n m m n m mm M'■"■iHi mm m Combinatie van kruiswoordraadsel en magische figuren Schaakrubriek Medische Kroniek Hij praat nog sjuust 'nen Engelschman H i WOORD VORMPUZZLE EEN SUCCES Van Houttot Fijne Kleeding »'t Volle Profijt ENSCHEDE, 26 AUG.-2 SEPT. wcywm. ZONDAG 16 AUGUSTUS 1936 ONS PRIJSRAADSEL Speuren en zoeken naar woord vorm en naam geeft tegelijk oefening en ontspanning Drie verschillende deelen De oplossing t e. t e 3,1 V I set. L i. kT.m m cr o.p .p z t.z. E. a e.e.e e.e.gg. k.k. kTT.z.z. v. EI. aaa e k.k.kT.-C.n.n.o-.o-.j. v.v. Et. d. d d. e e. e. e. e.ee L. L. n.p. t. x, Ziekte en beschaving m mm. m.mm. wm irfl A* II mSm./m.mM I O mWm %m 11 n ëiy Sm. I tof V UIT DE STAATSCOURANT BRABANTSCHE BRIEVEN Toch gaat ie veuruit, den bakker Ook de woordvormpuzzle van de vorige week heeft een zeer gunstig onthaal gevonden en ook nu bleek weer uit de bijschriften, die wij bij vele inzendingen ontvingen, dat dit raadsel een aangename tijdpasseering was. Een üer oplossers zond ons de volgende aar dige ontboezeming. „Een aardig dubbel dozijntje: Twee nummers op ieder lijntje Zoo innig verbonden! Is 't zoeker, gedaan, Dar. vin-je zoo prachtig in 't midden daar staan, Dat het niet zoo gemakkelijk was te vinden. Toch wil ik wel graag zoo eens meer verbinden En speuren dat zoeken naar woordvorm en naam Geeft werkelijk ontspanning èn oefening te zaam!" Naar de gegeven be teekenissen verkrijgen we b:j onze woordvormpuzzle de volgende woord paren. T O r n a d O P r e c h' T E d e 1 m a N e g e n d E G e e s t i G e d u r i G E 1 1 e n d E t a 1 a g E N O O d r e M O n d a i N W O 1 V e g A 1 t h a n S O n g e 1 u K w a r t e T O r d e 1 K r O P s 1 A R e m e d i E r V a r e N D r i e t a L u i a a r D I e P e n r IJ s c O t j E G e z a n i K a n t O O R Zoodat de drie vertikale kolommen uit onze opgave de woorden: TEGENWOORDIG, ON GEMAKKELIJK en TEGENSTANDER le veren. Ook hier waren weer eenige variaties mo gelijk: b.v.: in rij 3 voor gedurig: gestaag (voor geestig: grappig was minder juist); in ry 6 de Friesche plaatsen Wartena, War- rega. in rij 10 voor drietal: druppel dat was dus wel tot- een •zeer kinine .hoeveelheid" verminderd! in rij 11 voor het ijscotje het ij spotje of de ijscrême we meenden deze afwijkingen niet als foutief te mogen aanmerken. De vier uitgeloofde prijzen werden door het lot toegewezen aan: W. M. G. v. d. BERG, Bussum, F. VAN MEEUWEN, Anjelierenlaan 12, Aei denhout ,afci Mevr. W. VAN VEENENDAAL, Begoniastr. 12, Utrecht J. v. d. WEETERING, Pienemanstraat 1II, Amsterdam-Z. Het nieuwe raadsel Als nieuw raadsel geven wij nu een Augustus, nummer met een combinatie van een kruis woordraadsel en magische figuren i s 7 3 9 10 u r ir MT li S3 'V IS ié '1 IS '9 Zo 2j 22 23 UT I cL *7 7TL 2S y 3 30 31 n J5 JT oL j M, y» V' yi W vs- vL V9 SB SC Deze opgave bestaat uit drie deelen: A op de vier hoeken magische kwadraten: de 16 letters, voor elk dezer kwadraten I. II. Ill en IV gegeven, moeten dus zóc worden geplaatst, dat in de 4 horizontale rijen, boven te beginnen, dezelfde woorden komen als in de 4 vertikale rijen, links te beginnen. (Zie de gegeven letters onder de figuur). B in het midden een magisch kruis, waarin dus uit I, II en III van boven naar beneden drie woorden van 9 letters komen, die zich ook uit I, II en III van links naar rechts vertoo- 3 nen. Deze drie woorden noemen Nederland- sche plaatsen: uit I een onzer groote handelssteden; uit II een plaats in Noord-Holland, en uit III een plaats in Gelderland. C de rest is het kruiswoordraadsel Horizontaal 1 familielid, 4 loofboom, 7 galerij aan een woning, 9 ernstig, 10 deel van scheepsmast, 12 voorzetsel, 13 vermogen om te spreken. 16 geestelijke in klooster, kapel, enz. 20 familie lid, 21 wanneer, 22 groote vervoer-ondeme- ming, 23 familielid, 24 zangstem, 26 verloren, verdwenen, 27 „en anderen", 28 wetenschap pelijke titel, 29 een tweede wetensch. titel, 30 ieder, 32 voorzetsel, 33 familielid, 36 vrouw uit den Bijbel, 39 bijwoord van plaats, 40 woolijk, opgewekt, 41 stad in Spanje, 42 lengtemaat, 43 de oudere. 44 plaats in Gelderland. 47 radio-draad, 50 strik, snoer, 51 metaal Vertikaal: 1 alom, 2 persoonlijk voornaamw. 3 vlakte maat, 4 nauw, smal, 5 hetzelfde, 6 vloerkleed, 8 voertuig, 11 groote bijl, 12 „bid", 13 land bouwgereedschap, 14 stad in Italië 15 water in Noord-Brabant, 17 vennoot, 18 beleid, na denken, 19 spinneweb, 25 hoop, stapel. 26 vra gend voornaamw., 29 onwetend. 31 vogel, 33 deel van den Bijbel, 34 voetklavier. 65 be hoeftig, 36 stad in Duitschland, 37 dikhuidig zoogdier, 38 reeds, 44 schilderstuk 45 lid woord, 46 boomloot, 43 bijwoord van tijd, 49 onze Oost. Natuurlijk zijn er, zooals altijd, weer vier aardige prijzen, die onder de inzenders van een goede oplossing zullen worden verloot. Oplossingen tot Donderdag 12 uur aan den heer G. M. A. Jansen, Ruysdaelstraat 60, Utrecht. want kunstzijde is de geweven bouillon van hout. Dit proces: van Hout tot Kunstzijde, van zaagsel tot shirtje, kunt gij zien in een der hoofdafdeelingen van Dat er van een eierenkist een schattig omslagdoekje wordt gemaakt, en van een oude piano een flatteus mutsje het is geen filmtruc maar pure werkelijkheid I Ziet de wondere fabricage ..Van Hout tot fijnste KleedingKunstzijde fabriek: Alpas-Confectiefabriek. complete Stoomwasscherij. Brecklenkamp ..Van Vlas tot Linnen". Doorloopend iederen dag charmante modeshow. 12 voortreffelijke mannequins toonen U internationale modellen - herfstmode '36 - vervaardigd door de fijnste Nederlandsche mode-industrie. Aparte hallen: Handel - Electro - Verkeer. Actueele detail-demonstraties en noviteiten. Bakkerij en Banketbakkerij. Electric.-keuken. O.P.C.-Eierpak- bedrijf (100.000 eieren op de loopende band). Demonstratie-Park Land bouwwerktuigen. Zuivelbar, Philips Cineac. Enka klankfilm. Jachtpaviljoen. - Neerlands Bodem - Neerlands kracht. Model-Boerderij (18 h.a.) totaal 16 groepen 300 stands 16 model-bedrijven in volle werking. Keurcollecties Rundvee. Paarden en Varkens uit geheel Nederland in den specialen show- ring. Extra expositie: ..Enschede-in-den-loop-der-tijden". In het aan grenzend Rijksmuseum: Dieren- en Landschapschilderijen van bekende meesters. Verrukkelijke Tuinbouw-groep. Rosarium. Rotstuin. Orchideeën. Floraliadag. Terrein hartje stad. Weer of geen weer. U is prima verzorgd. 1.000.000 kaars illuminatie en voor ontspanning ..De Vrolijckc Hoek". 29-30 Aug. Concours-Hippique (eerste klas) met groot Spring-concours én met Duitsche Hengsten-parade. (geen extra staanplaatsen entree). 31 Aug. Intocht Graaf Floris V annex Middeleeuwsch Tournooi- ea Steekspel. Verloting Min. v. Justitie v. 3 April "36 no. 819 2e afd. A REIS-ROND-DE-WERELD (F 6000.-) Hoofdprijs: 16 STAMBOEKKOEIEN (F 6000.-) 'T VOLLE PROFIJT-HUIS (F 6000.-) In totaal 600 (zeshonderd) degelijke en waardevolle prijzen. Volle Profijt-Loten F 0.60 Trekking 12 Sept.'36 Loten bij alle kantoren Amsterdamsche Bank. Incasso-Bank. Middenstands-Bank. K.L.M.-Bureaux. Kranten-Kiosken, vele Boerenbonden. Boerenleenbanken. Postwissel Volle Profijt's Giro 279800 Enschede. Bur. Molenstr. I. Telef. 5200 Met de beschaving veranderen ook de ziekten. Een epidemie van typhus en cholera zou in West-Europa eenvoudig als de schuld van de regeering worden aange merkt, omdat immers de hygiënische maatre gelen, om de uitbreiding dezer ziekten te voor komen, bekend zijn en ook practisch doorge voerd kunnen worden. Met de pokken is het eveneens zoo gesteld, doch helaas hebben hier de regeering en de Tweede Kamer zich laten verleiden om den vaccinatiedwang op te heffen, zoodat het gevaar voor pokkenepidemie weer grooter wordt. Nog in den Fransch-Duitschen oorlog stier ven er meer soldaten aan de pokken dan aan den vijand. Zoo ziét men dus eenige der meest beruchte epidemische ziekten beteugeld, omdat eenerzijds de juiste wijze van bestrijding be kend is; anderzijds de taak der autoriteiten ook deze bestrijding omvat. Natuurlijk hebben de autoriteiten steeds dezen plicht gehad en ook in vroegere eeuwen heb ben .zij zich zoo goed als het ging van deze taak gekweten. Om het belangrijkste voorbeeld te noemen: in de middeleeuwen is door eeuwenlang voort gezette maatregelen de zeer verspreide me- laatschheid onderdrukt, zoodat men thans meestal denkt, dat het een uitsluitend Ooster- sche ziekte is. Hoe de ziekten wisselen, blijkt ook uit het verdwijnen van de bleekzucht, een vroeger zeer verbreide bloedziekte onder de vrouwen. In mijn jeugd hoorde ik dezen naam nog vaak noemen, en thans is zelfs de naam zoo goed als uitgestorven. De Engelsche ziekte is een aandoening van den kinderleeftijd die in de 19e eeuw opkwam, en vooral eerst in de industriestreken van Engeland werd waargenomen. Toen immers kwam een groot gedeelte der bevolking in ellendige krotten te wonen, er werd onmogelijk lang gewerkt, de vrouwen moesten eveneens in de fabriek werken; licht en lucht voor de kin deren ontbraken door de slechte huisvesting, de armoede, en door den arbeid der moeders. De opkomst der Engelsche ziekte valt dus samen met de opkomst -van het ongebreidelde kapita lisme. De invoering van de sociale verzekering, dat groote lapmiddel van den economischen chaos, heeft eveneens aan een nieuwe ziekte het aan zijn gegeven, en wel de renteneurose. De inva liditeitsverzekering immers geeft, hoe goed be doeld zij ook is, eigenlijk een soort premie op het niet meer kunnen werken. De vrees, het werk niet meer te kunnen verrichten, of mis schien ook het heimelijk verlangen, niet meer te werken, heeft duizenden rentetrekkers levenslang ziek gemaakt. Sigirist, een groot kenner van de geneeskun dige geschiedenis, zegt dat in de middeleeuwen de collectieve ziekten overheerschend waren, zooals epidemieën van pest en melaatschheid, terwijl in de Renaissance, die veel meer indivi dualistisch is, de syphilis op den voorgrond komt, die een individualistische ziekte is. In den tijd van de barok, de zeventiende eeuw vooral, komen eenerzijds ziekten uit ge brek voor, zooals scheurbuik, en anderzijds ziekten uit weelde, zooals het pootje, de water zucht, en de hypochondrie. In den tijd van de romantiek komt dan de tering: men vindt het mooi, om bleek te zjjn. En tegenwoordig zijn het vooral de ziekten van het centrale zenuwstelsel en het sympa thische zenuwstelsel, die de levenskracht van de christenvolkeren ondermijnen. Het zijn vooral de neurosen, die de aandacht getrok ken hebben; iedereen weet er van en ledereen praat er over. De namen van de beroemde zenuwartsen zijn even bekend als die dter groote schrijvers; Freud, Adler, Jung, Künkel, Stekel enz. enz. Het zijn ziekten van onzeker heid: de traditie is losgelaten, de familieban den verbroken, niemand vindt meer zijn levens loop duidelijk aangegeven, en bovenal is de levenswijze der moderne menschen geheel en al onnatuurlijk. Vandaar dat men dan ook ruim verspreid ziet de neurasthenie, de psychasthe nic, en de obsessie, terwijl de hysterie niet min der voorkomt dan vroeger. Cassel zegt in zijn boek: „De onbekende mensch", dat er in den huidigen tijd vooral degeneratieziekten voorkomensuikerziekte, arteriosclerose ziekte van Basedow en de neu rosen. Zeker is het, dat de verspreiding dezer ziek ten, voorll van Basedow en de neurose niet eerder zal beperkt worden, dan dat de levens wijze der menschen weer verandert, m.a.w. dat de menschen weer meer in dorpen zullen gaan wonen. Zooals het leven in de moderne groote steden thans is, is het een dwaasheid en een vloek. De sociale hygiëne moet die richting uit, en niet zooals het nu is, zich in hoofdzaak bezig houden met het draaglijk maken van het stads leven, door vacantiescholen, medisch school toezicht, bestrijding van krop, kortzichtigheid, tuberculose, ondervoeding enz. enz. Ik voor mij geloof, dat de industrieele lan den de degeneratie van hun bevolking voor- loopig niet te boven zullen komen, en dat de toekomst is weggelegd voor de landbouwende landen, het Oosten en Zuiden van Europa. Duitschland heeft dit begrepen en maakt het leven op het land economisch weer mogelijk. Maar in Nederland is het er voor de bevolking Alle correspondentie betreffende deze ru briek gelieve men te zenden aan Jos. Duvergé, Korte Prinsengracht 55, Amsterdam. PROBLEEM NO. 35 A. TEBBEN ,TE AMSTERDAM Eerste publicatie abcdefgh Wit geeft mat in drie (3) zetten. PROBLEEM No. 36 J. P. COPPENS TE AMSTERDAM Eerste publicatie m Wm mm abcde fgh Wit geeft mat in twee zetten. Oplossingen gelieve men voor 28 Aug. a.s. in te zenden. GROOTE BONDSWEDSTRIJDEN TE UTRECHT Prins, de winnaar van den eersten prijs in de hoofdgroep van de Bondswedstrijden te Utrecht, speelde in de volgende partij op 1. d2 d4 het weinig gebruikelijke c7c5; een ver dediging door Ben Obi in 1825 geanalyseerd. Door fel spel verkreeg Prins spoedig een aan val op den damevleugel, die later verlegd werd naar het centrum, gevolgd door het gefor ceerde openen van de a-lijn, waardoor zwart een toren in het vijandelijke spel kon brengen. De zwakke 25e zet van wit, verhaaste voor Mul der het verlies der partij. Wit: E. Mulder. Zwart: L. Prins. 1. d2—d4, c7—c5; 2. Ö4d5, e7—e5; 3. e2—e4, d7— dü; 4. f2—f4, e5xf4; 5. Relxf4, Pg8—e7; 6. Pblc3, Pe7g67. Rf4—g3, Rf8—e7; 8, Rflbö'i', Rc8d79. Pgl—f3, 0—0; 10. 0—0, Rd7xb5; 11. Pc3xb5, a7—a6; 12. Pb5—a3, b7— b5; 13. c2—c4, Re7—f6; 14. Tal—bl, b5—b4; 15. Pa3c2, Tf8e816. Ddl—d3, Dd8—e7; 17. Tfl—el, Pb3d718. Tel—e2, Pd7—e5; 19. Pf3xe5, Rf6xe5; 20. b2—b3, a6—a5; 21. Tbl fl, a5—a4; 22. Tfl—f5, a4xb3; 23. a2xb3, Ta8a2; 24. Dd3—f3, Te8—a8; 25. Rg3xe5, Pg6h426. Df3—g4, Ph4xf5; 27. Re5—f4, Ta2 xc228. Te2xc2, De7xe4; 29. Tc2—cl, Pf5—dl Dreigt Pe2t. Wit gaf de partij op. Eindstand van het platteland veel slechter mee gesteld, eenerzijds door de vreemde landbouwpolitiek, anderzijds door de lage steunbedragen op het platteland, ook doordat de belastingen, in het platteland opgebracht, in de steden uitgegeven worden. Zoo dwingt men de menschen naar dé steden, waar zij hun geestkracht verliezen, doodgetoeterd worden door radio en bioscoop, en zeer snel, in steeds grootere hoeveelheden aan zenuwziekten ten prooi vallen. Hoeveel tramconducteurs hebben het al niet te pakken! De steden moeten weer tot een juiste pro portie worden teruggebracht; nu zijn het zeeën van steen. Zoo brengt elke beschavingsperiode zijti eigen ziekten mee; de tegenwoordige niet de minste. Dr. TH. H. SCHLICHTING mm b_ abcde fgh OPLOSSINGEN Van probleem No. 29 (B. Todemann en M. D. L. Artz) 1. De6 dreigt 2. Dxf6 mat. Mooie va rianten als de halfpion in werking komt; 1 Pxc4 of Pxd3; 2. Pc2 mat en 1Txd3; 2. Rxb2 mat. Van probleem no. 30 (A. J. Deutekom te Schagen) I. Pa7 dreigt 2. Pc6 mat. Dit pro bleem kwam op de vierde plaats, in den Com positie-wedstrijd, SpanjeNederland 1935, the ma Spanje. De zeer fraaie thematische varian ten zijn: 1d6d5; 2. Dxd4 mat en 1 e4e3; 2. c3xd4 mat. 1. Pd4: wordt weerlegd door d5 of e3; 1. Pd6: is zonder dreiging en kan daarom niet tot het doel leiden. 1. cxd4t stelt den eigen koning in schaak. Op 1. Ka4 volgt Rb6. Goede oplossingen van no. 29 en 30 ontvan gen van: W. J. Depla te Kortrijk (van no. 27 t/m 30); H. J, Schot te Sloten, N.-H.; J. Coo- len te MierloHout; W. Rosenhart te Haar lem; F. C. Laas te Alkmaar; M. de Leeuw te Laren; N.-H.; J. v. d. Zalm en N. P. A. Velze- boer, Theologicum te Warmond; G. Boot, G. L. de Zwart, G. J. van Tongeren en B. H. M. Stevens te Heemstede; G. C. Jansen, J. P. Rietbergen en J. G. Wigman te Arnhem; Ant. A. Haarmans te Utrecht; P. Andriesma te Heerlen; H. C. M. te A.; A. Trompetter te Ter Apel; J. G. H. B. te St. Nicolaasga; D. de Jong te Bussum; J. A. Rohde te Oude Niedorp; C. Ruëdisuëli te Santpoort; L. P. Koelemij te Bloemendaal en Th. J. A. Vrede te Apeldoorn. Van de volgende lezers te Amsterdam: C. J. v. Amesfoort, L. v. d. Bergh, A. L. van Item; J. B. Renckens, J. P. Coppens, W. G. Harmse, G. Th. J. Steverink, C. A. van 't Hof, P. Versteeg, C. Hartog, A. Kluijskens, J. v. d. Abeelen, Chx. J. Brandjes en J. en P. van Wonderen. Van no 29: Th. G. Brandts, H. Lauxtermann, J. Deurlo, W. C. J. Schouten te Amsterdam; J. C. Nobels te Baarn; Joh. H. Heystee te Hil versum; D. Janse te Bloemendaal; Pastoor Ratté te Grootebroek. Van no. 30; Henny Kruiper te Wolvega. CORRESPONDENTIE J. D. te A. Wij hopen dat no. 30 u thans duidelijk is! P. V. te A. Een probleem dat in twee zetten is op te lossen, kan geen driezet zijn. Een drie- zet moet gebaseerd zijn op een combinatie van minstens drie zetten, maar ook niet meer. A. A. H. te U. U ziet het juist in: aan een goed probleem worden hooge eischen gesteld. Bij meer routine gaat het gemakkelijker een probleem samen te stellen, W. J. C. Sch. te A. Een pion, die promoveert, kan veranderd worden in een stuk naar keuze, in de eigen kleur. Daardoor kunnen bijv. twee dames, drie of vier torens enz. van één kleur op het bord komen. In een probleem is alles geoorloofd dat in het partijspel gebeurt. Het is echter onaesthetisch met schaakgeven te be ginnen, vluchtvelden aan den witten koning te ontnemen of een stuk hooger in waarde dan een pion met den sleutelzet te slaan. Herkenningsteekens voor lesauto's In een adres aan den minister van Water staat heeft de K. N. A. C. verzocht om over te gaan tot invoering van een eenvormig ken- teeken voor auto's, welke worden gebruikt voor opleiding van of het les geven aap aspirant be stuurders. Bedoeld eenvormig kenteeken zou aan de voor- en achterzijde van den auto moeten zijn aangebracht, bij duisternis verlicht en voldoen de duidelijk moeten zijn. Het zou b. v. kunnen bestaan uit een oranje ronde plaat met zwar te letter L. Onderscheiding Bij K. B. van 11 Juli 1936 is de eeremedaille der Orde van Oranje-Nassau in zilver toege kend aan A. C. Rouw, werkend lid van de mu- ziekvereeniging De Volharding te Zaamslag. Menier, We zijn hier 'n bietje uit onzen doen. Ul- venhout mist den bakker, den Fielp. Ge mot nie vergeten, amico, daar ztjn hier heele ge slachten die Ulvenhout nooit anders gekend heb ben dan mee den Fielp op den dorpsweg. Zijn kolossale, zijn massale verschijning in 't witte bakkersjaske en de blaauw-linnen broek is 'n figuur op 't dorp als, als, 'k zou willen zeggen als den meulen, of als den kerketoren. Zoolang ze 'r staan, ziet ge ze nie, maar als ze plotse ling weg waren, ge zou die beelden uit oew dorpke elke minuut van den dag missen, 't Gaat gelukkig goed, mee 'm. Ons dokterke doet wat ie kan! Trui zee van den middag, als ik thuis kwam: „hij is vandaag twéé keer bij 'm geweest." En ik begreep zóó wel, wat ze bedoelde, want eiken dag brengt Trui op die manier rapport uit, als ik mee den gróentenwagel thuiskom. Ze drukte mee 'n bietje plazier op dat „twee" Want daar warenal dagen geweest, dat den dokter vier, vijf keeren was gepasseerd mee z'nen auto, als ik 's middags thuiskwam. En dan dikwijls, 's avonds kort veur bedtijd, hoor den wij 'm nóg 'ns gaan; wij kennen den dok ter z'n wageltje aan 't gerucht. Elk dingske heeft zoo z'n eigen „stem", niewaar, zijnen eigen „gang". 't Gebeurt heel dikwijls, als Trui en ik zoo 's avonds ons krantje zitten te lezen, de avonden zijn kil van den zomer, dat Trui dan zoo ineens zegt: „hoor ze bij Verdaasdomk 'ns laat aan 't werk zijn, Dré." En als ik dan efkens luister, dan hoor ik Verdaasdonk z'n pomp piepen. 'n Oogenblikske later, midden in 'n Olym pisch heldenfeit, want veul meer staat er in de kranten nie in, dan Trui weer: „sode- pin, wa's den Nol laat terug van de markt." En dan hoor 'k 't gedokker van Nol Damen zijnen wagel, waarmee Trui 'm 'smergens naar de verkensmarlct zag rijen. Vijf minuten later, midden in 'nen massa priestermoord of andere Spaansche Regeerings- daad, dan is 't weer: „Driek Frijters schijnt ook goeien zin t'hebben!" Dan passeert onzen postbooi al fluitend óp de fiets. Of: „ja, ja, den baron schijnt thuis te zijn van z'n vacan- tie!" Dan rammelt er 'n heel ouw race-wagel- tje over de keien. Neeë, amico, Trui en d'andere dorpelingen ook, die hoeft nie veur 't raam te zitten, om de passage over den weg te kunnen volgèn, horrei Maar om dan terug te komen op den Fielp: hij wordt hier erg gemist. Alle vergaderingen zijn uitgesteld, 't Manvolk is dus veul meer thuis, dan ooit 't geval was. Want den Fielp is 'nen „Gemeenschapsmensch", om 't zoo 'ns op z'n nieuwerwetsch te zeggen! Hij is 'nen veur- stander van 't vereenigingsleven. Want ge weet, amico: „Hulvenout mot hekselsior!" z'n stop woord, waar ie al z'n redevoeringen mee begint en mee eindigt. Dat weten ze zelfs al in 't Buitenland! Want onderlest, als we mee 'm in Antwerpen waren, op 'n potverteerfuifke van de prop- club, dan sprak ie daar in den Antwerpschen restaurant 'n redevoering uit aan ons tafeltje, aan ons tafeltje van vijf man, zóó vurig, zoo geestdriftig, dat op 't lest al 't volk in den restaurant ging recht staan en meebrulde: „Hulvenout mot excelsior!" Daar was er geenen eenen, die wist wat „Hul venout" nou eigenlijk persies veur iets was! Want op 't lest kwam er mij eenen vragen: „allez, menier, da 's zekers 'nen merveljeuzen Skiedammer, 'n nieuw merk, dieën Huulven- oud?" En als ik den Vlaming dat 'ns aan den Fielp liet vragen, dan deed ie z'n oogen dicht, kneep in z'n vuisten en 'n bietje bleek en heesch noodigde-n-ie den Vlaam aan ons ta feltje, om 'm 'ns percies, en „aarfijn" te ver tellen, wat Ulvenhout „hallemaal" was! En als den Fielp daar na 'n half uur mee gereed was, dan zee den Vlaming 'n bietje spijtig en mee den vuist op tafel; „Nonde, da'kikke dat nooit geweten heb, nie! 'k Heb altij gepeisd: Amster dam was de schoonste stad van den Ollandais! Mieltonnèèr, wat kan den mensch ambuis zijn, menier van den Fieliep!" Den Fielp was wel efkes beteuterd van z'n „succes", hij knipte tenminste nog al mee z'n oogen en verdachte zenuwtrekskes schokten over zijnen kop, maar hij herstelde z'n eigen deur nóg 'n aanspraak te houwen en die was van zo'nen aard, dat den Blaauwe van trotsig- heid 'n rondje weggaf (uit den pot tenminste) aan heel den restaurant! Als den Fielp betaald had, dan glansde-n-er 'n bietje gif in z'n oogen als ie aan den Blaauwe zee: „nou kunnen we 'en dag vroeger naar huis, millioennair!" „Zit dan vernolle nie zoo op te scheppen, vrekten leugenèèr," verdedigde den Blaauwe z'n eigen: „wanneer ik mee den Loco-Burgemees ter van de schoonste gemeente van Nederland uit ben, dandannouja, dan blijf ik in den stijl!". Afijn, basta! Ik wil dan maar zeggen: den Fielp lééft veur z'n dorpke. Dagelijks hamert ie (als veurzit- ter) veur de belangen van Ulvenhout. En als zoo'nen mensch dan plat komt te liggen, allez, dan is dat 'n dorpsgebeuren, wat gij maar am per zult kunnen beseffen. Nie alleen 't manvolk, ook 't vrouwvolk on dergaat de gebeurtenis. Want ge verstaat: als den man b.v. tien, twintig jaren allen Maan dag-, Dinsdag-, of anderen avond van de week naar „de vergadering" was, dat dan de vrouw óók zoo'nen avond op d'een of andere manier bezet had. De een om dieën avond al 't verstel werk 's prontjes te doen, d'andere om te strij ken, de derde om te gaan buurten bij 'n ge trouwde dochter, de vierde om te werken in den missienaaikring, enz. enz. En al hebben ze dan jaren op den Fielp 'gescholden, dat ie „m'nen vent altij den huis uittroggelt," nou ervaren ze toch, die wijven, dat er ook 'nen goeien kant aanzit, om 'ns een avondje veur oew-eigen- alleen t'hebben! Ook den Raad mist 'm. Allicht! Driehonderd pond meer of minder Edelachtbaarheid in ons Gemeenteraadje is gaauw te merken! Maar dat nie alleen, natuurlijk. De debatten zijn veul korter! De sigarenkist gaat veul minder rond, want Fielp den nestor treedt altij zoo'n bietje vaderlijk op. En dan als 'nen „goeien pa", die op 'n (gemeente-) sigaar meer of minder nie letten wil. En meer nog: hij komt als bakker zoowat huis-aan-huis. Hij kan oe persies ver tellen wat er in elk huishouwentje rondspookt, op sommigte punten kent ie dat nog beter dan menier pastoor. Hij kent de gebreken van 't dorp zóó, dat er geenen plas staat, of hij weet prompt waar zoo'n mankement vandaan komt. Geen twee akkers, of hij zal oe percies weten te vertellen waar de grens van Boer Zus en Boer Zoo is. Geen vereeniging, of hij veurzittert ze. Daar kan dus weinig in den Raad ter tafel komen of den Fielp komt na de debatten op de proppen met z'n „de kwetsie is deuze" en dan pakt ie de „kwetsie" zoo sje- cuur bij 't nekvel vast, of 't 'n konijntje is, dat ie efkens slacht, opensnijdt en van buiten en van binnen laat bekijken. Dan zee-t-ie ineens' „allez, Tïnus, gij rookt nie" (hij alleen spreekt ze daar allemaal mee den veurnaam aan) „en gij ook al nie, Chef," dan tracteert ie gaauw efkens op 'n sigaar, merk „onvoorziene uit gaven" en zijn veurstel gaat er deur, mee al- gemeene stemmen. Wil ie geren 'n schoon ver slag in de krant van z'n redevoering, dan geeft ie den kist, merk O.U., óók deur naar de pers tribune, mee de woorden: „allez, mannen van de krant, stikt ok 's op, da schrijft makkelij ker!" Waarmee ik maar zeggen wil dat zelfs de krant er onder lijdt, want 't gemeenteraads- verslag van Ulvenhout was den vorigen keer 't aankijken nie weerd; tien regeltjes, anders twee kolommen omtrent! En als ie 'n subsidie verdedigt van een van z'n vereenigingen, nou, dan is 't wel 'n heele pagina in de krant, ein digend met „U. m. E.!" Want „Ulvenhout mot excelsior," wordt deur de krantenmannen al jaren afgekort. „Maar hoe is 't nou mee den Fielp z'n ziekte gesteld?" zult ge eindelijk wel 'ns willen weten, amico Ik ben bij 'm geweest. Hij mag weer bezoek hebben. Z'nen mond staat altij nog nie op z'n plek. En lijk den Blaauwe zee: „hij praat nog sjuust 'nen Engelschman. Ge verstaat 'm nie en tel kens als ie wat zegt, dan.dan," zee den Tiest: „dan meugt ge wel 'n perepluu opste ken Toch gaat ie veuruit, den bakker. Bewuste loos is ie al lang nie meer en hij kijkt frisch uit z'n oogen. Hij zit in bed, mee 'n ijszakskc op z'n hoofd. Z'nen rechterarm is nog wat lam, maar hij zit heele dagen te oefenen daar mee. Hij knijpt z'n vingers in malkaar, strekt ze weer uit, beweegt den arm met zijnen goeien linkerarm op-en-neer tot ie moei wordt en in slaap valt, om daarna weer overnieuw te be ginnen mee de oefeningen. Hij wil en hij zal beter worden, dus wordt ie beter! Dat zee den dokter ook. Alleenof ie den ouwe weer wordt Kee, z'n vrouw, is de kalmte eigens. Ze voeiert 'm, uren aan 'n stuk, want 't meeste valt er neffen. ,,'n Bordeke soep duurt ander half uur," zee ze. ,,'t Mot mee 'n theelepeltje gebeuren en dan wordt ie wel 'ns ongeduldig, zoodat 't lepeltje heelegaar in z'nen mond schiet. Dan pakt ie de lei en schrijft er mee z'n linkerhand op: „de pollepel!!!!" Maar Kee is de geduldheid eigens! Nou 't ge vaar geweken is, is zedenk er geen kwaad van, amico! is ze bekans content, veur 't eerst in den achtendartigjarigen trouw heeft ze d'ren Fielp veur d'r eigen alleen. Veur 't eerst kan ze 'm nou 'ns verzurgen, zee ze teu gen me. Want ja 'nen „gemeenschapsmensch", 'n trouw vereenigingenlid is meestentijen nie pre sent in de echtvereeniging. Ook den Fielp kan nie ieverans tegelijk zijn, zoodat z'n Kee acht endertig jaren lang alleen was. En den Fielp? zult ge denken: hoe stelt die 't nou ie zoolang aan één stuk thuis mot zijn? Amico, ik geloof dat ie veur 't eerst thuis begint te wennen. Want toen ik eergisteren weer 'ns bij 'm was, toen lag ie daar veul rustiger onder de beblomde deken in de bedstee, dan d' eerste dagen! In 't begin lag ie zoo te woelen, dat z n „ijsmuts" telkens neffen 'm rolde. Want dat ding heeft er veul moeite mee, om op die groote kale vlakte van z'nen kop stand te houwen. Maar nou weet ie al aardig mee dat gummi-petje te excerceeren. En als ie daar in die bedstee zoo halvelings rechtop zit tusschen de kussens, veurzichtig draaiend mee z'n hoofd, vanweuge 't „ijspetje" en hij geeft z'n „horders" op de lei, dan is 't sjuust zoo in z'n witte slaaphemd mee de halve mouwkes, waaruit 'n paar kolossale armen pui len, wit en rond als verkenshespen, of daar de Keizerin van Siam zit, de Staatszaken al weer regelend, na 'n veurspoedige bevalling! Waar zal 't op uitdraaien mee 'm? 't Gemeentebestuur, 't Kerkbestuur, de dor penaren, 't heele vereenigingsleven, iedereen en alles mist den Fielp, die nou „regeert" mid dels de lei en 'n stukske biljartkeu-krijt. Van de week, als ik 'm zee dat de schutters feesten waren uitgesteld, wachtende op hum, dan gaf ie me de lei aan, die 'k vast moest houwen en hij schreef er op: „Motten deur gaan, ezelstraal Bij 't vierde uitroepteeken drukte-n-ie de lei uit m'n handen en 't krijt kapot. Als de lei weer rechtop in m'n handen stond, dan teekende-n-ie drie groote drukletters: U. M. E. Toen ik weer wegging en 'm de linkerhand drukte, toen zat er 'n bietje triestigheid in z'n oogen. Nog efkens moest ik de lei aangeven en hij schreef: „Komt gullie Zondag hier prop pen!!!" Ik keek 'm 'ns vragend aan en hij schreef weer: „zetten dan' tafel aan bedstee. Ik kijken. Gullie kaartspeulen." Zoodat, amico, a.s. Zon dag gepropt wordt bij den Fielp z'n bedstee Ge hoort er nog meer van, natuurlijk! Veul groeten van Trui en als altij geen haarke minder van oewen t. a v. DRÉ.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 8