Nederlanders te Barcelona DE DUBBELGANGER ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1956 De prijzen van gloei lampen Minister Gelissen houdt zich aan - een verlaging van 5 pet. OOSTENRIJKSCHE GEZANT Vroegere zaakgelastigde is benoemd BUITENLANDSCHE DIENST- BODEN Vergunning vóór 1 September aanvragen STEUNMAATREGELEN VOOR PEULVRUCHTEN Voor den oogst 1936 De Duitsche transfer regeling Eenige nadere bijzonderheden FABRIEK WORDT STOP GEZET Het geheele personeel ontslag aangezegd DRIJFWANTVISSCHERIJ Steun uit het Landbouwcrisisfonds Steun aan beeldende kunstenaars Critiek op de besteding der op brengst van den verkoop der Zomer postzegels DE POOLSCHE MINISTERS Bezoek aan Philips te Eindhoven, de mijn Maurits en aan Maastricht DE ARBEIDSBEURS TE TERNEUZEN Minister heeft geen bezwaar tegen werving voor het buitenland Regeering zorgt voor schip, om hen te kunnen afhalen Protest tegen Arbeidsbeurs te Maassluis Reorganisatie spoorwegbedrijf zun. IMPORT VAN LUCIFERS Minister Gelissen over onzen handel met Rusland Ge>en audiëntie Staatsbladen uitgegeven Heffing op boter IN DIE'S NIEUWE LANDVOOGD Programma inzake de overdracht van het bestuur Kapitale boerderij afgebrand K.L.M. heeft het druk Menigte passagiers op Schiphol voor de Olympische Spelen Jubileer end luchtreiziger Taxe-gedeelte consumptiemelk Hoogduitsch M. O. A Hoogduitsch (L. O.) Zwart als de Nacht! UIT DE STAATSCOURANT Onderscheid ing Notariaat Rechterlijke mach1 door Victor Bridges Wat betreft de regeling van den invoer van metaaldraadgloeilampen, erkent de minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, in een nota aan de Tweede Kamer naar aanleiding van het verslag, dat de prijzen van gloeilam pen hier te lande hooger zijn dan in het bui tenland, dat dit inderdaad veelal het geval is. De overwegingen, aangeduid in het verslag, vormden voor hem mede een reden om voors hands met een prijsverlaging van niet meer dan 5 i pet. voor de voornaamste lampentypen der grootste produeente genoegen te nemen. Hij kan echter verklaren, dat het vraagstuk van het prijsniveau der gloeilampen zijn voort durende aandacht zal behouden. Het is den minister bekend, dat er prijs afspraken bestaan tusschen de voornaamste Nederlandsche fabriek en een aantal buiten- landsche producenten. In verband met het uiteraard vertrouwelijke karakter van deze af spraken is het niet mogelijk te dezer plaatse hieromtrent nadere mededeelingen te doen. De afgetreden Oostenrijksche zaakgelastigde, graaf Orsini und Rosenberg, heeft dezer dagen Den Haag verlaten en is naar Weenen vertrok ken ter aanvaarding van zijn nieuwe functie. Naar men weet, is graaf Orsini benoemd tot chef van het kabinet van den Oostenrykschen bondskanselier. Thans wordt nog gemeld, dat de afgetreden zaakgelastigde bevorderd is tot den rang van gezant. Graaf Orsini, die slechts enkele jaren zijn land bij het Nederlandsche hof vertegenwoor digd heeft, had door zijn beminnelijk optreden, veler sympathie verworven. De Oostenrijksche regeering is er thans toe overgegaan, in Nederland een gezantschap te vestigen. Als gezant is benoemd de heer G. Alexich, die voor graaf Orsini als zaakgelastigde in Den Haag zijn land vertegenwoordigde. De heer Alexich heeft eenige jaren geleden tijdeiyk den diplomatieken dienst verlaten in verband met zijn benoeming tot kabinetchef van den toenmaligen vice-kanselier Starhem berg. Zeer waarschijnlijk zal hij Zaterdagavond in Den Haag aankomen en voorloopig zijn intrek nemen in hotel Wittebrug. De directeur van den Rijksdienst der Werk loosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling ves tigt de aandacht er op, dat werkgevers, die buitenlandsche dienstboden in betrekking heb ben, er goed aan zullen doen, vóór 1 September as. de vereischte vergunning bij hem aan te vragen. Aanvragen, welke na dien datum wor den ingediend, zullen waarschijnlijk niet tijdig kunnen worden afgedaan. Naar men ons van bevoegde zijde mededeelt, zullen binnenkort eenige ministerieele beschik kingen worden afgekondigd betreffende de steun maatregelen voor erwten en lange bruine boo- nen van den oogst 1936. Voor groene erwten (waaronder kroonerwten) en schokker-erwten zal, evenals dat voor den oogst 1935 het geval was, door middel van een denaturatie-steun, de markt van een overmatig aanbod van consumptie-erwten kunnen worden ontlast, terwijl ook erwten van mindere kwaliteit wederom voor steun in aanmerking zullen ko men. De wijze waarop deze steun zal worden verleend, wijkt echter eenigszins af van die, welke voor erwten van den oogst 1935 werd toe gepast. Waren de groene erwten van den oogst 1935 ingedeeld volgens 4 kwalitetsklassen waarvoor de standaard-monsters a, b, c en d waren vast gesteld en waarvan de richtprijzen respectieve lijk op f 9.—, f 8.50, f 8.— en f 7.50 per 100 K.G. waren bepaald, voor oogst 1936 zullen slechts standaardmonsters voor de eerste drie kwaliteits klassen worden vastgesteld. De richtprijzen voor deze klassen blijven op f 9.f 8.50 en f 8. per 100 K.G. gehandhaafd, doch teneinde een meer geleidelijken overgang mogelijk te maken, zal de mogelijkheid worden geopend tusschen- klassen vast te stellen, waardoor b.v. voor erwten, welke niet voldoen aan het standaardmonster a, doch welke beter zijn dan erwten van het stan daardmonster b, een iets hoogere steun gege ven zal kunnen worden dan voor in klasse b in gedeelde erwten. Een standaard-monster d zal dus niet worden vastgesteld; dit beteekent echter niet, dat erw ten van een dergelijke kwaliteitsklasse (de min der goede erwten) niet voor steun in aanmerking komen. Voor deze erwten zal, wanneer zij ge zond en behoorlijk geschoond zijn (boeren- schoon) eveneens een denaturatie-vergoeding worden gegeven, gebaseerd op een richtprijs van f 7.50 per 100 K.G. Ter aanvulling van de op 29 Mei j.l. bekend gemaakte bijzonderheden omtrent den inhoud van het tusschen de Nederlandsche en de Duit sche regeering gesloten transferprotocol cl.d. 5 Juni 1936, wordt o.m. nog het volgende om trent deze transferregeling medegedeeld; Nederlandsche schuldelschers van vorderin gen, welke een goudclausule dragen, doen door het aannemen van de uit het transferprotocol voortvloeiende betalingen, voorzoover de beta lingen door de Duitsche debiteuren op papier basis berekend zijn, geen afstand van hun eventueele rechten op betaling van de later opeischbaar wordencte renten en van de hoofd som in goud of de tegenwaarde daarvan. Indien Nederlandsche eigenaren van onroe rende goederen in Duitschland voor onderhoud, reparatie of verbouwing van hun bezittingen gelei buiten Duitschland hebben moeten op nemen en daarvoor zoodanige rente verplichtin gen hebben moeten aangaan, dat een vermin dering hunner getransfereerde opbrengsten uit Duitsch bezit een voor hen bijzonder drukken de last zou worden, kunnen zij zich tot de Ne derlandsche regeering wenden, ctie daaromtrent met de Duitsche regeering overleg zal plegen, teneinde zoo mogelijk voor deze bijzondere ge vallen een van den algemeenen regel afwijken den maatregel te treffen Nederlandsche schuldeischers, wier effec ten in Duitschland liggen, kunnen, indien zij certificaten willen laten aanmaken, hun man tels en coupon- c.q. dividendbladen naar Ne derland laten komen. De onpersoonlijke cheques op de Konversions- kasse für Deutsche Auslandsschulden, zgn. „Toonderchèques B", zijn uitsluitend bij de As sociatie-Cassa of de Kas-Vereeniging N.V. te Amsterdam en bij den Postchèque- en Giro dienst, welke ten deze handelen als gemachtig den van de Nederlandsche Bank N.V., a 30 pet. te verkoopen. De aanbieding der cheques ten verkoop moet geschieden binnen twee maanden na den datum van uitgifte. Ter vereenvoudiging van den gang van za ken is de mogelijkheid geschapen, dat de Toon derchèques B. onmiddellijk verzilverd worden, zoodat de gerechtigde zoodra mogelijk van de kassiersinstelling of van den postchèque- en girodienst het hem toekomende bedrag in gul dens ontvangt. Naar wij vernemen zal de B. en W.-rfjwielen- fabriek v.h. C. van Werven te Meppel, met in gang van 1 September a.s. worden stopgezet. Tegen dien datum is aan het geheele personeel, zoowel administratief als technisch en de ver tegenwoordigers, ontslag aangezegd. In de Staatscourant van Vrijdag is opgeno men een ministerieele beschikking, krachtens welke steun zal worden verleend aan de drijf- wantvisscherij Uit het Landbouwcrisisfonds zal door bemid deling van de Nederlandsche Visscherij Centrale aan de visschers steun worden verleend tot een totaal bedrag van ten hoogste ƒ23.000.—. Nu de verkoop van den Zomerpostzegel ge sloten is en critiek op de wijze, waarop de „cul- tureele'' helft besteed zal worden, geen schade meer kan doen aan het sympathieke doel van de „sociale" helft, doet het bestuur van het Ned. Steuncomité voor Beeldends Kunstenaren een woord van ernstige critiek hooren. Onder het motto „hulp in nood" deelt o. m. de secretaris van het bestuur, de heer B. Fer- werda, o. m. in een communiqué mede, zijn postzegels uitgegeven, waarvan de helft van de opbrengst „door dsn minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zal worden aange wend tot vorming van een fonds, waaruit werk opdrachten aan beeldende en sier- en nijver heidskunstenaars kunnen worden gefinancierd, terwijl een kleiner deel zal strekken tot bijdrage aan een reservefonds voor noodlijdende kunste naars". Zoo luidden de officieele bewoordingen, waaimede deze uitgave werd aangekondigd. In de later hierop volgende reclamecampagne voor den postzegelverkoop heeft men begrijpelijker wijze dezen langen volzin vereenvoudigd tot „steun aan beeldende kunstenaars". Ook in de hersenen van liefdadig Nederland echter heeft zich daardoor de gedachte vast gezet: als ik dezen postzegel koop, verleen ik steun aan de noodlijdende kunstenaars. Dit nu is niet juist. De opbrengst van den Zomerpost zegel komt niet ten goede aan de dat is in 't algemeen aan alle noodlijdende kunste naars, doch aan enkele kunstenaars, waarvan het bovendien nog de vraag zal zijn, of zij wer kelijk noodlijdend zijn. Het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft zoo lang mogelijk de be stemming dezer gelden geheim gehouden, tot ten slotte is meegedeeld, dat zij zullen dienen tot de versiering van het Nederlandsche gebouw op de Parijsche wereldtentoonstelling van 1937. De regeering zal zich vermoedelijk verdedigen, door te zeggen, dat werkopdrachten toch ook steun aan beeldende kunstenaars zijn. Maar de regeering heeft toegelaten en goedgevonden dat aan het geheele Nederlandsche volk is ge vraagd, een paar centen meer voor een post zegel uit te geven, ten einde met het surplus de Nederlandsche beeldende kunstenaars te steunen. En de massa van het Nederlandsche volk heeft ook begrepen, dat het, zoodoende, aan alle noodlijdende beeldende kunstenaars een redelijke kans op eenigen steun gaf. Wij vragen Zijne Excellentie, dat hij in het volgende jaar een zomerpostzegel doet uitgeven, waarvan de opbrengst (of de helft van de op brengst) geheel en onverkort kome ten bate van alle noodlijdende kunstenaars en wij doen bij dezen een beroep op de openbare meening in ons land en op onze volksvertegenwoordiging, om dit verzoek aan den minister met alle ge oorloofde middelen te ondersteunen. Naar de meening van den minister geldt deze beschouwing eveneens ten aanzien van Rus land. De minister is er zich dan ook volkomen van bewust, dat met het oog op onze export belangen een zekere invoer van Russische goe deren noodzakelijk is. Daarom beteekent de wijziging van basisperiode, waardoor thans in derdaad het vroegere autonomie luciferscon- tingent voor Rusland is vervallen, geenszins, dat geen consenten voor dit land zullen wor den verleend. Het is in het huidige stadium niet mogelijk de grootte van den toe te laten invoer mede te deelen. Ten aanzien van cis vraag, op welke gron den steun aan de nieuwe lucifersfabriek te Weert zou zijn verleend, deelt de minister me de, dat van eenigen steun geenszins mag wor den gesproken. De minister heeft, naar aan leiding van een ter zake door belanghebbenden gestelde vraag, slechts verklaard tegen de eventueele oprichting dezer fabriek geen be zwaar te hebben. Daarbij heeft de overweging voorgezeten, dat de stichting van een nieuwe, van de bestaande trust onafhankelijke lucifers fabriek wellicht den consument ten goede zou kunnen komen. Vrijdag brachten de in ons land vertoevende Poolsche ministers een bezoek aan de Philips Fabrieken te Eindhoven. Het gezelschap, dat te ongeveer 2 uur per auto uit Den Haag te Eindhoven arriveerde, bestond uit de heeren A. Roman, minister van Handel en Industrie, T. Lechnicki, vice-minister van Financiën en dr. S. Stoga, departementschef bij het Pool sche ministerie van Handel en Industrie, ver der den Poolschen Gezant te Den Haag, dr. W. Babinski, den consul-generaal van Polen te Amsterdam, dr. T. Skowronski en eenige voor aanstaande personen van ons departement van Buitenlandsche Zaken. Na ontvangst op het hoofdkantoor door de directie, werd een bezoek gebracht aan het la boratorium en de radio-apparatenfabriek. Hier werd o.m. den Poolschen autoriteiten een beeld gegeven van de radiofabricage te Eindhoven en tevens hoe deze industrie zich de laatste jaren in Polen heeft ontwikkeld. Na de lunch op de golflinks vertrok het ge zelschap per auto naar Lutterade, ter bezich tiging van de mijn „Maurits", alwaar ook een ontmoeting plaats vond met Poolsche mijn werkers. Het gezelschap ging daarna door naar Maas tricht, waar door minister Slingenberg een diner werd aangeboden, waaraan o.m. ook minister Gelissen aanzat. Op vragen van den heer Kupers in verband met de bemiddeling van zeelieden door de ar beidsbeurs te Terneuzen heeft minister Slingen berg o.m. geantwoord, dat volgens het bepaal de in artikel 4, eerste lid, der arbelas- bemiddelingswet 1930 de organen der open bare arbeidsbemiddeling hun bemiddeling in het algemeen voor iederen werkgever en iederen werkzoekende beschikbaar stellen, weshalve ook de bemiddeling van zeelieden be hoort tot het terrein van werkzaamheden der arbeidsbeurzen. Naar het oordeel van den minister is in de arbeidsbemiddelingswet 1930 niets geregeld om trent de houding van de organen der openbare arbeidsbemiddeling ten aanzien van arbeidscon flicten in het buitenland. Volgens een ingesteld onderzoek zijn slechts arbeiders bemiddeld, die zich vrijwillig voor den arbeid beschikbaar stelden, en is geenerlei pres sie uitgeoefend. Uit het ingestelde onderzoek is niet gebleken, dat door de arbeidsbeurs te Terneuzen voor Belgische schepen onbevaren personen zijn aan gemonsterd. Overigens heeft deze aanmonste ring plaats gehad in Nederland overeenkomstig de daarvoor geldende voorschriften. Naar het oordeel van den minister is het geenszins noodzakelijk, dat de Nederlandsche arbeidsbeurzen in geval van arbeidsconflicten in het buitenland hier te lande niet bemiddelen. Mits deze bemiddeling met den noodigen tact en omzichtigheid geschiedt, behoeft dit het ver trouwen in deze instellingen geenszins te on dermijnen. Naar wij vernemen, heeft de Regee ring maatregelen genomen, teneinde, zoolang als zij dit noodig mocht achten, de beschikking te hebben over een vaar tuig, om Nederlanders uit-Barcelona te kunnen evacueeren. De biljartkampioen op jacht. Het bestuur van het N. V. V. heeft aan den minister van Sociale Zaken een telegram ver zonden, met betrekking tot de door de arbeids beurs te Maassluis verleende bemiddeling ten behoeve van Belgische zeeschepen, ondanks het daar bestaand arbeidsconflict en naar aanlei ding van het feit, dat werklooze gesteunde ar beiders, die hiervoor werk weigeren, van steun worden uitgesloten. De Nederlandsche Spaarbankbond heeft een adres gericht tot de leden van de Tweede Ka mer, in verband met het ingediende wetsont werp tot reorganisatie van het spoorwegbedrijf. De bond acht het een eisch van billijkheid, dat het belangrijke offer, dat verlaging der rente en uitstel van aflossing voor de obligatie- hcnuders zou beteekenen, wordt goedgemaakt door een redelijke verhooging van de hoofdsom. Een uitstekend idee hik dat hik dat de banken in het park bekleed In een nota aan de Tweede Kamer naar aan leiding van het verslag over het wetsontwerp tot regeling van den invoer van lucifers en lucifershoutjes, zeide de minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, dat de totale in voer uit een bepaald land en cle concessies, welke daarbij dezerzijds worden verleend, steeds moeten worden beschouwd in verband met den totalen Neclsrlandschen uitvoer naar dat land. De gewone audiëntie van de ministers van Financiën en van Landbouw en Visscherij zul len op Maandag 3 Augustus a.s. niet plaats heb ben. De gewone audiëntie van den minister van Sociale Zaken op Woensdag 5 Augustus en die van den minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart op Donderdag 6 Augustus zullen niet plaats hebben. Vrijdag zijn uitgegeven de Staatsbladen; no. 482, besluit van den 18den Juli 1936, tot uitvoe ring van art. 7 eerste lid, der wet van 4 Maart 1935, houdende voorzieningen ter zake van ge meentelijke kosten van werkloosheidszorg en no. 2316, besluit van den 20sten Juli 1936, tot verlenging van de schorsing van het besluit van den raad der gemeente Veen van 28 Februari 1936, strekkende tot benoeming van J. G. W. Schouten tot secretaris-ontvanger dier ge meente De heffing op boter en de vervoervergunning voor buitenlandsche boter is voor de week van 38 Augustus vastgesteld op 80 cents per kilo gram. BATAVIA, 31 Juli (Aneta) Het officieele program inzake de overdracht van de land voogdij op 16 September a.s. is vrijwel geheel gelijk aan de bestuursoverdracht van jhr. De Graeff aan jhr. De Jonge, met dien verstande, dat ditmaal de verschillende incidenteels plechtigheden een uur worden vervroegd. De Oldenbarneveldt zal te 7 uur aan de kadé te Tandjong Priok gemeerd liggen. Hier wordt de nieuwe gouverneur-generaal, jhr. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer, begroet door een ontvangst-deputatie. Het gezelschap vertrekt dan te 7 uur 10 met een extra-trein naar Weltevreden, welke aldaar te 7 uur 38 op het station Koningsplein aankomt. Hier wordt Zijne Exc. door een groote deputatie van ont vangst begroet, waarna het gezelschap doorgaat naar het Paleis aan het Koningsplein. De Volksraad zal te 8 uur in een bijzondere zitting bijeenkomen. De beide Excellenties, jhr. De Jonge en jhr. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer, zullen te 8 uur 15 van het paleis naar het gebouw van den Volksraad vertrek ken. Na de bestuursoverdracht vertrekken beide Excellenties wederom naar het paleis aan het Koningsplein, waar te kwart vóór tien de ver schillende autoriteiten en vertegenwoordigers van buitenlandsche mogendheden door jhr. De Jonge aan zijn opvolger zullen worden voorge steld. Tengevolge van hooibroei is Vrijdagavond om acht uur brand ontstaan in de kapitale boer derij van den veehouder C. ten Klooster in de buurtschap te Velde onder Zwartsluis. Hoewel er zeer weinig wind was, stoiV in minder dan geen tijd het geheele complex van schuren, groote hooimijten en woonhuis in lich ter laaie. Zeer groote hoeveelheden hooi zijn verloren gegaan. Het vee kon worden gered, alsook veel huisraad. Verzekering dekt de schade. Een schier ongekende drukte beleeft Schip- bol dezer dagen in verband met de luchtdien- sten naar Berlijn. Taliooze gezelschapnen van athleten, voetbal- en hockey-elftaller., zwem ploegen en wat al meer door het r"\jnsel van het Olympische Vuur gelokt wordt, be wegen zich op het vliegveld, in het stations gebouw, op doorreis van Londen naar Berlijn, en van Nederland regelrecht naar Duitschland. De deelnemers van de spelen bevinden zich voor het meerendeel reeds in Berlijn, doch de stroom van belangstellende journalisten en officials houdt nog aan. Donderdagavond ging de F 36, het vlagge- schip van de K. L. M. in gezelschap van een F 22 als extra-toestel, beide volgeboekt, Oostwaarts. Ook Vrijdag, hedenochtend en -avond werd en wordt met verdubbeling der lijnen gevlogen. Verscheidene Fokker-Douglas- toestellc-n zijn als extra-vliegtuigen ingezet om tusschen Berlijn en Londen v.v. te koersen. De heer P. Kerdel directeur van de New Castle Company te Rotterdam, heeft 500 vluch ten als luchtreiziger op zijn boekje staan. Donderdagmiddag is, om dit gedenkwaardig feit luister bij te zetten, de heer Kerdel ge huldigd in de directiekamer van het K. L. M. gebouw in Den Haag. Namens den directeur heeft de heer D. J de Vries den heer Kerdel toegesproken, en hem als aandenken een fraaie zilveren pla quette overhandigd met de beeltenis van een Fokker-Douglas-vliegtuig en met een ioepas selijke inscriptie van den heer A. Plesrhan. De Ned. Zuivelcentrale heeft voor het tijd vak van 2 t/m 8 Augustus 1936 voor consump tiemelk op regeeringscontract, het taxe-gedeel te bepaald op 5 j cent, eventueel verhoogd met premie of verminderd met afdracht voor d: kwaliteit; overmelk regeerings-minimumprii» 4.30 cent. Afdracht bij levering in consumptie van an dere dan taxemelk 2V2 cent. 's-GRAVENHAGE Toegelaten: mej. E. Heggen te 's-Gravenhage. 's-GRAVENHAGE Toegelaten: de heeren R. C. van Wegen te IJselstein; W. Westerhof te Groningen; C. Waardenburg te Krabbendijke; D. Mevius te Amsterdam; P. Poorter te 's-Gra venhage; C. Pouw te Ter Aar en H. Kromziek te Roterdam en de dames: C. Witjens te Rotter dam, A. Offermans te Amsterdam en G. Schou ten te Heerhugowaard. geen drie meter zicht en dan nog zonder achterlicht? 'i Is 'n poging tof zelfmoord om zonder achterlicht te rijden (om van stilstaan heelemèal niet te spreken!) Alleen reeds het transport naar een ziekenhuis is heel wat duurder dan de aan schaffing van een veilig achter licht! Bij K. B. is aan V. W. F. B. Schmidt, predi kant bij de Evangelisch-Luthersche gemeente tc Schiedam, verlof verleend tot het aannemen der hem geschonken onderscheiding van ridder in de Kroonorde van België. Bfj beschikking van den minister van Justi tie zijn herbenoemd, te rekenen van 22 Juli 1936, in de Kamer van Toezicht over de nota rissen en candidaat-notarissen te Amsterdam: tot lid: dr. P. J. A. Adriani, hoofdinspecteur der registratie en domeinen te Amsterdam; en tot plaatsvervangend lid: J. J. A. Phaff, inspec teur der registratie en domeinen te Amsterdam Bij K. B. van 15 Juli 1936 is aangewezen voor een tijdvak, hetwelk eindigt 1 September 1937 tot plaatsvervangend-lid van de enkelvoudige Kamer voor de berechting van burgerlijke za ken bij de Arrondissements-rechtbank te Breda: mr. A. Bisschop Boele, rechter in gemelde recht bank. Bfj K. B. van 20 Juli zijn aangewezen voor een tijdvak, hetwelk eindigt 1 September 1937 tot plaatsvervangend lid van de enkelvoudige Kamer voor de behandeling van burgerlijke za ken bij de Arrondissements-rechtbank te Haar lem: mr. S. J. Pit, rechter in gemelde recht bank; en mr. E. H. F. W. van Schaeck Mathon, rechter in gemelde rechtbank; is mr. H. J. Hülsmann, rechter in de Arron dissements-rechtbank te Amsterdam, op zijn verzoek eervol ontheven van zijne aanwijzing tot lid van de enkelvoudige Kamer voor de be rechting van burgerlijke zaken bij de gemelde rechtbank; en is aangewezen voor een tijdvak, hetwelk eindigt 1 September 1937, tot lid van de enkel voudige Kamer voor de berechting van burger lijke zaken bij de Arrondissements-rechtbank te Amsterdam: mr. H. D. Feenstra, rechter in gemelde rechtbank. 5 „Het komt mij wenschelijk voor," zei ik som ber, „dat ik maar thuis blijf." Northcote haalde een klein, roodlederen noti tieboekje uit z'n zak. „Na de eerste tien dagen kunt U het zich gemakkelijk maken," zei hij. „Om te beginnen, kunt U aan eenige afspraken gevolg geven; ik heb ze hierin genoteerd." „En zou U denken, dat ik het er goed af zal brengen?" Northcote knikte. „U heeft uitstekende zenuwen en meer dan voldoende gezond verstand. Wanneer U mij uw woord van eer geeft, om uw uiterste best te doen, ben ik volkomen bereid U te vertrouwen. Indien het U niet gelukt hij haalde zijn schouders op welnu, dan heb ik tenminste de kans ge had mij te verbergen." Er maakte zich plotseling een boosaardige vreugde van mij meester, bij het vooruitzicht op de beloofde som en het te beleven avontuur. Met een bijna onwillekeurige beweging legde ik mijn armen op de tafel. „Goed," zei ik, „ik beloof U, dat ik mijn Uiter ste best zal doen." Hfj greep mijn handen en voor 'n oogenblik za ten wij zoo, ieder aan een kant van de tafel, zonder een woord te spreken. Northcote was de eerste, die de stilte ver brak. „Ik benijd U uw zenuwen, mijnheer Burton," sprak hij op kouden toon. „Ze zijn niet meer zoo goed als ze geweest zijn," antwoordde ik eenigszins spijtig. Nu scheurde Northcote een blaadje uit zijn notitieboekje en begon met potlood een schets te teekenen. Ik verplaatste mijn stoel, zoodat ik kon zien wat hij deed. „Ik maak een schets voor U van het inwendige van mijn huis. Dit is de benedenverdieping en dit is de eetzaal en de biljartkamer. Uw stu deerkamer en slaapvertrek zijn op de eerste étage, vlak er boven; zij loopen in elkaar uit." Hij teekende de kamers en schreef er de namen in. „Dat is duidelijk genoeg," zei ik, terwijl ik het papier aannam. „Hoe staat het met het personeel?" „Er zijn er maar drie twee meiden en Mil- ford, de huisknecht. Ik heb de overigen allen ontslagen. Deze drie zijn al bij mij vanaf den dag dat ik het huis heb gehuurd en ik geloof, dat U ze kunt vertrouwen; Milford zeker. Ik heb hem buitengewoon goed en mild behandeld en hij toont zich steeds zeer dankbaar." „Nu," zei ik, „als hij mij voor mijnheer Stuart Northcote slikt, dan geloof ik wel er door te komen." „Ja," zei hij. „De eenige persoon voor wien ik U moet waarschuwen, is mijn neef Maurice Furnivall." Hij hield even op. „Ik geloof, dat ik heb beloofd, met hem naar Suffolk te gaan en daar eenige dagen te blijven. Indien het U mo gelijk is, om van dat uitstapje af te komen, zou dat beter zijn. In ieder geval, wees voorzich tig en op uw hoede, dat U zich niet vergist, als U met hem in gezelschap is." „Wat voor soort man is hij?" vroeg ik. Northcote fronste zijn voorhoofd. „Ik weet niet, wat ik van hem zeggen moet. Hij is de eenige bloedverwant, dien ik in de wereld heb en ik heb hem tot een zekere grens vertrouwd. Dikwijls heb ik mijzelf dwaas gevonden. Maar als ik zeker wistZijn wenkbrauwen zak ten nog dieper en hfj balde zijn vuisten zoo stijf, dat zijn knokkels spierwit werden. „Er ligt in uw manier van doen een sugge- reerende degelijkheid, Northcote," zei ik, „die zelfs op mij indruk maakt." „Als ik voor een kleintje vervaard geweest was," zei hij somber, „zou ik nu niet hier zijn." Hij nam zijn chèqueboek uit zijn zak en schreef een chèque voor achtduizend pond. „Hier is het geld," sprak hij. „Ik heb boven dien nog een honderd pond of wat staan en als U wilt, zal ik een paar chèques teekenen, welke U kunt invullen voor te maken onkosten. O, ja, dit nog: U zult moeten probeeren mijn hand- teekening na te maken; zou U denken, dat het gaan zal?" „Mijn ondervinding als vervalscher is zeer beperkt," lachte ik, „maar ik geloof dat het met een beetje oefenen wel zal lukken. Wat is U van plan zelf met uw geld te doe"?" Hij lachte. „Ik heb reeds eenigen tijd geleden mijn maat regelen genomen. Ik heb alleen maar gewacht op de gelegenheid, ze in practijk te brengen." Er werd aan de deur geklopt. Northcote stak het chèqueboek in zijn zak en liep dwars door de kamer naar de deur, waarna hij den sleutel omdraaide. De oberkell- ner kwam binnen en bleef met een verontschul digende buiging op de mat staan. „Ik kwam even vragen, of U nog iets noodig heeft, mijnheer." „Ik geloof het niet," antwoordde Northcote op kouden toon. „Of ja, geef mij de nota maar. Ik veronderstel," vervolgde hij, „dat er geen be zwaar bestaat, om deze kamer nog een poosje te gebruiken. Wij moeten nog eenige zaken af doen." De ober boog. „Zeker niet, mijnheer. Om half een behoeven wij pas te sluiten en zelfs daarna kunt U nog van een slaapkamer gebruik ma ken." „Dan hebben wij nog tijd in overvloed," on derbrak hem Northcote. Hij nam een bankbiljet van vijf pond en gaf het den kellner, wiens aanbod het te gaan wis selen, door een onverschillig handgebaar werd afgewezen. Bijna stom van verrassing over deze koninklijke fooi, mompelde de man eenige on verstaanbare woorden van dank en vertrok ge- ruischloos als een geest. Northcote deed de deur weer op slot en keerde naar de tafel terug. „Ik ben klaar," zei hij kortaf. In een oogwenk had ik mijn kleeren uit en de zijne aan. Behalve zijn mooie schoenen, die een half nummer te klein waren, paste alles buiten gewoon; het zat alles als aan mijn lijf gego ten. Toen ik klaar was beschouwde ik mij zelf met niet weinig voldoening in den spiegel. Voor zoover ik kon oordeelen was de gelijkenis mislei dend juist. Northcote, die inmiddels mijn verschoten blauwe jas had aangetrokken, vertoonde de zelfde merkwaardige verandering. Hij was het zelfde beeld, dat ik eiken morgen in mijn spie gel boven de waschtafel zag. Ik ging naar de tafel en schonk twee glaasjes van de heerlijke brandy in. „Op onze verdwijning," zei ik. Northcote deed mijn toast bescheid en dronk het glaasje leeg; daarna overhandigde hfj mij het chèqueboek en zijn huissleutel. Ik stak een en ander in mijn zakken met de bankbiljetten. De laatste woorden van Voltaire schoten mij onwillekeurig te binnen: „En nu naar het groo te onbekende," zei ik vroolijk. „Wij zouden er beter aan doen niet tegelijk hier vandaan te gaan," zei Northcote. Vervolgens zweeg hij eenige oogonblikken. „Goeden dag," sprak hij dan. „Ik veronder stel niet, dat wij elkaar ooit zullen wederzien." Ik nam de lange gele regenjas van de sofa, legde haar over mijn arm en stapte naar de deur; toen draaide ik den sleutel om en keerde mij naar mijn dubbelganger. Northcote stond nog op dezelfde plaats, met over elkaar gesla gen armen en dien vreemden, vreugdeloozen glimlach op zijn gelaat. „Goeden dag," zei ik, „en leef gelukkig." Dan verliet ik het vertrek en sloot de deur achter mij. Ik wandelde bedaard door de lange gang van het hotel en bereikte den ingang, waardoor ik binnen was gekomen. Een man in livrei, die als portier dienst deed, trad op mij toe en vroeg beleefd „Wenscht U een taxi, mijnheer?" „Ja," zei ik, „dat is goed." Hij ging even in zijn glazen hokje om de taxi-standplaats op te belten en binnen twee minuten stond het voertuig voor de deur. Ik gevoelde mij in het geheel niet opgewon den, ofschoon mijn hart iets sneller klopte dan gewoonlijk. Dit was in elk geval een aangena mere bezigheid, dan kapitalisten bezoeken of langs het dok slenteren, om een vrijen over tocht naar Amerika te krijgen. Toen ik instapte, gaf ik den portier efen shilling en den chauffeur het adres in Park-Lane; dan zette ik mij welge moed in de gemakkelijke kussens. Ziezoo, nu begon het spel, daar was geen twij fel aan. Tenzij ik mijn gegeven woord aan Northcote brak, zou ik den eersten tijd in zoo'n opwindende geschiedenis gewikkeld worden, als de meest ondernemende geest maar kon ver langen. Behalve 't angename vooruitzicht van een mes tusschen mijn ribben te huisvesten, stond ik voor de kolossale taak, mijzelven drie lange weken onder de identiteit van een ander schuil te houden. Toen kwam degedachte in mij op aan de mogelijkheid, dat Northcote een krankzinnige kon zijn, of dat hij zich ten mijnen koste een misplaatste grap had veroorloofd. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 3