Strijd tegen de Katholieke scholen in Beieren Adolf Hitler en Van Zeeland Het Bolsjewisme De rust nog niet weergekeerd *H*1 EEN ONBESCHRIJFELIJKE TERREUR WELKOM, VREEMDELING! VERLOOFDE PAAR NAAR DE CINEAC VERSCHILLENDE GELUIDEN DONDERDAG 10 SEPTEMBER 1936 Schending van het concordaat is een groote schande voor den Duitschen naam en de Duitsche eer Kard. von Faulhaber hanteert den geesel CONGRES VAN NED. „SPAR"- WINKELIERS Uitzending Troonrede door den K.R.O. Ook via de zenders Kootwijk naar Indië Zonderlinge houding Tegenover Oranje-beeoogingen in de Maasstad Slechts „de boeman voor de sim- pelen in den lande"? Wachtmeester ir» arrest Notarieel examen Omstuwd door een juichende menigte naar het Paleis teruggewand eld Het Paleis Noordeinde staat vol met prachtige bloemstukken Huldebetooging te Den Haag Telegrammen en bloemstukken Hulde van den Hoogen Raad Gelukwensch van de R.K.S.P. Bezoek aan Overijsel Geen bezoek aan de Jaar beurs BUITENLANDSCH OVERZICHT Zware zorgen overal Op Zondag 6 September is in alle kerken van het Aartsbisdom München-Freising een herderlijk schrijven voorgelezen van Kardinaal von Faulhaber over den strijd tegen cte Bijzondere School. Wij zien ons opnieuw genoodzaakt om vanaf den kansel, schrijft cis Kardinaal, tot de Ka tholieken en vooral tot de katholieke opvoeders een woord van opheldering te spreken over de Bijzondere Katholieke School, daar het ons altijd belet wordt, zooals allen bekend is, buiten de Kerk welke beslissing ook te nemen over dit gewetensvraagstuk. De dagbladen hebben de laatste dagen de be sluiten gepubliceerd van den Directeur van het Onderwijs te München, waarin besloten werd om met goedvinden der Regeering 48 confessio- neele scholen te München om te zetten in neu trale scholen, ondanks het protest van de gees telijkheid van het geheele Bisdom. Men geeft voor, dat deze omzetting cler bij zondere scholen in neutrale inrichtingen van onderwijs is geschied op verzoek van de meeste ouders, als gevolg van de laatste resultaten van de gehouden inschrijving der leerlingen. Men zegt echter in het geheel niets over de wijze waarop deze inschrijvingen hebben plaats ge had, waartegen ook het protest van den Aarts bisschop gericht is. Wij willen dit als volgt nauwkeurig omschrijven: De jongste resultaten bij het aangeven der leerlingen zijn op onrechtvaardige en onwettige wijze verkregen. De betrokken ouders uit Mün chen weten het uit bittere ervaring, en het is afdoende bewezen in het protestschrijven van den Aartsbisschop, da* voldoende gedocumen teerd was. Duizenden ouders is het eenvoudig onmogelijk gemaakt hun kinderen nog op de confessioneele school te laten inschrijven tegen alle recht en wetten in. en door middel van een onbeschrijflijke terreur. De schoolbesturen hebben bevel ontvangen van den Directeur van het Onderwijs te Mün chen om de aangifte van leerlingen voor de Confessioneele School eenvoudig te verhinderen. Alle onderwijzers werden officieel door de auto riteiten belast met het maken van propaganda voor de neutrale school. Alle propaganda-mid- delen van de partij, de dagbladpers, duizenden vlugschriften en manifesten, honderden verga deringen tot zelfs de Federatie van de Verdedi ging tegen Luchtaanvallen en de officieele radio kregen tot taak de confessioneele school te be stempelen als een nadeel voor de volksgemeen schap en om hen af te schrikken werden hun aanhangers als vijanden van den Staat be schouwd. Werklieden en ambtenaren werden be dreigd met economische nadeelen, met het ver lies van hun werk en hun brood, opdat zij hun kinderen toch maar niet voor de confessioneele school, doch voor de neutrale school zouden laten inschrijven. Behoeftige ouders kregen geen steun meer van de winterhulp, wanneer zij hun aangifte van kinderen voor de katholieke school niet wilden intrekken. Tot dit doel werd een officieele pers- en controledienst ingericht om op de vaders en moeders een onweerstaanoaren drang uit te oefenen. Buiten de Kerk daaren tegen kon geen enkel opwekkend woord ten gunste van de katholieke school gezegd worden, zonder dat het onmiddellijk met kracht onder drukt werd, alsof daardoor de openbare orde werd verstoord. Zoo werd een brief van de gezamenlijke pas toors der stad München, die gericht was aan de katholieke ouders, door de politie in beslag genomen. Al deze feiten werden be kend gemaakt in een brief van den Aartsbis schop aan de officieele verantwoordelijke instan ties,- terwijl er nog aan toegevoegd werd: In welk werelddeel zou het resultaat van een stemming, die op zulke afschuwelijke wijze ver- kregèn was, met een dergelijke schending van de gewetensvrijheid en van de rechten der ouders, juridisch als geldig erkend worden en als de vrije wilsbeschikking der ouders? Overal waar men nog het recht en de recht vaardigheid eerbiedigt en de vrije beslissing in gewetensvraagstukken toestaat, daar moet een dergelijk resultaat, zooals het bij de jongste aangifte van leerlingen werd verkregen, als nietig beschouwd worden. Als ondanks dit alles Lloyd George bezocht Adolf Hitler te Berchtesgaden, waar beiden in den tuin van Hitler's landhuis natuurlijk ook werden gefotografeerd. Op de foto ziet men ook v. Ribbenirop in München toch 48 bijzondere scholen opge heven blijven, waarbij men zich dan beroept op den uitslag van deze aangifte der leerlingen, dan worden het recht, de rechtvaardigheid en de gewetensvrijheid der ouders met voeten ge treden. Maar de rechtvaardigheid en de gewe tensvrijheid zijn het hoogste goed van het volk. Wie dit veracht, benadeelt het volk ten zeerste. De H. Vader heeft herhaaldelijk geprotes teerd en zich op het Concordaat beroepen tegen het feit, dat tengevolge van eenzijdige besluiten de Katholieke Confessioneele scholen worden opgeheven, ofschoon de staat in artikel 23 van het Rijksconcordaat zich verplicht tot de in standhouding en het oprichten van katholieke scholen, welk Concordaat hij als een interna tionaal verdrag garandeerde. De H. Vader heeft de Rijksregeering her haaldelijk verzocht om vriendschappelijke onderhandelingen aan te knoopen, ofschoon deze verplichting reeds in het Concordaat was vastgelegd. Deze onderhandelingen heb ben een aanvang genomen, maar men is nog niet tot een beslissing gekomen. Als echter vóór het afsluiten van deze onderhandelin gen de katholieke scholen worden opge heven, dan is deze maatregel een schending van de rechtsbeginselen van een verdrag, dat in de geheele wereld erkend wordt, en dan is dit een groote schande voor den Duit schen naam en de Duitsche eer. Voor de eerste maal is Woensdag in de Apol- lohal te Amsterdam het congres gehouden van „De Spar", de sedert kort in ons land bestaan de organisatie van kleine winkeliers, die zich vrijwillig hebben aangesloten bij de N. V. Spar- centrale, die werkt als een groot centraal li chaam voor inkoop en verkoop van waren, en die de gezamenlijke reclame-campagnes ver zorgt. De strekking der „Spar"-beweging is, den aangesloten kleinen winkelier alle voordee- len te laten genieten,- die hem ten deel zouden vallen als filiaalhouder van een grootbedrijf, zonder dat de aangesloten winkelier echter fi liaalhouder is en zijn zelfstandigheid verliest. Na een gemeenschappehjkeiï maaltijd werd des middags een zitting gehouden, die o. a. werd bijgewoond door de heeren F. J. M. Mensink. voorzitter van de afdeeling kleinbedrijf der Am- sterdamsche K. v. K. en mr. dr. G. M. Greup. secretaris dezer kamer. Na een inleidende rede van den voorzitter, den heer Hanf, en het verzenden van een fe licitatie-telegram aan het Koninklijk Huis, hield prof. dr. N. J. Polak, hoogleeraar aan de Handelshoogeschool te Rotterdam, een inlei ding over de nieuwe vormen van distributie. Tenslotte hield de heer A. J. M. van Well, stichter van het eerste vrijwillige filiaalbedrijf in Nederland en initiatiefnemer tot de Spar- beweging, een korte rede over de verplichtingen der winkeliers tegenover het publiek. Na een gemeenschappelijke thee keerden laat in den namiddag de deelnemers in de met sparregroen versierde autobussen naar de plaat sen hunner inwoning terug. Naar wij vernemen, zal de uitzending van de Troonrede en het verslag van de gebeurtenis sen op het Binnenhof op Dinsdag as., welke door den K. R. O. wordt verzorgd, ook word- den uitgezonden naar de overzeesche gebieden, via de rijkszenders te Kootwijk. Het Rotterdamsche Comité voor Nationale Belangen wilde Dinsdagavond een Oranjede monstratie houden op den Coolsingel. Voorts stonden l^t luiden der klokken en een dank dienst in de kerken op het programma. Volgens de opvatting van het Rotterdamsche gemeentebestuur echter zou zulks niet strooken met de opvattingen in Den Haag, waar men ge vraagd had om zich in verband met de tijds omstandigheden te bepalen tot het uitsteken van vlaggen. Ook Woensdag heeft het comité geen medewerking kunnen verkrijgen voor het houden van den betooging. Burgemeester Droogleever Fortuyn staat op het standpunt, dat het feestbetoon spontaan moet komen en niet van boven af een en ander moet worden gedecreteerd. De S.D.A.P. is en blijft toch een onze kere, een onbetrouwbare factor in on ze politieke samenleving: is zij legaal? en zal zij dit steeds en in alle om standigheden zijn? verwerpt zij iedere revo lutie? Er zijn zeer zeker vele leden der S.D.A.P., die bovenstaande vragen in volkomen eer lijke overtuiging in geruststellenden zin be antwoorden, maar de massa der S.D.A.P. laat ons in 't onzekere, vooral doordat niet getaxeerd kan worden, hoe sterk ook numeriek de revolutionnair-socialistische en communistische inslag in de S.D.A.P. is. Al zouden sommige leiders zich ook willen vastleggen, het valt moeilijk te bere kenen, hoe de massa der S.D.A.P. in revo- lutionnaire dagen zou reageeren. En men krijgt bij het lezen der roode ar beiderspers telkens een weinig behaaglijk gevoel, als men naast vele en felle polemie ken tegen de communisten ook geregeld vergoelijkingen en verklaringen van ,,'t is zoo erg niet! 't is zoo gevaarlijk niet!" te verwerken krijgt. Wat we den laatsten tijd in Spanje en in Frankrijk zien gebeuren, waar de Volksfron- terjj de roode partijen al maar feller rood heeft gekleurd, is nu juist niet in staat het vertrouwen in een „gewoon" socialistische massa ook al is die massa een Nederland- sche te versterken. Met allen eerbied overigens voor de offi cieele weigering der S.D.A.P. om met de communisten samen te werken. Een weinig behaaglijk gevoel, als waarvan wij hierboven gewaagden, overviel ons weer, toen wij dezer dagen in „Het Volk" een cor respondentie uit Weenen lazen, waarin de redactie door haar medewerker laat zeg gen, dat het bolsjewisme „het huisspook van Oostenrijk is geworden": „de gezellige boe man, waaraan eigenlijk geen ernstig den kend mensch gelooft, maar die juist goed genoeg is om hen, die niet vast in hun schoenen staan, te bedotten en gewillig te maken." Daar heb je 't al weer! Het typeert de mentaliteit van „Het Volk" dat het dergelijke in slaap sussende be weringen in zijn kolommen opneemt. Het bolsjewisme is wel degelijk óók in Oostenrijk een reëel, zij het ook voorloo- pig bezworen gevaar, overal in Europa be speurt men de vergiftigende infiltratie van het bolsjewisme; werkstakingen en revolu tie zijn er al het gevolg van, en steeds dries ter, steeds verraderlijker laat Moskou overal zijn venijn dóórdringen. Wie dat niet opmerkt of niet zien wil, is zelf ook gevaarlijk. Te Zwollerkerspel is gearresteerd de 35-jarige A. v.d. W., wachtmeester der Kon. Marechaussee te Geffen, op verdenking van het plegen van ongeoorloofde handelingen met jeugdige per sonen. V. d. W., die zijn verlof te Zwollerkerspel doorbracht, is op transport gesteld naar 's-Her- togenbosch en daar in het Huis van Bewaring ingesloten. 's-GRAVENHAGE, 9 Sept. Geslaagd voor deel 1: de heer W. C. Tack te Groningen en voor deel 2: de heer G. H. van der Haas te 's-Gravenhage. 1 Nooit heeft Nederland tot nu toe Zóó een vreemdeling begroet, Hem zóó 't welkom toegeroepen Als het thans prins Benno doet. Op de wegen van ons landje Reed een doodgewone Ford, E I Die alleen een beetje opviel i Door het vreemde nummerbord. f Men verwachtte praal en luister, Maar daar was geen sprake van, f Met z'n tweetjes in een Fordje Kwam een leuk, eenvoudig span. Even stond men daar te kijken, Even was men wat verward, Dat die Prins zóó goed den weg wist f Tot het Nederlandsche hart! Toen is jubel losgebarsten, En men hoort nog slechts één ding: Zóó een moesten we juist hebben, Welkom, welkom, vreemdeling! Prins, wanneer ge zoo slechts door 1 gaat, 1 Zijn de kansen heusch erg klein, Dat ge in uw nieuwe Heimat f Lang een vreemdeling zult zijn! f 1 HERMAN KRAMER =illllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllü Hedenochtend, geheel onverwachts, heb ben Prinses Juliana en Prins Bemhard, in gezelschap van Prinses Armgard en Prins Aschwin, het paleis door een zij-uitgang verlaten en zijn het achterhek uitgegaan, om een wandeling door Den Haag te ma ken. Tegen half twaalf kwam het gezelschap bij de Cineac op het Buitenhof. Geheel onopge merkt traden zij daar binnen, om de voorstel ling bij te wonen. De directie van de Cineac was op de hoogte gesteld van het bezoek der vorstelijke familie en had maatregelen genomen, dat het bezoek zoo ongemerkt mogelijk kon geschieden en ontving daarom de hooge gasten ook niet op een officieele wijze. Slechts werd verzocht aan de bezoekers, die zich op de achterste rij in de zaal bevonden hun plaatsen in te ruimen, waarop het gezel schap op deze rij plaats nam. Juist werd een teekenfilm gedraaid en toen deze afgeloopen was, kwamen de opnamen van de „blijde incomste" van het jong-verloofde paar in de residentie. De directie van de Cineac had intusschen voor een welkomstwoord gezorgd, dat op het doek geprojecteerd werd en waarvan de tekst als volgt luidde: „De directie van Cineac roept een hartelijk w'elkom toe aan de Kroonprinses, Prins Benno, Prinses Armgard en Prins Aschwin. die haar de eer aandoen, thans in haar midden te vertoe ven". De aanwezigen verhieven zich daarop van hun plaatsen en zongen spontaan het Wilhel mus. Hierna werd het programma verder afge draaid. De hooge bezoekers volgden dit met groote belangstelling en bleven gedurende een uur in de Cineac. Intusschen had het gerucht zich als een loopend vuurtje door de stad verspreid, en duizenden hadden zich in een minimum van tijd voor het gebouw, in de hall en overal waar men eenig uitzicht had op het theater, verzameld, om de terugkomst van de Prinses en den Prins af te wachten. Bij het verlaten der zaal werd door baron van Till, den president-commissaris van de Cineac, aan de Prinses een bouquet anjers aangeboden. Toen de Prinses op het bordes verscheen, barstte een donderend gejuich van bet dicht opeengehoopte publiek los en slechts met de grootste moeite kon de politie het naar voren stormende publiek op eenigen afstand houden. Na enkele oogenblikken was dit zelfs niet meer mogelijk en vormde een aantal politie agenten een cordon om te verhinderen, dat de Prinses en de Prins in het gedrang zouden ge raken. De drukte was echter zoo groot, dat hét, ondanks alle maatregelen van de politie, niet gelukte, een weg voor de vorstelijke personen vrij te houden. Prinses Armgard en Prins Aschwin kwamen tusschen het juichende wolk en konden eerst veel later het paleis Noordeinde bereiken. Intusschen hadden Prinses Juliana en Prins Benno zich, steeds omstuwd door een juichende men- schenmenigte, over de Groenmarkt weten te begeven naar de smalle Halstraat, welke door de politie werd afgezet, zoodat zij op een rustiger wijze dan Prinses Armgard en Prins Aschwin het Noordeinde konden be reiken. Toen zfj bij het paleis aankwamen barstte ook daar weer een oorverdoovend hoerageroep en gejuich los, waarvoor de Prinses en de Prins vriendelijk dankten. Zij betraden vervolgens het paleis, doch het publiek bleef wachten en hield niet op te juichen. Na enkele oogenblikken zag men een hoofdinspecteur van politie op een auto bus klimmen en hoorde men hem door een geluidsversterker tot het volk zeggen: „Dames en heeren, de Prinses dankt u al len zeer en hoopt, dat u thans rustig naar huis zult gaan, opdat de ingang van het paleis voor de genoodigden vrij zal komen." Het publiek ontving dit verzoek met ge juich en gaf er speéöSl gevolg aan. Enkele honderden bleven, evenals vanochtend vroeg, onder den kastanjeboom staan, De rust was hedenochtend nog niet terug gekeerd voor het paleis aan het Noord- einde te Den Haag. Honderden menschen stonden langs en op de trottoirs tegenover het paleis, in de hoop, dat de vorstelijke personen hun rondrit zouden gaan maken en zij dan het jong-verloofde paar kunnen zien. De stroom van hen, die de felicitatieregis- ters kwamen teekenen, gaat onafgebroken door. Hoewel er in de groote hall van het paleis geen bloemstukken staan, ruikt men toch in de omgeving van het paleis een doordringenden bloemengeur. De vertrekken staan vol met prachtige bloemenmanden, zoo vertelde men ons en van buiten af is zelfs te zien, dat enkele groote bloemstukken op de marmeren trappen zijn opgesteld. Onder hen die vanochtend de registers kwa men teekenen, waren jhr. mr. de Geer, Minister van Staat, tal van leden van het corps diplo matique, Kamerleden, enz. Een aardig moment was, toen de 95-jarige grijsaard, de heer de la Fuente, het paleis bin nenging. Hij is nog zeer goed ter been en ver klaarde ons, niet zonder trots, den tijd zich nog te kunnen herinneren, dat er lanciers te paard voor het paleis van Koning Wülem II stonden. Om tien uur betrad een deputatie van de Nederlandsche padvinders en van het Ne derlandsche padvindersgilde, vertegenwoor digd door kolonel Diemont en mevrouw van den Bosch-de Jong, het paleis om een bloemstuk aan het vorstelijk paar aan te bieden. Aan deze deputatie viel de eer te beurt, door Prinses Juliana en Prins Bemhard te worden ontvangen. Hedenochtend voor den aanvang van de straf zitting van het Haagsche Kantongerecht heeft de Kantonrechter mr. G. A. van Haeften, in tegenwoordigheid vap den griffier, de ambte naren van het O.M. en die van het parket en de griffie, met enkele woorden uiting gegeven aan de gevoelens van aanhankelijkheid aan t Vorstelijk Huis, ter gelegenheid van de ver loving van Prinses' Juliana. H. M. de Koningin heeft den burgemeester van 's-Gravenhage uitgenoodigd, ten paleize tegenwoordig te zijn bij de huldiging door de Haagsche burgerij, georganiseerd door het Haagsche Comité voor Volksfeesten, op Zater dag a.s., des namiddags te vijf uur. Overstelpend groot is het aantal telegrammen en bloemstukken, welke ten paleize zijn bin nengekomen, ter gelegenheid van de verloving van Prinses Juliana. Onder de tallooze telegrammen zijn geluk- wenschen van letterlijk alle staatshoofden en vorstenhuizen. Het aantal bloemstukken is nau welijks te schatten, maar bedraagt op het oogenblik stellig 300 a 500. Vóór de aanvang van de zitting van heden van den Hoogen Raad heeft de president, jhr. mr. Feith, een toespraak gehouden, waarin hij erop wees, dat het Nederlandsche volk altijd innig heeft deelgenomen in de gebeurtenissen, die het Huis van Oranje van nabij betroffen. Prinses Juliana heeft door haar lieftallig op treden en de vooral in de laatste jaren in bij zondere mate betoonde deelneming in de pu blieke zaak en de nooden van het volk zich in aller harten een warme plaats veroverd. Het geluk, dat haar te beurt valt, is voor ons allen dus een reden tot groote vreugde en dankbaarheid en van ganscher harte uit daar om ook de Hooge Raad der Nederlanden de bede, dat de verbintenis, die Prinses Juliana staat aan te gaan, Haar en Haar vorste lijken gemaal tot blijvenaen zegen moge strekken. De procureur-generaal, mr. Besier. sloot zich, sprekende niet alleen namens het parket bij den Hoogen Raad, doch mede namens het ge heele Openbaar Ministerie in het Koninkrijk, dat hij als zijn hoogstgeplaatste lid bij deze ge legenheid meende te mogen vertegenwoordigen, geheel aan bij de woorden door den president gsproken, met den wensch, dat de thans ge koesterde verwachtingen voor het geluk van 't Koninklijk Huis en de natie, onder Gods zegen in vervulling mogen gaan. Tenslotte sprak de deken'van de Orde van advocaten, jhr. mr. E. C. U. van Doom, die zeide, in de verloving te zien een symbool van groote beteekenis, een symbool van nationale eenheid, waar ons volk zoo hecht verknocht is aan ons vorstenhuis. De zitting werd door het geheele personeel van den Hoogen Raad bijgewoond. Het dagelijksch bestuur van de RK. Staats partij heeft uit naam van de georganiseerde Katholieke kiezers gelukwenschen gericht aan de Koninklijke Familie en een bloemstuk naar de vorstelijke verloofden verzonden. Mr. C. Goseling, partijvoorzitter en voorzitter van de Katholieke fractie van de Tweede Ka mer heeft de felicitatie-registers in het paleis Noordeinde geteekend. Naar eerst thans bekend wordt heeft Prins Bemhard omstreeks Pinksteren van dit jaar eenige dagen op Frisia State bij Zwolle ge logeerd. De Prins was Donderdags voor Pinksteren met zijn eigen auto alleen gearriveerd en op den tweeden Pinksterdag wederom vertrokken. In dien tusschentijd heeft hij verschillende tochten van Zwolle uit ondernomen. Hij deed zich kennen als een bijzonder hoffelijke voor komende gast. Uit de beste bron wordt ons verzekerd, dat het bericht in een der bladen, omtrent een a.s. bezoek van het verloofde vorstenpaar aan de Nederlandsche Jaarbeurs te Utrecht, van allen grond ontbloot is. Te Weenen bezocht bondspresident Miklas de internationale theater-tentoonstelling, waar o.m. een model aanwezig was, dat een draaibare toeschouwerstribune heeft, waarmede het publiek naar de verschillend e décors gewend wordt en dus een coulis sen-wisseling ondervangt Ii de tot den wederom massaal opgezetten nationaal-socialistischen partijdag te Nürn- berg gerichte proclamatie heeft Adolf Hit ler wederom het bewijs geleverd niet bijzonder sterk te zijn in de causaliteitsleer. Hij legt oor zakelijke verbanden tusschen feiten en ver schijnselen en omgekeerd op een wijze, welke niet altijd strookt met de objectieve waarheid. De objectieve waarheid is in het Derde Rijk minder in tel dan dat wat door een uitermate simplistisch politiek subjectivisme voor zgrf. objectieve waarheid wordt uitgegeven. Wanneer Hitier verklaart, dat het Rijk in zijn politieke leiding en militaire veiligheid zekerder dan ooit staat, zijn w'ij gaarne bereid, dat te gelooven, alleen begrijpen wij dan niet, waarom juist in den laatsten tijd zoo'n geweldige en onrustba rende campagne tegen Sovjet-Rusland en het bolsjewistische gevaar in de Duitsche pers werd gevoerd. Was deze campagne niet op angst en vreeze en onveiligheidsgevoel gebaseerd, dan was zij slechts een loos alarm, een politieke truc om een schijn van rechtvaardiging te geven aan de militaire maatregelen van Duitshcland, welke zoozeer in strijd lijken met de ook nu weer herhaalde verzekeringen van vredelie vendheid. Met trots wees de Führer erop, dat zijn geheele optreden meer dan gemotiveerd werd door de verwording van de wereld rondom Duitschland heen. En inderdaad, die wereld is verworden, maar ontkomt Duitschland zelf wel aan een ander soort van verwording, Welke misschien op den duur even gevaarlijk en be denkelijk zal blijken? En is de verwording van de wereld, waarin Sovjet-Rusland en het bolsjewisme onder de veelkleurige Tamkappe van pacifisme, anti-fascisme en democratie een hoogst-actieve rol trachten te spelen, niet voor een deel te wijten juist aan het optreden van Hitler met zijn fait-accompli-politiek, waarop die verwording een helaas welhaast natuurnoodzakelijke reactie is? Het „abyssus abyssum invocat" (De eene af grond roept den anderen of te wel het eene kwaad lokt het andere uitl blijft nog altijd waar, en wordt vandaag aan den dag al heel dui delijk bevestigd. Fascisme en nationaal-socia- lisme wekken communisme, evenals commu nisme fascistische of nationaal-socialistische reactie wekt. Tusschen deze twee uitersten w'ordt de gulden middenweg steeds smaller en dat is tenslotte het wezenlijk dreigende en ver ontrustende van den huidigen toestand. De Belgische minister-president Van Zee land, die voor de vereenigde commissies van binnenlandsche zaken van Kamer en Senaat een groote politieke rede over de inwendige situatie van België heeft gehouden, toonde zich van het groote gevaar, dat de zucht om in uitersten te vervallen met zich mee brengt, zeer helder bewust. Evenals Hitier be riep Van Zeeland zich op hetgeen onder zijn leiding den laatsten tijd zoowel op economisch als sociaal gebied werd gepresteerd, maar ter wijl Hitier slechts zeer vluchtig gewaagde van eéh zekere ontevredenheid, moest Van Zeeland niet zonder een moeilijk verholen bitterheid constateeren, dat er in België in breeden kring ontstemming heerscht. Van Zeeland acht deze. vrij algemeene ontstemming een ernstig belet sel voor den zoo noodzakelijken opbloei van vertrouwen. Met bezorgdheid, ziet hij, hoe radicale stroo mingen van links en rechts steeds meer aan hang winnen en hoe steeds meer menschen of wel via een volksfrontvorming ófwel van de dic tatuur heil verwachten. Er raast over de wereld een geest van geweld, aldus zeide de Belgische premier, en de volken, die er zich door laten meevoeren, komen terecht in een draaikolk, waar er voor hen geen andere uitkomst is dan revolutie. Wanneer twee fronten tegenover el kander staan, moet tenslotte een van beide het onderspit delven. Maar om het even welke van de twee het wint, in ieder geval leidt een dergelijke situatie naar de dictatuur. Daarom pleitte van Zeeland voor eendrachtige samen werking aan een eigen Belgische oplossing, ge baseerd op de uitslagen, bereikt op sociaal en economisch gebied, op de eeuwenoude politieke traditie en vrijheid van de Belgische provin ciën en op een vorstenhuis, dat een zinnebeeld van de eendracht van het land is. Hij wil met kracht de fatale uitersten vermijden, de grond wet herzien en aanpassen aan de eischen van den modernen tijd, het gezag van den staat en de hiërarchie der geestelijke waarden herstel len en het nationale tuchtgevoel aanwakkeren. Dit alles is zeer verstandig, maar de nieuwste sociale en economische verworvenheden der arbeiders in België zijn met stakingen, welke het prestige der regeering geen goed gedaan hebben, min of meer afgedwongen en in België spelen naast de politieke extremisten ook nog verschillen van taal en volk een belangrijke rol. De situatie is daarom voor hem moeilijker dan voor Hitler, die met macht en geweld slechts politieke verschillen had te beteugelen. Intusschen heeft ook Hitier ondanks allen eigen lof over het in Duitschland bereikte, moeten erkennen, dat er nog groote en vooral economische moeilijkheden vallen tk overwinnen en hij stelt zich voor dit in vier jaren klaar te spelen door een nog straffer streven naar autarkie en naar het herwinnen van koloniale gebieden. Na de voltooiing van de bewapening wil Hitier de dan vrijkomende arbeidskrachten zetten aan „economisch nut tigen" arbeid. Hij erkent daarmee dus dat de bewapeningsindustrie economisch niet nuttig is en dat de industrieele opleving tengevolge van de geweldige herbewapening economisch slechts schijn-voordeelen oplevert. Bovendien heeft hij toegegeven, dat de voeding van het Duitsche volk heden te wenschen overlaat en nog nie' volkomen verzekerd is. Ook deze bekentenis zou hij niet hebben afgelegd, wanneer een gerecht vaardigde en bestaande ontevredenheid hem daartoe niet drong. Het is dus ook in Duitschland niet alles ro zengeur en maneschijn, ook al wordt er dan stelselmatig een der uitersten toegepast, die van Zeeland in zijn land met inspanning van alle krachten wil trachten te vermijden. De oplossingen voor de overal bestaande proble men zijn niet zoo eenvoudig als naïeve simplisten meenen. De wereld is te ziek om slechts met aspirine gered te kunnen worden,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 5