IN EN OM HAARLEM I Esposi; DELIA ST/ mmm Aituinss Uit het leven der Verloofde CITO DEL VATIC ANG1936 DINSDAG 8 SEPTEMBER 1936 De Belijdenis van ons H. Geloof H.K.H. Prinses Juliana verloofd UIT DEN OMTREK HEEMSTEDE HILLEGOM NOORDWIJKERHOUT ARMA VEPIT .TIS 1 VELSEN ZAANDAM VOETBAL Om den Van Trigt-beker DAMMEN S. N. A.St. Bavo ZANDVOORT RIJ KSVISCH AFSLAG STAAT VAN BESOMMINGEN Prinses Juliana en ons Neder- landsche volk Haarlemsche Damclub Jubileumwedstrijden Ned. Dambond Geen oprichting van een Haarlemschen Dambond DUIVENSPORT Gevleugelde Vrienden Heemstede ittmiiinimniniwiiiinmiiinniiiiiinnmmfmMiuiMiiiiniiiitmmniiiiiniimimiHiniiiniiiiiiimiiiniitiitiiiminiiiniinmnc BiuuuiiiiuuuuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiniiiiiiiiuiiiiuiiiiiiniiuiiiiiiiiHiiiiiiiuiiiiuuiiiiiiiiHiiiiiiiiiniiuiiiuiiiHiiiiuiuiiiiuiiiiiiiiiiiiiuiiiuï Wil ontvingen eenigen tijd geleden van een onzer abonné's een exemplaar van een klaarblijkelijk anti-katho' liek Haarlemsch Weekblaadje, „Aquarius" ge- heeten, een weekblad tot „verspreiding van christelijke esoterie en daaruit voortvloeiende cultuur", een weekblad dus voor menschen, die zich anders en beter wanen dan de gewone stervelingen, menschen, die meenen de wijs heid op godsdienstig gebied in pacht te hebben. In dat nummer neemt de redactie een loop je met de dankbetuigingen van personen, die in de „Heraut van het H. Hart openlijk dank brachten aan pater Roothaan, omdat zij na het houden van een novene te zijner eere van de plaag der werkloosheid waren verlost en werk hadden gevonden. „Wij verheugen ons er over," zoo spot de redactie, „dat wij einde lijk een middel hebben gevonden om de werk loosheid te bestrijden" en zij gaat als volgt verder: „Aldus licht ons Willem Kea, de Jezuiet in, en wel in „het Noorderlicht", een week blad voor de parochie van de H. Liduina, hetzelfde blad waarin een vorig maal een beroep werd gedaan, om niet meer niet bloo- te beenen te loopen. Nu dit weer. We haas ten ons aan alle werkloozen dit middel aan te bevelen en verzoeken iederen volksleider het alom bekend te maken. Hoe eenvou dig, hè? En verder „Wie pater Roothaan was? Generaal der Jezuieten-orde (18291853). U weet wel, de zelfde orde, waaraan we de zegeningen van de inquisitie te danken hadden. (Dat is we tenschappelijk wel onjuist, maar dat komt meer voor bij dergelijke laatdunkende al- weters. Red. N. Haarl. Crt.). Welnu, niet de eerste de beste. Als we Willem Kea mogen gelooven, mogen we ook nog zijn zaligver klaring binnenkort tegemoet zien. Wat op zichzelf al een bijzondere vreugde beteekent ....als je werkloos bent" enz. Zoo gaat het stukje een paar kolom door. Het was echter niet het domme geschrijf van deze „wetenschappelijke" christenen, die klaarblijkelijk de meest elementaire beteeke- nis nog niet kennen van het gebed van den geloovigen katholiek, dat de verontwaardiging van onzen abonné had gaande gemaakt. Het waren de „openlijke dankbetuigingen" zelf, die hem onrustig maakten. Hij acht het b.v. on juist, dat ons blad wel eens annonces opneemt, waarin die dank wordt uitgesproken. Men zou zijn dank toch even goed, meent hij, op een andere manier kunnen uiten door het houden van een retraite b.v. of het geven van aal moezen. De advertenties in kranten, die open lijke dankbetuigingen doen kwaad aan de „ka tholieke zaak" schrijft hij. Onnoodig lijkt het hem b.v. ook, een scapulier zichtbaar te dra gen op den openbaren weg. „Gelooft u niet", vraagt onze abonné, „dat hierdoor een ernstige zaak bespottelijk wordt gemaakt?" De ge vallen mogen al niet volkomen gelijk zijn, u begrijpt mijn bedoeling wel: ni. dat niets den katholiek verplicht of dwingt zóó te handelen. Onze zaak zien door de oogen van welwillende doch nuchtere anderen, ziedaar wat vele ka tholieken niet kunnen. Moeten wij zelf dan het scherpe wapen „spot" opwekken? Wij? Door papenhaters wordt, negeerende een be wijs of een argument, met spot al genoeg goeds gedood. Onze schrijver voegt er aan toe: „Mogelijk zie ik de zaak verkeerd in, doch ik zal niet alleen staan hierin. En daarom lijkt het mij goed dat u op mijn bezwaren een ant woord geeft in het openbaar." Tot zoover onze briefschrijver. Wat het artikeltje in „Aquarius" betreft kunnen wij kort zijn. De redactie van dat blad weet niet, dat de katholieken in volle, innige overtuiging en met versterkend vertrouwen de voorspraak der Heiligen inroepen om van God de een of andere gunst te vragen „indien de verkrijging daarvan hun zalig is." Zij hebben daarbij echter de Zekerheid, dat deze gunst hun ook inderdaad gegeven zal worden, als deze strekken kan tot hun eeuwig heil. En wordt hun de gunst niet geschonken, dan rest hun in alle geval de vertroosting van uit de handen van God deze beproeving te hebben ontvangen. Wij kunnen slechts betreuren, dat de „esoterische" christenen dezen troost in de troostelooze dagen van heden missen. Het is bij hen intusschen een bewijs van onverdraag zaamheid en een groot gemis aan beschaving als zij anderen om een zoo mooi geloof op een zoo grove wijze bespotten, als in hun blaadje gebeurt. Maar, zoo vraagt onze abonné, overtuigd dat hij het bij het rechte eind heeft, zou het toch niet beter zijn, niet zoo erg met ons geloof te koop te loopen; wij geven maar aanleiding tot spot? Wij zün het niet met hem eens. Wij weten wel, dat het niet ter zaligheid ver- eischt wordt, ons geloof ten allen tijde en op alle plaatsen uitdrukkelijk te belijden, maar alleen dan, wanneer, door het achterlaten van die belijdenis, God de verschuldigde eer of den naaste de verschuldigde stichting onttrokken zou worden. Wij weten wel, dat men niet ver plicht is aan ieder, die ons voorbarig en zon der daartoe bevoegd te zijn naar ons geloof vraagt, te antwoorden, maar dat men wel ver plicht is, dat te doen als men door het wettig gezag ondervraagd wordt en zoo dikwijls het stilzwijgen voor een teeken wordt gehouden, dat men zich over zijn geloof schaamt of oor zaak zou wezen, dat anderen in het ware ge loof wankelend of weifelend zouden worden. Wfj weten wel, dat het zelfs geen kwaad zou zijn, in een land, waar de geloovigen vervolgd worden, door de vlucht zich aan die vervolging te onttrekken ofwel, teneinde spotternij met den godsdienst, godslasteringen of andere zware zonden te voorkomen, eene of andere godsdienstige oefening na te laten. Maar dat is alles slechts onder voorwaarde, dat door dit nalaten geen ergernis ontsta of geen hoogere plicht verzuimd worde. Het gezegde van den katechismus, dat men zijn geloof „overal" vrij moedig belijden moet, beteekent dus: overal, waar de eer aan God verschuldigd of het zie lenheil van den naaste dit vordert. Het is moeilijk in het algemeen te zeggen wanneer wel en wanneer die openlijke belijde nis niet van een katholiek geëischt wordt. Dat is alleen in elk bepaald geval door een daartoe bevoegd persoon, b.v. den pastoor, te bepalen met inachtneming van alle omstandigheden, die de beslissing kunnen beïnvloeden. Doch wij zijn van meening, dat er geen enkele reden is hoezeer wij rekening willen houden met de omstandigheid, dat wij leven in een land met gemengde bevolking waarom wij ons zouden moeten schamen openlijk aan de Heiligen dank te brengen voor een ons verleende genade. Want het, op advies van onzen abonné, achterwege laten van der gelijke dankbetuigingen, beteekent toch niets anders dan: zich schamen voor een mooie en volkomen redelijke katholieke gedachte. Het opvolgen van de raadgeving van onzen abonné zou op den duur betsekenen, dat de katholie ken zich zouden moeten verbergen of in het verborgen hun plichten jjegens God zouden moeten vervullen. Dat nooit. Beter is vrij en onbevangen voor zijn geloof uit te komen. Op die manier worden de vooroordeelen het snelst overwonnen. In de dagen der rampzalige Fransche revo lutie, toen het als een misdaad werd aangere kend, christelijk geloof te toonen, gebeurde het, dat op 14 Juni 1794 het doodvonnis werd uitgesproken over een geheel nonnenklooster op Montmartre te Parijs. Op de openbare ge rechtsplaats zouden alle kloostermaagden onder de bijl haar leven laten. De wagens kwamen aan de poort van het klooster, om de offers te vervoeren. De vrome zusters stegen er moedig op en haar geloof aan Christus en zijne aller heiligste Moeder luid belijdende hieven zij bij dien laatsten tocht het .Halve Regina" aan. Zfj zongen het door de straten rijdende, zij zongen het op de gerechtsplaats, zij zongen het terwijl de eene na de andere haar hoofd onder de moordbijl legde en eerst toen de laatste, de abdisse, het hoofd had gebogen, hoorde men het Salve Regina niet meer. Het woedende volk had onthutst die plechtige ge loofsbelijdenis aangehoord. Men was in die dagen gewoon met wild gebrul en hoonlachend om het schavot te dansen, als er velen tegelijk werden omgebracht. Maar thans lachte nie mand, schreeuwde en danste niemandr'als uit een diepe bedwelming ontwaakt, hoorde het volk zwijgend het gezang der stervenden aan. En sinds die stonde had het gejubel bij de voltrekking van het doodvonnis nimmer meer plaats. De storm. Maandagmiddag had een dienst bode uit de Lanckhorstlaan haar rijwiel even geplaatst voor de etalage van een groenten- winkel aan den Binnenweg. Juist toen de tram passeerde werd het rijwiel door een rukwind onder den bijwagen geworpen en totaal vernield. Een booglamp van het Raadhuisplein moest het ontgelden. In Groenendaal woei bij het Se ringendal een boom om. Overigens bepaalde de schade zich in Groenendaal tot wat afge waaide takken. Gevonden dieren en voorwerpen. Terug te bekomen bij: G. Neeskens, Iepenlaan 14, zeem lederen kap; E. Kieft, Bureau van politie, rij- wielbelastingmerkE. Kieft, Glipperweg 64, paar handschoenen, bureau van politie, blocnota en strandbal; P. Verhoef, Raadhuisstraat 62, riem met schakels; P. Kuvener, Sumatrastraat 13, mes; Ruijsenaars, Rijnstraat 33, vulpotlood; Klein, J. v. Goyenstraat 31, damesrijwiel; J. El- bersen, Kerklaan 41, dop van een radiateur. Burgerlijke Stand Geboren: dochter van H. M. A. Kroon-Straathof. Ondertrouwd: H. van Teijlingen en E. Veen; J. Jongejan en H. H. den Dopper; G. Heems kerk en W. P. H. Stevens. Getrouwd: K. Vonk en W. H. Hijlkema. Overleden: P. M. N. Knaven, m., 73 jaar. Gem. Arbeidsbeurs Het aantal werkzoeken den ingeschreven bij het Gemeentelijk Ar- beidsbemiddellingsbureau bedraagt thans 244. Vorig jaar per denzelfden datum 265. Zilveren jubileum als raadslid Zaterdag avond had ten Gemeentehuize alhier de door den burgemeester uitgeschreven bijeenkomst van de raadsleden plaats, waarin de heer L. M. van Noort, in verband met zijn vijf en twintig-jarig raadslidmaatschap zou worden gecomplimen teerd. Aan den oproep van den burgemeester had den een zes-tal raadsleden, waaronder de beide wethouders, gehoor gegeven, terwijl van de 'nee- ren C. v. d. Klauw, Joh. v. d. Voet en G. Brug man een schrijven was ingekomen, dat zij om verschillende redenen niet aan de uitnoodiging konden voldoen De raadzaal was eenvoudig versierd met eenige bloemen in vazen. Op de publieke tribune waren eenige belangstellenden, waaronder de familie van den jubilaris, aan wezig. Toen de raadsleden hun plaats had den ingenomen, werd de jubilaris door den se cretaris binnengeleid en nam de burgemeester het woord, om den heer van Noort in een mooie rede te feliciteeren met het zeldzame feit, dat hij 25 jaar onafgebroken zijn functie als raads lid heeft mogen vervullen, waarvan tien jaar als wethouder. Spr. memoreerde dat de jubi laris in dezen langen tijd slechts eenmaal een vergadering had verzuimd, en wel in 1926 we gens ziekte. Hij sprak den wensch uit, dat de jubilaris nog lang in gezondheid voor zijn ge zin moge gespaard blijven en bood hem als herinnering een zilveren vulpenhouder aan. Na den burgemeester sprak ook wethouder Oostdam eenige woorden van felicitatie, waar in hij zei, dat hij 23 jaren met den heer van Noort had samengewerkt en er ook tijdens het wethouderschap van den jubilaris steeds een goede verstandhouding tusschen hen had be staan. 'V i Ook wethouder Warmerdam sprak eenige v/oorden van waardeering, waarin hü den ju bilaris herdacht als een man, die zich door energie heeft opgewerkt tot een zelfstandig mensch in de maatschappij en hieraan de con clusie verbond, dat zulke menschen ook be- hooren in een gemeenteraad. De heer L. de Winter sprak namens de kie zers uit De Zilk en bracht den jubilaris dank voor alles, wat door hem voor de inwoners van De Zilk was gedaan. De heer J. v. d. Berg sprak niet als voor zitter der R.K. Raadsfractie, maar persoonlijk een woord van felicitatie. De heer J. D. Westrik sprak namens de Chr.- Hist. kiezers, feliciteerde den jubilaris namens hen en wees er op, dat hij steeds getoond had, ook met de belangen van deze kleine groep re kening te houden. Tenslotte sprak de gemeente-secretaris, de heer Pijnenburg, die zei, steeds een zwijgende figuur in den raad te vervullen, maar van deze Laat wapp'ren de vlaggen, luid klinke muziek, Nu viere men feest in den lande, Nu zich de Prinses, door de liefde bekoord, Gaat binden met innige banden. Wij he et en hem welkom, den jeugdigen Prins, Die Haar het geluk moge geven Van liefde en vrede, van steun en van trouw, Het zuiverst geluk in dit leven. Wij weten dat wij de Prinses en den Prins Geen beter geluk kunnen wenschen Dan 't vredig geluk van den huis'lijken haard, 't Geluk van eenvoudige menschen. Nu denken wij niet meer aan dagen van rouw, Nu mogen de zorgen verdwijnen, Nu zal door de liefde, de eenheid, de kracht, De toekomst weer zonnig gaan schijnen. HERMAN KRAMER gelegenheid gebruik te willen maken, ook een woord te zeggen. Uit de oude notulen was hem gebleken, dat nu 25 jaar geleden de jubilaris, tegelijk met de heeren J. Warmerdam en P. Verdegaal was geïnstalleerd als raadslid. Deze beide heeren zijn reeds overleden. Den jubilaris, die nog in blakenden welstand verkeert, on danks zijn reeds vrij hoogen leeftijd, wenschte spr. toe, dat hij nog jaren in dezelfde gezond heid moge gespaard blijven voor zijn gezin, en, als het zijn moge, voor de gemeenschap. Na al deze felicitaties dankte de jubilaris voor de vele hartelijke woorden en voor het ontvangen cadeau, dat hem zeer verrast had. Het speet spr. zeer, dat niet alle raadsleden tegenwoordig waren, maar gaarne wilde hij de redenen van hen, die niet aanwezig waren, eerbiedigen, daarbij hopende dat de belangen der gemeente hierdoor in de toekomst niet ge schaad zouden worden. Hierna volgde sluiting van het officieele ge deelte en bleven de aanwezigen nog eenigen tijd gezellig bij een kop koffie en een sigaar bijeen. Burgerlijke Stand Ondertrouwd: W. Pekelder en P. A. v. d. Poll D. Stevenson en M. W. Jongebreur M. J. Brands en J. M. Buijck J. Rem en W. Meijns A. P. Meer kerk en A. M. Dekker K. Reyn en G. M. Dijkman A. de Graaf en A. Hoogerwerf. Geboren: C. M. KranendonkDelgman, z. K. JansenPaap, z. P. Schoutenv. d. Pol der, d. M. C. J. VrijhoefBlürn, z. G. BoonHoebe, z. C. DamGouweleeuw, d C. G. HooglandBruins, d. M. v. d. VaartHarinsma, d. M. M. SlikkerKra mer, d. Opdrachten Aan de fa. Th. G. Maas te Bloemendaal is opgedragen het maken der cen trale verwarming in de nieuwe villa voor den geneesheer-directeur van het St. Antonius- ziekenhuis aan den Zeeweg, alhier. Aan de fa. P. H. en G. Stevens te Beverwijk is opgedragen het aanleggen der centrale ver warming in 'n villa aan de Verloren van The- maatlaan, alhier. Burgerlijke Stand. Geboren: Maria Jo hanna, d. van R. J. Horak en G. H. M. Geurts. Jan, z. van B. Gruijs en A. Nieuwenhuis. Greta, d. van P. Kuiper en M. Hoeve. Bregetta, d. van C. Kat en T. Valk. Trijntje, d. van A. Smit en N. Kaal. Gerrit, z. van P. van Berge en A. Hoogmoed. Maria Christina, d. van M. C. Mul der en M. Jongh. Cornelia Johanna Maria, d. van H. van Schie en C. M. Ouwerling. Ondertrouwd: R. Koning en G. Volder. K. de Boer en K. Vet. L. Hoogmoed en D. Huijser, J. C. Room en J. Renken. F. Mol en J. Split. H. Russelman en W. Swart. A. op den Velde en H. Driesten. Gehuwd: J. Smit en E. O. Clynk. J. Bart en H. R. L. Bernard. P. J. Olie en J. E. Bakker. L. Heijstek en A. Schot. Overleden: Hilligje Joling, oud 70 j., geh. met A. Voogt. Janny Zaal, oud 13 dagen, d. van B. Zaal en G. Daenen (won. te Wormer). Aafje Bakker, oud 71 j„ wed. van J. van Oostveen. Jacob Rem, oud 60 j., geh. met M. Pastoor (won. te Koog a.d. Zaan). De uitslagen van de Zondag te Bennebroek gespeelde wedstrijden om den Van Trigtbeker (wisselbeker) zijn als volgt: Santpoort IIAlliance I 41 BSM I—OIV I 2—1. Voor Zondag 13 September zijn de volgende wedstrijden vastgesteld: 12 uur: BSM IAlliance II. De finale in het Bekertournooi 2 uur: Alliance IOIV I 4 uur: BSM ISantpoort II. De wedstrijden worden gespeeld op 't terrein van B.S.M. aan den Rijksstraatweg te Benne broek. Na afloop is de prijsuitreiking in café „De Oude Geleerde Man". Zondagmiddag wed te Heerhugowaard de re turnmatch gespeeld tusschen de kampioenen van den R. K. West-Frieschen en Haarl. Dam- bond. Zooals te verwachten was, is het ook dit maal een zeer spannende strijd geweest, waarbij de Haarlemsche kampioen tenslotte winnaar werd. De gedetailleerde uitslag luidt: S.N.A. St. Bavo P. GroenveldB. Stevens 02 C. GroenveldJ. Draijer 02 L. KonijnJ. Warmerdam 11 D. TrompP. Veen 20 J. SmitL. v. d. Voort 02 J. BorstJ. Stevens 20 J. Appelman—J. v. d. Zwan 20 J. TrompJ. Weijers 20 B. BesA. Masteling 02 P. Konijn—C. Prins 0—2 Jaarvergadering „Zeemeeuwen". De voetbal vereniging „Zeemeeuwen" hield gisterenavond haar jaarvergadering in Ons Huis, onder voor zitterschap van den heer H. de Jong, die in zijn openingswoord dank bracht aan het eerelid Hal- derman en de terreincommissie. Uit het jaar verslag bleek, dat het aantal leden gedaald is van 256 op 209. Inkomsten bedroegen f 1048.13, uitgaven f 950, zoodat een saldo aanwezig was van f 98.13. De heeren D. van Rouwendal, J. Water en J. Keur zagen zich als bestuursleden herkozen. In de plaats van den heer O. Smaal- ders werd gekozen de heer B. van der Mije. In de kascommissie werden benoemd W. Koper, A. van Duin en J. Keur. De enquêtecommissie werd in haar geheel herkozen. Bij de rondvraag werd dank gebracht aan de heeren H. de Jong en J. Franssen voor hun belangeloos werk in het trainen der leden. ÏJMUIDEN, 8 Sept. Rijksvischafslag. Kleine Schol 14.5021. Schar 4.50, Makreel 9.50 per 50 kg. Versche Haring per kist 3.304. van den Donderdag aan den Rijksvischafslag aangekomen STOOMTRAWLER Utrecht 1200 manden 3460. WATERSTANDEN ÏJMUIDEN, Woensdag 9 Sept. Vloed: 10.06 v.m. en 10.45 n.m. Met groote spanning werd zoowel ten hove als onder de bevolking einde April 1909 de ge boorte var. een telg uit het Huis van Oranje tegemoet gezien en een groote vreugde heersch- te alom, toen in den morgen van 30 April be kend werd, dat H. K. H. Prinses Juliana was geboren. Door tusschenkomst van den Raad van Mi nisters had de Koningin in haar Kerstbood schap van 1908 aan haar volk kennis gegeven van de blijde verwachting ten hove. Tegen 7 uur des fnorgens was in het paleis aan het Noordeinde te 's Gravenhage de hof maarschalk in het vertrek der journalisten bin nengetreden met de verheugende mare. Bij Koninklijk Besluit van 30 December 1908 was bepaald, dat het jonggeboren koningskind den naam Oranje-Nassau zou blijven dragen, gevolgd door dien van Mecklenburg. Zoo heette de jonggeborene dus H.- K. H. Juliana Louise Emma Maria Wilhelmina, prinses van Oranje- Nassau, hertogin van Mecklenburg. De prinses werd geheeten naar de Stammoe der der Oranjes, die geëerd en geroemd werd ais moeder der zonen, wien Nederland zooveel te danken had. Juliana werd 15 Februari 1506 geboren op het kasteel der graven van StolbergWemigerode, dicht bij Den Harz gelegen, uit den echt van graaf Bothc van Stolberg en Anna van König- stem. Daar de graaf wegens zijn ambtsplichten hi) was raadsheer van den Kardinaal Aarts bisschop Albrecht van Maagdenburg veel op reis was, heeft de taak van Juliana's opvoeding in de hand harer moeder gelegen. Juliana is al zeer vroeg gehuwd op 17-jari- gen leeftijd met graaf Philips van Hanau. Reeds zes jaar later stierf de jonge graaf. Er waren toen reeds uit dit huwelijk vijf kinderen geDoren, waarvan bij den dood van Philips van Hanau nog twee in leven waren. De jeugdige weduwe hertrouwde in Septem ber 1531 met den zeven-cn-viertig-jarigen we duwnaar eraaf Willem van Nassau, bijgenaamd De Rijke. Het prachtige slot Dillenburg aan de Lahn werd de nieuwe woonplaats en bleef dat tot aan Juliana's dood. Aan graaf Willem schonk zij nog zeven dochters en vijf zonen. De oudste van die zonen was onze Prins Willem. Zij ontving een Roomsche opvoeding, doch is later protestante geworden. De Prinses is voorts genaamd Louise, naar de nicht van Koningin Wilhelmina en Prins Hen drik, de groothertogin van Baden, geboren prinses van Pruisen. Emma werd ze genaamd naar de Koningin-Moeder en Maria naar haar grootmoeder van vaders zijde; Wilhelmina naar haar moeder. Er heerschte groot enthousiasme onder de be volking en ouderen herinneren zich de geest drift waarmede de kleine o.a. te Amsterdam het eerst werd ingehaald. Van jongs-af, als klein meisje reeds, had de Prinses de lieve hartelijkheid van haar groot moeder Koningin Emma en de vriendelijke spontaneïteit waarmede Prins Hendrik zich be mind maakte, „Juliaantje" werd ze door het volk met een zekere hartelijke vertrouwelijkheid genoemd, zelfs toen de prinses groot geworden was en naar Leiden ging. Haar genegenheid voor de Koningin-Moeder, haar liefde voor Prins Hendrik kwam spontaan telkens en telkens aan het licht en zoo plotse ling kon haar hartelijkheid aan den dag treden. Wie van nabij haar mócht gadeslaan bij ko ninklijke bezoeken, bij feesten ten hove, bij of ficieele ontvangsten bewaart een diepen, lieven inaruk aan het ongekunsteld open optreden van de jonge vrouw, die iedereen dadelijk voor zich innam. Tot hare meerderjarigheid deed hare Konink lijke Moeder haar geen ëereposten innemen als beschermvrouwe, eerevoorzitster e.d. en zooveel mogelijk werd de Prinses tevens van officieele verplichtingen vrijgesteld. Haar opvoeding droeg het karakter van degelijkheid en een voud. Met wijs beleid en liefde werd deze op voeding voltooid. Het is kenmerkend voor haar karakter en haar opvoeding, dat Prinses Juliana graag een kind, een meisje wilde zijn als alle andere kin deren en meisjes. Ze ging gaarne onopgemerkt winkelen, ze zat in het buitenland graag in een tram als een gewoon mensch en stoorde zich dan weinig aan strenge hofetiquetten. Toen ze later te Leiden studeerde, heeft ze haar studie tijd ook temidden harer vriendinnen doorge- Ze heeft met hart en ziel deel genomen aan het clubleven in de V.V.S.L., onderwierp zich als eerstejaars aan de regelen voor het noviciaat, heeft, als anderen, haar „Jaarlied" vervaardigd, dat door de commissie met den eersten prijs is bekroond Als kind reeds had ze vlot en geestig bijvoorbeeld St. Nicolaasversjes gedicht en dichtjes bij andere gelegenheden vervaardigd. Meermalen hebben we momenten uit haar leven, haar opvoeding, haar studententijd weer gegeven, hoe ze o.a. zangles kreeg van Catha- rina van Rennes, by welke lessen meermalen de Koningin-Moeder verscheen. Drie jaar heeft de studietijd der Prinses te Leiden geduurd. Met twee vriendinnen bewoon de zU de villa 't Waerle te Katwük aan Zee in die dagen en kwam dagelüks per auto naar Leiden. By haar afscheid op 31 Januari 1930 werd haar het doctoraat honoris causa in de letteren en wysbegeerte verleend, nadat zy zich op eigen verzoek aan meerdere tentamina had onderwor pen. Prof. dr. J. Huizinga was haar promotor en verklaarde o.a. „In de doctorsbul, die u aanstonds zal wor den aangeboden, zal Uwe Koninklijke Hoogheid kunnen lezen, welke de eigenschappen van geest en aanleg zijn geweest, die in haar den Senaat het meest hebben getroffen. Het diplo ma vermeldt „een uitnemenden ijver, den lust tot onderzoek, helder begrip" en ten slotte „corspronkeiykheld van geest". De leider van het dispuut op ,,'t Waerle" zou dat alles nog met een enkel woord wenschen toe te lichten, en hü is er zeker van, dat allen, die aan die avonden van levendig gesprek mochten deel nemen, met hem zullen instemmen. Uitnemende yver en lust tot onderzoek. zy wortelen, schijnt het ons, in een geestdrm des harten om toch vooral de dingen waarlijk goed te verstaan, niet slechts oppervlakkig, ze tot op den bodem te doorgronden. Een be hoefte, die het u zelve soms moeilijk maakte, om bij een uitspraak vrede te vinden, en ande ren, om u te overtuigen. Helder begrip. Hoe dikwyls verried het zich in den vorm van een zin tot nauw wegen de critiek. Uw promotor weet het bij ondervin ding, hoe goed men tegenover u moet toezien, om zelfs niet in schyn met zichzelf in tegen spraak te komen. Want het ontgaat u niet, en dan moet de ander maar zien, dat hij zich rechtvaardigt! Oorspronkeiykheid van geest. Wanneer een vraag van alle kanten bekeken scheen, dan kwam meer dan eens de prinses met een „ja, maar", dat onaangeraakte gronden aanroerde, en al het verworvene weer op losse schroeven zette. Meestal bleek dan zulk een opmerking ge sproten uit die zucht, om van het bijzondere door te dringen tot het algemeene, die van zoo veel gewicht is voor hetgeen men noemt weten- scbappelijken zin.'-' Een stempel van diepen ernst des levens heeft zoowel de dood van de Koningin-Moeder ais het plotseling overlyden van haar Vader tijdens haar afwezigheid op de jonge vrouwe gemaakt. Steeds inniger is de band tusschen Kroon prinses en volk geworden, vooral na haar meer derjarigheid en nadat zij, door den betreurden dood van Prins Hendrik en Koningin Emma, be:der' werk voortzette. Tredend in het voet spoor harer Koninklijke Moeder, heeft zij veel gedaan om nood te lenigen, om hulp aan zwak ken en behoeftigen te bieden. Zy nam het ini tiatief tot de oprichting van het Crisiscomité, waarvan zij het eerevoorzitterschap aanvaard de en iedereen weet, dat zy veel méér deed dan alleen haar naam aan het comité te geven. Zij arbeidde in het paleis aan den Kneuterdijk zelf mede en schrok niet voor eenvoudig werk terug. Meer en meer trad Zij ook representatief op. In het buitenland werd haar persoon en haar optreden zeer gewaardeerd, o.a. in Duitsch- land, Engeland, Frankryk, Zwitserland en de Skandinavische landen. Töen de vuurramp ons Nederl. paviljoen op de Koloniale Tentoonstel ling te Parys trof, heeft haar daadwerkeiyke belangstelling er ontzettend veel toe bygedra- gen, dat ons paviljoen herbouwd werd. Toen, na den dood van Prins Hendrik, de Ko ningin met haar Brussel en de tentoonstelling bezocht, was H. K. H. een der laatste, die Ko ningin Astrid vergezelde op haar zegetocht tus schen haar volk. De Prinses reed naast haar, met den Koning tegenover haar, naar 't groot- sche ruiterfeest en niemand zal toen gedacht hebben, dat zoo spoedig daarop ean dezer vor- stelyke vouwen den doodslaap zou ingaan. Prinses Juliana heeft dien dag en des avonds op het vorsteiyk bal, dat adeliyk Brussel aan fTpi vorstenhuis aanbood, aller harten voor zich gewonnen door hare vorstelyke lieftalligheid en geestige spontaneïteit. De koning opende met haar den dans. Ons volk heeft met de Kroonprinses meege leefd en verheugt zich nu te meer, dat er blyd- schap is gekomen in het paleis, waar in de la tere jaren zooveel drcfefheid haar intrede deed. Leve Prinses Juliana! |ue)3M j«i|az 1 jaouu n '„ua>| -uap" leiu jep n (aooi 6»m uap s6ue| jeapj jusjsassed uo>| )undsinj>| }ai| o)ne ajapue sip J09A |teq Sou n jep '«jauiui) )ipap p S.N.A. 2—St. Bavo 2 Totaal 9—H 15-5. Maandagavond j.l. werden in de„Korenbeurs" te Haarlem de wedstrijden om de clubkampioen schappen 1935-1936 en 1936-1937, alsmede de cupwedstrijden der Haarlemsche Damclub voort gezet. De uitslagen luiden als volgt: Clubkampioenschappen 1935-1936: P. J. van Dartelen wint van M. van Leeuwen; H. Berghuis remise met J. Wielenga; H Berg huis remise met W. J. A. Matla; J. M. Rutgers wint van J. Helmer; E Stammis 0—0 J H. Kla- verstyn (n.o.)A. van 't Schip wint van G. van Langelaar; J. H. Meure wint van A. Slinger. Clubkampioenschappen 1936-1937 Hoofdklasse: J. J. van Kesteren wint van H. van Lunenburg Jr.; J. van Looij wint van J. Balk; K. Olij wint van C. Kool. Eerste klasse: I. Risseeuw remise met J. J. Groenewoud; B. Henneke remise met I. Ris seeuw; P. L. Schrynemakers wint van A. Smit; A. Kiel wint van J. J. Groenewoud Tweede klasse: J. v. d. Spruit remise met G. Bakker; J. Merts remise met G. Bakker; J. v. d. Spruyt remise met H. W C. van Rhoon; J. H. Meure wint van J. H. Spoor; J Kuntze wint van W. Jonkhof; A van 't Schip wint van O T. Glaser. Derde klasse: C. B. de Laat remise met J. J. Koren; J A. E. Elstgeest wint van J. H. Brug- gink; A. Wijker wint van G. J. Steenkist. Cupwedstrijden: Groep I: I. Ravensbergen remise met Jac. Fr. van Garderen. Groep 2: W. J. A. Matla wint van J. H. Spoor. De jubileumwedstrijden, georganiseerd ter ge legenheid van het 25-jarig bestaan van den Nederlandschen Dambond, zijn in het district Noord-Holland thans in alle klassen beëindigd. In de finale plaatsten zich de volgende spelers: Hoofdklasse: B. Dukel en H. de Boer (Dam club IJmuiden); B. May (Damclub Zaandam); S. Kuyper (Damclub Wormer); W. v. d. Kapelle (Damclub Wormer); J. W. van Dartelen (Haar lemsche Damclub) en J. P. van Eijk (Het Oos terkwartier), lste klasse: J. Stoll (Heldersche Damclub); B. Ruiter (Castricumsche Damclub); H. Laros en H. Buis (Damclub IJmuiden)P. v. d. Horst (Damclub Koog-Zaandijk); J. J. van Kesteren (Haarlemsche Damclub) 2de klasse: M. Dapper (Burgerbrug)J. Jagel (Heldersche Damclub); J. Brand en J. v. Stra ten (Damclub IJmuiden); C. Tenty (Damclub Wormer)J. Dekker (Damclub Zaandam)C. Staal Wzn. (Westzaansche Damclub)J. J. Aling en I. Risseeuw of H. Berghuis (Haarlemsche Damclub) 3de klasse: J. Danser (Damclub Zaandam); A. Bosman (Heldersche Damclub); E. Broek en A. v. d. Weert (Damclub IJmuiden)Y. de Jong (Het Oosterkwartier)B. Swaan (Damclub Koog- Zaandyk)J. H. Meure (Haarlemsche Damclub). 4de klasse: J. Romkes (Damclub Wormer); C. Mulder (Damclub Koog-Zaandijk). Deze finales zullen binnenkort aanvangen. In de Zondag j.l. te Amsterdam gehouden bestuursvergadering van den Nederlandschen Dambond werd het ingekomen verzoek der Dam club „Het Oosterkwartier" te Haarlem om toe stemming te verleenen aan de oprichting van een Haarlemschen Dambond na ampele bespre king afgewezen. Het district Noord-Holland zal met inbegrip van Haarlem ongewyzigd blijven. In verband met deze o.i. zeer juiste beslissing van het bondsbestuur, zal op de hedenavond te Haarlem te houden conferentie der afgevaar digden der Haarlemsche vereenigingen dus niet tot oprichting van een Haarlemschen Dambond kunnen worden besloten, zonder in conflict te komen met den Nederlandschen Dambond en den districtsbond „Noord-Holland". Wedvlucht van Vilvoorde, 168 K.M. Los 3 uur 30 min. Eerst getoonde duif 10 uur 54 min. 37 sec. Laatste pryswinnaar 11 uur 14 min. 40 sec. 1. J. Otte, 2. 5, 16, 14, G. van Santen, 3. J. G. v. a. Meer, 7. C. v. d. Erf 8e 9, 10 C. Visser 11. W. Kuipers, 12. C. Cramer, Wedvlucht van Lier, 135 K.M. Los 10 uur 30. Eerst getoonde duif 12 uur 14 min. 37 sec. Laatste pryswinnaar 12 uur 21 min. 2 sec. 1, 8, 18 G. v. Santen, 2. J. C. v. d. Meer, 3. A. Eeven, 4, 12, 17 A. Verdonschot Jr. 5. 14, C. Kramer, 6, 7, 15 N. Winkel, 9, 10, 13 J. Otte, 11. A. v. Zadel, 16 C. v. d. Erf. A.s. Zondag wedvlucht van Halle.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 10