m
tw-, ii
4'ê *1%
wmm
Begrooting 1937
O
JSI
f
I V V
Stille Omgang te
Alkmaar
DE UREN GAAN
V O O R B IJ
l luiM
r r:m
4 s
mm - m
w
CROQUANTE CROQUETJES
I HlffV 1
1
sfrJ ËSI
f f TT 1
«PW
DINSDAG 13 OCTOBER 1936
STADSSCHOUWBURG
Societa Dante Alighieri
Prov. Waterleidingbedrijf
V
Is m s
*4. fêh,
y»
-
m
bi II
m
-
3ë HM
De leden schonken drie gebrand-
schilderde vensters in de Haar
lemsche Kathedraal
Werk van den kunste
naar Han Bijvoet
Een vertelling in glas
Samengesteld uit het jaarverslag
der gemeente Haarlem en op
gedragen aan de burgerij
Cijfers in proza
Naar Zuid-Afika
Lijkkisten
CURSUS IN WIJSBEGEERTE
G. en W. noteerde 28 deelnemers
Kanarievrienden
STAD
uws
In rustiger dagen dan de tegenwoordige
verscheen omtrent dezen tijd van het jaar de
ontwerp-begrooting vooir Haarlem. Nu is er
nog geen kijk op wanneer de raadsleden het
stuk in huis zullen krijgen.
Zoo lang mogelijk heeft onze wethouder van
financiën het nemen van definitieve beslissin
gen over de cijfers uitgesteld.
Naar hij voortdurend verzekerde „zijn de
tijden zoo onzeker", maar bij zijn piekeren
over de vraag hoe hij de eindjes aan elkaar
zou knoopen heeft hij stellig ook gehoopt op
een of ander wonder, dat hem de noodige con
tanten zou leveren om de Haarlemsche ge-
nieentehuishouding op gang te houden. Het
begon er inderdaad bedenkelijk uit te zien.
Is de depreciatie van den gulden de uit
komst, waar hij op hoopte?
Mag men de vrij algemeene opvatting dee-
len, dan zal de muntaanpassing den financiee-
len toestand der gemeente niet moeilijker ma
ken. Er wordt immers gerekend op minder
werkloosheid en armlastigheid in het komende
jaar; op vlotter binnen komen van de be
lastingen en andere vaste lasten; op meer
nering, waarvan ook de gemeente den terug
slag zal ondervinden.
Als die verwachtingen maar voor de helft
Werkelijkheid zouden worden, dan komt Haar
lem inderdaad spoedig op rozen te zitten. Het
aantal werkloozen bedraagt momenteel zes
duizend. Indien dat getal over het volgend jaar
gemiddeld tweeduizend minder zou zijn, dan
scheelt dat direct enkele honderdduizenden
guldens minder uitgaven aan de gemeentekas
Daar komen dan misschien wel kosten wegens
verhooging van salarissen tegenover te staan,
maar er zou voor de gemeente toch ongetwij
feld een aanzienlijk voordeelig verschil over
blijven.
Intusschen zal het moeilijk zijn met deze
bespiegelingen reeds thans bij het opmaken
van een begrooting rekening te houden. De
mogelijkheid, dat alles niet zóó gunstig ver
loopt is immers niet gering.
Begrijpelijk is het daarom, dat onze wet
houder van financiën het liefst de kat nog
eenige weken uit den boom kijkt.
Er zou zelfs veel te zeggen zijn voor een
regeeringsmaatregel waarbij de behandeling
van de begrooting werd uitgesteld tot de
maand Februari of Maart. In alle geval zullen
er bij een vroegere behandeling slechts zeer
Voorloopige cijfers te geven zijn en zullen de
definitieve posten over een half jaartje bij
suppletoire begrooting moeten worden vastge
legd.
Het jaar 1937 zal nog een zeer moeilijk jaar
zijn. Wij zullen al blij mogen wezen als wij
voor een verhooging van belasting bespaard
blijven. Van verlaging zal zeker niets kunnen
komen, want een verbetering in den economi-
schen toestand zal pas in het jaar 1938 in
hoogere belastingopbrengst tot uitdrukking
komen, maar de kans, dat in dat jaar ver
schillende vaste lasten zullen kunnen worden
verminderd, is er zeer zeker.
Bij oordeelkundig beheer zal het misschien
zelfs mogelijk zijn om dan het nu al jaren
lang tusschen Haarlem en de omliggende ge
meenten hangende belasting-vraagstuk uit de
wereld te helpen.
Voor den bloei van Haarlem is dit van bui
tengewoon groot belang.
Het is noodzakelijk, dat de lasten, die op de
Haarlemsche burgerij drukken, niet veel hoo-
ger zijn dan die in naburige gemeenten. Dat
te bereiken ligt nu wellicht binnen het gebied
der mogelijkheden, omdat Haarlem sterker
door de crisis getroffen is dan andere gemeen
ten in onze omgeving', maar daardoor ook van
een herstel krachtiger kan profiteeren. Veel
zal dan echter gevraagd worden van de zelf-
beheersching van den Raad.
Een lichtpunt is ook, dat waarschijnlijk de
voorgenomen bezuinigingen achterwege kun
nen blijven. Het zou b.v. jammer geweest zijn
als het voorbereidend onderwijs in Haarlem
geheel aan den nood der tijden zou zijn opge
offerd. Dat dit behouden blijft is nu wel waar
schijnlijk.
Alles bij elkaar genomen staat Haarlem er
niet slecht voor. Er is in onze stad aanzienlijk
bezuinigd en de financieele toestand is gezond.
Wij zullen van de minste verbetering in den
algemeenen toestand de vruchten kunnen
plukken. Ook al zou dus de begrooting voor
1937 er nog niet fraai uitzien, dan behoeft
«at nog geen aanleiding tot pessimisme te zijn.
St. Joanne. Spel in zes bedrijven
van Bernard Shaw. Amsterdamsche
Tooneelvereeniging.
Een uitnemend bezette zaal woonde Maan
dagavond de eerste uitvoering te Haarlem van
Shaw's veelbesproken drama onder regie van
A. Defresne bij. Die groote belangstelling van de
zijde van het publiek is geen graadmeter voor
de wezenlijke interesse in een bepaald spel, om
dat het hier een abonnementsvoorstelling'gold.
Wèl bleek die belangstelling uit de sterke, soms
scherpe aandacht, waarmee de ontwikkeling
Van het spel werd gevolgd op den langen avond
van half acht tot bijna middernacht terwijl
er toch maar een enkel bedrijf door den auteur
met dramatische spanning werd geladen. Hier
dient weer tegenover gesteld, dat de geestelijke
spanning haast voortdurend wordt gaande
gehouden. Dit is voor een deel te dan
ken aan het feit, dat de gestalte van de
Maagd van Orleans, zooals wel iedere heiligen
figuur, een probleem vormt en hier een pi
kant probleem door de wijze van voorstelling
en de zeer uiteenloopende opvattingen van de
toeschouwers maar ook aan de meerendeels
voortreffelijke regie en de niet minder voor
treffelijke voordracht van de rollen.
Er is over de opvoering van Shaw's groote
werk zeer veel geschreven. Twaalf jaren gele
den, toen Eduard Verkade, die het vertaalde,
er publiek en critiek meer verraste en ook
weer, nu de Amsterdamsche Tooneelvereeniging
die gaarne belangrijke dingen durft en doet, er
het seizoen mee heeft geopend. De pennen
toonen zich weer puntig bij den strijd over de
vraag, of de H. Jeanne d'Arc door den auteur
zóó voor het voetlicht is geplaatst, dat zij ook
als een katholieke Heilige kan worden aanvaard
en niet minder of aan de Kerk een rol wordt
toebedeeld, die overeenkomt met de historische
juistheid en den eerbied, welken wij mogen op-
eischen voor Haar, die niet alleen een machtige
wereldorganisatie, een samenvatting van groote
ideeën, maar vóór alles de Bruid van Chris
tus is.
Shaw. de cynicus, de ontkenner, de spotter,
toont zich in dit spel een innige bewonderaar
van Jeanne d'Arc maar hij begrijpt haar
toch zóó onvolkomen, dat hij nooit ten volle
haar heiligheid benadert. Hij tilt haar op boven
de bekrompenheid en de misvattingen van ve
len, maar 't is of die taak hem vermoeit, zoodat
hij ten slotte tot zijn ouden spot moet terug-
keeren om nog iets to redden van zijn gewoon
lijk levendigen geest. Hij kan aan de Kerk geen
sympathieke rol geven en hij was een te groot
schrijver dan dat hij haar ging afbeelden in
het dwaze kleed der caricatuur, waaraan klei
nere godjes hun krachten verspillen. Hij zag
haar, als scherpzinnig auteur, maar niet met het
begrip, dat den geloovige kenmerkt, en zoo
stond hij vreemd en eenigermate vijandig te
genover de groote, die hem toch respect af
dwong. Hij plaatste Jeanne als een zuiver Gods
kind tegenover de Kerk, die ook hóór Moeder
was en dit ook heeft getoond. Zóó kon hij de
Heilige niet handhaven en merkwaardig ge
noeg wordt Jeanne daarom bij de behandeling
van haar proces een ijdele, verdwaasde, kop
pige vrouw, die zelfs den schijn van oprecht
heid nauwelijks redden kan. Zóó ten minste
stond zij vóór ons in de treffende uitbeelding
van Charlotte Kohier tegenover den meesterlijk
gespeelden bisschop Cauchon van Paul Huf, den
scherpen inquisiteur van Albert van Daisum en
de vele andere met gloed en kleur geschilderde
gestalten.
Het is niet te doen, op een vroegen morgen na
een laat eindigende voorstelling een zuivere
weergave van onze afwisselende indrukken te
geven. Nog minder ligt het ons, mee te spreken
bij de uitwisseling van ideeën, die in deze da
gen naar aanleiding van dit spel wordt gehou
den. Wij hebben een groote bewondering voor
de wijze, waarop de Amsterdammers „St. Joan
ne" ten tooneele hebben gebracht maar daar
naast is het onze meening, dat de schoenheid
van het gebodene voor den Katholiek onder
gaat in de telkens oprijzende ergernis over de
uitingen van Shaw's anti-kerkelijken geest. En
als we ons dit realiseeren, dan weten wij ook,
dat het drama, bij zulk een mentaliteit, weer
opnieuw bij andersdenkenden een onjuiste en
onrechtvaardige voorstelling van het wezen en
werken van de Katholieke Kerk zal wekken.
Misschien is het een troost, daarbij te beden
ken, dat bij zeer velen het oordeel over de Kerk
wel zóó oppervlakkig en zóó onjuist is, dat het
inzicht van Shaw tóch nog een verbetering be
werkt.
H. B. v. d. S.
Van het betreffende bestuur ontvingen wij
een mededeèling, dat ook te Haarlem een af-
deeling der Societó Dante Alighieri is opgericht,
de vereeniging, die tot doel heeft de kennis der
Italiaansche taal en beschaving in ruimeren
kring te verspreiden en aldus de aloude ban
den, die de Nederlandsche cultuur met de Ita
liaansche verbinden, te bestendigen.
Op vertoon van hun lidmaatschapskaart zul
len de Haarlemsche leden ook de voordrachten
kunnen bijwonen, die in de hoofdstad voor de
Amsterdamsche leden worden gehouden.
Presidente van de Haarlemsche afdeeling is
mevr. L. G. Vandervelden—Vygh (Ellen Russe),
terwijl mevr. M. JuliusTarelli, Heemsteed-
sche Dreef 251 te Heemstede, als secretaresse
zal fungeeren.
Het eerste seizoen van de nieuwe vereeni
ging begint op Woensdag 28 October a.s. met
een voordracht van prof. Paolo Arcari over
Dante-commentaren. Het voorloopige program
ma vermeldt bovendien o.m. voordrachten van
den auteur Piero Misciatelli, van prof. Mana-
corda en van prof. Giovanni Papini.
Verschenen is het verslag van het Provin
ciaal Waterleidingbedrijf van Noord-Holland
over 1935.
De belangrijkste mededeelingen uit dit ver
slag publiceeraden wij reeds eerder, terwijl de
toekomst van het bedrijf niet duidelijker ge
schetst kon worden dan in het interview,
dat wij eenige maanden geleden met den di
recteur mochten hebben.
t ft*
•M' sfe s
i
<u;.
V i -Z
X-
De drie gebrandschilderde vensters in de Haarlemsche Kathedraal, ge
schenk, van het Genootschap Alkmaar van den Stillen Omgang
In 1932, toen wijlen Mgr. Aengenent den
wensch te kennen gaf, dat alle vereenigingen
en corporaties in het Bisdom zouden bijdragen
tot de versiering van de Haarlemsche Kathe
draal, besloten de leden van den Stillen Om
gang te Alkmaar onmiddellijk, dat zij hun aan
deel aan dezen opzet niet mochten onthouden
en zegden zij de schenking toe van een drietal
gebrandschilderde vensters, die in de H. Sacra
mentskapel zouden worden aangebracht.
De Haarlemsche kunstenaar Han Bijvoet,
van wien ieder, die de kathedraal bezoekt, de
prachtige transeptramen kan bewonderen,
kreeg later opdracht het werk uit te voeren.
Eenigen tijd geleden kwamen de vensters ge
reed en eind vorige week werden zij ter be
stemder plaats aangebracht. De bijzondere
technische moeilijkheden, die bij het photogra-
pheeren overwonnen moesten worden, veroor
loven ons nu eerst een afbeelding van de ramen
te publiceeren.
Zondagmiddag werden de vensters ontdaan
van den voorhang, die hen tot dan toe aan de
nieuwsgierige blikken der kerkgangers had ont-
tiokken en werd de schenking dóór het bestuur
van den Alkmaarschen Stillen Omgang over
gedragen aan het kerkbestuur van de kathe
draal. Z. H. E. Mgr. J. P. Huibers stelde er prijs
op om Zelf bij deze plechtigheid tegenwoordig
te zijn.
De hoogeerwaarde heer E. Rengs, deken van
Alkmaar, lichtte in zijn toespraak toe, met
hoeveel zorg en moeite de schenking tot stand
was gekomen. Uit tal van regelmatige, kleine
giften heeft het bestuur de benoodigde som
bij elkaar gebracht. Tijdens de besprekingen
bleek nog, dat het bedrag aanzienlijk hooger
was, dan men zich aan de hand van een eerste,
zeer eenvoudige planteekening had voorge
steld. Desondanks heeft men de voorkeur ge
geven aan het meer uitgewerkte ontwerp, dat
de heer Bijvoet had vervaardigd. De gedachte
aan de plaats, waar de ramen zouden worden
geplaatst, dicht bij het altaar van het Allerh.
Sacrament en recht tegenover den bisschops-
troon, heeft hiertoe wel den doorslag gegeven.
Z. H. E. de Bisschop sprak zijn bewondering
uit voor de groote offervaardigheid die aan
dit geschenk het aanzijn gaf en dankte het
het bestuur van den Stillen Omgang en zijn
leden voor het prachtige sieraad, dat zijn ka
thedrale kerk weer een stap nader tot de uit
eindelijke voltooiing heeft gebracht.
De voorzitter van den Stillen Omgang, de
heer J. Baart, dankte Monseigneur voor Zijn
tegenwoordigheid.
In de H. Sacramentskapel heeft de heer Bij
voet de verschillende voorstellingen der ven
sters aan de aanwezigen uitgelegd. In tegen
stelling met de groote transeptramen, die zich
eerder leenen tot meditatie en rustig beschou
wen, heeft de kunstenaar zich bij het uitwer
ken van deze opdracht geheel aangesloten bij
de sfeer van 't Middeleeuwsche verhaal en heeft
hij een vertelling in glas geschapen, die pieus
en rustig de geschiedenis verhaalt van het won
der van Alkmaar, dat de oude stad van Sint
Laurens in de vijftiende eeuw tot een centrum
van diepe devotie heeft gemaakt.
Als voornaamste moment van dit verhaal
staat in het middelste raam de ontdekking van
het mirakel afgebeeld. Op den eersten Meidag
van 1429 had een jonge priester, Folkert ge-
heeten, in de parochiekerk van Alkmaar zijn
eerste H. Mis opgedragen. Bij de Nuttiging had
hij het ongeluk gehad enkele druppels van het
H. Bloed op het kazuifel te morsen. Zorgvuldig
had men de stukken uit het misgewaad ge
sneden, toen de diaken en de subdiaken na de
H. Mis in de sacristie drie bloedvlekken op het
kazuifelkruis ontdekten. En dit, terwijl de pries
ter bij het H. Offer witten wijn had gebruikt.
De priesters, die van het gebeurde getuigen
waren geweest, besloten aan het Mirakel geen
ruchtbaarheid te geven. Het bleek namelijk, dat
de jonge priester onwaardig de H. Wijding had
ontvangen. Bij een gevecht tusschen Alkmaar-
ders en Hoorenaars (weergegeven boven in
het linker venster) had hij eenigen zijner vijan
den gedood en daardoor een irregulariteit be-
loopen, waarvan hij docr den bisschop voor zijn
priesterwijding niet was gedispenseerd.
Al bewaarden de betrokkenen over het ge
beurde ook het diepste stilzwijgen, God wilde,
dat het Mirakel bekend zou worden. Tijdens
den volgenden winter werden eenige visschers
uit Vlissingen op zee door ijsgang bedreigd,
toen op hun bidden plotseling een Engel ver
scheen, die hen zei, dat zij zich na hun redding
naar Alkmaar moesten begeven om daar het
H. Sacramentsmirakel te vereeren (de verschij
ning van den engel is boven in het midden
raam afgebeeld). Toen de visschers, die na
tuurlijk nooit van een dergelijk Mirakel hadden
gehoord, in Alkmaar kwamen, begreep de
pastoor van den St. Laurens, dat hij nu niet
langer mocht zwijgen. Het wonder werd bekend
en bisschop Zweder van Kuilenburg stelde per
soonlijk het document op, dat nog eeuwen na
dien de waarheid van het gebeurde zou be
wijzen.
Boven in het rechtsche venster is afgebeeld,
hoe Folkert, die groot berouw over zijn mis
drijf had gekregen, verzoekt te worden opge
nomen in het Carmelietenklooster te Haarlem.
Men ziet hem neergeknield voor de klooster
poort aan de Groote Houtstraat. Op den ach
tergrond ziet men de Sint Bavo. Het anachro
nisme, dat de Haarlemsche kerk in dien tijd
nog niet de majestueuze vormen had, die de
kunstenaar afbeeldde, wordt voldoende ver
klaard door de primitieve verhaaltrant, waar
mee al de afzonderlijke voorstellingen stuk
voor stuk worden weergegeven.
Onder op het linkerraam zien wij den be
roemden geschiedschrijver Jan Gerbrantsz of
Jan van Leiden aan den arbeid, die naast de
Wij ontvingen het jaarverslag van den toe
stand der gemeente Haarlem over 1935, be
staande uit diverse verslagen van gemeente-
instellingen, reeds door ons successievelijk ge
publiceerd. Enkele bijzonderheden zijn niette
min wel waard nog even vermeld te worden.
Zoo bedroegen de bouwkosten van de in uitvoe
ring gekomen bouwwerken een bedrag van
ƒ3.706.000 tegen ƒ3.786.000 in 1934 en ƒ7.006.990
in 1931. Een vermindering, die boekdeelen
spreekt! Opmerkelijk is, dat op „maagdelijk
terrein" (d.wz. terrein waarop nog nooit ge
bouwd is) nog vele tweekamerwoningen wer
den gebouwd Eenkamer-woningen kwamen niet
voor evenmin als in de oude stad. Het gebrui
kelijke aantal kamers van de nieuwe wonin
gen bedroeg 46. Toch werden er ook nog vele
drie-kamer-woningen gebouwd. Op 31 Decem
ber 1935 waren 1601 woningen onbewoond, d.i.
138 meer dan een jaar daar voor. Bijna 4% pet.
van het aantal woningen was inbewoond, een
gevolg van het feit, dat er meer woningen zijn
gebouw dan er aan behoefte was. 1935 was een
nat jaar. De neerslag bedroeg 886 m.m. tegen
768 in 1934. Dit laatste jaar was echter vrij
droog. De gemiddelde neerslag is 759 m.m. Het
waterverbruik nam met bijna 6 pet. af, maar
toch werd er nog ruim 2.000.000 water opge
pompt.
Blijkbaar is men wel erg zuinig geworden met
waterverbruik. In 1935 verbruikte men immers
44 liter per dag en per hoofd der bevolking.
6 jaar daarvoor was het bijna 51 liter en 13
jaar daarvoor in 1922 zelfs 60 liter. Daartegen
over staat, dat men in 1900 maar 30 liter ver
bruikte. Zijn we nu zooveel dorstiger gewor
den?
Over onze openbare straatverlichting wordt
nog wel eens geklaagd. Maar weet ge, dat ze
2162 gloeilampen in gebruik heeft en 65 na-
triumlampen? Dat er 80 verlichte zuilen, palen
enz. als lichtbakens voor het verkeer in Haar
lem staan? Ook het gasbedrijf draagt een aan
merkelijk deel, zelfs het leeuwendeel nog, aan
de openbare straatverlichting bij: op 31 De
cember 1935 waren 3919 gaslantaarns met
10.691 branders geplaatst. Dit is 60 meer dan
een jaar tevoren. Op sommige straten, men
zie maar eens den Verspronckweg, kan men
zien welke verscheidenheid Haarlem op het
gebied van openbare verlichting bezit. Het is
als een museum van lantaarns, gas- zoowel als
electrische
Het verslag van de gemeente-reiniging ver
meldt, dat er één paarci aangekocht in 1925,
nog op stal staat. Inmiddels is „Jetje" alweer
ter slachtbank geleid. Het verslag klaagt steen
tn been over het te vroeg buitenzetten van de
vuilnisbakken en voorts over de verspreiding
van vuil bij het groeiende aantal consumptie
automaten.
Dat bij dezen dienst practische en handige
menschen zijn, die van oude dingen nog iets
nuttigs kunnen maken, blijkt wel uit de mede-
deeling, dat in eigen werkplaats op een oud
Ford-chassis een zandblaasinrichting werd ge
bouwd, waartoe de motor en de onderdeelen
van een overcomplete beerpomp werden genut,
o.a. hoogst nuttig voor het verwijderen van
politieke opschriften, waarmebte in den es.
verkiezingsstrijd Haarlems straten wel weer
zullen worden „versierd".
Het Centraal Vervoer heeft veel werk door
de keuringen van en de technische controle
op taxi's en autobussen. Niet minder dan 54
cronieken, waarom hij vooral bekend is ge
bleven, ook een beschrijving heeft gegeven van
het Mirakel van Alkmaar. Jan van Leiden,
die later prior van het Haarlemsche klooster
werd, heeft persoonlijk de bijzonderheden over
het wonder uit den mond van den rouwmoedi-
gen Folkert opgeteekend. De boetvaardige
priester is nogmaals op het rechtsche venster
afgebeeld, verzonken in de beschouwing der
eeuwige waarheden. Voor hem op den grond
staat een hulstplant, van ouds het symbool van
berouwvol bezinnen. Folkert's vriend Jan Ger
brantsz zien wij juist zijn cel binnentreden.
Midden op de zijramen twee symbolische
voorstellingen: het bloed van het paaschlam,
waarmee de Joden op Gods bevel hun deur
posten moesten besprenkelen om door den ver
derfengel te worden gespaard, en Christus' ver
zoenende Kruisdood, dagelijks op mystieke
wijze herhaald in het H. Misoffer. Het wapen
van Alkmaar, door engelen gewapend, heeft
de kunstenaar midden op het centrale ven
ster geplaatst.
De heer Bijvoet heeft by zijn arbeid bijzon
dere moeiiykheden moeten overwinnen. Door
uiterst zorgvuldig zijn kleurwaarden en tinten
te kiezen, heeft hij echter de hinderlijke scha
duw van den achterliggenden muur zooveel mo-
geiyk weggewerkt. In soberen verteltrant heeft
hij het wondere gebeuren weergegeven, zooals
wy ons dat het liefst herinneren, in de rustige
sfeer van de innig-middeleeuwsche devotie,
waarvan de Alkmaarsche Stille Omgang de
goede traditie op een gelukkige wijze heeft
teruggevonden.
In dezen zin heeft het Alkmaarsche Genoot
schap de kathedraal verrijkt met een kunst
werk, dat op de plaats, waar het is aangebracht,
boven de sacristiedeur, waaruit de priester
's morgens naar het altaar treedt om het H. Of
fer op te dragen, een geheel bijzondere betee
ken is verkreeg.
l Jecovitol levertraan weten-
schappelijk de beste lever
traan voor U en Uw kind.
Verkrijgbaar bij apothekers
endrogistenafó.75 p.fJacon
autobussen en 186 taxi's enzoowaar ook
nog één chauffeur werden in 1935 gekeurd. 32
wagens werden hiervan afgekeurd. Hoewel niet
-.ermeld, zullen wij maar aannemen, dat de ééne
chauffeur aan de remproeven heeft voldaan en
dus goedgekeurd is. De dienst beschikt thans
over een ingebouwden remstoel in de werk-
p'aats, zooclat rembeproevingen niet meer tot
beproevingen voor voorbijgangers op den open
baren weg behoeven te leiden.
De gemeentelijke ontsmettingsdienst is blijk
baar nog lang niet overbodig ondanks de
spreekwoordelijke zindelijkheid van onze Hol-
landsche huismoeders. Niet minder dan in
3721 woningen moest controle verricht worden.
Het Havenwezen-verslag vermeldt, ebt er
hier in Haarlem 64 bruggen bestaan, 57 vaste
en 7 beweegbare. Voor een schipper een heele
passage als hy ze alle passeeren wil! Datzelfde
verslag klaagt er over, dat de reddinghaken,
die op 44 plaatsen zün opgehangen, vrywel
cagelijks door de jeugd in het water wor
den geworpen of beschadigd. Laten de oude
ren een handje helpen bij de controle! De
Geneeskundige Dienst heeft al evenpoo een
klacht. Slechts 19 personen lieten zich kosteloos
inenten tegen pokken, hetgeen veel en veel te
weinig is.
In bijna ieder verslag van een ongeluk wordt
vermeld: „Nadat een lid van den Ongevallen-
dienst de eerste hulp aan het slachtoffer had
verleendEr blijkt dat Ongevallendienst
in 1935 maar even 1900 keer hulp heeft ver
leend in totaal!
Doodschouw behoefde maar 4 maal te ge
schieden tegen 10 maal een jaar daar voor.
De Arbeidsbeurs heeft aan 15 geschoolde ar
beiders, die naar Zuid-Afrika wilden emigreeren,
ce noodige middelen voor reis- en landings-
kosten gegeven. Aan 10 werd het geweigerd.
Hoeveel vreemdelingen hier in Haarlem werk
zaam zijn blijkt wel uit de 244 adviezen uit
gebracht voor het verleenen van vergunning
voor arbeid door vreemdelingen.
Het Maatschappelijk Hulpbetoon wyst in zün
verslag er op, dat het aantal vreemdelingen,
die ondersteuning kwamen vragen in 1935 zeer
toenam. De dienst heeft toen eens een onder
zoek ingesteld met als resultaat, dat een aan
tal hunner met behulp van den dienst vrijwil
lig is gerepatrieerd, waardoor een niet onbe
langrijk bedrag aan ondersteuning kon worden
bespaard. Slechts enkele gevallen bleven over.
De dienst moest63 ïykkisten (36 in 1934)
verstrekken voor 34 (19) volwassenen en 29
(17) kinderen. De kasten bedroegen in totaal
ƒ595.92 (ƒ330.04).
Zeer groote hoeveelheden goedkoop voedsel
zijn in 1935 verstrekt: 56956 K.G. margarine
£0791 K.G. vleesch, 35826 K.G. gehakt en dui
zenden kilogrammen groenten.
Het tehuis voor Ouden van Dagen verpleegde
in 1935 70 mannen en 30 vrouwen of 30 R.K.,
5S Protestanten en 10 zonder godsdienst. Dit
toont dat niet alle R. K. Ouden van Dagen in
R. K. Tehuizen worden verpleegd. Hoe pre-
cieselijk de verslagen zyn, blijkt wel hieruit,
cat men in Haarlems Kindertehuis zelfs de--
porties middageten telt. Totaal waren het ep
J0774, waarvan 6215 kinder- en 4559 beambten--
porties! In het Kindertehuis, het zij volledig
heidshalve vermeld, waren 90 kinderen opge
nomen.
Gisterenavond werd de eerste les van den
cursus in Wijsbegeerte, welke onder auspiciën
van Geloof en Wetenschap te Haarlem door
pater F. J. van de Vraude M.S.C. in het ge
bouw der St. Josefgezellen gegeven wordt, met
een toepasselijk woord door den voorzitter
van G. en W. geopend.
Aan dezen cursus, die iederen Maandagavond
gehouden wordt en twee jaar duurt, nemen 28
dames en heeren deel. Dezen ontvangen in
iedere les een beknopt overzicht van de te ver
handelen stof.
De Haarl. Verg. van Kanarievrienden „Ons
Genoegen" organiseert, met medewerking van
den Alg. Ned. Bond voor Kanarieteelt en Vo
gelbescherming, een propaganda-avond met
lichtbeelden op Donderdag 15 October, des
avonds acht uur, in het Hotel-Café-Rest.
„Spoorzicht", Stationsplein (ingang voorzijde).
Er zullen lezingen gehouden worden door de
heeren F. P. van Beuzekom en J. W. van Hees,
resp. voorzitter en propagandaleider van dien
bond, de welbekende sprekers, die meerdere
malen voor de microfoon optraden..
Op duidelijke wijze zal een aanschouwelijke
Ier gegeven worden in de kanariesport, welke
helaas te weinig nog wordt beoefend.
Velen hebben een kanarievogel, hebben mis
schien ook al eens gekweekt, doch weinigen
weten nog, wat een prachtzangers er met goede
voorlichting en doelbewuste kweek uit zoo'n
teestje te halen zijn.
Daarom raden wij iederen vogelliefhebber aan,
dezen avond niet te verzuimen. De toegang is
vrij.
UIT HET FRANSCH VERTAALD
DOOR CHRISTINE KAMP
llllllIIllllimilllllllllllIIIIIIHtllllKIIIHIUUIIHIIIIHIIIIIHIIlHIltHlIllilIÏÜj
39
He> hare, dat was onmogeiyk! De post kwam
altijd eerst in de handen van mevr. Liserolles
of van haar zoon. Moest zü dan letters opgeven
voor poste-restante?
Zij richtte zich op, alsof zü een kaakslag had
ontvangen. Tot nu toe had zij alleen de mooie
zijden van haar verlangen gezien, maar opeens
verbeeldde zij zich te staan aan een loket, rood
tot achter haar ooren, de letters met moeite
stamelend en door haar manieren aan de amb
tenaren den indruk gevend, dat zij iets te ver
bergen had.
„Neen, neen," dacht zij, „geen zijwegen! Wie
Weet, waartoe ik zou komen! Misschien woont
die Ourania in ParysAls wy briefwisseling
gingen houden, zou hy kennis met my willen
maken, my vragen hem een rendez-vouz toe te
staanZou ik den moed hebben dat te
Weigeren, aan de bekoring te weerstaan?"
Zij meende oom Michel weer te zien onder
net prieel in den tuin van het oude huis. „Het
8roote gevaar, als men niet meer beminnen
dat is een hart te zoeken, dat aan het
beantwoordt, dat het begrijpt en troostVoor
de vrouw is er geen meer te duchten ge
vaar."
Had de heilige missionaris in de toekomst
gelezen? Men zou het zeggen
„Margaïta," had hij er aan toegevoegd, „be
loof my, dat je je leed enkel aan God zult toe
vertrouwen."
„Dat heb ik beloofd," dacht de jonge vrouw.
„Ik mag mün belofte niet verbreken door een
onvoorzichtigen stap."
zy verscheurde haar kladje om niet bekoord
te worden het over te schrijven, maar zy kon
niet zoo gauw haar gedachte los maken van
dien Ourania. „Ik overdrijf mijn gemoedsbe
zwaren," dacht zy. „Hij schijnt wel zedelijk
groot van karakter te zijn. Misschien zou de
omgang met hem mij goed doen.... Ik moet
raad vragen...."
Toen zy zich den volgenden dag wat beter
gevoelde, ging zij naar het gesticht voor oude
lieden, verscholen in een park, waar het gezang
der vogels de oudjes verheugde.
Aan den rector vertrouwde zij haar dwaling,
haar teleurstellingen, haar spijt, haar verwach
ting van moeder te worden, zoo vervuld van
ongerustheid, toe en ook haar verlangen om
een hart te vindendat haar begreep, ondanks
de belofte aan haar oom den missionaris ge
daan.
Zonder haar in de rede te vallen, luisterde hy
naar haar, dan sprak hij wijze woorden, verzacht
door zyn vaderlijke stem: „Mijnkind, wantrouw
die gevoelens. Die zouden u meesleepen. Uw oom
had groot gelük: in plaats va® troost te zoekep.
die nog grootere smarten zou voortbrengen,
probeer uw leven weer op te bouwen met de
brokstukken van uw droom. Dat kindje door
God u beloofd, zal misschien de bekeering van
zy'n vader verkrijgen. Voor hem moet u reagee-
ren, u niet laten verpletteren door het verlies
van uw illusies. Hoeveel vrouwen zyn er niet, die
in het huwelük niet hebben gevonden, wat zij
hoopten! En toch zijn zij voortgegaan met
hun plicht te doen, heel eenvoudig omdat het
hun plicht was, de uitdrukking van den God-
delijken WilUw opvoeding heeft u geleerd
waar de steun te vinden is, dien wij in onze
zwakheid zoo noodig hebben. Ga dien vaker
zoeken. En dan vergeet niet, dat in het Sacra
ment, dat u op den dag van uw huwelijk ont
vangen hebt, een speciale genade wordt ver
leend, die door velen geminacht wordt, maar
waaraan u zult meewerken en als dan uw ver
der leven niet zoo gelukkig is als u het wel
had verwacht dan zal het ten minste waardig
zijn. Het zal de lijn vervolgen van die voorzaten,
waarover u mij gesproken hebt, die u wel iew
van hun ziel hebben meegedeeld."
Zoo sprak hy nog lang en zy nam in haar
gemoed op die zoo eenvoudige, maar diep
zinnige woorden, zoo verschillend van die zij
telken dage moest aanhooren. Zij zou ze in
haar eenzame uren voortdurend overdenken.
Toen zij thuis kwam, bemerkte Yocheppa,
dat haar meesteres er opgewekter uitzag.
„Liefje," zei zij, terwyi zy haar de thee bracht,
„wat zou men alleen zyn in dit groote Parijs,
als men niet den Vriend had, die tot na den
.dood wis bijblijft!"
Iets later kwam Mona door den kleinen salon
om van het bureau de vellen te nemen, bedekt
met het zenuwachtige schrift van haar ^pa
troon", zooals zy Liserolies noemde.
„O, mevrouw," riep zij uit, „ik behoef niet te
vragen of u wat beter bent. Er is als een lichtje
in uw oogen."
Toen zy terugkwam, voegde zij er aan toe:
„Jammer, dat u ook niet schrijft! Ik ben over
tuigd, dat uw werk zou gehjken op dat van
„De Behoedster van den Haard," dat de men
schen elkaar uit de handen rukken en dat ik
zoo mooi vind. Gisteren waren wij al aan het
driehonderd duizendste exemplaar. Het is het
grootste succes van den laatsten tijd!"
Maar dien avond nam Margaïta niet het boek
ter hand, waar zij zoo veel van hield; zij was
te bang toch te bezwijken in de bekoring van
een heimelüke correspondentie, die zij wist, dat
gevaarlijk en misdadig zou zün. Maar op een
dag, dat geruchten haar door anderen overge
bracht, haar hart pijn hadden gedaan, nam zü
het weer op om in die bladzyden wat vergetel
heid te zoeken. Zij had er slechts eenige
regels van gelezen, toen de schel aan het hek
haar plotseling deed sidderen.
Het was een van die heete dagen, zooals er
in Juni in Parijs voorkomen, als de atmosfeer
op die van een oven gelijkt. Wie kwam haar
bezoeken op zoo'n dag?
In de stilte, die in het huis heerschte, hoorde
de jonge vrouw opeens de stem van Yocheppa,
die in het Baskisch ui trien: „Wat, mijnheer,
bent u daar! Wat een verrassing."
-.3ü richtte zich op. deed haar best om sterk.
gelukkig te ïyken, hem toe te lachen, die zou
binnentreden: haar vader, oom Janeki, als het
niet mynheer pastoor was.
Het was Dominique, die zich vertoonde, groot,
ernstig, waardig.
„Ik ben voor twee dagen hier in Parijs," ver
klaarde hü, ,,en nu heeft juffrouw Gracieuse
mü een pakje voor u meegegeven."
Hy haalde het uit zyn jaszak: onder het
zü'den papier kon men kleine kleedingstukken
vermoeden, sokjes, truitjes, mutsjes.
„Uw tante had zelf hier willen komen," ver
volgde hü, ,,maar zij was verhinderd door den
toestand van uw oom Janeki
„Wat? Is hy ziek?"
„Sedert eenigen tijd klaagt hü over duizelin
gen en hoofdpijn. Uw tante hoopt, dat u ge
durende de vacantie zult kunnen komen, in
Biarritz misschien...."
Margaïta schudde droefgeestig het hoofd. ,,Ik
vrees, dat daar niets van komen zal. Mün man
vindt, dat de zomers in Baskië te heet zijn, hü'
spreekt er van om naar Bretagne te gaan,
ergens in een stille streek om het manuscript
af te maken van een werk, dat een der bladen
hem heeft besteld. Natuurlijk ga ik met hem
mee."
Er kwam een stilte. Dan vervolgde zij ,,Ik
zou liegen als ik zei, dat het) mü' niet spüt. Ik
zou graag weer eens teruggegaan zyn naar het
dierbare land, dat al mijn liefde bezit hetgeen
dit boek, dat u zeker ook wel zult kennen, mü
beter heeft doen beseffen
Hy keek even naar het boek, dat zij hem voor-
1deld ea.zei eenvoudig: „Ja. ik ken het..~r
„Ik heb het herhaalde malen doorgeleden.
Daarin wordt uitgedrukt wat ik vaag in mijn
binnenste gevoelde, maar niet tot uiting
kon brengen, alles, wat zij, die mijn omgeving
vormen, nooit zullen begrijpen
Hij zweeg, men hoorde slechts het tikken van
een oude, Normandische klok, de stem van de
keukenmeid, die in den tuin met haar buur
vrouw stond te praten en in de verte de tram,
die langs de Avenue reed.
Margaïta hernam: „Spreek my over uw zus
ter. Haar vriendschap mis ik zoo."
„O, ik zou het haast vergeten.... Zij heeft
mij een briefje voor u meegegeven." Hij opende
zijn portefeuille en haalde er een envelopje
uit.
„Dat is als het ware haar vaarwel!" ver
klaarde hy met heesche stem.
„Wat? Gaat zij al naar het klooster?"
„Ja, maar «eerst in het volgende voorjaar.
Ik heb haar daartoe overgehaald. Hoewel zif
het niet liet merken, voelde ik wel, dat zü zich
gedrongen voelde om haar roeping te volgen."
Alweer stilte. Had Josefa niet gezegd, dat rih
vertrekken zou als haar broer ging trouwen T
Had Dominique zyn keus gedaan? Kwam hy zijn
verloving aankondigen? De jonge vrouw zette
die gedachte, die haar eenigszins verwarde, van
zich af en om toch maar iets te zeggen, vroeg
zy: „En die arme Ca tali? Is zij naar het
klooster gegaan? Tante spreekt nooit over
haar."