Strijd tegen de Katholieke
scholen in Beieren
Adolf Hitler en Van Zeeland
Het Bolsjewisme
De rust nog niet
weergekeerd
*H*1
EEN ONBESCHRIJFELIJKE
TERREUR
WELKOM, VREEMDELING!
VERLOOFDE PAAR NAAR
DE CINEAC
VERSCHILLENDE
GELUIDEN
DONDERDAG 10 SEPTEMBER 1936
Schending van het concordaat is
een groote schande voor den
Duitschen naam en de
Duitsche eer
Kard. von Faulhaber
hanteert den geesel
CONGRES VAN NED. „SPAR"-
WINKELIERS
Uitzending Troonrede
door den K.R.O.
Ook via de zenders Kootwijk naar
Indië
Zonderlinge houding
Tegenover Oranje-beeoogingen in
de Maasstad
Slechts „de boeman voor de sim-
pelen in den lande"?
Wachtmeester ir» arrest
Notarieel examen
Omstuwd door een juichende
menigte naar het Paleis
teruggewand eld
Het Paleis Noordeinde staat vol
met prachtige bloemstukken
Huldebetooging te Den Haag
Telegrammen en bloemstukken
Hulde van den Hoogen Raad
Gelukwensch van de R.K.S.P.
Bezoek aan Overijsel
Geen bezoek aan de Jaar
beurs
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Zware zorgen overal
Op Zondag 6 September is in alle kerken
van het Aartsbisdom München-Freising
een herderlijk schrijven voorgelezen van
Kardinaal von Faulhaber over den strijd tegen
cte Bijzondere School.
Wij zien ons opnieuw genoodzaakt om vanaf
den kansel, schrijft cis Kardinaal, tot de Ka
tholieken en vooral tot de katholieke opvoeders
een woord van opheldering te spreken over de
Bijzondere Katholieke School, daar het ons
altijd belet wordt, zooals allen bekend is, buiten
de Kerk welke beslissing ook te nemen over dit
gewetensvraagstuk.
De dagbladen hebben de laatste dagen de be
sluiten gepubliceerd van den Directeur van het
Onderwijs te München, waarin besloten werd
om met goedvinden der Regeering 48 confessio-
neele scholen te München om te zetten in neu
trale scholen, ondanks het protest van de gees
telijkheid van het geheele Bisdom.
Men geeft voor, dat deze omzetting cler bij
zondere scholen in neutrale inrichtingen van
onderwijs is geschied op verzoek van de meeste
ouders, als gevolg van de laatste resultaten van
de gehouden inschrijving der leerlingen. Men
zegt echter in het geheel niets over de wijze
waarop deze inschrijvingen hebben plaats ge
had, waartegen ook het protest van den Aarts
bisschop gericht is. Wij willen dit als volgt
nauwkeurig omschrijven:
De jongste resultaten bij het aangeven der
leerlingen zijn op onrechtvaardige en onwettige
wijze verkregen. De betrokken ouders uit Mün
chen weten het uit bittere ervaring, en het is
afdoende bewezen in het protestschrijven van
den Aartsbisschop, da* voldoende gedocumen
teerd was. Duizenden ouders is het eenvoudig
onmogelijk gemaakt hun kinderen nog op de
confessioneele school te laten inschrijven tegen
alle recht en wetten in. en door middel van een
onbeschrijflijke terreur.
De schoolbesturen hebben bevel ontvangen
van den Directeur van het Onderwijs te Mün
chen om de aangifte van leerlingen voor de
Confessioneele School eenvoudig te verhinderen.
Alle onderwijzers werden officieel door de auto
riteiten belast met het maken van propaganda
voor de neutrale school. Alle propaganda-mid-
delen van de partij, de dagbladpers, duizenden
vlugschriften en manifesten, honderden verga
deringen tot zelfs de Federatie van de Verdedi
ging tegen Luchtaanvallen en de officieele radio
kregen tot taak de confessioneele school te be
stempelen als een nadeel voor de volksgemeen
schap en om hen af te schrikken werden hun
aanhangers als vijanden van den Staat be
schouwd. Werklieden en ambtenaren werden be
dreigd met economische nadeelen, met het ver
lies van hun werk en hun brood, opdat zij hun
kinderen toch maar niet voor de confessioneele
school, doch voor de neutrale school zouden
laten inschrijven. Behoeftige ouders kregen geen
steun meer van de winterhulp, wanneer zij hun
aangifte van kinderen voor de katholieke school
niet wilden intrekken. Tot dit doel werd een
officieele pers- en controledienst ingericht om
op de vaders en moeders een onweerstaanoaren
drang uit te oefenen. Buiten de Kerk daaren
tegen kon geen enkel opwekkend woord ten
gunste van de katholieke school gezegd worden,
zonder dat het onmiddellijk met kracht onder
drukt werd, alsof daardoor de openbare orde
werd verstoord.
Zoo werd een brief van de gezamenlijke pas
toors der stad München, die gericht was
aan de katholieke ouders, door de politie
in beslag genomen. Al deze feiten werden be
kend gemaakt in een brief van den Aartsbis
schop aan de officieele verantwoordelijke instan
ties,- terwijl er nog aan toegevoegd werd:
In welk werelddeel zou het resultaat van een
stemming, die op zulke afschuwelijke wijze ver-
kregèn was, met een dergelijke schending van
de gewetensvrijheid en van de rechten der
ouders, juridisch als geldig erkend worden en
als de vrije wilsbeschikking der ouders?
Overal waar men nog het recht en de recht
vaardigheid eerbiedigt en de vrije beslissing in
gewetensvraagstukken toestaat, daar moet
een dergelijk resultaat, zooals het bij de jongste
aangifte van leerlingen werd verkregen, als
nietig beschouwd worden. Als ondanks dit alles
Lloyd George bezocht Adolf Hitler te
Berchtesgaden, waar beiden in den tuin
van Hitler's landhuis natuurlijk ook
werden gefotografeerd. Op de foto ziet
men ook v. Ribbenirop
in München toch 48 bijzondere scholen opge
heven blijven, waarbij men zich dan beroept op
den uitslag van deze aangifte der leerlingen,
dan worden het recht, de rechtvaardigheid en
de gewetensvrijheid der ouders met voeten ge
treden. Maar de rechtvaardigheid en de gewe
tensvrijheid zijn het hoogste goed van het volk.
Wie dit veracht, benadeelt het volk ten zeerste.
De H. Vader heeft herhaaldelijk geprotes
teerd en zich op het Concordaat beroepen tegen
het feit, dat tengevolge van eenzijdige besluiten
de Katholieke Confessioneele scholen worden
opgeheven, ofschoon de staat in artikel 23 van
het Rijksconcordaat zich verplicht tot de in
standhouding en het oprichten van katholieke
scholen, welk Concordaat hij als een interna
tionaal verdrag garandeerde.
De H. Vader heeft de Rijksregeering her
haaldelijk verzocht om vriendschappelijke
onderhandelingen aan te knoopen, ofschoon
deze verplichting reeds in het Concordaat
was vastgelegd. Deze onderhandelingen heb
ben een aanvang genomen, maar men is nog
niet tot een beslissing gekomen. Als echter
vóór het afsluiten van deze onderhandelin
gen de katholieke scholen worden opge
heven, dan is deze maatregel een schending
van de rechtsbeginselen van een verdrag,
dat in de geheele wereld erkend wordt, en
dan is dit een groote schande voor den Duit
schen naam en de Duitsche eer.
Voor de eerste maal is Woensdag in de Apol-
lohal te Amsterdam het congres gehouden van
„De Spar", de sedert kort in ons land bestaan
de organisatie van kleine winkeliers, die zich
vrijwillig hebben aangesloten bij de N. V. Spar-
centrale, die werkt als een groot centraal li
chaam voor inkoop en verkoop van waren, en
die de gezamenlijke reclame-campagnes ver
zorgt. De strekking der „Spar"-beweging is,
den aangesloten kleinen winkelier alle voordee-
len te laten genieten,- die hem ten deel zouden
vallen als filiaalhouder van een grootbedrijf,
zonder dat de aangesloten winkelier echter fi
liaalhouder is en zijn zelfstandigheid verliest.
Na een gemeenschappehjkeiï maaltijd werd
des middags een zitting gehouden, die o. a. werd
bijgewoond door de heeren F. J. M. Mensink.
voorzitter van de afdeeling kleinbedrijf der Am-
sterdamsche K. v. K. en mr. dr. G. M. Greup.
secretaris dezer kamer.
Na een inleidende rede van den voorzitter,
den heer Hanf, en het verzenden van een fe
licitatie-telegram aan het Koninklijk Huis,
hield prof. dr. N. J. Polak, hoogleeraar aan de
Handelshoogeschool te Rotterdam, een inlei
ding over de nieuwe vormen van distributie.
Tenslotte hield de heer A. J. M. van Well,
stichter van het eerste vrijwillige filiaalbedrijf
in Nederland en initiatiefnemer tot de Spar-
beweging, een korte rede over de verplichtingen
der winkeliers tegenover het publiek.
Na een gemeenschappelijke thee keerden laat
in den namiddag de deelnemers in de met
sparregroen versierde autobussen naar de plaat
sen hunner inwoning terug.
Naar wij vernemen, zal de uitzending van de
Troonrede en het verslag van de gebeurtenis
sen op het Binnenhof op Dinsdag as., welke
door den K. R. O. wordt verzorgd, ook word-
den uitgezonden naar de overzeesche gebieden,
via de rijkszenders te Kootwijk.
Het Rotterdamsche Comité voor Nationale
Belangen wilde Dinsdagavond een Oranjede
monstratie houden op den Coolsingel. Voorts
stonden l^t luiden der klokken en een dank
dienst in de kerken op het programma.
Volgens de opvatting van het Rotterdamsche
gemeentebestuur echter zou zulks niet strooken
met de opvattingen in Den Haag, waar men ge
vraagd had om zich in verband met de tijds
omstandigheden te bepalen tot het uitsteken
van vlaggen. Ook Woensdag heeft het comité
geen medewerking kunnen verkrijgen voor het
houden van den betooging.
Burgemeester Droogleever Fortuyn staat op
het standpunt, dat het feestbetoon spontaan
moet komen en niet van boven af een en ander
moet worden gedecreteerd.
De S.D.A.P. is en blijft toch een onze
kere, een onbetrouwbare factor in on
ze politieke samenleving: is zij
legaal? en zal zij dit steeds en in alle om
standigheden zijn? verwerpt zij iedere revo
lutie?
Er zijn zeer zeker vele leden der S.D.A.P.,
die bovenstaande vragen in volkomen eer
lijke overtuiging in geruststellenden zin be
antwoorden, maar de massa der S.D.A.P.
laat ons in 't onzekere, vooral doordat niet
getaxeerd kan worden, hoe sterk ook
numeriek de revolutionnair-socialistische
en communistische inslag in de S.D.A.P. is.
Al zouden sommige leiders zich ook willen
vastleggen, het valt moeilijk te bere
kenen, hoe de massa der S.D.A.P. in revo-
lutionnaire dagen zou reageeren.
En men krijgt bij het lezen der roode ar
beiderspers telkens een weinig behaaglijk
gevoel, als men naast vele en felle polemie
ken tegen de communisten ook geregeld
vergoelijkingen en verklaringen van ,,'t is
zoo erg niet! 't is zoo gevaarlijk niet!" te
verwerken krijgt.
Wat we den laatsten tijd in Spanje en in
Frankrijk zien gebeuren, waar de Volksfron-
terjj de roode partijen al maar feller rood
heeft gekleurd, is nu juist niet in staat het
vertrouwen in een „gewoon" socialistische
massa ook al is die massa een Nederland-
sche te versterken.
Met allen eerbied overigens voor de offi
cieele weigering der S.D.A.P. om met de
communisten samen te werken.
Een weinig behaaglijk gevoel, als waarvan
wij hierboven gewaagden, overviel ons weer,
toen wij dezer dagen in „Het Volk" een cor
respondentie uit Weenen lazen, waarin de
redactie door haar medewerker laat zeg
gen, dat het bolsjewisme „het huisspook van
Oostenrijk is geworden": „de gezellige boe
man, waaraan eigenlijk geen ernstig den
kend mensch gelooft, maar die juist goed
genoeg is om hen, die niet vast in hun
schoenen staan, te bedotten en gewillig te
maken."
Daar heb je 't al weer!
Het typeert de mentaliteit van „Het Volk"
dat het dergelijke in slaap sussende be
weringen in zijn kolommen opneemt.
Het bolsjewisme is wel degelijk óók in
Oostenrijk een reëel, zij het ook voorloo-
pig bezworen gevaar, overal in Europa be
speurt men de vergiftigende infiltratie van
het bolsjewisme; werkstakingen en revolu
tie zijn er al het gevolg van, en steeds dries
ter, steeds verraderlijker laat Moskou overal
zijn venijn dóórdringen.
Wie dat niet opmerkt of niet zien wil, is
zelf ook gevaarlijk.
Te Zwollerkerspel is gearresteerd de 35-jarige
A. v.d. W., wachtmeester der Kon. Marechaussee
te Geffen, op verdenking van het plegen van
ongeoorloofde handelingen met jeugdige per
sonen.
V. d. W., die zijn verlof te Zwollerkerspel
doorbracht, is op transport gesteld naar 's-Her-
togenbosch en daar in het Huis van Bewaring
ingesloten.
's-GRAVENHAGE, 9 Sept. Geslaagd
voor deel 1: de heer W. C. Tack te Groningen
en voor deel 2: de heer G. H. van der Haas te
's-Gravenhage.
1 Nooit heeft Nederland tot nu toe
Zóó een vreemdeling begroet,
Hem zóó 't welkom toegeroepen
Als het thans prins Benno doet.
Op de wegen van ons landje
Reed een doodgewone Ford, E
I Die alleen een beetje opviel i
Door het vreemde nummerbord. f
Men verwachtte praal en luister,
Maar daar was geen sprake van, f
Met z'n tweetjes in een Fordje
Kwam een leuk, eenvoudig span.
Even stond men daar te kijken,
Even was men wat verward,
Dat die Prins zóó goed den weg wist f
Tot het Nederlandsche hart!
Toen is jubel losgebarsten,
En men hoort nog slechts één ding:
Zóó een moesten we juist hebben,
Welkom, welkom, vreemdeling!
Prins, wanneer ge zoo slechts door 1
gaat, 1
Zijn de kansen heusch erg klein,
Dat ge in uw nieuwe Heimat f
Lang een vreemdeling zult zijn! f
1 HERMAN KRAMER
=illllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllü
Hedenochtend, geheel onverwachts, heb
ben Prinses Juliana en Prins Bemhard, in
gezelschap van Prinses Armgard en Prins
Aschwin, het paleis door een zij-uitgang
verlaten en zijn het achterhek uitgegaan,
om een wandeling door Den Haag te ma
ken.
Tegen half twaalf kwam het gezelschap bij
de Cineac op het Buitenhof. Geheel onopge
merkt traden zij daar binnen, om de voorstel
ling bij te wonen.
De directie van de Cineac was op de hoogte
gesteld van het bezoek der vorstelijke familie
en had maatregelen genomen, dat het bezoek
zoo ongemerkt mogelijk kon geschieden en
ontving daarom de hooge gasten ook niet op
een officieele wijze.
Slechts werd verzocht aan de bezoekers, die
zich op de achterste rij in de zaal bevonden
hun plaatsen in te ruimen, waarop het gezel
schap op deze rij plaats nam.
Juist werd een teekenfilm gedraaid en toen
deze afgeloopen was, kwamen de opnamen van
de „blijde incomste" van het jong-verloofde
paar in de residentie.
De directie van de Cineac had intusschen
voor een welkomstwoord gezorgd, dat op het
doek geprojecteerd werd en waarvan de tekst
als volgt luidde:
„De directie van Cineac roept een hartelijk
w'elkom toe aan de Kroonprinses, Prins Benno,
Prinses Armgard en Prins Aschwin. die haar de
eer aandoen, thans in haar midden te vertoe
ven".
De aanwezigen verhieven zich daarop van
hun plaatsen en zongen spontaan het Wilhel
mus.
Hierna werd het programma verder afge
draaid. De hooge bezoekers volgden dit met
groote belangstelling en bleven gedurende een
uur in de Cineac.
Intusschen had het gerucht zich als een
loopend vuurtje door de stad verspreid, en
duizenden hadden zich in een minimum
van tijd voor het gebouw, in de hall en
overal waar men eenig uitzicht had op het
theater, verzameld, om de terugkomst van
de Prinses en den Prins af te wachten.
Bij het verlaten der zaal werd door baron
van Till, den president-commissaris van de
Cineac, aan de Prinses een bouquet anjers
aangeboden.
Toen de Prinses op het bordes verscheen,
barstte een donderend gejuich van bet dicht
opeengehoopte publiek los en slechts met de
grootste moeite kon de politie het naar voren
stormende publiek op eenigen afstand houden.
Na enkele oogenblikken was dit zelfs niet
meer mogelijk en vormde een aantal politie
agenten een cordon om te verhinderen, dat de
Prinses en de Prins in het gedrang zouden ge
raken.
De drukte was echter zoo groot, dat hét,
ondanks alle maatregelen van de politie,
niet gelukte, een weg voor de vorstelijke
personen vrij te houden. Prinses Armgard
en Prins Aschwin kwamen tusschen het
juichende wolk en konden eerst veel later
het paleis Noordeinde bereiken. Intusschen
hadden Prinses Juliana en Prins Benno zich,
steeds omstuwd door een juichende men-
schenmenigte, over de Groenmarkt weten
te begeven naar de smalle Halstraat, welke
door de politie werd afgezet, zoodat zij op
een rustiger wijze dan Prinses Armgard en
Prins Aschwin het Noordeinde konden be
reiken.
Toen zfj bij het paleis aankwamen barstte
ook daar weer een oorverdoovend hoerageroep
en gejuich los, waarvoor de Prinses en de
Prins vriendelijk dankten.
Zij betraden vervolgens het paleis, doch
het publiek bleef wachten en hield niet op te
juichen.
Na enkele oogenblikken zag men een
hoofdinspecteur van politie op een auto
bus klimmen en hoorde men hem door
een geluidsversterker tot het volk zeggen:
„Dames en heeren, de Prinses dankt u al
len zeer en hoopt, dat u thans rustig naar
huis zult gaan, opdat de ingang van het
paleis voor de genoodigden vrij zal komen."
Het publiek ontving dit verzoek met ge
juich en gaf er speéöSl gevolg aan.
Enkele honderden bleven, evenals vanochtend
vroeg, onder den kastanjeboom staan,
De rust was hedenochtend nog niet terug
gekeerd voor het paleis aan het Noord-
einde te Den Haag. Honderden menschen
stonden langs en op de trottoirs tegenover
het paleis, in de hoop, dat de vorstelijke
personen hun rondrit zouden gaan maken
en zij dan het jong-verloofde paar kunnen
zien.
De stroom van hen, die de felicitatieregis-
ters kwamen teekenen, gaat onafgebroken
door.
Hoewel er in de groote hall van het paleis
geen bloemstukken staan, ruikt men toch in de
omgeving van het paleis een doordringenden
bloemengeur. De vertrekken staan vol met
prachtige bloemenmanden, zoo vertelde men
ons en van buiten af is zelfs te zien, dat enkele
groote bloemstukken op de marmeren trappen
zijn opgesteld.
Onder hen die vanochtend de registers kwa
men teekenen, waren jhr. mr. de Geer, Minister
van Staat, tal van leden van het corps diplo
matique, Kamerleden, enz.
Een aardig moment was, toen de 95-jarige
grijsaard, de heer de la Fuente, het paleis bin
nenging. Hij is nog zeer goed ter been en ver
klaarde ons, niet zonder trots, den tijd zich
nog te kunnen herinneren, dat er lanciers te
paard voor het paleis van Koning Wülem II
stonden.
Om tien uur betrad een deputatie van de
Nederlandsche padvinders en van het Ne
derlandsche padvindersgilde, vertegenwoor
digd door kolonel Diemont en mevrouw van
den Bosch-de Jong, het paleis om een
bloemstuk aan het vorstelijk paar aan te
bieden.
Aan deze deputatie viel de eer te beurt,
door Prinses Juliana en Prins Bemhard te
worden ontvangen.
Hedenochtend voor den aanvang van de straf
zitting van het Haagsche Kantongerecht heeft
de Kantonrechter mr. G. A. van Haeften, in
tegenwoordigheid vap den griffier, de ambte
naren van het O.M. en die van het parket en
de griffie, met enkele woorden uiting gegeven
aan de gevoelens van aanhankelijkheid aan t
Vorstelijk Huis, ter gelegenheid van de ver
loving van Prinses' Juliana.
H. M. de Koningin heeft den burgemeester
van 's-Gravenhage uitgenoodigd, ten paleize
tegenwoordig te zijn bij de huldiging door de
Haagsche burgerij, georganiseerd door het
Haagsche Comité voor Volksfeesten, op Zater
dag a.s., des namiddags te vijf uur.
Overstelpend groot is het aantal telegrammen
en bloemstukken, welke ten paleize zijn bin
nengekomen, ter gelegenheid van de verloving
van Prinses Juliana.
Onder de tallooze telegrammen zijn geluk-
wenschen van letterlijk alle staatshoofden en
vorstenhuizen. Het aantal bloemstukken is nau
welijks te schatten, maar bedraagt op het
oogenblik stellig 300 a 500.
Vóór de aanvang van de zitting van heden
van den Hoogen Raad heeft de president, jhr.
mr. Feith, een toespraak gehouden, waarin hij
erop wees, dat het Nederlandsche volk altijd
innig heeft deelgenomen in de gebeurtenissen,
die het Huis van Oranje van nabij betroffen.
Prinses Juliana heeft door haar lieftallig op
treden en de vooral in de laatste jaren in bij
zondere mate betoonde deelneming in de pu
blieke zaak en de nooden van het volk zich in
aller harten een warme plaats veroverd.
Het geluk, dat haar te beurt valt, is voor
ons allen dus een reden tot groote vreugde en
dankbaarheid en van ganscher harte uit daar
om ook de Hooge Raad der Nederlanden de
bede, dat de verbintenis, die Prinses Juliana
staat aan te gaan, Haar en Haar vorste lijken
gemaal tot blijvenaen zegen moge strekken.
De procureur-generaal, mr. Besier. sloot zich,
sprekende niet alleen namens het parket bij
den Hoogen Raad, doch mede namens het ge
heele Openbaar Ministerie in het Koninkrijk,
dat hij als zijn hoogstgeplaatste lid bij deze ge
legenheid meende te mogen vertegenwoordigen,
geheel aan bij de woorden door den president
gsproken, met den wensch, dat de thans ge
koesterde verwachtingen voor het geluk van 't
Koninklijk Huis en de natie, onder Gods zegen
in vervulling mogen gaan.
Tenslotte sprak de deken'van de Orde van
advocaten, jhr. mr. E. C. U. van Doom, die
zeide, in de verloving te zien een symbool van
groote beteekenis, een symbool van nationale
eenheid, waar ons volk zoo hecht verknocht is
aan ons vorstenhuis.
De zitting werd door het geheele personeel
van den Hoogen Raad bijgewoond.
Het dagelijksch bestuur van de RK. Staats
partij heeft uit naam van de georganiseerde
Katholieke kiezers gelukwenschen gericht aan
de Koninklijke Familie en een bloemstuk naar
de vorstelijke verloofden verzonden.
Mr. C. Goseling, partijvoorzitter en voorzitter
van de Katholieke fractie van de Tweede Ka
mer heeft de felicitatie-registers in het paleis
Noordeinde geteekend.
Naar eerst thans bekend wordt heeft Prins
Bemhard omstreeks Pinksteren van dit jaar
eenige dagen op Frisia State bij Zwolle ge
logeerd.
De Prins was Donderdags voor Pinksteren
met zijn eigen auto alleen gearriveerd en op
den tweeden Pinksterdag wederom vertrokken.
In dien tusschentijd heeft hij verschillende
tochten van Zwolle uit ondernomen. Hij deed
zich kennen als een bijzonder hoffelijke voor
komende gast.
Uit de beste bron wordt ons verzekerd, dat
het bericht in een der bladen, omtrent een a.s.
bezoek van het verloofde vorstenpaar aan de
Nederlandsche Jaarbeurs te Utrecht, van allen
grond ontbloot is.
Te Weenen bezocht bondspresident Miklas de internationale theater-tentoonstelling,
waar o.m. een model aanwezig was, dat een draaibare toeschouwerstribune heeft,
waarmede het publiek naar de verschillend e décors gewend wordt en dus een coulis
sen-wisseling ondervangt
Ii de tot den wederom massaal opgezetten
nationaal-socialistischen partijdag te Nürn-
berg gerichte proclamatie heeft Adolf Hit
ler wederom het bewijs geleverd niet bijzonder
sterk te zijn in de causaliteitsleer. Hij legt oor
zakelijke verbanden tusschen feiten en ver
schijnselen en omgekeerd op een wijze, welke
niet altijd strookt met de objectieve waarheid.
De objectieve waarheid is in het Derde Rijk
minder in tel dan dat wat door een uitermate
simplistisch politiek subjectivisme voor zgrf.
objectieve waarheid wordt uitgegeven. Wanneer
Hitier verklaart, dat het Rijk in zijn politieke
leiding en militaire veiligheid zekerder dan ooit
staat, zijn w'ij gaarne bereid, dat te gelooven,
alleen begrijpen wij dan niet, waarom juist in
den laatsten tijd zoo'n geweldige en onrustba
rende campagne tegen Sovjet-Rusland en het
bolsjewistische gevaar in de Duitsche pers werd
gevoerd. Was deze campagne niet op angst en
vreeze en onveiligheidsgevoel gebaseerd, dan was
zij slechts een loos alarm, een politieke truc
om een schijn van rechtvaardiging te geven
aan de militaire maatregelen van Duitshcland,
welke zoozeer in strijd lijken met de ook nu
weer herhaalde verzekeringen van vredelie
vendheid. Met trots wees de Führer erop, dat
zijn geheele optreden meer dan gemotiveerd
werd door de verwording van de wereld rondom
Duitschland heen. En inderdaad, die wereld is
verworden, maar ontkomt Duitschland zelf wel
aan een ander soort van verwording, Welke
misschien op den duur even gevaarlijk en be
denkelijk zal blijken? En is de verwording van
de wereld, waarin Sovjet-Rusland en het
bolsjewisme onder de veelkleurige Tamkappe
van pacifisme, anti-fascisme en democratie
een hoogst-actieve rol trachten te spelen, niet
voor een deel te wijten juist aan het optreden
van Hitler met zijn fait-accompli-politiek,
waarop die verwording een helaas welhaast
natuurnoodzakelijke reactie is?
Het „abyssus abyssum invocat" (De eene af
grond roept den anderen of te wel het eene
kwaad lokt het andere uitl blijft nog altijd
waar, en wordt vandaag aan den dag al heel dui
delijk bevestigd. Fascisme en nationaal-socia-
lisme wekken communisme, evenals commu
nisme fascistische of nationaal-socialistische
reactie wekt. Tusschen deze twee uitersten
w'ordt de gulden middenweg steeds smaller en
dat is tenslotte het wezenlijk dreigende en ver
ontrustende van den huidigen toestand.
De Belgische minister-president Van Zee
land, die voor de vereenigde commissies
van binnenlandsche zaken van Kamer
en Senaat een groote politieke rede over de
inwendige situatie van België heeft gehouden,
toonde zich van het groote gevaar, dat de zucht
om in uitersten te vervallen met zich mee
brengt, zeer helder bewust. Evenals Hitier be
riep Van Zeeland zich op hetgeen onder zijn
leiding den laatsten tijd zoowel op economisch
als sociaal gebied werd gepresteerd, maar ter
wijl Hitier slechts zeer vluchtig gewaagde van
eéh zekere ontevredenheid, moest Van Zeeland
niet zonder een moeilijk verholen bitterheid
constateeren, dat er in België in breeden kring
ontstemming heerscht. Van Zeeland acht deze.
vrij algemeene ontstemming een ernstig belet
sel voor den zoo noodzakelijken opbloei van
vertrouwen.
Met bezorgdheid, ziet hij, hoe radicale stroo
mingen van links en rechts steeds meer aan
hang winnen en hoe steeds meer menschen of
wel via een volksfrontvorming ófwel van de dic
tatuur heil verwachten. Er raast over de wereld
een geest van geweld, aldus zeide de Belgische
premier, en de volken, die er zich door laten
meevoeren, komen terecht in een draaikolk,
waar er voor hen geen andere uitkomst is dan
revolutie. Wanneer twee fronten tegenover el
kander staan, moet tenslotte een van beide
het onderspit delven. Maar om het even welke
van de twee het wint, in ieder geval leidt een
dergelijke situatie naar de dictatuur. Daarom
pleitte van Zeeland voor eendrachtige samen
werking aan een eigen Belgische oplossing, ge
baseerd op de uitslagen, bereikt op sociaal en
economisch gebied, op de eeuwenoude politieke
traditie en vrijheid van de Belgische provin
ciën en op een vorstenhuis, dat een zinnebeeld
van de eendracht van het land is. Hij wil met
kracht de fatale uitersten vermijden, de grond
wet herzien en aanpassen aan de eischen van
den modernen tijd, het gezag van den staat
en de hiërarchie der geestelijke waarden herstel
len en het nationale tuchtgevoel aanwakkeren.
Dit alles is zeer verstandig, maar de nieuwste
sociale en economische verworvenheden der
arbeiders in België zijn met stakingen, welke
het prestige der regeering geen goed gedaan
hebben, min of meer afgedwongen en in België
spelen naast de politieke extremisten ook nog
verschillen van taal en volk een belangrijke rol.
De situatie is daarom voor hem moeilijker dan
voor Hitler, die met macht en geweld slechts
politieke verschillen had te beteugelen.
Intusschen heeft ook Hitier ondanks allen
eigen lof over het in Duitschland bereikte,
moeten erkennen, dat er nog groote en
vooral economische moeilijkheden vallen tk
overwinnen en hij stelt zich voor dit in vier
jaren klaar te spelen door een nog straffer
streven naar autarkie en naar het herwinnen
van koloniale gebieden. Na de voltooiing van
de bewapening wil Hitier de dan vrijkomende
arbeidskrachten zetten aan „economisch nut
tigen" arbeid. Hij erkent daarmee dus dat de
bewapeningsindustrie economisch niet nuttig is
en dat de industrieele opleving tengevolge van
de geweldige herbewapening economisch slechts
schijn-voordeelen oplevert. Bovendien heeft hij
toegegeven, dat de voeding van het Duitsche
volk heden te wenschen overlaat en nog nie'
volkomen verzekerd is. Ook deze bekentenis zou
hij niet hebben afgelegd, wanneer een gerecht
vaardigde en bestaande ontevredenheid hem
daartoe niet drong.
Het is dus ook in Duitschland niet alles ro
zengeur en maneschijn, ook al wordt er dan
stelselmatig een der uitersten toegepast, die
van Zeeland in zijn land met inspanning van
alle krachten wil trachten te vermijden. De
oplossingen voor de overal bestaande proble
men zijn niet zoo eenvoudig als naïeve
simplisten meenen. De wereld is te ziek om
slechts met aspirine gered te kunnen worden,