris van het Crisiscomité heeft vol gens het blad tegenover de Justitie bekend, klee ding van dit Comité gegeven te hebben aan een familielid van een ambtenaar van het Bureau voor Maatschappelijk Hulpbetoon, hoewel deze man niet in Vlissingen woonachtig is en dus geen recht op deze hulp had. Deze ambtenaar van het Bureau voor Maat schappelijk Hulpbetoon zou de directeur De W. zijn, die op het verstrekken van kleeding en schoenen aan een familielid van hem heeft aan gedrongen bij den aan hem ondergeschikten ambtenaar van het Crisiscomité. De directeur van Maatschappelijk Hulpbetoon zal voor deze kwestie door de Justitie worden vervolgd. Dinsdagnacht is te Wilsum nabij Kampen een inbraak gepleegd in de woning van den gemeente-veldwachter aldaar, die te vens kassier is van de Boerenleenbank. De da ders hebben zich toegang verschaft tot het per ceel door het uitsnijden van een ruit aan de achterzijde van het huis en vervolgens gepoogd de brandkast, waarin zich een bedrag van 700 bevond, te openen. In dezen toeleg zijn zij even wel niet geslaagd. Zij hebben zich daarop ver wijderd met medeneming van een bedrag van 140 uit de woning van den veldwachter. Van de daders ontbreekt tot dusver elk spoor. Omtrent den brand in het Noorsche stoom schip „Tarn" te Rotterdam kunnen wij nog melden, dat het vuur in het passageruim woedde. De brand, die zich aanvankelijk ernstig liet aanzien, bleek echter niet van zoo grooten om vang te zijn als men vermoedde. Met vier stralen heeft de brandweer het vuur spoedig bedwongen. Door de Nederlandsche Spoorwegen is per dienstorder ter kennis van het personeel ge bracht, dat met ingang van 4 October as. de dienst op het baanvak Venlo—Grens (richting Straelen) voorloopig geheel wordt gestaakt. Ingediend zijn wetsontwerpen tot regeling bij de wet van de bij Koninklijk Besluit verlengde contingenteering van den invoer van Chilisal- peter en natron-salpeter, stikstofhoudende kunstmeststoffen, kalkstikstof en ammoniak- water en van superfosfaat. (Van onzen specialen verslaggever) Rijk aan indrukken werd de eerste dag van de Gildereis door Noord- Holland, welke de Broeders van St. Bernulphus Dinsdag hebben besloten met een bezoek aan Alkmaar, Egmond, Heilo en Haarlem. Enk huizen vooral had den bezoekers veel schoons te bieden: de St. Gommaar met haar librije, St. Pan cras, waar de oude gewelfschilde ringen, welke zijn blootgelegd, groo te bewondering wekten, de stad zelf met haar torens en camillons, haar kostelijk gevelantiek en over alles de zuivere, lichtende atmosfeer van het wijd rondom spoelende water. 's Avonds werd de pastorie van de kerk van St. Franciscus Xaverius bezocht, waar kapelaan Kuilman den zilverschat der Enkhuizerparochie toonde. Heel dit kostelijk bezit is nog afkom stig van de oude Jezuieten-statie, welke in de moeilijke jaren na de reformatie in Enkhulzen stand hield. Een deel ging later verloren aan de Jansenisten, die ofschoon felle haters der hen bestrijdende Sociëteit, zich toch zonder bezwaren toeëigenden de prachtige kazuifels, paramenten en zilverstukken, ofschoon bewerkt met afbeel dingen en emblemen van de groote Heiligen der Orde, kunstproducten door den geest der Je zuïeten geïnspireerd. Maar wat op heden in de Enkhuizerparochie v/ordt bewaard, vertegenwoordigt'altijd nog een groote waarde en de kennersblik van pastoor Rientjes uit Maarssen wist onmiddellijk de kos telijkste werkstukken, vervaardigd door mees terhand in de 17e en 18e eeuw, te onderscheiden, welke de onverdeelde bewondering der Gilde- broeders wegdroegen. Grootebroeks historisch onderlegde secre taris, de heer P. Noordeloos, die 's middags reeds tijdens het bezoek aan het moderne raadhuis dier gemeente interessante bijzon derheden meedeelde omtrent de^ stadsrech ten van dit deel van West-Friesland zij waren o.m. aanleiding tot den aanleg der Broekerhaven om onafhankelijk te zijn van Enkhuizen (een situatie dus als van Gdynia naast Danzig) hield 's avonds in Die Port van Cleve een interessante causerie over het West-Friesland in den Geuzentijd. Aan de hand van het materiaal, verzameld in jarenlange gedegen studie der historie van dit zoo interessante gewest, ging de heer Noordeloos de oorzaken na van den geloofs afval en de groote winst der reformatie in het West-Friesche land, een bittere nederlaag voor de katholieken, waarvan nog altijd de ont luisterde schoonheid «er verloren monumen tale kerkgebouwen, zooals St. Pancras en St. Gommaar de stille getuigen zijn. De gunstige invloed der decreten van het concilie van Trente, het werk der contra-reformatie, kon in West-Friesland niet meer tot gelding komen, evenmin als in de overige Noordelijke gewes ten van ons land. Zoo bleven deze voorgoed van de kerk verloren. Prof. Henneman, Deken van het Gilde, vertolkte den dank van het gehoor. Bij K.B. van 8 Juli 1936 is J. N. Koning, met ingang van 1 Juli 1936 tot wederopzegging be noemd tot rifkskeurmeester bij den veeartse- nijkundigen dienst, standplaats Boxtel. Bij K. B. van 18 Juli 1936 zijn, met ingang van 1 Augustus 1936 benoemd tot adjunct accountant der directe belastingen: te Rotter dam, le bureau, J. F. C. Deibert; te Maastricht, A. J. Lambrengtse; te Amsterdam, le bureau, L. Vrind. 2e bureau, A. Hellendall, thans allen tijdelijk adjunct-accountant der directe belas tingen. Bij K. B. van 18 Juli 1936 is benoemd tot lec tor in de afdeeling der weg- en waterbouwkunde aan de Technische Hoogeschool te Delft om onderwijs te geven in het burgerlijk recht en in de hypothecaire en kadastrale administra tie: mr. J. H. Jonas, hypotheekbewaarder te Zutphen. Aalsmeer, 21 Juli. Nederland is de tuin van Europa. Niet alleen de groen ten- en fruit-tuin, zooals velen denken, doch ook en in niet minder belangrijke mate de bloementuin. Men moet dat één maal goed heb ben gezien om daarvan overtuigd te worden. Men moet hier, in Aalsmeer, waar een sterk geslacht uit den slappen grond een uiterst omvangrijk en uiterst intensief be drijf optrok, waar negenhonderd ondernemers in hun kassen en op den kouden grond bloemen en niets dan bloemen telen, men moet hier één dag eens het veilingwezen be kijken, of een paar kassen bezoe ken, dan beseft men eerst recht hoe groote nationale en internationale beteekenis de bloemisterij in ons land toekomt. Een aantal Kamerleden, onder welke ver tegenwoordigers van alle fracties in het parle ment, benevens een aantal journalisten heeft dit vandaag gedaan. Zij hebben in de groote veilinggebouwen den aanvoer en den afslag der bloemen gezien. Zij hebben versteld gestaan van de enorme massa's snijbloemen en potplanten, die hier op lange, rollende tafels werden aan gereden uit de hoog en wijd overkapte hallen. Zij hebben de monotone stem der veilingmees ters gehoord, die van heel vroeg in den morgen tot het middaguur toe alsmaar nieuwe partijen bloemen aankondigt en in afslag brengt. Zij zagen in de kassen zelf met hoeveel energie en vernuft, met hoeveel zorgvuldigheid en toewij ding deze bloemen worden veredeld. En zij zagen den wijzer van de veilingschijf, den baro meter van den welstand dezer heele streek steeds maar lage cijfers aanwijzen, steeds maar dich ter naderen tot het nulpunten er dikwijls overheen schieten. Dat laatste beteekent: naar de mestvaalt! Bloeiende bloemen doch geen bloeiend bedrijf! Het in al zijn levenswerkelijken ernst angstig-eentonige verhaal van achter uitgaande export-mogelijkheden, van be lemmeringen in het handels- en betalings verkeer, van daling der wereldmarktprijzen, van dreigende executies, van ontslag en in krimping om nog niet van nood en armoede te spreken dat verhaal is ook hier reali teit, harde, bittere waarheid. De voorzitter van de groep bloemisterij uit den Nederlandschen Tuinbouwraad, de heer Mensink, heeft in een bij het bezoek van Kamer leden en persvertegenwoordigers aansluitende rede een sterk met sprekende cijfers gedocu menteerde uiteenzetting gegeven van dezen somberen toestand. In Aalsmeer alleen liepen de omzetten der beide veilingen binnen vijf jaar tijd terug van bijna zeven tot nog geen vier millioen. Voor alle veilingen van het land, aangesloten bij den Nederlandschen Tuinbouwraad bedroeg de to tale omzet in 1930 nog bijna 9 millioen. Sinds dien kwamen er 6 bij met een omzet van ƒ500.000. Niettemin liep het totaal terug tot 5,8 millioen. Bracht een roos in 1929 nog ge middeld 4.05 cent op, in 1935 kreeg de kweeker er niet meer dan 1.62 ets. voor. En dat gaat over 120 millioen stuks per jaar. De doorsnee- prijs der seringen daalde van 13.14 ct. tot 4.92 ets. per tak. Deze enkele cijfers getuigen van een achteruitgang, die de kweekers dubbel hard treft, omdat zij niet dan met groote bezwaren hun bedrijven kunnen inkrimpen. Hun dure op stal, hun kassen, hun verwarmingsinstallaties zijn eenmaal op een bepaalde productie be rekend, moeten onderhouden worden, óók, wan neer zij leeg staan of slechts gedeeltelijk in gebruik zijn genomen. Hun bedrijven zijn ook meerendeels zeer klein zij kunnen dit zijn omdat zij zeer intensief worden uitgebaat. Gaat men ze echter nóg kleiner maken, dan hebben de kweekers er heelemaal geen leven meer aan. De achteruitgang van de omzetcijfers der bloe menveilingen wreekt zich ook op tal van andere bedrijven, die zijdelings bij de bloementeelt be trokken zijn. Enkele tonnen vracht per jaar zijn er b.v. voor de K.L.M. mee gemoeid. Van regeeringswege heeft men niet stilgezeten bij een dergelijken noodtoestand. Verschillende malen en tot verschillende bedragen heeft men de kweekers geholpen. Men heeft de uitbreiding van de bloemisterij tegengegaan; het bedrijf werd gestabiliseerd op den toestand van 1933; een maatregel, die dringend noodig was toen Een commissie uit de verschillende organi saties, waarin bloemenkweekers worden ver tegenwoordigd, heeft thans een plan uitgewerkt, volgens welk naar enkele vaste richtlijnen een totaal bedrag van vier en een half millioen, te putten uit het landbouwcrisisfonds, onder de bloemkweekerjjbedrijven wordt verdeeld, zóó, dat iedere kweeker van snijrozen, potplanten, ge forceerde tulpen en gesneden seringen, het ver schil tusschen opbrengst en productiekosten over 1934 of 1935 krijgt uitbetaald. Hij heeft dan tenminste zooveel, dat hij zonder een cent winst precies kan produceeren. Bij de berekening der productiekosten heeft men overal dezelfde nor men aangelegd; men heeft daarin rekening ge houden met een normale afschrijving en volledig onderhoud. Bij het vernemen van een dergelijk plan mompelen enkelen wel eens: „Waarom in tijden, toen het goed ging, dan ook maar raak gebouwd? Waarom zoozeer gespeculeerd op een toekomst van bloemen en rozen geur? Waarom niet wat matiger geweest in optimisme?" Het waren diezelfde stemmen, die in den tijd toen het goed ging de bloemen kweekers prezen om hun volhar dende energie, om den spaarzaam heidszin, die hen al het verdiende geld weer in eigen bedrijf deed steken, om den wijden blik, waar mee zy altijd weer nieuwe moge lijkheden voor hun afzet over heel de wereld wisten te vinden, over hun deelname aan internationale tentoonstellingen en over die heele fabriek van bloemen, over dit kost bare complex van schoorsteenen en glas, dat zij in een leven van rus- teloozen arbeid hier neerzetten. Heet dit alles thans onvoorzichtig heid, maar-raak-bouwen en gebrek aan vooruit zien? De groote sympathie, waarmee deze uiteen zettingen werden ontvangen, moge den bloe misten een waarborg zijn, dat hun wenschen, voor zoover de algemeene geldmiddelen van het land hun verwezenlijking toelaten, warme pleit bezorgers hebben gevonden. Op de vragen van het liberale Kamerlid Boon in verband met het optreden van den burgemeester der Belgische gemeente Selzae te als spreker in een te Temeuzen gehouden vergadering van havenarbeiders heeft minister van Schaik, mede namens den minister van Binnenlandsche Zaken geantwoord, dat op 10 Juni 1936 te Terneuzen een door den Centralen Bond van Transportarbeiders uitgeschreven ledenvergadering heeft plaats gehad, in welke vergadering getracht werd Terneuzensche ha venarbeiders te bewegen de Antwerpsche sta king te steunen door werk aan uit Antwerpen gekomen schepen te weigeren. O.a. zou daar 't woord zijn gevoerd door den burgemeester van Selzaete, den heer Chalmette. Inderdaad kan een dergelijke actie van bui tenlanders bezwaarlijk worden geduld. Zoodra het gebeurde bekend was geworden, zijn dan ook zoowel van de zijde van het Rijkspolitiege- Hé, dichterlijke jonge man als jij niet beter leert uitkijker waar je loopt, dan zal je binnen kort heelemaal niet meer kunnei kijken. (Answers) 29 „Zoo'n kleinigheid, Tao, dat u soldaten heeft laten komen om het paleis te laten bewaken! Weet u wat men overal zegt? „Een Yankee is in onze stad!" Misschien weten zij zelfs, dat de vreemdeling in het Ya-men woont! Zoowel voor ons als voor u zelf is het beter, dat u ons helpt om Kowa zoo spoedig mogelijk te verlaten!" „Zoo spoedig mogelijk!" herhaalde Tao met een glimlach, die zijn angst moest verbergen. „Ja! het is noodzakelijk," ging Jacques vast besloten voort, „dat wij bij het aanbreken van dten dag in Stone-House zijn en wij zullen er zijn, Tao! Geef de noodige bevelen en neem alle mogelijke voorzorgen, opdat ons vertrek geen argwaan opwekt! U zult met ons meegaan en nog wel vannacht! Begrepen, Tao? Vannacht!" De Chinees dacht na en zei glimlachend: ..Van nacht nog niet! Later! U kimt niet zonder me vrouw Stone naar Kowa gaan! Charlie Stone zou zich dan onmiddellijk op ons wreken! En., juist mevrouw Stone kan ik maar niet vinden! Wacht nog, Bermond! Ik zal u buiten de stad brengen, zoodra mevrouw Stone gevonden is!" «Zweert u dat!''. „Ja! dat zweer ik voor het Hiang-Ki! (Huis altaar!)" „Welnu, laten wij dan onmiddellijk vertrek ken, Tao! Ik heb mevrouw Stone gevonden!" Dezen keer had de gouverneur geen kracht meer om te glimlachen. „Waar?" „In een opiumkit bij een barbier." en Tao bewaarde het stilzwijgen. Zijn bevende vingers, die hij in zijn wijde mouwen terugtrok, verrieden echter zijn woede en spijt. „U hebt'gezworen, Tao! Laat een draagstoel voorkomen! Over een uur kunnen wij vertrek ken." Jacques haalde zijn horloge te voorschijn en wees het uur op het glas aan. „Onmogelijk," zei Tao. „U hebt mevrouw Stone ontdekt in een opiumkit. Dat is nog niets! Ik moet haar daar weer uit zien te krijgen! Dat eischt veel tijd! Hoe kan ik haar zonder schandaal uit dat huis halen? Dat zou voldoende zijn om een wer kelijk oproer te veroorzaken." Plotseling verklaarde Bermond met allen na druk om zijn tegenstander geheel van de wijs te brengen: „Sedert verscheidene uren is mevrouw Stone in het Ya-men, bij mijn verloofde!" „Hier in het Ya-men?" Tao wist niet meer welke houding hij moest aannmen. Jacques com mandeerde: „Laat alles klaarmaken, Tao! Pro beer niet, mij te bedriegen! Als u uit dit huis gaat zonder ons, of indien u de een of andere laagheid tegenover ons durft te plegfen, dan zeg ik aan de soldaten en allen die het hooren wil len, wie ik ben! Ik zal u van medeplichtigheid beschuldigen, Tao en tevens zeggen, dat de Yan kees op het punt staan, de stad met al haar in woners te verwoesten! WÜ zullen dan verionen zijn, maar u, Tao, u zullen zij martelen, zooals gij zoovelen van hen onnoodig gemarteld hebt!" De gouverneur rilde en keek den jongen man aan met een blik vol haat. Jacques bekommer de zich daar niet om en trachtte Tao nog meer angst aan te jagen. „II bent nu hier geien meester meer, Tao! Ik ben het, die over uw lot ga beslissen en ook over het lot van alle Chineezen uit heel Kowa! U moet ons helpen! Onthoud dit goed, Tao: onze veiligheid beteekent veiligheid voor uw heele Chineesche volk! Maaronze dood beteekent uw dood, de dood van alle Chineezen en de ver woesting van deze onbekende wereld, die gij allen geschapen hebt!" Daarop ging Bermond heen. Tao bleef als versteend zitten. Hij ver diepte zich in zijn gevoelens van haat en wraak, waarbij de woede over zijn nederlaag en het voorgevoel van een naderend onheil hem buiten zichzelf brachten. Hij had werkelijk in zijn kin derlijke verbeelding geloofd, dat de Yankees na de instorting in de steengroeve hun nasporingen zouden staken! Ook had hij gehoopt, dat hij zijn onderaardsche stad tegen eiken aanval van buiten af zou kunnen beveiligen; met dat doel liet hij de meeste ingangen door de Yankee-ge vangenen dicht maken. Eveneens had hij ge dacht, dat, wanneer hij eenmaal Jacques en de twee vrouwen als gijzelaars in zijn stad had, hij dan veilig zou zijn voor alle tegenmaatrege len. De woorden van Bermond wierpen al zijn plannen in duigen. Hij twijfelde er geen oogen- blik aan of de jonge barbaar zou al zijn bedrei gingen ten uitvoer brengen! Daar Tao een plot selinge beslissing die hem tot werkzaamheid ver plichtte, haatte, bleef hij als verlamd zitten. Misschien zag hij reeds voor zijn geestesoog het vreeseljjke visioen van een stad, die door de Yankees aangevallen en totaal verwoest werd. Zag hjj reeds de verschikkelyke tooneelen, waar in de Chineezen in hun eigen stad achtervolgd en neergesabeld werden? Bermond, die alleen was te midden van al zijn vijanden, voelde zich sterk door de gedachte aan het gevaar, dat hem omringde. „Ik ben meester over hun lot!' her haalde Jacques steeds weer opnieuw. „Al waren de Chineezen nog hondermaal talrijker, zij zul len niet veel langer leven dan ik! Mijn dood is hun dood! Zij moeten ons weer teruggeven aan het licht en de frissche lucht!.... Of hun stad zal met man en muis ondergaan!" Deze ge dachte gaf hem buitengewone kracht. In 't kleine vertrek van het Ya-men maak ten Ninette, Evelyne en Bermond, toebereidse len om te vertrekken, nadat zij eerst wat een voudige spijzen hadden gegeten. De slaap en het voedsel hadden Evelyne weer nieuwe krachten gegeven. Zij beweerde, dat zij zonder vermoeid heid wel naar Kowa zou kunnen loopen. Alle drie verlangden zij hevig terug naar het licht en de vrijheid van de bovenwereld. Op dat oogen- blik werd een der papieren ruiten van het ka mertje verscheurd. Jacques draaide zich snel om en zag nog juist, hoe een gele vinger vlug terug getrokkten werd. „Wij worden bespied," dacht hij; „het volk weet nu, dat wij in het Ya-men zijn! Er is geen oogenblik meer te verliezen!" Om de twee vrouwen niet noodeloos ongerust te maken, vertelde hij niets van wat hii gezien had en hing ongemerkt een doek voor het gat. De twee vriendinnen waren nu geheel gekleed. Ber mond begon haar gelaat met verf te bewerken. Toten hij daarmee klaar was, overtuigde hij zich, dat hij lucifers en kaarsen in zijn zak had en stak ook zijn revolver daarbij. Hij ging het eerst naar buiten, om te zien of de draagstoel voor de deur stond en kwam toen terug om zijn tocht- genooten te halen. Evelyne leunde op den arm van Janine. Zij was zeer nerveus. Te zamen gingen zij door de verschillende vertrekken, om Tao te zoekten. Op den drempel Van den kleinen salon bleef Evelyne plotseling bevend staan. Bermond werd ongedul dig en zei: „Mevrouw Stone, u moet uw zenu wen beheerschen! Hoe groot uw afschuw voor Tao ook is, tracht dat te vergeten! Wij hebben geen anderen gids om ons te helpen." „Het is al voorbij," zei Evelyne zacht. „Ik zal moedig zijn, Bermond. Ik voelde mij alleen on wel door die akelige opiumlucht!" „Ik hoop, dat u zich vergist!" antwoordde deze, met een vaag vermoedten. „Neen, ik vergis mij niet!" zei Evelyne bitter. „Deze lucht die ik dag en nacht heb moeten inademen.... zal ik nooit meer kunnen vergeten!" zy drongen In het vertrek van Tao. De gou verneur lag op een mat uitgestrekt, met doffe oogen en open mond; rondom hem hing een dichte, zwartachtige rook! In het nauw gedre ven door omstandigheden, waarmee hij geen raad wist, geklemd tusschen twee onvermyde- lyke gevaren, had Tao nog wel den draagstoel besteld, maar daarna had zyn wil hem in den steek gelaten en had hy geen anderen uitweg gezien dan opium! „Lafaard!" riep Jacques woedend uit. „Ge- meene lafaard!" Geheel ontdaan staarden zy alle drie naar den Chinees, die onbeweeglyk voor hen lag. Een krampachtige beweging ging plotseling door zijn geheele lichaam; Tao trachtte zich nog op te richten, doch uitgeput van vermoeienis viel hij weer neer en bleef stijf als een doode liggen. Een dof gerommel herinnerde Jacques aan de opge wondenheid van het volk. Misschien was het oproer reeds begonnen! Onmiddellijk nam hy zyn besluit. Nadat hij de deur van het vertrek weer achter zich gesloten had, gaf hij den twee vrouwen een teeken, dat zy hem moesten volgen. Vlug ging hij naar de deur, liet Janine en Eve lyne in den draagstoel stappen en gaf zijn be velen aan de dragers. In de „wandelende kamer" legde hy zyn plan uit; langs de trap van de be graafplaats zouden zy probeeren te vluchten! „Als de Chineezten ons op het spoor komen, zul len zij ons daar niet durven achtervolgen. Voor dat Tao ontwaakt, hebben wy zeker nog twee of drie uur voor ons! Ik heb de eerste maal slechts eenige uren noodig gehad om naar Kowa af te dalen en Tao maakte nog omwegen. Waarschyn- lyk is deze weg, die voor de dooden bestemd is, veel korter en gemakkeiyker! Langs deze trap zullen wy misschien in een steengroeve komen en in een of twee uur zyn wy vry!" Evelyne en Ninette vonden zijn plan zeer goed. Alles scheen hun beter dan in voortdurenden angst in het Ya-men te moeteen blyven. De draagstoel stond plotseling stil. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 3