FINSCHE TAALCULTUUR
UIT DEN OMTREK
ManiMfftoni:
li
VRIJDAG 4 SEPTEMBER 1936
ONTWIKKELING DER
LETTERKUNDE
aïTttfqqt om met\s<henlev<ms?
De lokkende stem
Marta Eggerth zingt zich een
gemaal
Eerstvolgende retraiten te Bergen
St. Ignatius te Spaubeek
Manresa te Venlo
R.K. BAKKERSPATROONS
BLOEMEND AAL
HALFWEG
HILLEGOM
NIEUW-VENNEP
SANTPOORT
SASSENHEIM
VELSEN
IJMUIDEN
De oorsprong van het Finsche geslacht
ligt vrijwel in 't duister. Voor zoover
de taal- en oudheidkunde dit vraag
stuk tot heden hebben kunnen belichten,
stamt het allerwaarschijnlijkst uit Zuidoos
telijk Rusland. Daar, ergens tusschen den
Oeral en de Wolga, ligt zijn ontstaan,
eenige duizenden jaren vóór onze tijdreke
ning.
De Finsche taal ontleent haar oorsprong
aan de Finsch-Oegrische stamtaal.
Daartoe behooren buiten de in Rusland nog
levende aanverwante talen, ook het Estisch
en 't Hongaarsch. Volgens de algemeene
opvatting woonde het Finsch-Oegrische oer
volk, dat deze stamtaal sprak, voor 45000
jaar aan den middelloop van den Wolga.
Maar een deel ervan was na verloop van
tijd naar 't Westen, de tegenwoordige Oost-
zeestaten ten Zuiden van de Finsche Golf
getrokken, waar het zoowel vóór als na
Christus' geboorte in aanraking kwam met
de Westersche beschaving. Het toen nog
uitsluitend jagers- en visschersvolk leerde
daar onder den invloed der Baltische en
Gotisch-Germaansche naburen den akker
bouw, die later een der hoofdbronnen van
bestaan voor 't Finsche volk zou worden.
Tot deze Oostzee-Finsche taalfamilie rekent
men de Finnen, de Kareliërs, de Esten, die
van Aunus, die van Watja, de Wepsen en
de Lijven, die allen de streken tusschen de
Golf van Riga en de Wainarivier bewoon
den en hun gemeenschappelijke Oostgrens
in het Waldagebied hadden. De Finnen
hadden zich in het tegenwoordige Estland
nedergezet. De gemeenschappelijke taal,
die de voorvaders dezer volksstammen spra
ken, was het stam- of oer-Finsch. Deze
stamtaal spraken hoewel in verschillende
dialecten ook de Finnen, die in de jaren
100600 na Christus naar 't tegenwoordige
Finland kwamen. Zij vestigden zich eerst
in 't Zuid-Westen, trokken in de volgende
eeuwen naar 't Oosten, omstreeks 1100 be
volkten zij het heele Zuiden en verspreidden
zich vandaar over het gansche land, de
smalle kuststreken in het Westen, waar
uitgeweken Zweden zich reeds hadden
nedergezet, en het kleine Noordelijke „land
der Lappen" uitgezonderd. Eerst nü kon
zich onder den invloed der politieke en cul-
tureele eenheid de gemeenschappelijke
rijkstaal ontwikkelen, die thans door onge
veer 3.500.000 Finnen gesproken wordt.
De Finsche taal is een klare, zuiverklin-
kende taal, rijk aan klanken en tweeklan
ken. De klemtoon der woorden valt altijd
op de eerste lettergreep. Klankharmonie is
eveneens een harer vereischten. Haar oud
karakter herkennen we aan den overvloed
der naamvalleni), aan de met bezittelijke
achtervoegsels verbonden woordverbui
ging-), aan den rijkdom van geluidnaboot-
sende en beeldende woorden, aan haar ont
wikkelingsvermogen door met natuurlijke
gemakkelijkheid nieuwe woorden van de
stamwoorden te vormen en aan de logiek
harer spraakkunst en syntaxis. De klanken-
schoonheid ei» harmonie der Finsche taal
is reeds vanaf de 17e eeuw bekend geweest;
haar veredelde en cultureele rijkdom echter
dagteekent eerst van de vorige eeuw.
Het Finsch, het Estisch en 't Hongaarsch
zijn de eenige Finsch-Oegrische talen, die
in staat geweest zijn een eigen nationale
letterkunde te scheppen en eenige harer
beoefenaars tot internationale bekendheid
te brengen.
Gewoonlijk houdt men de Finsche letter
kunde voor nog zeer jong. Dit ligt wel hier
aan, dat ze zich eerst in de laatste helft der
19e eeuw tot een moderne literatuur als
spiegel der veelzijdige geestesgaven der
volksgemeenschap ontwikkelde. Doch reeds
vóór 400 jaar hadden de Finnen een ge
drukte literatuur, die op haar beurt een
lange en rijke voorgeschiedenis had in de
mondeling ontstane en evenzoo overge
leverde volksdichtkunst. Rekenen wij deze
voorgeschiedenis mee, dan is de Finsche
letterkunde een duizend jaren oud. Dit ge
weldige tijdperk is natuurlijk niet altijd
even effen geweest; er hebben stijgingen,
maar ook inzinkingen plaats gehad. Deze
vindenook hier haar verklaring deels in
de verschillende groeistadia van 't „Finsch-
dom", deels in het wisselend vermogen om
van buiten komende invloeden in zich op
te nemen en die te benutten. Wij mogen
niet vergeten, dat in den tijd, toen de
Finnen zich in het tegenwoordige Finland
vestigden, zij niets anders waren dan
zooals professor Tarkiainen het in zijn
Geschiedenis der Finsche letterkunde zegt:
„een kleine, in verschillende stammen ver
deelde volksscherf"3), en dat de toekomst
van het uit die stammen geleidelijk samen
gesmolten volk in latere eeuwen vaak zeer
somber was. Zoo bv. in de talrijke, dikwijls
ernstige oorlogsverwikkelingen der Middel
eeuwen; tijdens den nijpenden honger
snood in de jaren 1690; in de zware tijden
van den „Grooten Haat", (de groote
Zweedsch-Russische oorlogen) in het begin
der 18e eeuw. Immers, zoodra het bestaan
des volks ernstig bedreigd wordt, is een
vrije ontwikkeling der nationale cultuur
onmogelijk. Een dreigend gevaar lag er
ook in de binnenlandsche politieke moei
lijkheden. Het Zweedsche volksdeel is wel
iswaar nooit grooter geweest dan een acht
ste of tiende deel der bevolking, maar zoo
lang Finland als quasi-provincle bij het
Zweedsche Rijk behoorde en ook later
nog was de Zweedsche pressie ontzaglijk
groot.
Het Zweedsch was de z.g. cultuurtaal
in Finland, de rijksambtenaren en nage
noeg de heele „intelligenz" waren Zweedsch-
sprekend, terwijl de Finsche taal nog niet
de meest primaire officieele rechten bezat.
Deze misplaatste, onrechtvaardige Zweed
sche souvereiniteit werkte verlammend op
elk nationaal streven, allereerst op de Fin
sche letterkunde, en duurde schier onver
anderd voort vanaf den aanvang der 17e
tot op de helft der vorige eeuw. De „ver-
zweedsching" hing dan ook meer dan eens
als een Damocleszwaard boven het Finsch-
denkende en Finschvoelende volksdeel. Van
den anderen kant was Finland in zekeren
zin op Zweden aangewezen.
Vóór het Finsche volk zelf onmiddellijke
wegen naar de groote cultuurlanden van
West-Europa gevonden had, was Zweden
zijn eenige middelaar. Door middel der
Katholieke Kerk kwam het Finsche volk
zeer zeker reeds in de vroege Middeleeuwen
in cultuurgemeenschap met de Europee-
sche volkeren van het Westen, maar door
het afzijdig liggen van Finland kwam de
invloed der West-Europeesche stroomingen
meestal zeer laat, bleef soms geheel uit.
Voor zoover we dus uit de voorgeschie
denis mogen besluiten, zou de Finsche taal
haar vroegste dichterlijke „bruikbaarheid"
bereikt hebben in de eerste eeuwen na het
jaar 1000, in welke eeuwen men het ont
staan der oudste epische gedichten gewoon
lijk plaatst. De daaropvolgende middeleeuw-
sche volksdichtkunst komt hierin met de
algemeen-Europeesche ontwikkeling over
een, dat er eerst een tijd geweest is van
heidensche heldendichtkunst, daarna on
der den invloed der Katholieke Kerk een
tijdperk van legende- en Mariapoëzie, op
het einde waarvan we eenige verschijnselen
van wereldsche ridderpoëzie ontdekken,
die alle den stempel dragen der plaatselij k-
historische omstandigheden en daarom de
afspiegeling zijn van een zeker nationaal
streven. De Reformatie beteekent in
zekeren zin een tijd van stijging voor de
Finsche literatuur. Dit gaat wel niet geheel
op met betrekking tot de volksdichtkunst,
daar de hervormers de vele „met katho
lieke en halfheidensche tendenzen ver
mengde volksgedichten" bestreden, maar
van den anderen kant ontwikkelde zich in
de jaren 1540 de spreektaal des volks tot
schrijf- en cultuurtaal, waarvoor vele
luthersche geestelijken zoowel hun krachten
als vermogen opofferden. Door hun psalm
berijming legden zij ook den grondslag voor
de rijmende kunstpoëzie. Dit mag men nu
echter weer niet zóó verstaan als zou het
katholieke tijdperk het geschreven woord
geheel en al verwaarloosd hebben. Jammer
genoeg hebben we geen enkel overblijfsel
uit dien tijd; doch de in 1548 verschenen
taalkundig uitmuntende vertaling van het
Nieuwe Testament door den eersten luther-
schen bisschop, Michaël Agricola, wijst op
een veel vroeger tijdstip voor de ontwikke
ling der schrijftaal dan 't begin der her
vorming. Evenmin kan men veronderstellen,
dat de grootste katholieke Finsche bisschop
der Middeleeuwen, Magnus Tavast (1412
tot 1450), die een zoon uit het volk was,
den nationalen drang zijns volks niet zou
aangevoeld hebben. Doch dan heeft hij
zéker ook een open oog gehad voor de ont
wikkeling van zijn taal.
Na het veelbelovend begin in de eerste
eeuw der hervorming, volgde omstreeks
1640 een inzinking, die niet minder dan
twee volle eeuwen duurde. In deze verval-
periode leverde de oorspronkelijke dicht-
kracht der Finnen maar zeer weinig op.
De schuld ligt hierin, dat, vooral in de
laatste helft der 18e eeuw, het ontwikkelde
volksdeel zich èn in taal èn in geestes
richting totaal van het gros des volks af
keerde. De Finsche letterkunde bleef daar
door buiten alle groote stroomingen de
renaissance, de baroc, het classicisme, den
invloed der encyclopedisten, die ieder
op hare wijze de letterkunde der groote
West-Europeesche cultuurlanden verrijkten.
Na dit „verlammingstijdperk" ging men in
het begin der 19e eeuw op zoek naar de
mondeling overgeleverde volksdichtkunst
der 11e en 12e eeuw. En met succes. Ach
tereenvolgens verschenen het volkshelden
gedicht Kalewala, vier bundels lyri
sche en epische poëzie onder den naam
Kanteletar, een verzameling oude be
zweringsrunen e.d., die een nieuwe bron
werden voor de Finsche dichtkunst. Zij
gaven een bijzondere nationale stemming
aan de toenmalige romantiek. Tezelfder
tijd herleefden in enkele edele mannen de
zucht en het verlangen naar een wederop
wekking van het doodmoe neerliggende
Finsche nationalisme. Beide factoren brach
ten in korten tijd een réveil teweeg zqo
algemeen en zoo levenskrachtig, dat sedert
1860 èn de letterkunde èn het nationalisme
zich onafgebroken hebben ontwikkeld en
versterkt. Nu was Finland ook in staat
zich nauwer bij de algemeene letterkun
dige stroomingen aan te sluiten. Overeen
komstig zijn aard en voorzoover de tijds
omstandigheden het toelieten, nam het
deel aan de romantiek, daarna aan 't rea
lisme met de daaropvolgende nieuw-roman-
tiek en 't symbolisme, een ontwikkeling,
die de russificeeringsplannen van tsaar
Nicolaas II zelfs niet konden stuiten. Toch
zou eerst de volledige zelfstandigheid van
Finland de noodzakelijke voorwaarden
scheppen voor een onbelemmerden voort
gang op den nationalen weg.
Tenslotte nog eenige cijfers ter illus
tratie der bovengeschetste ontwikkeling
De natuur van Finland is niet zonder invloed gebleven op de Finsche letterkunde
van de Finsche letterkunde in den loop der
tijden. Aan oude volkspoëzie bezit Finland
ongeveer 50.000 fragmenten met te zamen
over het millioen verzen. Voegen v/e daarbij
den grooten schat van spreekwoorden, raad
sels, sagen en nieuwere volksgedichten, dan
is de verzamelde Finsche volkspoëzie naast
die der Esten de grootste, veelzijdigste en
letterkundig meest waardevolle van heel
de wereld. Onder de Zweedsche over-
heersching (1542-1809) zagen ongeveer 2.000
gedrukte werken het licht. Daarvan is het
grootste gedeelte geestelijke en vooral ver
taalde literatuur. Onder de Russische
overheersching (1809-1917) verschenen een
50.000 gedrukte werken, waarvan 3-5.000
in de eerste helft en circa 45.000 in de
laatste helft der 19e eeuw en in 't begin
der 20e eeuw geschreven zijn. De eerstge
noemde vertegenwoordigen eveneens hoofd
zakelijk de religieuze en de algemeene
volksliteratuur in al haar vertakkingen,
waarbij de oorspronkelijke letterkunde de
leidende plaats heeft. Verder mogen we
niet onopgemerkt voorbijgaan den vluggen
groei der moderne pers en literatuur in de
laatste 40 jaren. Vooral sedert de zelfstan
digheid van Finland is de boekenoogst
steeds toegenomen. Het aantal uitgaven
steeg in 1920 zelfs tot 1.600-1.800 per jaar,
de werken op politiek en wetenschappelijk
gebied meegerekend. De tot en met het jaar
1934 in druk verschenen Finsche literatuur
wordt op 80.000 a 100.000 nummers geschat.
Deze cijfers behoeven weliswaar geen maat
staf te zijn voor de innerlijke waarde der
Finsche letterkunde, maar ze geven toch
een goeden kijk op de levenskracht van het
Finsche woord en de intense beoefening
ervan, een factum, dat minstens ge
sproken een noodzakelijke voorwaarde is
om ons voor de innerlijke kwaliteit der
Finsche letterkunde te kunnen interes
seeren.
H. HARTWIJK
•„Spetend Wnd^,9#er.
„W auto- te groot
die *,n verrader^
neemt- redde»
krommU»9- enschen-
goede ""omdH.
fe.Don9<^ ankofnt
het op
1) Het Finsch heeft 15 naamvallen in
het enkelvoud en 15 in het meervoud.
2) Het Finsch heeft behalve bezittelijke
voornaamwoorden ook bezittelijke achter
voegsels, die achter de verschillende naam
vallen geplaatst worden. De achtervoegsels
zelf zijn onverbuigbaar. De bezittelijke
voornaamwoorden mogen soms weggelaten
worden, de achtervoegsels echter nooit.
8) Tarkiainen, Suomalaisen kirjallisuuden
historia, 1934.
Bond van R.K. Rijwielclubs in
Noord-Holland boven het IJ
„St. Christophorus"
Nu het Bondsbestuur op 13 September a.s.
een fietstocht organiseert naar den St. Adelber-
tus-akker te Rinnegom, tracht het groote be
langstelling te wekken voor deze plek van Ken-
nemerland, omdat Egmond aan iederen katho
lieken Noordhollander moet bekend zijn om
zijn rijk historisch verleden.
Sint Adelbert, genoemd de apostel van Ken-
nemerland, heeft, vooral in dit gewest, gepre
dikt in het begin der 8e eeuw en heeft Egmond
als zijn woonplaats gekozen. Hij was een leer
ling en tochtgenoot van St. Willibrordus en nog
heden ten dage wordt St. Adelbert als de wel
doener van Kennemerland in geestelijk en tij
delijk opzicht geprezen en vereerd.
Al spoedig werd het graf van dezen Heilige
een bedevaartplaats.
Omstreeks het jaar 740 werd aldaar een kerk
gebouwd, de oudste kerk van Holland, toegewijd
aan dezen heiligen priester van den H. Bene-
dictus. Nog vindt men op den St. Adelbertus-
akker de fundamenten van deze kerk alsmede
de St. Adelbertusput.
Aan dezen Benedictijner monnik heeft het
gewest Kennemerland en aan de Benedictijner
priesters in het algemeen, ons vaderland voor
een groot deel de bekeering tot het christen
dom te danken.
De Abdij van Egmond, ook genoemd de St
Adelbertus-abdij, w'as een van hun meest be
roemde kloosters. De roem van deze abdü
strekte zich uit tot ver in den lande en zelfs
daarbuiten, totdat door vandalen op een
schandelijke wijze een einde is gemaakt aan
het voortbestaan van dit klooster.
De wreede Sonoy met zijne Geuzen, die in
de jaren 1572—1573 in het Noorderkwartier van
Noord-Holland en Westfriesland onder de
meerendeels katholieke bevolking schrik en
ontsteltenis verspreidden, priesters en leeken
vermoordden, pleegden in 1573 één der erger
lijkste wandaden door de moedwillige verwoes
ting van de prachtige Abdij en de St. Adelber-
tuskerk.
Door de giften van talrijke „Vrienden van
Egmond" uit het geheele land is het vorige
jaar te Egmond-Binnen de St. Adelbertus-
abdij, zij het op bescheiden wijze her
bouwd.
Vrienden van St. Christophorus wordt ook
„Vrienden van Egmond" door u spoedig op te
geven bij uw secretaris om in clubverband op
13 September a.s. op te trekken naar dit ge
liefd genade-oord I
Een mooie stem kan vele voordeelen op
leveren. We zien dat thans weer eens
in deze film, waar Marta Eggerth de
aanbidders op een presenteerblaadje krijgt aan
geboden, louter en alleen om haar fraai gezang.
De soldaten in den oorlog, met den dood voor
oogen, verklaren nog hun liefde tegenover de
gramofoonplaat, die het geluid van Marta ge
conserveerd heeft. De officieren droomen van
het blonde zangeresje en Paul Hartmann
schrijft zelfs liefdesverklaringen, die hij nooit
verstuurt. Maar de oorlog gaat voorbij en Marta
wordt weer bemind in het burger. Georg Alex
ander volgt haar op den voet door het leven en
roept, zoo dikwijls dit mogelijk is: „I love you"
Het laat Marta koud. Ze zingt van een nieuw
leven dat begint en van het schoone Weenen en
verder is ze met alles content. Totdat op een
goeden dag een helderziend man, tijdens een
of andsre feestelijke gelegenheid, haar verteit
dat ze in Vlaanderen, om nauwkeurig te zijn,
op een kasteel in Yperen, zeer hevig wordt be
mind. Dat interesseert Marta bovenmate en
wanneer haar manager met een contract voor
een tournée door België en Nederland komt aan
dragen, stelt ze er haar vacantie voor uit en
trekt ze naar Yperen.
In Yperen gaat het eenigszins geheimzinnig
toe. Marta kan er geen onderdak vinden. Alle
hotelkamers zijn bezet en wil ze niet in het
bosch overnachten, dan moet ze het acceptee
ren om in het Ypersche kasteel te logeeren.
Aangezien Marta niets voor kampeeren voelt,
laat ze zich naar het kasteel rijden. Ze wordt
er geweldig onthaald. Haar lievelingsgerechten
staan op tafel en haar slaapkamer is gevuld
met bloemen. Maar de grootste verrassing is
wel 't verschijnen van Paul Hartmann, die vol
gens de bevoegde autoriteiten sinds 1918 over
leden blijkt. Hoe weinig ciood hij is, bewijst hij
tijdens het diner, dat tot beider tevredenheid
geserveerd wordt. Maar, zooals altijd, komt er
op het groote moment iets onaangenaams. Marta
wordt wantrouwend tegenover Paul. Je kan
nooit weten met die mannen, niet waar? Ze zien
er dikwijls zoo netjes uit, maar ze zijn allemaal
hetzelfde. Enfin. Paul is niet zoo en hij ver
dwijnt spoorloos, tot ergernis van Marta, die
hem toch wel graag mag. Ze zingt nu in Rot
terdam en Amsterdam en let ondertusschen
goed op of ze Paul niet ziet. Het wordt Londen
voor ze hem heeft. Ze ontmoeten elkaar en
Marta vraagt Paul tusschen twee liederen door
of hij misschien wel eens een chèque vervalscht
heeft. Dat heb ik, zegt Paul, waarna hij ge
broken heengaat en Marta in denzelfden toe
stand achterlaat.
Maar dan komt Paul's vroegere verloofde, die
nu een man en twee kinderen heeft en ze
biecht Marta op dat zij het was, die de chèque
vervalschte en dat de ridderlijke Paul de schuld
op zich heeft genomen om een gezin niet onge
lukkig te maken. Marta snelt naar Yperen en
zingend van het nieuwe leven dat begint, sluit
ze Paul in de armen.
De film, die door Geza von Bolvary werd ge
regisseerd, bevat vele aantrekkelijke elementen
en kan door iedereen gezien worden.
SEPTEMBER
Dinsdag 811 Gehuwde Dames middenstand,
f 8.50.
Zaterdag 1215 Gehuwde mannen, f 6.50.
Zaterdag 1922 Gehuwde mannen, f 6.50
(voltallig)
Dinsdag 2225 Meisjes boven 17 jaar, f 6.50.
giro 45537.
Zaterdag 2629 Militieplichtigen, f 6.50.
OCTOBER
Zaterdag 36 Meisjes Congreganisten e.a.
boven 17 jaar, f 6.50.
Dinsdag 6—9 Gehuwde Dames, f 6.50.
Dinsdag 1318 Gehuwde Dames Midden
stand, f 8.50.
Dinsdag 2023 Gehuwde Mannen, f 6.50.
Inlichtingen en aanvragen: Directie Retraite
huis, Loudelsweg, Bergen (N.H.), telefoon 148,
12—15 Sept Borgharen, Limmel, Maastricht,
Ca berg.
19—22 Sept. Heeren uit den gegoeden stand.
2629 Sept. Hoogste klassen, college Roerm.
29 Sept2 Oct. Hoogste klassen, Gymn. en
H. B. S. Maastricht.
36 Oct Heeren uit den Middenstand.
1013 Oct. Heeren Mijnbeambten III.
1719 Oct. Jongeheeren-Congr., Maastricht.
23—26 Oct, St. Raphaël.
30 Oct.2 Nov. Elsloo e. a. pi.
58 Sept. Geldrop en dienstplichtigen.
811 Sept. Abituriënten II.
1215 Sept. Middenstand.
1821 Sept. Jonge Werkman, Brabant
26—29 Sept, K.J.M.V. (Kath. Jonge Midd.
Ver.).
Gewest Noord-Holland bijeen
Het Gewest Noord-Holland van den R.K.
Bond van Bakkerspatroons' heeft Woensdag in
hotel „Oud Meerensteijn" te Beverwijk zijn
jaarlijksche bijeenkomst gehouden.
De afdeeling Beverwijk e. o., die ditmaal als
gastvrouw fungeerde, heeft voor een uitsteken
de ontvangst gezorgd.
De voorzitter der afdeeling, de heer Stevens,
sprak een begroetingswoord, waarna eerst het
zakelijke gedeelte van het programma werd
afgewerkt.
De deelnemers werden allereerst geboeid
door het begeesterend woord van pater Alexan
der O.M.C.. die een rede hield over het onder
werp „Nieuw leven", waarna de directeur van
het Bondsbureau, mr. Schrijvers, een interes
sante lezing hield over verschillende zaken,
welke den bakkerspatroons interesseeren, zoo
als de vestlgingseischen, e.d.
De nieuwbenoemde geestelijke adviseur, ka
pelaan dr. Holthuisen van Beverwijk, werd
door den voorzitter met enkele hartelijke woor
den geïnstalleerd, waarna de adviseur de ver
gadering wees op de beteekenis van het geeste
lijk leven.
Vermelden wij verder nog, dat de voorzitter,
de heer Mensink uit Z'aandam, met algemeene
stemmen herkozen werd.
Na afloop der vergadering vereenigden de
deelnemers zich aan een gezellig diner, waarop
een buitengewoon geanimeerde feestavond
volgde, welke tot laat in den nacht voort
duurde.
Personalia Mej. G. A. Selle te Heemstede
is benoemd tot leerares in de lichamelijke op
voeding aan de gemeentelijke U. L. O.-schooI
aan den Vijverweg.
Spreekuur wethouder Prinsenberg. De heer
A, J. Prinsenberg, wethouder van openbare
werken, is op 7 en 14 September verhinderd zijn
gewoon spreekuur te houden.
Het vertrek van kapelaan Wijsbroek Don
derdagavond is door de gezamenlijke organisa
ties en vereenigingen, parochianen en belang
stellenden uit de parochie van O. L. Vr. Ge
boorte officieel afscheid genomen van kapelaan
Wijsbroek.
De leiding berustte bij den heer M. H. v.
Bruggen, voorzitter van den R. K. Volksbond.
Na een korte inleiding werd het woord verleend
aan den heer Spaargaren uit Hoofddorp, voor
zitter van St. Paulus, die op hartelijke wijze af
scheid nam van den geestelijken adviseur dezer
afdeeling.
Het hoofd der openbare school uit den Groo
ten IJpolder, de heer van Ootichem, was de
tolk van de katholieke kinderen van zijn school.
Ook bij het niet-katholieke deel van de school
kinderen genoot zijn eerw. achting en vriend
schap. Spreker dankt voor de prettige en aan
gename verstandhouding tijdens zijn 3-jarig
bezoek aan de school.
Mej. T. Roof sprak waardeerende woorden
namens de Graal.
De heer Tabak was de woordvoerder namens
de sociale vereenigingen en namens St. Ra
phaël in het bijzonder.
Namens de R. K. Coöperatie „Concordia" gaf
voorzitter v. d. Tol blijk van de gevoelens die
men koesterde bij dit afscheid. De heer H. M.
v. Bruggen vestigde namens den R. K. Volks
bond en het interparochieel comité voor katho
liekendagen, waarvan de scheidende kapelaan
de groote stuwkracht en bezielende leider was,
in keurige bewoordingen de aandacht op dit
belangrijke werk, door kapelaan Wijsbroek ver
richt. Met de beste wenschen voor de toekomst
besloot spreker.
De heer Noordermeer was de tolk van enkele
zieken en gebrekkigen. De rij der sprekers werd
besloten door der. heer S. Meegdes. Deze maak
te o.a. in zijn uitvoerige beschouwing gewag van
de vele verdiensten door kapelaan W. Vergaard.
Als ijverig zieleherder deed men nooit ver
geefs een beroep op hem; steeds was hij tot
hulp en bijstand bereid. Dit heeft waardeering
gevonden in de parochie en dit is ook aanleiding
geweest voor de vereenigingen om hem op dezen
avond spontaan te huldigen. Als stoffelijk blijk
van waardeering en hoogachting werd hem aan
geboden een priesterlijk gewaad (Albe) verge
zeld gaande van een begeleidend schrijven, ver
meldende de namen der vereenigingen.
Met een woord van dank aan alle groepen
afzonderlijk, merkte kapelaan W. op, ten zeer
ste getroffen te zijn door deze huldiging en
de aanbieding van een priestergewaad bestemd
voor den eeredienst. Spreker verzocht aan de
deputatie der vereenigingen zijn dank over te
brengen aan de leden en tevens een gebed
voor de moeilijke taak, die hem elders wacht.
Hierna nam hij persoonlijk van ieder afscheid,
waarna de heer v. Bruggen deze bijeenkomst
sloot.
Verkeersongeval. Donderdagmorgen slipte
op de gladde tramrails aan de Hoofdstraat nabij
villa Remine een luxe auto, komende uit de
richting Haarlem, waardoor de bestuurder de
macht over zijn stuur verloor. De wagen draaide
in het rond, zoodat de kop weer in de richting
Haarlem stond; daarna vloog hij tegen het trot
toir en viel op zij. Vlak erbij liepen kinderen
en stond een tweetal personen te praten. Als
door een wonder bekwam niemand letsel, doch
de beide personen waren zeer geschrokken.
Koninginnefeest Woensdag heeft hier het
Koninginnefeest plaats gevonden. Des morgens
om negen uur was het opstellen van de school
kinderen, die met sjerpen en vlaggen waren
getooid; om half tien zette de lange stoet van
kinderen zich in beweging en trok men door
de straten van Nieuw-Vennep met voorop het
fanfarekorps uit Abbenes..
Na den optocht volgden kinderspelen,
welke schitterend slaagden.
Om twee uur begonnen de wedstrijden voor
de grooteren.
Des middags maar vooral des avonds was het
een drom van menschen.
Tot slot volgde een schitterend vuurwerk.
Concert. Donderdagavond trad „Wilhel-
mina" voor de tweede maal op in de muziek-
nis en evenals den eersten keer was er ook nu
weer veel belangstelling.
Het programma voor dezen avond vermeldde
een achttal nummers, waaronder het verplichte
en vrije nummer van het concours te Krom
menie, waarmee met 359 punten een eerste prijs
werd behaald. Alle nummers werden met de
grootste aandacht gevolgd en steeds, maar
vooral na bovengenoemde twee nummers, klonk
een krachtig applaus, een teeken, dat men het
ten gehoore gebrachte apprecieerde.
In de pauze vond een huldiging van dirigent
en korps plaats naar aanleiding van het succes,
dat in Krommenie werd behaald.
De heer Stujjver dankte namens de vëreeni-
ging den heer De Groot voor de kranige leiding,
welke hij het korps had gegeven en welke lei
ding oorzaak was geweest van het mooie succes,
dat in Krommenie behaald werd. Spr. huldigde
den directeur met een lauwerkrans en bood
hem als blijvend aandenken een boekwerkje op
muziekgebied aan.
Nadat een jeugdig lid namens de adspiran-
ten een dirigeerstok had aangeboden, huldigde
de heer Engelhart namens de kunstlievende
leden den dirigent met een bloemenmand.
Voor „Santpoorts Bloei" voerde de heer Bre
menkamp het woord.
Polo-wedstr(jd Bij goed weer zal Zaterdag
middag in de Oosthaven een polo-wedstrijd
werden gespeeld tusschen Sassenheim en Hille-
gom.
Uitbreidingsplan Santpoort, Noordelijk deel
Bij den raad is ingekomen een schrijven van
de leden, de heeren A. de Groot Lzn„ J. E.
Sluiters en J. Heeremans, waarin bezwaar
wordt gemaakt tegen dat gedeelte voorko
mende in het Uitbreidingsplan der gemeente
Velsen, hetwelk omvat de in de volgende alinea
voorkomende omvorming van het uiterlijk van
het dorp Santpoort.
Zij stellen voor uit het Uitbreidingsplan te
lichten, dat deel wat betreft de Buitenplaats
Vlugthoven en het zich daar tegenover bevin
dende en daaraan toebehoorende weideveld.
Zij gronden hun bezwaren op de historie van
Kennemerland en zijn van meening, dat een
dergelijke grove ingreep onherroepelijk groote
schade zou toebrengen aan het eigenaardige
cachet van Santpoort-dorp, welk dorp nog be
schouwd kan worden als een der schoonste
pjekjes van Kennemerland.
Het is op grond van deze overwegingen, dat
zij voorstellen dit deel uit het Uitbreidings
plan te lichten en hieromtrent nader overleg
te plegen.
Naar aanleiding hiervan schrijven B. en W.
den raad het volgende:
Nog geheel afgezien van de vraag of by
aanneming der voorgestelde wijziging een nieu
we ter visie legging van het plan noodig is,
achten wij de aangevoerde argumenten on
juist. Het spreekt o.i. toch van zelf, dat een
groeiend dorp van vorm en karakter verandert.
Dit is nimmer tegen te houden. Wij willen er
daarbij op wijzen, dat in het bestaande goed
gekeurde uitbreidingsplan de bedoelde terrei
nen ook als bouwterrein zijq aangegeven en
dat daarop straten zijn geprojecteerd. Wan
neer men dus de bedoelde terreinen uit het
nieuwe plan ging lichten, zou automatisch het
bestaande plan, dat geen behoorlijke aanslui
ting aan het nieuwe plan heeft, van kracht
blijven. Daarop zal dan ook o.i. zeker niet de
goedkeuring van Gedeputeerde Staten worden
verkregen.
Wij adviseeren u dan ook, het voorstel niet
aan te nemen.
Exploitatie van bouwterreinen B. en W.
bieden den raad ter vaststelling aan een ver
ordening, houdende algemeene regelen voor
het in exploitatie brengen van gronden als
bouwterrein door particulieren.
Scheepvaart beweging Door de Noorder-
sluizen alhier zijn in de maand Augustus ge
schut: uit zee 294 zeeschepen met een inhoud
van 1.866.084 M3., 251 visschersvaartuigen met
12.150 M3., en 921 binnenvaadtuigen met
109.395 M3. Naar zee 301 zeeschepen met
1.932.662 M3., 12<9 visschersvaartuigen met
6200 M3. en 910 binnenvaartuigen met 108.008
kub. M.
Totaal uit en naar zee 2806 schepen met een
inhoud van 4.034.499 M3.
Collecte voor de schoolvoeding De op Ko
ninginnedag gehouden collecte voor de school
voeding heeft opgebracht f 195.52.
Over: ROEMEENSCHE BETALINGEN
Mijnheer!
Naar aanleiding van uw berichtje in de Cou
rant van 30 Aug. betreffende Clearings verkeer
NederlandRoemenië zonden wij u ter inzage
een schrijven van ons dato 26 Aug.1036 van het
Roemeensche Consulaat te Amsterdam, hetwelk
ons hoopvol stemde op spoedige uitbetaling onzer
geblokkeerde Lei's te Boekarest en een schrijven
dato 28 Aug. 1936 van de Kamer van Koophandel
te Haarlem, welk bericht ons weer een koud
douchebad bezorgde want hierin zien wij dat Ne
derland wat al reeds vooruit betaald heeft, nu
mag meebieden naar een partijtje 50.000 tarwe
om daarmee de rekening te vereffenen, maar dat
er ook andere graankoopende landen zijn, die
eveneens mogen meebieden, doch dat Nederland
niet als hoogste bieder naar dit partijtje in aan
merking komt. Zoodat wij voorloopig van de Roe
meensche tarwe nog geen cadetjes zullen eten.
Wanneer men reeds betaald heeft en men moet
dan nog den prijs overeenkomen, wordt de koop
waar altoos duur.
Rest nunog, hoeveel zullen wij voor 100 Lei's
ontvangen? Sedert Januari zien wij geen beurs-
noteering meer van deze valuta. De laatste be
droeg Gld. 1.20 per
Hoogachtend.
P. HEKKER en CO.
Terhoffstedeweg 24, Overveen.
Martha Eggerth zingt in ,£>e Lokkende
stem"