Met velmal den dag DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL de uren gaan V O O R B IJ *eIox en Zeeburgia spelen gelijk E.D.O. WINT VANB.F.C. vRiendenschaar—o.v.v.o. MAANDAG 26 OCTOBER 1936 TWEEDE KLASSE K.M.V.B. Overwinningen van O.S.V., Vrien denschaar, Hilversum, 'tGooi, H.R.C. en A.F.C. De Spartaan verliest Van Alcmaria Victrix B C- B C' T&bnemers S&rtaan ■oio V. v. e Sottas siV' s- O.S.V.WEST-FRISIA 5—1 Tegenstand te zwak 4—1 Amsterdammers niet tegen de Culemborgers opgewassen VELOX—ZEEBURGIA 1—1 Utrechtsche club nam de leiding HILVERSUM—W.F.C. 3—2 Verdiende overwinning der gastheeren SPARTAAN—ALC. VICTRIX 1—2 Roodbroeken verdienden een gelijk spel Z.V.V.—HERCULES 3—3 Na een 30-voorsprong der Zaandammers KENNEMERS—'T GOOI 13 Wijkers begonnen hoopvol E.D.O.B.F.C. 4—3 Zwaarbevochten Haarlemsche zege Wintercompetitie K.N.Z.B. K.N.V.B. Oost-Nederland klopt W est-Duitschland Overwinning na talrijke nederlagen A.F.C.—BLOEMENDAAL 7—3 Lungen scoort zes fraaie goals Het cafétje H.R.C.H.F.C. 4—2 Bij de rust leidde de thuisclub reeds met 21 Ze'h 'weede ^asse A van afdeeling I heeft eburgia geen kans gekregen om op Velox in ioopen, maar de Utrechtsche club kon haar °rsprong evenmin vergrooten, want de punten jj..r<^eh tusschen beide concurrenten gedeeld. tjiptVersum' da^ van WFC won, staat nu gelijk de Amsterdammers, tri11 de tweede klasse B konden Alcmaria Vic- x en EDO zich handhaven, resp. door over- bningen op De Spartaan en BFC. e standen zijn nu: AFDEELING I TWEEDE KLASSE A Velojj ^eburgia ijdversum h S' V" dercules fiendenschaar v. V. W P' est-Frisia °- V- V. O. 0 10 10— 6 8 10— 6 8 12—10 7 16—10 10—13 9— 7 8— 8 9— 6 6—13 5—16 TWEEDE KLASSE B £lctd. Victrix O. Gooi P. C. B 'oemendaal F. C. 8 13— 5 8 11— 8 7 15—10 7 21—16 7 21—17 6 24—21 4 7—13 4 11—13 4 15—25 3 15—25 AFDEELING II TWEEDE KLASSE A O V- v- °- s. G^ermaas t>. L. 8 Qüii Bi ck ftePtunus B E" C- R,°ek van Holland *teeds Hooger 6 4 1 1 9 19—15 5 4 0 1 8 18— 5 5 4 0 1 8 14— 7 6 4 0 2 8 13—14 6 3 0 3 6 20— 9 6 3 0 3 6 12—16 2 1 3 5 13—13 6 2 1 3 5 12—13 6 1 1 4 3 6—12 6 0 0 6 0 6—29 TWEEDE KLAS B tl F. C. O. s. v- V. Sma ®ledrecht ^Phen B! l- Slng Hope 2 2 1 4 9 15— 6 7 14— 9 15—11 15—11 8— 8 8— 9 8—11 6—10 12—17 9—16 öe Oostzaners, die Dil wederom in de plaats p 11 De Boer hebben opgesteld, zijn al direct de meerderheid. Be C'dd de score (10), terwijl Göbel kort hier- Ba 20 minuten opent Bode voor de thuis- do de score (10), terwijl Göbel kort hier- e P den voorsprong vergroot (2—0). Met de &eh 6 dttvallen der bezoekers heeft de OSV- dterhoede niet veel moeite, g Direct na de hervatting maakt Bode het g rde doelpunt (30), waarna de strijd meer - op gaat. Als OSV daarna in de meer- 'd komt passeert Bode den Enkhuizer jit-*aan opnieuw (40). Na 15 minuten pro- ,j 'deid komt passeert Bode den Enkhuizer fitan opnieuw (40). Na 15 minuten I eert West Frisia van een weifelen in de stzaansche defensie (41), doch 5 minuten w, 6r vergroot Winahouwer den voorsprong (5-1). bleep stand ondergaat geen verdere wijziging een kwartier spelen heeft de thuisclub lat ,eerst succes, als Kuyk na eerst tegen de doel hebben geschoten, den Amsterdamschen ge].dian passeert (10). Na een periode van V0q opgaand spel kunnen de Culemborgers den rsprong vergrooten, als Kuyk wederom ^ai°rt (20). Met dezen stand breekt de rust ^lÜWel onmiddellijk na de hervatting bracht Verharen den stand op 30 en twee minuten later scoorde dezelfde speler opnieuw, nu uit een goed door Lint genomen corner (40). Hierna zijn de gasten eenigen tijd in de meer derheid. Tenslotte kon Meeuwsen met een fraai doel punt de eer redden (41). Verder wordt er niet gescoord. Het Velox-veld was door den zwaren regen uiterst moeilijk bespeelbaar, en de Amsterdam mers hadden daar aanvankelijk het meest last van. Velox was daardoor een weinig in de meerderheid, doch het schieten liet zeer te wen- schen over, en daar de Amsterdamsche defensie in uitstekenden vorm was, bleven tal van kan sen onbenut. Toch wist Dam uit een voorzet van Sluik aan Velox de leiding te geven, zoodat de rust met 10 in ging. In de tweede helft nam Zeeburgia het initia tief, waardoor Velox een meer verdedigend spel moest spelen Ook de Amsterdammers schoten evenwel niet best (oorzaak gladheid). Toch wist v. Leeuwen ongeveer na een half uur gelijk te maken. (17) De felle strijd, die zich nu ont spon om het winnende punt, bleef onbeslist. Hoewel de Wormerveersche ploeg aanvanke lijk eenigszins in de meerderheid was, kon toch de thuisclub onverwachts de score openen. Uit een corner benutte Bannink een kleine kans hem door v. Palen geboden (10). WFC trok er van den aftrap af onmiddellijk vlug tusschen uit en rechtsbuiten Dekker bracht van dichtbij den stand op gelijken voet (11). WFC profi teerde spoedig van den fout in de groen-witte achterhoede; Kley bood een kans aan links buiten Oudejans, die met een diagonaal en on houdbaar schot succes had (12). De Wormerveersche voorhoede bleef gevaar lijk, maar Hilversum wist toch iets meer ter rein te winnen en midvoor Van Schaik wist na fraai doorzetten met een fel schot te scoren (2—2). De thuisclub domineerde in het grootste ge deelte van de tweede helft. De WFC-doelman Rensen bracht vele malen redding, maar ten slotte kon hij toch niet voorkomen, dat Van Schaik uit een corner den bal in het net werk te (3—2). In de eerste helft hadden de voetballers uit Alkmaar het beste van het spel. Oerlemans' heiligdom werd veelvuldig bestookt. De bezoe kers speelden een soliede partij voetbal, waar door het Spartaan-elftal heel wat moeite had. De Amsterdammers moesten het voornamelijk van hun goed spelenden rechtsbuiten hebben; op de linksbuitenplaats was v. Heuven door Pieterson vervangen. Reeds na 5 min. scoorden de Alkmaarders door van Wieringen het eerste doelpunt (01). De aanval van de bezoekers was zeer actief en de rood-witte verdediging wist slechts door stug verdedigen verdere doel punten te voorkomen. Het spel was 25 min. oud, toen de Spartaan rechtsbuiten Vis mef een fraai schot van ver ren afstand eigenlijk als voorzet bedoeld Brouwer verschalkte (1—1). Voor de rust werd niet meer gedoelpunt. Na de thee speelden de Spartanen beduidend beter en moest de Alcmaria-midden linie met den goed spelenden Gerritsen aan het hoofd haar verdediging herhaaldelijk te hulp snellen. Een doelpunt kwam echter aan den anderen kant, waar Oerlemans voor een hard schot van v. Wieringen moest zwichten (12). Tegen het einde kwamen de Amsterdammers er steeds beter in en vooral linksbuiten Pietersen speel de in deze periode naast den half-speler Blok zijl een prima partijDe bezoekers hielden echter stand en behaalden een kleine 21- overwinning. Door beter spel is de thuisclub in de eerste helft overwegend sterker. Na een half uur komt het eerste succes als W. Hetteling onhoudbaar doelpunt (1—0), terwijl kort hierop dezelfde Z.V.V.'er met een formidabel schot doe'man Mooyen passeert (20). Z.V.V. is schijnbaar nog niet voldaan want even later vergroot Voort huis via het been van A. de Zeeuw den voor sprong (30). Als Reinberk nog vóór de rust een vrijen schop op het Z.V.V.-doel neemt, wordt doelman Schaap het uitzicht belemmerd en de Utrechtsche achterstand verkleind. Na de hervatting spelen de bezoekers beter en reeds na 12 minuten scoort Reinberk uit een corner opnieuw. (32). Hercules is thans in de meerderheid. Vijf minuten voor het einde slaagt Keers er in gelijk te maken (33), waar mede de verhouding goed is weergegeven. Beide elftallen waien volledig. Het begin doet voor de Wijkers, die Dinkla misten, het beste verwachten. Na 10 minuten weet Veenstra op keurige wijze een voorzet van Schipper te benutten 10. Vijf minuten later herhaalt zich het zelfde als Veenstra al toestormende voor de tweede maal doelpunt. Om onbegrijpelijke redenen wordt dit doelpunt echter geannuleerd. De gasten komen nu even opzetten en als v. Urk half wegwerkt benut Cohen de kans 11. Rust 11. Na de rust spelen de rood-zwarten een goede partij en steeds zijn ze in de meerder heid. Enkele fraaie kansen worden onbenut gelaten, terwijl M. Cohen In 't Gooi-doel laat zien, dat hij zijn vak verstaat. Onverwachts komt succes aan den anderen kant als Wind- horst v. Urk even te vlug af is, 12. v. d. Wal en Veenstra geraken geblesseerd en worden vervangen. Slordig spel in de Kennemers-verdediging wordt de thuisclub noodlottig, waardoor het 13 wordt. Het einde komt met ongewijzig- den stand. Als C. v. d. Schalie den bal keurig vrijspeelt, Kopt Schijvenaar uit den voorzet onhoudbaar in (10). Dj thuisclub blijft in de meerderheid en B.R.C. moet alle krachten inspannen om de E.D.O.-voorhoede in bedwang te houden. Door slecht schieten gaan tal van kansen verloren. Slechts Kohier b ijkt in staat met een verrader lijk schot den B.F.C.-doelman te kunnen pas- seeren. Perukei moet voor een blessure het veld verlaten. Hij wordt door Timmerman vervan gen. In de tweede helft komen de gasten geducht opzetten. Eerst scoort Boerhout en even hierna Beugelaar, zoodat na vijf minuten spelen de stand reeds gelijk is (22). De Bussummers blijven constant doorspelen en het E.D.O.-doel komt herhaaldelijk in gevaar. Boerhout geeft tenslotte B.F.C. de leiding. Dan krijgt Oomen een vrijen schop te nemen wat hij keurig doet en waaruit v. d. Putten onhoudbaar inschiet (3—3). Dat geeft de thuisclub weer zooveel moed dat zij verder stand houdt. Uit een voorzet van C. v. d. Schalie kopt Schijvenaar tenslotte het winnende doelpunt in het net (43). Zondag werden te Haarlem de volgende wed strijden gespeeld voor de wintercompetitie van den K.N.Z.B. Heeren: H V.G.B.—V.Z.V. 3—0; H.P.C.—Zwem- lust 33. Dames: OtterH.P.C. 11. Na acht nederlagen en een gelijk spel, heeft het Oostelijk voetbalelftal Zondag voor het eerst sinds 1929 de West-Duitsche ploeg geslagen. Met 21 bleven de Ooste- lijken in de meerderheid. De eerste aanvallen waren voor de West- Duitschers, wier vleugel-spelers eenige malen snel doorbraken, maar weldra ging het spel gelijk op. Na een corner op het doel van Halle, kreeg Gerritsen den bal goed van Schuyt aangegeven. Zijn als schot bedoelde voorzet ging echter voor het doel langs. Onmiddellijk vielen de Duitschers weer aan en de linksbuiten wist Halle uit zijn doel te lokken. Halle kon den bal maar half verwerken en voor hij zich her steld had, doelpuntte na 25 minuten de mid denvoor dei- West-Duitschers Philipp met een laag scherp schot. Ook Weber ging bij dit doelpunt niet geheel vrij uit. Daarna speelde Schuyt den bal onverwacht vrij, van Heetjans ging de bal naar Gerritsen, die keurig voor gaf, Nagels snelde toe en voor iemand er op ver dacht was, kopte hij vallende den bal laag in den uitersten hoek van het Duitsche doel. (1—1). Zeven minuten voor de rust kreeg Heetjans den bal prachtig van Schuyt aangegeven, die op zijn beurt het leer van Freeze had ontvan gen. Heetjans liep even door en loste toen een zeer hard schot, dat Stein te machig was. (2—1). Na de rust heeft Oost-Holland verreweg het beste van het spel gehad. Het begon al direct met een aantal corners op het Duitsche doel. Een hevige regen belemmerde in het eerste kwartier overigens het tempo aanmerkelijk. De doorbraken van de Duitschers strandden telken op Roelofs en Weber. Langzaam verstreek de tijd, met nog steeds Oost-Nederland in den aanval. Gedoelpunt werd er echter niet meer, zoodat Oost-Holland voor het eerst sedert lang een overwinning be haalde, die bovendien ten volle verdiend was. De Oost-Nederlandsche ploeg speelde in de volgende opstelling: Doel: Leo Halle (Go Ahead). Achter: Weber (A. G. O. V. V.), Koldewijn (Heracles) Midden: Entjes (Heracles), Freeze (idem). Roelofs (Go Ahead). Voor: Nagels (Enschede), Benninik (Ensche- desche Boys), Schuyt (Z. A. C.), Heetjans (P. E. C.), Gerritsen (Enschede). Bij bovengenoemden wedstrijd ging de be langstelling uit naar het optreden van den Bloemendaal-middenvoor, de Bock, den debu tant in het Nederlandsch elftal. De jeugdige Bloemendaler heeft aan den Wandelweg geer. grootschen indruk achtergelaten en hoewel hij een handig en technisch voetballer blijkt, trad hij niet bijster op den voorgrond. Wellicht- dat het schitterende spel, dat A. F. C.'s aanvals leider Charles Lungen demonstreerde, de capa citeiten van de Bock geheel en al naar d?n achtergrond heeft verschoven. Liefst zes van de zeven doelpunten werden door den subliem spelenden Lungen gescoord. De „Reds" liepen reeds dadelijk hard van stapel en hadden zich bij 't ingaan van de rust een 30 voorsprong verworven. Na de rust vlotte het minder goed in de A. F. C.-achterhoede en wist de Bock zijn club aan een tweetal goede doelpunten te helpen, waarna het den gasten zelfs gelukte door toedoen van Hartendorp gelijk te maken (33). Even scheen het alsof de thuisclub werd ingesloten, doch een tweetal uitstekende doelpunten van Lungen deed de balans ten voordeele van de hoofdstedelingen overslaan. Enkele minuten voor het einde doelpuntte Kamminga na goed werk van Lungen, waar na Lungen zelf zijn halve dozijn volmaakte en Huisman voor de laatste maal passeerde (73). Aan de Mame dreven Maurice Devette en zijn jóng vrouwtje een alleraardigst lan delijk café-tje. Het was een erfdeel var. Mariene en zij had het gaarne als bruidschat ingebracht, hoewel het eigendom zijn besten tijd gekend had. Maar Maurice was óók al door de nare slechte tijden meest zonder verdien sten gekomen en, nu ja, het café-tje ging wel verre van goed, doch er waren bijna geen kos ten en zoo nu en dan werd er wel eens iets ontvangen. Maurice ploeterde den geheelen dag in allerlei, om aan te vullen hetgeen het café- tje niet opleverde en Mariene hield alles schoon, deed de waseh en de boodschappen, voor zoover tenminste lang-pratende doch weinig-verterende gasten er haar niet van terughielden. Doch ze waren beiden jong en levensmoedig, ze waren dol verliefd op elkaar gebleven en dps zagen ze nergens moeilijkheden of zorgen. Een paar jaren hadden ze aldus hun café- tje gedreven, toen konden de donkere dagen niet langer worden ontkend. Er was zoo weinig geld, dat ze wel moesten uitzien naar iets anders. Hoe ze zochten en moeiten deden, ze konden geen verandering in den toestand brengen. Toen bedachten ze. dat Mariene een tante had in Parijs en ze schreven haar een brief. Binnen enkele dagen kwam een antwoord; het bevatte geen uitkomst, maar was toch ook geen teleurstelling. Mariene werd uitgenoodigd naar Parijs te komen om eens uit te zien naar iets geschikts voor Maurice, die thuis moest blijven, want het café-tje kon men niet zonder meer alleen achterlaten. Het vooruitzicht op een scheiding was allesbehalve prettig; Mau rice kon er niet al te best door slapen en Mar iene snikte af en toe, zelfs onder haar werk. Maar het kon niet anders, en na driemaal een paar weken uitstel, vertrok Mariene met wei nig kleeren, want Maurice zou al heel spoedig ook moeten komen. Er zou in Parijs toch zeker gauw werk gevonden zijn en het café-tje kon spoedig genoeg verkocht worden. Mariene en Maurice schreven elkander vele en bemoedigende brieven, maar er was geen groote vraag in Parijs naar arbeidskrachten en het café-tje scheen alleen bekoring te hebben voor de tegenwoordig^ eigenaars. „Scheiden doet lijden," en Mariene kreeg bovendien heimwee naar haar man, die ver eenzaamde in zijn aardig café-tje. Toen kwam er op een dag weer een brief van tante. Mar iene was den laatsten tijd voortdurend bed legerig geweest, nu was ze werkelijk ernstig ziek en het zou wel raadzaam zijn, als Maurice eens overkwam. Dat gaf hem een schok. Het café-tje, dat hem een kelder scheen sinds Mariene er niet meer was, werd nu een grafkelder, zoo kil en vol huiveringwekkende geruchten. Een half uur zat Maurice, geslagen, zonder aan iets bepaalds te denken. Dan begonnen zijn gedachten zich te ordenen, plotseling stond hij op. Het was al tegen den avond en hij had nog niet gegeten. Hij scharrelde haastig wat in de keuken rond en at wat brood. Toen verkleedde hij zich, zocht al het geld, dat in huis was, bijeen, pakte wat kleeren in een bundeltje en nam een groot schoon blad papier. Hij schreef er op met on regelmatige, wankele letters: „Wegens vertrek gesloten" en plakte het tegen de ruit aan den ingang. Het was donker geworden, toen Mau rice zijn café-tje afsloot om de lange wande ling te ondernemen naar het afgelegen sta tionnetje, waar hij den trein naar Parijs zou nemen. Drie dagen later werd aan den oever van de Mame, niet ver van het café-tje, een drenke ling gevonden. Het lijk werd herkend als dat van Maurice Devette en men dacht aan zelf moord van den vereenzaamde. Niemand wist eigenlijk waarom zijn vrouw was heengegaan, en het café-tje van den waard, die sedert dien dag nooit iets meer zei dan het hoog noodige, was den laatsten tijd vermeden. Op bevel van de overheid had de begrafenis plaats; enkele belangstellenden en vage vrienden waren tegenwoordig en men verwonderde zich nauwe lijks, dat zijn vrouw niet tegenwoordig was. Maanden gingen voorbij. De „maire" besloot, dat het café-tje moest worden verkocht of een andere bestemming krijgen. Dat duurde aan voorbereidingen opnieuw enkele maanden, want het apparaat van den gemeentelijken dienst werkt moeilijk. Tenslotte kwam een bod op het café-tje en men constateerde, dat getracht moest worden de erven daarvan in kennis te stellen. Deze ontdekking nam geruimen tijd in beslag, maar nog langer duurde het om het Als de menschen het niet kunnen, dan zal ik het eens pro- beeren, dacht de poes. Met een sprongetje zat hij op het kastje en probeerde met zijn poot de vleermuis te grijpen. Maar deze lachte in zijn vuistje en dacht: Ze kunnen toch lekker niet vliegen. „Ik weet al wat", riep Drein opeens, „we moeten de ruiten uit de vensters nemen, dan kan die vleermuis zoo wegvliegen." En terwijl de poes verder ging met het maken van rare spron gen naar de fladderende vleermuis, begonnen Piet en Drein de ramen uit elkaar te halen.. „Ziezoo", zei Piet, toen ze de kamer met de vleermuis weer verlaten hadden, „nu hebben we niets anders te doen dan af te wachten tot die vleermuis er uit is." Drein, die in een kast je een heel lange Mexicaansche sigaar gevonden had, bracht zijn tijd door met rooken. adres van Mariene Devette te vinden, die eens naar Parijs vertrokken was. Zoo was het ruim twee jaar na de begrafenis, dat een vertegen woordiger der gemeente zich aanmeldde bij de tante van Mariene en daar het tegenwoordig adres van madame Devette ontving. Mariene ontving met verwondering den vreemdeling, die gemakkelijk het doel van zijn komst vertelde, daar het droevig ongeval al een paar jaren geleden gebeurd was en de menschen veronderstellen, dat zooiets dan eigenlijk als vergeten kan beschouwd worden. Doch Madame Devette nam in het geheel niet die bekende houding van lijdzame berusting aan. Mariene was volkomen verrast. „Maar, monsieur Duval, mijn man is heele- maal niet overleden! Hij woont hier, bij me en is nu op zijn werk." De heer Duval schudde het hoofd, hfj was toch persoonlijk bij de begrafenis geweest. En hij deed een nieuwe poging. Ten laatste werd besloten, dat de heer Du val tegen den avond zou terugkomen om zich te overtuigen van madame's beweringen. Maurice werd inderdaad herkend, hoe de heer Duval zich ook officieel daartegen, naar behooren, trachtte te verzetten. Daarop beslo ten de Devette's accoord te gaan met den ver koop van het café-tje; in hun klein gezin was het verlaten eigendommetje, dat nimmer baten had opgbracht en nu een onverwacht voor deeltje werd, een welkom meevallertje. Doch toen kwamen de ambtelijke moeilijkheden; Maurice Devette te wonen, maar aan de Mame was die persoon reeds lang afgeschreven. Verscheidene malen moest Maurice op reis naar het dorpje aan de Mame en de overheid besprak en herbesprak de ingewikkelde aan gelegenheden met den betrokkene als vroegeren eigenaar van het café-tje, maar de belangen van de erfgename moesten tegelijk erkend worden als tegenwoordige eigenaresse, want op papier was Maurice Devette nog steeds een overledene, en de burgerlijke stand maakt niet gemakkelijk vergissingen, noch minder verbe teringen. In den komenden zomer reisden Maurice met Mariene en een allerliefst jongetje, dat ook al Maurice Devette heette, op een Zaterdag naar het café-tje aan de Mame. Maurice had vacantie en in dien tijd zouden de zaken einde lijk geregeld kunnen worden. Mariene ruimde de kleine keuken, het slaapkamertje en het café-tje schoon. Overal vond ze oude, dierbare herinneringen terug. Het huisje en de weinige spulletjes glommen binnen een paar dagen in hernieuwden glans, door het café-tje klonken het gezang van een stralend gelukkige moeder en de heerlijke geluidjes van een kleinen krul- lebol. En Maurice liep op en neer naar de autori teiten, teekende brieven en stukken, doomla- derde officieele correspondenties uit Parijs, maar bleef een doode. Een jaar verliep; daar ontving Maurice De vette de mededeeling, dat hij de laatste hand- teekeningen met getuigen, moest komen zetten, want de Mame-gemeente had zijn aangelegen heid thans geregeld. Maurice vertrok en zag in het groote boek van den Burgerlijken Stand, dat de moeilijk heden van zoovéél jaren een oplossing gevon den hadden in een smal enkel lijntje van eenige centimeters door het woord „overleden" en den betrokken datum. Dus: Maurice Devette leefde weer, ook aan de Mame; de verkoop van het café-tje kon worden afgewikkeld. De autori teiten hadden hun moeilijken plicht volbracht van overheidsbemoeiingen ten gunste van ach tergebleven betrekkingen en vernietiging van een officieele overlijdensacte. Toen weigerde Maurice Devette. Hij was weer levend geworden en had dus eigen rechten. In overleg met Mariene was besloten, het café-tje van gespaard geld wat te laten veranderen en tot een zomerhuisje te bestemmen. 't Werd alleraardigst en Mariene was er dol gelukkig mee. De eerste post, welke zij ontvingen in hun eerste vacantie in het verbouwd café-tje, was een lijvig pakket met gemeente-stempels: de rekening voor de bemoeiingen der overheid in zake het niet-overlijden van Maurice Devette. Om de bewijzen geaccepteerd te krijgen, dat niet hij, Maurice Devette, deze kosten veroor zaakt had, daar hij nimmer overleden was, noch begraven werd op bevel der gemeente, noch een weduwe gehad had, die dit overlijden en de gevolgen van dien moesten worden aan gezegd, vecht Maurice al weer eenige jaren. Mogelijk zal de kleine Maurice eens de taak overnemen, om te strijden voor de rechten van zijn overleden niet-overleden vader. De thuisclub, die het windvoordeel heeft, is het eerst in den aanval. Na zeven minuten he,ff. de Haarlemsche keaper het ongeluk bij het uitloopen te vallen, waardoor de bal kalm in het doel rolt (10). Spoedig brengen de gastheeren den stand op 20, waarna H. F. C. even voor de rust door den linksbuiten tegen- scoort (21). Na de hervatting heeft H. R. C. weldra weer succes, als Sanders den voorsprong tot 31 verhoogt. Na eenigen tijd van gelijkopgaand spei kunnen de Haarlemmers opnieuw tegen- scoren thans door den rechtsbinnen (32). Zyroni brengt vervolgens den stand op 4—2. Verder wordt er niet gedoelpunt. fclT HET FRANSCH VERTAALD POOR CHïtlSTINE KAMP S|§ '""iiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiïïïiT 6f> Tranen verstikten de stem der jonge vrouw. 5r'-i vervolgde: „Ten eerste moet je zooveel als ri°Selijk is de exemplaren van „Het Diepe f®6er" en ^De Verscheurde Sluier" terugkoopen. *h moet'je een fatsoenlijke graftombe bezor- .h aan Paul Janel, zijn moeder en zijn zuster, e- naar ik weet, in een gemeenschappelijk op het openbare kerkhof zijn begraven. ben hun die late genoegdoening schuldig. an ga je terug naar je vader. Daar is het, at je de rust en het geluk zult vinden 1beloofde alles en dien dag sprak hij niet uitgeput door zijn te groote inspanning .Gedurende den nacht kreeg hij weer een oedspuwing en hijzelf vroeg naar den pater, e 6 sijn ziel teruggebracht had naar de boete het Licht. Toen hij de laatste H.H. Sacra- ^®hten ontvangen had, kon hij nog Margaïta fluisteren: „Lieve vrouw, je hebt mij den tf)efle geschonkenDat anderen je het geluk geven, dat ik je niet heb kunnen henken." Hij viel terug op het kussen en terwijl de sluier der eeuwigheid zich over zijn oogen ver spreidde, mompelde hij nog: „Ik heb het vuur laten uitgaan.... Hij zal het weer ontste ken!...." HOOFDSTUK XX De lente ging voorbij, dan de zomer, de herfst en nog een lente sedert Margaïta, vol gens de belofte aan haar man gedaan, terug gekomen was naar het huis van haar vader, het huis, waarvan zij de erfgename is, maar waar, als zij zalzijn weggegaan, het vuur in den haard zal uitgaan. Zij gaat zelden uit, alleen om naar de kerk te gaan, naar het kerkhof of naar de armen, die allen haar vrienden zijn. Dc-or haar toedoen is Ganlch, de bedelaar, gestorven in het huis door oom Janeki ge sticht. Hij heeft zich te voren verzoend met den goeden God, voor Wien hij in zijn hals starrigheid het hoofd niet had willen buigen. De kroegbaas durft niet meer vloeken en laatst met Paschen is hij gezien, terwijl hij de kerk binnensloop 's morgens heel vroeg, als er nog niemand in zijn herberg naar wijn of sterken drank vraagt. Al de vrouwen van het dorp houden van mevr. Liserolles. Zij weet zoo goed medelijden te hebben met hun verdrietelijkheden, hun leed. En altijd vindt zij wel een middel om ze te hulp te komen. Zij brengt het geld aan, dat aan een moeilijken toestand een eind maakt, zij ver zoent echtelieden, die willen scheiden, zij houdt jonge meisjes tegen op gevaarlijke wegen, die ten ondergang voeren. Bij moeders, die een kindje verloren hebben, blijft zij de lange avonduren doorbrengen, samen weenend en zich aan God onderwerpend. Haar edelmoedig hart legt haar bij elke gelegenheid, de woorden in den mond, die verlichting geven en troosten. Is het dus te verwonderen, dat als zij langs de paden gaat, gehuld in haar weduwenkap met sluier, over de heggen, op den drempel der deuren dankbare blikken haar volgen, lip pen een gebed prevelen om God te smeeken haar te zegenen in deze wereld of in de andere haar te beloonen. Toch verwacht zij niets meer van het leven.... ten minste, dat denkt zij.... maar diep in haar ziel zijn er verlangens, door het verstand onderdrukt, maar die soms haar blik verduisteren als zij een pas geboren kindje in de armen houdt, den trots zijner moeder. Reeds hebben verschillende candidaten zich voorgesteld tegen den dag, dat zij den rouw zal afleggen: Gerard Mayou, Leon Darrigand en in Parijs zelfs Rigal, brutaal als steeds. Maar die aanzoeken laten haar koud of walgen haar. Zij schudt het hoofd en gaat haar weg eenzaam verder. Zij wil zich niet onderzoeken, om te weten te komen, wat zij doen zou, als een ander haar hand vroeg. Haar reinheid verwerpt die gedachte als gevaarlijk. Trouwens, de meester van Uhaldia verschijnt slechts zelden op Eskerona en als hij komt, dan is het om met Arnaud te spreken over landbouw en parochiale belangen. Soms zit hij zwijgend minutenlang. Margaïta vraagt zich niet af, wat er schuilt onder die te groote terughoudendheid; zij stelt zich tevreden met te bidden, lederen morgen, voor hem die haar echtgenoot van een plotse- lingen dood redde, zoodat hij den tijd had zijn dwalingen in te zien, terug te keeren tot het geloof zijner jeugd en in vrede te sterven. Hugo Liserolies rust nu op Père Lachaise, in het familiegraf, waar ook zijn moeder een rustplaats heeft gevonden. Na him de laatste eer bewezen te hebben, is de jonge weduwe naar den neef van Massot gegaan en heeft hem gezegd welk werk van herstel zij kwam doen. Zij verwachtte weerstand te ondervinden, maar hij heeft heel gauw en gemakkelijk aan haar wensch voldaan en kortaf verklaard: „Die zedelooze boeken, waarover een zekere pers zich zoo druk maakt, worden gedurende eenige weken, eenige maanden goed verkocht, maar daarna blijven ze op de boekenplanken liggen. Zoo is het niet met de gezonde, sterk opgevatte werken; hun succes wordt steeds grooter. Zie maar eens „De Behoedster van den Haard!" Weldra wordt de vierduizendste editie uitgegeven. O, Chenard weet wel wat hij doet, hij heeft een fijnen smaak! Uw man had beter gedaan met nooit van hem weg te gaan, hij zou hem wel op den goeden weg naar den roem gebracht hebben Dus is Margaïta eigenares geworden van „Het Diepe Meer" en van „De Verscheurde Sluier" en zij heeft al de exemplaren, die zij machtig kon worden, doen vernietigen, terwijl zij er spijt van had dat niet te kunnen doen met de exemplaren, die in de openbare en par ticuliere bibliotheken zijn verspreid en die nog misschien generaties lang vrouwelijke zielen zullen verwarren en ten ondergang brengen. Mona heeft haar het manuscript gebracht van het werk, dat nooit het licht zal zien en toen zij hoorde, dat de andere werken van Liserolies vernietigd waren, heeft zij gezegd'; „Mevrouw, u zult goed doen met ook dit werk te verbranden. Het is nog gevaarlijker dan de andere. Ik weet het, want bijna had het mü in een leehjik avontuur gesleept." Toen de jonge vrouw, doodsbleek geworden, zweeg, vervolgde zij: „Zonder dat u er van be wust bent, mevrouw, bent u het, die mij heeft gered." „Hoe zoo?" „Sedert ik u ken heb ik gedacht: „Dat is een jonge vrouw die door haar man in een rare wereld wordt gebracht. De heeren verdringen zich om haar, omdat zij mooi is en toch ont wijkt zij al de haar gespannen strikken, rechtop, fier, verdedigd door hetgeen zij in haar jeugd heeft geleerd en nooit vergeten heeft.... Ondanks mijzelf was ik er door ge troffen: Ik dacht aan de kloosterzuster, die op u lijkt.... En toen heb ik vernomen hoe u u aan uw man hebt gewijd na zijn redding.... En ik bewonderde u! Hij had u toch zoozeer doen lijden! Toen kwam het verlangen in mü op om u te gelijken en om mij tegen mezelf te verdedigen ben ik teruggekeerd tot de goede zusters, die mij hebben opgevoed en die mijn ware moeders zijn.... Zij hebben mij met open armen ontvangen en mij niet te veel beknord. Maar zij hebben mü goeden raad gegeven, mü geleid, ondersteund zoozeer, dat ik nu ga trouwen met een braven jongeman, die een vaste betrekking heeft. Ik zal niet in een auto rijden, ik zal geen diamanten en bontmantels dragen, maar wü hebben elkander lief, wü zullen onzen plicht vervullen en wü zullen ge lukkig zün!" Zeer ontroerd reikte Margaïta de hand aan het jonge meisje en haar lippen, verbleekt door de smart, vonden een glimlach weer toen zü zei: „Uw woorden doen mü goed!" Dienzelfden avond stuurde zü een chèque met een vriendelük woord aan de jonge typiste; dat geld zou dienen als huwelüksgeschenk om het jonge paar te helpen bü de inrichting van hun toekomstige woning. Toen Mona den brief met inhoud ontving, dacht zü met tranen in de oogen: „Zij is nog deugdzamer dan ik mü verbeelddeDie arme Liserolles, hoe heeft hij toch zelf zijn geluk bedorven!" Toen het landhuis onder de acacia's verkocht was, evenals de overtollige meubelen, was Margaïta teruggekeerd naar het ouderlijk huis en haar tante Gracieuse zou hebben kunnen denken, dat als de tijd een beetje over dat alles was heengegaan, haar nicht weer haar ieven zou beginnen zools het was eer dat nood lottige huwelijk had plaats gevonden (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 11