n
m
m
n
m
mm
M'■"■iHi
mm m
Combinatie van kruiswoordraadsel
en magische figuren
Schaakrubriek
Medische Kroniek
Hij praat nog sjuust 'nen Engelschman
H
i
WOORD VORMPUZZLE EEN
SUCCES
Van Houttot Fijne Kleeding
»'t Volle Profijt
ENSCHEDE, 26 AUG.-2 SEPT.
wcywm.
ZONDAG 16 AUGUSTUS 1936
ONS PRIJSRAADSEL
Speuren en zoeken naar woord
vorm en naam geeft tegelijk
oefening en ontspanning
Drie verschillende
deelen
De oplossing
t
e.
t
e
3,1
V
I set. L i. kT.m m cr o.p .p z t.z.
E. a e.e.e e.e.gg. k.k. kTT.z.z. v.
EI. aaa e k.k.kT.-C.n.n.o-.o-.j. v.v.
Et. d. d d. e e. e. e. e.ee L. L. n.p. t. x,
Ziekte en beschaving
m mm.
m.mm.
wm
irfl A* II
mSm./m.mM
I O
mWm
%m 11
n ëiy Sm.
I tof
V
UIT DE STAATSCOURANT
BRABANTSCHE BRIEVEN
Toch gaat ie veuruit,
den bakker
Ook de woordvormpuzzle van de
vorige week heeft een zeer gunstig
onthaal gevonden en ook nu bleek
weer uit de bijschriften, die wij bij
vele inzendingen ontvingen, dat dit
raadsel een aangename tijdpasseering
was.
Een üer oplossers zond ons de volgende aar
dige ontboezeming.
„Een aardig dubbel dozijntje:
Twee nummers op ieder lijntje
Zoo innig verbonden! Is 't zoeker, gedaan,
Dar. vin-je zoo prachtig in 't midden daar
staan,
Dat het niet zoo gemakkelijk was te vinden.
Toch wil ik wel graag zoo eens meer verbinden
En speuren dat zoeken naar woordvorm en
naam
Geeft werkelijk ontspanning èn oefening te
zaam!"
Naar de gegeven be teekenissen verkrijgen we
b:j onze woordvormpuzzle de volgende woord
paren.
T
O
r
n
a
d
O
P
r
e
c
h'
T
E
d
e
1
m
a
N
e
g
e
n
d
E
G
e
e
s
t
i
G
e
d
u
r
i
G
E
1
1
e
n
d
E
t
a
1
a
g
E
N
O
O
d
r
e
M
O
n
d
a
i
N
W
O
1
V
e
g
A
1
t
h
a
n
S
O
n
g
e
1
u
K
w
a
r
t
e
T
O
r
d
e
1
K
r
O
P
s
1
A
R
e
m
e
d
i
E
r
V
a
r
e
N
D
r
i
e
t
a
L
u
i
a
a
r
D
I
e
P
e
n
r
IJ
s
c
O
t
j
E
G
e
z
a
n
i
K
a
n
t
O
O
R
Zoodat de drie vertikale kolommen uit onze
opgave de woorden: TEGENWOORDIG, ON
GEMAKKELIJK en TEGENSTANDER le
veren.
Ook hier waren weer eenige variaties mo
gelijk: b.v.: in rij 3 voor gedurig: gestaag (voor
geestig: grappig was minder juist);
in ry 6 de Friesche plaatsen Wartena, War-
rega.
in rij 10 voor drietal: druppel dat was
dus wel tot- een •zeer kinine .hoeveelheid"
verminderd!
in rij 11 voor het ijscotje het ij spotje of de
ijscrême we meenden deze afwijkingen niet
als foutief te mogen aanmerken.
De vier uitgeloofde prijzen werden door het
lot toegewezen aan:
W. M. G. v. d. BERG, Bussum,
F. VAN MEEUWEN, Anjelierenlaan 12,
Aei denhout
,afci
Mevr. W. VAN VEENENDAAL, Begoniastr. 12,
Utrecht
J. v. d. WEETERING, Pienemanstraat 1II,
Amsterdam-Z.
Het nieuwe raadsel
Als nieuw raadsel geven wij nu een Augustus,
nummer met een combinatie van een kruis
woordraadsel en magische figuren
i
s
7
3
9
10
u
r
ir
MT
li
S3
'V
IS
ié
'1
IS
'9
Zo
2j
22
23
UT
I
cL
*7
7TL
2S
y
3
30
31
n
J5
JT
oL
j
M,
y»
V'
yi
W
vs-
vL
V9
SB
SC
Deze opgave bestaat uit drie deelen:
A op de vier hoeken magische kwadraten:
de 16 letters, voor elk dezer kwadraten I. II.
Ill en IV gegeven, moeten dus zóc worden
geplaatst, dat in de 4 horizontale rijen, boven
te beginnen, dezelfde woorden komen als in
de 4 vertikale rijen, links te beginnen. (Zie
de gegeven letters onder de figuur).
B in het midden een magisch kruis, waarin
dus uit I, II en III van boven naar beneden
drie woorden van 9 letters komen, die zich ook
uit I, II en III van links naar rechts vertoo-
3
nen. Deze drie woorden noemen Nederland-
sche plaatsen:
uit I een onzer groote handelssteden;
uit II een plaats in Noord-Holland,
en uit III een plaats in Gelderland.
C de rest is het kruiswoordraadsel
Horizontaal
1 familielid, 4 loofboom, 7 galerij aan een
woning, 9 ernstig, 10 deel van scheepsmast,
12 voorzetsel, 13 vermogen om te spreken. 16
geestelijke in klooster, kapel, enz. 20 familie
lid, 21 wanneer, 22 groote vervoer-ondeme-
ming, 23 familielid, 24 zangstem, 26 verloren,
verdwenen, 27 „en anderen", 28 wetenschap
pelijke titel, 29 een tweede wetensch. titel, 30
ieder, 32 voorzetsel, 33 familielid, 36 vrouw uit
den Bijbel, 39 bijwoord van plaats, 40 woolijk,
opgewekt, 41 stad in Spanje, 42 lengtemaat,
43 de oudere. 44 plaats in Gelderland. 47
radio-draad, 50 strik, snoer, 51 metaal
Vertikaal:
1 alom, 2 persoonlijk voornaamw. 3 vlakte
maat, 4 nauw, smal, 5 hetzelfde, 6 vloerkleed,
8 voertuig, 11 groote bijl, 12 „bid", 13 land
bouwgereedschap, 14 stad in Italië 15 water
in Noord-Brabant, 17 vennoot, 18 beleid, na
denken, 19 spinneweb, 25 hoop, stapel. 26 vra
gend voornaamw., 29 onwetend. 31 vogel, 33
deel van den Bijbel, 34 voetklavier. 65 be
hoeftig, 36 stad in Duitschland, 37 dikhuidig
zoogdier, 38 reeds, 44 schilderstuk 45 lid
woord, 46 boomloot, 43 bijwoord van tijd, 49
onze Oost.
Natuurlijk zijn er, zooals altijd, weer vier
aardige prijzen, die onder de inzenders van
een goede oplossing zullen worden verloot.
Oplossingen tot Donderdag 12 uur aan den
heer G. M. A. Jansen, Ruysdaelstraat 60,
Utrecht.
want kunstzijde is de geweven
bouillon van hout. Dit proces:
van Hout tot Kunstzijde, van
zaagsel tot shirtje, kunt gij zien
in een der hoofdafdeelingen van
Dat er van een eierenkist een
schattig omslagdoekje wordt
gemaakt, en van een oude
piano een flatteus mutsje
het is geen filmtruc
maar pure werkelijkheid I
Ziet de wondere fabricage ..Van Hout tot fijnste KleedingKunstzijde
fabriek: Alpas-Confectiefabriek. complete Stoomwasscherij. Brecklenkamp
..Van Vlas tot Linnen". Doorloopend iederen dag charmante modeshow.
12 voortreffelijke mannequins toonen U internationale modellen - herfstmode
'36 - vervaardigd door de fijnste Nederlandsche mode-industrie. Aparte
hallen: Handel - Electro - Verkeer. Actueele detail-demonstraties en
noviteiten. Bakkerij en Banketbakkerij. Electric.-keuken. O.P.C.-Eierpak-
bedrijf (100.000 eieren op de loopende band). Demonstratie-Park Land
bouwwerktuigen. Zuivelbar, Philips Cineac. Enka klankfilm. Jachtpaviljoen.
- Neerlands Bodem - Neerlands kracht. Model-Boerderij (18 h.a.) totaal 16
groepen 300 stands 16 model-bedrijven in volle werking. Keurcollecties
Rundvee. Paarden en Varkens uit geheel Nederland in den specialen show-
ring. Extra expositie: ..Enschede-in-den-loop-der-tijden". In het aan
grenzend Rijksmuseum: Dieren- en Landschapschilderijen van bekende
meesters. Verrukkelijke Tuinbouw-groep. Rosarium. Rotstuin. Orchideeën.
Floraliadag. Terrein hartje stad. Weer of geen weer. U is prima verzorgd.
1.000.000 kaars illuminatie en voor ontspanning ..De Vrolijckc Hoek".
29-30 Aug. Concours-Hippique (eerste klas) met groot Spring-concours
én met Duitsche Hengsten-parade. (geen extra staanplaatsen entree).
31 Aug. Intocht Graaf Floris V annex Middeleeuwsch Tournooi- ea
Steekspel.
Verloting Min. v. Justitie v. 3 April "36 no. 819 2e afd. A
REIS-ROND-DE-WERELD (F 6000.-)
Hoofdprijs: 16 STAMBOEKKOEIEN (F 6000.-)
'T VOLLE PROFIJT-HUIS (F 6000.-)
In totaal 600 (zeshonderd) degelijke en waardevolle prijzen.
Volle Profijt-Loten F 0.60 Trekking 12 Sept.'36
Loten bij alle kantoren Amsterdamsche Bank. Incasso-Bank.
Middenstands-Bank. K.L.M.-Bureaux. Kranten-Kiosken, vele
Boerenbonden. Boerenleenbanken. Postwissel Volle Profijt's
Giro 279800 Enschede. Bur. Molenstr. I. Telef. 5200
Met de beschaving veranderen ook de
ziekten. Een epidemie van typhus en
cholera zou in West-Europa eenvoudig
als de schuld van de regeering worden aange
merkt, omdat immers de hygiënische maatre
gelen, om de uitbreiding dezer ziekten te voor
komen, bekend zijn en ook practisch doorge
voerd kunnen worden. Met de pokken is het
eveneens zoo gesteld, doch helaas hebben hier
de regeering en de Tweede Kamer zich laten
verleiden om den vaccinatiedwang op te heffen,
zoodat het gevaar voor pokkenepidemie weer
grooter wordt.
Nog in den Fransch-Duitschen oorlog stier
ven er meer soldaten aan de pokken dan aan
den vijand. Zoo ziét men dus eenige der meest
beruchte epidemische ziekten beteugeld, omdat
eenerzijds de juiste wijze van bestrijding be
kend is; anderzijds de taak der autoriteiten
ook deze bestrijding omvat.
Natuurlijk hebben de autoriteiten steeds dezen
plicht gehad en ook in vroegere eeuwen heb
ben .zij zich zoo goed als het ging van deze
taak gekweten.
Om het belangrijkste voorbeeld te noemen:
in de middeleeuwen is door eeuwenlang voort
gezette maatregelen de zeer verspreide me-
laatschheid onderdrukt, zoodat men thans
meestal denkt, dat het een uitsluitend Ooster-
sche ziekte is.
Hoe de ziekten wisselen, blijkt ook uit het
verdwijnen van de bleekzucht, een vroeger zeer
verbreide bloedziekte onder de vrouwen. In
mijn jeugd hoorde ik dezen naam nog vaak
noemen, en thans is zelfs de naam zoo goed
als uitgestorven.
De Engelsche ziekte is een aandoening van
den kinderleeftijd die in de 19e eeuw opkwam,
en vooral eerst in de industriestreken van
Engeland werd waargenomen. Toen immers
kwam een groot gedeelte der bevolking in
ellendige krotten te wonen, er werd onmogelijk
lang gewerkt, de vrouwen moesten eveneens in
de fabriek werken; licht en lucht voor de kin
deren ontbraken door de slechte huisvesting, de
armoede, en door den arbeid der moeders. De
opkomst der Engelsche ziekte valt dus samen
met de opkomst -van het ongebreidelde kapita
lisme.
De invoering van de sociale verzekering, dat
groote lapmiddel van den economischen chaos,
heeft eveneens aan een nieuwe ziekte het aan
zijn gegeven, en wel de renteneurose. De inva
liditeitsverzekering immers geeft, hoe goed be
doeld zij ook is, eigenlijk een soort premie op
het niet meer kunnen werken. De vrees, het
werk niet meer te kunnen verrichten, of mis
schien ook het heimelijk verlangen, niet meer
te werken, heeft duizenden rentetrekkers
levenslang ziek gemaakt.
Sigirist, een groot kenner van de geneeskun
dige geschiedenis, zegt dat in de middeleeuwen
de collectieve ziekten overheerschend waren,
zooals epidemieën van pest en melaatschheid,
terwijl in de Renaissance, die veel meer indivi
dualistisch is, de syphilis op den voorgrond
komt, die een individualistische ziekte is.
In den tijd van de barok, de zeventiende
eeuw vooral, komen eenerzijds ziekten uit ge
brek voor, zooals scheurbuik, en anderzijds
ziekten uit weelde, zooals het pootje, de water
zucht, en de hypochondrie.
In den tijd van de romantiek komt dan de
tering: men vindt het mooi, om bleek te zjjn.
En tegenwoordig zijn het vooral de ziekten
van het centrale zenuwstelsel en het sympa
thische zenuwstelsel, die de levenskracht van
de christenvolkeren ondermijnen. Het zijn
vooral de neurosen, die de aandacht getrok
ken hebben; iedereen weet er van en ledereen
praat er over. De namen van de beroemde
zenuwartsen zijn even bekend als die dter
groote schrijvers; Freud, Adler, Jung, Künkel,
Stekel enz. enz. Het zijn ziekten van onzeker
heid: de traditie is losgelaten, de familieban
den verbroken, niemand vindt meer zijn levens
loop duidelijk aangegeven, en bovenal is de
levenswijze der moderne menschen geheel en al
onnatuurlijk. Vandaar dat men dan ook ruim
verspreid ziet de neurasthenie, de psychasthe
nic, en de obsessie, terwijl de hysterie niet min
der voorkomt dan vroeger.
Cassel zegt in zijn boek: „De onbekende
mensch", dat er in den huidigen tijd vooral
degeneratieziekten voorkomensuikerziekte,
arteriosclerose ziekte van Basedow en de neu
rosen.
Zeker is het, dat de verspreiding dezer ziek
ten, voorll van Basedow en de neurose niet
eerder zal beperkt worden, dan dat de levens
wijze der menschen weer verandert, m.a.w. dat
de menschen weer meer in dorpen zullen gaan
wonen. Zooals het leven in de moderne groote
steden thans is, is het een dwaasheid en een
vloek.
De sociale hygiëne moet die richting uit, en
niet zooals het nu is, zich in hoofdzaak bezig
houden met het draaglijk maken van het stads
leven, door vacantiescholen, medisch school
toezicht, bestrijding van krop, kortzichtigheid,
tuberculose, ondervoeding enz. enz.
Ik voor mij geloof, dat de industrieele lan
den de degeneratie van hun bevolking voor-
loopig niet te boven zullen komen, en dat de
toekomst is weggelegd voor de landbouwende
landen, het Oosten en Zuiden van Europa.
Duitschland heeft dit begrepen en maakt het
leven op het land economisch weer mogelijk.
Maar in Nederland is het er voor de bevolking
Alle correspondentie betreffende deze ru
briek gelieve men te zenden aan Jos. Duvergé,
Korte Prinsengracht 55, Amsterdam.
PROBLEEM NO. 35
A. TEBBEN ,TE AMSTERDAM
Eerste publicatie
abcdefgh
Wit geeft mat in drie (3) zetten.
PROBLEEM No. 36
J. P. COPPENS TE AMSTERDAM
Eerste publicatie
m Wm mm
abcde fgh
Wit geeft mat in twee zetten.
Oplossingen gelieve men voor 28 Aug. a.s. in
te zenden.
GROOTE BONDSWEDSTRIJDEN
TE UTRECHT
Prins, de winnaar van den eersten prijs in
de hoofdgroep van de Bondswedstrijden te
Utrecht, speelde in de volgende partij op 1. d2
d4 het weinig gebruikelijke c7c5; een ver
dediging door Ben Obi in 1825 geanalyseerd.
Door fel spel verkreeg Prins spoedig een aan
val op den damevleugel, die later verlegd werd
naar het centrum, gevolgd door het gefor
ceerde openen van de a-lijn, waardoor zwart
een toren in het vijandelijke spel kon brengen.
De zwakke 25e zet van wit, verhaaste voor Mul
der het verlies der partij.
Wit: E. Mulder. Zwart: L. Prins.
1. d2—d4, c7—c5; 2. Ö4d5, e7—e5; 3. e2—e4,
d7— dü; 4. f2—f4, e5xf4; 5. Relxf4, Pg8—e7;
6. Pblc3, Pe7g67. Rf4—g3, Rf8—e7; 8,
Rflbö'i', Rc8d79. Pgl—f3, 0—0; 10. 0—0,
Rd7xb5; 11. Pc3xb5, a7—a6; 12. Pb5—a3, b7—
b5; 13. c2—c4, Re7—f6; 14. Tal—bl, b5—b4;
15. Pa3c2, Tf8e816. Ddl—d3, Dd8—e7; 17.
Tfl—el, Pb3d718. Tel—e2, Pd7—e5; 19.
Pf3xe5, Rf6xe5; 20. b2—b3, a6—a5; 21. Tbl
fl, a5—a4; 22. Tfl—f5, a4xb3; 23. a2xb3,
Ta8a2; 24. Dd3—f3, Te8—a8; 25. Rg3xe5,
Pg6h426. Df3—g4, Ph4xf5; 27. Re5—f4,
Ta2 xc228. Te2xc2, De7xe4; 29. Tc2—cl,
Pf5—dl Dreigt Pe2t. Wit gaf de partij op.
Eindstand
van het platteland veel slechter mee gesteld,
eenerzijds door de vreemde landbouwpolitiek,
anderzijds door de lage steunbedragen op het
platteland, ook doordat de belastingen, in het
platteland opgebracht, in de steden uitgegeven
worden. Zoo dwingt men de menschen naar dé
steden, waar zij hun geestkracht verliezen,
doodgetoeterd worden door radio en bioscoop,
en zeer snel, in steeds grootere hoeveelheden
aan zenuwziekten ten prooi vallen. Hoeveel
tramconducteurs hebben het al niet te pakken!
De steden moeten weer tot een juiste pro
portie worden teruggebracht; nu zijn het zeeën
van steen. Zoo brengt elke beschavingsperiode
zijti eigen ziekten mee; de tegenwoordige niet
de minste.
Dr. TH. H. SCHLICHTING
mm b_
abcde
fgh
OPLOSSINGEN
Van probleem No. 29 (B. Todemann en M. D.
L. Artz) 1. De6 dreigt 2. Dxf6 mat. Mooie va
rianten als de halfpion in werking komt; 1
Pxc4 of Pxd3; 2. Pc2 mat en 1Txd3;
2. Rxb2 mat.
Van probleem no. 30 (A. J. Deutekom te
Schagen) I. Pa7 dreigt 2. Pc6 mat. Dit pro
bleem kwam op de vierde plaats, in den Com
positie-wedstrijd, SpanjeNederland 1935, the
ma Spanje. De zeer fraaie thematische varian
ten zijn: 1d6d5; 2. Dxd4 mat en 1
e4e3; 2. c3xd4 mat.
1. Pd4: wordt weerlegd door d5 of e3; 1. Pd6:
is zonder dreiging en kan daarom niet tot het
doel leiden. 1. cxd4t stelt den eigen koning
in schaak. Op 1. Ka4 volgt Rb6.
Goede oplossingen van no. 29 en 30 ontvan
gen van: W. J. Depla te Kortrijk (van no. 27
t/m 30); H. J, Schot te Sloten, N.-H.; J. Coo-
len te MierloHout; W. Rosenhart te Haar
lem; F. C. Laas te Alkmaar; M. de Leeuw te
Laren; N.-H.; J. v. d. Zalm en N. P. A. Velze-
boer, Theologicum te Warmond; G. Boot, G.
L. de Zwart, G. J. van Tongeren en B. H. M.
Stevens te Heemstede; G. C. Jansen, J. P.
Rietbergen en J. G. Wigman te Arnhem; Ant.
A. Haarmans te Utrecht; P. Andriesma te
Heerlen; H. C. M. te A.; A. Trompetter te Ter
Apel; J. G. H. B. te St. Nicolaasga; D. de
Jong te Bussum; J. A. Rohde te Oude Niedorp;
C. Ruëdisuëli te Santpoort; L. P. Koelemij te
Bloemendaal en Th. J. A. Vrede te Apeldoorn.
Van de volgende lezers te Amsterdam: C. J. v.
Amesfoort, L. v. d. Bergh, A. L. van Item; J.
B. Renckens, J. P. Coppens, W. G. Harmse, G.
Th. J. Steverink, C. A. van 't Hof, P. Versteeg,
C. Hartog, A. Kluijskens, J. v. d. Abeelen, Chx.
J. Brandjes en J. en P. van Wonderen.
Van no 29: Th. G. Brandts, H. Lauxtermann,
J. Deurlo, W. C. J. Schouten te Amsterdam; J.
C. Nobels te Baarn; Joh. H. Heystee te Hil
versum; D. Janse te Bloemendaal; Pastoor
Ratté te Grootebroek. Van no. 30; Henny
Kruiper te Wolvega.
CORRESPONDENTIE
J. D. te A. Wij hopen dat no. 30 u thans
duidelijk is!
P. V. te A. Een probleem dat in twee zetten
is op te lossen, kan geen driezet zijn. Een drie-
zet moet gebaseerd zijn op een combinatie van
minstens drie zetten, maar ook niet meer.
A. A. H. te U. U ziet het juist in: aan een
goed probleem worden hooge eischen gesteld.
Bij meer routine gaat het gemakkelijker een
probleem samen te stellen,
W. J. C. Sch. te A. Een pion, die promoveert,
kan veranderd worden in een stuk naar keuze,
in de eigen kleur. Daardoor kunnen bijv. twee
dames, drie of vier torens enz. van één kleur
op het bord komen. In een probleem is alles
geoorloofd dat in het partijspel gebeurt. Het is
echter onaesthetisch met schaakgeven te be
ginnen, vluchtvelden aan den witten koning
te ontnemen of een stuk hooger in waarde dan
een pion met den sleutelzet te slaan.
Herkenningsteekens voor lesauto's
In een adres aan den minister van Water
staat heeft de K. N. A. C. verzocht om over
te gaan tot invoering van een eenvormig ken-
teeken voor auto's, welke worden gebruikt voor
opleiding van of het les geven aap aspirant be
stuurders.
Bedoeld eenvormig kenteeken zou aan de
voor- en achterzijde van den auto moeten zijn
aangebracht, bij duisternis verlicht en voldoen
de duidelijk moeten zijn. Het zou b. v. kunnen
bestaan uit een oranje ronde plaat met zwar
te letter L.
Onderscheiding
Bij K. B. van 11 Juli 1936 is de eeremedaille
der Orde van Oranje-Nassau in zilver toege
kend aan A. C. Rouw, werkend lid van de mu-
ziekvereeniging De Volharding te Zaamslag.
Menier,
We zijn hier 'n bietje
uit onzen doen. Ul-
venhout mist den
bakker, den Fielp. Ge
mot nie vergeten, amico, daar ztjn hier heele ge
slachten die Ulvenhout nooit anders gekend heb
ben dan mee den Fielp op den dorpsweg. Zijn
kolossale, zijn massale verschijning in 't witte
bakkersjaske en de blaauw-linnen broek is 'n
figuur op 't dorp als, als, 'k zou willen zeggen
als den meulen, of als den kerketoren. Zoolang
ze 'r staan, ziet ge ze nie, maar als ze plotse
ling weg waren, ge zou die beelden uit oew
dorpke elke minuut van den dag missen,
't Gaat gelukkig goed, mee 'm.
Ons dokterke doet wat ie kan!
Trui zee van den middag, als ik thuis kwam:
„hij is vandaag twéé keer bij 'm geweest." En
ik begreep zóó wel, wat ze bedoelde, want eiken
dag brengt Trui op die manier rapport uit, als
ik mee den gróentenwagel thuiskom.
Ze drukte mee 'n bietje plazier op dat „twee"
Want daar warenal dagen geweest, dat den
dokter vier, vijf keeren was gepasseerd mee
z'nen auto, als ik 's middags thuiskwam. En
dan dikwijls, 's avonds kort veur bedtijd, hoor
den wij 'm nóg 'ns gaan; wij kennen den dok
ter z'n wageltje aan 't gerucht. Elk dingske
heeft zoo z'n eigen „stem", niewaar, zijnen
eigen „gang".
't Gebeurt heel dikwijls, als Trui en ik zoo
's avonds ons krantje zitten te lezen, de
avonden zijn kil van den zomer, dat Trui
dan zoo ineens zegt: „hoor ze bij Verdaasdomk
'ns laat aan 't werk zijn, Dré." En als ik dan
efkens luister, dan hoor ik Verdaasdonk z'n
pomp piepen.
'n Oogenblikske later, midden in 'n Olym
pisch heldenfeit, want veul meer staat er in
de kranten nie in, dan Trui weer: „sode-
pin, wa's den Nol laat terug van de markt." En
dan hoor 'k 't gedokker van Nol Damen zijnen
wagel, waarmee Trui 'm 'smergens naar de
verkensmarlct zag rijen.
Vijf minuten later, midden in 'nen massa
priestermoord of andere Spaansche Regeerings-
daad, dan is 't weer: „Driek Frijters schijnt
ook goeien zin t'hebben!" Dan passeert onzen
postbooi al fluitend óp de fiets. Of: „ja, ja,
den baron schijnt thuis te zijn van z'n vacan-
tie!" Dan rammelt er 'n heel ouw race-wagel-
tje over de keien.
Neeë, amico, Trui en d'andere dorpelingen
ook, die hoeft nie veur 't raam te zitten, om de
passage over den weg te kunnen volgèn, horrei
Maar om dan terug te komen op den Fielp:
hij wordt hier erg gemist. Alle vergaderingen
zijn uitgesteld, 't Manvolk is dus veul meer
thuis, dan ooit 't geval was. Want den Fielp is
'nen „Gemeenschapsmensch", om 't zoo 'ns op
z'n nieuwerwetsch te zeggen! Hij is 'nen veur-
stander van 't vereenigingsleven. Want ge weet,
amico: „Hulvenout mot hekselsior!" z'n stop
woord, waar ie al z'n redevoeringen mee begint
en mee eindigt.
Dat weten ze zelfs al in 't Buitenland!
Want onderlest, als we mee 'm in Antwerpen
waren, op 'n potverteerfuifke van de prop-
club, dan sprak ie daar in den Antwerpschen
restaurant 'n redevoering uit aan ons tafeltje,
aan ons tafeltje van vijf man, zóó vurig, zoo
geestdriftig, dat op 't lest al 't volk in den
restaurant ging recht staan en meebrulde:
„Hulvenout mot excelsior!"
Daar was er geenen eenen, die wist wat „Hul
venout" nou eigenlijk persies veur iets was!
Want op 't lest kwam er mij eenen vragen:
„allez, menier, da 's zekers 'nen merveljeuzen
Skiedammer, 'n nieuw merk, dieën Huulven-
oud?" En als ik den Vlaming dat 'ns aan den
Fielp liet vragen, dan deed ie z'n oogen dicht,
kneep in z'n vuisten en 'n bietje bleek en
heesch noodigde-n-ie den Vlaam aan ons ta
feltje, om 'm 'ns percies, en „aarfijn" te ver
tellen, wat Ulvenhout „hallemaal" was! En als
den Fielp daar na 'n half uur mee gereed was,
dan zee den Vlaming 'n bietje spijtig en mee
den vuist op tafel; „Nonde, da'kikke dat nooit
geweten heb, nie! 'k Heb altij gepeisd: Amster
dam was de schoonste stad van den Ollandais!
Mieltonnèèr, wat kan den mensch ambuis zijn,
menier van den Fieliep!"
Den Fielp was wel efkes beteuterd van z'n
„succes", hij knipte tenminste nog al mee z'n
oogen en verdachte zenuwtrekskes schokten
over zijnen kop, maar hij herstelde z'n eigen
deur nóg 'n aanspraak te houwen en die was
van zo'nen aard, dat den Blaauwe van trotsig-
heid 'n rondje weggaf (uit den pot tenminste)
aan heel den restaurant! Als den Fielp betaald
had, dan glansde-n-er 'n bietje gif in z'n oogen
als ie aan den Blaauwe zee: „nou kunnen we
'en dag vroeger naar huis, millioennair!"
„Zit dan vernolle nie zoo op te scheppen,
vrekten leugenèèr," verdedigde den Blaauwe z'n
eigen: „wanneer ik mee den Loco-Burgemees
ter van de schoonste gemeente van Nederland
uit ben, dandannouja, dan blijf ik in
den stijl!".
Afijn, basta!
Ik wil dan maar zeggen: den Fielp lééft veur
z'n dorpke. Dagelijks hamert ie (als veurzit-
ter) veur de belangen van Ulvenhout. En als
zoo'nen mensch dan plat komt te liggen, allez,
dan is dat 'n dorpsgebeuren, wat gij maar am
per zult kunnen beseffen.
Nie alleen 't manvolk, ook 't vrouwvolk on
dergaat de gebeurtenis. Want ge verstaat: als
den man b.v. tien, twintig jaren allen Maan
dag-, Dinsdag-, of anderen avond van de week
naar „de vergadering" was, dat dan de vrouw
óók zoo'nen avond op d'een of andere manier
bezet had. De een om dieën avond al 't verstel
werk 's prontjes te doen, d'andere om te strij
ken, de derde om te gaan buurten bij 'n ge
trouwde dochter, de vierde om te werken in den
missienaaikring, enz. enz. En al hebben ze dan
jaren op den Fielp 'gescholden, dat ie „m'nen
vent altij den huis uittroggelt," nou ervaren ze
toch, die wijven, dat er ook 'nen goeien kant
aanzit, om 'ns een avondje veur oew-eigen-
alleen t'hebben!
Ook den Raad mist 'm. Allicht! Driehonderd
pond meer of minder Edelachtbaarheid in ons
Gemeenteraadje is gaauw te merken! Maar dat
nie alleen, natuurlijk. De debatten zijn veul
korter! De sigarenkist gaat veul minder rond,
want Fielp den nestor treedt altij zoo'n bietje
vaderlijk op. En dan als 'nen „goeien pa", die
op 'n (gemeente-) sigaar meer of minder nie
letten wil. En meer nog: hij komt als bakker
zoowat huis-aan-huis. Hij kan oe persies ver
tellen wat er in elk huishouwentje rondspookt,
op sommigte punten kent ie dat nog beter
dan menier pastoor. Hij kent de gebreken van
't dorp zóó, dat er geenen plas staat, of hij
weet prompt waar zoo'n mankement vandaan
komt. Geen twee akkers, of hij zal oe percies
weten te vertellen waar de grens van Boer
Zus en Boer Zoo is. Geen vereeniging, of hij
veurzittert ze. Daar kan dus weinig in den
Raad ter tafel komen of den Fielp komt na
de debatten op de proppen met z'n „de kwetsie
is deuze" en dan pakt ie de „kwetsie" zoo sje-
cuur bij 't nekvel vast, of 't 'n konijntje is, dat
ie efkens slacht, opensnijdt en van buiten en
van binnen laat bekijken. Dan zee-t-ie ineens'
„allez, Tïnus, gij rookt nie" (hij alleen spreekt
ze daar allemaal mee den veurnaam aan) „en
gij ook al nie, Chef," dan tracteert ie gaauw
efkens op 'n sigaar, merk „onvoorziene uit
gaven" en zijn veurstel gaat er deur, mee al-
gemeene stemmen. Wil ie geren 'n schoon ver
slag in de krant van z'n redevoering, dan geeft
ie den kist, merk O.U., óók deur naar de pers
tribune, mee de woorden: „allez, mannen van
de krant, stikt ok 's op, da schrijft makkelij
ker!"
Waarmee ik maar zeggen wil dat zelfs de
krant er onder lijdt, want 't gemeenteraads-
verslag van Ulvenhout was den vorigen keer
't aankijken nie weerd; tien regeltjes, anders
twee kolommen omtrent! En als ie 'n subsidie
verdedigt van een van z'n vereenigingen, nou,
dan is 't wel 'n heele pagina in de krant, ein
digend met „U. m. E.!" Want „Ulvenhout mot
excelsior," wordt deur de krantenmannen al
jaren afgekort.
„Maar hoe is 't nou mee den Fielp z'n ziekte
gesteld?" zult ge eindelijk wel 'ns willen weten,
amico
Ik ben bij 'm geweest. Hij mag weer bezoek
hebben.
Z'nen mond staat altij nog nie op z'n plek.
En lijk den Blaauwe zee: „hij praat nog sjuust
'nen Engelschman. Ge verstaat 'm nie en tel
kens als ie wat zegt, dan.dan," zee den
Tiest: „dan meugt ge wel 'n perepluu opste
ken
Toch gaat ie veuruit, den bakker. Bewuste
loos is ie al lang nie meer en hij kijkt frisch
uit z'n oogen. Hij zit in bed, mee 'n ijszakskc
op z'n hoofd. Z'nen rechterarm is nog wat
lam, maar hij zit heele dagen te oefenen daar
mee. Hij knijpt z'n vingers in malkaar, strekt
ze weer uit, beweegt den arm met zijnen goeien
linkerarm op-en-neer tot ie moei wordt en in
slaap valt, om daarna weer overnieuw te be
ginnen mee de oefeningen. Hij wil en hij zal
beter worden, dus wordt ie beter! Dat zee
den dokter ook. Alleenof ie den ouwe weer
wordt
Kee, z'n vrouw, is de kalmte eigens. Ze
voeiert 'm, uren aan 'n stuk, want 't meeste
valt er neffen. ,,'n Bordeke soep duurt ander
half uur," zee ze. ,,'t Mot mee 'n theelepeltje
gebeuren en dan wordt ie wel 'ns ongeduldig,
zoodat 't lepeltje heelegaar in z'nen mond
schiet. Dan pakt ie de lei en schrijft er mee
z'n linkerhand op: „de pollepel!!!!"
Maar Kee is de geduldheid eigens! Nou 't ge
vaar geweken is, is zedenk er geen kwaad
van, amico! is ze bekans content, veur 't
eerst in den achtendartigjarigen trouw heeft
ze d'ren Fielp veur d'r eigen alleen. Veur 't
eerst kan ze 'm nou 'ns verzurgen, zee ze teu
gen me.
Want ja 'nen „gemeenschapsmensch", 'n
trouw vereenigingenlid is meestentijen nie pre
sent in de echtvereeniging. Ook den Fielp kan
nie ieverans tegelijk zijn, zoodat z'n Kee acht
endertig jaren lang alleen was. En den Fielp?
zult ge denken: hoe stelt die 't nou ie zoolang
aan één stuk thuis mot zijn? Amico, ik geloof
dat ie veur 't eerst thuis begint te wennen.
Want toen ik eergisteren weer 'ns bij 'm
was, toen lag ie daar veul rustiger onder de
beblomde deken in de bedstee, dan d' eerste
dagen! In 't begin lag ie zoo te woelen, dat
z n „ijsmuts" telkens neffen 'm rolde. Want
dat ding heeft er veul moeite mee, om op die
groote kale vlakte van z'nen kop stand te
houwen. Maar nou weet ie al aardig mee dat
gummi-petje te excerceeren.
En als ie daar in die bedstee zoo halvelings
rechtop zit tusschen de kussens, veurzichtig
draaiend mee z'n hoofd, vanweuge 't „ijspetje"
en hij geeft z'n „horders" op de lei, dan is 't
sjuust zoo in z'n witte slaaphemd mee de halve
mouwkes, waaruit 'n paar kolossale armen pui
len, wit en rond als verkenshespen, of daar de
Keizerin van Siam zit, de Staatszaken al weer
regelend, na 'n veurspoedige bevalling!
Waar zal 't op uitdraaien mee 'm?
't Gemeentebestuur, 't Kerkbestuur, de dor
penaren, 't heele vereenigingsleven, iedereen
en alles mist den Fielp, die nou „regeert" mid
dels de lei en 'n stukske biljartkeu-krijt.
Van de week, als ik 'm zee dat de schutters
feesten waren uitgesteld, wachtende op hum,
dan gaf ie me de lei aan, die 'k vast moest
houwen en hij schreef er op: „Motten deur
gaan, ezelstraal
Bij 't vierde uitroepteeken drukte-n-ie de
lei uit m'n handen en 't krijt kapot.
Als de lei weer rechtop in m'n handen stond,
dan teekende-n-ie drie groote drukletters:
U. M. E.
Toen ik weer wegging en 'm de linkerhand
drukte, toen zat er 'n bietje triestigheid in z'n
oogen. Nog efkens moest ik de lei aangeven en
hij schreef: „Komt gullie Zondag hier prop
pen!!!"
Ik keek 'm 'ns vragend aan en hij schreef
weer: „zetten dan' tafel aan bedstee. Ik kijken.
Gullie kaartspeulen." Zoodat, amico, a.s. Zon
dag gepropt wordt bij den Fielp z'n bedstee
Ge hoort er nog meer van, natuurlijk!
Veul groeten van Trui en als altij geen
haarke minder van oewen
t. a v.
DRÉ.