ONWAARDIGEN D f Medische Kroniek EXPORT NAAR BELGIË HET WOORD VAN DEN KONING aan een eigen wei BELANGEN DER LANDS VERDEDIGING ZONDAG 18 OCTOBER 1936 è>ocSl§6. VAN WEEK TOT WEEK k«: Voorloopige oplossing gevonden deze week verdere onder handelingen UITVOERING ZIEKTEWET Critiek op gedifferentieerde premie der Raden van Arbeid Bij de afsluiting der Zuiderzee DE UITWIJZINGSKWESTIE Was de „Gau Holland" van de N.S.D.A.P. een „vergissing"? DE GRONDWETSHERZIENING Tweede Kamer betuigt haar in stemming met kleinere wijzigingen ZEEVISCH VOOR WERK LOOZEN Werktijdenbesluit fabrieken of werkplaatsen Binnen 2 a 3 weken de eerste verstrekking ONDER AAMBEELD TERECHT GEKOMEN Prinses Juliana naar Duitschland Huwelijksdatum nog niet bekend DE GRONDWETSWIJZIGING Werkgeversverbond adresseert tegen openbare lichamen voor beroep en bedrijf De Slamat weer in de vaart Levenskracht Postvluchten De Russische wijsgeer Nicolai Berdiajeff heeft bij het Vita Nova Verlag te Zürich een drietal opstellen over het Christen dom uitgegeven, welke hij bundelde onder den «tel: Over de waarde van het chris tendom en de onwaardigheid van d6 christenen. Dit is een titel, die te den ken geeft! Zoo gaarne betoogen wij met klem, dat het christendom de eenige redding kan hengen uit den geestelijken en zelfs uit den stoffeiijken chaos, die over Europa losbrak, doch Wat bedoelen wij dan met „het christendom"? ^e verheven leer van het Evangelie en de over- levering der heiligen of bedoelen wij de prac- Üsche levenswijze van de tegenwoordige chris- tenen? Wij weten natuurlijk heel goed, dat beide in overeenstemming moeten zijn, doch bet is heusch geen bescheidenheid, het is dood gewone waarheidsliefde, die ons moet doen toegeven, dat in het openbare leven nogal eens 'ets aan deze noodzakelijke overeenstemming °dtbreekt. De apologie van het christendom bebben wij rustig overgelaten aan de weten- ,Schappelijk gevormde intellectueelen, in het v°lle vertrouwen, dat dezen wel, toegerust met bun groote kennfs, op alle bezwaren, van an dersdenkende zijde geopperd, een passend en °Vertuigènd antwoord zouden geven. Maar de ^are apologie van het christendom is het leven Van de christenen. Het is niet alleen het parti culiere vrome leven van dezen of genen chris ten, het is vooral het openbare en het histori- 6che leven van de geheele gemeenschap der fristenen, waarvan een apologetische, overtui gende werking op de wereld moet uitgaan. Ge beurt dit nog? Nicolai Berdiajeff schroomt niet te beweren: ''Net grootste argument tegen het christen dom leveren in onzen tijd de christenen zelf". Nit is een ernstig woord! De christenen zijn door hun gedrag en door de oppervlakkigheid ^an hun levensopvattingen zoo meent deze cultuur-philosoof een beletsel voor degenen, die de waarheid zoeken. Ze Worden tot het christendom niet meer aangetrokken, zoodra ze "bet de christenen hebben kennis gemaakt, en daarom zoeken zij het bij allerlei schijnvormen van godsdienst, allerlei verbasteringen, verwa rringen en versmeltingen van Indische of an- t'eke heilsgedachten, en ten slotte bij een har- do goddeloosheid, die de basis wordt van een bationalistisch rechtvaardigheids-ideaal of van anti-christelijken grootheidsdroom. In vroeger tijden wist men beter onderscheid 'e maken tusschen de leer, en het leven, maar bet tegenwoordige gedachten-leven wordt be- boerscht door een sterke aandacht voor den "rensch en voor het menschelijke, en dit is de leden, waarom men ook het christendom niet •beer beoordeelt naar wat het wezenlijk is, doch alleen naar de wijze, waarop het zich aan de waarneming voordoet, d.w.z. naar het leven Van de geloovigen. De lauwe geloovigen ver dringen dus de aandacht, die moest uitgaan daar het vurige geloof. De slechte christenen bellen het voortreffelijke christendom in de Schaduw. Het meerendeel onzer tijdgenooten is vast overtuigd, dat de oppervlakkige, al te 'bchthartig levende christenen, die geen geest drift en geen bezieling meer kennen en die ge heel zijn opgegaan in de lauwheid en lamlen digheid der burgerlijke maatschappij, de echte Vertegenwoordigers zijn van den christelijken Godsdienst, en ze komen tot de (verkeerde, Jbaar in zulk geval begrijpelijke) gevolgtrek- 'bg, dat het christendom een dood stelsel van botten, voorschriften en geloofspunten zou zijn, daarvan geen begeesterende kracht meer uit- Gaat, en dat het christendom zijn tijd gehad eeft. Het behoort tot een voorbijgegaan tijd perk van de geschiedenis der menschheid, zoo jbdeneeren deze ongeloovigen, die slechts naar et leven der christenen kijken. Het heeft zich- teif overleefd, er gaat geen enthousiasme meer ^bri uit, en het zal weldra gedoemd zijn, plaats te tie blaken voor nieuwe geestdriftige bewegingen, de wereld overstroomen. Het christendom nog juist goed genoeg voor gezapige en lau- 6 conservatieven, maar den vooruitstrevenden ^ehsch heeft het niets te bieden. Het is een erinnering aan vroegere grootheid. Thans ver eert het in een diep verval, een soort dood op, waaruit het wel niet meer zal ontwaken. ^°o is inderdaad de meening van velen. ^Vie het christendom werkelijk kent, weet el goed, dat deze meening volstrekt onjuist Het christendom is de religie van de liefde. °ch kan men zeggen, dat deze mystieke lief je tegenwoordig nog het openbare christelijke v®h in Europa doordringt, er vorm en kleur ban geeft, er het onmiddellijk waarneembare bit. bttierk van vormt? Zeker, de liefde is niet 'Gestorven. Ze zal nooit geheel verdwijnen uit net q mystieke Lichaam van Christus, waarvan befde de hartslag is. Maar ze schijnt zich bebben teruggetrokken binnen ondoordring- re muren, deze liefde. Ze straalt niet meer haar buiten, in het openbare, voor iedereen v btbare leven. Men ziet, als buitenstaander, j-^bdaug de Werkelijke grootheid van de chris- 'Jke levensopvatting niet. j^'Net christendom is mislukt. Het heeft in ^'cduizend jaren van de menschen weinig 6bs kunnen maken." Deze meening hoort herhaaldelijk, b.v. op pacifisten-congressen °E> sociale bijeenkomsten van maatschappij- "ery 'ormers met een materialistische wereldbe- 0Llwing. En deze meening vindt buiten onze bgen heel wat meer aanhang dan wij door- bs Wel weten of gelooven. De „mislukking het christendom", in dezen zin opgevat, is vaste stelregel van de communistische pro- bjga,bda. Wij weten, dat deze veel verkondigde eehing onjuist en onhoudbaar is, en onrecht- t>.., big, maar wat kunnen wij er tegen in bren- "li 9 171 aen neutraal orgaan bevatte onlangs hier (^Nederland een geweldig groote advertentie, bancie uit de woorden: „Geef het christen- een kans!" Het feit, dat zulk een annonce 6 jb is in een land, dat toch geheel door christendom werd beschaafd en beheerscht, in wezen nog altijd een christelijk land *b®bi men een veelketeekenend feit noe- Het christendom moet om een kansje eb, nadat het alle vormen van beschaving \6st kbheerscht, nadat het de grondslag is ge- Van alle Wetgeving, van alle bestuursor- nisatie der volkeren! Men moet het christen dom „een kans" geven, uit sportiviteit, want (zoo suggereert zulk een advertentie) als men niet fair is tegenover het oude christendom, en het deze kans niet gunt, dan loopt het af met de christenheid in Europa, dan wordt ze over rompeld door andere, nieuwere stroomingen, die de werfkracht en de geestdrift hebben van het nieuwe, het oorspronkelijke, het frissche. Is het christendom dan achterlijk geworden, onfrisch, verouderd, laat ons zeggen: oudbakken? Het christendom zélf kan niet verouderen. De leer der liefde is eiken dag even frisch. Ze is eeuwig. Maar de levenswijze van de christe nen, ja, daarin is veel verstard en verouderd en onfrisch en onaantrekkelijk geworden. Daar gaat in menig geval geen werfkracht meer van uit. Het is nog alleen in staat, het christendom antipathiek te maken bij zijn beoordeelaars. Berdiajeff merkt echter op, dat het Europee- sche christendom zich in een zware crisis be vindt, en hij verwacht, dat het uit deze crisis te voorschijn zal komen met grooter heerlijk heid dan het te voren vertoonde. Wederom zijn, als zoo vaak in de geschiedenis, de christenen blootgesteld aan bloedige vervolging en harde onderdrukkingen in verschillende landen der wereld, en deze sterke anti-christelijke stroo ming zal vermoedelijk nog toenemen in felheid. De christenen hebben door hun lauwheid en hun oppervlakkigheid zelf dezen toestand uit gedaagd. Thans zijn zij wel gedwongen, de edel moedigheid, de offervaardigheid, de echte held haftigheid te toonen, die men niet meer bij hen kon waarnemen, uitzonderingsgevallen daarge laten. De geschiedenis dwingt de christenen opnieuw tot een verwerkelijking van hun leer in het particuliere en in het openbare leven. De onwaardige christenen, die de waarde van het christendom onzichtbaar maakten, zijn thans gedwongen, hun onwaardigheid te boeten. De wereld gaat nooit nieuwe dwalingen aanhan gen, zóólang de oude waarheid haar volle kracht toont. De opkomst van communisme en nationaal-socialisme beteekent en geeft te verstaan, dat er met het christendom iets niet in orde Was. Maar de nieuwe dwalingen ont goochelen den mensch al spoedig. Zal de oude waarheid dan haar volle kracht toonen? De ontgoochelde liberalen, waar gaan zij heen? Naar het oude en ware christendom of naar de nieuwe en leugenachtige heilsleer van het ma terialisme, linksch of rechtsch? Waarom trekt de waarheid hen niet sterker aan? Wie eerlijk deze vragen overweegt, zal voelen, wat er aan het christelijke leven van heden, trots zijn ster ke uitwendige organisatie, ontbreekt, en deze zelfkennis zal het begin eener noodzakelijke zelfverbetering zijn. Onze maatschappij moet den terugweg vinden naar de liefde. Ze zoekt in iederen christen een gids. A. v. D. Naar ons uit Brussel gemeld wordt, heeft de Nederlandsche gezant aldaar, mr. J. A. N. Patijn, een onderhoud gehad met den Belgi schen minister van Buitenlandsche Zaken, den heer Spaak, over de beperkingen van den in voer van Nederlandsche landbouw- en zuivel producten. Dit onderhoud heeft geleid tot een voorloopige oplossing, waarbij de Belgische regeering con senten zal verleenen voor een invoer van 25.000 K.G. boter en 75.000 K.G. varkensvleesch voor deze maand. De toestand voor schapenvleesch wordt als van ouds gehandhaafd. Nederland zal dan controle op de exportprijzen uitoefenen, teneinde te voorkomen, dat de Belgische markt valuta-concurrentie ondervindt. Deze week zullen er onderhandelingen worden gevoerd, om een regeling tot herstel van het Nederlandsch-Belgische handelsverkeer te tref fen. van alle geestelijke en stoffelijke orga- In een drukbezochte algemeene ledenverga dering van de federatie van bedrijfsvereenigin- gen, te 's Gravenhage gehouden, waar aanwezig waren een 150-tal werkgevers- en arbeidersver tegenwoordigers uit het geheele land, allen be stuursleden van bedrijfsvereenigingen tot uit voering van de Ziektewet, heeft mr. B. C. Slo- temaker, secretaris van het Verbond van Ne derlandsche Werkgevers, tevens bestuurslid en secretaris van de federatie, een inleiding ge houden over cle bezwaren tegen de regionale ziektewet-premie van de raden van arbeid. Spreker stelde voorop, dat de sinds 1 Juli j.l. tot stand gekomen verlaging van de ambtelijke ziektewetpremie bij een aantal raden van ar beid op zichzelf een gelukkig verschijnsel is. Verlaging van lasten blijft in dezen tijd een belangrijk punt. Spr. betreurde echter, dat van deze gelegen heid tot premieverlaging tevens gebruik is ge maakt om het landelijke eenheidstarief van de raden van arbeid te vervangen door een regio nale premie-indeeling, waardoor de ambtelijke ziektewetpremie nu voor verschillende deelen des lands verschillend is geworden. Spr. wees er o. m. op, dat de gedifferentieerde ambtelijke premie tot onredelijke consequenties leidt. Hij noemde daarvan verschillende voor beelden, welke verband houden met het feit, dat cle hoogte van de premie van de raden van arbeid normatief is voor het deel der premie, dat afgehouden mag worden van het loon ook door werkgevers, aangesloten bij be drijfsvereenigingen. Niet minder bedenkelijk noemde spr. den storenden en clssorganiseerenden invloed van deze gedifferentieerde premie op de uitvoering van de Ziektewet door bedrijfsvereenigingen. Spreker hoopte, dat de minister van Sociale Zaken bereid zou worden gevonden uiterlijk met ingang van 1 Januari 1937 want dan eindigt een loopende vergunning aan alle werk gevers tot handhaving van de oude aftrekrege ling de ambtelijke eenheidspremie te her stellen, doch dan op een lager niveau dan vroeger. Nadat dit betoog door verschillende aanwe zigen was onderstreept, besloot de vergadering onder algeheele instemming aan den minister van Sociale Zaken te verzoeken wel te willen bevorderen, dat bij de raden van arbeid weder om een eenheidspremie zal worden ingesteld. mmrnmê Volgens het verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot wijziging van de wet van den 29sten Juni 1925, betreffende maatregelen en werken noodig tot voorziening in de belan gen van de landsverdediging in verband met de afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee werd gevraagd, voor welk bedrag van de aan vankelijk geraamde 20 millioen gulden thans reeds uitgaven zijn gedaan, welke militaire wer ken zijn aangelegd en tot welk bedrag. Zal de te verwachten prijsstijging van mate rialen, zoo vroeg men eindelijk, er niet tot moeten leiden, althans voor het jaar 1935 de bijdrage van 2'00.000 nog te storten? Donderdagavond is te Berlijn een vergadering gehouden van de Nederlanders te Berlijn, waar in de heer De Heer een uiteenzetting gaf van het bekende uitzettingsconflict. Spr. deelde o.m. mee, dat de politie bij een inval in een Duitsch vereenigingslokaal een lidmaatschapskaart van de N.S.D.A.P. had aangetroffen, waarop gedruki stond: „N.S.D.A.P.Gau Holland". Er zou dus een Nederl. afdeeling van de N.S.D.A.P. bestaan, hetgeen tegen het Gentleman's Agreement met Duitschland is. De Duitsehe regeering excu seerde zich er mede, dat de partij-administratie in Muenehen „een vergissing" had begaan. Verd-er sprak, nog ds. v. Hoogenhuyze uit Am sterdam. die weer eens een bij ditstek „na tionale" pro-Duitsche redevoering afstak. Aan het voorloopig verslag der Tweede Ka mer over het wetsontwerp tot wijziging der Grondwet ontleenen wij nog het volgende: Met de voorgestelde wijziging van den naam „Curagao" in „Nederlandsche Antillen" betuig den verscheidene leden hun instemming. De wijziging, welke de regeering voorstelt aan te brengen in artikel 73 der Grondwet, voorzoover dat den zittingsduur van de beide Kamers der Staten-Generaal betreft, werd al gemeen een verbetering geacht. Met de voorgestelde wijziging betreffende hoofdelijke stemming in de Staten-Generaal betuigden zeer vele leden hun instemming. De aandacht werd gevraagd voor artikel 132 der Grondwet, dat na deze wijziging niet on veranderd zal kunnen blijven. Voor de Provin ciale Staten zou men het aantal leden, dat hoofdelijke stemming kan eischen, op 3 gesteld willen zien. Plicht heseffen, zonder vragen Wat een ander zegt of doet, Onafhank'lijk, zelf besluiten, Is een blijk van mannenmoed! Tijdig bakens te verzetten, Krachtig hand'len, fier en sterk, Niet op sleeptouw laten nemen, Dat is waarlijk mannenwerk! Niet in anders kielzog varen, Hoe men ook te paaien tracht, Moedig zélf het roer te houden, Geeft bewijs van mannenkracht! Zelf je meening durven zeggen. Sterk als ijzer, hard als staal, Onverschillig voor bestrijding, Dat is nog eens mannentaal! Zelf je richting te bepalen, Wat de wereld daarvan zeg', Recht naar 't doel door plicht gewezen, Dat 's een koninklijke weg! HERMAN KRAMER Bij K. B. is bepaald, dat het werktijdenbe sluit voor fabrieken of werkplaatsen 1936 in werking treedt met ingang van 1 November a.s. In verband met daaromtrent gestelde vragen wordt vanwege het departement van Sociale Zaken het volgende medegedeeld: De plannen betreffende de distributie van versche zeevisch aan ondersteunde en tewerk gestelde werkloozen zijn in een vergevorderd stadium van voorbereiding. Onvoorziene om standigheden voorbehouden, hoopt minister Slingenberg binnen twee a drie weken met de eerste verstrekking van zeevisch bij wijze van proef te kunnen aanvangen. Ket ligt in de bedoeling de distributie te doen geschieden in die gemeenten, waarin zeevisch niet of slechts in geringe mate in den vrijen handel te verkrijgen is, dan wel de prijzen van dien aard zijn, dat werkloozen geen visch kun nen bekomen. Hierdoor wordt de mogelijkheid aanwezig ge acht, dat een nieuw afzetgebied voor de zee visch voor de toekomst wordt verkregen, terwijl aan den middenstand ge^n schade wordt toe gebracht. In de distributie zullen in verband daarmede dan ook voorshands alleen worden betrokken gemeenten in Noord-Brabant, Limburg, den Achterhoek, Twenthe en Drenthe. De opzet is voorts zoodanig gekozen, dat den vrijen handel door het opköopen van de visch voor de distributie geen enkele belemmering in den weg wordt gelegd. De vrije handel zal op de veiling normaal kunnen functionneeren. Te 's-Gravenhage is in de gasfabriek aan den Trekweg, bij het vervoeren van platen, de 54-jarige machinist P. W. onder een omvallend aambeeld terecht gekomen. Zijn rechterbeen werd gebroken en zijn lin kerbeen gekneusd. De geneeskundige dienst heeft het slachtoffer naar het ziekenhuis aan den Zuidwal vervoerd. H. K. H. Prinses Juliana is Zaterdag naar Duitschland vertrokken tot het brengen van het aangekondigde familiebezoek. Onze Apeldoornsche correspondent bericht de volgende bijzonderheden over het vertrek van de Prinses; H. M. de Koningin deed H. K. H. tot op het perron uitgeleide. Reeds ongeveer een kwartier voor het vertrek van den trein waren de beide vorstelijke personen aangekomen en wachtte het gezelschap in de koninklijke wachtkamer. Het afscheid tusschen Koningin en Prinses was zeer hartelijk. Toen de Prinses in haar coupé had plaats genomen, onderhield zij zich nog geruimen tijd door het portierraampje met H. M. de Koningin. De Prinses droeg een blauw costuum, een hoed in dezelfde kleur en een korten zwarten bontmantel. Bij het wegrijden van den trein wuifde de Prinses, die voor het portierraampje bleef staan, haar moeder toe. De Koningin begaf zich vervolgens per auto naar het paleis terug. Er waren slechts weinig menschen getuige van het vertrek, aangezien het uur van vertrek niet was bekend gemaakt. Het familiebezoek van H. K. H. de Prinses zal ongeveer een week duren. Naar aanleiding van berichten, waarin mede- deeling wordt gedaan van den datum, waarop het huwelijk van de Prinses zal plaats hebben en omtrent een te maken huwelijksreis naar Ned.-Indië, is ons bij een onderzoek gebleken, dat ter bevoegder plaatse noch omtrent den da tum van het huwelijk, noch omtrent een te ma ken huwelijksreis op het oogenblik iets bekend Het Verbond van Ned. Werkgevers heeft, naar aanleiding van de aanhangige wijzigingen in de Grondwet aan de Tweede Kamer een uit voerig adres gericht met betrekking tot het openen van de mogelijkheid, openbare lichamen voor beroep en bedrijf in te stellen. Hier past, aldus wordt in het adres gezegd, de grootste voorzichtigheid. Adressant verwacht dat een verstarring, waarbij elke aardemeter ontbreekt, het uitein delijk gevolg zal zijn, en verzoekt het nieuwe voorgestelde hoofdstuk 4a niet in de Grondwet op te nemen. De Rotterdamsche Lloyd deelt ons mede, dat zij besloten heeft de oorspronkelijke vervallen passagiers-afvaart van 9 December van Rotter dam en 18 December van Marseille naar Ned.- Indië en 20 Januari van Batavia naai Mar seille en Rotterdam, weder in te stellen en te doen waarnemen door het sa „Slamat", Als men een kat met een bal ziet spelen, bemerkt men dat de bal, als er niets mee gebeurt, stil blijft liggen, ofwel bepaalde bewegingen maakt, naarmate hij in beweging gezet wordt; maar de kat beweegt zich zelf. Als u daar iets langer naar kijkt, zult u op merken, dat het „leven" toch een eigenaardig ding is. Wanneer u een erwt en een steen naast elkaar in den grond legt, gebeurt er met de erwt iets heel vreemds, maar de steen blijft stil lig gen. Men ziet de plant groeien, zoo maar, van zelf grooter worden. En als u een konijn in een kooi hebt, brengt het konijn zoo nu en dan andere diertjes voort, die er precies op lij ken; maar de kooi blijft alleen en eenzaam. Die kleine konijntjes eten en worden grooter; maar al werpt u nog zooveel steenkolen in de kachel, dan wordt de kachel toch niet grooter. Daar heeft u dus groei, voeding en voortplan ting: de drie groote werkingen van alle leven de wezens, van planten, dieren en menschen. Eigenaardig is bij ft deze levende wezens ook de vorm. Het zijn meestal ronde omtrekken, en de gestalte is daarbij buitengewoon grillig, vergeleken bij de levenlooze vaste natuurvoor werpen als kristallen, steenen, zand enz. Be schouwt men het levend wezen nader, dan be merkt men tevens, dat het een eenheid is; een afgebroken tak sterft af, verandert; maar wan neer men een steen in tweeën stoot, heeft men eenvoudig twee kleinere steenen. Behalve de genoemde drie werkingen: voe ding, groei en voortplanting, vindt men bij de dieren dan nog het zintuiglijk gevoel (gehoor, gezicht, tastgevoel, enz.) en de vrije beweeg lijkheid. De mensch heeft dan bovendien, en als kroon op het werk, verstand en vrijen wil. Maar beschouw de zaak nu van een anderen kant, wat men noemt wetenschappelijk. Het lichaam van plant, dier en mensch blijkt te bestaan uit verschillende scheikundige elemen ten, in hoofdzaak koolstof, stikstof, zuurstof en waterstof, en verschilt daarin dus niet van de doode natuur. Onderzoekt men de verrichtingen van het lichaam in détail, dan valt het niet te ontkennen, dat de wetten van de onbezielde wereld ook in de levende natuur gelden. Wat betreft de natuurkundige wetten, is dit aan iedereen bekend; het lichaam kan vallen, heeft een bepaalde zwaarte, kan gebroken wor den, verwarmd, verbrand. Er komt evenveel uit, als er in gaat; of als er meer in gaat, wordt het lichaam grooter; maar zooveel is duidelijk, dat de hoeveelheid warmte en de hoeveelheid arbeid, die het lichaam produceert, precies af hangen van de hoeveelheid brandstof (voedsel) die toegevoerd wordt. Over deze kwestie heeft men een langen tijd getwist. Zij, die beweerden dat er een levens kracht bestond (de vitalisten), zeiden, dat de gebeurtenissen in het lichaam behalve door de natuur en scheikundige wetten, ook nog door andere kracht bestuurd werden, m.a.w. dat de natuur- en scheikundige wetten niet opgingen. De anderen, die meestal materialisten waren, zeiden dat alle lichamelijke verrichtingen aan de gewone natuurwetten gehoorzaamden, en dat er dus in 't geheel geen bijzondere levens kracht bestond. Zooals vaak, hadden beide partijen voor de helft gelijk en voor de helft ongelijk. Maar het eigenaardige van de uitkomst van den strijd is, dat de materialisten in zekeren zin met hun argumenten gelijk gekregen hebben, maar in hun conclusie ongelijk. Men moet thans met een kaarsje nog iemand zoeken, die zou durven zeggen, dat de scheikundige en natuurkundige wetten niet ook in de levende natuur tot haar recht komen; maar anderzijds is het thans vrij wel algemeen erkend, althans onder de men schen die er eenige studie van gemaakt heb ben, dat daarmede het leven verklaard is. Ee daar zit de knoop. Er is dus nog iets anders dan de wetten van de doode natuur; maar dat andere kan men niet met de termen van de natuurwetten uit drukken. 'tls niet zóó, dat de levenskracht een weinig extra electriciteit, een weinig meer warm te of wat extra beweging of zwaarte geeft; maar het is zoo, dat het leven een kracht is van een geheel anderen aard. Wanneer men dus met natuurwetenschappelijke methoden naar het eigenlijke leven zoekt, vindt men het niet. Zoo zeide men vroeger, dat een chirurg ge zegd had: „ik heb vele menschen geopereerd, maar ik heb nog nooit de ziel gevonden." Ik weet niet of er ooit zoo'n domme chirurg be staan heeft, maar hij had in elk geval even goed kunnen zeggen dat hij nooit liefde of muzikaliteit gevonden had. Zulke dingen moet men niet met het operatiemes en ook niet in het laboratorium zoeken. Een ander voorbeeld. Het gebeurt soms, dat gij iemand éénmaal en slechts korten tijd ge zien hebt, en hem na jaren terugziet en ter stond herkent. Maar gij kunt geen signalement van hem geven. Men kan zelfs niet met een signalement, d.w.z. de nauwkeurige maten van alle onderdeelen aan een gezicht, iemand zoo duidelijk aangeven, dat men hem werkelijk daaraan herkennen kan. Zoo ook kan men het leven niet noemen met natuurkundige of scheikundige uitdrukkingen. Wat de zaak wetenschappelijk nog moeilijker maakt, is, dat het zeer goed mogelijk is om een beschrijving van het leven te geven (het is een beweging vóór zich en door zich, en zijn wer kingen zijn voeding, groei en voortplanting, bij de dieren ook nog zintuig en vrije beweging), maar het is moeilijk er een definitie van te ge ven. Nu, dat was voor de materialisten een groot geluk: zy immers wisten van hun atomen en moleculen precies hoe zij ze noemen moes ten. Zij konden aan hun voorwerpen een defi nitie geven, d.w.z. aangeven wat het genus proximum en de differentia specifica is. B.v. wat is ijzer; ijzer bestaat uit atomen (de soort, waartoe ijzer onmiddellijk behoort, dus genus proximum), van een atoomgewicht 5585 (het specifieke onderscheid, differentia specifica). Maar probeer nu eens op die wijze „het leven" te definieeren. Het is geen atoom, geen mole cule, geen voorwerp; men zou het een kracht kunnen noemen, of een werking, of een eigen schap, maar dan zou men moeten zeggen: het leven is de werking van levende wezens; maar dit zegt evenveel als: „Zebedeus is de vader der kinderen van Zebedeus". Met dat al zijn de werkelijkheid van het be staan van het leven en de zekerheid, dat het iets heel anders is dan de wetten van de doode natuur^ zoo duidelijk, dat het ouderwetsche materialisme thans, na een toch zoo korte heer schappij, zienderoogen verdwijnt. Want het leven was er eerder dan de doode stof. God is levend en heeft het leven mede gedeeld aan de geesten, de menschen, de die ren en de planten, in afdalende kracht en heerlijkheid. Zelfs de doode stof is niet geheel dood: zij kan bewogen worden en in werking gezet, maar niet uit zich zelf. Leven is dan de vrije daad, de zelfbescherming, de beweging door zich zelf. Dr. TH. H. SCHLICHTING. De „Djalak" op de uitreis is te Marseille geland. De Perkoetoet (thuisreis) is in Medan ge land. De Rietvink (uitreis) is in Basra geland. De Rietvink is op de uitreis te Jodhpur ge land.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 5