ffldu&daal mn den dag
DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL
de uren gaan
y O O R B IJ
Alcmaria en E.D.O. spelen gelijk
VELOX KLOPT O.V.V.O.
Lv:°:
855?
V
£*.c.
MAANDAG 19 OCTOBER 1936
TWEEDE KLASSE K.N.V.B.
®F.C. moet in Bussum aan H.R.C.
een punt afstaan - Hilversum
verliest van Hercules
H.F.C. herstelt zich
Victrix
t&°-
?*-C.
f-jpooi
Öc&
Ntas
ZEEB'URGIAO. S.V. 4—1
doelpunten in de tweede helft
O.V.V.O.—VELOX 2—3
^hniek overwon enthousiasme
W.F.C.
-VRIENDENSCHAAR
O—l
Onverwacht en onverdiend
HERCULES—HILVERSUM 2—1
Utrechtenaren waren niet
onfortuinlijk
BLOEMENDAAL-
6—3
-SPARTAAN
Enthousiast spel der gastheeren
'T GOOIA.F.C. 3—3
Gasten namen een 20-
voorsprong
Hongarije verliest te
Praag
T sjecho-Sloivakije wint met 52
B.F.C.H.R.C. 5—5
Thuisclub nam steeds de leiding
H.F.C.—KENNEMERS 3—0
Verdiende zege van The Good Old
WEST-FRISIA-fZ.V.V. 0—1
Gelijk opgaande stijd
ALCM. VICTRIX—E.D.O. 1—1
Spanning van begin tot einde
Draverijen te Duindigt
kinderen met de Ti baard j
Zuid Nederland speelt
gelijk tegen Luxemburg
Acht doelpunten samen gedeeld
Dameshockeydag op Waalsdorp
-In de tweede klasse A van af deeling I lieeft
gelox zich gisteren aan den kop kunnen hand
haven door een 3—2-zege op O.V.V.O. Hercules
uitstekend op dreef en bracht Hilversum
1O-nederlaag toe, waardoor Zeeburgia,
®at rnet 41 over O.S.V. zegevierde, de tweede
Kaats kon innemen.
De big match in de tweede klasse B, n.l. de
®ttmoeting in Alkmaar tusschen Alcmaria Vic-
en E.D.O., eindigde in een 11 gelijk spel
a daar B.F.C. in Bussum een punt moest af
taan aan H.R.C., bleef de situatie aan den
onveranderd. H.F.C. behaalde zijn eerste
Se door de Kennemers met 30 te kloppen.
Dl de tweede klasse B van afdeeling IX heeft
9®' Utrechtsche D.O.S., dat in Rotterdam met
y-l van The Rising Hope won, door zijn betere
aoeipUnten-average R.F.C. van de eerste plaats
"^drongen.
De standen zijn nu:
AFDEELING I
^elox
?®eburgia
i^versum
Sfcules
^D.c.
V V-
J'iendenschaar 5
est Frisia
^V.v.o.
S^dnemers
„hart aan
'oemendaal
«•f.C.
Tweede klasse A
5
4
1
0
9
9— 5
5
3
I
1
7
9 —5
5
3
0
2
6
9— 8
5
2
2
1
6
7—10
5
2
1
2
6
7— 3
5
2
1
2
5
11— 9
5
2
1
2
5
5— 5
5
I
2
2
4
5— 6
5
1
1
3
3
5— 8
5
0
0
5
0
4—12
Tweede klasse B
4 2 2 0
AFDEELING II
^ermaas
uD-L.
^•V.v
fc'D.S.'
®D.C.
S.V.v.
jjiick
S°ek v. HoUand 5
eptunus 5
^ds Hooger 5
Tweede klasse A
^drecht
Hope
Tweede klasse B
4
4
4
5
4
4
5
S
5
4
11— 4
7— 5
21—17
12— 9
17—15
14—13
6—10
10—11
12—18
13—21
14- 3
13— 8
13—15
11— 4
10—10
14— 8
9—14
56
9—13
5—22
13— 5
11— 5
12— 9
11— 8
6— 6
47
7— 8
7—10
9—13
7—14
Iq» de eerste helft deden beide partijen geens-
VT°°r f ar onder- De toeschouwers zagen
W j1Jwel gfcllJ'k oPgaanden strijd, waarbij de
meester van het terrein bleven
L Zeeburg .middenlinie zoowel aanvallend
^aaolf genö uitstekend werk verrichtte,
06 g'astbeeren er in een kleine meer-
J? verkrijgen, welke voor de rust echter
^ari M, punt,?n °Pleverde, ondanks enkele ge
it, JJk® schoten van den Zeeburgia-middenvoor
vaa man- De O.S.V.-ers bleken eveneens
0Ve> n vorm van hun middenvoor Bode
Wij,, n goeden schutter te beschikken, die van
n °°k herhaaldelijk aan den tand voelde,
v eveneens zonder succes.
^btH de tiK'e vielen de doelpunten. De Jong
C^de liet eerste doelpunt der Amster-
iCuhers, dat alras door een tweede van K.
C'J'f gevolgd werd. Na ruim een half uur
bracht J. Daalman den stand op 3—0,
Msf de Jong er 4—0 van maakte. O.SV
enkele minuten voor het einde de eer
'edden (4—1).
Amaterdammers speelden ditmaal bedui-
li^ beter, dan in hun voorgaande wedstrijden,
'h cjraan het medespelen van Jonas althans
eerste helft wellicht niet vreemd is ge-
Na een half uur spelen doelpuntte C.
IfyVk voor Velox, waarna O.V.V.O. duchtig
opzetten en Jonas even later beide par-
tijen op gelijken voet bracht, door een vrijen
schop, van even buiten het strafschopgebied op
onberispelijke wijze in te zetten (11). Kort
voor de rust benutte Oosman een voorzet van
links, waardoor de gastheeren de leiding had
den (21).
Na de thee konden de Amsterdammers den
Utrechtenaren door verdedigen slechts ten deele
party geven en hoewel zij met hun enthousiaste
spel nog géruimen tijd stand wisten te houden,
toen Troost geiyk had gemaakt (22). Daarna
hergaf Hettinga den geel-zwarten op schitte
rende wijze de leiding (23). De voetballers
uit de Domstad stonden dezen voorsprong niet
meer af en brachten O.V.V.O. dus een kleine,
doch verdiende nederlaag toe.
Ondanks het feit, dat de Wormerveerders in
de eerste helft tegen wind spelen, is hun spel
soms zeer goed, maar door stug verdedigen van
de Culemborgsche achterhoede bleven doelpun
ten uit, ofschoon het de thuisclub lang niet
meezit, zoo passeerde na 25 minuten het leder
de doeliyn, doch de scheidsrechter stond te ver
af, om dit te kunnen constateeren. Overigens was
het aanvalsspel van WFC soms zwak en waar
Noom streng bewaakt werd en Max danig ge
mist, kwam dit WFC niet te goede.
Ook na de rust was WFC sterker en werd
het Vriendenschaar-doel als het ware bekogeld.
Succes kwam in de laatste minuut, doch aan
de verkeere zyde, toen een plotselinge uitval
der gasten WFC noodlottig werd (01).
De felle wind deed aan het spel buitengewoon
veel afbreuk, terwijl voor de bezoekers de ver
vanging van Toes een verzwakking beteekende.
De Herculanen hadden in de eerste helft wind
mee en kregen goede kansen, waarvan er even
wel slechts één werd benut en wel door Daudey,
zoodat met 10 de rust inging.
Eenige minuten na het tweede begin maakte
Ketelaar voor Hilversum geiyk, waarna een
stevige druk werd uitgeoefend op 't Hercules-
doel, dat door Balt uitstekend werd verdedigd.
Langzaam maar zeker wist de thuisclub aan
dien druk te ontkomen en toen tegen 't einde
Van Loo een hard schot inzond, werkte doel
man Bauwman den bal in de verkeerde rich
ting, waardoor het 3—1 werd, welke stand, on
danks enkele fanatieke HilVersumsche aan
vallen, onveranderd bleef.
Spartaan speelde een vrij lusteloos spel, zoo
dat de Bloemendalers, ondanks het feit dat zij
bet nadeel van den wind hadden, door en
thousiast werken him tegenstanders konden te
rugdringen. Na een klein kwartier spelen gaf
Hartman het leder goed af aan v. Bracht, die
den bal hoog in het Spartaandoel schoot 10.
Direct hierop leidde goed voetbal van de Bock
tot een tweede doelpunt voor Bloemendaal,
waarvan van Bracht eveneens de maker was.
20.
De Spartanen schenen hierna het gevaar in
te zien. Er kwam althans wat meer pit in het
spel der roodwitten. Met een fraaien kopbal
verkleinde de linksbinnen den achterstand,
maar direct hierop werkte de Bock zich dooi
de Spartaanverdediging waarna hij den uit
loopenden Oerlemans met een laag schot pas
seerde. 31. Hierna ging het spel gelyk op.
Niet lang voor halftime kopte Tavenier den
bal nog eens langs Huisman, zoodat met een
3—2 voorsprong voor Bloemendaal van doel
gewisseld werd.
Met het voordeel van den wind bestookte
Bloemendaal direct na de hervatting het Spar
taandoel, waar de verdediging echter flink
stand hield. Na tien minuten kopte Immer uit
een hoekschop van links het leder op fraaie
ivyze langs Oerlemans. 42. Nadat Tullenaar
den voorsprong tot 52 had verhoogd, scoorden
de Spartanen uit een strafschop tegen. 53.
Een minuut later echter had de Bock Bloe
mendaal met een zesde doelpunt in veilige ha
ven gebracht. 63.
Na een kwartier was het eerste succes voor
AFC; Charles Lungen deed den bal uit een,
vrijen trap via den paal in het doel verdwenen.
(01). De gasten wisten daarna den voor
sprong te vergrooten door van Nek, die den
bal met een hard diagonaal schot inkogelde
(0—2).
De Gooiers kwamen daarna wat meer in den
aanval en uit een corner/kon J. Cohen den
bal inkoppen. (12). Nog voor de rust wist
rechtsbuiten Winthorst by een Gooischen
aanval fraai en hard in te schieten (22).
't Gooi had na de rust de beste papieren,
maar de voorhoede leed aan de oude kwaal
improductiviteit; de kansen werden niet benut.
Daarom waren de uitvallen van het terugge
drongen AFC met Lungen als vooruitgescho
ven post gevaariyker.
De Hilversummers kregen een derde doelpunt
door J. Cohen,, die ervan wist te profiteeren
dat doelman Burger by het uitschieten den
bal verloor. (32). Maar toen de Gooi-defensie
by een enthousiasten aanval der gasten niet vlot
wegwerkte, was Kamminga er als de kippen
bij en uit zijn houdbaar schot vloog de bal door
de handen van keeper Blottenberg, die voor den
geblesseerden M. Cohen inviel. Het bleef verder
by een verdeeling der punten.
Voor 25.000 toeschouwers heeft Tsjecho-Slo
wakije Zondag te Praag den landenwedstryd
tegen Hongarije met 52 gewonnen.
Na een kleine tien minuten werkt B.F.C. zich
los. Spoedig opent Hoogeweg de score en Beu
gelaar passeert Dijkshoorn even later ten twee
den male. 20.
Als er ruim een half uur gespeeld is, ver
kleint Romeyer den achterstand (21).
Tien minuten na de hervatting stopt Dyks-
hoom een kopbal van Beugelaar onvoldoende
en Hoogeweg heeft geen moeite om den bal in
het net te plaatsen. Onmiddellijk na den af
trap slaagt Romeyer er in den stand op 3—2
te brengen en Stimij brengt met een kopbal
direct de partijen op gelijken voet (3—3).
Er volgt dan een periode van H.R.C.-over-
wicht, maar toch herovert B.F.C. door Hoogeweg
opnieuw de leiding (43). Weer is er nau
welijks afgetrapt of v. d. Hulst vergroot met
een schot vanaf de cornervlag den voorsprong
(5—3).
Kort voor het einde maakt Dissel er 54 van
en een minuut voor tijd maakt Romeyer by een
scrimmage gelijk (55).
Direct na den aanvang was de thuisclub, by
wie Koper ontbrak, gesteund door den wind, in
den aanval, maar de Kennemers-verdediging,
met den doelman aan het hoofd, was goed op
dreef. Toen er ruim 20 minuten waren gespeeld
had Chapon met een handig boogschot geluk
(10)Voor de rust bleef KtFC in hoofdzaak aan
vallend. De uitvallen van de gasten werden nog
al eens door buitenspel onderbroken.
Kort voor rust wist Hagenaar met een hard
schot KFC's voorsprong te vergrooten (20).
Met dezen stand brak rust aan.
In de tweede helft was het spel meer ver
deeld, met af en toe de Kennemers iets in de
meerderheid.
Ongeveer een kwartier voor tijd kreeg Höck
echter voor het Kennemer-doel een kans, die
hij fraai wist te benutten (3—0). Tegen 't einde
kwamen de bezoekers nog heftig opzetten. Het
HFC-doel beleefde enkele benauwde momenten
maar v. d. Togt c.s. wist onheil te voorkomen.
Het einde kwam met een verdiende overwinning
der HFC'ers.
Het was aanvankeiyk een mooi geiyk opgaan
de strijd, waarin vooral de verdedigingen van
beide kanten op hun best waren. Vooral de kee
per van ZVV was uitstekend op dreef. De stand
bleef tot rust 00.
Na de rust vlotte het niet zoo goed in de ach
terhoede van West-Frisia. Bij een schermutse
ling voor het Enkhuizer doel kon ZVV de lei
ding nemen. De spil van West-Frisia stuwde on
vermoeibaar zijn voorhoede op. Succes bleef
evenwel uit. De ZVV-verdediging wist stand te
houden, zoodat d'e Zaandammers een kleine
zwaar bevochten overwinning behaalden.
In een spannenden wedstrijd hebben Alc
maria en EDO de punten eerlijk gedeeld. Deze
uitslag geeft ook goed de verhouding weer.
Voor de rust, welke met blanken stand kwam,
was EDO sterker. Na de rust toen 't spel
ongeveer een kwartier oud was, zette de EDO-
rechtsbuiten den bal juist van de uitlijn voor
't doel, waarby de bal door den wind via den
paal in het doel draaide. 01. Daarna was
Alcmaria sterker en kon de EDO-verdediging
haar talenten toonen. Enkele minuten voor
't einde zette de Alcmaria-linksbinnen voor en
de middenvoor kopte in. 11.
Wel kreeg Alcmaria vlak voor 't einde een
mooie kans om de leiding te nemen, maar
deze bleef onbenut en 't einde kwam met een
gelijk spel 11.
De uitslagen van de Zondag op Duindigt ge
houden draveryen luidden:
Pryzendraverij vierde klasse, afstand 2040
meter: 1. IJlbode (2060 meter), eig. P. Kramer,
tyd 1 min. 38 sec. 2. Zeeroover (2040 meter),
eig. H. van der Pol.
Heat-prijzendraverij tweede en derde klasse,
afstand 1740 meter: 1. Xitty Scott (1740 me
ter), eig. mevr. de wed. J. Oosting, tijd 1 min.
35 sec. 2. Xerxes (1740 meter), eig. mevr. K.
van WieringenReselman.
Ren op de vlakke baan voor paarden van
drie jaar en ouder, gereden door dames, af
stand 2400 meter: 1. Sarafar, eig. A. W. Tim
mer. 2. Mephistopheles, eig. The Balfour Farm
op vyf lengten.
Derde en laatste draverij voor tweejarige
Nederlandsche paarden over 1200 meter: 1. Ba
ronesse Hollo, eig. J. Kerkvliet, tijd 1 min. 39
sec. 2. Bartinus, eig. Jb. Slegt Jbzn.
Ren op de vlakke baan voor paarden van
drie jaar en ouder, gereden door heerryders en
jockey's, afstand 1350 meter: 1. Kenya, eig. luit.
G. F. Immink; 2. Galahardia, eig. W. Jochems
op hoofdlengte.
Handicapdravery eerste klasse, afstand 2000
meter: 1. Nelly Duffy (2060 meter), eig. L.
Kooistra, tijd 1 min. 28 sec. 2. Senator Boga
(2020 meter), eig. Stal R.
Het is een vreemde geschiedenis," knikte
David Malyfield goedmoedig rustig, „en
ik moet zeggen, je hebt je door de moei
lijkheden kranig heengeslagen. De chef was
uitstekend over je te spreken."
Met zichtbare voldoening incasseerde agent
Dalmore het pluimpje van zijn zooveel ouderen
collega. Beide mannen in dienst van Scotlano
Yard zaten gemakkelijk pratend over hun ar
beid in de wachtkamer van die rechercheurs,
die in de meer ingewikkelde gevallen, welke de
Yard kreeg te behandelen, hun medewerking
hadden te verleenen. Geen van beiden behoorde
tot de groote detectives wien men zoo gaarne
verrassende vondsten en de meest onverwachte
oplossingen van groote problemen in misdaden
toedicht. Zij, die tusschenschakels in de ont
maskering van crimineele gevallen, hebben ech
ter groote ervaring en zijn onmisbaar in het
werk, waarby hun chefs de leiding is toever
trouwd. Vooral David Mayfield, die nu al jaren
lang zijn functie van rechercheur in alle be
scheidenheid en onbekendheid met een buiten
gewone stiptheid vervulde, bezat een uitge
breide ervaring en kon zich op vele, ook be-
iangryke successen, beroemen. Geen wonder
dus, dat Dalmore gevleid was over den lof van
z«n ouderen collega, toen hem een moeizame
achtervolging was gelukt, welke geleid had tot
de arrestatie van een reeds lang gezochten
roofmoordenaar.
„En weet je, die trucs en vermommingen be
zorgen je dikwijls de malste moeilijkheden. Je
vermoedt soms, waar niets verdachts blijkt te
zijn en omgekeerd," peinsde Mayfield verder
„Daar kan ik van meepraten. Heb je wel eens
gehoord van Opa Engel met den Baard?"
„Neen, maar vertelt u eens," vroeg Dalmore
nieuwsgierig.
„Dat is^ ook best mogeiyk, want het geval
dateert van vèr voor jouw tijd. En, eerlijk ge
zegd, miin rol in die geschiedenis is maar een
uiterst toevallige geweest."
David Mayfield schoof zijn leunstoel wat
meer naar de brandende kachel in de wacht
kamer en begon zijn verhaal:
Een goede dertig jaar terug bestond nog de
gewoonte, dat bij de ODleiding ook behoorde
een soort surveilleeren in een of andere aan
gewezen wijk of enkele straten. Daarby moes
ten we dan onze aandacht vestigen op perso
nen, gebouwen, voorvalletjes enzoovoorts, om
ons te gewennen aan de bepaalde gewoonten
van de menschen in die buurten en onze op
merkingsgave zooveel mogelijk trainen. Enfin,
ik wil je geen theorie geven en ook niet ver
tellen van wat vroeger gebeurde in onzen dienst,
maar je moet toch even weten, waarom ik zoo
op een middag dwaalde in West-End. Je weet,
er zijn daar groote winkelstraten en deftige
lanen van rüke industrieelen, terwyi vlak ach
ter de tuinen en pakhuizen onooglijke volks
straatjes zijn, waar ternauwernood een straaltje
zonneschijn doordringt.
Zoo kom ik uit Drury-lane in Burness-street,
een verschrikkelijke overgang van weelde naar
armoede. Tot mijn groote verwondering zie ik
in dat betrekkeiyk smalle straatje een meer
dan gewone hoeveelheid kinderen. Pratend,
stoeiend, vechtend krioelden ze door elkaar.
Die konden daar nooit allemaal wonen, er
moest een reden zijn, waarom er zooveel op
dien middag bijeen waren. Ik informeerde bij
een vrouw, die tegen de open deur van een der
huizen leunde: „Ze wachten hier eiken Don
derdagmiddag op opa Engel met den Baard,"
zei ze, doch meer kon ik niet uit haar wijs
worden. Toen probeerde ik bij anderen en by
stukjes en beetjes verkreeg ik tenslotte een
geheel: Reeds een paar maanden geleden was
op Donderdagmiddag in het nauwe straatje
een schitterende luxe-auto verschenen. Ach
terin zat een deftige oude heer met een lan
gen grijzen baard, die vriendelyk glimlachte
naar de kinderen, die op zij stoven voor de toe
terende waarschuwing van den chauffeur.
Daarbij gooide hy een handvol koperen mun
ten naar de kinderen, welke ze gretig opzoch
ten. Den volgenden Donderdagmiddag reed op
nieuw dezelfde auto door het straatje en op
nieuw glimlachte de oude heer en wierp mun
ten naar de kinderen. De darop volgende
week werd op zyn komst gehoopt en de oude
ten naar de kinderen. De daarop volgende
week werd hy eenvoudig verwacht en hy was
inderdaad present. In het begin bleef de ver
rassing voor de
buurt bewaard,
spoedig i
lekte het geheim
dere straten
mee grabbelen en
werd den milden onbekende door de jeugd de
naam gegeven van „opa Engel met den Baard."
Wat moest ik er van denken? De een
wenscht niet mild te zijn zonder dat zooveel
mogelijk menschen daarvan weten, een ander
vindt dergelyke filantropie een dwaasheid,
doch een derde vermaakt zich ermede. Ik
maakte het stellig voornemen, als ik maar even
in de gelegenheid was. den volgenden Donder
dagmiddag dezen wonderiyken opa in actie te
gaan zien. Maar jawel, dien middag moest ik
posten in een taxi bij Mervillebridge en kwam
eerst tegen vyf uur terug, juist te laat om van
de Yard naar Burness-street te gaan.
Daar wordt opeens opgebeld en naar den
chef gevraagd. Na het gesprek kreeg ik mijn
opdracht en vernam de historie. Collins en
Evans hadden gebeld: er was een inbraak ge
pleegd in een juwelierszaak in Drurylane. Mid
den op den dag hadden de rakkers brutaalweg
personeel en eigenaar met den revolver be
dreigd en hun buit verzameld.
Doch Collins en Evans hadden op de een of
andere manier van het gevalletje lucht ge
kregen en kwamen juist per politiewagen aan,
toen de twee schavuiten er met een aut». die
voor de deur der zaak stond, tusschenuit wil
den knijpen. Een achtervolging begon, en reeds
in de lange Drury-lane haalde onze wagen iets
in. In woeste vaart ging het den hoek om.
Plotseling verminderde de achtervolgde luxe
wagen zijn snelheid en reed rustig Burness-
street in. Collins en Evans begrepen er niets
van, doch benutten de gelegenheid om den
wagen in te halen. Daar stoven ze den hoek
om van Burness-street, doch met alle kracht
moesten ze remmen en konden, gelukkig, on
gelukken voorkomen. In Burness-street kropen
honderden kinderen dooreen grabbelend en
vechtend om de munten, welke de vriendelijke,
onbekende „opa Engel met den Baard" zoo
juist had rondgestrooid. Het was onmogelijk,
zonder één van hen te overryden, om nog een
meter verder te komen. Zoo moesten Collins
en Evans de achtervolging opgeven en ont
moedigd naar de Yard bellen, terwijl „opa
Engel met den Baard" en zyn kameraad den
ryken buit in veiligheid brachten."
.Allemachtig, dat is een geschiedenis," riep
Dalmore uit. „En hebt u ooit dien opa Engel
te zien gekregen?"
.JEngelen hebben geen baarden, beste kerel,
beleed Mayfield. „Ik heb myn deel van het
werk in dat geval naar behooren opgeknapt, en
toen ik opa Engel met den Baard te zien kreeg,
droeg hy zelfs geen snor. Ik zag de gedaante
van Bill Powers, den meest geduchten inbre
ker uit die jaren, een meester in trucs en ver
mommingen. Maar anderen zeiden, dat er geen
verschil was tusschen die twee."
U dacht immers, dat u nog best
vóór die andere auto het kruispunt
kon passeerenl Maar langs
den weg moet u dat niet „den
ken", u moet 't zeker wetenl
De eerste helft van den wedstryd was een
vrije lauwe vertooning, waarin by uitzondering
een opwindend moment viel te noteeren. De
Nederlandsche aanvallen waren zoo weifelend
en zoo doorzichtig, dat de Luxemburgsche ver
dediging geen moeite had met de aanvallen.
Er was byna acht en twintig minuten gespeeld
Zoo kwamen Piet en Drein bedolven onder de gelymde stroo-
ken, op een schip terecht, dat in de haven aan de kade ge
meerd lag. „Kapitein", vroeg Piet beleefd aan den gezagvoerder,
„de dokter heeft gezegd, dat we zeelucht moeten hebben. Mogen
we meevaren?" „Ga je gang maar", zei de kapitein, die net
kiespyn had, „als je maar niet in den weg loopt,"
Nauwelyks was het schip de haven uit, of er kwam een stevig
Windje opzetten. Spoedig waren alle vliegenvangers weggewaaid
in de woelige zee. De kapitein had het druk met het uitdeelen
van commando's en de stuurman had zyn handen vol om het
schip in den koers te houden. „Ziezoo, Drein", zei Piet, „laat ze
maar ploeteren. Wy zyn passagiers en hebben er gelukkig
geen last van."
Maar toen de avond gekomen was, dacht Piet er zoo gemak-
kelyk niet meer over. 't Schip huppelde over de golven als een
wild geworden paard en Piet en Drein hadden alle moeite om
zich aan den mast vast te houden. Toen het te bar werd, kropen
ze stilletjes naar hun kooi, om gedurende de heele reis niet
meer boven te komen.
toen Luxemburg verdiend de leiding nam en
Mengel uit een voorzet van Kemp inschoot.
Vrij spoedig maakte van Kan met een geweldig
hard schot gelyk. (1—1), terwyl nog voor de
rust Swart van een misverstand in de Luxem
burgsche verdediging profiteerde en Zuid-
Nederland de leiding gaf (21).
De rust ging dus in met een 21 voorsprong
voor Zuid-Nederland. In de tweede helft was
het spel van Nederlandsche zyde iets beter.
Er waren ongeveer achttien minuten gespeeld
toen Hunting den voorsprong van Zuid-Neder
land vergrootte (3—1). Hy kreeg den bal van
Van Kan toegespeeld en maakte geen fout.
Luxemburg pakte daarop de zaken ineeps an
ders aan. Alles werd op den aanval gezet en
met succes. Toen van den Hoven een oogenblik
met wegtrappen weifelde was dit voor Mart juist
voldoende om een hard schot te lossen, dat
voor Poettgens onhoudbaar was (33). Luxem
burg bleef verwoed aanvallen en toen van Run
door Kemp werd gepasseerd kreeg Geib gele
genheid om den gelijkmaker te scoren (3—3).
Door dh nieuwe succes aangemoedigd bleven
de Luxem'r A rs voor het Nederlandsche doel
zwerven en loen Pypers een fout beging, was
Mart er onmiddellijk by om met een hard
schot Poettgens voor de vierde maal het na
kijken te geven. (34).
Toen de Zuid-Nederlanders tenslotte een
corner kregen te nemen, kopte Oomens den ge-
lykmaker in de touwen. Met dezen stand kwam
het einde.
De resultaten van de Zondag op Waalsdorp
gehouden jubileumwedstrijden van den Neder-
landschen Dames-hockeybond luidden als volgt:
HaarlemGroningen 60, Den HaagDe
venter 40, UtrechtDen Bosch 10, Am
sterdamRotterdam 70, Den Bosch—Haar
lem 03, DeventerAmsterdam 12, Gronin
genUtrecht 01, RotterdamDen Haag 11,
HaarlemUtrecht 10, Den HaagAmster
dam 10, GroningenDen Bosch 12, Rot
terdamUtrecbt 21.
Eindstryd: Den HaagDen Bosch 10.
Districtswedstryden, eindstryd: Kennemer-
landEemland 01.
HET FRANSCH VERTAALD
lln °R CHRISTINE KAMP
in
Sij noteerde een en ander in zijn zakboekje
H vr°eg dan eenvoudig: „Mevrouw, wenscht
w dat.ik terugkom? Ik zou hier in de hal
dhrien waken."
^>orleen' cloe dat nietAls ik u noodig
hot hebben, zal ik wel iemand naar het
j?l zenden."
hie k begreeP zeker dat gevoel van kieschheid,
hy haar die woorden in den mond legde, want
Ow rong niet aan, nam zyn baret en het groote
ho'- aande venster openend, ging hy er door,
hiy achter zich dicht en verdween in den
hirti1 de jonge moeder ging terug naar haar
etld kind....
HOOFDSTUK XVII
%6a hek gesloten te hebben, bleef Domini,
hij,,. e®h oogenblik staan om naar de zee te
zün oude vriendin die hy had moeten
om de plichten van zyn staat op
zijn landgoed te vervullen en die altyd de
beste vertrouweling bleef van zijn verdriet en
geheimen strijd.
De zee was kalm, de hooge deining kwam in
regelmatige golfjes wegsterven aan den voet
der kust. Zware regenwolken, door den zuid
westenwind voortgestuwd, losten zich op en
vluchtten naar Spanje onder den adem van
een wind uit het Noorden gekomen,
„Vanavond of morgenochtend zal het hier
spoken," dacht de jonge officier, door zyn oe-
roep gewoon het weer te beoordeelen.
Snel liep hy naar het postkantoor en na het
telegram afgegeven te hebben, ging hy naar
het strand. Op de avenue Victor-Hugo vond hij
een zijdeur van de Dominicaner kapel open
staan. Hy ging over den drempel en knielde
er neer om in zichzelf te keeren, zyn verwarde
gedachten te ordenen, want sedert dien mor
gen ondervond hy een hevigen toom tegen
dien Liserolles, de zyn vrouw alleen had ge
laten in haar moedersmart en het feit, dat hij
de villa had moeten verlaten, het recht niet
had er te blyven, gereed om alles te doen, wat
de omstandigheden zouden eischen. dat ver
meerderde nog zyn verontwaardiging.
Al kwamen vanaf het tabernakel gedachten
van vergiffenis, van toegevendheid, hy was
niet in staat ze op te nemen en zonder in de
stilte van het altaar de verlichting te hebben
gevonden, die hij er hoopte te vinden, ging
hij heen om zich in beweging te stellen en
door de drukte op de straten de inwendige
onrust van zyn hart tot bedaren te brengen.
Het werd donker, in de groote magazynen
werd het licht ontstoken, maar Dominique
keek niet naar de uitgestalde artikelen, hy
liep door naar de visschershaven. Hij wist, dat
hij daar een van zyn vroegere matrozen zou
vinden, een man die steeds aan zyn zyde stond
als er ter zee moeilijke werkzaamheden
moesten worden verricht. Hy zag hem staan,
leunend tegen een gestrande boot, hy was zoo
verdiept in het beschouwen van een wit ge
schilderd jacht, dat ver op zee voorbijvoer, dat
hij nergens anders aandacht voor had.
Toen hij voelde, dat iemand hem op den
schouder klopte, wendde hy zyn gezicht, ge
weerd door de zeewinden, om en dadeiyk
kwam er een uitdrukking van eerbiedige en
vertrouwende vreugde op. „Wel commandant,
is u het? Ik zie u zoo zelden! Het land heeft
u tot zich getrokken."
„Meer dan ik het zou wenschenWat be-
kyk je zoo aandachtig?"
„Dat pleizierjacht, dat zooeven zyn nummer
aan de semaphore geseind heeft. Op het
oogenblik lykt het zoo fier, maar wie weet,
misschien kon het dezen nacht wel eens een
hachelijke uurtje moeten doormaken. Wat denxt
u er van, commandant?"
„Bidegaray, je kent toch het spreekwoord:
Wie liegen wil, moet maar over het weer
spreken."
„Toch, zonder gevaar van my te vergissen
geloof ik, dat de zee vannacht niet te vertrou
wen zal zynKyk maar, commandant, er
komen van die leelyke kleine golfjes op de
branding."
„Als zy maar in volle zee blijven, aal het
wel losloopen." Dan vroeg Dominique alsof hij
over iets anders wilde spreken: „Waar is je
pinas (licht bootje zooals de Fransche vis-
schers ze gebruiken om aan de kust de netten
uit te werpen), „wys ze my, Bidegaray."
„Ginds is ze geankerd, commandant. Is ze niet
mooi en handig, spottend met de zee al wordt
die nog zoo boosZij herinnert my aan het
bootje, waarvan ik het roer ln handen had,
ginds 'aan de Dardanellen. Herinnert gy u dat,
commandant? Het was vlug als een zeezwaluw,
als het ware spelend zich wiegend op de
barenJa, wy hebben samen wat beleefd!"
Gedurende eenige minuten haalden zij hun
herinneringen aan het Oosten op, maar zonder
zich daarover te verhoovaardigen, korte woor
den, een frappant geval, een glimlach bij da
herinnering aan iets grappigsdat was alles.
Daarna drukte Dominique de hand van zyn
vroegeren matroos en ging weer naar zyn hotel,
waar hy zyn auto reeds had gestald.
Er was hem een kamer gereserveerd, die uit
zag op het strand, hy ging er heen en voor de
schrijftafel zittend, haalde hij uit zyn porte
feuille een brief, dien hy dien morgen ontvan
gen had. Aan het hoofd stond gedrukt
Chenard, uitgever, Parys.
„Beste vriend," schreef hem de uitgever,
„nu zyn wy de driehonderd duizend reeds ge
passeerd. Ik wanhoop er niet aan de viermaal
honderdduizend te bereiken. Zou dit niet het
gunstige oogenblik zyn om het incognito on te
heffen, dat het publiek intrigeert? Bovendien
schynt het. dat Massot er achter Is gekomen,
waarschynlijk door de loslippigheid van een
mijner ontslagen bedienden
Dominique las niet verder. Hy wierp den
brief neer, een felle bekoring kwam in hem
op om te schryven: „Ga uw gang, laat het
publiek weten wie Ourania is. Ik stem
toe...."
Maar na eenig nadenken legde hij zijn pen
neer. Hy had ontdekt wat het ware motief van
dat besluit zou zijn. Dien middag in Juni, toen
hy een bezoek had gebracht aan Margaïta in
haar landhuis te Parijs had hy begrepen, dat
de jonge vrouw een diepe genegenheid koe
sterde voor den onbekenden schrijver, die op
gevoelige wijze haar de ziel van haar vader
land had getoond en in haar eigen ziel ge
voelens had opgewekt, die zyzelf nog niet
kende. Een oogenblik was hy op het punt ge
weest om te zeggen: „Die Ourania, dien u
bemint zonder hem te kennen, dat ben ik!"
Hij had toen gezwegen en zyn geweten, dat
hy gewoon was eiken avond te onderzoeken,
had hem gezegd: „Je hebt gelyk gehad! Als
zy wist, dat je Ourania bent, zou zy tegelyk
het geheim ontdekken, dat je tot nu toe zoo
zorgvuldig bewaard hebt, zy zou denken: „Toen
hij die regels schreef, dacht hy aan my...."
Het zbu niet meer het boek zyn, dat haar geest
bezig zou houden, jy zou het zyn, dien zij beter
zou hebben leeren kennen."
Ja, het gevaar de oude banden van vriend
schap weer aan te knoopen zou des te grooter
zyn, omdat de jonge vrouw niet gelukkig
scheen te zyn. Dominique had het begrepen
door een vluchtige uitdrukking in baar oogen,
toen haar man binnen was gekomen. En toen
Yocheppa hem bij zijn komst naar den salon
geleidde had zy in het Baskisch gezegd: „O,
mynheer d'Uhalde, wat benijd ik u. dat u in
ons land gebleven bent! Wat my betreft, ik
kan niet aan Parys wennen en mevrouw ook
niet! Zoo dikwyls zie ik tranen in haar
oogen!"
Tranen? Als men kort geleden getrouwd is,
als men alles bezit: schoonheid, geest, fortuinI
Als men weldra in de armen zal houden een
klein wezentje, dat men het leven heeft ge
schonken! Dat 'leek niet mogelyk! En toch de
feiten wezen het uit, dat het huwehjk van de
jonge Baskische met den gevierden schryver
slechts een groote vergissing was geweest.
Op dit uur, nu Margaïta haar kind aan den
dood betwistte, zou zy geheel alleen zyn ge
weest, als haar vrienden niet by haar waren
gekomen. Hugo Liserolles was ver weg op een
pleizierjacht zonder zich te bekommeren om
hetgeen in zyn afwezigheid kon gebeuren.
Had hij voor zyn vertrek dan niet gezien,
dat de minste tocht zijn zoo zwak kind zou
kunnen dooden? Waarom was hij dan ver
trokken, de arme moeder alleen latend met
haar leed en angst?
Natuurlijk, omdat zyn verlangen naar roem
grooter was, dan het besef van zyn vader
plicht, omdat zyn wreed egoïsme vóór alles ae
voldoening eischte van zyn verlangens, omdat
hy misschien de vrouw niet meer beminde,
die hy getrouwd had uit een gril of uit eigen
belang!
(Wordt vervolgd?