m tw-, ii 4'ê *1% wmm Begrooting 1937 O JSI f I V V Stille Omgang te Alkmaar DE UREN GAAN V O O R B IJ l luiM r r:m 4 s mm - m w CROQUANTE CROQUETJES I HlffV 1 1 sfrJ ËSI f f TT 1 «PW DINSDAG 13 OCTOBER 1936 STADSSCHOUWBURG Societa Dante Alighieri Prov. Waterleidingbedrijf V Is m s *4. fêh, y» - m bi II m - 3ë HM De leden schonken drie gebrand- schilderde vensters in de Haar lemsche Kathedraal Werk van den kunste naar Han Bijvoet Een vertelling in glas Samengesteld uit het jaarverslag der gemeente Haarlem en op gedragen aan de burgerij Cijfers in proza Naar Zuid-Afika Lijkkisten CURSUS IN WIJSBEGEERTE G. en W. noteerde 28 deelnemers Kanarievrienden STAD uws In rustiger dagen dan de tegenwoordige verscheen omtrent dezen tijd van het jaar de ontwerp-begrooting vooir Haarlem. Nu is er nog geen kijk op wanneer de raadsleden het stuk in huis zullen krijgen. Zoo lang mogelijk heeft onze wethouder van financiën het nemen van definitieve beslissin gen over de cijfers uitgesteld. Naar hij voortdurend verzekerde „zijn de tijden zoo onzeker", maar bij zijn piekeren over de vraag hoe hij de eindjes aan elkaar zou knoopen heeft hij stellig ook gehoopt op een of ander wonder, dat hem de noodige con tanten zou leveren om de Haarlemsche ge- nieentehuishouding op gang te houden. Het begon er inderdaad bedenkelijk uit te zien. Is de depreciatie van den gulden de uit komst, waar hij op hoopte? Mag men de vrij algemeene opvatting dee- len, dan zal de muntaanpassing den financiee- len toestand der gemeente niet moeilijker ma ken. Er wordt immers gerekend op minder werkloosheid en armlastigheid in het komende jaar; op vlotter binnen komen van de be lastingen en andere vaste lasten; op meer nering, waarvan ook de gemeente den terug slag zal ondervinden. Als die verwachtingen maar voor de helft Werkelijkheid zouden worden, dan komt Haar lem inderdaad spoedig op rozen te zitten. Het aantal werkloozen bedraagt momenteel zes duizend. Indien dat getal over het volgend jaar gemiddeld tweeduizend minder zou zijn, dan scheelt dat direct enkele honderdduizenden guldens minder uitgaven aan de gemeentekas Daar komen dan misschien wel kosten wegens verhooging van salarissen tegenover te staan, maar er zou voor de gemeente toch ongetwij feld een aanzienlijk voordeelig verschil over blijven. Intusschen zal het moeilijk zijn met deze bespiegelingen reeds thans bij het opmaken van een begrooting rekening te houden. De mogelijkheid, dat alles niet zóó gunstig ver loopt is immers niet gering. Begrijpelijk is het daarom, dat onze wet houder van financiën het liefst de kat nog eenige weken uit den boom kijkt. Er zou zelfs veel te zeggen zijn voor een regeeringsmaatregel waarbij de behandeling van de begrooting werd uitgesteld tot de maand Februari of Maart. In alle geval zullen er bij een vroegere behandeling slechts zeer Voorloopige cijfers te geven zijn en zullen de definitieve posten over een half jaartje bij suppletoire begrooting moeten worden vastge legd. Het jaar 1937 zal nog een zeer moeilijk jaar zijn. Wij zullen al blij mogen wezen als wij voor een verhooging van belasting bespaard blijven. Van verlaging zal zeker niets kunnen komen, want een verbetering in den economi- schen toestand zal pas in het jaar 1938 in hoogere belastingopbrengst tot uitdrukking komen, maar de kans, dat in dat jaar ver schillende vaste lasten zullen kunnen worden verminderd, is er zeer zeker. Bij oordeelkundig beheer zal het misschien zelfs mogelijk zijn om dan het nu al jaren lang tusschen Haarlem en de omliggende ge meenten hangende belasting-vraagstuk uit de wereld te helpen. Voor den bloei van Haarlem is dit van bui tengewoon groot belang. Het is noodzakelijk, dat de lasten, die op de Haarlemsche burgerij drukken, niet veel hoo- ger zijn dan die in naburige gemeenten. Dat te bereiken ligt nu wellicht binnen het gebied der mogelijkheden, omdat Haarlem sterker door de crisis getroffen is dan andere gemeen ten in onze omgeving', maar daardoor ook van een herstel krachtiger kan profiteeren. Veel zal dan echter gevraagd worden van de zelf- beheersching van den Raad. Een lichtpunt is ook, dat waarschijnlijk de voorgenomen bezuinigingen achterwege kun nen blijven. Het zou b.v. jammer geweest zijn als het voorbereidend onderwijs in Haarlem geheel aan den nood der tijden zou zijn opge offerd. Dat dit behouden blijft is nu wel waar schijnlijk. Alles bij elkaar genomen staat Haarlem er niet slecht voor. Er is in onze stad aanzienlijk bezuinigd en de financieele toestand is gezond. Wij zullen van de minste verbetering in den algemeenen toestand de vruchten kunnen plukken. Ook al zou dus de begrooting voor 1937 er nog niet fraai uitzien, dan behoeft «at nog geen aanleiding tot pessimisme te zijn. St. Joanne. Spel in zes bedrijven van Bernard Shaw. Amsterdamsche Tooneelvereeniging. Een uitnemend bezette zaal woonde Maan dagavond de eerste uitvoering te Haarlem van Shaw's veelbesproken drama onder regie van A. Defresne bij. Die groote belangstelling van de zijde van het publiek is geen graadmeter voor de wezenlijke interesse in een bepaald spel, om dat het hier een abonnementsvoorstelling'gold. Wèl bleek die belangstelling uit de sterke, soms scherpe aandacht, waarmee de ontwikkeling Van het spel werd gevolgd op den langen avond van half acht tot bijna middernacht terwijl er toch maar een enkel bedrijf door den auteur met dramatische spanning werd geladen. Hier dient weer tegenover gesteld, dat de geestelijke spanning haast voortdurend wordt gaande gehouden. Dit is voor een deel te dan ken aan het feit, dat de gestalte van de Maagd van Orleans, zooals wel iedere heiligen figuur, een probleem vormt en hier een pi kant probleem door de wijze van voorstelling en de zeer uiteenloopende opvattingen van de toeschouwers maar ook aan de meerendeels voortreffelijke regie en de niet minder voor treffelijke voordracht van de rollen. Er is over de opvoering van Shaw's groote werk zeer veel geschreven. Twaalf jaren gele den, toen Eduard Verkade, die het vertaalde, er publiek en critiek meer verraste en ook weer, nu de Amsterdamsche Tooneelvereeniging die gaarne belangrijke dingen durft en doet, er het seizoen mee heeft geopend. De pennen toonen zich weer puntig bij den strijd over de vraag, of de H. Jeanne d'Arc door den auteur zóó voor het voetlicht is geplaatst, dat zij ook als een katholieke Heilige kan worden aanvaard en niet minder of aan de Kerk een rol wordt toebedeeld, die overeenkomt met de historische juistheid en den eerbied, welken wij mogen op- eischen voor Haar, die niet alleen een machtige wereldorganisatie, een samenvatting van groote ideeën, maar vóór alles de Bruid van Chris tus is. Shaw. de cynicus, de ontkenner, de spotter, toont zich in dit spel een innige bewonderaar van Jeanne d'Arc maar hij begrijpt haar toch zóó onvolkomen, dat hij nooit ten volle haar heiligheid benadert. Hij tilt haar op boven de bekrompenheid en de misvattingen van ve len, maar 't is of die taak hem vermoeit, zoodat hij ten slotte tot zijn ouden spot moet terug- keeren om nog iets to redden van zijn gewoon lijk levendigen geest. Hij kan aan de Kerk geen sympathieke rol geven en hij was een te groot schrijver dan dat hij haar ging afbeelden in het dwaze kleed der caricatuur, waaraan klei nere godjes hun krachten verspillen. Hij zag haar, als scherpzinnig auteur, maar niet met het begrip, dat den geloovige kenmerkt, en zoo stond hij vreemd en eenigermate vijandig te genover de groote, die hem toch respect af dwong. Hij plaatste Jeanne als een zuiver Gods kind tegenover de Kerk, die ook hóór Moeder was en dit ook heeft getoond. Zóó kon hij de Heilige niet handhaven en merkwaardig ge noeg wordt Jeanne daarom bij de behandeling van haar proces een ijdele, verdwaasde, kop pige vrouw, die zelfs den schijn van oprecht heid nauwelijks redden kan. Zóó ten minste stond zij vóór ons in de treffende uitbeelding van Charlotte Kohier tegenover den meesterlijk gespeelden bisschop Cauchon van Paul Huf, den scherpen inquisiteur van Albert van Daisum en de vele andere met gloed en kleur geschilderde gestalten. Het is niet te doen, op een vroegen morgen na een laat eindigende voorstelling een zuivere weergave van onze afwisselende indrukken te geven. Nog minder ligt het ons, mee te spreken bij de uitwisseling van ideeën, die in deze da gen naar aanleiding van dit spel wordt gehou den. Wij hebben een groote bewondering voor de wijze, waarop de Amsterdammers „St. Joan ne" ten tooneele hebben gebracht maar daar naast is het onze meening, dat de schoenheid van het gebodene voor den Katholiek onder gaat in de telkens oprijzende ergernis over de uitingen van Shaw's anti-kerkelijken geest. En als we ons dit realiseeren, dan weten wij ook, dat het drama, bij zulk een mentaliteit, weer opnieuw bij andersdenkenden een onjuiste en onrechtvaardige voorstelling van het wezen en werken van de Katholieke Kerk zal wekken. Misschien is het een troost, daarbij te beden ken, dat bij zeer velen het oordeel over de Kerk wel zóó oppervlakkig en zóó onjuist is, dat het inzicht van Shaw tóch nog een verbetering be werkt. H. B. v. d. S. Van het betreffende bestuur ontvingen wij een mededeèling, dat ook te Haarlem een af- deeling der Societó Dante Alighieri is opgericht, de vereeniging, die tot doel heeft de kennis der Italiaansche taal en beschaving in ruimeren kring te verspreiden en aldus de aloude ban den, die de Nederlandsche cultuur met de Ita liaansche verbinden, te bestendigen. Op vertoon van hun lidmaatschapskaart zul len de Haarlemsche leden ook de voordrachten kunnen bijwonen, die in de hoofdstad voor de Amsterdamsche leden worden gehouden. Presidente van de Haarlemsche afdeeling is mevr. L. G. Vandervelden—Vygh (Ellen Russe), terwijl mevr. M. JuliusTarelli, Heemsteed- sche Dreef 251 te Heemstede, als secretaresse zal fungeeren. Het eerste seizoen van de nieuwe vereeni ging begint op Woensdag 28 October a.s. met een voordracht van prof. Paolo Arcari over Dante-commentaren. Het voorloopige program ma vermeldt bovendien o.m. voordrachten van den auteur Piero Misciatelli, van prof. Mana- corda en van prof. Giovanni Papini. Verschenen is het verslag van het Provin ciaal Waterleidingbedrijf van Noord-Holland over 1935. De belangrijkste mededeelingen uit dit ver slag publiceeraden wij reeds eerder, terwijl de toekomst van het bedrijf niet duidelijker ge schetst kon worden dan in het interview, dat wij eenige maanden geleden met den di recteur mochten hebben. t ft* •M' sfe s i <u;. V i -Z X- De drie gebrandschilderde vensters in de Haarlemsche Kathedraal, ge schenk, van het Genootschap Alkmaar van den Stillen Omgang In 1932, toen wijlen Mgr. Aengenent den wensch te kennen gaf, dat alle vereenigingen en corporaties in het Bisdom zouden bijdragen tot de versiering van de Haarlemsche Kathe draal, besloten de leden van den Stillen Om gang te Alkmaar onmiddellijk, dat zij hun aan deel aan dezen opzet niet mochten onthouden en zegden zij de schenking toe van een drietal gebrandschilderde vensters, die in de H. Sacra mentskapel zouden worden aangebracht. De Haarlemsche kunstenaar Han Bijvoet, van wien ieder, die de kathedraal bezoekt, de prachtige transeptramen kan bewonderen, kreeg later opdracht het werk uit te voeren. Eenigen tijd geleden kwamen de vensters ge reed en eind vorige week werden zij ter be stemder plaats aangebracht. De bijzondere technische moeilijkheden, die bij het photogra- pheeren overwonnen moesten worden, veroor loven ons nu eerst een afbeelding van de ramen te publiceeren. Zondagmiddag werden de vensters ontdaan van den voorhang, die hen tot dan toe aan de nieuwsgierige blikken der kerkgangers had ont- tiokken en werd de schenking dóór het bestuur van den Alkmaarschen Stillen Omgang over gedragen aan het kerkbestuur van de kathe draal. Z. H. E. Mgr. J. P. Huibers stelde er prijs op om Zelf bij deze plechtigheid tegenwoordig te zijn. De hoogeerwaarde heer E. Rengs, deken van Alkmaar, lichtte in zijn toespraak toe, met hoeveel zorg en moeite de schenking tot stand was gekomen. Uit tal van regelmatige, kleine giften heeft het bestuur de benoodigde som bij elkaar gebracht. Tijdens de besprekingen bleek nog, dat het bedrag aanzienlijk hooger was, dan men zich aan de hand van een eerste, zeer eenvoudige planteekening had voorge steld. Desondanks heeft men de voorkeur ge geven aan het meer uitgewerkte ontwerp, dat de heer Bijvoet had vervaardigd. De gedachte aan de plaats, waar de ramen zouden worden geplaatst, dicht bij het altaar van het Allerh. Sacrament en recht tegenover den bisschops- troon, heeft hiertoe wel den doorslag gegeven. Z. H. E. de Bisschop sprak zijn bewondering uit voor de groote offervaardigheid die aan dit geschenk het aanzijn gaf en dankte het het bestuur van den Stillen Omgang en zijn leden voor het prachtige sieraad, dat zijn ka thedrale kerk weer een stap nader tot de uit eindelijke voltooiing heeft gebracht. De voorzitter van den Stillen Omgang, de heer J. Baart, dankte Monseigneur voor Zijn tegenwoordigheid. In de H. Sacramentskapel heeft de heer Bij voet de verschillende voorstellingen der ven sters aan de aanwezigen uitgelegd. In tegen stelling met de groote transeptramen, die zich eerder leenen tot meditatie en rustig beschou wen, heeft de kunstenaar zich bij het uitwer ken van deze opdracht geheel aangesloten bij de sfeer van 't Middeleeuwsche verhaal en heeft hij een vertelling in glas geschapen, die pieus en rustig de geschiedenis verhaalt van het won der van Alkmaar, dat de oude stad van Sint Laurens in de vijftiende eeuw tot een centrum van diepe devotie heeft gemaakt. Als voornaamste moment van dit verhaal staat in het middelste raam de ontdekking van het mirakel afgebeeld. Op den eersten Meidag van 1429 had een jonge priester, Folkert ge- heeten, in de parochiekerk van Alkmaar zijn eerste H. Mis opgedragen. Bij de Nuttiging had hij het ongeluk gehad enkele druppels van het H. Bloed op het kazuifel te morsen. Zorgvuldig had men de stukken uit het misgewaad ge sneden, toen de diaken en de subdiaken na de H. Mis in de sacristie drie bloedvlekken op het kazuifelkruis ontdekten. En dit, terwijl de pries ter bij het H. Offer witten wijn had gebruikt. De priesters, die van het gebeurde getuigen waren geweest, besloten aan het Mirakel geen ruchtbaarheid te geven. Het bleek namelijk, dat de jonge priester onwaardig de H. Wijding had ontvangen. Bij een gevecht tusschen Alkmaar- ders en Hoorenaars (weergegeven boven in het linker venster) had hij eenigen zijner vijan den gedood en daardoor een irregulariteit be- loopen, waarvan hij docr den bisschop voor zijn priesterwijding niet was gedispenseerd. Al bewaarden de betrokkenen over het ge beurde ook het diepste stilzwijgen, God wilde, dat het Mirakel bekend zou worden. Tijdens den volgenden winter werden eenige visschers uit Vlissingen op zee door ijsgang bedreigd, toen op hun bidden plotseling een Engel ver scheen, die hen zei, dat zij zich na hun redding naar Alkmaar moesten begeven om daar het H. Sacramentsmirakel te vereeren (de verschij ning van den engel is boven in het midden raam afgebeeld). Toen de visschers, die na tuurlijk nooit van een dergelijk Mirakel hadden gehoord, in Alkmaar kwamen, begreep de pastoor van den St. Laurens, dat hij nu niet langer mocht zwijgen. Het wonder werd bekend en bisschop Zweder van Kuilenburg stelde per soonlijk het document op, dat nog eeuwen na dien de waarheid van het gebeurde zou be wijzen. Boven in het rechtsche venster is afgebeeld, hoe Folkert, die groot berouw over zijn mis drijf had gekregen, verzoekt te worden opge nomen in het Carmelietenklooster te Haarlem. Men ziet hem neergeknield voor de klooster poort aan de Groote Houtstraat. Op den ach tergrond ziet men de Sint Bavo. Het anachro nisme, dat de Haarlemsche kerk in dien tijd nog niet de majestueuze vormen had, die de kunstenaar afbeeldde, wordt voldoende ver klaard door de primitieve verhaaltrant, waar mee al de afzonderlijke voorstellingen stuk voor stuk worden weergegeven. Onder op het linkerraam zien wij den be roemden geschiedschrijver Jan Gerbrantsz of Jan van Leiden aan den arbeid, die naast de Wij ontvingen het jaarverslag van den toe stand der gemeente Haarlem over 1935, be staande uit diverse verslagen van gemeente- instellingen, reeds door ons successievelijk ge publiceerd. Enkele bijzonderheden zijn niette min wel waard nog even vermeld te worden. Zoo bedroegen de bouwkosten van de in uitvoe ring gekomen bouwwerken een bedrag van ƒ3.706.000 tegen ƒ3.786.000 in 1934 en ƒ7.006.990 in 1931. Een vermindering, die boekdeelen spreekt! Opmerkelijk is, dat op „maagdelijk terrein" (d.wz. terrein waarop nog nooit ge bouwd is) nog vele tweekamerwoningen wer den gebouwd Eenkamer-woningen kwamen niet voor evenmin als in de oude stad. Het gebrui kelijke aantal kamers van de nieuwe wonin gen bedroeg 46. Toch werden er ook nog vele drie-kamer-woningen gebouwd. Op 31 Decem ber 1935 waren 1601 woningen onbewoond, d.i. 138 meer dan een jaar daar voor. Bijna 4% pet. van het aantal woningen was inbewoond, een gevolg van het feit, dat er meer woningen zijn gebouw dan er aan behoefte was. 1935 was een nat jaar. De neerslag bedroeg 886 m.m. tegen 768 in 1934. Dit laatste jaar was echter vrij droog. De gemiddelde neerslag is 759 m.m. Het waterverbruik nam met bijna 6 pet. af, maar toch werd er nog ruim 2.000.000 water opge pompt. Blijkbaar is men wel erg zuinig geworden met waterverbruik. In 1935 verbruikte men immers 44 liter per dag en per hoofd der bevolking. 6 jaar daarvoor was het bijna 51 liter en 13 jaar daarvoor in 1922 zelfs 60 liter. Daartegen over staat, dat men in 1900 maar 30 liter ver bruikte. Zijn we nu zooveel dorstiger gewor den? Over onze openbare straatverlichting wordt nog wel eens geklaagd. Maar weet ge, dat ze 2162 gloeilampen in gebruik heeft en 65 na- triumlampen? Dat er 80 verlichte zuilen, palen enz. als lichtbakens voor het verkeer in Haar lem staan? Ook het gasbedrijf draagt een aan merkelijk deel, zelfs het leeuwendeel nog, aan de openbare straatverlichting bij: op 31 De cember 1935 waren 3919 gaslantaarns met 10.691 branders geplaatst. Dit is 60 meer dan een jaar tevoren. Op sommige straten, men zie maar eens den Verspronckweg, kan men zien welke verscheidenheid Haarlem op het gebied van openbare verlichting bezit. Het is als een museum van lantaarns, gas- zoowel als electrische Het verslag van de gemeente-reiniging ver meldt, dat er één paarci aangekocht in 1925, nog op stal staat. Inmiddels is „Jetje" alweer ter slachtbank geleid. Het verslag klaagt steen tn been over het te vroeg buitenzetten van de vuilnisbakken en voorts over de verspreiding van vuil bij het groeiende aantal consumptie automaten. Dat bij dezen dienst practische en handige menschen zijn, die van oude dingen nog iets nuttigs kunnen maken, blijkt wel uit de mede- deeling, dat in eigen werkplaats op een oud Ford-chassis een zandblaasinrichting werd ge bouwd, waartoe de motor en de onderdeelen van een overcomplete beerpomp werden genut, o.a. hoogst nuttig voor het verwijderen van politieke opschriften, waarmebte in den es. verkiezingsstrijd Haarlems straten wel weer zullen worden „versierd". Het Centraal Vervoer heeft veel werk door de keuringen van en de technische controle op taxi's en autobussen. Niet minder dan 54 cronieken, waarom hij vooral bekend is ge bleven, ook een beschrijving heeft gegeven van het Mirakel van Alkmaar. Jan van Leiden, die later prior van het Haarlemsche klooster werd, heeft persoonlijk de bijzonderheden over het wonder uit den mond van den rouwmoedi- gen Folkert opgeteekend. De boetvaardige priester is nogmaals op het rechtsche venster afgebeeld, verzonken in de beschouwing der eeuwige waarheden. Voor hem op den grond staat een hulstplant, van ouds het symbool van berouwvol bezinnen. Folkert's vriend Jan Ger brantsz zien wij juist zijn cel binnentreden. Midden op de zijramen twee symbolische voorstellingen: het bloed van het paaschlam, waarmee de Joden op Gods bevel hun deur posten moesten besprenkelen om door den ver derfengel te worden gespaard, en Christus' ver zoenende Kruisdood, dagelijks op mystieke wijze herhaald in het H. Misoffer. Het wapen van Alkmaar, door engelen gewapend, heeft de kunstenaar midden op het centrale ven ster geplaatst. De heer Bijvoet heeft by zijn arbeid bijzon dere moeiiykheden moeten overwinnen. Door uiterst zorgvuldig zijn kleurwaarden en tinten te kiezen, heeft hij echter de hinderlijke scha duw van den achterliggenden muur zooveel mo- geiyk weggewerkt. In soberen verteltrant heeft hij het wondere gebeuren weergegeven, zooals wy ons dat het liefst herinneren, in de rustige sfeer van de innig-middeleeuwsche devotie, waarvan de Alkmaarsche Stille Omgang de goede traditie op een gelukkige wijze heeft teruggevonden. In dezen zin heeft het Alkmaarsche Genoot schap de kathedraal verrijkt met een kunst werk, dat op de plaats, waar het is aangebracht, boven de sacristiedeur, waaruit de priester 's morgens naar het altaar treedt om het H. Of fer op te dragen, een geheel bijzondere betee ken is verkreeg. l Jecovitol levertraan weten- schappelijk de beste lever traan voor U en Uw kind. Verkrijgbaar bij apothekers endrogistenafó.75 p.fJacon autobussen en 186 taxi's enzoowaar ook nog één chauffeur werden in 1935 gekeurd. 32 wagens werden hiervan afgekeurd. Hoewel niet -.ermeld, zullen wij maar aannemen, dat de ééne chauffeur aan de remproeven heeft voldaan en dus goedgekeurd is. De dienst beschikt thans over een ingebouwden remstoel in de werk- p'aats, zooclat rembeproevingen niet meer tot beproevingen voor voorbijgangers op den open baren weg behoeven te leiden. De gemeentelijke ontsmettingsdienst is blijk baar nog lang niet overbodig ondanks de spreekwoordelijke zindelijkheid van onze Hol- landsche huismoeders. Niet minder dan in 3721 woningen moest controle verricht worden. Het Havenwezen-verslag vermeldt, ebt er hier in Haarlem 64 bruggen bestaan, 57 vaste en 7 beweegbare. Voor een schipper een heele passage als hy ze alle passeeren wil! Datzelfde verslag klaagt er over, dat de reddinghaken, die op 44 plaatsen zün opgehangen, vrywel cagelijks door de jeugd in het water wor den geworpen of beschadigd. Laten de oude ren een handje helpen bij de controle! De Geneeskundige Dienst heeft al evenpoo een klacht. Slechts 19 personen lieten zich kosteloos inenten tegen pokken, hetgeen veel en veel te weinig is. In bijna ieder verslag van een ongeluk wordt vermeld: „Nadat een lid van den Ongevallen- dienst de eerste hulp aan het slachtoffer had verleendEr blijkt dat Ongevallendienst in 1935 maar even 1900 keer hulp heeft ver leend in totaal! Doodschouw behoefde maar 4 maal te ge schieden tegen 10 maal een jaar daar voor. De Arbeidsbeurs heeft aan 15 geschoolde ar beiders, die naar Zuid-Afrika wilden emigreeren, ce noodige middelen voor reis- en landings- kosten gegeven. Aan 10 werd het geweigerd. Hoeveel vreemdelingen hier in Haarlem werk zaam zijn blijkt wel uit de 244 adviezen uit gebracht voor het verleenen van vergunning voor arbeid door vreemdelingen. Het Maatschappelijk Hulpbetoon wyst in zün verslag er op, dat het aantal vreemdelingen, die ondersteuning kwamen vragen in 1935 zeer toenam. De dienst heeft toen eens een onder zoek ingesteld met als resultaat, dat een aan tal hunner met behulp van den dienst vrijwil lig is gerepatrieerd, waardoor een niet onbe langrijk bedrag aan ondersteuning kon worden bespaard. Slechts enkele gevallen bleven over. De dienst moest63 ïykkisten (36 in 1934) verstrekken voor 34 (19) volwassenen en 29 (17) kinderen. De kasten bedroegen in totaal ƒ595.92 (ƒ330.04). Zeer groote hoeveelheden goedkoop voedsel zijn in 1935 verstrekt: 56956 K.G. margarine £0791 K.G. vleesch, 35826 K.G. gehakt en dui zenden kilogrammen groenten. Het tehuis voor Ouden van Dagen verpleegde in 1935 70 mannen en 30 vrouwen of 30 R.K., 5S Protestanten en 10 zonder godsdienst. Dit toont dat niet alle R. K. Ouden van Dagen in R. K. Tehuizen worden verpleegd. Hoe pre- cieselijk de verslagen zyn, blijkt wel hieruit, cat men in Haarlems Kindertehuis zelfs de-- porties middageten telt. Totaal waren het ep J0774, waarvan 6215 kinder- en 4559 beambten-- porties! In het Kindertehuis, het zij volledig heidshalve vermeld, waren 90 kinderen opge nomen. Gisterenavond werd de eerste les van den cursus in Wijsbegeerte, welke onder auspiciën van Geloof en Wetenschap te Haarlem door pater F. J. van de Vraude M.S.C. in het ge bouw der St. Josefgezellen gegeven wordt, met een toepasselijk woord door den voorzitter van G. en W. geopend. Aan dezen cursus, die iederen Maandagavond gehouden wordt en twee jaar duurt, nemen 28 dames en heeren deel. Dezen ontvangen in iedere les een beknopt overzicht van de te ver handelen stof. De Haarl. Verg. van Kanarievrienden „Ons Genoegen" organiseert, met medewerking van den Alg. Ned. Bond voor Kanarieteelt en Vo gelbescherming, een propaganda-avond met lichtbeelden op Donderdag 15 October, des avonds acht uur, in het Hotel-Café-Rest. „Spoorzicht", Stationsplein (ingang voorzijde). Er zullen lezingen gehouden worden door de heeren F. P. van Beuzekom en J. W. van Hees, resp. voorzitter en propagandaleider van dien bond, de welbekende sprekers, die meerdere malen voor de microfoon optraden.. Op duidelijke wijze zal een aanschouwelijke Ier gegeven worden in de kanariesport, welke helaas te weinig nog wordt beoefend. Velen hebben een kanarievogel, hebben mis schien ook al eens gekweekt, doch weinigen weten nog, wat een prachtzangers er met goede voorlichting en doelbewuste kweek uit zoo'n teestje te halen zijn. Daarom raden wij iederen vogelliefhebber aan, dezen avond niet te verzuimen. De toegang is vrij. UIT HET FRANSCH VERTAALD DOOR CHRISTINE KAMP llllllIIllllimilllllllllllIIIIIIHtllllKIIIHIUUIIHIIIIHIIIIIHIIlHIltHlIllilIÏÜj 39 He> hare, dat was onmogeiyk! De post kwam altijd eerst in de handen van mevr. Liserolles of van haar zoon. Moest zü dan letters opgeven voor poste-restante? Zij richtte zich op, alsof zü een kaakslag had ontvangen. Tot nu toe had zij alleen de mooie zijden van haar verlangen gezien, maar opeens verbeeldde zij zich te staan aan een loket, rood tot achter haar ooren, de letters met moeite stamelend en door haar manieren aan de amb tenaren den indruk gevend, dat zij iets te ver bergen had. „Neen, neen," dacht zij, „geen zijwegen! Wie Weet, waartoe ik zou komen! Misschien woont die Ourania in ParysAls wy briefwisseling gingen houden, zou hy kennis met my willen maken, my vragen hem een rendez-vouz toe te staanZou ik den moed hebben dat te Weigeren, aan de bekoring te weerstaan?" Zij meende oom Michel weer te zien onder net prieel in den tuin van het oude huis. „Het 8roote gevaar, als men niet meer beminnen dat is een hart te zoeken, dat aan het beantwoordt, dat het begrijpt en troostVoor de vrouw is er geen meer te duchten ge vaar." Had de heilige missionaris in de toekomst gelezen? Men zou het zeggen „Margaïta," had hij er aan toegevoegd, „be loof my, dat je je leed enkel aan God zult toe vertrouwen." „Dat heb ik beloofd," dacht de jonge vrouw. „Ik mag mün belofte niet verbreken door een onvoorzichtigen stap." zy verscheurde haar kladje om niet bekoord te worden het over te schrijven, maar zy kon niet zoo gauw haar gedachte los maken van dien Ourania. „Ik overdrijf mijn gemoedsbe zwaren," dacht zy. „Hij schijnt wel zedelijk groot van karakter te zijn. Misschien zou de omgang met hem mij goed doen.... Ik moet raad vragen...." Toen zy zich den volgenden dag wat beter gevoelde, ging zij naar het gesticht voor oude lieden, verscholen in een park, waar het gezang der vogels de oudjes verheugde. Aan den rector vertrouwde zij haar dwaling, haar teleurstellingen, haar spijt, haar verwach ting van moeder te worden, zoo vervuld van ongerustheid, toe en ook haar verlangen om een hart te vindendat haar begreep, ondanks de belofte aan haar oom den missionaris ge daan. Zonder haar in de rede te vallen, luisterde hy naar haar, dan sprak hij wijze woorden, verzacht door zyn vaderlijke stem: „Mijnkind, wantrouw die gevoelens. Die zouden u meesleepen. Uw oom had groot gelük: in plaats va® troost te zoekep. die nog grootere smarten zou voortbrengen, probeer uw leven weer op te bouwen met de brokstukken van uw droom. Dat kindje door God u beloofd, zal misschien de bekeering van zy'n vader verkrijgen. Voor hem moet u reagee- ren, u niet laten verpletteren door het verlies van uw illusies. Hoeveel vrouwen zyn er niet, die in het huwelük niet hebben gevonden, wat zij hoopten! En toch zijn zij voortgegaan met hun plicht te doen, heel eenvoudig omdat het hun plicht was, de uitdrukking van den God- delijken WilUw opvoeding heeft u geleerd waar de steun te vinden is, dien wij in onze zwakheid zoo noodig hebben. Ga dien vaker zoeken. En dan vergeet niet, dat in het Sacra ment, dat u op den dag van uw huwelijk ont vangen hebt, een speciale genade wordt ver leend, die door velen geminacht wordt, maar waaraan u zult meewerken en als dan uw ver der leven niet zoo gelukkig is als u het wel had verwacht dan zal het ten minste waardig zijn. Het zal de lijn vervolgen van die voorzaten, waarover u mij gesproken hebt, die u wel iew van hun ziel hebben meegedeeld." Zoo sprak hy nog lang en zy nam in haar gemoed op die zoo eenvoudige, maar diep zinnige woorden, zoo verschillend van die zij telken dage moest aanhooren. Zij zou ze in haar eenzame uren voortdurend overdenken. Toen zij thuis kwam, bemerkte Yocheppa, dat haar meesteres er opgewekter uitzag. „Liefje," zei zij, terwyi zy haar de thee bracht, „wat zou men alleen zyn in dit groote Parijs, als men niet den Vriend had, die tot na den .dood wis bijblijft!" Iets later kwam Mona door den kleinen salon om van het bureau de vellen te nemen, bedekt met het zenuwachtige schrift van haar ^pa troon", zooals zy Liserolies noemde. „O, mevrouw," riep zij uit, „ik behoef niet te vragen of u wat beter bent. Er is als een lichtje in uw oogen." Toen zy terugkwam, voegde zij er aan toe: „Jammer, dat u ook niet schrijft! Ik ben over tuigd, dat uw werk zou gehjken op dat van „De Behoedster van den Haard," dat de men schen elkaar uit de handen rukken en dat ik zoo mooi vind. Gisteren waren wij al aan het driehonderd duizendste exemplaar. Het is het grootste succes van den laatsten tijd!" Maar dien avond nam Margaïta niet het boek ter hand, waar zij zoo veel van hield; zij was te bang toch te bezwijken in de bekoring van een heimelüke correspondentie, die zij wist, dat gevaarlijk en misdadig zou zün. Maar op een dag, dat geruchten haar door anderen overge bracht, haar hart pijn hadden gedaan, nam zü het weer op om in die bladzyden wat vergetel heid te zoeken. Zij had er slechts eenige regels van gelezen, toen de schel aan het hek haar plotseling deed sidderen. Het was een van die heete dagen, zooals er in Juni in Parijs voorkomen, als de atmosfeer op die van een oven gelijkt. Wie kwam haar bezoeken op zoo'n dag? In de stilte, die in het huis heerschte, hoorde de jonge vrouw opeens de stem van Yocheppa, die in het Baskisch ui trien: „Wat, mijnheer, bent u daar! Wat een verrassing." -.3ü richtte zich op. deed haar best om sterk. gelukkig te ïyken, hem toe te lachen, die zou binnentreden: haar vader, oom Janeki, als het niet mynheer pastoor was. Het was Dominique, die zich vertoonde, groot, ernstig, waardig. „Ik ben voor twee dagen hier in Parijs," ver klaarde hü, ,,en nu heeft juffrouw Gracieuse mü een pakje voor u meegegeven." Hy haalde het uit zyn jaszak: onder het zü'den papier kon men kleine kleedingstukken vermoeden, sokjes, truitjes, mutsjes. „Uw tante had zelf hier willen komen," ver volgde hü, ,,maar zij was verhinderd door den toestand van uw oom Janeki „Wat? Is hy ziek?" „Sedert eenigen tijd klaagt hü over duizelin gen en hoofdpijn. Uw tante hoopt, dat u ge durende de vacantie zult kunnen komen, in Biarritz misschien...." Margaïta schudde droefgeestig het hoofd. ,,Ik vrees, dat daar niets van komen zal. Mün man vindt, dat de zomers in Baskië te heet zijn, hü' spreekt er van om naar Bretagne te gaan, ergens in een stille streek om het manuscript af te maken van een werk, dat een der bladen hem heeft besteld. Natuurlijk ga ik met hem mee." Er kwam een stilte. Dan vervolgde zij ,,Ik zou liegen als ik zei, dat het) mü' niet spüt. Ik zou graag weer eens teruggegaan zyn naar het dierbare land, dat al mijn liefde bezit hetgeen dit boek, dat u zeker ook wel zult kennen, mü beter heeft doen beseffen Hy keek even naar het boek, dat zij hem voor- 1deld ea.zei eenvoudig: „Ja. ik ken het..~r „Ik heb het herhaalde malen doorgeleden. Daarin wordt uitgedrukt wat ik vaag in mijn binnenste gevoelde, maar niet tot uiting kon brengen, alles, wat zij, die mijn omgeving vormen, nooit zullen begrijpen Hij zweeg, men hoorde slechts het tikken van een oude, Normandische klok, de stem van de keukenmeid, die in den tuin met haar buur vrouw stond te praten en in de verte de tram, die langs de Avenue reed. Margaïta hernam: „Spreek my over uw zus ter. Haar vriendschap mis ik zoo." „O, ik zou het haast vergeten.... Zij heeft mij een briefje voor u meegegeven." Hij opende zijn portefeuille en haalde er een envelopje uit. „Dat is als het ware haar vaarwel!" ver klaarde hy met heesche stem. „Wat? Gaat zij al naar het klooster?" „Ja, maar «eerst in het volgende voorjaar. Ik heb haar daartoe overgehaald. Hoewel zif het niet liet merken, voelde ik wel, dat zü zich gedrongen voelde om haar roeping te volgen." Alweer stilte. Had Josefa niet gezegd, dat rih vertrekken zou als haar broer ging trouwen T Had Dominique zyn keus gedaan? Kwam hy zijn verloving aankondigen? De jonge vrouw zette die gedachte, die haar eenigszins verwarde, van zich af en om toch maar iets te zeggen, vroeg zy: „En die arme Ca tali? Is zij naar het klooster gegaan? Tante spreekt nooit over haar."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 5