De N.C.B. veertig jaar oud
AKKERTJES
Weg verkeer sdag te Den Haag
Het recht van den sterkste
officieel erkend
FEESTVERGADERING
TE TILBURG
BRUGGENPLAN IN VIJF
JAAR GEREED
VOLDONGEN FEITEN
DINSDAG 27 OCTOBER 1936
Hartelijke toespraken van Mgr.
Diepen, Mgr. Hopmans
en Minister Deckers
Blijft één!
F eestvergadering
Rede pastoor van Kessel
AKKER-C ACH ETS
Koninklijke onderscheiding
TAART ALS HUWELIJKS
GESCHENK
Voor het Prinselijk Paar
Indisch geschenk voor de Prinses
Postvluchten
Verscheidene autoriteiten bespre
ken verkeersvraagstukken van
verschillenden aard
K.N.A.C.-veiligheids-
week
Openingsrede van den minister
BUIT EN LAN DSC H OVERZICHT
Macht tegenover macht
Het bruggenplan
Staatkundige
vernieuwing
Federatie geestelijke
volksgezondheid
Maandag heeft de Noord-Brabantsche Chris
telijke Boerenbond (N.C.B.) te Tilburg zijn
veertigste jaarvergadering gehouden, welke
werd bijgewoond door den heer Wintermans,
waarnemend directeur-generaal van den Land
bouw, benevens door vertegenwoordigers van
verschillende zuster-organisaties.
Des morgens om tien uur is in de kerk van
den H. Jozef een H. Mis van dankbaarheid op
gedragen.
Om elf uur werd in de zaal van de Nieuwe
Koninklijke Harmonie de algemeene vergade
ring geopend. De voorzitter wees in zijn ope
ningswoord op den moeilijken toestand, welke
is ontstaan door de veranderde monetaire po
sitie van ons land.
Voorts vestigde hij de aandacht op de agitatie
onder de kleine boeren, welke door de afdeelin-
gen niet mag worden geduld en een reden kan
zijn om hen te royeeren, die zich daaraan schul
dig maken.
Na de opening werden de verschillende agen
da-punten afgewerkt.
Het jaarverslag werd goedgekeurd, evenzoo
de rekening over 1935 en de begrooting voor
1937.
Als bestuursleden werden herbenoemd de
heeren L. G. de Brouwer te Tilburg, P. v. Cam-
pen te Graauw, M. Cox te Eindhoven, P. A.
Kuijlaars te Breda en C. Moors te Nieuw-Vos-
meer.
Bij de behandeling der voorstellen van de af-
deelingen werd besloten, dat door het hoofd
bestuur opnieuw pogingen zullen worden aan
gewend om alsnog van de regeering geldelijken
steun te verkrijgen voor de schade door vorst
aan rogge ontstaan. Voorts zal het hoofdbe
stuur ijveren om voor landbouwers op de ont-
ginningsbedrijven met regeeringssteun ver
zachting te verkrijgen van de regelingen t.a.v.
de betaling van renten en de aflossing der
schulden. Ook werd het hoofdbestuur erop ge
attendeerd, dat door de veranderde monetaire
positie de toestand vooral van de gemengde
bedrijven zeer moeilijk is geworden. Het hoofd
bestuur zal evenzeer diligent zijn t.a.v. den gel
delijken steun aan de kleine bedrijven via den
pas ingestelden dienst voor kleine boeren.
In verband met een voorstel der afdeeling
Millingen verklaarde het hoofdbestuur zich te
gen de afschaffing van de crisisheffing op het
slachten van rundvee en tegen de wijziging van
de bestaande regeling t.a.v. de kalverenfokkerij.
Op voorstel van de afdeeling Oud-Gastel zal
het hoofdbestuur ijveren om de mogelijkheid te
verkrijgen, dat evenals voor auto's ook voor
landbouwpaarden een wegenkaart van tvyee of
drie maanden voor de provinciale wegen in
Brabant beschikbaar zal worden gesteld.
Voorts werd door enkele afdeelingen aange
drongen op een bespreking in het hoofdbestuur
nopens de uitvoering der Jachtwet. Bij de be
spreking van dit voorstel heeft de afdeeling
Berlicum geprotesteerd tegen de uitvoering der
jachtwet, bij welk protest zich andere afdee
lingen aansloten. De grief ging vooral tegen de
hooge sommen, welke door de jachtcommissies
worden vastgesteld. Naar de secretaris mee
deelde. is momenteel overleg gaande nopens
deze zaak tusschen de departementen van
Landbouw en Financiën.
De mogelijkheid bestaat, dat de Jachtwet
binnenkort zal worden gewijzigd.
Na de jaarvergadering werd in dezelfde zaal
de feestvergadering gehouden ter herdenking
van het veertig-jarig bestaan van den N.C.B.
Het podium was versierd met een groot aantal
bloemstukken, welke voor het meerendeel wa
ren gezonden als blijk van belangstelling door
zuster-organisaties en instellingen der boeren
bonden.
Deze vergadering werd o.m. bijgewoond door
H.H. Hoogw. Exc. Mgr. P. Hopmans en Mgr.
A. F. Diepen, Z. Exc. minister mr. dr. L. N.
Deckers, den Commissaris der Koningin in de
provincie Noord-Brabant Jhr. mr. dr. A. van
Rijckevorsel, vertegenwoordigers van den Belgi
schen Boerenbond, benevens door eenige leden
van Ged. Staten van N.-Brabant.
Van eenige autoriteiten van het departement
van Landbouw was bericht van verhindering
ingekomen, evenals van den burgemeester van
Tilburg en geestelijke adviseurs van enkele af
deelingen.
De voorzitter van den N.C.B., de heer Q.
Moors, verwelkomde de aanwezige bisschoppen
en wereldlijke autoriteiten. Het hoofdbestuur
heeft gemeend dit veertigjarig bestaan op be
scheiden wijze feestelijk te moeten herdenken,
omdat de N.C.B. in de jaren van zijn bestaan
de boeren economisch heeft opgeheven en den
godsdienstzin heeft verdiept. Aan allen, die zich
verdienstelijk hebben gemaakt voor den NjC-B.
brengt de voorzitter dank.
Pastoor W. van Kessel, oud-adviseur van den
N.C.B., die aangezocht was om de feestrede te
houden, kan met genoegen constateeren, dat de
N.C.B. na veel strijd thans staat als een krach
tige instelling, gesteund door vele leden.
Pastoor van Kessel wenschte het hoofdbe
stuur en de leden geluk met dit feest, dat met
zoo groote opgewektheid wordt gevierd. Deze
opgewektheid is alleen mogelijk bij hen, die ver
trouwen hebben in de Goddelijke Voorzienig
heid. Spr. schetste met enkele woorden den toe
stand der boeren voor een halve eeuw en wijdde
enkele woorden aan de stichting van den
N.C.B. en aan Pater v. d. Elzen, die thans rust
in de abdij van Berne.
Bij een feest als dit kijkt de N.C.B. niet al
leen naar het verleden, maar ook naar de toe
komst, waaraan door deze organisatie met
40.000 leden wordt gebouwd. De boeren kunnen
de toekomst afwachten met een rustig ge
moed, maar niet met rustende handen, want
ook onder de boeren moeten nog veel resten
van liberalisme worden opgeruimd. Op sociaal
gebied moet aan de boeren nog een en ander
gevormd worden. In de toekomst moeten ook de
boeren meedoen aan de Katholieke Actie; niet
alleen de boeren individueel, maar ook in en
door hun organisatie.
De boerenbond behoeft daarom zijn arbeid
op stoffelijk gebied niet te doen ophouden, in
tegendeel; vooral de kleine boer en cle kleine
pachter, van wie er velen tot proletariërs zijn
geworden, vragen thans de aandacht en aan
hen moet thans een bestaansmogelijkheid wor
den gegeven. In verband hiermee deed spr.
een beroep op de ministers en de kamers t.a.v.
cle nieuwe pachtwet.
Naast den arbeid op stoffelijk gebied wordt
de medewerking van den N.C.B. gevraagd om
de boeren te beschermen tegen invloeden, die
vooral op indirecte wijze het geloof ondergra
ven. De boerenbond moet ook zijn leden cle
eenheid voorhouden op staatkundig gebied. De
voornaamste wijze, waarop de voTming voor de
Katholieke Actie moet plaats hebben, is de
beleving van het geloof bij het dagelijksche
leven. Het zal onmogelijk zijn voor Christus en
de Kerk te strijden en misschien wel te ster
ven, als men niet voor God en Kerk leeft.
Spr. herinnerde eraan, hoe verschillende in
stellingen van clen N.C.B., zooals de Jonge
Boerenstand en de Boerinnenbond, op dit ge
bied voorbeeldig werk doen.
Mgr- Diepen, bisschop van Den Bosch, wilde
op deze feestvergadering verklaren, dat hij
altijd met sympathie en belangstelling het
werk van den N.C.B. heeft gevolgd. Mgr. her
innerde aan het zilveren feest, waarbij clui-
zenden boeren waren saamgestroomd bij het
beeld der Zoete Moeder in Den Bosch. Mgr.
spoorde de boeren aan tot solidariteit met de
andere standen, vooral met eten priesterstand.
Deze stancl heeft veel aan de boeren te dan
ken, maar heeft ook veel aan de boeren ge
geven. Veertig jaren zijn de boeren trouw ge
bleven aan het Kruis; voor de toekomst heeft
Mrg. zeer veel verwachting van den Jongen
Boerenstand, die de leiding der priesters aan
vaardt bij zijn werk en leven. Mgr. besluit zijn
toespraak met den wensch, dat de katholieke
geest steeds meer moge doorwerken in eten
boerenstand.
Mgr. Hopmans, bisschop van Breda, wenscht
zijn sympathie te betuigen aan den N.C.B. en
opnieuw te verklaren, dat hij zeer veel belang
stelt in het werk. Mgr. heeft het ontstaan van
den bond meegemaakt en heeft de geschiedenis
van den bond gevolgd. Mgr. wenscht de boeren
geluk met dit jubileum en spreekt eten wensch
uit, dat alle boeren zich bij den bond zullen
aansluiten. Mgr. zou gaarne alle katholieke
boeren van zijn diocees georganiseerd zien in
den N.C.B.
„Waarschijnlijk aldus Mgr. is dit
de laatste maal, dat ik tot den boeren
bond kan spreken en daarom wil ik her
halen wat ik reeds vaak zeicte: Menschen,
blijft één. Laat de beide bisdommen een
eenheid blijven. Vormt geen twee bonden,
en zorgt ook, dat ge de eenheid bewaart in
uwe organisatie. Onthoudt dit laatste woord
van uw bisschop."
Mgr. drong herhaaldelijk aan op een
heid, waarvoor het offer eter persoonlijke
meening moet gebracht worden. Mgr. voeg
de eraan toe: „Blijft ook één in de politiek."
Hier heeft de Kerk recht van spreken,
want als de politiek raakt aan godsdien
stige belangen, moet de Kerk tusschenbeide
komen. De boeren moeten een macht vor
men tegen communisme en goddeloosheid.
zooals: Hoofdpijn, Migraine, Kies
pijn, Zenuwpijnen, Rheumatische
pijnen, Spit, verdwijnen in tien mi
nuten door de verrassende werking
van de Nederlandsche Pijnstillers
Koker met 12 stuks 52 ct. Zakdoosje, 3 stuks 20 ct.
Met een krachtig en langdurig applaus gaf
de vergadering, haar instemming te kennen
met de woorden van Mgr. Hopmans.
Minister Deckers, het woord verkrijgende,
deelde mede, dat H. M. de Koningin het lid
van het hoofdbestuur J. v. d. Heuvel uit Ber-
chem heeft benoemt! tot ridder in de Orde van
Oranje Nassau, aldus de waardeering der re
geering voor het werk van den N.C.B. tot
uiting brengend.
De minister wenschte vervolgens den N.C.B.
geluk met zijn veertigjarig bestaan en met
het werk, dat in den loop van deze jaren is
verricht. De minister vergeleek den toestand
van veertig jaren gelecten met dien van nu. De
verbetering is voor een deel te danken aan het
werk van eten N.C.B.
Deze bond heeft zoo goed gewerkt, dat thans
na zeven jaar van zware landbouwcrisis, de
boerenstand nog ongeschokt staat. In de
laatste jaren is veel tot stand gekomen door
samenwerking tusschen regeering en organisa
ties. Het is voor spr. een groote voldoening
dat de voorzitter van deze vergadering hem
heeft gezegd, ctet de minister het vertrouwen
van de boeren heeft.
Ook de Commissaris der Koningin in de
provincie Noord-Brabant, Jhr. v. Rijckevorsel,
bracht den N.C.B. zijn gelukwenschen over
namens het provinciaal bestuur.
Vervolgens werd het woord gevoerd door Mgr.
Kruysberg, algemeen proost van eten Belgischen
Boerenbond. Er zijn zooveel banden tusschen
Noord en Zuid aldus Mgr. niet alleen bij
de intellectueelen, maar ook bij de boeren.
Ze hebben hetzelfde geloof, dezelfde liefde, de
zelfde levensidealen, zij zijn kinderen van cte-
zelfde Kerk. In beide landen zijn de stands
organisaties de dragers van dezelfde gedachte.
Beide zijn van groot belang voor de toekomst.
Mgr. wenschte eten N.C.B. geluk met dit feest
en sprak de hoop uit, dat de bond in de toe
komst zijn roeping zal blijven vervullen, voor
al op het terrein der Katholieke Actie.
Hierna spraken nog de heeren Verbreggen
namens den Limburgjschen Land- en Tuin-
bouwbond, de heer J. v. d. Heuvel, die H. M.
de Koningin dankte voor cte onderscheiding,
welke hem te beurt was gevallen.
De voorzitter dankte alle sprekers voor de
goede wenschen, die aan den N.C.B. zijn over
gebracht en sloot deze feestvergadering met
den christelijken groet.
Na de vergadering werd aan de deelnemers
een maaltijd aangeboden.
De Nederlandsche Banketbakkersvereeniging
heeft het initiatief genomen tot het aanbieden
van de huwelijkstaart ter gelegenheid van het
huwelijk van onze Kroonprinses.
Op een desbetreffende vraag mocht het hoofd
bestuur van den secretaris mr. J. C. baron Baud,
namens H. K.' H. Prinses Juliana de mededee-
ling ontvangen, dat deze huwelijkstaart gaarne
zal worden aanvaard.
De taart zal op de vakschool der vereeniging
te Amsterdam worden vervaardigd, terwijl de
leden der vereeniging hun medewerking kunnen
verleenen door het inzenden van ontwerpen of
oorspronkelijke ideeën.
SEMARANG, 27 Oct. (Aneta) De Bond
van Huisvrouwenvereenigingen heeft het voor
nemen aan H. K. H. Prinses Juliana bij haar
huwelijk een cadeau aan te bieden, bestaande
uit een eetservies en zilverwerk.
De Edelvalk is op de uitreis te Bandoeng
aangekomen.
Het laboratorium van Dr. Herbert Biehle te Berlijn, die meent, de gezondheid der
menschen te kunnen controleeren aan de gezondheid van hun stem
De Kon. Ned. Automobielclub heeft van
daag, ter gelegenheid van de door haar ge
organiseerde zesde jaarlijksche veiligheids-
week, wederom tal van belangstellende au
toriteiten, vertegenwoordigers van ver-
keersvereenigingen enz. en particulieren
samengebracht tot het bijwonen van den
tweeden wegverkeersdag, ditmaal in het
gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te
's Gravenhage.
Na éen kort welkomstwoord van den voor
zitter van de K. N. A. C., mr. J. Linthorst Ho-
man, werd de officieele openingsrede uitgespro
ken door den minister van Waterstaat, jhr. ir.
O. C. A. van Lidth de Jeude. Z.Exc., die daarin
voornamelijk sprak over de autosnelwegen, we
genaanleg en wegenverbetering in ons land, gaf
O.m. uiting aan zijn voldoening over den stij
genden veiligheidsfactor bij de toename van het-
snelverkeer.
Ondanks een vermeerdering der verkeersmid
delen met ongeveer 17 pet. liep dat der ongeval
len slechts op met 5 pet. Niettemin blijft het
aantal ongevallen hooger dan men wel zou wen
schen. De voorzieningen aangebracht op de mo
derne autosnelwegen, zijn zoowel in het belang
van het snellere verkeer, als de grootere veilig
heid.
Z.Exc. gaf vervolgens een gedetailleerd over
zicht van de technische eischen, waaraan de
hoofdwegen moeten voldoen, die als autosnel
wegen worden ingericht.
Dat Duitschland in zijn nationaal-socia-
listisuhe binnenlandsche politiek de
macht van den staat boven het recht
en de vrijheid der burgers stelt, hebben sinds
jaar en dag de Joden, de katholieken, de ge-
loovige protestanten en alle niet-nationaal-
socialisten of niet met het nationaal-socialisme
sympathiseerenden soms zelfs aan den lijve
moeten ervaren. Dat is dus niets nieuws. In de
buitenlandsche, de internationale politiek ech
ter Iieeft Duitschland sinds het „Dictaat van
Versailles" met hartstochtelijken aandrang ge
pleit voor het stellen van het recht boven de
macht, en Hitier heeft dit pleidooi zelfs tot
het kernpunt van zijn anti-Versaillaansche en
anti-Volkenbondspolitiek gemaakt. Het ver
drag van Versailles werd door den overwin
naar aan den overwonnene opgelegd. Het was
gebaseerd op de macht van den een en de
onmaciht van den ander. Het was een ver
geldingsverdrag, dat tevens de bedoeling had
den overwonnene in een toestand te houden,
welke het hem onmogelijk zou maken een nieu
wen oorlog te gaan voeren. Het was een pro
duct van een kortzichtige overwinningspsychose,
gebaseerd op het recht van den sterkste. Van
daar dat het aanleiding gaf tot veel onrecht,
waartegen Duitsahland later zeker met reden
opkwam. De Volkenbond, gekoppeld aan de
vredesverdragen, werd in plaats van een inter
nationaal rechtsinstituut een politiek instru
ment in de hand van de sterksten ter handha
ving van de bevochten zege en de daaruit be
haalde voordeelen, met duurzame miskenning
van de beloften tot geleidelijke algemeene ont
wapening en eventueele verdragsherziening,
zoodra de omstandigheden daarvoor rijp zou
den zijn. Duitschland heeft in deze situatie
niet kunnen en willen berusten, en zioh kwaad
schiks, toen het niet goedschiks bleek te gaan,
van de discriminatie-bepalingen van het Ver
drag van Versailles bevrijd en zich zoo sterk
gemaakt, dat de overwinnaars van 1918 in de
Duitsche militaire en politieke voldongen fei
ten-politiek noodgedwongen moesten berusten.
Van dat oogenblik af heeft Duitschland het
zelfde gedaan, wat de vroegere geallieerden
jarenlang hebben gedaan, n.l. zijn macht uit
spelen als bron van recht. Het heeft daardoor
zich schuldig gemaakt aan hetzelfde onrecht,
waarvan het de anderen zoo heftige verwijten
had gemaakt. De vroegere geallieerden zijn dus
niet de meest-geroepenen om ziah over de
eigenmachtige machtspolitiek van Duitschland
te beklagen en Duitschland heeft het- recht
verspeeld den anderen jaren van machtsmis
bruik als een internationale misdaad aan te
wrijven.
In dit licht bezien oogsten de vroegere ge
allieerden in de formeele erkenning van
het Keizerrijk Ethiopië door Duitschland,
wat zij zelf door hun macht te laten praeva-
leeren boven het recht op een niet-gediscri-
mineerd souverein bestaan van het Duitsche
volk hebben gezaaid. Hoe begrijpelijk het ook
moge zijn, dat onrecht met onrecht wordt ver
golden, goed is dat nooit. Het plegen van on
recht kan nooit met een verwijzing naar on
dervonden onrecht worden goed gepraat.
Formeel had Duitschland als niet-Volken-
bondslid volle vrijheid om de doelbewuste en
zorgvuldig voorbereide gewelddadige verove
ring van Abessinië door Italië te erkennen.
Deze veroveringsoorlog is niets anders ge
weest dan de machtsdaad van een, die zich
het sterkste voelde tegenover het recht van
den zwakkere. Het door maarschalk De Bono
gepubliceerde boek over den Abessinischen oor
log bevestigt dit op onverdachte wijze. Daarin
wordt niet gesproken over zelfverdediging te
gen den chicaneerenden Negus, over het ver
vullen van een beschavingstaak ten opzichte
van het ergerlijk achterlijke Abessinië, en der
gelijke fraai klinkende misleidingen, waarmee
de Duel en zijn helpers het „koloniale avon
tuur" zoo vaak hebben trachten goed te pra
ten, maar onomwonden toegegeven, dat Italië
eenvoudig den kolonialen buit met voorbedach
ten rade genomen heeft, welke het bij de vre
desverdragen werd onthouden, ofschoon het
dien als loon voor zijn verbreken van 't bond
genootschap 'met Duitschland en zijn partij
kiezen voor de geallieerden stellig toegezegd
had gekregen.
Italië heeft minder onrecht geleden dan
Duitschland, maar grooter onrecht begaan. Het
heeft zich uit machtsbegeerte en expansiebe
hoefte geworpen op een mede-Volkenbondslid
om het met huid en haar te verslinden. Dat
de Shdere Volkenbondsleden dat niet hebben
willen of kunnen verhinderen, teekent den de-
solaten toestand, waarin de beschaving en het
recht vandaag den dag verkeeren. De Duitsche
en de Italiaansche dictaturen hebben thans
openlijk bekend en beleden het recht van den
sterkste, ook als dit flagrant onrecht is ten op
zichte van souvereine zwakkeren, de eenig
bruikbare norm in de internationale samen
werking te achten. Dat is eerlijker en openhar
tiger dan de leugenachtige houding van ande
ren, die zoo lang zij de macht en de suprematie
in Europa hadden het onrecht van de sterksten
tot principieel recht trachtten te maskeeren.
Maar Duitschland en Italië hebben door deze
handelwijze ten eenemale het recht verloren
anderen te verwijten, wat zij zelf zoo openlijk
voor zichzelf hebben goedgekeurd. Als men
militaire en politieke voldongen feiten tot basis
wenscht te nemen van het internationale recht,
zal men moeten billijken, dat anderen militaire
en politieke voldongen feiten trachtten te con-
strueeren, desnoods tegen de militaire en poli
tieke voldongen feiten, welke men zelf in het
leven geroepen heeft, in. Dan mag Duitschland
geen aanmerking meer maken op de militaire
maatregelen van Sovjet-Rusland en op de mo
gelijke omsingelingstendens van het Fransch-
Russisch verdrag, dan mag Italië zich niet meer
opwinden over de Britsche imperialistische po
litiek in de Middellandsche Zee. Machtshonger
van den een wekt machtshonger bij den an
der louter uit zelfbehoud. De dictaturen in
Europa hebben de mogelijkheid van handha
ving van een algemeen geldend en geëerbiedigd
internationaal recht vrij problematisch ge
maakt door hun eigen voldongen feiten politiek
officieel als recht te erkennen. De gevolgen
daarvan zijn niet te overzien, zelfs al zullen
straks ook anderen dan Duitschland overgaan
tot de formeele erkenning van het Keizerrijk
Ethiopië. Ook de dictaturen van 1936 zullen
eenmaal oogsten wat zij gezaaid hebben, zooals
de overwinnaars van 1918 thans bogsten, wat
zij in hun eersten roes uitzaaiden aan onrecht
tegenover de overwonnenen. Macht staat thans
tegenover macht, dat is een voldongen feit, dat
erkend en tevens betreurd moet worden.
In de ontwerpbegrooting voor den wegen
aanleg over 1937 is op verdere uitbreiding
van het hoofdwegennet en de wegenverbete
ring gerekend.
De weggebruiker, in welk opzicht deze ook
met het verkeer te maken heeft, zal echter
steeds individueel mede moeten werken aan de
veiligheid op den weg, zonder wat geen enkele
verbetering doeltreffend zal zijn.
Luit.-kolonel N. T. Carotene wees in een
voordracht op de beteekenis van het wegen
net voor de landsverdediging.
Ir. W. J. H. Harmsen, hoofdingenieur-direc
teur van den Rijkswaterstaat besprak vervol
gens het onderwerp: „De Moerdijkbrug en de
verdere afwerking van het bruggenplan".
Bezien wij, aldus spr., het bruggenplan, dat
onderdeel uitmaakt van het rijkswegenplan, in
zijn geheel, dan blijkt, dat de uitvoering hier
van reeds in vrij vergevorderd stadium is.
Het ligt in het voornemen in 1937 een be
gin te maken met den bouw van de brug over
de Merwede bij Gorinchem.
Behalve de verbindingen in de richting
Noord-Zuid zijn op het rijkswegenplan nog
groote rivierbruggen voorzien in den weg van
Rotterdam naar het Oosten en in de richtingen
Oost-West Over den Gelderschen IJsel bij
Doesburg en Deventer.
De brug, die in eerstgenoemden weg over de
Noord bij Hendrik-Ido-Ambacht zal worden
gelegd, zal waarschijnlijk eveneens in 1937 wor
den aangevat.
Voor de brug over den IJsel te Deventer
is op de ontwerp-verkeersfondsbegrooting voor
1937 een eerste bedrag uitgetrokken, zoodat
het ook in het voornemen ligt met deze brug
spoedig aan te vangen.
De brug over den IJsel te Doesburg, die dan
nog rest, kan niet worden losgemaakt van een
plan tot kanalisatie van den Gelderschen IJ
sel, dat thans in overweging is.
Wanneer uitgemaakt is of deze kanalisatie
al dan niet zal worden uitgevoerd, kan over
het tijdstip van bouw van deze brug worden
beslist.
Indien zich geen onvoorziene omstandig
heden voordoen, zoo besloot spreker zijn
rede, mag intusschen verwacht worden, dat
over ongeveer vijf jaar het bruggenplan is
afgewerkt.
De wettelijke verkeersmaatregelen werden
hierna besproken door den heer J. E. van der
Heijden, referendaris bij het departement van
Waterstaat.
Spr. deed een beroep op het aansprakelijk'
heidsgevoel, hetwelk ieder mensch in zichzelf
moet gevoelen. Eerst dan koerst men veilig, in
dien men dit gevoel steeds laat spieken.
Di-, Ing. N. A. Halbertsma hield hierna een
rede over de nieuwe gezichtspunten op het ge
bied van automobielverlichting.
Di-. F. H. G. van Loon, zenuwarts te 's-Gra-
venhage, sprak vervolgens over: Psychologie
der verkeersongevallen.
Sprekende over het gemis aan verantwoorde
lijkheidsgevoel bij bepaalde automobilisten
achtte dr. van Loon het een wijzen maatregel,
indien het verboden zou zijn, een verzekering
te sluiten voor het volle bedrag, zoodat bijv.
altijd een eigen risico zou blijven bestaan van
f 25. Verkeersopvoeding achtte spreker van hel
grootste belang.
Dr. G. A. Prins, voorzitter van de Vereeni
ging van artsen-automobilisten, sprak vervol
gens over de medische keuring voor het rij
bewijs. Spr. kwam tot de conclusie, dat men
niet kan vertrouwen op het gezond verstand
der massa, noch op het verantwoordelijkheids
gevoel van den willekeurigen enkeling. Het is
dringend noodzakelijk, de oorzaken en aanlei
dingen van verkeersongevallen die op lichaams
gebreken of geestesafwijkingen berusten, door
een scherp omlijnde medische keuring te
trachten te elimineeren.
Prof. mr. dr. H. Westra, president van de
Algemeene Nederlandsche Verkeersfederatie,
hield zijn voordracht over: de lasten en lusten
van het motorwegverkeer.
Met enkele cijfers toonde spr. aan. noe tel
kens door nieuwe lastenverzwaring de jaarlijk
sche toename van het aantal motorrijtuigen
minder wordt. Het aantal motorrijtuigen,
in 1935 in gebruik, geeft dan ook voor den eer
sten keer een teruggang te zien en wel van 1,9
pet. De voorloopige tellingen voor 1936 geven,
vergeleken bij die van het vorig jaar, opnieuw
vermindering van het aantal aüto's.
Hierna \yas de beurt aan mr. J. H. van Gel
deren, den winnaar van de prijsvraag van de
K.N.A.C. Het anwoord, dat door hem onder den
titel „Het woord is aan de psychologie" was
ingezonden, werd door inzender zelf voorgedra
gen.
De heer A. Plesman, directeur der K. L. M.
wees er in zijn rede, getiteld: „Aansluiting weg-
op luchtverkeer" op, dat het gewenscht is om
bij aanleg van wegen en vliegvelden doordron
gen te zijn van de noodzakelijkheid van een
juiste samenwerking tusschen lucht- en lar.d-
verkeer en in het bijzonder autoverkeer.
De heer C. J. van Wijngaarden van Rees, se
cretaris van het verbond van vereenigingen
van Veilig Verkeer, sprak vervolgens over Ver-
keersonderwijs.
Zijn beschouwing samenvattend, meende spr.
te mogen zeggen, dat de school een belangrijke
taak voor het verkeersonderwijs heeft te ver
vullen. De verkeersopvoeding van de jeugd
dient zoo spoedig mogelijk ook in Nederland op
intensieve wijze bij het onderwijs te worden
betrokken. N
Wij leven in een alles behalve gemak-
kelijken en sympathieken tijd; on
zeker is het heden en onzeker is de
toekomst; ons oude werelddeel kraakt in
al zijn voegen, en wie ziet naar Duitsch
land en Spanje loopt gevaar, geloof te
slaan aan de groote leugen, dat de wereld
nog slechts voor de keuze staat: öf de
dictatuur van rechts of die van links, öf
het nationaal-socialisme (fascisme) of het
communisme.
Met dat al leven wij echter wel in een
gróóten tijd, in een belangrijke overgangs
periode; de toekomst zal zijn aan hen, die
de toekomst thans het moedigst en het
krachtigst aandurven.
In Nederland waar we gelukkig nog
rustig genoeg leven om een weloverwogen
oordeel te kunnen vellen en om met tact en
overleg te bouwen aan een nieuwe toe
komst is het de R.K. Staatspartij, die
den stoot wil geven tot een staatkundige
vernieuwing, waarvan land en volk groot
heil mogen verwachten.
Thans, tijdig voor de verkiezingen, tijdig
dus voor de beslissing, welke regeering
het lot van Nederland in handen zal nemen,
is zij gekomen met het (in ons blad reeds
in het kort weergegeven) rapport, door den
Raad van Studie en Documentatie dêr R.K-
Staatspartij uitgebracht over de wijziging
van ons staatsbestel, dat als centraal pr°"
bleem in het middelpunt van een diep"
gaand onderzoek gestaan heeft.
De Raad heeft met de uitbrenging van
dit rapport een groot werk verricht; de
Raad heeft het aangedurfd ingrijpende
middelen aan te geven, welke fouten in ons
staatkundig leven moeten herstellen, en
dat alles niet vaag en onduidelijk, maar
wèl omlijnd en wèl omschreven, middelen
betreffende de stelselmatige decentralisatie
van regeling en uitvoering op zekere ge
bieden en onderdeelen van het economi
sche, sociale en cultureele leven, mid
delen ook tot nieuwe regeling en saneering
van ons staatkundig leven.
Tot de aanbevolen maatregelen behooren
grondwettelijke (als die betreffende de
erkenning bij de wet van beroep- en be
drijfschappen, een grondslag voor een
centraal toporgaan voor wettelijke regeling
op economisch en sociaal gebied, ernstige
wijzigingen in zake de samenstelling der
Eerste Kamer, drukpersvrijheid, invoering
van het instituut Staatssecretarissen enz.)
zoowel als maatregelen, beoogende wijzigin
gen op het gebied van wetgeving, omwerking
van de Bedrijfsradenwet en die op de on
dernemingsovereenkomsten, systematische
inschakeling van de bedrijfsraden, regeling
nopens het recht van staatkundige vereeni
gingen met duidelijke aanwijzing van een
toetsingsorgaan en allerlei voorzieningen»
die noodig zijn geworden door de sedert
jaren sterker geworden woelingen tegen ge'
zag en vrijheid.
Het zijn meest doeltreffende maatregel011
tot vernieuwing en consolideering van °nS
staatsbestel op een sterker basis en in een
logischer verband. Belangrijke hervormin
gen van den Raad van State, de Eerste
Kamer, het actief en passief kiesrecht enz-
zullen er het gevolg van zijn.
Dit rapport is geworden tot een belangrijk
document, dat, indien het wèl ter harte
wordt genomen en indien de gelegenheid
geboden wordt aan de verwezenlijking der
hierin naar voren gebrachte denkbeelden
daadkrachtig te arbeiden, van grooten in
vloed zal kunnen zijn op héél het leven
van héél ons volk.
De geest van Quadragesimo Anno moge
vaardig worden over allen, die het lot van
ons volk in handen hebben enzullel1
krijgen!
Op uitnoodiging van Mgr. F. Frencken
legde de Federatie voor Geestelijke Volksg®
zondheid haar congres op het kasteel
vigne" te Ginneken. In den voormiddag v
een huishoudelijke vergadering gehouden,
in Mr. Kropman te Amsterdam tot voorzit'
werd gekozen in de plaats van ds. Beyerman
Utrecht, die aan de beurt van aftreden was.
Des namiddags vond de algemeene vergaf®
ring plaats, die geleid werd door ds.
man. Als spreker trad op Mgr. F. Frencke
directeur van het Vrouwelijk Jeugdwerk, die b
vraagstuk van het meisje op de fabriek beha
delde. t
Mgr. gaf zijn vreugde te kennen over y
feit, dat de Federatie dit probleem ter best
deering op haar program had geplaatst. .g
vraagstuk van het fabrieksmeisje immers
hoogst actueel. Bij het werk voor het meisje^
het algemeen zooals dit ook op Bouvigne
schiedt, moet men allereerst uitgaan van
beginsel, dat het vrouwelijke karakter ah
net
.der®
UCglIIÜCl, UdU JLICl; VILmWC.lJLJK.tJ K.CII CbK.tui j-
geaard is dan dat van den man. Het karak_.
van de vrouw is het karakter van een moef
niet alleen physisch maar ook geestelijk-
groote probleem, dat spr. op de eerste Pla'zjj
voor alle fabrieksmeisjes ziet gesteld, is, 01
haar reinheid zullen bewaren. Immers,
meisje, dat de reinheid heeft verloren,
;sl
nooit een gelukkige moeder kunnen worden.
Het is derhalve van belang, dat het meisje
de fabriek vrouwelijken arbeid te verrichten
krijgen. Vooral geldt dit voor het aankomen
meisje. De eentonige arbeid doodt iedere in le
ligentie, het bijeenbrengen in grooten 6®
brengt eveneens groote gevaren mee, hetw
Mgr. bewijst aan de hand van uitvoerige r
porten. Zonder de wetgeving is de redding D
het fabrieksmeisje onmogelijk. Het kind
1416 jaar moet uit de fabriek verwijderd w
den. Voor de Federatie ligt hier een groot
beidsveld open.
ef
De fabriek is een noodzakelijk kwaad, dof1 ig
kan veel verbeterd worden. Noodzakelijk
daartoe, dat het meisje vrouwelijken a.rl?f1,,ren
verrichten krijgt, terwijl onder de fak®1 „y9ai'
huishoudonderricht gegeven moet worden. ^r(j
de regeering na herhaald aandringen gewe»» jgy
heeft in dit laatste tegemoet te komen,
men, althans in het Bredasche diocees, op
initiatief dit werk ter hand nemen. y.,neti^e
Mgr. Frencken besprak nog de verschil
andere eischen, die voor de verbetering va
lot van het fabrieksmeisje gesteld moeten
den. Tenslotte deed spr. een beroep op de
ratie, mede te werken aan de oolossine v
urgente vraagstuk