Van vogelverschrikkers en
verschrikte vogels
k ivs
V
Bill
't Volle Profijt" opent de poorten
HEFTIGE REACTIES
lis
T v- m sst» BB
-I IS I - v.«mé
TENTOONSTELLING VAN
GROOTE ALLURE
Een zilveren feest
WONDERBARE GENEZING
TE DEN BOSCH?
De vrije natuur
WOENSDAG 26 AUGUSTUS 1936
BUIT EN LANDSCH OVERZICHT
Rydz-Smigly naar
Parijs
Vijf pleiziervaarders
vermist
De toestand van prof.
Mulder S.J. beter
Nationaal congres van
De Jonge Werkman
Telegrammen aan ZH. den Paus
en H. M. de Koningin
SI!
99
De Minister van Waterstaat prijst
Twente's energie en onder
nemingslust
Father Quadekker op Borneo
Verlamde vrouw kreeg na bezoek
aan Lourdes het gebruik van
haar ledematen terug
,Handen af van onzen
Bisschop
Circulaire van den Limburgschen
Kiezersbond
WEER EEN AARDSCHOK
TE KOETARADJA
Enschede in 't centrum
der belangstelling
De officieele opening
Rede mr. dr. A. A. van Rhijn
gp||!
-
Commissaris der Koningin
spreekt
Op een mid-stadsbovenhuis
Onderscheidingen
Rede minister van Waterstaat
De Commissaris der Koningin in de
Provincie Overijsel, mr. A. E. baron
van Voorst tot Voorst
Zooals te verwachten was, heeft het besluit
van Hitier om den diensttijd in Duitsch-
land tot twee jaar te verlengen, heftige
reacties gewekt in het buitenland, vooral in
Frankrijk. Frankrijk kan niet vergeten, dat de
Führer in zijn, ondanks het schijnbaar verloo
chenen van enkele hoofdstukken, nog altijd van
kracht zijnde nationaal-socialistische evangelie
boek „Mein Kampf" Frankrijk den grootsten
en natuurlijken vijand van Duitschland heeft
genoemd. Vandaar dat het alle eigenmachtige
militaire daden van Duitschland, ook als deze
niet direct tegen Frankrijk gericht schijnen,
uitlegt en opvat als evenzoovele aanslagen op
Frankrijks veiligheid. Frankrijk, dat door zijn
hardnekkige en enghartige Versaillespolitiek
Hitier en zijn beweging veel wind in de bruine
zeilen heeft geblazen, windt, zich nu erover op,
dat het nationaal-socialistische fregat zoo'n
ontstellende vaart heeft gekregen, dat het met
geen man en macht meer tegen te houden
schijnt. Frankrijk heeft reden 9m ongerust te
zijn en de zoo vaak verzoeningsgezind klinken
de woorden van den Führer minder te vertrou
wen dan diens met die woorden volkomen in
strijd lijkende daden. De eenzijdige schending
van de militaire clausules van het domme dic
taat van Versailles, de dreigende herbewape
ning van Duitschland, de wederinvoering van
den algemeenen dienstplicht, de opzegging en
tevens schending van het Locarnopact, de re-
militarisatie van het Rijnland, het aanleggen
van een anti-Maginotlinie en nu weer de ver
lenging van den militairen diensttijd tot twee
jaar, hebben Duitschland in de angstige oogen
van Frankrijk gemaakt tot een reusachtigen
vogelverschrikker. En evenmin als een vogel
verschrikker met kans op eenig succes ver
trouwen kan vragen aan de vogels, evenmin
kan Hitler, die zijn Rijk tot de sterkste mili
taire macht van Europa maakt, aanspraak
maken op het vertrouwen van Frankrijk. Het
heet nu wel, dat de schending van het Locar
nopact noodig was, omdat het Fransch-Rus-
sisch bondgenootschap Duitschland bedreigde
en dat de verlenging van den diensttijd in
Duitschland uitsluitend een tegenmaatregel is
tegen de verlaging van den dienstplichtigen
leeftijd in Sovjet-Rusland, maar Frankrijk, dat
met Rusland uit angst voor Duitschland een
iijnig bondgenootschap met wederkeerige bij
standsverplichting sloot, geeft zich er reken
schap van dat het gigantische militaire machts
apparaat van het Derde Rijk zich tegelegener-
tijd even gemakkelijk en waarschijnlijk niet zon
der voorkeur tegen Frankrijk als tegen een an
der kan richten. De Volksfront-regeering te
Farijs, die bij haar weinig schitterend debuut
in de Duitsche gelijkgeschakelde pers een aller
wonderlijkst gunstig onthaal vond, zal nu wel
op nieuwe middelen gaan zinnen om bet nog
aldoor groeiende Duitsche gevaar te bezweren.
In de Fransche pers gaan dringende stemmen
op voor een algeheele reorganisatie van de
Fransche weermacht en een versterking van
de Fransche bondgenootschappen. Kort geleden
is de chef van den Franschen generalen staf,
Gamelin, op bezoek geweest in Polen, dat tus-
schen Duitschland en Sovjet-Rusland leeüjk
in de knel zit en met Argus-oogen de ontwik
keling der verhoudingen in Danzig en de ver
zoening tusschen Duitschland en Litauen be
kijkt en thans allerminst gesticht kan zijn
noch over de verlaging van den dienstplich
tigen leeftijd in het gehate Sovjet-Rusland,
noch over de verlenging van den diensttijd in
het gevreesde Derde Rijk. Hoe weinig gesticht
Polen over dezen gang van zaken is, zal straks
wel blijken bij het vervroegde tegenbezoek, dat
Pilsoedski's opvolger Rydz-Smigly aan Parijs
gaat brengen.
E- Zijn op den politieken akker van Europa
nog slechts vogelverschrikkers en beang
stigde vogels, terwijl zich het zonderlinge
feit voordoet, dat de vogels soms zelf tot vogel
verschrikker worden en de vogelverschrikkers
tot vogels al naar gelang men van standpunt
verandert. Duitschland is voor Frankrijk een
vogelverschrikker, maar speelt zelf den be
dreigden vogel tegenover den vogelverschrikker
Sovjet-Rusland.
Sovjet-Rusland is voor Frankrijk en Tsjecho-
Slowakije een lieftallige vredesduif met geduch
te adelaarsklauwen, maar Polen ziet bet als
een niet minder dan Duitschland vreesaanja-
genden vogelverschrikker. België ziet Duitsch
land maar weinig anders dan Frankrijk, en
Sovjet-Rusland deelt eveneens de Fransche
visie op Duitschland. Italië, dat als een felle
havik op Abessinië is neergestooten, en met den
Duitschen adelaar op hetzelfde politieke stokje
is gaan zitten om wat te trekkebekken over 't
angstig piepende Oostenrijk, ziet de militaire
contouren van den Duitschen adelaar nu naast
zich groeien tot weinig geruststellende afmetin
gen, welke weer schaduwen afwerpen tot aan
den Brenner.
Generaal Rydz-Smigly, de opvolger van
Pilsoedski
Spanje fladdert radeloos, zichzelf vermin
kend, rond en is voor sommigen een begeerens-
waardige prooi, voor anderen een verschrik
king geworden. Engeland zit gehavend op zijn
eiland en slijpt zijn klauwen aan de krijtrotsen.
De verhoudingen tusschen vogels en vogelver
schrikkers zijn van dien aard geworden, dat 't
geheel als een verbijsterend spookbeeld uit een
nachtmerrie aandoet en een objectieve be
schouwing vrijwel onmogelijk maakt.
Nuchter bezien heeft Duitschland door de
verlenging van den diensttijd hetzelfde
gedaan, wat Frankrijk en België reeds
vroeger gedaan hebben. Sinds men er in berust
heeft, dat Duitschland eigenmachtig zijn volle
militaire souvereiniteit herstelde, mag men er
zich eigenlijk niet meer over verbazen, dat het
ook eigenmachtig de wijze vaststelt, waarop die
souvereiniteit in practijk zal worden gebracht.
Het is dan ook meer bezorgdheid en onrust dan
wel verbazing, welke door Duitschlands mili
taire gedragingen wordt gewekt. Of Duitsch
land er verstandig aan doet zijn bijltje zoo
scherp te slijpen, is een vraag, welke slechts de
toekomst kan beantwoorden. De verlenging van
den diensttijd zal nieuwe en zware offers van
het reeds groote offers brengende Duitsche volk
vragen. De groei van Duitschlands militaire
macht kan evenveel aantrekkingskracht als
weerstand oproepen. Het loopt gevaar Polen
van zich te vervreemden en weer in de armen
van Frankrijk te drijven en Italië te doen te
rugkomen op zijn tegemoetkomende houding
jegens Berlijn. Het zet met deze „draufgange-
rische" politiek een methode van weinig geven
en veel nemen voort, welke niet geschikt is ge
bleken om het met den mond zoo luid gevraag
de internationale vertrouwen te wekken. Het
schond het Locarnopact en bood tegelijkertijd
een nieuwe regeling aan.
Het hernam zijn militaire rechten en ver
klaarde zich bereid tot een samenspreking der
vijf Locarnomogendheden. Het ging in op het
Fransche non-interventie-initiatief betreffende
Spanje en joeg tegelijkertijd door de verlenging
van den diensttijd Frankrijk den doodschrik op
het lijf. Wat er op zoo'n manier nog van
de door generaal Smuts bepleite internatio
nale conferentie ter regeling van alle verwarde
en hangende kwesties moet terecht komen, is
nauwelijks nog een raadsel. Het krijgt er zoo
langzamerhand den schijn van, dat Duitsch
land er op uit is opnieuw te gaan beproeven,
wat in 1918 mislukt is, een strijd van één tegen
allen. Een dergelijke bedoeling toch zou de
eenige alle uiterlijke tegenstrijdigheden ophef
fende verklaring kunnen leveren der huidige
Duitsche politiek.
brcodnoodig, „en 't is mijn hartewensch:
schrijft hij verder, „dat ik deze als een jubilé-
g„ve aan Onzen Lieven Heer zou mogen aan
bieden."
Drieduizend gulden
Er was eens zoo beginnen alle schoone
vertellingen uit vroeger jaren er was eens
een tijd dat een of andere rijke missievriend
zo^'n bedrag ineens saf. Die tijd is voorbij. Wie
diept thans nog zooveel geld uit zijn zak? De
kleintjes moeten het doen. Aan kleine gaven
moet de „kathedraal" van Sarikei bijeen ko
men.
Mej. P. M. A. Quadekker, Paaschberg 39 te
Ede, heeft zich ervoor gespannen die kleine gaven
te verzamelen op haar Gironummer 62596. Ja,
dat slaagt!
De toestand Van prof. dr. W. Mulder S. J.,
die ten huize van prof. Nolet in de pastorie
van de kerk van de H. H. Apostelen Petrus en
Paulus te Amsterdam plotseling door een ern
stige ziekte werd overvallen, is thans in zoo
verre verbeterd, dat alle onmiddellijk gevaar
geweken is en men een spoedig herstel van
den Nijmeegschen historicus mag verwachten.
Bij gelegenheid van het eerste nationale
J.W.-Congres, dat op 16 Augustus is gehouden
op de H. Landstichting bij Nijmegen, werd het
volgende telegram verzonden aan H. M. de Ko
ningin
„Tienduizend J.W.-ers in congres bijeen op
de H. Landstichting te Nijmegen onder de lei
ding van de Hoogwaardige Bisschoppen van
Nederland, betuigen trouw en aanhankelijk
heid.'*
Daags na het congres werd aan Z.Em. Kar
dinaal Pacelli te Rome een telegram verzonden
van den volgenden inhoud:
„Na het gelukkig geslaagde nationale con
gres van het katholieke Verbond van jonge ar
beiders, betuigt de Aartsbisschop mede namens
de suffragaan-bisschoppen aan den Heiligen
Vader den grootsten dank voor de troostende
en aanmoedigende woorden in den brief van
Zijne Heiligheid."
Van H. M. de Koningin mocht het volgende
antwoord-telegram worden ontvangen:
„Hare Majesteit de Koningin draagt mij op
de deelnemers aan het gehouden congres zeer
dank te zeggen voor betuiging van aanhanke
lijkheid en trouw.
VAN HIEMSTRA, Secretaris."
pi-ï êi
In de bijna nog ongerepte natuurschoonheid van Zuid-Noorwegen is een kracht
installatie gebouwd, die de gr ootste van Noord-Europa is
TRIEST, 26 Aug. Men verkeert in ongerust
heid omtrent het lot van vijf personen, die voor
een pleiziertochtje* met een bootje in zee waren
gestoken, doch door den hevigen wind zijn af
gedreven, Het vaartuig heeft men net de kiel
naar boven aangetroffen.
Wanneer kapelaans hun koperen of pas
toors hün zilveren priesterfeest vieren,
stelt hun heele parochie zich in de weer
om hen te fêteeren. Als alle werkelijk groote
mannen zóó gehuldigd werden! Met bruidjes en
eerebogen en feestmalen en geschenken! Als
onze missionarissen eens.
Onze missionarissen zitten bij zoo'n gelegen
heid meestal op een afgelegen post ergens in
de wildernis, waar de kincfèrtjes nauwelijks een
broekje dragen, laat staan, dat zij in geplisseer-
de jurkjes rond gaan loopen om den Pater te
huldigen. Palmboomen vormen zijn eeuwige
eeiebogen. Feestmalen en geschenken! Father
Quadekker heeft bij zijn laatsten terugkeer naar
Bortieo een fleschje maggi meegenomen om zich
te tracteeren wanneer hij 25 jaar in de mis-
sionneering van dit groote eiland werkzaam is.
Dat zijn geen sleepasperges en geen artisjokken
en dat is geen Bordeaux op temperatuur en
geen gekoelde champagne. En wat willen arme
drommels van Dajaks voor geschenken geven?
De missionaris Father Quadekker in casu
viert zijn feest in stilte met Onzen Lieven
Heer en met zijn herinneringen. Voor zijn bla-
derenhut gaan zijn gedachten naar vervlogen
tijden en naar het land, dat hij verliet en naar
de belofte van Christus: „Wie vader en moeder
en zijn vaderland verlaat om Mijn Roepstem te
volgen, zal op aarde honderdvoudig' terugont
vangen en hiernamaals het eeuwig leven er
ven".
Father Quadekker heeft maar één wensch:
géén servies, géén missaal met weet-ik-wat op
sr.ee, géén meubilair.... Hij verlangt een kerk
een kathedraal voor Sarikei.
Niet meer en niet minder!
Neen Hij zag zoo graag de kapitale som
van.. 3000 gulden daartoe bijeen.
„Een huis," schrijft hij aan zijn familie, „dat
komt er niet zoo op aan, wij zijn hier om te
werken, en als we 't hier niet zoo gemakkelijk
hebben, dan hopen we, dat we 't des te beter
zullen hebben bij O. L, Heer. Ik wacht met
geduld op mijn paleis hierboven, als wij 't hier
niet krijgen."
1 Een kerk en een school echter zijn zoo
De echtgenoote van den gemeente-arbeider
W. wonende aan de Zuid-Willemsvaart te
's-Hertog'enbosch, was reeds jaren lijdende, waar
door zij niet meer van het bed kon opstaan. Ze
was geheel verlamd. Bij geneeskundige behande
ling vond zij geen baat meer.
De vrouw werd tenslotte in de gelegenheid ge
steld met de Nationale Bedevaart de reis mee te
maken naar Lourdes. Daar zou zij bidd'en om
genezing of algeheele berusting.
De reis naar Lourdes werd goed volbracht en
er gebeurde niets bijzonders. Echter dezer dagen
voelde de vrouw beweging in een arm fen zij be
proefde of zij ook haar beenen kon bewegen. Zij
stond op en liep en de kinderen die het zagen
riepen: „Kijk, moeder kan loopen!'* Geleidelijk
bewoog de vrouw zich gemakkelijker ten de be
terschap is gebleven. De behandelende genees
heer moest constateeren, dat er iets buitenge
woons was geschied.
Het geval wordt nader deskundig onderzocht,
en als steeds met de meeste voorzichtigheid.
Inmiddels werd in de Kathedrale Basiliek van
Den Bosch een H. Mis van dankbaarheid opge
dragen ter eere van O. L. Vrouw van Lourdes.
De R. K. Kiezersbond voor Limburg heeft
in duizenden exemplaren over geheel Limburg
een circulaire verspreid, onder den titel „Han
den af van onzen Vader Bisschop", waarin
het geheele katholieke Limburgsche volk wordt
opgeroepen op de bres te staan in den strijd
tegen het nieuwe dreigende gevaar voor het
Katholieke geloof in dat gewest.
Met kracht wordt daarin opgekomen tegen
het jongste pamflet van de N.S.B. dat tegen
Mgr. Lemmens gericht was.
„Nog meer dan ooit," zoo heet het in dezen
oproep van den Kiezersbond, „kan nu onze Va
der Bisschop rekenen op zijn „goed Limburgsch
volk", zooals hij ons zoo vaak genoemd heeft.
Onder groote vreugde en met laaiende geest
drift heeft geheel Katholiek Limburg hem
trouw gezworen en een Limburgsche eed telt
dubbel. Volksvreemde personen en volksvreemde
leerstellingen zullen ons katholiek Limburg» niet
besmetten."
KOETARADJA, 26 Aug. (Aneta) Heden
nacht omstreeks vier uur werd een korte, doch
vrij hevige aardschok geconstateerd. Vele per
sonen snelden naar buiten, aangezien zij erger
vreesden.
Na maanden van ernstige voorbereiding
is de tentoonstelling ,,'t Volle Profijt" te
Enschede hedenmorgen in tegenwoordigheid
van tal van autoriteiten en genoqdigden
officieel door den Minister van Waterstaat
Jhr. Ir. van Lidth de Jeude geopend.
Deze tentoonstelling levert het onomstootelijk
bewijs, dat ondanks crisis-schaduwen en som
bere perspectieven er nog steeds energie en
ondernemingslust leeft in Twente en dat men
er bijtijds heeft ingezien, dat wanneer het getij
verloopt de bakens verzet moeten worden.
Terwijl nog de laatste hand werd gelegd aan
de stoffeering van het terrein en de aanklee
ding der stands vulde zich hedenmorgen om
streeks half elf geleidelijk de groote restaura
tiezaal, waar de officieele opening der tentoon
stelling zal plaats vinden.
Onder de meer dan 1000 aanwezigen merkten
we, behalve den Minister van Waterstaat Jhr.
Ir. O. C. A. van Lidth de Jeude, op, Mr. Dr.
A. A. van Rhijn, als vertegenwoordiger van de
ministers van Landbouw en Visscherij en van
Handel, Scheepvaart en Nijverheid, Mr. A. E.
baron van Voorst tot Voorst, Commissaris der
Koningin in de provincie Overijsel, den burge
meester van Enschede den heer J. J. G. E.
Rückert en» vele zijner ambtgenooten uit den
omtrek.
De openingsrede werd gehouden door den
heer H. B. Peteri, voorzitter van het tentoon-
stellingsbestuur, waarna de burgemeester van
Enschede, de heer Rückert het woord nam ter
begroeting» der aanwezigen in het land van
katoen en heide, zooals Twente in litteratuur
en volksmond bekend is.
De nieuwe levensperiode die Enschede met de
opening van de haven ingaat, wordt met deze
tentoonstelling ingeluid. De hier bestaande
energie vormt een stimulans voor het econo
misch leven in ons heele vaderland en is daar
om juist in deze moeilijke tijden van zoo bij
zondere waarde. Spr. eindigde met den
wensch, dat deze nationale tentoonstelling het
volle profijt moge afwerpen, niet slechts voor
allen die haar bezoeken, doch ook voor hen
die daaraan mee hebben gewerkt en daarmee
voor Enschede, voor geheel Twente, voor geheel
Nederland.
Het woord was hierna aan den secretaris
generaal van het departement van Handel,
Nijverheid en Scheepvaart, mr. dr. A. A. van
Rhijn, die mede het woord voerde namens den
minister van Landbouw en Visscherij.
Wie Twente zegt, zei spr. o.m., denkt aan
zijn industrie. Wat ondernemingsgeest,
koopmanstalent en technisch vernuft hier
in ruim een halve eeuw hebben tot stand
gebracht, dwingt ieders bewondering af.
Die Twentsche^ industrie heeft een voor-
treffelijken naam over de geheele wereld.
Nederland is daar trotsch op!
Helaas hebben de jaren van de crisis hier
groote ontgoocheling gebracht. Is men toen bij
de pakken gaan neerzitten? Geenszins!
De Twentsche industrie speurt naar nieuwe
productiemogelijkheden. Voorts acht spr. het
van groot belang,
dat landbouw en
industrie hier broe
derlijk samenwer
ken, waarna mr.
van Rhijn vervol
gens wees op tal
van regeeringsda-
den, waaruit blijkt
dat de regeering
haar zorg over
landbouw en in
dustrie beide, vol
gens de beginse
len der verdee-
lende rechtvaar
digheid, uitstrekt.
Stelt de regeering
niet millioenen en
millioenen beschik
baar voor een toe-
Mr. dr. A. A. van Rhijn nemende industri
alisatie van Ne
derland? Toont zij daarmede niet hoezeer zij
de toekomst der industrie een. levensbelang voor
ons vaderland acht?
O
De Minister van Waterstaat, jhr. ir.
O. C. A. van Lidth de Jeude
Landbouw en industrie, aldus spr., zijn
geen elkaar vijandige machten. Zij heb
ben elkaar integendeel volstrekt noodig.
Landbouw, industrie, sclieepvaart, verkeer,
handel, visscherij, het zijn alle leden van
hetzelfde lichaam, dat economisch Neder
land heet. Naar het bekende woord van
den apostel Paulus lijden alle leden van het
lichaam als één lid lijdt.
Deze solidaristische beschouwing is in deze
tentoonstelling gesymboliseerd, doordat aan
landbouw en industrie beide een groote plaats
is ingeruimd. Zulks geeft moed voor de toe
komst.
De Commissaris der Koningin in de pro
vincie Overijssel, Z. Exc. mr. A. E. baron van
Voorst tot Voorst begon met te constatee
ren, dat crisisverschijnselen niet nieuw zijn
en dat het er circa 1880 ook niet zoo roos
kleurig voorgestaan heeft.
Immers uit den nood der tijden werd toen
te Lonneker geboren de „Bestelvereeniging", een
primitieve vorm van coöperatie. HieTuit ont
stond in 1896 de Lonneker Coöperatieve Land
bouwersbank en Handelsvereeniging. Aan den
gezamenlijken aankoop werd toen tevens ver
bonden een spaar- en voorschotsysteem.
Het voornaamste doel was het bevorderen van
de landbouwkundige kennis. Een uitgebreide
landbouwbibliotheek werd aangelegd, men or
ganiseerde cursussen, legde proefvelden aan en
dit alles om landbouw en landbouwhuishoud-
onderwijs te bevorderen. Tezelfder tijd werd in
1896 opgericht de Lonneker Coöp. Melkinrich
ting en zuivelfabriek.
Thans kan dan worden opengesteld de
Enschedesche haven. Na vele jaren van beraad
is in een zeer snel tempo uitgevoerd en tot stand
gekomen het Twente-Rijnkanaal. Dat Enschede
zulks met vreugde vervult ligt voor de hand.
Al zfjn de tijden niet zooals zij vroeger waren,
toch kan het verkrijgen van een dergelijke ver-,
keersader medewerken tot den wederopbouw.
Heel toevallig doordat in de brie
venbus van een ons vertrouwd adrer
een propaganda-circulaire gedepo
neerd is geworden hebben wij ontdekt
dat zich sinds ongeveer een jaar op een
groot bovenhuis in het oudste hartje van
Amsterdam gevestigd heeft een „Licht-
vriendenkring", welke onder het motto
„Licht, Lucht en Zon" een der meest de
cadente verschijnselen van den modernen
tijd, de naaktlooperij, aanbeveelt en in
praktijk tracht te brengen.
De „Lichtvriendenkring", welke stunte
lige circulaires verspreidt onder „alle
vrienden en vriendinnen van Licht!
Lucht! Zon!", waarin naïevelijkC?) be
toogd wordt, dat de jeugd veel zedelijker
zou zijn, wanneer de kleeding maar geen
beletsel vormde, heeft zich heel officieel
geïnstalleerd; de „kring" maakt recla
me, verspreidt, zooals gezegd, circulaires
met adres en al, en wie er méér van
weten wil, kan door den secretaris op zijn
spreekuur ontvangen worden; de „kring"
heeft eigen statuten, waaruit o.a. blijkt,
dat 16-jarigen van beiderlei geslacht al
reeds lid kunnen zijn, en inschrijfbiljetten
liggen voor de adspirantleden gereed,
waarop uitdrukkelijk vermeld staat, dat
de beantwoording der vragen alleen maar
bedoeld is „voor statistische gegevens",
volkomen geheim zal blijven (waarom?)
en dat het van de beantwoording niet zal
afhangen, of iemand al dan niet als lid zal
worden aangenomen; indien de adspirant-
zulks wenscht, kan volgens de statuten
zijn naam voor de leden ook geheel onbe
kend blijven.
Al met al een ziekelijke vunzige bewe
ging, welke met haar „vrije natuur" op
een stadsbovenhuis vrij baan bereidt voor
de laagste excessen; een beweging,
welke niet moest kunnen opkomen, noch
ook moest kunnen voortbestaan in een
samenleving, die zichzelf respecteert;
een beweging, welke door de politie met
welke middelen dan ook uitgeroeid moest
worden.
Tot onze - groote verbazing hebben wij
op navraag echter vernomen, dat de lei
ding van den „Lichtvriendenkring" onder
adspirantleden reclame maakt met de ver
klaring der zedenpolitie, dat deze niet
zal ingrijpen en het stelletje rustig zijn
gang zal laten gaan, als alleen -maar de
ledenlijst haar bekend is; een foto-album,
waarin uitknipsels van hier te lande ver
boden blaadjes, werd aanvankelijk in be
slag genomen, doch later vrijgegeven on
der beding, dat het alleen maar voor leden
ter inzage zou zijn.
Zóó „bemoeit" zich de Amsterdamsche
zedenpolitie met een der allerdwaaste, een
der decadentste verschijnselen op onzede-
lijkheidsgebied, waaraan zelfs minderjari
gen ten offer kunnen vallen.
Wij erkennen, dat er gek genoeg!
juridische bezwaren bestaan tegen direct
ingrijpen, maarals de Amsterdamsche
zedenpolitie geen middel b.v. ook geen
administratief middel weet te vinden
om aan zulk schandaal een einde te ma
ken, of als zij (wat nog bedenkelijker zou
zijn) het geval niet zoo erg vindt, dan is
zij haar naam „Zedenpolitie" niet waard.
Leeft er in Amsterdam niet bovendien
Vader Willem, het hoofd van heel de po
litie in Amsterdam?
gericht 13 op herstel van evenwicht. En zeker
behoef ik in dezen kring er niet aan te herin
neren, dat het juist de techniek is geweest, die
geleid heeft tot een ontplooiing van krachten,
zonder welke toch nimmer het hooge peil was
bereikt, dat niettegenstaande de inzinking het
Al dengenen, die aan deze tentoonstelling,
welke van dit hooge peil getuigt, hun tijd en
arbeid gegeven hebben, zij dank gebracht voor
hun inspanning. Hun zij toegewenscht, dat de
inspanning om „de elite" van producten ten
toon te spreiden hetgeen toont, hoe met
sevenmijls"-laarzen wordt voortgeschreden, ,,'t
Volle Profijt' dat daarvan verwacht mag wor
den, zal afwerpen.
Bij de officieele opening deelde de Minister
van Waterstaat mede, dat het H. M. de Konin
gin behaagd heeft den heer H. B. Peteri, voor
zitter van het dagelijksch bestuur der ten
toonstelling, te benoemen tot officier in de
Orde van Oranje Nassau en den heer J. A. S.
KTot, voorzitter van de Lonneker Coöp. Melk
inrichting en Zuivelfabriek, welke heden haar
veertig-jarig bestaan herdenkt, tot ridder in
de Orde van Oranje Nassau.
De minister van Waterstaat, Z. Exc. jhr. ir..
O. C. A. van Lidth de Jeude, heeft tenslotte de
tentoonstelling met een rede geopend.
Waar reeds door de overige sprekers, aldus
de minister, en inzonderheid door den Secreta
ris-Generaal van de zooeven bedoelde departe
menten de belangrijkste bronnen van onze
volkswelvaart landbouw en industrie, als Phile
mon en Baucis zijn aaneen gestrengeld, kan
mijnerzijds volstaan worden met het uitspre
ken van den wensch, dat deze tweelingboom
krachtig moge opgroeien.
De techniek echter kan niet onbreken, want
immers de levensvoorwaarden, waaronder in
dustrie en landbouw kunnen gedijen, worden
bezield door de techniek, die als middel dient
om dit doel te bereiken.
Zoo is dan aanleiding tot deze tentoonstelling
geweest de totstandkoming van den Waterweg
met de haven van Enschede en daarmede is nei.
verband gelegd, waarop ik zooeven doelde.
Men meent wel, dat de ontwikkeling van
de techniek de hoofdoorzaak is van die heer-
schende werkloosheid, maar de historie
leert, dat dit verschijnsel zich reeds voor
deed, toen de techniek nog uiterst primitief
was.
Het is hier de plaats niet om dieper in te
gaan op het wondere spel der voortdurende
vervorming van verhoudingen, dat gepaard gaat
met schokken en slagen, doch dat steeds weer