Herdenking van
Jhr. van Nispen
De vloot in Indië
De baconkwestie
DR. A. L RUTGERS OVER
SURINAME
DUBBELGANGER
STUDIE-BOEKEN
VRIJDAG 21 AUGUSTUS 1936
Viering eeuwfeest van den
Gezellenvader op 6, 12
en 13 September te
Amsterdam
Mgr. Huibers aanwezig
Volgens de Javabode zou de
uitbreiding belangrijk
minder zijn dan het
plan was
Feestcongres der K.J.V. te Breda
Het oordeel van den
oud-gouverneur
De luchtvaart
Oost-Indië
Een Koningin Astrid-
boulevard
Herdooping van den Zuid-boule
vard te Noordwijk
CONFLICT VOORKOMEN
Aan de stalen ramenfabriek Beha
te Den Haag
De meisjesreizen met de „Slamat"
10^-50% KORTING
H. BERKELOUW
De kwestie Brouwer-
Mussert
Interviewer dient een klacht
wegens smaad in
Hoogleeraren
Belastingen
DE WIJZIGING VAN DE
SPELLING
Staatscommissie op breeden
grondslag gewenscht
Thans geldende regeling heeft tot
prijsverlaging en concentratie
der productie geleid
OPENING RIJWIELPAD
MONSTER—TER HEIJDE
DARMZIEKTE TE AMBT-
HARDENBERG
Reeds één geval met doodelijken
afloop
M.s. „Manoeran" spoedig hersteld
UIT DE STAATSCOURANT
Roode Kruis
i DE s====
door Victor Bridges
Zooals reeds bekend staat de maand
September voor heel Katholiek Neder
land, en voor Amsterdam in het bij
zonder in het teeken van de Van Nis-
penherdenking'. Op 16 Augustus j.l. toch
was het 100 jaar geleden, dat Jhr. Hu-
bertus van Nispen tot Sevenaer, de
eerste-Centraal-President en de groote
pionier van het Gezellenwerk in Neder
land, werd geboren. Het hoogtepunt van
de viering is bepaald op Zondag 13 Sep
tember, in tegenwoordigheid van Z. H.
Exc. Mgr. J. P. Huibers, bisschop van
Haarlem.
Wij laten hieronder het volledig pro
gramma voor 6, 12 en 13 September
volgen.
De viering op Zondag 6 September is meer
speciaal voor het district Amsterdam.
Om 12 uur komt men bijeen op het
kerkhof St. Barbara voor de jaarlüksche van
Nispen-herdenking. Alle leerlingen, gezellen,
gehuwden en patroons van Amsterdam I en
alle gezellen-leden der overige afdeelingen
worden hier verwacht. Het moet een massale be
tooging worden van het District eri 'n machtig
défilé langs het graf van den eersten Centraal-
President.
's Middags drie uur: wordt de Historische
tentoonstelling van Praeses Van Nispen in het
gebouw Stadhouderskade 55 geopend.
Van 7 uur af is er toegang voor iedereen,
tevens bestaat er gelegenheid om de gerestau
reerde zalen van het gebouw en het machtig
groote werkobject, dat onze werkloozen van
Amsterdam hebben tot stand gebracht, te be
zichtigen.
Op de tentoonstelling ziet men photogra-
fieën, teekeningen, statistieken, grafieken, of-
ficieele stukken, jaar voor jaar van de groot-
sche ontwikkeling van het Gezellenwerk, te
beginnen 1868, tentoongesteld. Het middelpunt
van de tentoonstrVmg vormt het Van Nispen-
monument.
Zaterdag 12 September wordt het Senioren-
Congres gehouden.
Zondag 13 September is de groote her
denkingsdag. Te acht uur H. Mis en Alg.
H. Communie voor Senioren in de St.
Juffrouw, zijn
l zes
Juffrouw,
de postzegels van
centen nog altijd niet
afgeslagen?
(Pmir les .Tennesl
De „Java-bode" bericht het volgende:
De tegenspraak van Aneta-Holland op die
geruchten, vermeld in de Indische Courant en
het Soer. Handelsblad, als zou de minister van
Defensie afgezien hebben van de uitbreiding
der vloot in Ned. Indië, is naar de letter juist,
doch doet niet af aan het feit dat Indië voor
de vloot belangrijk minder krijgt dan oorspron
kelijk was aangenomen.
Volgens het plan van minister Deckers zou
den boven het bestaande minimum van een
kruiser, vier jagers en zes onderzeebooten, nog
gebouwd worden twee kruisers, acht jagers en
twaalf onderzeebooten, terwijl twee flottielje
leiders en een aantal onderzeebooten, te bou
wen voor de verdediging in Nederland, ook voor
Indië zouden worden bestemd. Bovendien zou de
zeemacht 72 groote vliegtuigen krijgen.
Met het oog op de moeilijkheden inzake
personeelsvoorziening voor den nieuwbouw,
krijgt Indië echter twee jagers, zes onder
zeebooten en twaalf groote vliegtuigen min
der, terwijl ook afgezien is van den bouw
van een tweede flottielje-vaartuig.
De vermindering met twaalf vliegtuigen houdt
verband met het feit, dat de luchtvaart voor
het leger een aantal bommenwerpers meer
krijgt.
De bouw van een nieuwen kruiser, ter ver
vanging van een der oudere, waarvoor de „Su
matra" zou worden aangewezen (terwijl de
„Java" gemoderniseerd zou worden) gaat niet
door.
Hubertus Kapel, waarna gemeenschappelijk
ontbijt. Te half twaalf Pontificale K. Mis
in de St. Willibrorduskerk aan den Amstel-
dijk, op te dragen door Z. H. Exc. Mgr.
J. P. Huibers, Bisschop van Haarlem.
Des middags drie uur massale feestelijke
bijeenkomst in Carré.
De H. Mis, waarmede Zondag het feestcongres
van Bouvigne wordt ingezet, zal worden opge
dragen in de St. Jozefkerk, Ceresstraat te
Breda en niet op Bouvigne zooals in het pro
gram is aangegeven, om half twaalf.
In de serie „Bekende Nederlanders voor de
Phohi.microfoon," heeft Donderdagmiddag de
oud-gouverneur van Suriname, Staatsraad dr.
A. A. L. Rutgers, in een tweegesprek een en
ander medegedeeld over „West- en Oost-
Indische herinneringen en perspectieven".
Dr. Rutgers merkte op, dat Suriname ook
thans nog een zéér moeilijken tijd doormaakt.
Op de vraag, of men dien tijd te boven zal ko
men, antwoordde de oud-gouverneur, dat hij
wel hoop heeft dat men de moeilijkheden te
boven zal komen, al zal dit niet zonder gou-
vernementssteun kunnen zijn. Naar zijn mee
ning is de groote moeilijkheid, om den kostprijs
voldoende te verlagen, iets, waarin men reeds
een heel eind geslaagd is.
In de West, aldus Dr. Rutgers, heeft men
met dezelfde factoren rekening te houden, wel
ke zich ook voor andere streken van de wereld
laten gelden. De wereldmarktprijzen voor kof
fie en suiker zijn zóó laag, dat de West daar
voor niet werken kan. En daarom is het noo-
dig, dat getracht worde, de kostprijzen zoover
mogelijk te verlagen, en intusschen te trach
ten met financieelen steun van Nederland het
hoofd boven water te houden.
De zoo nu en dan vernomen meening, dat
Nederland niet genoeg voor de West zou doen,
deelt de heer Rutgers persoonlijk niet. Hü
lichtte dit nader toe en merkte hierbij up, dat
Nederland in deze eeuw tientallen millioenen
op de West heeft toegelegd, en dat het ook
thans voor de koffie en de suiker veel meer
doet dan in de Oost.
Antwoordende op de vraag, of hij geloofde,
dat het Nederlandsche kapitaal in de West
meer zou kunnen doen, gaf Staatsraad Rut
gers te kennen, dat er tot heden slechts zeer
enkele objecten vallen aan te wijzen, waar
voor het Nederlandsche kapitaal zich kan in
teresseeren. Z.i. zijn er enkele perspectieven op
het gebied van goudwinning. Ten aanz'en van
de bakoven-cultuur staat de zaak er echter
anders voor. Deze cultuur, aldus de spreker,
laat zich hoopvol aanzien en toont ongetwij
feld geen ongunstige perspectieven, al durft
men op de voorloopige resultaten der proef
velden nog niet in het groot te begirr.en.
Over het vliegverkeer, niet alleen, op Cura
cao, doch in de geheele West, liet de oud-
gouverneur zich zeer enthousiast uit. Het
vliegverkeer heeft in dergelijke gebieden met
groote afstanden een gróóte toekomst. De
K.L.M. verricht er pioniersarbeid.
Dr. Rutgers verwacht op den duur voor Cu
racao verdere uitbreiding. In Suriname, dat
thans wordt aangedaan door de watervlieg
tuigen van de Pan American Airways zal zich
z.i. op den duur ook een locaal luchtverkeer
moeten ontwikkelen. Terreinen, om vliegvelden
aan te leggen, zijn er voldoende, voo- land-
vliegtuigen op de savannes, voor watervlieg
tuigen op de rivieren.
Voor de zegenrijke werking van de Missie in
de West. heeft dr. Rutgers allen lof. Voor het
aankweeken van het saamhoorigheidsgevoei en
de verbreiding der Nederlandsche cultuur en
taal, heeft zij bijzonder veel gedaan. Men heeft
er alle soorten van bevolking tot één Neder
landsche taalgemeenschap samengebracht. Dr.
Rutgers is van meening, dat er nóg veel werk
te doen is. Als voorbeeld noemde hij dat van
de 18.000 boschnegers er nog slechts 2 3000
gedoopt zijn.
Ook over Oost-Indië gaf Staatsraad dr. Rut
gers eenige meeningen. Op de vraag, hoe hij
de toekomst van Indië inziet, bezien uit een
economisch oogpunt, antwoordde de oud
gouverneur, dat hij die gunstig voor een niet
verre toekomst inziet.
In de Oost, aldus dr. Rutgers, heeft men
den toestand gesaneerd. In de West is dit ge
schied door sterke bezuiniging op de lands-
uitgaven, doch ook in het bedrijfsleven Als
sprekend voorbeeld hiervoor gaf dr. Rutgers
aan, dat de kostprijs van de koffie ge.lurende
de laatste zes jaren is teruggebracht tot de
helft of minder dan de helft. De West heeft
zich, zoover als mogelijk is, aangepast Reden
tot wanhopen in de koffie is er niet, al werkt
men nog steeds met verlies.
De toekomst voor Suriname ziet de heer
Rutgers vooral hierin, dat men geleidelijk meer
komt tot een bevolking, welke selfsupporting is
voor de eigen behoeften en daarnaast produc
ten voor de wereldmarkt levert.
Ten aanzien van de kolonisatie merkte spr.
op, dat hij in de West voor „nieuwe" Nederlan
ders in het algemeen geen toekomst ziet: géén
kolonisatie dus.
In allen eenvoud had Donderdagmiddag om
half drie te Noordwijk de herdooping van den
Zuid-boulevard in „Koningin Astrid-boulevard"
plaats. Er waren bijna geen officieele personen
ter plaatse, daar op verzoek van den burge
meester van Noordwijk, drs. J. B. V. M. J. van
de Mortel, aan deze plechtigheid zoo min moge
lijk ruchtbaarheid was gegeven.
Aan het straatnaambordje was een achter
grond in blauw en zilver gegeven in den vorm
van twee zuilen en daartusschen een vlak in
gothischen vorm. Het geheel was versierd met
agriaten en gladiolen, terwijl bovenin een ster
van Bethlehem prijkte. Daarboven wapperden
de vlaggen van België en Zweden, benevens
onze nationale driekleur en de Noordwijksche
vlag.
De burgemeester van Noordwijk hield een
korte, gevoelvolle rede, waarin hij vooreerst zijn
diepe erkentelijkheid betuigde aan de beide
zaakgelastigden van België en Zweden, die aan
de uitnoodiging om hier aanwezig te zijn ge
volg hebben gegeven. Spreker wist zexer te han
delen in den geest van Z. M. den Koning der
Belgen om deze plechtigheid zoo eenvoudig
mogelijk te doen plaats hebben. Nog negen
dagen scheiden ons slechts van het tijdstip,
waarop voor een jaar H. M. Koningin Astrid
van België het slachtoffer werd van een auto-
ongeval. Deze droeve tijding heeft overal in de
wereld een bijzonder diepen indruk gemaakt
en niet in het minst in ons land, waar een zoo
groote sympathie voor het Belgische konings
huis heerscht. In Noordwijk was de indruk van
dit droeve bericht wel heel groot, daar wij den
De opeenvolgende regelingen hebben dus,
naar het oordeel van den minister, zoowel tot
een verlaging van den prijs als tot een concen
tratie van de productie geleid. Intusschen volgt
hij nauwgezet de geheele situatie, in verband
met de verdere maatregelen, die hij zal moeten
nemen, wanneer de huidige overeenkomst op
31 October as. eindigt. Hij zal dan overwegen,
in hoeverre het mogelijk is voort te gaan op
den ingeslagen weg van verdere verlaging van
den prijs en concentratie van het bedrijf.
De minister heeft den heer S. Zwanenberg,
commercieel adviseur van het college van re-
geeringscommissarissen, m zake de bacon nim
mer geraadpleegd in verband met de bijzondere
positie, welke deze in dat bedrijf inneemt. In
het onderhavige geval heeft de minister zulks
dus ook niet gedaan. Aangenomen mag wor
den, dat de leiding van het bedrijf, waarmede
de heer Zwanenberg is verbonden, hem heeft
medegedeeld, dat bü de fabrikanten onderling
het plan bestond een schadevergoedingsregeling
te treffen.
Uiteraard is het gewenscht, dat het vertrou
wen in de doeltreffendheid der crisismaatrege
len zoo groot mogelijk is. De minister tracht
dit zooveel mogelijk te bevorderen.
Opheffing van iedere bemoeienis met den
uitvoer van bacon kan niet in overweging wor
den genomen, omdat dit het in stand houden
van den uitvoer van bacon in gevaar zou bren
gen en het wegvallen van deze afzetmogelijk
heid een groot nadeel voor den landbouw zou
beteekënen. Een baconregeling, waarbij teelt
regeling, qualiteitscontróle, heffing en toeslag
regeling worden behouden, brengt gelijksoortige
moeilijkheden van uitvoering mede als de thans
geldende regeling.
vorigen zomer iederen dag de kinderen van
H. M. Koningin Astrid aanschouwden.
Hierna nam de vertegenwoordiger van België,
de eerste secretaris van het gezantschap te Den
Haag, baron Van Bogaerde ter Bi'ugge, het
woord, die zijn hartelijken dank betuigde voor
het herdoopen van den Zuid-boulevard in „Ko
ningin Astrid-boulevard". Spr. gaf uiting aan
de groote waardeering van het Belgische volk
voor deze sympathieke geste, deze hoffelijke
beslissing van Noordwijks gemeenteraad, welke
inderdaad den innigen wensch toont, om den
naam van de dierbare koningin Astrid te doen
voortleven en getuigt van het groote medeleven,
dat het vorig jaar alom tot uiting kwam.
Voor deze kiesche attentie zegde spr. namens
al zijn landgenooten hartelijk dank.
Als laatste spreker trad de heer Wendel, als
vertegenwoordiger van den Zweedschen gezant,
naar voren. Spr. memoreerde dat gelijk in Bel
gië, in Zweden, het vaderland van H. M. Ko
ningin Astrid, de ontroering en verslagenheid
op dien ongeluksdag zeer groot waren. De bur
gemeester heeft hier zoo juist op treffende
wijze onder woorden gebracht wat Noordwijk
voor deze sympathieke vorstin voelde en Zweden
zal dit diep bewijs van groote genegenheid op
zeer grooten prijs stellen en zeer waardeeren.
Hierna nam de burgemeester het doek, dat
het straatnaambordje bedekte, weg, waarmede
deze ontroerende en indrukwekkende plechtig
heid was geëindigd.
Bij den Rotterdamschen Lloyd is van den
kapitein van de „Slamat" het volgende telegram
ontvangen
„Na een zeer geslaagd bezoek aan Rothesay
gingen de meisjes aan boord. Bij het vertrek
van d'e „Slamat", hetwelk des namiddags om
zes uur plaats vond, werden er saluutschoten
gelost.
Alles wel."
in gebruik aan H.B.S., Gym
nasia e.a. inrichtingen van
onderwijs leveren wij met
GARANTIE:
De boeken mogen eerst door
H.H. Leeraars gekeurd wor
den. U behoeft ons dus pas
te betalen na goedkeuring,
dus in September of October
a.s.
Zichtzending
door geheel Nederland
Boekhandel en Antiquariaat,
ROTTERDAM.
Pompenb.singel 25, Tel. 13071
SCHEVENINGEN
Veurnschestr. 16. Tel. 556696
De heer A. M. Brouwer, hulpprediker te Hee
renveen, die in de Groene Amsterdammer van
den 18den Juli j.l. een veel besproken verslag
deed van zijn bevindingen bij een gesprek, dat
hij eenige maanden geleden in zijn qualiteit
van secretaris der Referendum-Commissie van
de Groene had met den heer Mussert, leider
der N. S. B., heeft thans bij den Officier van
Justitie te Utrecht zoowel tegen den heer Mus
sert als tegen de redacteuren van „Volk en Va
derland" een strafklacht ingediend wegens
smaad resp. smaadschrift.
Hij deed dit naar aanleiding van een door den
heer Mussert aan een redacteur van het
Utrechtsch Dagblad toegestaan interview,
waarin hij de door den heer Brouwer in de
Groene gedane mededeelingen „volmaakt ver
zonnen", „gelogen", „volmaakt uit den duim ge
zogen" e.d. heeft genoemd, resp. van een in
„Volk en Vaderland" van den 24sten Juli 1936
opgenomen artikeltje, waarin soortgelijke qua-
lificaties voorkwamen, waardoor de heer Brou
wer, die bij herhaling verklaard heeft voor de
juistheid zijner mededeelingen onvoorwaarde
lijk in te staan, zich in zijn eer en goeden
naam aangetast acht.
Bij K. B. van 15 Augustus 1936 is voor den
tijd van vijf jaren benoemd tot militair com
missaris van het Ned. Roode Kruis de heer or.
H. J. Douma, gepens. res. dir. officier van gez.
2e klasse te Groningen.
Bij K. B. van 15 Augustus 1936 is benoemd
tot gewoon hoogleeraar in de faculteit van
godgeleerdheid aan de rijksuniversiteit te
Utrecht om onderwijs te geven in de He-
breeuwsche taal- en letterkunde, de uitlegging
van het Oude Testament, de geschiedenis van
den Israèlietischen godsdienst en de Israëlie-
tische oudheden: dr. J. de Groot, thans gewoon
hoogleeraar aan de rijksuniversiteit te Gronin
gen, onder toekenning van eervol ontslag als
hoogleeraar aan de rijksuniversiteit te Gronin
gen.
Bij K. B. van 15 Augustus 1936 is benoemd
tot gewoon hoogleeraar in de faculteit der wis-
en natuurkunde aan de rijksuniversiteit te Lei
den om onderwijs te geven in de artsenijbereid-
kunde met inbegrip van de pharmaceutische
chemie, alsmede in de vergiftleer dr. J. J. Lijnst
Zwikker, gemeente-apotheker te Rotterdam.
Bij beschikking van den minister van Finan
ciën is de ontvanger dSr directe belastingen,
enz. A. Goossen verplaatst van het kantoor
Hilvarenbeek naar het kantoor Heinkenszand
en de ontvanger der directe belastingen, enz.
M. H. de Roo van het kantoor Wamel naar het
kantoor Appingedam.
Hiervan luidt het programma: 1. Verwelko
ming. 2. Rhythmisch-Dynamische Tableaux;
Godsdienstzin; Arbeidzaamheid; Eensgezind
heid en Vroolijkheid; 3. Herdenkingsrede; 4. V.
Nispen-huldiging als Rhythmisch-Dynamisch
tableau; 5. Toespraak Mgr. J. P. Huibers.
Om vijf uur is er gelegenheid tot middag
maal in het Coöperatief Restaurant aan het
Molenpad, waarvan van 5 tot 11 uur er gelegen
heid is om de tentoonstelling te bezichtigen.
Het dagelijksch bestuur van de Nationale
vereeniging voor orde en eenheid in de schrijf
taal (voorzitter: prof. mr. B. M. Taverne; se
cretaris: H. A. Hoeweler, Botticellistraat 7,
Amsterdam-Z.), deelt ons, naar aanleiding van
het K. B. van 18 Juli 1936 inzake de regeling
van de schrijfwijze der Nederlandsche taal
mede, dat zij blijft aandringen op intrekking
van de Koninklijke Besluiten van 1934 en het
instellen van een Staatscommissie op breeden
grondslag, welke in samenwerking met een Bel
gische commissie eventueel voorstellen zal doen
tot wijziging van de spelling en ter formulee
ring van de voorschriften voor de verbuiging
en de voornaamwoordelijke aanduiding, c.q.
vervanging, welke beantwoorden aan de eischen
van het hedendaagsche taalgebruik in al zijn
schakeeringen.
Opdat het daartoe kome, zal de vereeniging
haar actie voortzetten en uitbreiden.
Het bestuur geeft de hoop niet op, dat de Re
geering de fouten van 1934 zal herstellen.
De Minister van Landbouw en Visscherij
heeft geantwoord op vragen van het R. K.
Tweede Kamerlid Van der Weijden betreffende
een onderlinge afspraak, welke door baconfa-
brikanten zou zijn gemaakt bij een inschrijving
voor de baconbereiding en het nemen van maat
regelen tot opheffing van de baconregeling:
Het was den minister bekend, dat twintig
baconfabrieken, n.l. zestien particuliere en vier
coöperatieve, vóór de nieuwe inschrijving, welke
in Juli plaats vond, onderling overleg hebbr.n
gepleegd. Nadien is den minister het resultaat
van dit overleg gebleken.
De minister wil vooropstellen, dat hij sinds
zijn optreden er naar gestreefd heeft eenerzijds
de kosten, verbonden aan de baconbereiding, te
verlagen, anderzijds een saneering van deze
industrie, waarin een belangrijke overcapaciteit
bestaat, te bevorderen, omdat concentratie van
de slachtingen in enkele fabrieken uiteindelijk
tot een daling van den kostprijs per eenheid
zal moeten leiden. Hij heeft daarom in het
laatst van het vorig jaar het bestaande bacon-
contract opgezegd en in plaats daarvan een
gemeenschappelijke inschrijving gehouden onder
alle fabrikanten.
Bij de inschrijving in Juli zat de bedoeling
voor om de gemeenschappelijke inschrijving te
vervangen door een individueele inschrijving,
waarbij dezerzijds eenige bijzondere waarbor
gen werden getroffen om
1. te verhinderen, dat de verwerking plotse
ling in handen zou komen van enkele grootere
fabrieken, hetgeen tot sluiting en kapitaalver
lies voor de overblijvende kleinere fabrieken,
met de daaraan verbonden werkloosheid, had
moeten leiden, en
2. een uitzonderingspositie te scheppen voor
de van landbouwkundig standpunt sociaal be
langrijke coöperatieve fabrieken.
Het resultaat van deze inschrijving is ge
weest, dat de prijs weder verlaagd is, n.l. tot
2.60 per 100 K.G., en dat van de zestien bo
vengenoemde particuliere fabrieken zeven zijn
gesloten.
Aan de hand van de cijfers, die een uitvoerig
onderzoek van den crisis-accountantsdienst heeft
opgeleverd, is gebleken, dat, indien in den laat-
sten tijd geen zeer groote bezuinigingen zijn
ingevoerd, deze prijs niet voldoende is om de
productiekosten der gezamenlijke fabrieken bij
de tegenwoordige bezetting te dekken, zoodat
de fabrieken een verlies lijden. Het is dus
geenszins juist, dat de prijs 0.60 per 100 K.G.
hooger is dan wat redelijk kan worden geacht.
Omtrent deze 0.60 kan voorts nog worden
medegedeeld, dat de werkende fabrieken een
bedrag per eenheid beschikbaar stellen als ver
goeding voor de fabrieken, welke haar bedrijf
hebben stopgezet, alsmede voor die fabrieken,
waaraan minder varkens ter verwerking zijn
toegewezen dan waarvoor was ingeschreven.
Deze regeling heeft dit resultaat, dat over
de te slachten varkens gemiddeld ongeveer
35 cents per 100 K.G. als schadevergoeding be
taald wordt aan de stilliggende fabrieken. Door
het opvoeren van de productie van de werkende
fabrieken hebben deze een verlaging van de
productiekosten per eenheid kunnen bereiken.
Deze kostenbesparing is hun kennelijk een fi
nancieel offer waard geweest, waardoor zij aan
de uitvallende fabrieken een schadevergoeding
in uitzicht gesteld hebben. Naar het oordeel
van den crisis-accountantsdienst benadert dit
financieel voordeel ten gevolge van de ruimere
bezetting het bedrag der uit te keeren schade
vergoeding.
In een Donderdagmiddag gehouden bespre
king tusschen de directie van de stalen ramen
fabriek Beha te Den Haag en vertegenwoor
digers van vakbonden, betrokken bij het drei
gend conflict aan genoemde fabriek, is het
voorstel van den Rijksbemiddelaar, prof. mr.
A. C. Josephus Jitta, door beide partijen aan
vaard, zoodat een conflict is voorkomen.
Het fietspad door de Delflandsche duinen van
Monster naar Ter Heijde is Donderdag officieel
opengesteld.
Aan deze opening hebben de gemeentebestu
ren van Den Haag en Monster een eenigszins
officieel karakter gegeven.
Het gemeentebestuur van Monster had in de
raadzaal van het gemeentehuis een aantal' ge-
noodigden een ontvangst bereid. Onder de aan
wezigen bevonden zich ir. Feber, wethouder van
Openbare Werken, namens het gemeentebestuur
van 's-Gravenhage; mr. S. J. van den Bergb,
hoogheemraad van Delfland, de burgemeesters
van 's-Gravenzande, Wateringen en De Lier en
een vertegenwoordiger van het gemeentebe
stuur van Naaldwijk.
De burgemeester heeft de aanwezigen in een
korte rede welkom geheeten, waarna verver-
schingen werden rondgediend.
De aanwezigen begaven zich vervolgens per
autobus naar het begin van het nieuwe rijwiel
pad en reden daarna naar den Westlandschen
Drinkwatertoren, waar de burgemeester een
korte toelichting heeft gegeven over de totstand
koming van het pad.
Ten slotte heeft het gemeentebestuur van
's-Gravenhage het gezelschap in het Badhotel
te Kijkduin ontvangen.
Bij de ontvangst, die het Haagsche gemeente
bestuur het gezelschap, dat bij de officieele ope
ning van het fietspad MonsterTer Heijde
Kijkduin, Donderdagmiddag in het Badhotel te
Kijkduin heeft aangeboden, heeft wethouder
ir. Feber van Den Haag de gasten welkom
geheeten.
De heer Meijer de Vries, vertegenwoordiger
van het Departement van Sociale Zaken, heeft
onder het motto: „werkverschaffing en natuur
schoon" eenige opmerkingen gemaakt. Spreker
waardeerde het, dat een groot aantal werkloo
zen bij den aanleg van dit pad werk heeft ge
vonden.
Het vorige jaar is in de gemeente Ambt-
Harden berg- een eigenaardige ziekte opgetreden,
waarvan men eerst vreesde, dat het cholera
was, doch waarvan later bleek dat zij verband
hield met ernstige stoornissen in de spijsver
teringsorganen. De zieke werd daarom in den
volksmond aangeduid als darmziekte. Vele in
gezetenen werden er door aangetast en er wa
ren verscheidene gevallen met doodelijken af
loop. De ziekte bracht dus groote ontsteltenis
onder de bevolking teweeg.
Die ontsteltenis dreigt zich, naar het Han
delsblad meldt, weder van de ingezetenen van
Ambt-Hardenberg meester te maken, daar den
iaatsten tijd andermaal een aantal gévallen van
deze zgn. darmziekte, die besmettelijk is, zyn
geconstateerd. In een gezin te Rheezerveel is
reeds een 8-jarig meisje aan de gevolgen over
leden, terwijl enkele andere kinderen naar de
barakken voor besmettelijke ziekten te Zwolle
zijn overgebracht.
Tn verband met deze omstandigheden heeft
de burgemeester van Ambt-Hardenberg, oe
heer G. Oprei, in overleg met den inspecteur
voor de volksgezondheid, het wenschelijk ge
oordeeld aan alle hoofden van gezinnen in zijn
gemeente een rondschrijven te doen toekomen,
waarin de ingezetenen worden aangespoord
mede te werken tot het in toepassing brengen
van verschillende maatregelen ter bevordering
van de hygiëne, en om terstond geneeskundige
hulp in te roepen, wanneer symptomen, die na
der worden omschreven, van de bewuste ziekte
zich voordoen.
De schade van het m.s. „Manoeran", ver
oorzaakt door aanvaring, wordt te Los Angeles
hersteld. Verwacht wordt, dat het schip 22 of 23
dezer de reis kan vervolgen.
22
Welke bedoeling Northcote hiermede had
gehad, kon ik niet raden, maar ik begreep
spoedig tot mijn voldoening, dat ik hierdoor in
staat werd gesteld een grooten dienst te bewij
zen aan iemand, die mij vroeg of laat wederkee-
rig van onberekenbaar nut kon zijn. Er is niets
aangenamers dan edelmoedig te zijn met eens
andermans geld en ik besloot van deze omstan
digheid zoo goed mogelijk gebruik te maken.
„Er is een Indisch spreekwoord, Lord Lam-
mersfield," zei ik, dat zegt: „Haast behoort bij
den duivel." In het onderhavige geval ben ik het
er volkomen mede eens."
,,'t Zou voor mij zeker duivels slecht zijn," be
leende de staatsman eerlijk. „Mijn vijfduizend
pond per jaar van mijn ministerschap is alles,
waarmede ik moet rondkomen. Als ik het tot 't
volgende jaar kan uithouden, zal het beter gaan.
In het voorjaar komt er geld van een verzeke
ring los en de veestapel van Cranleigh belooft
volgens mijn rentmeester een aanzienlijke som
af te werpen, ofschoon dit natuurlijk nooit met
volkomen zekerheid te zeggen is."
Ik lachte. Als een gewone liberale kiezer zijn
hooggeschatfen leider eens zoo had hooren spre
ken, wat zou zijn gelaat een studie geweest zijn!
„Nu," zei ik, „die vooruitzichten zijn mij vol
doende. Ik heb wel eenig zwak voor speculatieve
belegging."
Het gelukte mijn metgezel wel niet geheel
zijn flegma van Engelsch Staatsman te bewaren,
maar hij hield toch zijn emotie goed in bedwang.
Hij hoorde mijn woorden, zonder de minste ver
andering van gelaatstuitdrukking aan.
„Het zou een weinigje ironisch klinken, als ik
zei, dat ik je ten zeerste verplicht ben, North
cote." Toen zweeg hij even. „Eerlijk gezegd" ver
volgde hij, „had ik nooit verwacht, dat je deze
hoe zullen wij het noemen nobele houding
zou aannemen. Je laatste brief over dit onder
werp
„O," onderbrak ik hem, „wij zullen dien brief
maar verbranden, als je er niet op tegen hebt.
Ik ben van opinie veranderd."
Lammersfield ontving dit voorstel met een be
leefd hoofdbuigen.
„Zooals je wilt," sprak hü. „Ik hen je oneindig
meer verschuldigd, dan ik onder woorden kan
brengen. Ik kan er alleen aan toevoegen, dat in
dien ik je ooit in welk opzicht ook, van diénst
kan zijn, je niet moet aarzelen mij in de gele
genheid te stellen je mijn erkentelijkheid te be
wijzen. Het ministerschap is geen aangename
positie, maar het heeft toch de verdienste dat
het iemand in staat stelt, bij geval een vriend
ter wille te zijn."
Ik glimlachte, want ik had werkelijk schik in
zijn cynischen kijk op de menschelijke natuur
en de voorrechten van het ministerschap. Klaar
blijkelijk verwachtte hij mijnerzijds een of ander
verzoek in ruil voor de gunst, welke ik hem had
bewezen en ik vroeg mij met nieuwsgierigheid
af, wat Northcote in mijn plaats wel gevraagd
zou hebben. Ik twijfelde er geenszins aan, of
mijn dubbelganger had met dat geldschieten wel
een of ander voordeelig perspectief in zijn hoofd.
Ik gooide mijn sigaret in 't vuur en stond op.
„Ik dank je ten zeerste voor je welwillendheid,
maar op 't oogenblik heb ik niets waarmede ik
de regeering moet lastig vallen. Maar als het
mocht voorkomen zal ik van je voorstel gaarne
gebruik maken. Misschien word ik den een of
anderen dag gearresteerd wegens overtreding
van het snelheidsmaximum."
Lord Lammersfield lachte droogjes. „Ik zie
met belangstelling een dagvaarding tegemoet,"
sprak hij met een buiging. „Laten wij nu naar
het feestterrein terugkeeren. ik heb in een on
zalig zwak oogénblik beloofd, dat ik een prote-
gée van mijn vrouw aan eenige van onze voor
naamste staatslieden zou voorstellen en ofschoon
ik persoonlijk den smaak van de jonge dame niet
bewonder, blijft ten slotte 'n belofte 'n belofte."
Het toeval wilde, dat bijna de eerste, die ik
zag, toen wij in de balzaal kwamen Mercia was.
Zij stond tegen den muur en was in gesprek met
een somber uitziend heer met lange grijze bak
kebaarden, dien ik van de portretten herkende,
als een van de meest onbekwame ministers van
Zijne Majesteit. Ik nam een plotseling besluit
en ik wendde mij tot Lammersfield.
„Je kent iedereen," zqi ik. „Wie is dat knappe
meisje, daar aan den overkant bü den ouden
Beauchamp?"
Hy keek in de aangeduide richting. „O ja"
zei hy, „een schoonheid, vind je niet? Beau
champ vergoedt in smaak wat hü aan scherpzin
nigheid te kort schiet. Zü is een ontdekking van
Lady Tregattock, ik geloof, dat zü ergens uit
Zuid-Amerika vandaan komt. Als je wilt, zal ik
haar aan je voorstellen."
De geschiedenis met „Francis" lag nog versch
in mijn geheugen en daarom werkte deze infor
matie betreffende lady Tregattock wel eenigszins
opwindend bü mü. Aangezien de scherpe op-
merkingsblik van Lammersfield op mü was ge
richt onderdrukte ik elk teeken van verrassing.
„Graag, als het je niet te veel moeite is," zei
ik zoo gewoon mogelük.
„Integendeel," antwoordde hü. „Ik zou het als
een aangenamen plicht beschouwen elke aan-
trekkelüke jonge dame van Beauchamp te be
vrijden."
Ik volgde hem dwars door de zaal naar de
plaats waar het zoo slecht bij elkaar passend
paar stond. „Miss de Rosen," sprak hü met een
hoffelijke buiging, „mag ik het genoegen hebben,
u een mijner vrienden voor te stellen, mijnheer
Northcote?" Daarna wendde hü zich tot den
ouden heer. „Ah Beauchamp, jü bent het juist
dien ik zocht. Heeft u een oogenblikje disponibel,
om hem te missen, dan kan münheer Northcote
u zoolang gezelschap houden."
Hü deed het zoo vriendelük en zoo verbazend
handig, dat ik, voor ik het zelf wist, alleen met
Mercia stond, terwijl Lammersfield met zün
hand op den schouder van den ge- en verstoor
den ouden heer wegslenterde
„Ik hoop, dat ik u niet van aangenaam gezel
schap beroof," zei ik glimlachend. Toen zonder
antwoord af te wachten vervolgde ik ernstig: „Ik
zou u gaarne even willen spreken. Kunnen wü
hier niet vandaan gaan en ergens een zitje op
zoeken?"
Zij nam nujn aangeboden arm en de lichte
aanraking van haar hand op mün mouw ver
vulde mü met een ongekend gevoel van zalig
heid. Wü gingen de volle balzaal door en langs
de breede trap naar de hal, die met bedienden
en laatkomers gevuld was. Rechts van de hal
was een wintertuin, een ware wondertuin-uit-
sprookjesland met een rükdom van azalea's en
allerlei bloeiende planten en heesters. In den
uitersten hoek stonden onder een paar reusach
tige waaierpalmen twee gemakkelüke, fraai be-
kleede stoelen.
Was zij mü dien anderen avond buitengewoon
bevallig voorgekomen, hier in het getemperde
licht dat haar blanken hals bescheen en haar
blik van droefheid en smart nog sterker deed
uitkomen, hield de schoonheid van Mercia mü
als 't ware in een soort van betooverd zwygen
gevangen.
„Ik heb mü reeds herhaalde malen afgevraagd
of ik ooit weer het voorrecht zou hebben, u nog
eens weer te zien," zei ik eindelijk met een zucht
van voldoening.
„En is u nu bevredigd?" sprak zij bitter en
ze keek mü met zoo'n plotselingen blik van ver
ontwaardiging aan, dat ik er verbaasd van stond.
„U heeft mü voor het overige van mün leven,
mijzelf leeiten haten en verachten. Denkt u dat
ik u ooit kan zien zonder er aan herinnerd te
worden, dat ik mün vader ontrouw ben gewor
den?"
„Indien u van meening is, dat u er uw vader
een dienst mede bewees, door mij een kogel in
het hoofd te jagen," antwoordde ik, „geloof ik,
dat u hem verkeerd beoordeelt."
Zü zat een weinig voorover gebogen met haar
hand op den arm van den stoel en haar donkere
oogen strak en bijna medelüdend op mü gericht.
•„O, kon ik het maar begrijpen," klaagde zü-
„Ik weet niet, hoe het komt, maar ik kan niet
gelooven, dat u mü voorliegt en toch
„En toch?" echo'de ik, toén zy zweeg.
Zij keerde zich met een soort wanhoopsgebaar
af.
„En toch bid ik," sprak zü bedroefd, „dat wij
elkaar na dezen avond niet meer zullen ontmoe
ten."
„Er bestaat groote kans, dat uw gebed zal ver
hoord worden," zei ik; „tenminste te oordeelen
naar de ondervinding, welke ik den vorigen
nacht heb opgedaan."
Zij keek vlug naar mij op. „Wat bedoelt u?"
Ik haalde mijn schouders op. „Ik bedoel, dat
een huisknecht dien ik 's morgens had gehuurd,
in den nacht een zeer ernstige poging deed, mij
te vermoorden."
Ik zag haar kleur verschieten tot albast. „O,
hemel," sprak zü met een zucht terwül zij haar
handen tegen haar borst drukte. „Heeft u letsel
bekomen?" stamelde zü-
(Wordt vervolgd.)