Md afdaal den dag
DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL
Door Christine kamp
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiyiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiilijïï
Voor Kleeding n. Maat
bespaart
Hoeden
FaGebrsVermeulen
UITNOODIGING
MARIA-STICHTING
DE UREN GAAN
V O O R B IJ
NU BESTELD
ERWONNEN
■.EVENSKRACHT
DINSDAG 27 OCTOBER 1936
vertrofjcfensnaam
tien jaar fritz hirsch
Kunsttanden en Gebitten
U GELD
MET VOLLE GARANTIE
Voor Pasvorm en Soliditeit
OPERETTE
»Sissy" in den Stadsschouwburg
Programma van de Haarl. Radio
centrale op Woensdag 28 Oct.
Centrale Tandheelkundige Kliniek
Ziekenfondstarief
TOONEEL
UIT DEN OMTREK
DIAMANTEN KLOOSTER-
JUBILÉ
Uitsluitend merken
van wereldreputafe
penn-craft.
BORSALINO,
PRIJZEN VAN /650TÖT/I950
Groote Houtstr. (hoekGrMarkf)
BENNEBROEK
HAARLEMMERLIEDE EN
SPAARNWOUDE
VELSEN
WHij' 'deed het. Mannen kunnen
ZAANDAM
RIJKSVISCHAFSLAG
STAAT VAN BESOMMINGEN
IEDEREN MIDDAG VAN
2-3 UUR POLIKLINIEK
Margaïtas hart klopte fel. Wasi het mogelijk,
V V m Ieder Costuum en Winterjas naar
Ieder Costuum en Winterjas naar
Maat wordt door ons geleverd
Ieder Kleedingstuk naar Maat een reclame voor onze
Maatafdeeling.
STAD
De Fritz Hirsch Operette bestaat tien jaar
J Nederland. Zij heeft zich in ons land een be-
ankwekkende plaats in de amusementswei-eld
eroverd. Fritz Hirsch wilde van geen eere-
temité weten. Hijl voelt zich dankbaar gestemd
tegenover het Nederlandsch publiek dat altijd
•teeft getoond zijn kunst zoo bijzonder op prijs
te stellen en hij heeft aan die dankbaarheid
uiting willen geven door een jubileum-operette,
•waarin tal van herinneringen zijn gevlochten
ten de afgeloopen tien jaren. Zaterdag 31
yctoben a.s. des avonds acht uur vindt in den
^tadsschouwburg een gala-opvoering plaats van
®eze jubileum-operette. Op dien avond hoopt
*ritz Hirsch, die zooals gezegd van geen hul
diging heeft willen weten, dat al zijn vrienden
®Pontaan zullen komen om blijk te geven van
"Un belangstelling en het kan niet anders of
telen zullen hier aan gehoor geven.
„Sissy", een idylle aan het Weensche hof, is
ten operette met muziek van den beroemden
violist en componist Fritz Kreisler. Het libretto
Schreven Hubert en Ernst Marischka naar het
Wijspel van Ernst Descy en Gustav Holm,
f'riedl Dotza zal de titelrol zingen en spelen.
2ij is Prinses Elisabeth, de toekomstige vrouw
ten Franz Joseph, den Oostenrijkschen keizer.
Deze operette eischt een uitgebreide bezetting
®h daarom werden enkele gasten geëngageerd,
terwijl bovendien al de bekende leden van de
yyitz Hirschi Operette er aan meewerken. Fritz
Hirsch is Hertog Max van Bayem, een echt
landedelman en een kunstminnaar, die de hof
etiquette verfoeide. Jula Rillo, die indertijd al
teet de Fritz Hirsch Operette naar ons land
ls gekomen, kwam speciaal uit Oostenrijk om de
tel van Hertogin Luise, de vrouw van Max, te
apelen. Voor Franz Josepk en zijn moeder,
Hertogin Sophie werden een tweetal tooneel-
spelers geëngageerd van de Wiener Reinhardt-
Bühnen, die deze rollen reeds verscheiden
keeren hebben vervuld. Een derde gast is de
tenge sopraanzangeres Gretl Ziha, die voor
Hrinses Helene speelt. Haar partner is Eman
Bilten als Prins Thum-Taxis. Verschillende
historische figuren verschijnen ten tooneele,
°a. Graaf Radetzky, de befaamde Veldmaar
schalk, waarvoor Leo Reicher speelt. Paul
Harden vertolkt een bij uitstek komische rol.
Hij is geheim-kamerheer v. Hasenpfote en een
Sroofc bewonderaar vani de prima-ballerina
Bona Varady (Lisl Frank), Hona heeft echter
hog een bewonderaar aan het Weensche hof,
den. ceremoniemeester Nepomuk v. Kipferln
tOtto Aurich). Met alle twee zingt en danst zij
tal van duetten. Walter Triebei is de waard
ten de „Zum goldenen Hirschen", tevens diri
gent van het mannenkoor van Ischl. Verder
Werken mede: Mady Meth, Henny Berchtold,
Hans Blume, Gustav Pretsch, Herbert Klöpf,
Oscar Schmidt, enz.
Van Fritz Kreisler zijn hierin tal van be
kende melodieën verwerkt, w.o. Caprice Vien-
hoiose en Liebesleid un Liebesfreud. Gerard
^room heeft zijn zorgen aan de décors gegeven.
Dnder leiding van Sophie Degenhardt zijn de
c°stuums vervaardigd. Otto Aurich ontwierp de
dansen. Het uitgebreid orkest staat onder lei
ding van Hans Lichtenstein. Artistieke leiding
ten Fritz Hirsch. Zooals gezegd zal de voor
stelling een feestelijk karakter dragen en heeft
Britz Hirsch voor tal van verrassingen zorg
Sedragen.
6.20 Diversen. 7.00 en 7.35 Droitwich. 8.20 Lon
don Regional. 8.35, 9.20, 9.40, 10.40, 11.00, 11.35
en 11.50 Droitwich.
Progr. V: 8.007.00 Diversen.
7.00 Eigen gramofoonplatenconcertPopu
laire muziek.
1. Puppe Hampelmann Dajos Bela
2. Parade der Zinnsoldate Dajos Bela
3. The blue bird Gino Bordin
4. Die Klosterglocken Odeonorgel
5. Tee bei Maikafer Dajos Bela
6. Polospiele Dajos Bela
7. Die Mühle im Schwarzwald Dajos Bela
8. Siamesische Wachtparade Dajos Bela
9. Der Rosenkranz Odeonorgel
10. In Vienna one night Gino Bordin
11. Pipsy Hans Bund
12. Im Klosterglocken Odeonorkest
13. Marionetten Brautzug Dajos Bela
14. Zwei Guitarren Hans Bund
15. Der Kanarienvogel George Boulanger
16. Auf einen Persischen Markt Odeonorkest
17. Die Schmiede im Walde Dajos Bela
18. Vous êtes joli Madame George Boulanger
8.00)12.00 Diversen.
Liesl Frank met Otto
Aurich en Paul Har
den in „Sissy, een
idylle aan 't 'Weensche
hof". De jubileum
operette van Frits
Hirsch en de zijnen
Progr. IH: 8.05 en 8.20 Parijs Radio. 9.05
Heulen. 9.20 Diversen. 11.20 Danmarks Radio.
12.20, 12.50 1.20, 1.30 en 1.50 Brussel VLaamsch.
2.25 Diversen. 2j50, 4.20, 4.50 en 5.05 Parijs Ra
dio. 5.20 Keulen. 7.05 en 7.20 Beromünster.
8.20 Brussel Fransch. 9.20 London Regional.
10.20 Keulen. 11.20 Weenen.
Progr. IV: 8.00, 8.20, 8.30, 8.40, 8.45 en 9.00
Brussel Vlaamsch. 9.30 Diversen. 10.35, 10.50,
H.05 en 11.35 Droitwich. 11.50 London Regio
dal. 12.50 en 1.20 Droitwich. 2.20 London Re
gional. 3.20, 3.50, 4.20, 5.10 en 5.35 Droitwich.
HENAUPARK 26 a TELEFOON 12644
Spreekuren: 911 en 12, Dinsdagav. 6.308.30,
HET HART. Toneelspel in vijf bedrij
ven van Henry Bernstein. Tooneelgr.
Het Masker. Stadsschouwburg.
Hartkwesties zijn niet alleen voor Franschen
belangrijk en belangwekkend, zoodat we ons niet
behoeven te verwonderen, wanneer „Le Coeur"
van Bernstein naar deze lage landen is gehaald
en zich ook hier de aandacht waard toont.
Er worden in dit spel veornamelijk hartkwes
ties behandeld. We loopen college in de theorie
van de liefde tusschen man en vrouw. De twee
eerste bedrijven, waarin de bedrijvigheid ont
breekt, zijn zelfs zóó gevuld met niet bepaald
origineele beschouwingen, dat wij, die toch op
levend tooneei uit zijn, ons lichtelijk gaan ver
velen.
Dit komt ook hierdoor, dat de vrouwelijke
hoofdfiguur, Rose Maguéyran, niet overweldi
gend is.
Een mooi jong vrouwtje, dat geen levenstaak
kent, in het mondaine Biarritz in het huis van
haar romantischen schoonvader een aantrekke-
lijken jeugdvriend ontmoet en zich over de lange
afwezigheid van haar echtgenoot beklaagt, waar
op de overdrijving van nieuwe gemoedsaandoe
ningen moét volgen neen, dat is niet bijster
pakkend. En dat zelfde lieve en spoedig weer be
keerde schepseltje kan ons ook later maar bitter
weinig schelen, waaruit blijken zou, dat de
auteur met die creatie niets bijzonders heeft
verricht.
De actie komt pas met het derde bedrijf als
de vader en de zoon Jean Claude, de man
van Rose tegenover elkaar staan en in een
felle geestelijke botsing elkanders levenshouding
peilen. Het zijn deze twee mannen met hun ge
heel verscheiden aard, die het stuk d£ moeite
waard maken. Het belangrijke is niet, dat Rose
door het welberaden optreden van haar echt
vriend haar fout leert corrigeeren, maar dat de
vader na zooveel jaren van innerlijke verwijde
ring het hart van zijn zoon ontdekt.
Die mannen waren hier Ko Arnoldi en John
Gobau. Het was wel zeer zuiver, wat dit tweetal
ons in dramatisch sterke en psychologisch fijn
gedachte dialogen te geneten gaf. Met den war
men, beheerschten toon van den romantisch ge-
aarden vader en de schijnbare hardheid van den
zoon, die het wezen van den nieuweren tijd ver
tegenwoordigde, werd in hun tegenstelling een
boeiend stuk modem tooneelspel geschapen.
Waarmee we niet willen zeggen, dat in beider
samenspel met de lieftallig acteerende Ank van
der Moer geen mooie momenten waren.
„Het hart" mist volkomen den religieuzen in
slag, die de uitwerking van de opgeworpen
vraagstukken nog meer verdiepen zou, maar het
dient erkend, dat de schrijver overigens de ver
houding tusschen man en vrouw in het huwelijk
in een helder licht zet en het spel der liefde op
gezonden ernst baseert. De geestelijke verfijning
gaat hier gepaard met natuurlijke kracht en dat
doet weldadig aan.
Het geheel was weer, zooals we dat van „Het
Masker", nu onder regie van Elias van Praag,
gewoon zijn: volkomen doorwerkt, ongemeen be
schaafd, af tot in alle details: een model-opvoe
ring die alleen een dergelijk van effectbejag ge
speend dialogenspei tot zijn recht doet komen.
De nevenrollen van Leo de Hartogh, Georgette
Reyewsky en Mies Elout werden in denzelfden
toon gegeven en het decor van Lucas Wensing
was mooi genoeg om het vijf bedrijven lang te
kunnen volhouden.
Een volle schouwburg volgde met aanvankelijk
aarzelende, later steeds groeiende belangstelling
en waardeering het hoogstaande spel, dat voor
volwassenen een ongewone genieting vormt.
H. B. v. d. S.
Vrijdag 30 October a.s. zal Mère Xavier in
het Xaveriusklooster te Halfweg den dag her
denken, waarop zij voor 60 jaar het kleed ont
ving der zusters Ursulinen.
Mère Xaxier (in de wereld Adriana Fran-
ciska Kleizen) werd geboren 5 Februari 1857 te
Baarle-Hertog. Zij trad in de orde der zusters
Ursulinen te Venray (Limburg)ontving het
ordekleed op 30 October 1876; werd geprofest
op 3 December 1878 en vertrok op 5 Maart
1879 naar Batavia. Te Batavia is zij 32 jaar lang
werkzaam geweest bij het onderwijs.
Toen de zuster Ursulinen zich 4 Januari 1912
BOSTONIA, STETSON,
HABIG etc
te Halfweg gingen vestigen het Xaverius
klooster is 3 December 1911 ingewijd werd
Mère Xavier benoemd tot overste van dit
nieuw gestichte huis. Deze functie heeft zij
waargenomen tot 1918. Van 1918 tot 1924 was zij
assistente, om vervolgens van 1924 tot 1933
opnieuw met de leiding te worden belast.
Sinds 1933 fungeert zij wederom als assis
tente.
Deze hoogbejaarde moeder-overste 5 Febr.
1937 bereikt zij haar tachtigste levensjaar
is nog kras en neemt opgewekt haar plichten
waar.
Zondag j.l., op het feest van Christus'
Koningschap, is de herdenking van dit heug
lijk feit ingezet. In de feestelijk versierde kapel
werd een plechtige Hoogmis opgedragen door
den Weleerw. pater H. Corsten M.S.C. De
naaste familieleden van de jubilaresse uit België
waren hierbij tegenwoordig.
In een treffende predikatie over Christus'
Koningschap haalde de predikant aan, dat de
religieuzen in nauwere betrekking tot Christus
Koning staan, waarbij hij zeer waardeerende
woorden sprak tot de jubilaresse, die zooveel
voor het zielenheil van de jeugd in Indië had
verricht en thans nog haar beste krachten
gaf voor het werk van haren Koning Christus.
De „Missa Octava" van Elbert Franssen
werd verdienstelijk door het zangkoor der
zusters ten gehoore gebracht, waartoe op
ezen dag de componist Alphons Vrank-
ken uit Amsterdam, welwillend de leiding op
zich had genomen.
De feestdag werd besloten met een plechtig
Lof, waarna het overbekende feestlied „Aan U,
o Koning de$ Eeuwen" met geestdrift gezon
gen, het slot van de kerkelijke viering uit
maakte.
Donderdag 29 ei) Vrijdag 30 Oct. a.s. zullen
nog enkele plechtigheden plaats hebben.
Naar wij vernemen zullen Z. H. Exc. Mgr.
J. P. Huibers, Bisschop van Haarlem en Z. D.
H. Mgr. M. P. J. Möllman e.a. persoonlijk de
jubilaresse met een bezoek vereeren.
Dronken autobestuurder? Zondagavond
half acht is op den* Zwarte weg een luxe auto
van af de rechterweghelft in een aan den
linkerkant staande heg gereden. Persoonlijke
ongelukken kwamen niet voor, alleen de heg
werd over eenige meters vernield. Later heeft
de politie hiervoor aangehouden een zekeren
B. uit de Haarlemmermeer, die onder invloed
van sterken drank verkeerde. Daar zich echter
nog een persoon in den auto heeft bevonden,
onderzoekt de politie thans wie den wagen be
stuurd heeft.
Kostelooze inenting Gelegenheid tot
kostelooze inenting bestaat voor hen, die zich
daartoe aanmelden op Woensdag 28 October,
des voormiddags 9 uur ten huize van dr. J. P.
Baumann te Halfweg, des middags te 12 uur
in de R.K. School te Houtrakpolder en des
namiddags te 4 uur in de R.K. School te
Haariemmerliede.
Opdracht. -- Het bouwen van een rouwkapel,
een garage en een schaftlokaal op de begraaf
plaats Westerveld alhier, is na onderhandsche
aanbesteding opgedragen aan de fa. N. Cobelens
Zn. te Haarlem.
Het was een vervelend geval. Of eigenlijk
was het dat ook niet, dacht Robert Jack
son. Eigenlijk was het een geluk, dat er
een knoop van zijn nieuwe tweede overjas was
gesprongen, juist op het oogenblik. dat hij deze
had aangetrokken om naar de film te gaan in
het Roxy-theater en juist nu juffrouw Trent
zijn hartelijke en moederlijke hospita, die al
tijd dit soort werkjes voor hem in orde maak
te, uit wandelen was gegaan en dus den knoop
er niet kon aanzetten.
Het weer was niet zacht genoeg, om zonder
ias te kunnen uitgaan en Robert wilde niet
naar een bioscoop met een kleedingstuk, waar
aan een knoop mankeerde. Want Robert was
erg precies.
Kij zou, wanneer hij er den moed toe kon
vinden, een naald en draad kunnen leenen van
juffrouw Wingate en dan zichzelf veraer hel
pen. Dorit Wingate was een buitengewoon aan
trekkelijk persoontje en vanaf het moment dat
zij in het pension van juffrouw Trent was ge
komen, had Robert Jackson duizend dingen
bedacht, om met haar in aanraking te komen.
Maar zonder succes, want steeds weer had op
het laatste oogenblik zijn durf hem in den steek
gelaten, zoodat hij er slechts in geslaagd was
een groet te stamelen.
Doch nu was de kans schoon, meende hij.
Robert ging naar boven en klopte aan de
deur van Dorit's kamer.
„Binnen," riep een vroolijke stem.
Hij vermande zich, haalde diep adem en
opende de deur.
„Kunt u.... kunt u mij een jas leenen....
mijn naald is afgebroken...." zei hij zenuw
achtig.
Dorit keek verbaasd naar den stotterenden
jongeman op den drempel.
„Moet ik u een jas leenen?" vroeg ze, en ze
glimlachte vriendelijk.
„Neen, ik bedoel.... wilt u me een draad
leenen.... mijn jas is van mijn knoop geval
len
„Wel, wel," zei het meisje, „uw jas van uw
knoop gevallenEen wonderlijke geschie
denis.
„Nee, de knoop van mijn jas."
„Ach, nu begrijp ik uHet schijnt u erg
aangepakt te hebben."
„Nee, ja, nee," haspelde de ongelukkige jon
geling verder.
„Erg vervelend. Knoop sprong af.... ging
juist uit.... nieuwe film Roxy
„O ja," zei Dorit vol belangstelling.
Het drong eensklaps tot Robert door, dat hij
slechts één ding wenschte, namelijk haar te
vragen mee te gaan naar de bioscoop. Maar
hij durfde het niet.
„Als u mij dus een naald en een draad wilt
leenen."
„Ik zal den knoop er wel even voor u aan
zetten."
„Nee, dank u," zei Robert. „Ik wil u geen
last bezorgen. Als u slechts een naald en een
draad...."
„Goed, goed. Alstublieft."
Hij stormde naar beneden, vol afkeer van
zichzelf. Wat drommel, waarom had hij het
niet gewaagdAu
Hij trok de naald uit zijn duim en stak haar
driftig in den knoop. Met een knappend ge
luidje brak ze af. Nu zou hij opnieuw moeten
gaan vragen om een naald en draad. Er zat
niets anders op. Hij zou nog eens zijn moed
bijeen moeten ra
pen en hij zou
„Kijk er eens
aan," zei Dorit ZOOietS niet
enkele oogenblik-
ken later, „op de- -1111"""
ze manier zal ik -al mijn naalden kwijt raken.
Ik voel me verplicht u te helpen. Mannen kun
nen zooiets niet."
Zij naaide den knoop vast en knipte tenslotte
den draad af.
.Alstublieft."
„Hartelijk bedankt."
„Het heeft niets te beteekenen."
Robert talmde. Nu of nooit, dacht hij. „Ik....
ik ga de nieuwe film zien.... in Roxy...."
„Dat weet ik," glimlachte Dorit. „U vertelde
het me zoo juist."
„Ikik vermoed datVooruit ermee.
Robert haalde diep adem. „Ik vermoed dat u
de film al gezien hebt."
„Nee."
„O," zei Robert ongelukkig. „Nou.... goe
den avond...."
Dwaas, idioot, ezel zonder tong, schold d«
woedende jongeling zich zelf, toen hij op de
gang stond en met een driftig gebaar maakte
hij zijn jas dicht.
Toen sprong de knoop er opnieuw af.
Het was het lot. Hij zou wederom naar Do
rit moeten gaan. Maar nu zou bü haar wer
kelijk vragen met hem mee te gaan naar de
film.
Hij deed het.
En Dorit ging mee.
Robert vertelt nu, dat het verliezen van den
knoop voor de tweede maal den grootsten stoot
tot zijn geluk heeft gegeven. En Dorit lacht,
wanneer hij dit zegt. Maar ze vertelt niet dat
het geen zuiver toeval was.
En natuurlijk knipt ze nu ook niet meer alle
draden door, doch slechts één enkele, wanneer
ze een knoop aan de jas van haar echtgenoot
naait.
Jecovitol levertraan wetenschappelijk
de beste levertraan voor U en Uw kind.
jem/m
Verkrijgbaar bij apothekers en
drogisten a f 0.75 per flacon.
Burgerlijke Stand Geboren: Cees Willem, z.
van W. H. Lagrand en D. Weehuizen; Willem en
Geesje, z. en d. v. A. Kruiswijk en W. Mus; Hen
drik Jan, z. v. J. Meester en H. J. Bouwman;
Antonia Adriana, d. van A. F. de Krijger en A.
F. Lazones.
Ondertrouwd: N. J. van der Nade en J. van
aan de Dames-bloempjesverkoopsters. -
Vrijdag 30 October des avonds acht uur
zal in het gebouw St. Bavo een film
avond worden aangeboden aan de Dames
welke hebben medegewerkt aan den j.l.
gehouden bloempjesdag. Zonder toe
gangskaart wordt niemand toegelaten.
Het Plaatselijk Comité
Toen de sigaar op was, zei Drein: „Nu moest ik eigenlijk
maar eens kijken of dat vervelende beest weg is." En met
de poes vooruit ging hij de stikdonkere kamer binnen, 't Was
een heele toer om een lamp te vinden, maar eindelijk was er
licht.
Maar nu wiachtte Drein en Piet een vreemde verrassing. In
de kamer fladderde niet één, maar wel vijftig vleermuizen. Die
waren allemaal door de openstaande vensters naar binnen
gekomen. „Wat ben ik toch een ezel", huilde Drein, „ik had
toch wel kunnen bedenken, dat zooiets gebeuren kon.
Zooals gewoonlijk was Drein natuurlijk radeloos. „Wat
moeten we beginnen", klaagde hij, terwijl hij de aangrenzende
kamer op en neer hep. „Waar maak je je zoo druk over",
vroeg Piet, „help me liever de deur vasthouden. Aanstonds
zijn ze met zijn allen zoo sterk, dat we ze niet eens meer kun
nen tegenhouden."
Duijn; H. Huisman en H. M. A. Schermer; J. M.
M. Dekker en C. H. Servaas; P. J. Rot en G.
Giskes; J. Poulain en C. Karskens; W. de
Graaf en B. H. Mus; M. Selman en W. Blees; A.
Bergman en C. P. Verheijden; J. Honig en G. E.
Bakker.
Gehuwd: N. J. Snaas en A. C. H. van den
Broek; M. S. Nienhuis en C. W. Jansen; J. Kuü-
per en R. Oppenhuizen; T. Visser en R.
Tscheuschner.
Overleden: Elisabeth Tjallingii, oud 77 jaar,
geh. met H. Bos; Comelis Kabel, oud 79 jaar,
weduwnaar van N. Veldhuijzen; Dirk Bleeker,
oud 84 jaar, geh. met C. J. Velderda; Pieter Fris,
oud 62 jaar, geh. met G. Bleeker; Anna, oud 11
jaar, dochter van J. P. Craane en J. IJsendijk
(won. te Koog a. d. Zaan); Neeltje Kager, oud
68 jaar, weduwe van A. J. Blom (overl. te Noord-
wijk) Abraham van Thijn, oud 68 jaar, weduwn.
van A. Vet; Martinus Vlottes Visser, oud 55 jaar,
geh. met J. Mooij (overl. te Bameveld); Jan
Dekker, oud 53 jaar, geh. met W. Busch.
IJMUIDEN. 27 Oct. Rijksvischafslag. Tarbot
1.201.55 per kg. Griet 20.0038 per 50 kg. Tong
I.401.8o per kg. Groote Schol 28.0030, middel
Schol 29.0032, Zetschol 29.0031. kleine Schol
II.5 027, Schar 8.50—13.50 per 50 kg. Rog 17.00
—28 per 20 stuks. Vleet 1.003 per stuk. Pieter
man en Poon 4.208.50. middel Schelvisch 23.00
—28. kl. middel Schelvisch 17.00—26, kleine
Schelvisch 8.3016 per 50 kg. Kabeljauw 58.00
70 per 125 kg. Gullen 5.5028 per 50 kg. Leng
1.10—1.60 per stuk. Heilbot 0.32—1.20 per kg.
Wijting 3.106.70 per 50 kg. Koolvlsch 0231.40
per stuk. Makreel 2.859.50 per 50 kg. Versche
Haring 1.853.90 per kist.
van de Dinsdag aan den Rijksvischafslag aange
komen
STOOMTRAWLERS
R. O. 15 Antje 660 manden 2340.Oentoeng
70 manden 2060.Comelis 1025 manden
1390.Beatrice 70 manden 2500Christine
640 manden 3000.Rotterdam 1070 manden
3490.Gerberdina Johanna 900 manden 1420.
Elie Chenevière 65 manden 2640.
KOTTER
G. G. 409 940.—.
LOGGERS MET VERSCHE HARING
K.W.: 22 610.—, 97 350.—, 68 780.—. 144 880.—,
65 1060.Sch.: 236 170.—. 37 55045 550.
311 1090.—, 412 560.—, 159 1300.—, 312 580.—.
WATERSTANDEN
IJMUIDEN, Woensdag 28 Oct. 1936. Vloed:
1.03 v.m. en 1.26 n.m.
UIT HET FRANSCH VERTAALD §Ê|I
51
In huis trok zich de jonge weduwe niet terug
in een soort van halsstarrig stilzwijgen, dat
eigenlijk een vorm van egoïsme is, omdat men
geen rekening houdt met zijn omgeving. Zij
praatte opgeruimd, kon zelfs glimlachen. Zoo
als voorheen arrangeerde zij bloemen in de
vazen, hielp mee aan de wasch, speelde buiten
met den spaniel Belza en liet hem springen
haar een stukje suiker.
Maar dat was allemaal maar uiterlijk om
afleiding te geven, om de smart van haar vader
te verzachten, die oud begon te worden zonder
de hoop te kunnen voeden op een erfgenaam
van zijn ras, die zich voorstelde, dat eens bet
oude huis zou overgaan naar verre neven, of
wel, dat het verkocht zou worden aan vreem
delingen, die het zouden sluiten, het gras zouden
laten groeien in de paden, zoodat het slechts
een verlaten graf zou lijken.
Margaïta gaf slechts in de kerk vrijen loop
aan haar tranen, of wel op het kerkhof, waar
sü elkop. dag heenging om het kleine graf te
bezoeken, waar haar lieve Jean rustte, het
kind met den bleeken glimlach, dat zijniet
vergeten kon.
Op een schoonen Meiavond, toen de onder
gaande zon den horizon in gloeiende stralen
zette, vond zij op het grafheuveltje een kruis,
gevormd door fijne schelpen. Dadelijk ging
haar gedachte uit naar de zigeunerin, die
sedert zeer langen tijd niet meer in den om
trek te zien was gewepst. Onwillekeurig keerde
zij zich om en vond het meisje achter haar
staan, zoo bleek, zoo vermagerd, dat zij bijna
niet te herkennen was.
„Mevrouw," fluisterde Catali, „ik kom u
vragen of u mij zou willen vergezellen naar
ginds." Met de hand duiddo zij in de richting
van het klooster der Magdalena's.
„Alleen zon ik er den moed niet toe hebben,
ik zou daar niet naar de overste durven vragen,
die mij zou zeggen, wat ik doen moet om aan
genomen te worden bij de dienaressen van den
Heer, die berouw hebben en boete willen doen."
„Ik zal je er heel graag heenbrengen," ant
woordde de jonge vrouw. „En zuster Francois-
Xavier, vroeger juffrouw d'Uhalde, zal ons hel
pen door haar gebeden en kieschen invloed."
Catali zweeg, tusschen de vingers wreef zij
een grassprietje, dat zij aan den weg geplukt
had. „U vraagt mij niet eens," zei zij eindelijk
op bijna harden toon, „hoe ik hier weer terug
gekomen ben."
„Het is voor mij voldoende, dat ik je terug
zie, bezield met rouwmoedige gevoelens
„Neen, dat is niet voldoende! U moet het
weten! Den eereten keer, dat ik.uit de zonde
ben opgestaan, waren er te veel dingen, die mij
in het hoofd spookten.... Dat kon niet zoo
doorgaan! Ik ben weer gevallen.... Eenige
maanden van pretmaken, dan ziekte, het gast
huisDe geestelijke, die het bediende, heeft
mij bezocht.... Hij was toch zoo goed voor mij!
Het was mij, alsof ik de goddelijke barmhar
tigheid in hem kon beschouwen. Toen ik aan
de beterhand was, heeft hij mij boeken ge
leend. Een er van was zoo mooi, dat het mij
een schok in mijn gemoed gaf. Het sprak mij
over mijn land, het deed mij er de grootsch-
heid en de schoonheid van kennen."
Margaïta onderbrak de spreekster niet, zij
had het niet noodig naar den titel van het boek
te vragen; dien raadde zij al.
„Ik hield er te meer van," vervolgde Catali,
„omdat ik den schrijver kende
Nu kon de jonge weduwe een gebaar van
verwondering niet weerhouden. „Ken je
Ourania?"
„Ja, op zekeren dag nu zoowat drie Jaar
geleden, ging ik voorbij Uhaldia. Een venster
gelijkvlóersch stond open, de wind blies er in en
eenige bladen papier, die op de tafel lagen,
woeien naar buiten. Ik raapte ze op en zonder
dat iemand mij zag, legde ik ze weer op hun
plaats, maar niet zonder er den blik op ge
slagen te hebben. Ik weet wel, dat ik dat niet
had mogen doenmaar ik heb het gedaan!
Welnu, mevrouw, die bladzijden, die ik buiten
had opgeraapt, heb ik in druk teruggevonden in
het boek, dat voor mij als een balsem voor mijn
ziel is geweest."
dat Dominique, de vriend harer kindsheid, altijd
zoo gereserveerd, zoo weinig spraakzaam, wiens
inwendig leven haar slechts als in bliksem
flitsen was getoond, dezelfde was als die Ourania;
met zijn diepe gedachten, die hij in eenvoudige
en exquise woorden wist uit te drukken en die
weergaven, wat zij vaag had gevoeld en waar
naar zij gestreefd had? Tegenover die ontdek
king bleef zij sprakeloos en zoo wit als het
crêpe randje, dat haar japon aan' den hals
afsloot.
Catali ging voort, nog steeds met haar ruwe,
harde stem: „Als ik u dat vertel, dan is het,
opdat u zou begrijpen wat hij verbergt onder
zijn uiterlijke koelheid. Op den dag, dat hij uw
verloving had vernomen, heeft hij zijn makhïla
genomen en is naar het gebergte gegaan. Toen
hij weer thuis kwam, heeft zijn zuster niet
vermoed, dat hij geweend had. maar ik heb hem
in het gras zien liggen als een man, die door
de smart verpletterd isAch, Andrea, hoe
heeft u zich toch zoo vergist! Hij alleen was
uwer waardig."
Margaïta, de oogen strak als brandend, ver
zette zich met al haar kracht om niet te
schreien.
„En nu," hernam de zigeunerin, „nu heb ik
voor zoover dat mogelijk was het kwaad goed
gemaakt, dat ik u had gedaan, nu heb ik niets
meer te doen dan het toevluchtsoord op te
zoeken, waar mij geleerd zal worden goed te
leven om zalig te sterven.... morgen om twee
uur wacht ik op u aan de poort van het
klooster!"
Zü vroeg niet eens of dat uur Margaïta conve
nieerde en liep met groote passen weg, alsof
iemand haar achterna zat.
Margaïta sprak met niemand over hetgeen
Catali haar gezegd had. maar toen zij dien
avond alleen was zocht zij „De Behoedster van
den Haard" op om eenige passages te herlezen.
Telkens weer kleurde een blos haar bleeke wan
gen.
„Het was aan mij dat hij dacht, terwijl hij
dat schreef! Hij had er van gedroomd mij de
plaats van zijn moeder te zien innemen, haar
zoo heerlijke taak te vervolgen en.... ik heb
hem teleurgesteld!"
Toen het middernacht was. sloot zij het boek
en knielde neer voor het kruisbeeld in de hoop
er afleiding van haar ontroering te vinden.
Maar zij kon niet zoo spoedig haar geest los
maken en in plaats van de gewone avondge
beden te fluisteren, waar zij geen aandacht
voor kon vinden, wierp zij zich met al haai
verbijstering, haar aarzelingen, haar angsten
in het goddelijk Hart.
„Mijn God, Gij hebt mij nooit verlaten! Ver
licht mij, leid mij! Ik ben bang voor de nieuwe
gedachte, die in mijn geest is opgekomen en
die mijn ziel in verwarring brengt. Toch is die
gedachte nu niet meer schuldig, als zij vroeger
was, toen een vreemde aantrekking mij dreef
naar dien geheimzinnigen Ourania. Toen hebt
Gij mij tegengehouden voor een stap, waar
over iki nu zou blozen.... Wees daarvoor geze
gend, mijn God!En wijs mij den weg, dien
ik begaan moet. Ik wil niet meer mijn grillen
opvolgen, ik verlang slechts U beter te bemin
nen en U zoo te dienen, dat, zooals oom Michel
zei, elk mijner uren goed moge zijn voor de
eeuwigheid.... Want de uren gaan voorbij....
Fuget!"
Lang sprak zij zoo tot den onzichtbaren
Vriend, Die naar haar luisterde. Dan ging zij
te bed en de vrede, beloofd aan die van goeden
wille zijn, sloot zachtjes haar oogleden.
Den volgenden dag, onder voorwendsel van
boodschappen in Bayonne te moeten doen, ging
zij daarheen en op het bepaalde uur kwam zij
aan het kleine station verscholen in de denne-
bosschen, waar dichtbij het klooster der Mag
dalena's zich bevond.
Catali wachtte haar reeds bü de eerste
kromming van den weg. Zij had haar weelde
rige krullen glad gestreken en verborgen onder
een zwarten doek. Geen opzichtige kleuren
meer, geen klatergoud. Zonder een woord te
spreken liep zij voor Margaïta uit en zoo vlug,
dat deze moeite had haar bij te houden.
Bij de poort gekomen bleef zij staan en be
val: „Schel maar! En houd mij stevig bij mijn
pols vast, anders zou ik nog in staat zijn te
vluchten."
De jonge weduwe greep zachtjes haar hand,
zooals zij het bij een kind zou hebben gedaan
en trok aan den ring, die een luidruchtige klok
in beweging bracht.
(.Wordt vervolgd)