FINSCHE TAALCULTUUR UIT DEN OMTREK ManiMfftoni: li VRIJDAG 4 SEPTEMBER 1936 ONTWIKKELING DER LETTERKUNDE aïTttfqqt om met\s<henlev<ms? De lokkende stem Marta Eggerth zingt zich een gemaal Eerstvolgende retraiten te Bergen St. Ignatius te Spaubeek Manresa te Venlo R.K. BAKKERSPATROONS BLOEMEND AAL HALFWEG HILLEGOM NIEUW-VENNEP SANTPOORT SASSENHEIM VELSEN IJMUIDEN De oorsprong van het Finsche geslacht ligt vrijwel in 't duister. Voor zoover de taal- en oudheidkunde dit vraag stuk tot heden hebben kunnen belichten, stamt het allerwaarschijnlijkst uit Zuidoos telijk Rusland. Daar, ergens tusschen den Oeral en de Wolga, ligt zijn ontstaan, eenige duizenden jaren vóór onze tijdreke ning. De Finsche taal ontleent haar oorsprong aan de Finsch-Oegrische stamtaal. Daartoe behooren buiten de in Rusland nog levende aanverwante talen, ook het Estisch en 't Hongaarsch. Volgens de algemeene opvatting woonde het Finsch-Oegrische oer volk, dat deze stamtaal sprak, voor 45000 jaar aan den middelloop van den Wolga. Maar een deel ervan was na verloop van tijd naar 't Westen, de tegenwoordige Oost- zeestaten ten Zuiden van de Finsche Golf getrokken, waar het zoowel vóór als na Christus' geboorte in aanraking kwam met de Westersche beschaving. Het toen nog uitsluitend jagers- en visschersvolk leerde daar onder den invloed der Baltische en Gotisch-Germaansche naburen den akker bouw, die later een der hoofdbronnen van bestaan voor 't Finsche volk zou worden. Tot deze Oostzee-Finsche taalfamilie rekent men de Finnen, de Kareliërs, de Esten, die van Aunus, die van Watja, de Wepsen en de Lijven, die allen de streken tusschen de Golf van Riga en de Wainarivier bewoon den en hun gemeenschappelijke Oostgrens in het Waldagebied hadden. De Finnen hadden zich in het tegenwoordige Estland nedergezet. De gemeenschappelijke taal, die de voorvaders dezer volksstammen spra ken, was het stam- of oer-Finsch. Deze stamtaal spraken hoewel in verschillende dialecten ook de Finnen, die in de jaren 100600 na Christus naar 't tegenwoordige Finland kwamen. Zij vestigden zich eerst in 't Zuid-Westen, trokken in de volgende eeuwen naar 't Oosten, omstreeks 1100 be volkten zij het heele Zuiden en verspreidden zich vandaar over het gansche land, de smalle kuststreken in het Westen, waar uitgeweken Zweden zich reeds hadden nedergezet, en het kleine Noordelijke „land der Lappen" uitgezonderd. Eerst nü kon zich onder den invloed der politieke en cul- tureele eenheid de gemeenschappelijke rijkstaal ontwikkelen, die thans door onge veer 3.500.000 Finnen gesproken wordt. De Finsche taal is een klare, zuiverklin- kende taal, rijk aan klanken en tweeklan ken. De klemtoon der woorden valt altijd op de eerste lettergreep. Klankharmonie is eveneens een harer vereischten. Haar oud karakter herkennen we aan den overvloed der naamvalleni), aan de met bezittelijke achtervoegsels verbonden woordverbui ging-), aan den rijkdom van geluidnaboot- sende en beeldende woorden, aan haar ont wikkelingsvermogen door met natuurlijke gemakkelijkheid nieuwe woorden van de stamwoorden te vormen en aan de logiek harer spraakkunst en syntaxis. De klanken- schoonheid ei» harmonie der Finsche taal is reeds vanaf de 17e eeuw bekend geweest; haar veredelde en cultureele rijkdom echter dagteekent eerst van de vorige eeuw. Het Finsch, het Estisch en 't Hongaarsch zijn de eenige Finsch-Oegrische talen, die in staat geweest zijn een eigen nationale letterkunde te scheppen en eenige harer beoefenaars tot internationale bekendheid te brengen. Gewoonlijk houdt men de Finsche letter kunde voor nog zeer jong. Dit ligt wel hier aan, dat ze zich eerst in de laatste helft der 19e eeuw tot een moderne literatuur als spiegel der veelzijdige geestesgaven der volksgemeenschap ontwikkelde. Doch reeds vóór 400 jaar hadden de Finnen een ge drukte literatuur, die op haar beurt een lange en rijke voorgeschiedenis had in de mondeling ontstane en evenzoo overge leverde volksdichtkunst. Rekenen wij deze voorgeschiedenis mee, dan is de Finsche letterkunde een duizend jaren oud. Dit ge weldige tijdperk is natuurlijk niet altijd even effen geweest; er hebben stijgingen, maar ook inzinkingen plaats gehad. Deze vindenook hier haar verklaring deels in de verschillende groeistadia van 't „Finsch- dom", deels in het wisselend vermogen om van buiten komende invloeden in zich op te nemen en die te benutten. Wij mogen niet vergeten, dat in den tijd, toen de Finnen zich in het tegenwoordige Finland vestigden, zij niets anders waren dan zooals professor Tarkiainen het in zijn Geschiedenis der Finsche letterkunde zegt: „een kleine, in verschillende stammen ver deelde volksscherf"3), en dat de toekomst van het uit die stammen geleidelijk samen gesmolten volk in latere eeuwen vaak zeer somber was. Zoo bv. in de talrijke, dikwijls ernstige oorlogsverwikkelingen der Middel eeuwen; tijdens den nijpenden honger snood in de jaren 1690; in de zware tijden van den „Grooten Haat", (de groote Zweedsch-Russische oorlogen) in het begin der 18e eeuw. Immers, zoodra het bestaan des volks ernstig bedreigd wordt, is een vrije ontwikkeling der nationale cultuur onmogelijk. Een dreigend gevaar lag er ook in de binnenlandsche politieke moei lijkheden. Het Zweedsche volksdeel is wel iswaar nooit grooter geweest dan een acht ste of tiende deel der bevolking, maar zoo lang Finland als quasi-provincle bij het Zweedsche Rijk behoorde en ook later nog was de Zweedsche pressie ontzaglijk groot. Het Zweedsch was de z.g. cultuurtaal in Finland, de rijksambtenaren en nage noeg de heele „intelligenz" waren Zweedsch- sprekend, terwijl de Finsche taal nog niet de meest primaire officieele rechten bezat. Deze misplaatste, onrechtvaardige Zweed sche souvereiniteit werkte verlammend op elk nationaal streven, allereerst op de Fin sche letterkunde, en duurde schier onver anderd voort vanaf den aanvang der 17e tot op de helft der vorige eeuw. De „ver- zweedsching" hing dan ook meer dan eens als een Damocleszwaard boven het Finsch- denkende en Finschvoelende volksdeel. Van den anderen kant was Finland in zekeren zin op Zweden aangewezen. Vóór het Finsche volk zelf onmiddellijke wegen naar de groote cultuurlanden van West-Europa gevonden had, was Zweden zijn eenige middelaar. Door middel der Katholieke Kerk kwam het Finsche volk zeer zeker reeds in de vroege Middeleeuwen in cultuurgemeenschap met de Europee- sche volkeren van het Westen, maar door het afzijdig liggen van Finland kwam de invloed der West-Europeesche stroomingen meestal zeer laat, bleef soms geheel uit. Voor zoover we dus uit de voorgeschie denis mogen besluiten, zou de Finsche taal haar vroegste dichterlijke „bruikbaarheid" bereikt hebben in de eerste eeuwen na het jaar 1000, in welke eeuwen men het ont staan der oudste epische gedichten gewoon lijk plaatst. De daaropvolgende middeleeuw- sche volksdichtkunst komt hierin met de algemeen-Europeesche ontwikkeling over een, dat er eerst een tijd geweest is van heidensche heldendichtkunst, daarna on der den invloed der Katholieke Kerk een tijdperk van legende- en Mariapoëzie, op het einde waarvan we eenige verschijnselen van wereldsche ridderpoëzie ontdekken, die alle den stempel dragen der plaatselij k- historische omstandigheden en daarom de afspiegeling zijn van een zeker nationaal streven. De Reformatie beteekent in zekeren zin een tijd van stijging voor de Finsche literatuur. Dit gaat wel niet geheel op met betrekking tot de volksdichtkunst, daar de hervormers de vele „met katho lieke en halfheidensche tendenzen ver mengde volksgedichten" bestreden, maar van den anderen kant ontwikkelde zich in de jaren 1540 de spreektaal des volks tot schrijf- en cultuurtaal, waarvoor vele luthersche geestelijken zoowel hun krachten als vermogen opofferden. Door hun psalm berijming legden zij ook den grondslag voor de rijmende kunstpoëzie. Dit mag men nu echter weer niet zóó verstaan als zou het katholieke tijdperk het geschreven woord geheel en al verwaarloosd hebben. Jammer genoeg hebben we geen enkel overblijfsel uit dien tijd; doch de in 1548 verschenen taalkundig uitmuntende vertaling van het Nieuwe Testament door den eersten luther- schen bisschop, Michaël Agricola, wijst op een veel vroeger tijdstip voor de ontwikke ling der schrijftaal dan 't begin der her vorming. Evenmin kan men veronderstellen, dat de grootste katholieke Finsche bisschop der Middeleeuwen, Magnus Tavast (1412 tot 1450), die een zoon uit het volk was, den nationalen drang zijns volks niet zou aangevoeld hebben. Doch dan heeft hij zéker ook een open oog gehad voor de ont wikkeling van zijn taal. Na het veelbelovend begin in de eerste eeuw der hervorming, volgde omstreeks 1640 een inzinking, die niet minder dan twee volle eeuwen duurde. In deze verval- periode leverde de oorspronkelijke dicht- kracht der Finnen maar zeer weinig op. De schuld ligt hierin, dat, vooral in de laatste helft der 18e eeuw, het ontwikkelde volksdeel zich èn in taal èn in geestes richting totaal van het gros des volks af keerde. De Finsche letterkunde bleef daar door buiten alle groote stroomingen de renaissance, de baroc, het classicisme, den invloed der encyclopedisten, die ieder op hare wijze de letterkunde der groote West-Europeesche cultuurlanden verrijkten. Na dit „verlammingstijdperk" ging men in het begin der 19e eeuw op zoek naar de mondeling overgeleverde volksdichtkunst der 11e en 12e eeuw. En met succes. Ach tereenvolgens verschenen het volkshelden gedicht Kalewala, vier bundels lyri sche en epische poëzie onder den naam Kanteletar, een verzameling oude be zweringsrunen e.d., die een nieuwe bron werden voor de Finsche dichtkunst. Zij gaven een bijzondere nationale stemming aan de toenmalige romantiek. Tezelfder tijd herleefden in enkele edele mannen de zucht en het verlangen naar een wederop wekking van het doodmoe neerliggende Finsche nationalisme. Beide factoren brach ten in korten tijd een réveil teweeg zqo algemeen en zoo levenskrachtig, dat sedert 1860 èn de letterkunde èn het nationalisme zich onafgebroken hebben ontwikkeld en versterkt. Nu was Finland ook in staat zich nauwer bij de algemeene letterkun dige stroomingen aan te sluiten. Overeen komstig zijn aard en voorzoover de tijds omstandigheden het toelieten, nam het deel aan de romantiek, daarna aan 't rea lisme met de daaropvolgende nieuw-roman- tiek en 't symbolisme, een ontwikkeling, die de russificeeringsplannen van tsaar Nicolaas II zelfs niet konden stuiten. Toch zou eerst de volledige zelfstandigheid van Finland de noodzakelijke voorwaarden scheppen voor een onbelemmerden voort gang op den nationalen weg. Tenslotte nog eenige cijfers ter illus tratie der bovengeschetste ontwikkeling De natuur van Finland is niet zonder invloed gebleven op de Finsche letterkunde van de Finsche letterkunde in den loop der tijden. Aan oude volkspoëzie bezit Finland ongeveer 50.000 fragmenten met te zamen over het millioen verzen. Voegen v/e daarbij den grooten schat van spreekwoorden, raad sels, sagen en nieuwere volksgedichten, dan is de verzamelde Finsche volkspoëzie naast die der Esten de grootste, veelzijdigste en letterkundig meest waardevolle van heel de wereld. Onder de Zweedsche over- heersching (1542-1809) zagen ongeveer 2.000 gedrukte werken het licht. Daarvan is het grootste gedeelte geestelijke en vooral ver taalde literatuur. Onder de Russische overheersching (1809-1917) verschenen een 50.000 gedrukte werken, waarvan 3-5.000 in de eerste helft en circa 45.000 in de laatste helft der 19e eeuw en in 't begin der 20e eeuw geschreven zijn. De eerstge noemde vertegenwoordigen eveneens hoofd zakelijk de religieuze en de algemeene volksliteratuur in al haar vertakkingen, waarbij de oorspronkelijke letterkunde de leidende plaats heeft. Verder mogen we niet onopgemerkt voorbijgaan den vluggen groei der moderne pers en literatuur in de laatste 40 jaren. Vooral sedert de zelfstan digheid van Finland is de boekenoogst steeds toegenomen. Het aantal uitgaven steeg in 1920 zelfs tot 1.600-1.800 per jaar, de werken op politiek en wetenschappelijk gebied meegerekend. De tot en met het jaar 1934 in druk verschenen Finsche literatuur wordt op 80.000 a 100.000 nummers geschat. Deze cijfers behoeven weliswaar geen maat staf te zijn voor de innerlijke waarde der Finsche letterkunde, maar ze geven toch een goeden kijk op de levenskracht van het Finsche woord en de intense beoefening ervan, een factum, dat minstens ge sproken een noodzakelijke voorwaarde is om ons voor de innerlijke kwaliteit der Finsche letterkunde te kunnen interes seeren. H. HARTWIJK •„Spetend Wnd^,9#er. „W auto- te groot die *,n verrader^ neemt- redde» krommU»9- enschen- goede ""omdH. fe.Don9<^ ankofnt het op 1) Het Finsch heeft 15 naamvallen in het enkelvoud en 15 in het meervoud. 2) Het Finsch heeft behalve bezittelijke voornaamwoorden ook bezittelijke achter voegsels, die achter de verschillende naam vallen geplaatst worden. De achtervoegsels zelf zijn onverbuigbaar. De bezittelijke voornaamwoorden mogen soms weggelaten worden, de achtervoegsels echter nooit. 8) Tarkiainen, Suomalaisen kirjallisuuden historia, 1934. Bond van R.K. Rijwielclubs in Noord-Holland boven het IJ „St. Christophorus" Nu het Bondsbestuur op 13 September a.s. een fietstocht organiseert naar den St. Adelber- tus-akker te Rinnegom, tracht het groote be langstelling te wekken voor deze plek van Ken- nemerland, omdat Egmond aan iederen katho lieken Noordhollander moet bekend zijn om zijn rijk historisch verleden. Sint Adelbert, genoemd de apostel van Ken- nemerland, heeft, vooral in dit gewest, gepre dikt in het begin der 8e eeuw en heeft Egmond als zijn woonplaats gekozen. Hij was een leer ling en tochtgenoot van St. Willibrordus en nog heden ten dage wordt St. Adelbert als de wel doener van Kennemerland in geestelijk en tij delijk opzicht geprezen en vereerd. Al spoedig werd het graf van dezen Heilige een bedevaartplaats. Omstreeks het jaar 740 werd aldaar een kerk gebouwd, de oudste kerk van Holland, toegewijd aan dezen heiligen priester van den H. Bene- dictus. Nog vindt men op den St. Adelbertus- akker de fundamenten van deze kerk alsmede de St. Adelbertusput. Aan dezen Benedictijner monnik heeft het gewest Kennemerland en aan de Benedictijner priesters in het algemeen, ons vaderland voor een groot deel de bekeering tot het christen dom te danken. De Abdij van Egmond, ook genoemd de St Adelbertus-abdij, w'as een van hun meest be roemde kloosters. De roem van deze abdü strekte zich uit tot ver in den lande en zelfs daarbuiten, totdat door vandalen op een schandelijke wijze een einde is gemaakt aan het voortbestaan van dit klooster. De wreede Sonoy met zijne Geuzen, die in de jaren 1572—1573 in het Noorderkwartier van Noord-Holland en Westfriesland onder de meerendeels katholieke bevolking schrik en ontsteltenis verspreidden, priesters en leeken vermoordden, pleegden in 1573 één der erger lijkste wandaden door de moedwillige verwoes ting van de prachtige Abdij en de St. Adelber- tuskerk. Door de giften van talrijke „Vrienden van Egmond" uit het geheele land is het vorige jaar te Egmond-Binnen de St. Adelbertus- abdij, zij het op bescheiden wijze her bouwd. Vrienden van St. Christophorus wordt ook „Vrienden van Egmond" door u spoedig op te geven bij uw secretaris om in clubverband op 13 September a.s. op te trekken naar dit ge liefd genade-oord I Een mooie stem kan vele voordeelen op leveren. We zien dat thans weer eens in deze film, waar Marta Eggerth de aanbidders op een presenteerblaadje krijgt aan geboden, louter en alleen om haar fraai gezang. De soldaten in den oorlog, met den dood voor oogen, verklaren nog hun liefde tegenover de gramofoonplaat, die het geluid van Marta ge conserveerd heeft. De officieren droomen van het blonde zangeresje en Paul Hartmann schrijft zelfs liefdesverklaringen, die hij nooit verstuurt. Maar de oorlog gaat voorbij en Marta wordt weer bemind in het burger. Georg Alex ander volgt haar op den voet door het leven en roept, zoo dikwijls dit mogelijk is: „I love you" Het laat Marta koud. Ze zingt van een nieuw leven dat begint en van het schoone Weenen en verder is ze met alles content. Totdat op een goeden dag een helderziend man, tijdens een of andsre feestelijke gelegenheid, haar verteit dat ze in Vlaanderen, om nauwkeurig te zijn, op een kasteel in Yperen, zeer hevig wordt be mind. Dat interesseert Marta bovenmate en wanneer haar manager met een contract voor een tournée door België en Nederland komt aan dragen, stelt ze er haar vacantie voor uit en trekt ze naar Yperen. In Yperen gaat het eenigszins geheimzinnig toe. Marta kan er geen onderdak vinden. Alle hotelkamers zijn bezet en wil ze niet in het bosch overnachten, dan moet ze het acceptee ren om in het Ypersche kasteel te logeeren. Aangezien Marta niets voor kampeeren voelt, laat ze zich naar het kasteel rijden. Ze wordt er geweldig onthaald. Haar lievelingsgerechten staan op tafel en haar slaapkamer is gevuld met bloemen. Maar de grootste verrassing is wel 't verschijnen van Paul Hartmann, die vol gens de bevoegde autoriteiten sinds 1918 over leden blijkt. Hoe weinig ciood hij is, bewijst hij tijdens het diner, dat tot beider tevredenheid geserveerd wordt. Maar, zooals altijd, komt er op het groote moment iets onaangenaams. Marta wordt wantrouwend tegenover Paul. Je kan nooit weten met die mannen, niet waar? Ze zien er dikwijls zoo netjes uit, maar ze zijn allemaal hetzelfde. Enfin. Paul is niet zoo en hij ver dwijnt spoorloos, tot ergernis van Marta, die hem toch wel graag mag. Ze zingt nu in Rot terdam en Amsterdam en let ondertusschen goed op of ze Paul niet ziet. Het wordt Londen voor ze hem heeft. Ze ontmoeten elkaar en Marta vraagt Paul tusschen twee liederen door of hij misschien wel eens een chèque vervalscht heeft. Dat heb ik, zegt Paul, waarna hij ge broken heengaat en Marta in denzelfden toe stand achterlaat. Maar dan komt Paul's vroegere verloofde, die nu een man en twee kinderen heeft en ze biecht Marta op dat zij het was, die de chèque vervalschte en dat de ridderlijke Paul de schuld op zich heeft genomen om een gezin niet onge lukkig te maken. Marta snelt naar Yperen en zingend van het nieuwe leven dat begint, sluit ze Paul in de armen. De film, die door Geza von Bolvary werd ge regisseerd, bevat vele aantrekkelijke elementen en kan door iedereen gezien worden. SEPTEMBER Dinsdag 811 Gehuwde Dames middenstand, f 8.50. Zaterdag 1215 Gehuwde mannen, f 6.50. Zaterdag 1922 Gehuwde mannen, f 6.50 (voltallig) Dinsdag 2225 Meisjes boven 17 jaar, f 6.50. giro 45537. Zaterdag 2629 Militieplichtigen, f 6.50. OCTOBER Zaterdag 36 Meisjes Congreganisten e.a. boven 17 jaar, f 6.50. Dinsdag 6—9 Gehuwde Dames, f 6.50. Dinsdag 1318 Gehuwde Dames Midden stand, f 8.50. Dinsdag 2023 Gehuwde Mannen, f 6.50. Inlichtingen en aanvragen: Directie Retraite huis, Loudelsweg, Bergen (N.H.), telefoon 148, 12—15 Sept Borgharen, Limmel, Maastricht, Ca berg. 19—22 Sept. Heeren uit den gegoeden stand. 2629 Sept. Hoogste klassen, college Roerm. 29 Sept2 Oct. Hoogste klassen, Gymn. en H. B. S. Maastricht. 36 Oct Heeren uit den Middenstand. 1013 Oct. Heeren Mijnbeambten III. 1719 Oct. Jongeheeren-Congr., Maastricht. 23—26 Oct, St. Raphaël. 30 Oct.2 Nov. Elsloo e. a. pi. 58 Sept. Geldrop en dienstplichtigen. 811 Sept. Abituriënten II. 1215 Sept. Middenstand. 1821 Sept. Jonge Werkman, Brabant 26—29 Sept, K.J.M.V. (Kath. Jonge Midd. Ver.). Gewest Noord-Holland bijeen Het Gewest Noord-Holland van den R.K. Bond van Bakkerspatroons' heeft Woensdag in hotel „Oud Meerensteijn" te Beverwijk zijn jaarlijksche bijeenkomst gehouden. De afdeeling Beverwijk e. o., die ditmaal als gastvrouw fungeerde, heeft voor een uitsteken de ontvangst gezorgd. De voorzitter der afdeeling, de heer Stevens, sprak een begroetingswoord, waarna eerst het zakelijke gedeelte van het programma werd afgewerkt. De deelnemers werden allereerst geboeid door het begeesterend woord van pater Alexan der O.M.C.. die een rede hield over het onder werp „Nieuw leven", waarna de directeur van het Bondsbureau, mr. Schrijvers, een interes sante lezing hield over verschillende zaken, welke den bakkerspatroons interesseeren, zoo als de vestlgingseischen, e.d. De nieuwbenoemde geestelijke adviseur, ka pelaan dr. Holthuisen van Beverwijk, werd door den voorzitter met enkele hartelijke woor den geïnstalleerd, waarna de adviseur de ver gadering wees op de beteekenis van het geeste lijk leven. Vermelden wij verder nog, dat de voorzitter, de heer Mensink uit Z'aandam, met algemeene stemmen herkozen werd. Na afloop der vergadering vereenigden de deelnemers zich aan een gezellig diner, waarop een buitengewoon geanimeerde feestavond volgde, welke tot laat in den nacht voort duurde. Personalia Mej. G. A. Selle te Heemstede is benoemd tot leerares in de lichamelijke op voeding aan de gemeentelijke U. L. O.-schooI aan den Vijverweg. Spreekuur wethouder Prinsenberg. De heer A, J. Prinsenberg, wethouder van openbare werken, is op 7 en 14 September verhinderd zijn gewoon spreekuur te houden. Het vertrek van kapelaan Wijsbroek Don derdagavond is door de gezamenlijke organisa ties en vereenigingen, parochianen en belang stellenden uit de parochie van O. L. Vr. Ge boorte officieel afscheid genomen van kapelaan Wijsbroek. De leiding berustte bij den heer M. H. v. Bruggen, voorzitter van den R. K. Volksbond. Na een korte inleiding werd het woord verleend aan den heer Spaargaren uit Hoofddorp, voor zitter van St. Paulus, die op hartelijke wijze af scheid nam van den geestelijken adviseur dezer afdeeling. Het hoofd der openbare school uit den Groo ten IJpolder, de heer van Ootichem, was de tolk van de katholieke kinderen van zijn school. Ook bij het niet-katholieke deel van de school kinderen genoot zijn eerw. achting en vriend schap. Spreker dankt voor de prettige en aan gename verstandhouding tijdens zijn 3-jarig bezoek aan de school. Mej. T. Roof sprak waardeerende woorden namens de Graal. De heer Tabak was de woordvoerder namens de sociale vereenigingen en namens St. Ra phaël in het bijzonder. Namens de R. K. Coöperatie „Concordia" gaf voorzitter v. d. Tol blijk van de gevoelens die men koesterde bij dit afscheid. De heer H. M. v. Bruggen vestigde namens den R. K. Volks bond en het interparochieel comité voor katho liekendagen, waarvan de scheidende kapelaan de groote stuwkracht en bezielende leider was, in keurige bewoordingen de aandacht op dit belangrijke werk, door kapelaan Wijsbroek ver richt. Met de beste wenschen voor de toekomst besloot spreker. De heer Noordermeer was de tolk van enkele zieken en gebrekkigen. De rij der sprekers werd besloten door der. heer S. Meegdes. Deze maak te o.a. in zijn uitvoerige beschouwing gewag van de vele verdiensten door kapelaan W. Vergaard. Als ijverig zieleherder deed men nooit ver geefs een beroep op hem; steeds was hij tot hulp en bijstand bereid. Dit heeft waardeering gevonden in de parochie en dit is ook aanleiding geweest voor de vereenigingen om hem op dezen avond spontaan te huldigen. Als stoffelijk blijk van waardeering en hoogachting werd hem aan geboden een priesterlijk gewaad (Albe) verge zeld gaande van een begeleidend schrijven, ver meldende de namen der vereenigingen. Met een woord van dank aan alle groepen afzonderlijk, merkte kapelaan W. op, ten zeer ste getroffen te zijn door deze huldiging en de aanbieding van een priestergewaad bestemd voor den eeredienst. Spreker verzocht aan de deputatie der vereenigingen zijn dank over te brengen aan de leden en tevens een gebed voor de moeilijke taak, die hem elders wacht. Hierna nam hij persoonlijk van ieder afscheid, waarna de heer v. Bruggen deze bijeenkomst sloot. Verkeersongeval. Donderdagmorgen slipte op de gladde tramrails aan de Hoofdstraat nabij villa Remine een luxe auto, komende uit de richting Haarlem, waardoor de bestuurder de macht over zijn stuur verloor. De wagen draaide in het rond, zoodat de kop weer in de richting Haarlem stond; daarna vloog hij tegen het trot toir en viel op zij. Vlak erbij liepen kinderen en stond een tweetal personen te praten. Als door een wonder bekwam niemand letsel, doch de beide personen waren zeer geschrokken. Koninginnefeest Woensdag heeft hier het Koninginnefeest plaats gevonden. Des morgens om negen uur was het opstellen van de school kinderen, die met sjerpen en vlaggen waren getooid; om half tien zette de lange stoet van kinderen zich in beweging en trok men door de straten van Nieuw-Vennep met voorop het fanfarekorps uit Abbenes.. Na den optocht volgden kinderspelen, welke schitterend slaagden. Om twee uur begonnen de wedstrijden voor de grooteren. Des middags maar vooral des avonds was het een drom van menschen. Tot slot volgde een schitterend vuurwerk. Concert. Donderdagavond trad „Wilhel- mina" voor de tweede maal op in de muziek- nis en evenals den eersten keer was er ook nu weer veel belangstelling. Het programma voor dezen avond vermeldde een achttal nummers, waaronder het verplichte en vrije nummer van het concours te Krom menie, waarmee met 359 punten een eerste prijs werd behaald. Alle nummers werden met de grootste aandacht gevolgd en steeds, maar vooral na bovengenoemde twee nummers, klonk een krachtig applaus, een teeken, dat men het ten gehoore gebrachte apprecieerde. In de pauze vond een huldiging van dirigent en korps plaats naar aanleiding van het succes, dat in Krommenie werd behaald. De heer Stujjver dankte namens de vëreeni- ging den heer De Groot voor de kranige leiding, welke hij het korps had gegeven en welke lei ding oorzaak was geweest van het mooie succes, dat in Krommenie behaald werd. Spr. huldigde den directeur met een lauwerkrans en bood hem als blijvend aandenken een boekwerkje op muziekgebied aan. Nadat een jeugdig lid namens de adspiran- ten een dirigeerstok had aangeboden, huldigde de heer Engelhart namens de kunstlievende leden den dirigent met een bloemenmand. Voor „Santpoorts Bloei" voerde de heer Bre menkamp het woord. Polo-wedstr(jd Bij goed weer zal Zaterdag middag in de Oosthaven een polo-wedstrijd werden gespeeld tusschen Sassenheim en Hille- gom. Uitbreidingsplan Santpoort, Noordelijk deel Bij den raad is ingekomen een schrijven van de leden, de heeren A. de Groot Lzn„ J. E. Sluiters en J. Heeremans, waarin bezwaar wordt gemaakt tegen dat gedeelte voorko mende in het Uitbreidingsplan der gemeente Velsen, hetwelk omvat de in de volgende alinea voorkomende omvorming van het uiterlijk van het dorp Santpoort. Zij stellen voor uit het Uitbreidingsplan te lichten, dat deel wat betreft de Buitenplaats Vlugthoven en het zich daar tegenover bevin dende en daaraan toebehoorende weideveld. Zij gronden hun bezwaren op de historie van Kennemerland en zijn van meening, dat een dergelijke grove ingreep onherroepelijk groote schade zou toebrengen aan het eigenaardige cachet van Santpoort-dorp, welk dorp nog be schouwd kan worden als een der schoonste pjekjes van Kennemerland. Het is op grond van deze overwegingen, dat zij voorstellen dit deel uit het Uitbreidings plan te lichten en hieromtrent nader overleg te plegen. Naar aanleiding hiervan schrijven B. en W. den raad het volgende: Nog geheel afgezien van de vraag of by aanneming der voorgestelde wijziging een nieu we ter visie legging van het plan noodig is, achten wij de aangevoerde argumenten on juist. Het spreekt o.i. toch van zelf, dat een groeiend dorp van vorm en karakter verandert. Dit is nimmer tegen te houden. Wij willen er daarbij op wijzen, dat in het bestaande goed gekeurde uitbreidingsplan de bedoelde terrei nen ook als bouwterrein zijq aangegeven en dat daarop straten zijn geprojecteerd. Wan neer men dus de bedoelde terreinen uit het nieuwe plan ging lichten, zou automatisch het bestaande plan, dat geen behoorlijke aanslui ting aan het nieuwe plan heeft, van kracht blijven. Daarop zal dan ook o.i. zeker niet de goedkeuring van Gedeputeerde Staten worden verkregen. Wij adviseeren u dan ook, het voorstel niet aan te nemen. Exploitatie van bouwterreinen B. en W. bieden den raad ter vaststelling aan een ver ordening, houdende algemeene regelen voor het in exploitatie brengen van gronden als bouwterrein door particulieren. Scheepvaart beweging Door de Noorder- sluizen alhier zijn in de maand Augustus ge schut: uit zee 294 zeeschepen met een inhoud van 1.866.084 M3., 251 visschersvaartuigen met 12.150 M3., en 921 binnenvaadtuigen met 109.395 M3. Naar zee 301 zeeschepen met 1.932.662 M3., 12<9 visschersvaartuigen met 6200 M3. en 910 binnenvaartuigen met 108.008 kub. M. Totaal uit en naar zee 2806 schepen met een inhoud van 4.034.499 M3. Collecte voor de schoolvoeding De op Ko ninginnedag gehouden collecte voor de school voeding heeft opgebracht f 195.52. Over: ROEMEENSCHE BETALINGEN Mijnheer! Naar aanleiding van uw berichtje in de Cou rant van 30 Aug. betreffende Clearings verkeer NederlandRoemenië zonden wij u ter inzage een schrijven van ons dato 26 Aug.1036 van het Roemeensche Consulaat te Amsterdam, hetwelk ons hoopvol stemde op spoedige uitbetaling onzer geblokkeerde Lei's te Boekarest en een schrijven dato 28 Aug. 1936 van de Kamer van Koophandel te Haarlem, welk bericht ons weer een koud douchebad bezorgde want hierin zien wij dat Ne derland wat al reeds vooruit betaald heeft, nu mag meebieden naar een partijtje 50.000 tarwe om daarmee de rekening te vereffenen, maar dat er ook andere graankoopende landen zijn, die eveneens mogen meebieden, doch dat Nederland niet als hoogste bieder naar dit partijtje in aan merking komt. Zoodat wij voorloopig van de Roe meensche tarwe nog geen cadetjes zullen eten. Wanneer men reeds betaald heeft en men moet dan nog den prijs overeenkomen, wordt de koop waar altoos duur. Rest nunog, hoeveel zullen wij voor 100 Lei's ontvangen? Sedert Januari zien wij geen beurs- noteering meer van deze valuta. De laatste be droeg Gld. 1.20 per Hoogachtend. P. HEKKER en CO. Terhoffstedeweg 24, Overveen. Martha Eggerth zingt in ,£>e Lokkende stem"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 10