D.E. IN ÜE
PIJ vl
In Abessinië laait het verzet
weer op
België en wij
GENIET VAN <JW VAOANTIE
MET
ITALIË EU SPANJE
DOUWE EGBERTS
WOENSDAG 5 AUGUSTUS 1936
Op den goeden weg
ONDER DE WAPENEN HOUDEN
VAN DIENSTPLICHTIGEN
De wijzigingen in de
steunverleening
Verzoek van het R.K. Werklieden-
verbond aan den minister
Geen misdadigers in de
Tweede Kamer
I
SALARIS RELIGIEUZEN-
ONDERWIJZERS
Het N.O.G. verwerpt een voorstel
dat zich voor verlaging
uitspreekt
Marine in Ned.-Indië
Men rekent er op, in 1940 drie
kruisers te bezitten
PROF. VOLLGRAFF'S REDE
Senaat der Utrechtsche Uni
versiteit aanvaardt geen
verantwoordelijkheid
K. DE BOER Czn. OVERLEDEN
Oud-lid der Staten-Generaal en
oud-burgemeester van Assendelft
BUITENLANDSCH OVERZICHT
t
Britsch-Egyptisch verge
lijk groeit
Hachelijk avontuur
Onvoorzichtige visschers brengen
een angstigen nacht door
op zee
Het ongeval op de Lek
De lijken nog niet gevonden
INBRAAK IN HULPPOST
KANTOOR
Een bedrag van 250 gestolen
MEISJE DOOR KOGEL
GETROFFEN
Toestand van de kleine ernstig
SCHIP VERKOCHT
Behoudens inspectie naar
Engeland
De Lourdes-reizigers
teruggekeerd
Een zieke op het perron te Roosen
daal overleden
PATER TIJBURG O.E.S.A.
Veertig jaar priester
ZITTINGSDUUR STATEN-
GENERAAL
Mogelijke verlenging van het
mandaat beperkt
DE LUCHTBESCHERMING
Gemeenten verplicht tot opmaken
van een plan
NEDERLANDSCHE ANTILLEN
Dat Nederland tegen het water
vecht, is de meest gewone zaak van
de wereld. Van de Batavieren, die
hun nederzettingen met dijkjes omringden
tot den staf ingenieurs, die de Zuiderzee
bedwong, is onze historie één heroïsche
kamp tegen het natte element?
Dat wij nu echter gaan strijden om het
water is een zoo zeldzaam feit, dat het
waard is even nader bekeken te worden.
Dezer dagen heeft de Nederlandsche re
geering bij het internationale Hof van
Justitie de kwestie aanhangig gemaakt
over de verdeeling van het Maaswater. Het
Nederlandsche standpunt is dat België,
door bij Luik water te onttrekken aan de
Maas ten behoeve van het Albert kanaal
(en de daarmee verbonden zij kanalen)
handelt in strijd met het verdrag van 1863,
waarbij werd bepaald, dat aftappen van
Maaswater voor de kanalen beneden
Maastricht enkel mag geschieden op Ne-
derlandsch grondgebied, dus onder Neder
landsche controle.
Deze bevoegdheid van Nederland, waar
door werd bereikt, dat in het droge seizoen
onze scheepvaart in Maas en Zuid-Willems
vaart over voldoende water kon beschikken,
werd duur genoeg gekocht. Als compen
satie immers verkreeg België de opheffing
van den Scheldetol, wat van onbereken
baar groote waarde is geweest voor den
bloei van Antwerpen.
De wateronttrekking bij Luik is een der
vele kwesties, welke de verhouding tusschen
Nederland en België de laatste twintig ja
ren zoozeer vertroebeld hebben, al spreekt
deze uiteraard niet zóó tot het volk als b.v.
het annexionistische drijven van na den
oorlog, of de drang om Antwerpen door 'n
nieuwen waterweg naar het Hollandsch
Diep te bevoordeelen boven Rotterdam.
Eenmaal scheen de lucht op te klaren,
toen een BelgischNederlandsch verdrag
werd ontworpen, dat in de Tweede Kamer
ook aanvaard werd.
Het veto van de Eerste Kamer, na een
krachtige actie in het geheele land, sloeg
echter alle verwachtingen op een betere
verhouding tusschen de buurlanden den
bodem in-.
Sindsdien zijn de hangende geschillen
tenminste in het openbaar blijven rus
ten. Men hoopte waarschijnlijk, dat de tijd
de scherpste kantjes wel wat zou afslijpen
en de hoog opgezweepte golven van natio
nale gevoeligheid wat zou doen bedaren.
Het ziet er naar uit, dat deze tactiek nog
zoo kwaad niet geweest is. De scherpte,
welke soms de officieele stukken of uitla
tingen ontsierde, is zoo goed als verdwenen
en daarvoor in de plaats is gekomen
met volkomen handhaving van het eigen
rechtsstandpunt een geest van hoffe
lijkheid en beter begrip van eikaars moei
lijkheden.
Nu mag men zich afvragen, of de jong
ste stap van de Nederlandsche regeering
niet beteekent een op spel zetten van
dezen nieuwen, beteren geest.
Wij meenen, dat hier het antwoord ab
soluut ontkennend moet zijn. Allereerst
kan met reden niemand in België zich ge
kwetst gevoelen door dit inschakelen van
het Internationale Hof van Justitie, want
beide landen hebben vrijwillig het protocol
van verplichte rechtspraak onderteekend.
En als er iets is, dat voor een onpartijdige
rechterlijke beslissing in aanmerking komt,
dan is het wel de interpretatie van een
verdragsartikel.
Maar bovendien, de reactie van de Bel
gische publieke opinie is, voorzoover nu
reeds te beoordeelen valt, heelemaal niet
ongunstig. Wij verheugen ons oprecht hier
over, want België en Nederland zijn te
zeer op elkaar aangewezen en hebben te
veel belangen gemeen om niet met blijd
schap ieder symptoom van betere verstand
houding te begroeten.
Want dit moet. vaststaan: na de uit
spraak behoort de kwestie voorgoed uit de
wereld te zijn. Hoe die Haagsche beslissing
ook moge uitvallen, beide partijen zullen
er zich loyaal bij neer te leggen hebben, al
mag tevens verwacht worden, dat de over
winnaar zijn „recht" zal uitoefenen met
volkomen begrip van de nooden en de be
hoeften der andere partij.
Moge dan, wanneer dit eene twistpunt
uit den weg is geruimd, de nog overige ge
schillen op even faire wijze worden aan
gepakt. al zijn we er van overtuigd, dat
niet alle zich leenen voor een beslissing
van het hoogste internationale gerechts
hof.
Volgens artikel 187 der Grondwet moet, wan
neer in geval van buitengewone omstandighe
den dienstplichtigen, die niet in werkelijken
dienst zijn, door den Koning geheel of gedeel
telijk buitengewoon onder de wapens worden
geroepen, onverwijld een voorstel van wet aan
de Staten-Generaal worden gedaan, om het
onder de wapenen blijven zooveel noodig te be
palen.
De regeering heeft zich in de vergadering
van de Tweede Kamer van 13 Maart jj. op het
standpunt gesteld, dat dit artikel moet worden
geïnterpreteerd in dien zin, dat het niet betrek
king heeft op het onder de wapenen houden
van dienstplichtigen, die wel in werkelijken
dienst zijn. Van verschillende zijden werd in de
Tweede Kamer dit standpunt bestreden.
Welke rechtsgrond voor de bepaling ook
wordt aanvaard, het geven van een zekeren
waarborg aan het dienstplichtig deel der be
volking of het binden aan bepaalde grenzen in
het belang van de burgerlijke vrijheid, van het
recht der regeering om over de troepen te be
schikken deze rechtsgrond geldt, zij het wel
licht niet in gelijke mate, zoowel ten aanzien
van het onder de wapenen roepen als van het
onder de wapenen houden. In dien zin wordt
dan ook bij de voorgestelde grondwetswijziging
voorgesteld de bepaling te wijzigen, dat zij op
de beide gevallen betrekking heeft.
Een groot aantal Volendammers, dat deelnam aan het Derde Orde-Congres van
St. Dominicus, in Utrecht gehouden
In verband met de wijzigingen in de steun-
uitkeeringen heeft het bestuur van het R.K.
Werkliedenverbond heden aan den minister van
Sociale Zaken het volgende telegram gezonden:
In verband met de voorgenomen wijziging in
de steunverleening deelen wij u mede, dat ons
Verbondsbestuur, gegeven de omstandigheden,
elke verlaging van den steun noodlottig acht
en derhalve afwijst Mocht uwe Excellentie (de
Regeering) ondanks ons standpunt de verant
woordelijkheid durven dragen, op eenigerlei
wijze tot verdere verlaging van steun aan groe
pen werkloozen over te gaan, waartoe afschaf
fing van den huurtoeslag ongetwijfeld: leiden
zal, dan verzoeken wij1 allerdringendst:
zoodanigen maatregel te willen nemen, dat de
afschaffing van den huurtoeslag niet ten laste
van de werkloozen komt,
de steunpercentages, ook voor gezinnen met
twee en drie kinderen, te verhoogen,
allen werkloozen goedkoope margarine te
verstrekken,
den B-steun belangrijk te verhoogen,
voor alle werkverschaffingen, met rijkssub
sidie, kindertoeslag in te voeren op basis van
50 cent per week en per kind.
De tegenwoordige redactie van artikel 85
sluit van de verkiesbaarheid voor de Tweede
Kamer uit bedelaars, landloopers en gewoonte
dronkaards, maar laat toe personen, die wegens
het begaan van een ernstig misdrijf tot een
vrijheidsstraf van meer dan een jaar zijn ver
oordeeld.
Van ieder aanstaand lid van een vertegen
woordigend lichaam mag echter worden ver
wacht, dat hij zich niet in een positie brengt,
die tot het opleggen van een zoo zware straf
aanleiding zon kunnen geven, onverschillig het
meer of minder politiek karakter van de straf
bare handeling
Wijziging van het artikel, aldus de Regeering
in een toelichting op een voorstel tot wij?/ging
van de Grondwet, op dit punt is nog te meer
gemotiveerd, wanneer, gelijk de regeering voor
stelt, personen, die blijk geven van een streven
tot het plegen of bevorderen van revolutionnaire
daden, ook buiten het vertegenwoordigend col-
t
lege, waarvan zij deel uitmaken, en zelfs geheel
buiten hun functie' als zoodanig, van het lid
maatschap vervallen kunnen worden verklaard,
voorts wanneer artikel 98 der Grondwet zal
worden gewijzigd in dien zin, dat de parlemen
taire immuniteit wordt opgeheven ten aanzien
van hen, die zich schuldig maken aan opruiing
en schending van geheimen.
Op al deze gronden is het consequent, ook
ten aanzien van de uitsluitingen van het lid
maatschap van vertegenwoordigende colleges
niet meer ten behoeve van misdadigers van alle
gading een uitzondering te maken, alleen om
voor de plegers van ernstige politieke misdrij
ven de deur open te kunnen houden.
In de algemeene vergadering te Apeldoorn
van het Nederlandsch Onderwijzers-Genoot
schap is gisterenmiddag een motie van 't hoofd
bestuur aangenomen, waarin bij de Regeering
woidt aangedrongen 't Koninklijk Besluit van
18 Juli 1936 over de spelling terug te nemen en
voor te schrijven dat in Regeeringsstukken de
spelling-1934 wordt gevolgd.
Het voorstel van de afdeeling Nieuw Leusen,
houdende, dat het salaris van de religieuzen bij
het Katholiek Bijzonder onderwijs worde ver-
verminderd tot debehoefte-norm, die voor
deze categorie kan gelden, werd met een kleine
meerderheid verworpen.
BATAVIA, 4 Aug. (Aneta) In de Memorie
van Antwoord aan den Volksraad nopens de
begrooting van het departement van Marine
wordt opgemerkt, dat de regeering de voor
gestelde verhooging van militaire uitgaven
slechts beschouwt als een eersten stap in de
richting van een noodzakelijke maritieme weer
macht.
Met onderzeebooten en andere lichte strijd
krachten kan een zoodanige onveiligheid ter
zee worden geschapen, dat' een ongestoord, blij
vend optreden voor den tegenstander kan wor
den bemoeilijkt; maar het openhouden van eigen
zeeverbindingen kan alleen worden gewaarborgd
door krachtig bovenwatermaterieel.
De regeering hield dan ook rekening bij haar
gedachte omtrent de vlootsterkte, in 1940 te
bereiken, met de aanwezigheid van drie kruisers.
Ket voornemen bestaat om het politietoezicht
in het Oostelijk deel van den Archipel een meer
blijvend karakter te geven en aldus het gebied
der Molukken onder geregelde observatie te
houden.
Bevordering van de particuliere industrie heeft
de aandacht der regeering.
De Senaat der Rijksuniversiteit te Utrecht
heeft in zijn vergadering van 17 Juli j.l. beslo
ten het volgende bekend te maken:
De Senaat, overwegende, dat tot zijn leed
wezen een deel van de feestrede, door den
Rector Magnificus uitgesproken ter gelegen
heid van het 300-jarig bestaan der Universiteit,
bij velen der uitgenoodigden ontstemming heeft
gewekt, stelt er prijs op te verklaren, dat
uiteraard hetgeen in die redevoering is gezegd
geheel voor verantwoordelijkheid komt van den
Rector Magnificus.
Te Assendelft is op 83-jarigen leeftijd over
leden de heer K. de Boer Czn., oud-burge
meester der gemeente.
De heer De Boer werd 10 October 1852 te
Assendelft geboren. Op 26-jarigen leeftijd werd
hij benoemd tot burgemeester zijner geboorte
plaats. Hij bekleedde dit ambt tot 1918. In 1888
werd hij lid van de Provinciale Staten van
Noord-Holland Als bestuurslid van de Hol-
&et 'v^yA
ANNO 1755
ECHTE FRIESCHE HEEREN-BAAI
EN VARINAS
Dat de verbluffend snelle overwinning
van Italië in Abessinië, welke niet al
leen door de superioriteit van de tech
nische leger.outillage der Italianën, maar ook
door het gebruik van gifgassen en brandbom
men, door het verraad van verschillende
stammen en hun leiders en door de vlucht van
den Negus bevorderd werd, onmiddellijk ten
gevolge zou hebben, dat Abessinië als een rijpe
zoete zuidvrucht door Italië genoten zou kun
nen worden, heeft niemand ooit verondersteld,
zelfs de meest optimistische in een overwin
ningsroes zwijmelende Italiaan niet.
De geschiedenis der pacificatie van verover
de koloniale gebieden leert, dat er jaren en
enorme kosten aan goed en bloed mede ge
moeid zijn, alvorens er sprake kan zijn van
eenig rendement uit gebieden, wier bevolking
met een verbittering wekkend geweld werd
onderworpen. Dat was vroeger zoo en dat is
thans nog zoo gebleven. Indien de teekenen
niet bedriegen, staat het triomfantelijke Italië,
dat met zijn dictatoriale fait-accompli-politiek
zelfs het eenmaal zoo trotsche Albion tot bui
gen en toegeven dwong, voor een uiterst span-
nenden en zorgwekkenden tijd. Het houdt
slechts tweederde van het vroegere rijk van
den Negus bezet en moet zich met hand en
tand verweren tegen groote groepen Abessi-
niërs, die door schade en schande wijs gewor
den zich niet meer bloot geven in een open
veldslag, doch een guerilla-tactiek voeren,
welke den Italianen ontzaglijke moeilijkheden
kan bereiden. Volgens de berichten van niet-
Italiaansche neutrale zijde zijn het vooral de
twee zonen van Ras Kassa, Ras Aijeloe en
Tekle Hawariate, die met hun legerscharen de
Italianen bestoken, profiteerend van den re
gentijd, welke de wegen onbegaanbaar en het
hemelruim onbevliegbaar maakt. Er is na
tuurlijk geen sprake van, dat deze strijdbare
Abessiniërs erin zullen kunnen slagen de Ita-
liaansche indringers te verdrijven en de on
afhankelijkheid van het Ethiopische Rijk te
herstellen, maar wel zullen zij het door den
oorlog economisch. Verzwakte Utalië wellicht
zooveel geld en bloed kunnen aftappen, dat het
ernstig belemmerd wordt, zoowel in zijn ko
lonisatie-arbeid in Abessinië als in zijn Euro-
peesche politiek. Op den spoorweg Dzjiboeti
Addis Abeba, gedurende den regentijd de eenige
bruikbare verbinding tusschen de Abessinische
hoofdstad en de zee voor het aanveeren van
munitie, levensmiddelen, materiaal enz., zijn
reeds herhaalde aanslagen gepleegd door ver
spreide resten van de vroegere Abessinische le
gers, welke thans door de Italianen als roo-
versbenden worden gequalificeerd. De hoofd
stad heeft een zwaren aanval van Abessiniërs
moeten doorstaan en verkeert in staat van be
leg. Bij het Tsana-meer wordt gevochten. Het
Italiaansche nieuwsbureau Stefani doet zijn
best om deze gebeurtenissen te loochenen of
in haar beteekenis te verkleinen, maar op de
dementi's volgen later geruststellende verkla
ringen, die achteraf feiten "toegeven, welke
eerst als fantastische leugens werden gebrand
merkt. Het mag waar zijn, dat tal van stam
hoofden zich met hun onderhoorigen aan het
Italiaansche gezag hebben onderworpen, maar
hun betrouwbaarheid ten opzichte van de Ita
liaansche overmacht zal toch wel hoofdzake
lijk afhankelijk zijn van de mate, waarop die
overmacht zal kunnen worden gehandhaafd.
Italië zal zijn bezettingsleger voorloopig op
oorlogspeil moeten houden, zoowel numeriek
als technisch, en wordt daardoor economisch,
financieele en politiek uiteraard zwaar gehan
dicapt.
Dit kan natuurlijk niet zonder invloed blij
ven op de houding van Italië in Europa.
Het is dan ook niet onwaarschijnlijk, dat
de toestand in Abessinië en de vooruitzichten
voor de naaste toekomst in deze „kolonie" Ita
lië mede aangespoord hebben tot goedkeuring
van het nogal dubieuze Duitsch-Oostenrijksche
accoord, waardoor althans voorloopig in schijn
het gevaar voor een verschijnen van den Duit-
schen Rijksadelaar aan den Brenner is be
zworen. Italië tracht ook met het Britsche Rijk
weer in het reine te komen ter wille van de
Europeesche samenwerking, en het verguisde en
beleedigde Albion, in het besef van de onmoge
lijkheid om zich krachtiger te doen gelden, heeft
het Italië wel gemakkelijk gemaakt. Het heeft
niet alleen het initiatief genomen tot de op
heffing der sancties, maar ook zijn de bijzon
dere veiligheidsmaatregelen in de Middelland-
sche Zee geliquideerd. Italië is daartegenover
begonnen met het terugtrekken van zijn extra
troepen-versterkingen uit Lybië. De zoodoende
vrij komende Italiaansche krachten kunnen
wellicht elders uitstekend van pas komen. Ita
lië en Engeland vertrouwen ondanks de ont
spanning in hun betrekkingen elkander niet
verder dan zij elkaar kunnen zien. Vandaar
dat Engeland met koortsachtige haast zijn
weerbaarheid opvoert en aan Egypte zoowel
op militair als politiek gebied vrijwel alles toe
geeft, opdat zoo spoedig mogelijk Engelands
positie in het Oostelijk deel der Middellandsche
Zee geconsolideerd wordt op een basis van
vriendschap, in plaats van op de basis van
overmacht, welke' niet langer houdbaar bleek,
sinds de nationalistische Wafdpartij in Egypte
het bewind in handen heeft. In de militaire
aangelegenheden heeft Engeland genoegen ge
nomen met een reduceeren van de Britsche mi
litaire positie in Egypte tot een bezetting bij
het Suez-kanaal. Het heeft Alexandrië als
vlootbasis opgegeven. Egypte zal in twintig
jaar zich tot een volkomen militaire onafhan
kelijkheid kunnen ontwikkelen. In den Soedan
wordt de toestand van vóór 1924 hersteld, zoo
dat Egypte weer actief kan deelnemen aan
het bestuur van dit zoowel voor Engeland als
Egypte belangrijke gebied. De kwestie der capi
tulaties, der extra-territoriale rechten van een
twaalftal buitenlandsche mogendheden in
Egypte, waaronder ook Nederland, wenscht
Engeland volkomen te regelen in den door
Egypte gewenschten zin. Zoo groeit het Britsch-
Egyptisch vergelijk snel onder den druk der
omstandigheden, te meer nu tengevolge van
den Spaanschen burgeroorlog het gevaar ont
staat van nieuwe spanning tusschen Italië en
Engeland. Engeland beheerscht met Gibraltar
nog altijd den westelijken toegang tot de Middel
landsche Zee. Italië zou natuurlijk graag zien,
dat er in Spanje een fascistisch georiënteerde
militaire dictatuur zou worden gevestigd, en
het schijnt dan ook niet veel lust te hebben op
het non-interventie-voorstel van Frankrijk in
te gaan. Zelfs al zou het gerucht, dat generaal
Franco aan Italië de haven Ceuta zou hebben
toegezegd in ruil voor Italiaanschen steun aan
de Spaansche rebellen, slechts een canard zijn,
dan toch zou het voor Italië een onschatbaar
voordeel zijn, indien een gelijkgezinde regeering
in Spanje de overhand zou krijgen .Het is ech
ter te hopen, dat Italië niet zal trachten dit
voordeel door interventie te „bewerken", want
dan zou de tijdens den Abessinischen oorlog
zoo gevaarlijk gebleken Italiaansch-Britsche
tegenstelling opnieuw acuut worden.
landsche Maatschappij van Landbouw heeft hij
in dit college de landbouwbelangen krachtig
bepleit en zijn verdiensten werden gewaardeerd
door het eere-lidmaatschap dezer maatschap
pij. Ook in de Tweede Kamer, waarin de thans
overledene var. 1895 tot 1911 zitting had, vond
de landbouw in hem een vurigen verdediger.
Voor de liberale partij vertegenwoordigde de
heer De Boer Noord-Holland in de Eerste Ka
mer van 1911 tot 1923. Hij was ridder in de
Orde van den Nederlandschen Leeuw.
Tot voor kort was hij nog commissaris van
de Vereenigde Blikfabrieken te Krommenie, de
Levensverzekering Mij. „De Groot Noord-Hol -
landsche van 1845", de „Arnhemsche Levens
verzekering Mij., de Ned. Heide Mij. en presi
dent-commissaris van de Centrale Landbouw-
Onderlinge.
De begrafenis zal plaats hebben Zaterdag
middag drie uur op de algemeene begraaf
plaats te Assendelft.
Drie jongens en een oudere man, die
Maandagavond waren uitgevaren om te vis-
schen, hebben op zee in een niet-zeewaardig
jaagbootje een hachelijk avontuur meege
maakt.
Bij vallend tij is het viertal bestaande uit
den gepensionneerden U. v. d. Broeke, den
veertienjarigen H. Noort, den zestienjarigen
P. Donder en den twintigjarigen J. Hartman
nabij het Balgzand in een moeilijke positie
gekomen, daar het bootje geheel droog kwam
te liggen.
Er stond een stevige Noord-Wester, zoodat
het viertal, dat daar maar moest blijven wach
ten op toevallige hulp, spoedig verkleumd was
van de koude.
Den ouders, die in het begin niet zoo onge
rust waren over het lange uitblijven van hun
jongens, werd het tegen elven toch te machtig.
De heer Hartman ging naar den dijk, doch,
toen hij geen bootje kon ontdekken, waar
schuwde hij den schipper van de „Dorus Rij
kers", den heer Koen Bot.
Wegens het lage water was deze gedwongen
gebruik te maken van een vlet. De man moest
echter onverrichterzake terugkeeren, hetgeen
de ongerustheid der ouders natuurlijk nog
meer deed groeien.
Een visscher, de heer A. Kramer, waagde
toen een tweede poging met zijn motorvlet.
Na lang zoeken trof deze het viertal ten slotte
aan, geheel verkleumd en verregend en bracht
ze naar Den Helder terug.
Ongetwijfeld zal deze hachelijke tocht het
onvoorzichtige viertal nog lang heugen.
Tot Dinsdagmiddag vijf uur is de politie met
drie booten, tien dreggen en een net op de
Lek bezig geweest te trachten de lijken te vin
den van den dochter van den heer U. en den
heer Van S. uit Nijmegen, die bij het ongeval
op de Lek om het leven zijn gekomen.
Men is hierin echter niet geslaagd en heeft
op genoemd uur de pogingen opgegeven. Waar
schijnlijk zijn de lijken met den sterken stroom
van de rivier weggevoerd.
Schipper Ch. Vonk van de „Meafota", welk
schip met de roeiboot in botsing is gekomen
was door het gebeurde zóó getroffen, dat hij
Dinsdag de reis hij was op weg van Utrecht
naar Lobith niet heeft willen voortzetten en
bij Culemborg aan den wal is blijven liggen.
Hedenmorgen vroeg heeft hij zijn reis vervolgd.
De politie had hem reeds Dinsdagmiddag toe
stemming gegeven te vertrekken, daar schipper
Vonk op geen enkele wijze schuldig is aan het
veroorzaken van het zoo droevige ongeval.
Toen Dinsdagochtend de hulpbesteller Eenink
om zes uur als eerste op het hulppostkantoor
te Wamsveld kwam, bemerkte hij, dat het raam
van de bestellerskamer opengeschoven stond,
terwijl in de kamer de grootste wanorde
heerschte. De laatjes van de bestellers bleken
opengebroken te zijn, de kwitanties, postzegels
en briefkaarten lagen overal over den grond
verspreid, de deur van de op het kantoor staan
de brandkast bleek tevens geopend.
De brievenbesteller wekte onmiddellijk den
brievengaarder, wiens slaapvertrek aan de an
dere zijde van het hulppostkantoor gelegen is.
Deze stelde direct den gemeenteveldwachter van
een en ander in kennis. Bij het onderzoek bleek
de oude brandkast op handige wijze geopend te
zijn. Een bedrag van f 250 (de opbrengst tot dus
ver van de rijwielbelasting), wordt uit de kast
vermist. Een bedrag van f 100 dat er vlak naast
lag, hebben de dieven of de dief onaangeroerd
gelaten evenals een hoeveelheid nieuwe rijwiel-
plaatjes.
Een spoor leidde tot een in de nabijheid ge
legen oud schoolgebouw. Onder een afdak bleef
de hond staan, zoodat het vermoeden bestaat
dat de inbreker met de fiets is gekomen.
Dinsdagavond waren een jongetje van 6 en
een meisje van 2jaar uit het gezin K. te
Ulestraten op een der bovenkamers aan 't spe
len. Daarbijvonden zij in een lade een revol
ver. Het jongetje richtte het wapen op zijn
zusje. Het schot ging af en trof het meisje in
den buik. Door dokter Pinekaers uit Meerssen
werd het kind naar het ziekenhuis te Maas
tricht overgebracht, waar onmiddellijk operatief
werd ingegrepen. De toestand van de kleine is
hoogst ernstig.
Naar wij vernemen is het 672 ton groote zee-
motorvrachtschip Maraboe van de N. V. Mo
torvrachtschip Maraboe te Rotterdam, behou
dens inspectie, naar Engeland verkocht. Het
schip, dat uitgerust is met een motor van 350
PK., die het een snelheid geeft van 9 mijl, is
in 1931 gebouwd od de werf van Gebr, Pot in
Bolnes.
Andermaal was hedenmorgen het station te
Roosendaal in een groot lazaret herschapen,
waar de aankomst van de ongeveer driehon
derd zieken van de Nationale' Bedevaart naar
Lourdes werd verwacht.
De ziekentrein, die te 10.13 uur moest binnen
komen, arriveerde met ruim een half uur ver
traging aan de westzijde van het eerste perron,
waar de douane-beambten in den trein de con
trole verrichtten.
Intusschen had Z.H. Exc. Mgr. J. P. Huibers,
Bisschop van Haarlem, met zijn secretaris en
pastoor Willenborg uit Bloemendaal, aalmoeze
nier der zieken, na afscheid van de zieken ge
nomen te hebben, den trein verlaten om de
douane te passeeren.
Na op het perron nog eenigen tijd onder de
reizigers te hebben vertoefd, vertrok Z.H. Exc.
met den gewonen trein van 11.11 uur naar
Haarlem.
Binnen twintig minuten waren de douane
formaliteiten verricht en werd de ziekentrein
opgetrokken naar het oostelijk deel van het
perron, waar onmiddellijk met het uitladen der
zieken kon worden begonnen. Van hier werden
de zieken met de successievelijk binnenkomen
de treinen naar de diverse plaatsen van her
komst vervoerd.
De zieken bleken in uitstekende conditie
te zijn, behalve een der zieken, wier toe
stand hoogst ernstig was en voor wie het
ergste bij aankomst van den trein werd
gevreesd.
Korten tijd later is de ernstige zieke, mej.
v. d. Blug'ge uit Kaatsheuvel, op het per
ron overleden.
De zieken waren allen opgetogen over de
reis en over het verblijf in Lourdes.
De beide andere bedevaarttreinen, die resp.
om 11.16 uur en 11.24 uur moesten aankomen,
arriveerden vrijwel precies op tijd.
De zeereerw. pater Tijburg O.E.S.A. zal
10 Augustus veertig jaar priester zijn.
H(j werd priester gewijd 10 Augustus 1896 in
Utrecht. Na eenigen tijd in het klooster te
Woensel te hebben verbleven werd hij als
kapelaan benoemd door den Bisschop van
Haarlem te Nieuwendam (geboorteplaats van
zijneerw.) en daarna als kapelaan in de St.
Augustinusparochie Rusland, Amsterdam.
Na een tienjarig verblijf aldaar werd pater
Tijburg als leeraar aangesteld aan het gym
nasium te Eindhoven, om vervolgens weer als
kapelaan en later als prior te Utrecht (St.
Augustinus, Oude Gracht) zijn priesterlijken
arbeid te verrichten.
Reeds 23 jaar (met onderbreking van een
half jaar als pastoor te Witmarsum (Fr.),
waar z.eerw. om gezondheidsredenen ontslagen
werd) is z.eerw. daar werkzaam.
Het derde lid van art. 73 der grondwet laat
de mogelijkheid open, dat in geval van ont
binding van de Kamers der Staten-Generaal
een wet het mandaat van de nieuwgekozen
Kamers verlengt voor een termijn, die den
gewonen zittingsduur overschrijdt. De thans
voorgestelde wijziging heeft ten doel, de mo
gelijkheid van verlenging van het mandaat te
beperken tot het gedeelte van het jaar tusschen
het bijeenkomen van de nieuwgekozen Kamers
er den eerstvolgenden derden Dinsdag van de
maand September, op welken dag de normale
zittingsduur van vier jaar voor de Tweede
Kamer en van zes jaar voor de Eerste Kamer
aanvangt.
De inspecteur voor de bescherming van de
bevolking tegen luchtaanvallen heeft aan alle
burgemeesters een circulaire gezonden betref
fende een gemeentelijk luchtbeschermingsplan.
In deze circulaire deelt de inspecteur mede,
dat zoodra de Kon. Besluiten ter uitvoering
van de wet van 23 April 1936 zullen zijn ver
schenen, voor de verschillende gemeenten een
plan voor de organisatie van de luchtbescher
ming zal moeten worden samengesteld.
Voorgesteld wordt, uit de ontwerpen tot
wijziging van de grondwet den naam van het
deel van het Koninkrijk, dat de eilanden in
West-Indië omvat, te veranderen in dien van
de Nederlandsche Antillen. Deze aanduiding
verdient, in meer dan een opzicht, de voorkeur
boven den bestaanden toestand, waarbij de
naam van een der eilanden tevens de naam
van het gebiedsdeel is.