De ontploffingsramp kost dertien levens Apostolische moed IBIS SHAG ...j. - 5SB8W Dubbel woonhuis afgebrand EEN PERSOON WORDT NOG VERMIST Echtpaar door een auto gedood Dobbe Intern n lekker... man! ERNSTIGE BRAND TE TEGELEN HET WRAK BIJ IJMUIDEN NATIONAAL HUWELIJKS GESCHENK MAANDAG 2 NOVEMBER 1936 Twee levensgevaarlijk gewonden Deelneming van de Koningin Zij, die aan den dood ontsnapten Een priester op het brandende tankschip Jongeman door auto gedood De toestand der andere slacht offers is naar omstandig heden redelijk te noemen De toestand der gewonden Dank en deelneming van de W ilton-directie Telegram van minister Gelissen De slachtoffers Het licht, dat verdween Droevig ongeluk bij Oegstgeest ONGEWENSCHTE GASTEN Dr. Aug. Borms en Ward Hermans over de grens gezet VOOR DE PIÜR Drie vrouwen die niet meer konden vluchten, met groote moeite gered Twee gezinnen nauwelijks aan den vuurdood ontsnapt Steeds meer aanwijzingen, dat het de vermiste Sch. 179 is De Sch. 68 wordt geborgen Veel averij Geen ongerustheid meer Bestuurder reed door, maar kon later te Amsterdam ge pakt worden INBRAAK IN VILLA VAN H. M. DE KONINGIN Eenige waardevolle voorwerpen te 't Loo ontvreemd W IN UW BORREL II COCKTAIL LIKEUR X VERMOUTH SHERRY CATZ&Zn.VAN PEKEU-GRONINGEN Het Nationaal Jongeren Verbond werkt toch mede bij de inzameling ERNSTIGE AANRIJDING Drie-jarig meisje stak plotseling den rijweg over INBRAKEN BIJ NIJMEGEN Inbrekers drongen door in pastorieën BUITENLANDSCHE GASTEN OP 'T LOO Ook Prins Aschwin zal aan de jacht deelnemen HET VISSCHERIJCONTRACT Onderhandelingen te IJmuiden duren voort Nederlander door Duitsche douane gearresteerd Jef Last strijdt mee in Spanje Betreffende de bij de ramp bij Wilton-Feyen- oord omgekomen slachtoffers kan nog nader worden medegedeeld, dat thans ook is gevonden het geheel verkoolde lijk van den 57-jarigen ge huwden Corneiis Verneys, wonende Van Speyk- straat 56 te Rotterdam. Uit de op het lijk ge vonden voorwerpen kon de identiteit worden vastgesteld. Het tragische van dit geval is, dat de getroffene op 31 October is geboren en dus juist op zijn verjaardag is omgekomen. Het lijk lag in het ruim in het achterschip. Vermist wordt nog een donkey-man, die ook nergens te vinden is. Omtrent het lot "an dezen man wordt het vermoeden geuit, dat hij waarschijnlijk nog op een plaats in het schip kan zijn, waar men op het oogenblik nog geen toegang heeft, of dat hij bij de tweede ontplof fing over boord geslagen en in de Maas terecht gekomen is. In verband hiermede werd door de rivierpolitie Zondag in de omgeving van het schip gedregd. Omtrent de oorzaak van het ongeluk tast men nog vrijwel in het duister. Het verhoor van de bemanning is thans aangevangen en wordt met spoed voortgezet. Wel zijn enkele theorieën ver kondigd, o.a. zou- er zooals wij reeds meld den een technische fout zijn in de afschei ding van de verschillende afdeelingen in het achterruim, waardoor gasontwikkeling zou kun nen zijn ontstaan. De kapitein van het schip, de heer Spizos Funzonus, deelt deze theorie evenwel niet. Het lijk, dat op de algemeene begraafplaats in het lijkenhuisje werd geborgen, blijkt thans te zijn van den vierden machinist, Constans Evangelos, eveneens een Griek. Omtrent den toestand van de gewonden kan nog worden gemeld, dat deze blijkens infor matie aan de diverse ziekenhuizen, waar de pa tiënten verpleegd worden, over het algemeen niet onbevredigend is. Alleen de toestand van de drie gewonden, nj. Foort, Onderdelinden en Van der Pal, moet als zeer ernstig worden be schouwd. De teraardebestelling van den agent Hoek zal Woensdag op een nog nader vast te stellen tijd stip met corpseer op de Algemeene Begraaf plaats te Schiedam geschieden. De. toestaiid van P. de Smit, die in het Katho lieke ziekenhuis is opgenomen, was hedenmor gen vooruitgaande. Hij heeft een gecompli ceerde fractuur aan beide beenen. De overige patiënten, die in het Katholieke ziekenhuis zijn opgenomen, maken het naar om standigheden redelijk wel. Van hen, die in het gemeente-ziekenhuis zijn opgenomen, verkeeren er naar de directie van het ziekenhuis ons mede deelde, twee in direct levensgevaar. De directie wenschte echter niet mede te deelen wie dit waren. Behalve deze twee, maken de gewonden het echter redelijk wel. De heer C. van Pelt, die een zenuwinstorting heeft gehad, zal heden het ziekenhuis weer kunnen verlaten. De tweede Griek, die in het ziekenhuis was opgenomen, en die lijdende is aan een oogont steking, zal eveneens binnenkort ontslagen kun nen worden. Wat betreft de pogingen, welke aangewend zijn om de overige slachtoffers te bergen, ver nemen wij nog, dat het dreggen in de omgeving van het tankschip zeer bemoeilijkt is door het hooge water. Zondagavond omstreeks half zeven is de heer Plas, plaatsvervangend commandant van de Schiedamsche brandweer, die bij de ontploffing op de „Petrar Nomikos" ern stig gewond werd, overleden. Omstreeks half tien is ook de heer van Galen, die bij de ontploffing werd gewond, in het R.K. ziekenhuis te Schiedam aan zijn blessuren bezweken. De toestand van de overige gewonden is redelijk wel. Van de ernstig gewonden, die in het algemeen ziekenhuis te Schiedam verpleegd worden, was de toestand van H. J. Voort, die zwaar gewond was, hedenmorgen iets gunstiger. De toestand van J. Onder de Linden blijft ernstig, terwijl hedenmorgen in den toestand van den 59-jarigen P. v. d. Broek een verslech tering was ingetreden. De directie van WiltonFeyenoord brengt langs dezen weg haar deelneming tot uiting aan allen die bij 't ongeval verwondingen hebben bekomen. Zij spreekt daarbij haar dank uit aan degenen, die aan het red dingswerk hebben deelgenomen en aan hen, die op eenigerlei wijze hebben meegeholpen om de gevolgen van het ongeluk te beper ken, of door het blijven op hun post. het reddingswerk hebben mogelijk gemaakt. De directie maakt bekend, dat zij van Z.Exc. minister Gelissen een telegram heeft ontvan gen van den volgenden inhoud: ,.De groote scheepsbrand met zoo noodlottig verloop heeft mij diep getroffen. Terwijl ik gaarne hulde breng aan de dappere redders, geef ik u tevens de verzekering, dat ik met het lot der slachtoffers zeer begaan ben." H. M. de Koningin heeft den burgemeester van Schiedam ver zocht Haar oprechte deelneming over te brengen aan de nagelaten betrekkingen van de slachtoffers van de ramp bij Wilton-Feyen- oord, en heeft naar den toestand der gewonden laten informeeren. Blijkens mededeeling, heden ochtend, van den burgemeester van Schiedam, bedraagt het aan tal dooden 1 3, terwijl bovendien nog een slachtoffer wordt ver mist. Vijf slachtoffers zijn in het ge meentelijk ziekenhuis te Schie dam overleden, vijf in het R. K. ziekenhuis en drie lijken zijn naar het lijkenhuisje op de be graafplaats overgebracht. Van de gewonden zijn er acht ernstig en vier minder ernstig gewond, terwijl vijf hunner het ziekenhuis reeds weder hebben mogen verlaten. Huilend staat voor de poort van de Werf Wilton een jonge vrouw; zij huilt van blijd schap Haar man ontsnapte den dood; tien mi nuten voor de ontploffing had de baas hem een andere opdracht gegeven, en verliet hij het ongeluksschip waarvan zijn vrouw wist, dat hij er werkzaam op was. Wonderlijk is de machinist van de kraan, die door de ontploffing als, het ware werd opge-r kruid, aan den dood ontkomen. De man begaf zich even naar het toilet. In dien tusschentijd werd.de plaats, waar hij en kele minuten tevoren stond, totaal verwoest. „Ik stond vlak naast brandmeester Nieuwen- huisen," zoo vertelde ons 'n lid van het kranige Schiedamsche brandweercorps, toen de tweede ontploffing volgde. Ik kreeg 'n geweldigen klap tegen mijn hoofd en bleef versuft staan. Mijn collega's grepen me beet en trokken me van het schip af. Mijn kringcommandant zag ik niet meer, ik zag hem ook niet levend meer terug." Stil stond deze brandweerman des avonds bij het lijk van zijn commandant. Het was vooral de tweede ontploffing die de slachtoffers bracht. In het ruim werd alles dooreen geslagen; een lid der bemanning werd met het hoofd naar be neden in den luchtkoker gevonden; snel werd de man omhoog getrokken door de redders, die bij de vlucht voor behoud van eigen leven ook dat van hun collega's niet vergaten. Namen van die helden kunnen bijna riet genoemd worden, zoovelen als zich op het schip bevonden gedroegen zich met groote zelfopoffering; bij het vermelden van den één, zou de ander vergeten worden. Eén van de redders droeg een gewonde weg, en in doodsangst vroeg een andere ge wonde op het schip: „Ach, neem mij toch ook mee." Twee dragen ging niet, maar de redder kwam terug, en behield een tweede menschenleven. En steeds bedreigde een nieuwe ontploffing allen die het schip naderden. „Vrijwilligers voor", werd des middags ge vraagd. Vrijwilligers, om de lijken van boord te halen. Er kwamen tientallen vrijwilligers, zij vroegen te mogen gaan. Maar de Directie van Wilton weigerde toe stemming te verleenen; het gevaar dat dreigde was nog te groot. Brandweerlieden stonden te popelen om het lijk van hun commandant van het brandende schip te halen; ook zij moesten daarmede wach ten. En, tegen het vallen van den avond kwam het droeve moment. Drie brancards komen van het schip, we we ten wat zij bevatten. Twee waterlaarzen steken onder het kleed uit. De brandweercommandant, gevallen in den vrij willig op zich genomen plicht: redden het le ven van anderen. In het verband-lokaal liggen de drie lijken; door de ruiten van het gebouw kijken de brand weerlieden naar de waterlaarzen onder het kleed. ,,'t Was een fijne kerel," zegt een lid van het Schiedamsche corps. En voor het ziekenhuis staan tot laat in den avond honderden te wachten op mededeelingen, hoe het met de gewonden gaat. Een dag, die in Schiedam niet spoedig verge ten zal worden.... Toen Vrijdagavond mej. da. C. Boerlage, predikante bij de Doopsgezinde gemeente te St. Anna Parochie, in verband met de lucht- beschermingsoefening en de daaraan verbon den verduistering, door den plaatselijken gemeenteveldwachter verzocht werd een gang lamp die licht uitstraalde over den weg, uit te draaien, weigerde zij daaraan wegens gewetensbezwaren gevolg te geven, aldus bericht de N. R. Ct. De veldwachter heeft daarna de lamp afgedraaid en meegenomen. Bij het weergeven van eigen indrukken over de scheepsramp op de werf van Wilton-Feyen- oord te Schiedam heeft onze speciale verslag gever reeds melding gemaakt van kapelaan Hazelaar's activiteit bij het verleenen van geestelijken steun aan de slachtoffers. Deze moedige priester begaf zich ondanks het voort durende gevaar voor een nieuwe ontploffing, die hem zonder twijfel het leven zou hebben gekost, aan boord om den stervenden bijstand te verleenen. In haar ochtendblad van Zondag schrijft de neutrale „N. Rott. Crt." „Alleen kapelaan Hazelaar bleef onver schrokken op zijn post, om den stervenden bij stand te verleenen en sommige gewonden aan boord nog te verbinden. Pas toen de laatste gewonde van het dek was gehaald in het inwendige van het schip kon men onmogelijk komen en hij er van overtuigd was, dat zich op het dek geen levenden meer bevonden, is hij weer aan den wal gekomen. Deze hooge plichtsbetrachting heeft niet nagelaten een diepen indruk na te laten. Een werkelijk bijzondr sterk voorbeeld van apostolischen moed heeft kapelaan Hazelaar toond. Onze eerbiedige hulde. Zondagmiddag omstreeks kwart voor vijf Is op den Rijksstraatweg nabij Oegstgeest een ernstige aanrijding gebeurd, welke een echtpaar het leven heeft gekost. De slachtoffers zijn de ongeveer 55-jarige heer en mevrouw Nachtegaal uit Oegstgeest. Zij wilden den weg oversteken, juist op het oogenblik, dat een personenauto, bestuurd door den heer A. P. uit Overschie, naderde. Deze kon niet meer uitwijken, met het gevolg, dat zij onder den wagen kwamen en op slag wer den gedood. Eet stoffelijk overschot van het echtpaar is naar het lijkenhuisje van de algemeene be graafplaats te Oegstgeest vervoerd. Zaterdagavond was te Breda door de N S. B. een besloten vergadering belegd, welke ook door Vlaamsche nationalisten zou worden bijgewoond. Uit Antwerpen en Brussel arriveerden ruim 100 Vlaamsche nationalisten, o.w. de bekende dr. Aug. Borms en Ward Hermans. Zij werden door de politie naar de grens teruggeleid, zoo bericht de Telegraaf. Kent U de Ibis-pijp? Zoo niet, vraagt Uw winkelier. In den vroegen morgen van Zondag ontdekte het dienstmeisje van den café-houder Peute te Tegelen brand in het woonhuis. Het vuur had zich toen reeds op een angstwekkende manier uitgebreid. Het meisje waarschuwde onmiddel lijk de huisgenooten, die nog in diepe rust la gen. Het gelukte den heer Peute zijn drie kin deren veilig en wel buiten het brandende huis te brengen. De echtgenoote van den heer P., diens schoonmoeder en het dienstmeisje konden echter niet meer langs den gewonen weg het huis verlaten, daar de trap reeds in brand stond. De drie vrouwen vluchtten daarom door een raam op een plat dak, doch verkeerden ook daar weldra in groot gevaar. Ondertusschen waren de buurtbewoners reeds door het brandgeroep gealarmeerd en onmid dellijk weerden alle pogingen in het werk ge steld om de drie vrouwen uit hun benarde po sitie te redden. Dit gelukte tenslotte na zeer veel moeite. De brandweer, die spoedig op de plaats van den brand arriveerde, begon onmiddellijk met kracht het blusschingswerk aan te pakken. Door de politie en burgers werd al het mo gelijke gedaan, om zooveel als het kon nog te redden van het meubilair uit de kapperszaak van den heer H., die in hetzelfde pand is on dergebracht. Zoowel het woonhuis als het café werden zoo goed als geheel in de asch gelegd. Verze kering dekt slechts gedeeltelijk de schade. Over de oorzaak van den brand tast men volkomen in het duister. Zaterdagmorgen nam Kolonel de Iongh afscheid als commandant van het corps der luchtdoelartillerie te Utrecht. We zien hier den scheidenden commandant voor het laatst de troepen inspecteeren Zondagavond omstreeks kwart vóór elf is brand uitgebroken in een dubbel woonhuis gelegen in den Achterhoek fe Lonneker, een paar honderd meter verwijderd van de Ol- denzaalschestraat tegenover de steenfabriek Smulders. Aan de voorzijde wordt het huis bewoond door het gezin Wensink, bestaande uit een we duwe met dertien kinderen en een 77-jarigen grootvader, de achterzijde door het gezin Ek- kers, bestaande uit man, vrouw en drie kin deren. Door de omvangrijkheid van het gezin Wensink slapen drie kinderen in een vertrek van een op vijf pas afstand gelegen schuur. Beide gezinnen hadden zich omstreeks tien uur ter ruste begeven. Een zoon van het gezin Wensink kwam omstreeks kwart voor elf thuis en had zich reeds in zijn provisorische slaap gelegenheid in nachtgewaad gestoken, toen ge knetter van vuur, gepaard gaande met een sterke brandlucht, zijn aandacht trok. Naar buiten ziende kwam hij tot de ontstellende ont dekking, dat het woonhuis in lichter laaie stond. Het mag een geluk heeten, dat alle bewoners gelijkvloers sliepen, zoodat zij, na gewekt te zijn en enkele kleedingstukken te hebben aange schoten, in allerijl het brandende perceel kon den verlaten. Een anderhalf jarig kind werd bij de buren in veiligheid gebracht. Zoo snel grepen cle vlammen om zich heen, dat letterlijk niets kon worden gered. Veiligheidshalve werd het vee, dat zich in de in de onmiddellijke nabijheid staande schuur bevond, in de weide gelaten. Daar cle dichtst by zijnde gelegenheid om de brandweer te waarschuwen een paar honderd meter van het brandende huis is verwijderd, woedde het vuur reeds een half uur, toen een motorspuit met de noodige bemanning arri veerde, na vele moeilijkheden langs vrijwel on begaanbare wegen te hebben overwonnen. De brandweer kon evenwel niets uitrichten, daar in de nabijheid nergens bluschwater te vinden was. Eerst omstreeks half één kon uit een ver verwijderde sloot water worden gegeven, doch de vlammen hadden intusschen reeds zoodanig huisgehouden, clat er van de bewoning niet veel meer dan de vier muren was staande ge bleven. Daartusschen was het één brandende en rookende massa, die in het schijnsel der vlammen een triesten indruk opleverde. Doordat het vrijwel windstil was, bleef de schuur gespaard. Huis en inboedels waren verzekerd. Het mag een geluk heeten, dat een der zoons van de weduwe W. later op den avond is thuisgekomen en den brand ontdekte, anders waren er wellicht dooden of gewonden te be treuren geweest. Op het terrein van den brand waren o. m. aanwezig de commissaris van politie te En schede de heer Tj. v. d. Wal en de hoofdinspec teur van politie de heer Boerrigter, terwijl de brandweer onder leiding stond van de brand meesters Mastenbroek en Ebbinge. Het wrak, dat voor de pieren van IJmuiden drijft, was Zondag door het heldere weer en de vlakke zee duidelijk van het strand af zicht baar. In de buitenhaven van IJmuiden is nog een reddingsboei, gemerkt Sch. 179, aangespoeld, het geen opnieuw als een bewijs kan worden be schouwd, dat het wrak van den vermisten Sche- veningschen logger afkomstig is. Opvarenden van de loodsboot zijn Zondag met de jol naar het wrak geroeid. Zij hebben uit den boven water uitstekenden mast een stuk net verwijderd. Dit net was een deel van een haringvleet, waaruit valt op te maken dat de wrakstukken aan een haringlogger toebehoo- ren. Dit is een aanwijzing temeer voor het ver moeden, dat men hier met de overblijfselen van de Sch. 179 te doen moet hebben, aange zien dit vaartuig eveneens een haringlogger was. De bergingsblazer „Meermin" van W. A. van der Tak's bergingsbedrijf te Rotterdam is m IJmuiden aangekomen, in verband met de op ruiming van het wrak van de Sch 68, dat dicht langs het vaarwater in de buitenhaven ligt. Een voorloopig onderzoek is Zondagmiddag reeds ingesteld, waarna het vaartuig in het buiten- -toeleidingskanaal van de Zuidersluis werd vastgelegd. Het blijkt thans, dat slechts weinig vis- schersvaartuigen, welke tijdens den jongsten storm op zee waren, er zonder kleerscheuren zijn afgekomen. Zoo is van de „Silvain" IJm. 116 het radio zendapparaat defect geraakt, woordoor men aan boord gedurende geruimen tijd niets van zich heeft kunnen laten hooren, hetgeen al eenige ongerustheid in IJmuiden heeft gebaard. De „Uver" IJm. 384 verloor de scheepsboot, een ongeval, dat aan meer trawlers is overko men, alsmede een anker. Van den stoomlogger „Gorredijk" IJm. 490 werd de scheepsboot stuk geslagen. Verder heeft de haringlogger Kw. 130 vijftig netten verloren. Naar ons wordt medegedeeld, zijn thans alle Scheveningsche loggers, welke zich nog oo zee bevinden en vóór het jongste stormweer zijn uitgevaren, verkend. De „Aurora" van de reede- rij D. de Mos, waaromtrent aanvankelijk eeni ge ongerustheid bestond, is Zaterdag gepraaid door een Ijmuidensche haringboot. De ongerustheid omtrent nog niet binnenge komen schepen is dus thans geweken. Zaterdagavond omstreeks half negen is te Driebergen een auto-ongeluk gebeurd, dat aan een 26-jarigen jongeman het leven heeft ge kost. Op dat tijdstip, aldus meldt de Telegraaf, liepen de gebroeders Willem en Theo v. d. Berg met een vriend op den Rijksstraatweg. Plotse ling naderde achter hen een auto met zoo groote snelheid, dat zij niet meer konden weg komen. De bestuurder, die een voor hem rij denden auto wilde passeeren, reed geheel links van den weg en zag blijkbaar op het allerlaat ste oogenblik de Wandelaars loopen. Zonder vaart te verminderen botste de auto tegen den jongeman, die op den rijweg liep. Dit was Willem v. d. Berg, die door den wagen werd opgenomen en tegen den grond werd ge smakt. Ook Theo van den Berg werd even ge raakt, doch niet ernstig gewond. Toen hij over eind sprong en met zijn vriend ging kijken wat Willem mankeerde, bleek deze reeds te zijn overleden. Vrij spoedig waren een dokter en de Drie- bergsche politie ter plaatse, die de noodige maatregelen namen. Het stoffelijk overschot werd naar het lijkenhuisje vervoerd. De auto, die de aanrijding veroorzaakte, was, zonder te stoppen in snelle vaart doorgereden. Het nummer werd echter opgenomen door een automobilist, die even vóórdat het ongeluk ge beurde, door den wagen was gepasseerd, en die na het ongeluk den auto achterna reed. Aan de hand v.an het autonummersregister, wist men nu spoedig aan wien de Wagen toe behoorde. Het was een Amsterdamsche wagen van iemand, die in de omgeving van het Rem- brandtsplein woont. De Driebergsche politie waarschuwde Am sterdam en eenige uren later reeds slaagde de motorpolitie er in den bestuurder op het Rem- brandtsplein te arresteeren. Later is de man weer vrijgelaten. Loodgieters van het Koninklijk paleis 't Loo kwamen dezer dagen bfj het verrichten van herstellingswerkzaamheden aan de villa van H. M. de Koningin, gelegen aan den hoek van de Waldeck Pyrmontlaan en den Looscheweg te Apeldoorn, tot de ontdekking, dat in deze villa, die reeds vele Jaren onbewoond is, doch wel van meubilair Was voorzien, was ingebro ken. Een onderzoek wees uit, dat verscheiden voorwerpen, waaronder eenige waardevolle, waren ontvreemd. Ook hadden de dieven de overgordijnen gestolen. Het leek er ook op, dat de dieven er gebivakkeerd hadden. Naar wij nader vernemen, zijn inmiddels twee gestolen kandelaars bij een opkooper te Amsterdam teruggevonden. Het hoofdbestuur van het Nationaal Jonge ren Verbond, deelt, nu het Comité tot aanbie ding van een nationaal huwelijksgeschenk blij kens zijn communiqué van 29 October IJ. zijn houding ten opzichte van het vaststellen van een geschenk gewijzigd heeft, het volgende mede: In verband met het feit, dat de beslissing thans is gevallen in zake den vorm van het aan het Prinselijk Paar aan te bieden nationaal huwelijksgeschenk, en mede in verband met onzen principieelen wensch onvoorwaardelijk gehoor te geven aan het uitdrukkelijk verlan gen van het Prinselijk Paar om slechts één ge schenk namens het geheele Nederlandsche volk te ontvangen, spoort het hoofdbestuur van het Nationaal Jongeren Verbond alle leden aan, om zooveel mogelijk behulpzaam te zijn en hun medewerking te verleenen bij de thans begon nen inzameling van gelden voor het nationaal huwelijksgeschenk. Hedenmorgen om kwart over negen uur is onder Vogelenzang een ernstige aanrijding ge- bettrd. Het driejarig dochtertje van den heer Z. stak plotseling den Vogelenzangscheweg over en liep daarbij tegen een juist passeerenden auto aan. Het gevolg was, dat het meisje onder den luxe auto terecht kwam en ernstig gewond op den weg bleef liggen. Dr. van Aalst, die, evenals de politie, spoedig ter plaatse was, verleende de eerste hulp, nadat het slachtoffertje in de ouderlijke Woning was binnengedragen. Hier bleek, dat het kindje een schedelfrac tuur en een ernstige hersenschudding had be komen. Per ziekenauto is het meisje naar de Mariastichting te Haarlem vervoerd. Den bestuurder van den auto, graaf van L. St., treft geen schuld. De toestand van het slachtoffertje is zeer ernstig. Zondagnacht hebben inbrekers beproefd hun slag te slaan in de pastorie van Ds. Cr. te Hees bij Nijmegen. Terwijl de indringers bezig waren den toegang tot 't huis te forceeren, werden zij verrast en sloegen op de vlucht. Vermoedelijk heeft men hier te doen met dezelfde verdach ten, die drie dagen geleden hebben ingebroken in de pastorie en de school der Ned. Herv. Ge meente te Lent bij Nijmgen.Hier werden eenige offerbussen gelicht en waardevolle artikelen me degenomen. Van de daders heeft men nog geen spoor ontdekt. Op het paleis 't Loo zijn dezer dagen ver scheiden gasten aangekomen om deel te nemen aan jachten. Er zijn familieleden van Prins Bemhard bij. Ook Prins Aschwin behoort tot hen. Zaterdagavond vereenigden zij zich op het paleis aan een feestelijk diner. Zondagmiddag hebben Prinses Juliana en Prins Bernhard met hun gasten een autorit gemaakt. In den loop van deze week vindt op het Loo een groote drijfjacht plaats. De gedurende eenigen tijd tusschen de ree- dersvereeniging te IJmuiden en de betrokken organisaties gevoeade besprekingen over een nieuw, 1 Januari 1937 in te gaan collectief con tract voor het trawlvisscherijbedrijf, hebben nog niet tot een resultaat geleid. Aangezien een eventueele opzegging vóór 1 November zou moeten geschieden, zijn beide partijen overeengekomen, den opzeggingstermijn met veertien dagen te verlengen, opdat de on derhandelingen nog eenigen tijd kunnen wor den voortgezet. In den D-trein HengeloOldenzaalBent- heim is Zaterdag door de Duitsche douane een Nederlandsche reiziger aangehouden, op wien niet minder dan 8000 R.M. werd gevonden, wel ke hij zonder eenig bewijs naar Duitschland wilde uitvoeren. De man werd onmiddellijk ge arresteerd en het geld in beslag genomen. Naar „Het Volk" mededeelt, bevindt zich in de gelederen van de Spaansche roode troepen de Nederlandsche revolutionnaire schrijver Jef Last, auteur o.m. van „Zuiderzee".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 2