Met velmal den dag
DREIN DRENTEL
EN PIET PRIKKEL
de uren gaan
V O O R B IJ
*eIox en Zeeburgia spelen gelijk
E.D.O. WINT VANB.F.C.
vRiendenschaar—o.v.v.o.
MAANDAG 26 OCTOBER 1936
TWEEDE KLASSE K.M.V.B.
Overwinningen van O.S.V., Vrien
denschaar, Hilversum, 'tGooi,
H.R.C. en A.F.C.
De Spartaan verliest
Van Alcmaria Victrix
B C-
B C'
T&bnemers
S&rtaan
■oio
V. v.
e
Sottas
siV' s-
O.S.V.WEST-FRISIA 5—1
Tegenstand te zwak
4—1
Amsterdammers niet tegen de
Culemborgers opgewassen
VELOX—ZEEBURGIA 1—1
Utrechtsche club nam de leiding
HILVERSUM—W.F.C. 3—2
Verdiende overwinning der
gastheeren
SPARTAAN—ALC. VICTRIX
1—2
Roodbroeken verdienden een
gelijk spel
Z.V.V.—HERCULES 3—3
Na een 30-voorsprong der
Zaandammers
KENNEMERS—'T GOOI 13
Wijkers begonnen hoopvol
E.D.O.B.F.C. 4—3
Zwaarbevochten Haarlemsche
zege
Wintercompetitie K.N.Z.B.
K.N.V.B.
Oost-Nederland klopt
W est-Duitschland
Overwinning na talrijke
nederlagen
A.F.C.—BLOEMENDAAL 7—3
Lungen scoort zes fraaie goals
Het cafétje
H.R.C.H.F.C. 4—2
Bij de rust leidde de thuisclub
reeds met 21
Ze'h 'weede ^asse A van afdeeling I heeft
eburgia geen kans gekregen om op Velox in
ioopen, maar de Utrechtsche club kon haar
°rsprong evenmin vergrooten, want de punten
jj..r<^eh tusschen beide concurrenten gedeeld.
tjiptVersum' da^ van WFC won, staat nu gelijk
de Amsterdammers,
tri11 de tweede klasse B konden Alcmaria Vic-
x en EDO zich handhaven, resp. door over-
bningen op De Spartaan en BFC.
e standen zijn nu:
AFDEELING I
TWEEDE KLASSE A
Velojj
^eburgia
ijdversum
h S' V"
dercules
fiendenschaar
v. V.
W P'
est-Frisia
°- V- V. O.
0 10 10— 6
8 10— 6
8 12—10
7 16—10
10—13
9— 7
8— 8
9— 6
6—13
5—16
TWEEDE KLASSE B
£lctd. Victrix
O.
Gooi
P. C.
B
'oemendaal
F. C.
8 13— 5
8 11— 8
7 15—10
7 21—16
7 21—17
6 24—21
4 7—13
4 11—13
4 15—25
3 15—25
AFDEELING II
TWEEDE KLASSE A
O V- v-
°- s.
G^ermaas
t>. L.
8
Qüii
Bi
ck
ftePtunus
B E" C-
R,°ek van Holland
*teeds Hooger
6
4
1
1
9
19—15
5
4
0
1
8
18— 5
5
4
0
1
8
14— 7
6
4
0
2
8
13—14
6
3
0
3
6
20— 9
6
3
0
3
6
12—16
2
1
3
5
13—13
6
2
1
3
5
12—13
6
1
1
4
3
6—12
6
0
0
6
0
6—29
TWEEDE KLAS B
tl
F. C.
O. s.
v- V.
Sma
®ledrecht
^Phen
B! l-
Slng Hope
2 2
1 4
9 15— 6
7 14— 9
15—11
15—11
8— 8
8— 9
8—11
6—10
12—17
9—16
öe Oostzaners, die Dil wederom in de plaats
p 11 De Boer hebben opgesteld, zijn al direct
de meerderheid.
Be
C'dd de score (10), terwijl Göbel kort hier-
Ba 20 minuten opent Bode voor de thuis-
do de score (10), terwijl Göbel kort hier-
e P den voorsprong vergroot (2—0). Met de
&eh 6 dttvallen der bezoekers heeft de OSV-
dterhoede niet veel moeite,
g Direct na de hervatting maakt Bode het
g rde doelpunt (30), waarna de strijd meer
- op gaat. Als OSV daarna in de meer-
'd komt passeert Bode den Enkhuizer
jit-*aan opnieuw (40). Na 15 minuten pro-
,j 'deid komt passeert Bode den Enkhuizer
fitan opnieuw (40). Na 15 minuten I
eert West Frisia van een weifelen in de
stzaansche defensie (41), doch 5 minuten
w, 6r vergroot Winahouwer den voorsprong
(5-1).
bleep stand ondergaat geen verdere wijziging
een kwartier spelen heeft de thuisclub
lat ,eerst succes, als Kuyk na eerst tegen de
doel hebben geschoten, den Amsterdamschen
ge].dian passeert (10). Na een periode van
V0q opgaand spel kunnen de Culemborgers den
rsprong vergrooten, als Kuyk wederom
^ai°rt (20). Met dezen stand breekt de rust
^lÜWel onmiddellijk na de hervatting bracht
Verharen den stand op 30 en twee minuten
later scoorde dezelfde speler opnieuw, nu uit
een goed door Lint genomen corner (40).
Hierna zijn de gasten eenigen tijd in de meer
derheid.
Tenslotte kon Meeuwsen met een fraai doel
punt de eer redden (41). Verder wordt er
niet gescoord.
Het Velox-veld was door den zwaren regen
uiterst moeilijk bespeelbaar, en de Amsterdam
mers hadden daar aanvankelijk het meest last
van. Velox was daardoor een weinig in de
meerderheid, doch het schieten liet zeer te wen-
schen over, en daar de Amsterdamsche defensie
in uitstekenden vorm was, bleven tal van kan
sen onbenut. Toch wist Dam uit een voorzet van
Sluik aan Velox de leiding te geven, zoodat de
rust met 10 in ging.
In de tweede helft nam Zeeburgia het initia
tief, waardoor Velox een meer verdedigend spel
moest spelen Ook de Amsterdammers schoten
evenwel niet best (oorzaak gladheid). Toch wist
v. Leeuwen ongeveer na een half uur gelijk te
maken. (17) De felle strijd, die zich nu ont
spon om het winnende punt, bleef onbeslist.
Hoewel de Wormerveersche ploeg aanvanke
lijk eenigszins in de meerderheid was, kon toch
de thuisclub onverwachts de score openen. Uit
een corner benutte Bannink een kleine kans
hem door v. Palen geboden (10). WFC trok
er van den aftrap af onmiddellijk vlug tusschen
uit en rechtsbuiten Dekker bracht van dichtbij
den stand op gelijken voet (11). WFC profi
teerde spoedig van den fout in de groen-witte
achterhoede; Kley bood een kans aan links
buiten Oudejans, die met een diagonaal en on
houdbaar schot succes had (12).
De Wormerveersche voorhoede bleef gevaar
lijk, maar Hilversum wist toch iets meer ter
rein te winnen en midvoor Van Schaik wist na
fraai doorzetten met een fel schot te scoren
(2—2).
De thuisclub domineerde in het grootste ge
deelte van de tweede helft. De WFC-doelman
Rensen bracht vele malen redding, maar ten
slotte kon hij toch niet voorkomen, dat Van
Schaik uit een corner den bal in het net werk
te (3—2).
In de eerste helft hadden de voetballers uit
Alkmaar het beste van het spel. Oerlemans'
heiligdom werd veelvuldig bestookt. De bezoe
kers speelden een soliede partij voetbal, waar
door het Spartaan-elftal heel wat moeite had.
De Amsterdammers moesten het voornamelijk
van hun goed spelenden rechtsbuiten hebben;
op de linksbuitenplaats was v. Heuven door
Pieterson vervangen. Reeds na 5 min. scoorden
de Alkmaarders door van Wieringen het eerste
doelpunt (01). De aanval van de bezoekers
was zeer actief en de rood-witte verdediging
wist slechts door stug verdedigen verdere doel
punten te voorkomen.
Het spel was 25 min. oud, toen de Spartaan
rechtsbuiten Vis mef een fraai schot van ver
ren afstand eigenlijk als voorzet bedoeld
Brouwer verschalkte (1—1). Voor de rust werd
niet meer gedoelpunt.
Na de thee speelden de Spartanen beduidend
beter en moest de Alcmaria-midden linie met
den goed spelenden Gerritsen aan het hoofd
haar verdediging herhaaldelijk te hulp snellen.
Een doelpunt kwam echter aan den anderen
kant, waar Oerlemans voor een hard schot van
v. Wieringen moest zwichten (12). Tegen het
einde kwamen de Amsterdammers er steeds
beter in en vooral linksbuiten Pietersen speel
de in deze periode naast den half-speler Blok
zijl een prima partijDe bezoekers hielden
echter stand en behaalden een kleine 21-
overwinning.
Door beter spel is de thuisclub in de eerste
helft overwegend sterker. Na een half uur komt
het eerste succes als W. Hetteling onhoudbaar
doelpunt (1—0), terwijl kort hierop dezelfde
Z.V.V.'er met een formidabel schot doe'man
Mooyen passeert (20). Z.V.V. is schijnbaar nog
niet voldaan want even later vergroot Voort
huis via het been van A. de Zeeuw den voor
sprong (30). Als Reinberk nog vóór de rust
een vrijen schop op het Z.V.V.-doel neemt,
wordt doelman Schaap het uitzicht belemmerd
en de Utrechtsche achterstand verkleind.
Na de hervatting spelen de bezoekers beter en
reeds na 12 minuten scoort Reinberk uit een
corner opnieuw. (32). Hercules is thans
in de meerderheid. Vijf minuten voor het einde
slaagt Keers er in gelijk te maken (33), waar
mede de verhouding goed is weergegeven. Beide
elftallen waien volledig.
Het begin doet voor de Wijkers, die Dinkla
misten, het beste verwachten. Na 10 minuten
weet Veenstra op keurige wijze een voorzet
van Schipper te benutten 10. Vijf minuten
later herhaalt zich het zelfde als Veenstra al
toestormende voor de tweede maal doelpunt.
Om onbegrijpelijke redenen wordt dit doelpunt
echter geannuleerd. De gasten komen nu even
opzetten en als v. Urk half wegwerkt benut
Cohen de kans 11. Rust 11.
Na de rust spelen de rood-zwarten een
goede partij en steeds zijn ze in de meerder
heid. Enkele fraaie kansen worden onbenut
gelaten, terwijl M. Cohen In 't Gooi-doel laat
zien, dat hij zijn vak verstaat. Onverwachts
komt succes aan den anderen kant als Wind-
horst v. Urk even te vlug af is, 12.
v. d. Wal en Veenstra geraken geblesseerd
en worden vervangen.
Slordig spel in de Kennemers-verdediging
wordt de thuisclub noodlottig, waardoor het
13 wordt. Het einde komt met ongewijzig-
den stand.
Als C. v. d. Schalie den bal keurig vrijspeelt,
Kopt Schijvenaar uit den voorzet onhoudbaar
in (10). Dj thuisclub blijft in de meerderheid
en B.R.C. moet alle krachten inspannen om de
E.D.O.-voorhoede in bedwang te houden. Door
slecht schieten gaan tal van kansen verloren.
Slechts Kohier b ijkt in staat met een verrader
lijk schot den B.F.C.-doelman te kunnen pas-
seeren. Perukei moet voor een blessure het veld
verlaten. Hij wordt door Timmerman vervan
gen.
In de tweede helft komen de gasten geducht
opzetten. Eerst scoort Boerhout en even hierna
Beugelaar, zoodat na vijf minuten spelen de
stand reeds gelijk is (22). De Bussummers
blijven constant doorspelen en het E.D.O.-doel
komt herhaaldelijk in gevaar. Boerhout geeft
tenslotte B.F.C. de leiding. Dan krijgt Oomen
een vrijen schop te nemen wat hij keurig doet
en waaruit v. d. Putten onhoudbaar inschiet
(3—3). Dat geeft de thuisclub weer zooveel moed
dat zij verder stand houdt. Uit een voorzet van
C. v. d. Schalie kopt Schijvenaar tenslotte het
winnende doelpunt in het net (43).
Zondag werden te Haarlem de volgende wed
strijden gespeeld voor de wintercompetitie van
den K.N.Z.B.
Heeren: H V.G.B.—V.Z.V. 3—0; H.P.C.—Zwem-
lust 33.
Dames: OtterH.P.C. 11.
Na acht nederlagen en een gelijk spel,
heeft het Oostelijk voetbalelftal Zondag voor
het eerst sinds 1929 de West-Duitsche
ploeg geslagen. Met 21 bleven de Ooste-
lijken in de meerderheid.
De eerste aanvallen waren voor de West-
Duitschers, wier vleugel-spelers eenige malen
snel doorbraken, maar weldra ging het spel
gelijk op.
Na een corner op het doel van Halle, kreeg
Gerritsen den bal goed van Schuyt aangegeven.
Zijn als schot bedoelde voorzet ging echter
voor het doel langs. Onmiddellijk vielen de
Duitschers weer aan en de linksbuiten wist
Halle uit zijn doel te lokken. Halle kon den
bal maar half verwerken en voor hij zich her
steld had, doelpuntte na 25 minuten de mid
denvoor dei- West-Duitschers Philipp met een
laag scherp schot. Ook Weber ging bij dit
doelpunt niet geheel vrij uit. Daarna speelde
Schuyt den bal onverwacht vrij, van Heetjans
ging de bal naar Gerritsen, die keurig voor gaf,
Nagels snelde toe en voor iemand er op ver
dacht was, kopte hij vallende den bal laag in
den uitersten hoek van het Duitsche doel.
(1—1).
Zeven minuten voor de rust kreeg Heetjans
den bal prachtig van Schuyt aangegeven, die
op zijn beurt het leer van Freeze had ontvan
gen. Heetjans liep even door en loste toen een
zeer hard schot, dat Stein te machig was.
(2—1).
Na de rust heeft Oost-Holland verreweg het
beste van het spel gehad. Het begon al direct
met een aantal corners op het Duitsche doel.
Een hevige regen belemmerde in het eerste
kwartier overigens het tempo aanmerkelijk.
De doorbraken van de Duitschers strandden
telken op Roelofs en Weber.
Langzaam verstreek de tijd, met nog steeds
Oost-Nederland in den aanval. Gedoelpunt
werd er echter niet meer, zoodat Oost-Holland
voor het eerst sedert lang een overwinning be
haalde, die bovendien ten volle verdiend was.
De Oost-Nederlandsche ploeg speelde in de
volgende opstelling:
Doel: Leo Halle (Go Ahead).
Achter: Weber (A. G. O. V. V.), Koldewijn
(Heracles)
Midden: Entjes (Heracles), Freeze (idem).
Roelofs (Go Ahead).
Voor: Nagels (Enschede), Benninik (Ensche-
desche Boys), Schuyt (Z. A. C.), Heetjans
(P. E. C.), Gerritsen (Enschede).
Bij bovengenoemden wedstrijd ging de be
langstelling uit naar het optreden van den
Bloemendaal-middenvoor, de Bock, den debu
tant in het Nederlandsch elftal. De jeugdige
Bloemendaler heeft aan den Wandelweg geer.
grootschen indruk achtergelaten en hoewel hij
een handig en technisch voetballer blijkt, trad
hij niet bijster op den voorgrond. Wellicht- dat
het schitterende spel, dat A. F. C.'s aanvals
leider Charles Lungen demonstreerde, de capa
citeiten van de Bock geheel en al naar d?n
achtergrond heeft verschoven. Liefst zes van
de zeven doelpunten werden door den subliem
spelenden Lungen gescoord. De „Reds" liepen
reeds dadelijk hard van stapel en hadden zich
bij 't ingaan van de rust een 30 voorsprong
verworven. Na de rust vlotte het minder goed
in de A. F. C.-achterhoede en wist de Bock
zijn club aan een tweetal goede doelpunten te
helpen, waarna het den gasten zelfs gelukte
door toedoen van Hartendorp gelijk te maken
(33). Even scheen het alsof de thuisclub
werd ingesloten, doch een tweetal uitstekende
doelpunten van Lungen deed de balans ten
voordeele van de hoofdstedelingen overslaan.
Enkele minuten voor het einde doelpuntte
Kamminga na goed werk van Lungen, waar
na Lungen zelf zijn halve dozijn volmaakte en
Huisman voor de laatste maal passeerde (73).
Aan de Mame dreven Maurice Devette en
zijn jóng vrouwtje een alleraardigst lan
delijk café-tje. Het was een erfdeel var.
Mariene en zij had het gaarne als bruidschat
ingebracht, hoewel het eigendom zijn besten
tijd gekend had. Maar Maurice was óók al door
de nare slechte tijden meest zonder verdien
sten gekomen en, nu ja, het café-tje ging wel
verre van goed, doch er waren bijna geen kos
ten en zoo nu en dan werd er wel eens iets
ontvangen. Maurice ploeterde den geheelen dag
in allerlei, om aan te vullen hetgeen het café-
tje niet opleverde en Mariene hield alles
schoon, deed de waseh en de boodschappen,
voor zoover tenminste lang-pratende doch
weinig-verterende gasten er haar niet van
terughielden.
Doch ze waren beiden jong en levensmoedig,
ze waren dol verliefd op elkaar gebleven en dps
zagen ze nergens moeilijkheden of zorgen.
Een paar jaren hadden ze aldus hun café-
tje gedreven, toen konden de donkere dagen
niet langer worden ontkend.
Er was zoo weinig geld, dat ze wel moesten
uitzien naar iets anders. Hoe ze zochten en
moeiten deden, ze konden geen verandering in
den toestand brengen. Toen bedachten ze. dat
Mariene een tante had in Parijs en ze schreven
haar een brief.
Binnen enkele dagen kwam een antwoord;
het bevatte geen uitkomst, maar was toch ook
geen teleurstelling. Mariene werd uitgenoodigd
naar Parijs te komen om eens uit te zien naar
iets geschikts voor Maurice, die thuis moest
blijven, want het café-tje kon men niet zonder
meer alleen achterlaten. Het vooruitzicht op
een scheiding was allesbehalve prettig; Mau
rice kon er niet al te best door slapen en Mar
iene snikte af en toe, zelfs onder haar werk.
Maar het kon niet anders, en na driemaal een
paar weken uitstel, vertrok Mariene met wei
nig kleeren, want Maurice zou al heel spoedig
ook moeten komen. Er zou in Parijs toch zeker
gauw werk gevonden zijn en het café-tje kon
spoedig genoeg verkocht worden.
Mariene en Maurice schreven elkander vele
en bemoedigende brieven, maar er was geen
groote vraag in Parijs naar arbeidskrachten en
het café-tje scheen alleen bekoring te hebben
voor de tegenwoordig^ eigenaars.
„Scheiden doet lijden," en Mariene kreeg
bovendien heimwee naar haar man, die ver
eenzaamde in zijn aardig café-tje. Toen kwam
er op een dag weer een brief van tante. Mar
iene was den laatsten tijd voortdurend bed
legerig geweest, nu was ze werkelijk ernstig
ziek en het zou wel raadzaam zijn, als Maurice
eens overkwam.
Dat gaf hem een schok. Het café-tje, dat
hem een kelder scheen sinds Mariene er niet
meer was, werd nu een grafkelder, zoo kil en
vol huiveringwekkende geruchten. Een half uur
zat Maurice, geslagen, zonder aan iets bepaalds
te denken. Dan begonnen zijn gedachten zich
te ordenen, plotseling stond hij op. Het was al
tegen den avond en hij had nog niet gegeten.
Hij scharrelde haastig wat in de keuken rond
en at wat brood. Toen verkleedde hij zich,
zocht al het geld, dat in huis was, bijeen, pakte
wat kleeren in een bundeltje en nam een groot
schoon blad papier. Hij schreef er op met on
regelmatige, wankele letters: „Wegens vertrek
gesloten" en plakte het tegen de ruit aan den
ingang. Het was donker geworden, toen Mau
rice zijn café-tje afsloot om de lange wande
ling te ondernemen naar het afgelegen sta
tionnetje, waar hij den trein naar Parijs zou
nemen.
Drie dagen later werd aan den oever van de
Mame, niet ver van het café-tje, een drenke
ling gevonden. Het lijk werd herkend als dat
van Maurice Devette en men dacht aan zelf
moord van den vereenzaamde. Niemand wist
eigenlijk waarom zijn vrouw was heengegaan,
en het café-tje van den waard, die sedert dien
dag nooit iets meer zei dan het hoog noodige,
was den laatsten tijd vermeden. Op bevel van
de overheid had de begrafenis plaats; enkele
belangstellenden en vage vrienden waren
tegenwoordig en men verwonderde zich nauwe
lijks, dat zijn vrouw niet tegenwoordig was.
Maanden gingen voorbij. De „maire" besloot,
dat het café-tje moest worden verkocht of een
andere bestemming krijgen. Dat duurde aan
voorbereidingen opnieuw enkele maanden, want
het apparaat van den gemeentelijken dienst
werkt moeilijk. Tenslotte kwam een bod op het
café-tje en men constateerde, dat getracht
moest worden de erven daarvan in kennis te
stellen. Deze ontdekking nam geruimen tijd in
beslag, maar nog langer duurde het om het
Als de menschen het niet kunnen, dan zal ik het eens pro-
beeren, dacht de poes. Met een sprongetje zat hij op het kastje
en probeerde met zijn poot de vleermuis te grijpen. Maar deze
lachte in zijn vuistje en dacht: Ze kunnen toch lekker niet
vliegen.
„Ik weet al wat", riep Drein opeens, „we moeten de ruiten
uit de vensters nemen, dan kan die vleermuis zoo wegvliegen."
En terwijl de poes verder ging met het maken van rare spron
gen naar de fladderende vleermuis, begonnen Piet en Drein
de ramen uit elkaar te halen..
„Ziezoo", zei Piet, toen ze de kamer met de vleermuis weer
verlaten hadden, „nu hebben we niets anders te doen dan af
te wachten tot die vleermuis er uit is." Drein, die in een kast je
een heel lange Mexicaansche sigaar gevonden had, bracht zijn
tijd door met rooken.
adres van Mariene Devette te vinden, die eens
naar Parijs vertrokken was. Zoo was het ruim
twee jaar na de begrafenis, dat een vertegen
woordiger der gemeente zich aanmeldde bij de
tante van Mariene en daar het tegenwoordig
adres van madame Devette ontving.
Mariene ontving met verwondering den
vreemdeling, die gemakkelijk het doel van zijn
komst vertelde, daar het droevig ongeval al
een paar jaren geleden gebeurd was en de
menschen veronderstellen, dat zooiets dan
eigenlijk als vergeten kan beschouwd worden.
Doch Madame Devette nam in het geheel niet
die bekende houding van lijdzame berusting
aan. Mariene was volkomen verrast.
„Maar, monsieur Duval, mijn man is heele-
maal niet overleden! Hij woont hier, bij me en
is nu op zijn werk."
De heer Duval schudde het hoofd, hfj was
toch persoonlijk bij de begrafenis geweest. En
hij deed een nieuwe poging.
Ten laatste werd besloten, dat de heer Du
val tegen den avond zou terugkomen om zich
te overtuigen van madame's beweringen.
Maurice werd inderdaad herkend, hoe de
heer Duval zich ook officieel daartegen, naar
behooren, trachtte te verzetten. Daarop beslo
ten de Devette's accoord te gaan met den ver
koop van het café-tje; in hun klein gezin was
het verlaten eigendommetje, dat nimmer baten
had opgbracht en nu een onverwacht voor
deeltje werd, een welkom meevallertje. Doch
toen kwamen de
ambtelijke
moeilijkheden;
Maurice Devette
te wonen, maar
aan de Mame
was die persoon reeds lang afgeschreven.
Verscheidene malen moest Maurice op reis
naar het dorpje aan de Mame en de overheid
besprak en herbesprak de ingewikkelde aan
gelegenheden met den betrokkene als vroegeren
eigenaar van het café-tje, maar de belangen
van de erfgename moesten tegelijk erkend
worden als tegenwoordige eigenaresse, want op
papier was Maurice Devette nog steeds een
overledene, en de burgerlijke stand maakt niet
gemakkelijk vergissingen, noch minder verbe
teringen.
In den komenden zomer reisden Maurice met
Mariene en een allerliefst jongetje, dat ook
al Maurice Devette heette, op een Zaterdag
naar het café-tje aan de Mame. Maurice had
vacantie en in dien tijd zouden de zaken einde
lijk geregeld kunnen worden. Mariene ruimde
de kleine keuken, het slaapkamertje en het
café-tje schoon. Overal vond ze oude, dierbare
herinneringen terug. Het huisje en de weinige
spulletjes glommen binnen een paar dagen in
hernieuwden glans, door het café-tje klonken
het gezang van een stralend gelukkige moeder
en de heerlijke geluidjes van een kleinen krul-
lebol.
En Maurice liep op en neer naar de autori
teiten, teekende brieven en stukken, doomla-
derde officieele correspondenties uit Parijs,
maar bleef een doode.
Een jaar verliep; daar ontving Maurice De
vette de mededeeling, dat hij de laatste hand-
teekeningen met getuigen, moest komen zetten,
want de Mame-gemeente had zijn aangelegen
heid thans geregeld.
Maurice vertrok en zag in het groote boek
van den Burgerlijken Stand, dat de moeilijk
heden van zoovéél jaren een oplossing gevon
den hadden in een smal enkel lijntje van eenige
centimeters door het woord „overleden" en den
betrokken datum. Dus: Maurice Devette leefde
weer, ook aan de Mame; de verkoop van het
café-tje kon worden afgewikkeld. De autori
teiten hadden hun moeilijken plicht volbracht
van overheidsbemoeiingen ten gunste van ach
tergebleven betrekkingen en vernietiging van
een officieele overlijdensacte.
Toen weigerde Maurice Devette. Hij was weer
levend geworden en had dus eigen rechten. In
overleg met Mariene was besloten, het café-tje
van gespaard geld wat te laten veranderen en
tot een zomerhuisje te bestemmen.
't Werd alleraardigst en Mariene was er dol
gelukkig mee.
De eerste post, welke zij ontvingen in hun
eerste vacantie in het verbouwd café-tje, was
een lijvig pakket met gemeente-stempels: de
rekening voor de bemoeiingen der overheid in
zake het niet-overlijden van Maurice Devette.
Om de bewijzen geaccepteerd te krijgen, dat
niet hij, Maurice Devette, deze kosten veroor
zaakt had, daar hij nimmer overleden was,
noch begraven werd op bevel der gemeente,
noch een weduwe gehad had, die dit overlijden
en de gevolgen van dien moesten worden aan
gezegd, vecht Maurice al weer eenige jaren.
Mogelijk zal de kleine Maurice eens de taak
overnemen, om te strijden voor de rechten van
zijn overleden niet-overleden vader.
De thuisclub, die het windvoordeel heeft, is
het eerst in den aanval. Na zeven minuten
he,ff. de Haarlemsche keaper het ongeluk bij
het uitloopen te vallen, waardoor de bal kalm
in het doel rolt (10). Spoedig brengen de
gastheeren den stand op 20, waarna H. F. C.
even voor de rust door den linksbuiten tegen-
scoort (21).
Na de hervatting heeft H. R. C. weldra weer
succes, als Sanders den voorsprong tot 31
verhoogt. Na eenigen tijd van gelijkopgaand
spei kunnen de Haarlemmers opnieuw tegen-
scoren thans door den rechtsbinnen (32).
Zyroni brengt vervolgens den stand op 4—2.
Verder wordt er niet gedoelpunt.
fclT HET FRANSCH VERTAALD
POOR CHïtlSTINE KAMP S|§
'""iiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiïïïiT
6f>
Tranen verstikten de stem der jonge vrouw.
5r'-i vervolgde: „Ten eerste moet je zooveel als
ri°Selijk is de exemplaren van „Het Diepe
f®6er" en ^De Verscheurde Sluier" terugkoopen.
*h moet'je een fatsoenlijke graftombe bezor-
.h aan Paul Janel, zijn moeder en zijn zuster,
e- naar ik weet, in een gemeenschappelijk
op het openbare kerkhof zijn begraven.
ben hun die late genoegdoening schuldig.
an ga je terug naar je vader. Daar is het,
at je de rust en het geluk zult vinden
1beloofde alles en dien dag sprak hij niet
uitgeput door zijn te groote inspanning
.Gedurende den nacht kreeg hij weer een
oedspuwing en hijzelf vroeg naar den pater,
e 6 sijn ziel teruggebracht had naar de boete
het Licht. Toen hij de laatste H.H. Sacra-
^®hten ontvangen had, kon hij nog Margaïta
fluisteren: „Lieve vrouw, je hebt mij den
tf)efle geschonkenDat anderen je het geluk
geven, dat ik je niet heb kunnen
henken."
Hij viel terug op het kussen en terwijl de
sluier der eeuwigheid zich over zijn oogen ver
spreidde, mompelde hij nog: „Ik heb het vuur
laten uitgaan.... Hij zal het weer ontste
ken!...."
HOOFDSTUK XX
De lente ging voorbij, dan de zomer, de
herfst en nog een lente sedert Margaïta, vol
gens de belofte aan haar man gedaan, terug
gekomen was naar het huis van haar vader,
het huis, waarvan zij de erfgename is, maar
waar, als zij zalzijn weggegaan, het vuur in
den haard zal uitgaan.
Zij gaat zelden uit, alleen om naar de kerk
te gaan, naar het kerkhof of naar de armen,
die allen haar vrienden zijn.
Dc-or haar toedoen is Ganlch, de bedelaar,
gestorven in het huis door oom Janeki ge
sticht. Hij heeft zich te voren verzoend met
den goeden God, voor Wien hij in zijn hals
starrigheid het hoofd niet had willen buigen.
De kroegbaas durft niet meer vloeken en laatst
met Paschen is hij gezien, terwijl hij de kerk
binnensloop 's morgens heel vroeg, als er nog
niemand in zijn herberg naar wijn of sterken
drank vraagt.
Al de vrouwen van het dorp houden van
mevr. Liserolles. Zij weet zoo goed medelijden
te hebben met hun verdrietelijkheden, hun leed.
En altijd vindt zij wel een middel om ze te hulp
te komen. Zij brengt het geld aan, dat aan een
moeilijken toestand een eind maakt, zij ver
zoent echtelieden, die willen scheiden, zij houdt
jonge meisjes tegen op gevaarlijke wegen, die
ten ondergang voeren. Bij moeders, die een
kindje verloren hebben, blijft zij de lange
avonduren doorbrengen, samen weenend en zich
aan God onderwerpend. Haar edelmoedig hart
legt haar bij elke gelegenheid, de woorden in
den mond, die verlichting geven en troosten.
Is het dus te verwonderen, dat als zij langs
de paden gaat, gehuld in haar weduwenkap
met sluier, over de heggen, op den drempel
der deuren dankbare blikken haar volgen, lip
pen een gebed prevelen om God te smeeken
haar te zegenen in deze wereld of in de andere
haar te beloonen.
Toch verwacht zij niets meer van het
leven.... ten minste, dat denkt zij.... maar
diep in haar ziel zijn er verlangens, door het
verstand onderdrukt, maar die soms haar blik
verduisteren als zij een pas geboren kindje in
de armen houdt, den trots zijner moeder.
Reeds hebben verschillende candidaten zich
voorgesteld tegen den dag, dat zij den rouw
zal afleggen: Gerard Mayou, Leon Darrigand
en in Parijs zelfs Rigal, brutaal als steeds.
Maar die aanzoeken laten haar koud of walgen
haar. Zij schudt het hoofd en gaat haar weg
eenzaam verder. Zij wil zich niet onderzoeken,
om te weten te komen, wat zij doen zou, als
een ander haar hand vroeg. Haar reinheid
verwerpt die gedachte als gevaarlijk.
Trouwens, de meester van Uhaldia verschijnt
slechts zelden op Eskerona en als hij komt,
dan is het om met Arnaud te spreken over
landbouw en parochiale belangen. Soms zit
hij zwijgend minutenlang.
Margaïta vraagt zich niet af, wat er schuilt
onder die te groote terughoudendheid; zij stelt
zich tevreden met te bidden, lederen morgen,
voor hem die haar echtgenoot van een plotse-
lingen dood redde, zoodat hij den tijd had
zijn dwalingen in te zien, terug te keeren tot
het geloof zijner jeugd en in vrede te sterven.
Hugo Liserolies rust nu op Père Lachaise,
in het familiegraf, waar ook zijn moeder een
rustplaats heeft gevonden. Na him de laatste
eer bewezen te hebben, is de jonge weduwe
naar den neef van Massot gegaan en heeft hem
gezegd welk werk van herstel zij kwam doen.
Zij verwachtte weerstand te ondervinden,
maar hij heeft heel gauw en gemakkelijk aan
haar wensch voldaan en kortaf verklaard:
„Die zedelooze boeken, waarover een zekere
pers zich zoo druk maakt, worden gedurende
eenige weken, eenige maanden goed verkocht,
maar daarna blijven ze op de boekenplanken
liggen. Zoo is het niet met de gezonde, sterk
opgevatte werken; hun succes wordt steeds
grooter. Zie maar eens „De Behoedster van den
Haard!" Weldra wordt de vierduizendste editie
uitgegeven. O, Chenard weet wel wat hij doet,
hij heeft een fijnen smaak! Uw man had beter
gedaan met nooit van hem weg te gaan, hij
zou hem wel op den goeden weg naar den roem
gebracht hebben
Dus is Margaïta eigenares geworden van
„Het Diepe Meer" en van „De Verscheurde
Sluier" en zij heeft al de exemplaren, die zij
machtig kon worden, doen vernietigen, terwijl
zij er spijt van had dat niet te kunnen doen
met de exemplaren, die in de openbare en par
ticuliere bibliotheken zijn verspreid en die nog
misschien generaties lang vrouwelijke zielen
zullen verwarren en ten ondergang brengen.
Mona heeft haar het manuscript gebracht
van het werk, dat nooit het licht zal zien en
toen zij hoorde, dat de andere werken van
Liserolies vernietigd waren, heeft zij gezegd';
„Mevrouw, u zult goed doen met ook dit werk
te verbranden. Het is nog gevaarlijker dan de
andere. Ik weet het, want bijna had het mü
in een leehjik avontuur gesleept."
Toen de jonge vrouw, doodsbleek geworden,
zweeg, vervolgde zij: „Zonder dat u er van be
wust bent, mevrouw, bent u het, die mij heeft
gered."
„Hoe zoo?"
„Sedert ik u ken heb ik gedacht: „Dat is
een jonge vrouw die door haar man in een rare
wereld wordt gebracht. De heeren verdringen
zich om haar, omdat zij mooi is en toch ont
wijkt zij al de haar gespannen strikken,
rechtop, fier, verdedigd door hetgeen zij in
haar jeugd heeft geleerd en nooit vergeten
heeft.... Ondanks mijzelf was ik er door ge
troffen: Ik dacht aan de kloosterzuster, die op
u lijkt.... En toen heb ik vernomen hoe u u
aan uw man hebt gewijd na zijn redding....
En ik bewonderde u! Hij had u toch zoozeer
doen lijden! Toen kwam het verlangen in mü
op om u te gelijken en om mij tegen mezelf
te verdedigen ben ik teruggekeerd tot de goede
zusters, die mij hebben opgevoed en die mijn
ware moeders zijn.... Zij hebben mij met open
armen ontvangen en mij niet te veel beknord.
Maar zij hebben mü goeden raad gegeven, mü
geleid, ondersteund zoozeer, dat ik nu ga
trouwen met een braven jongeman, die een
vaste betrekking heeft. Ik zal niet in een auto
rijden, ik zal geen diamanten en bontmantels
dragen, maar wü hebben elkander lief, wü
zullen onzen plicht vervullen en wü zullen ge
lukkig zün!"
Zeer ontroerd reikte Margaïta de hand aan
het jonge meisje en haar lippen, verbleekt door
de smart, vonden een glimlach weer toen zü
zei: „Uw woorden doen mü goed!"
Dienzelfden avond stuurde zü een chèque
met een vriendelük woord aan de jonge typiste;
dat geld zou dienen als huwelüksgeschenk om
het jonge paar te helpen bü de inrichting van
hun toekomstige woning.
Toen Mona den brief met inhoud ontving,
dacht zü met tranen in de oogen: „Zij is nog
deugdzamer dan ik mü verbeelddeDie arme
Liserolles, hoe heeft hij toch zelf zijn geluk
bedorven!"
Toen het landhuis onder de acacia's verkocht
was, evenals de overtollige meubelen, was
Margaïta teruggekeerd naar het ouderlijk huis
en haar tante Gracieuse zou hebben kunnen
denken, dat als de tijd een beetje over dat
alles was heengegaan, haar nicht weer haar
ieven zou beginnen zools het was eer dat nood
lottige huwelijk had plaats gevonden
(Wordt vervolgd.)