De ontploffingsramp kost
dertien levens
Apostolische moed
IBIS SHAG
...j. -
5SB8W
Dubbel woonhuis
afgebrand
EEN PERSOON WORDT
NOG VERMIST
Echtpaar door een
auto gedood
Dobbe Intern n
lekker... man!
ERNSTIGE BRAND TE
TEGELEN
HET WRAK BIJ IJMUIDEN
NATIONAAL HUWELIJKS
GESCHENK
MAANDAG 2 NOVEMBER 1936
Twee levensgevaarlijk
gewonden
Deelneming van de
Koningin
Zij, die aan den
dood ontsnapten
Een priester op het brandende
tankschip
Jongeman door auto
gedood
De toestand der andere slacht
offers is naar omstandig
heden redelijk te
noemen
De toestand der gewonden
Dank en deelneming van de
W ilton-directie
Telegram van minister
Gelissen
De slachtoffers
Het licht, dat verdween
Droevig ongeluk bij Oegstgeest
ONGEWENSCHTE GASTEN
Dr. Aug. Borms en Ward Hermans
over de grens gezet
VOOR DE PIÜR
Drie vrouwen die niet meer konden
vluchten, met groote
moeite gered
Twee gezinnen nauwelijks aan den
vuurdood ontsnapt
Steeds meer aanwijzingen, dat het
de vermiste Sch. 179 is
De Sch. 68 wordt geborgen
Veel averij
Geen ongerustheid meer
Bestuurder reed door, maar kon
later te Amsterdam ge
pakt worden
INBRAAK IN VILLA VAN
H. M. DE KONINGIN
Eenige waardevolle voorwerpen
te 't Loo ontvreemd
W IN UW BORREL
II COCKTAIL LIKEUR
X VERMOUTH SHERRY
CATZ&Zn.VAN PEKEU-GRONINGEN
Het Nationaal Jongeren Verbond
werkt toch mede bij de
inzameling
ERNSTIGE AANRIJDING
Drie-jarig meisje stak plotseling
den rijweg over
INBRAKEN BIJ NIJMEGEN
Inbrekers drongen door in
pastorieën
BUITENLANDSCHE GASTEN
OP 'T LOO
Ook Prins Aschwin zal aan de
jacht deelnemen
HET VISSCHERIJCONTRACT
Onderhandelingen te IJmuiden
duren voort
Nederlander door Duitsche douane
gearresteerd
Jef Last strijdt mee in Spanje
Betreffende de bij de ramp bij Wilton-Feyen-
oord omgekomen slachtoffers kan nog nader
worden medegedeeld, dat thans ook is gevonden
het geheel verkoolde lijk van den 57-jarigen ge
huwden Corneiis Verneys, wonende Van Speyk-
straat 56 te Rotterdam. Uit de op het lijk ge
vonden voorwerpen kon de identiteit worden
vastgesteld. Het tragische van dit geval is, dat
de getroffene op 31 October is geboren en dus
juist op zijn verjaardag is omgekomen.
Het lijk lag in het ruim in het achterschip.
Vermist wordt nog een donkey-man, die
ook nergens te vinden is. Omtrent het lot "an
dezen man wordt het vermoeden geuit, dat hij
waarschijnlijk nog op een plaats in het schip
kan zijn, waar men op het oogenblik nog geen
toegang heeft, of dat hij bij de tweede ontplof
fing over boord geslagen en in de Maas terecht
gekomen is. In verband hiermede werd door de
rivierpolitie Zondag in de omgeving van het
schip gedregd.
Omtrent de oorzaak van het ongeluk tast men
nog vrijwel in het duister. Het verhoor van de
bemanning is thans aangevangen en wordt met
spoed voortgezet. Wel zijn enkele theorieën ver
kondigd, o.a. zou- er zooals wij reeds meld
den een technische fout zijn in de afschei
ding van de verschillende afdeelingen in het
achterruim, waardoor gasontwikkeling zou kun
nen zijn ontstaan. De kapitein van het schip,
de heer Spizos Funzonus, deelt deze theorie
evenwel niet.
Het lijk, dat op de algemeene begraafplaats
in het lijkenhuisje werd geborgen, blijkt thans
te zijn van den vierden machinist, Constans
Evangelos, eveneens een Griek.
Omtrent den toestand van de gewonden kan
nog worden gemeld, dat deze blijkens infor
matie aan de diverse ziekenhuizen, waar de pa
tiënten verpleegd worden, over het algemeen
niet onbevredigend is. Alleen de toestand van
de drie gewonden, nj. Foort, Onderdelinden en
Van der Pal, moet als zeer ernstig worden be
schouwd.
De teraardebestelling van den agent Hoek zal
Woensdag op een nog nader vast te stellen tijd
stip met corpseer op de Algemeene Begraaf
plaats te Schiedam geschieden.
De. toestaiid van P. de Smit, die in het Katho
lieke ziekenhuis is opgenomen, was hedenmor
gen vooruitgaande. Hij heeft een gecompli
ceerde fractuur aan beide beenen.
De overige patiënten, die in het Katholieke
ziekenhuis zijn opgenomen, maken het naar om
standigheden redelijk wel. Van hen, die in het
gemeente-ziekenhuis zijn opgenomen, verkeeren
er naar de directie van het ziekenhuis ons mede
deelde, twee in direct levensgevaar. De directie
wenschte echter niet mede te deelen wie dit
waren. Behalve deze twee, maken de gewonden
het echter redelijk wel.
De heer C. van Pelt, die een zenuwinstorting
heeft gehad, zal heden het ziekenhuis weer
kunnen verlaten.
De tweede Griek, die in het ziekenhuis was
opgenomen, en die lijdende is aan een oogont
steking, zal eveneens binnenkort ontslagen kun
nen worden.
Wat betreft de pogingen, welke aangewend
zijn om de overige slachtoffers te bergen, ver
nemen wij nog, dat het dreggen in de omgeving
van het tankschip zeer bemoeilijkt is door het
hooge water.
Zondagavond omstreeks half zeven is de
heer Plas, plaatsvervangend commandant
van de Schiedamsche brandweer, die bij de
ontploffing op de „Petrar Nomikos" ern
stig gewond werd, overleden.
Omstreeks half tien is ook de heer van
Galen, die bij de ontploffing werd gewond,
in het R.K. ziekenhuis te Schiedam aan zijn
blessuren bezweken.
De toestand van de overige gewonden is
redelijk wel.
Van de ernstig gewonden, die in het algemeen
ziekenhuis te Schiedam verpleegd worden, was
de toestand van H. J. Voort, die zwaar gewond
was, hedenmorgen iets gunstiger.
De toestand van J. Onder de Linden blijft
ernstig, terwijl hedenmorgen in den toestand
van den 59-jarigen P. v. d. Broek een verslech
tering was ingetreden.
De directie van WiltonFeyenoord brengt
langs dezen weg haar deelneming tot uiting
aan allen die bij 't ongeval verwondingen
hebben bekomen. Zij spreekt daarbij haar
dank uit aan degenen, die aan het red
dingswerk hebben deelgenomen en aan hen,
die op eenigerlei wijze hebben meegeholpen
om de gevolgen van het ongeluk te beper
ken, of door het blijven op hun post. het
reddingswerk hebben mogelijk gemaakt.
De directie maakt bekend, dat zij van Z.Exc.
minister Gelissen een telegram heeft ontvan
gen van den volgenden inhoud: ,.De groote
scheepsbrand met zoo noodlottig verloop heeft
mij diep getroffen. Terwijl ik gaarne hulde breng
aan de dappere redders, geef ik u tevens de
verzekering, dat ik met het lot der slachtoffers
zeer begaan ben."
H. M. de Koningin heeft den
burgemeester van Schiedam ver
zocht Haar oprechte deelneming
over te brengen aan de nagelaten
betrekkingen van de slachtoffers
van de ramp bij Wilton-Feyen-
oord, en heeft naar den toestand
der gewonden laten informeeren.
Blijkens mededeeling, heden
ochtend, van den burgemeester
van Schiedam, bedraagt het aan
tal dooden 1 3, terwijl bovendien
nog een slachtoffer wordt ver
mist.
Vijf slachtoffers zijn in het ge
meentelijk ziekenhuis te Schie
dam overleden, vijf in het R. K.
ziekenhuis en drie lijken zijn
naar het lijkenhuisje op de be
graafplaats overgebracht.
Van de gewonden zijn er acht
ernstig en vier minder ernstig
gewond, terwijl vijf hunner het
ziekenhuis reeds weder hebben
mogen verlaten.
Huilend staat voor de poort van de Werf
Wilton een jonge vrouw; zij huilt van blijd
schap
Haar man ontsnapte den dood; tien mi
nuten voor de ontploffing had de baas hem
een andere opdracht gegeven, en verliet hij
het ongeluksschip waarvan zijn vrouw wist,
dat hij er werkzaam op was.
Wonderlijk is de machinist van de kraan, die
door de ontploffing als, het ware werd opge-r
kruid, aan den dood ontkomen.
De man begaf zich even naar het toilet. In
dien tusschentijd werd.de plaats, waar hij en
kele minuten tevoren stond, totaal verwoest.
„Ik stond vlak naast brandmeester Nieuwen-
huisen," zoo vertelde ons 'n lid van het kranige
Schiedamsche brandweercorps, toen de tweede
ontploffing volgde. Ik kreeg 'n geweldigen klap
tegen mijn hoofd en bleef versuft staan. Mijn
collega's grepen me beet en trokken me van het
schip af. Mijn kringcommandant zag ik niet
meer, ik zag hem ook niet levend meer terug."
Stil stond deze brandweerman des avonds bij
het lijk van zijn commandant.
Het was vooral de tweede ontploffing die de
slachtoffers bracht.
In het ruim werd alles dooreen geslagen; een
lid der bemanning werd met het hoofd naar be
neden in den luchtkoker gevonden; snel werd de
man omhoog getrokken door de redders, die bij
de vlucht voor behoud van eigen leven ook dat
van hun collega's niet vergaten.
Namen van die helden kunnen bijna riet
genoemd worden, zoovelen als zich op het
schip bevonden gedroegen zich met groote
zelfopoffering; bij het vermelden van den
één, zou de ander vergeten worden.
Eén van de redders droeg een gewonde
weg, en in doodsangst vroeg een andere ge
wonde op het schip: „Ach, neem mij toch
ook mee." Twee dragen ging niet, maar de
redder kwam terug, en behield een tweede
menschenleven.
En steeds bedreigde een nieuwe ontploffing
allen die het schip naderden.
„Vrijwilligers voor", werd des middags ge
vraagd.
Vrijwilligers, om de lijken van boord te halen.
Er kwamen tientallen vrijwilligers, zij vroegen
te mogen gaan.
Maar de Directie van Wilton weigerde toe
stemming te verleenen; het gevaar dat dreigde
was nog te groot.
Brandweerlieden stonden te popelen om het
lijk van hun commandant van het brandende
schip te halen; ook zij moesten daarmede wach
ten.
En, tegen het vallen van den avond kwam
het droeve moment.
Drie brancards komen van het schip, we we
ten wat zij bevatten.
Twee waterlaarzen steken onder het kleed uit.
De brandweercommandant, gevallen in den vrij
willig op zich genomen plicht: redden het le
ven van anderen.
In het verband-lokaal liggen de drie lijken;
door de ruiten van het gebouw kijken de brand
weerlieden naar de waterlaarzen onder het
kleed.
,,'t Was een fijne kerel," zegt een lid van het
Schiedamsche corps.
En voor het ziekenhuis staan tot laat in den
avond honderden te wachten op mededeelingen,
hoe het met de gewonden gaat.
Een dag, die in Schiedam niet spoedig verge
ten zal worden....
Toen Vrijdagavond mej. da. C. Boerlage,
predikante bij de Doopsgezinde gemeente te
St. Anna Parochie, in verband met de lucht-
beschermingsoefening en de daaraan verbon
den verduistering, door den plaatselijken
gemeenteveldwachter verzocht werd een gang
lamp die licht uitstraalde over den weg, uit
te draaien, weigerde zij daaraan wegens
gewetensbezwaren gevolg te geven, aldus bericht
de N. R. Ct. De veldwachter heeft daarna de
lamp afgedraaid en meegenomen.
Bij het weergeven van eigen indrukken over
de scheepsramp op de werf van Wilton-Feyen-
oord te Schiedam heeft onze speciale verslag
gever reeds melding gemaakt van kapelaan
Hazelaar's activiteit bij het verleenen van
geestelijken steun aan de slachtoffers. Deze
moedige priester begaf zich ondanks het voort
durende gevaar voor een nieuwe ontploffing,
die hem zonder twijfel het leven zou hebben
gekost, aan boord om den stervenden bijstand
te verleenen.
In haar ochtendblad van Zondag schrijft de
neutrale „N. Rott. Crt."
„Alleen kapelaan Hazelaar bleef onver
schrokken op zijn post, om den stervenden bij
stand te verleenen en sommige gewonden aan
boord nog te verbinden. Pas toen de laatste
gewonde van het dek was gehaald in het
inwendige van het schip kon men onmogelijk
komen en hij er van overtuigd was, dat zich
op het dek geen levenden meer bevonden, is
hij weer aan den wal gekomen. Deze hooge
plichtsbetrachting heeft niet nagelaten een
diepen indruk na te laten.
Een werkelijk bijzondr sterk voorbeeld van
apostolischen moed heeft kapelaan Hazelaar
toond. Onze eerbiedige hulde.
Zondagmiddag omstreeks kwart voor vijf
Is op den Rijksstraatweg nabij Oegstgeest
een ernstige aanrijding gebeurd, welke een
echtpaar het leven heeft gekost.
De slachtoffers zijn de ongeveer 55-jarige
heer en mevrouw Nachtegaal uit Oegstgeest.
Zij wilden den weg oversteken, juist op het
oogenblik, dat een personenauto, bestuurd door
den heer A. P. uit Overschie, naderde. Deze
kon niet meer uitwijken, met het gevolg, dat
zij onder den wagen kwamen en op slag wer
den gedood.
Eet stoffelijk overschot van het echtpaar is
naar het lijkenhuisje van de algemeene be
graafplaats te Oegstgeest vervoerd.
Zaterdagavond was te Breda door de N S. B.
een besloten vergadering belegd, welke ook door
Vlaamsche nationalisten zou worden bijgewoond.
Uit Antwerpen en Brussel arriveerden ruim 100
Vlaamsche nationalisten, o.w. de bekende dr.
Aug. Borms en Ward Hermans. Zij werden
door de politie naar de grens teruggeleid, zoo
bericht de Telegraaf.
Kent U de Ibis-pijp? Zoo niet, vraagt Uw
winkelier.
In den vroegen morgen van Zondag ontdekte
het dienstmeisje van den café-houder Peute te
Tegelen brand in het woonhuis. Het vuur had
zich toen reeds op een angstwekkende manier
uitgebreid. Het meisje waarschuwde onmiddel
lijk de huisgenooten, die nog in diepe rust la
gen. Het gelukte den heer Peute zijn drie kin
deren veilig en wel buiten het brandende huis
te brengen.
De echtgenoote van den heer P., diens
schoonmoeder en het dienstmeisje konden
echter niet meer langs den gewonen weg
het huis verlaten, daar de trap reeds in
brand stond. De drie vrouwen vluchtten
daarom door een raam op een plat dak,
doch verkeerden ook daar weldra in groot
gevaar.
Ondertusschen waren de buurtbewoners reeds
door het brandgeroep gealarmeerd en onmid
dellijk weerden alle pogingen in het werk ge
steld om de drie vrouwen uit hun benarde po
sitie te redden. Dit gelukte tenslotte na zeer
veel moeite.
De brandweer, die spoedig op de plaats van
den brand arriveerde, begon onmiddellijk met
kracht het blusschingswerk aan te pakken.
Door de politie en burgers werd al het mo
gelijke gedaan, om zooveel als het kon nog te
redden van het meubilair uit de kapperszaak
van den heer H., die in hetzelfde pand is on
dergebracht.
Zoowel het woonhuis als het café werden
zoo goed als geheel in de asch gelegd. Verze
kering dekt slechts gedeeltelijk de schade.
Over de oorzaak van den brand tast men
volkomen in het duister.
Zaterdagmorgen nam Kolonel de Iongh afscheid als commandant van het corps
der luchtdoelartillerie te Utrecht. We zien hier den scheidenden commandant voor
het laatst de troepen inspecteeren
Zondagavond omstreeks kwart vóór elf is
brand uitgebroken in een dubbel woonhuis
gelegen in den Achterhoek fe Lonneker, een
paar honderd meter verwijderd van de Ol-
denzaalschestraat tegenover de steenfabriek
Smulders.
Aan de voorzijde wordt het huis bewoond
door het gezin Wensink, bestaande uit een we
duwe met dertien kinderen en een 77-jarigen
grootvader, de achterzijde door het gezin Ek-
kers, bestaande uit man, vrouw en drie kin
deren. Door de omvangrijkheid van het gezin
Wensink slapen drie kinderen in een vertrek
van een op vijf pas afstand gelegen schuur.
Beide gezinnen hadden zich omstreeks tien
uur ter ruste begeven. Een zoon van het gezin
Wensink kwam omstreeks kwart voor elf thuis
en had zich reeds in zijn provisorische slaap
gelegenheid in nachtgewaad gestoken, toen ge
knetter van vuur, gepaard gaande met een
sterke brandlucht, zijn aandacht trok. Naar
buiten ziende kwam hij tot de ontstellende ont
dekking, dat het woonhuis in lichter laaie
stond.
Het mag een geluk heeten, dat alle bewoners
gelijkvloers sliepen, zoodat zij, na gewekt te zijn
en enkele kleedingstukken te hebben aange
schoten, in allerijl het brandende perceel kon
den verlaten. Een anderhalf jarig kind werd
bij de buren in veiligheid gebracht.
Zoo snel grepen cle vlammen om zich heen,
dat letterlijk niets kon worden gered.
Veiligheidshalve werd het vee, dat zich in
de in de onmiddellijke nabijheid staande schuur
bevond, in de weide gelaten.
Daar cle dichtst by zijnde gelegenheid om de
brandweer te waarschuwen een paar honderd
meter van het brandende huis is verwijderd,
woedde het vuur reeds een half uur, toen een
motorspuit met de noodige bemanning arri
veerde, na vele moeilijkheden langs vrijwel on
begaanbare wegen te hebben overwonnen. De
brandweer kon evenwel niets uitrichten, daar
in de nabijheid nergens bluschwater te vinden
was. Eerst omstreeks half één kon uit een ver
verwijderde sloot water worden gegeven, doch
de vlammen hadden intusschen reeds zoodanig
huisgehouden, clat er van de bewoning niet
veel meer dan de vier muren was staande ge
bleven. Daartusschen was het één brandende
en rookende massa, die in het schijnsel der
vlammen een triesten indruk opleverde.
Doordat het vrijwel windstil was, bleef de
schuur gespaard.
Huis en inboedels waren verzekerd.
Het mag een geluk heeten, dat een der zoons
van de weduwe W. later op den avond is
thuisgekomen en den brand ontdekte, anders
waren er wellicht dooden of gewonden te be
treuren geweest.
Op het terrein van den brand waren o. m.
aanwezig de commissaris van politie te En
schede de heer Tj. v. d. Wal en de hoofdinspec
teur van politie de heer Boerrigter, terwijl de
brandweer onder leiding stond van de brand
meesters Mastenbroek en Ebbinge.
Het wrak, dat voor de pieren van IJmuiden
drijft, was Zondag door het heldere weer en
de vlakke zee duidelijk van het strand af zicht
baar.
In de buitenhaven van IJmuiden is nog een
reddingsboei, gemerkt Sch. 179, aangespoeld, het
geen opnieuw als een bewijs kan worden be
schouwd, dat het wrak van den vermisten Sche-
veningschen logger afkomstig is.
Opvarenden van de loodsboot zijn Zondag
met de jol naar het wrak geroeid. Zij hebben
uit den boven water uitstekenden mast een stuk
net verwijderd. Dit net was een deel van een
haringvleet, waaruit valt op te maken dat de
wrakstukken aan een haringlogger toebehoo-
ren. Dit is een aanwijzing temeer voor het ver
moeden, dat men hier met de overblijfselen
van de Sch. 179 te doen moet hebben, aange
zien dit vaartuig eveneens een haringlogger was.
De bergingsblazer „Meermin" van W. A. van
der Tak's bergingsbedrijf te Rotterdam is m
IJmuiden aangekomen, in verband met de op
ruiming van het wrak van de Sch 68, dat dicht
langs het vaarwater in de buitenhaven ligt. Een
voorloopig onderzoek is Zondagmiddag reeds
ingesteld, waarna het vaartuig in het buiten-
-toeleidingskanaal van de Zuidersluis werd
vastgelegd.
Het blijkt thans, dat slechts weinig vis-
schersvaartuigen, welke tijdens den jongsten
storm op zee waren, er zonder kleerscheuren zijn
afgekomen.
Zoo is van de „Silvain" IJm. 116 het radio
zendapparaat defect geraakt, woordoor men aan
boord gedurende geruimen tijd niets van zich
heeft kunnen laten hooren, hetgeen al eenige
ongerustheid in IJmuiden heeft gebaard.
De „Uver" IJm. 384 verloor de scheepsboot,
een ongeval, dat aan meer trawlers is overko
men, alsmede een anker. Van den stoomlogger
„Gorredijk" IJm. 490 werd de scheepsboot stuk
geslagen. Verder heeft de haringlogger Kw. 130
vijftig netten verloren.
Naar ons wordt medegedeeld, zijn thans alle
Scheveningsche loggers, welke zich nog oo zee
bevinden en vóór het jongste stormweer zijn
uitgevaren, verkend. De „Aurora" van de reede-
rij D. de Mos, waaromtrent aanvankelijk eeni
ge ongerustheid bestond, is Zaterdag gepraaid
door een Ijmuidensche haringboot.
De ongerustheid omtrent nog niet binnenge
komen schepen is dus thans geweken.
Zaterdagavond omstreeks half negen is te
Driebergen een auto-ongeluk gebeurd, dat aan
een 26-jarigen jongeman het leven heeft ge
kost.
Op dat tijdstip, aldus meldt de Telegraaf,
liepen de gebroeders Willem en Theo v. d. Berg
met een vriend op den Rijksstraatweg. Plotse
ling naderde achter hen een auto met zoo
groote snelheid, dat zij niet meer konden weg
komen. De bestuurder, die een voor hem rij
denden auto wilde passeeren, reed geheel links
van den weg en zag blijkbaar op het allerlaat
ste oogenblik de Wandelaars loopen.
Zonder vaart te verminderen botste de auto
tegen den jongeman, die op den rijweg liep.
Dit was Willem v. d. Berg, die door den wagen
werd opgenomen en tegen den grond werd ge
smakt. Ook Theo van den Berg werd even ge
raakt, doch niet ernstig gewond. Toen hij over
eind sprong en met zijn vriend ging kijken
wat Willem mankeerde, bleek deze reeds te zijn
overleden.
Vrij spoedig waren een dokter en de Drie-
bergsche politie ter plaatse, die de noodige
maatregelen namen. Het stoffelijk overschot
werd naar het lijkenhuisje vervoerd.
De auto, die de aanrijding veroorzaakte, was,
zonder te stoppen in snelle vaart doorgereden.
Het nummer werd echter opgenomen door een
automobilist, die even vóórdat het ongeluk ge
beurde, door den wagen was gepasseerd, en die
na het ongeluk den auto achterna reed.
Aan de hand v.an het autonummersregister,
wist men nu spoedig aan wien de Wagen toe
behoorde. Het was een Amsterdamsche wagen
van iemand, die in de omgeving van het Rem-
brandtsplein woont.
De Driebergsche politie waarschuwde Am
sterdam en eenige uren later reeds slaagde de
motorpolitie er in den bestuurder op het Rem-
brandtsplein te arresteeren.
Later is de man weer vrijgelaten.
Loodgieters van het Koninklijk paleis 't Loo
kwamen dezer dagen bfj het verrichten van
herstellingswerkzaamheden aan de villa van
H. M. de Koningin, gelegen aan den hoek van
de Waldeck Pyrmontlaan en den Looscheweg
te Apeldoorn, tot de ontdekking, dat in deze
villa, die reeds vele Jaren onbewoond is, doch
wel van meubilair Was voorzien, was ingebro
ken.
Een onderzoek wees uit, dat verscheiden
voorwerpen, waaronder eenige waardevolle,
waren ontvreemd. Ook hadden de dieven de
overgordijnen gestolen. Het leek er ook op, dat
de dieven er gebivakkeerd hadden.
Naar wij nader vernemen, zijn inmiddels
twee gestolen kandelaars bij een opkooper te
Amsterdam teruggevonden.
Het hoofdbestuur van het Nationaal Jonge
ren Verbond, deelt, nu het Comité tot aanbie
ding van een nationaal huwelijksgeschenk blij
kens zijn communiqué van 29 October IJ. zijn
houding ten opzichte van het vaststellen van
een geschenk gewijzigd heeft, het volgende
mede:
In verband met het feit, dat de beslissing
thans is gevallen in zake den vorm van het
aan het Prinselijk Paar aan te bieden nationaal
huwelijksgeschenk, en mede in verband met
onzen principieelen wensch onvoorwaardelijk
gehoor te geven aan het uitdrukkelijk verlan
gen van het Prinselijk Paar om slechts één ge
schenk namens het geheele Nederlandsche volk
te ontvangen, spoort het hoofdbestuur van het
Nationaal Jongeren Verbond alle leden aan, om
zooveel mogelijk behulpzaam te zijn en hun
medewerking te verleenen bij de thans begon
nen inzameling van gelden voor het nationaal
huwelijksgeschenk.
Hedenmorgen om kwart over negen uur is
onder Vogelenzang een ernstige aanrijding ge-
bettrd.
Het driejarig dochtertje van den heer Z. stak
plotseling den Vogelenzangscheweg over en liep
daarbij tegen een juist passeerenden auto aan.
Het gevolg was, dat het meisje onder den luxe
auto terecht kwam en ernstig gewond op den
weg bleef liggen. Dr. van Aalst, die, evenals de
politie, spoedig ter plaatse was, verleende de
eerste hulp, nadat het slachtoffertje in de
ouderlijke Woning was binnengedragen.
Hier bleek, dat het kindje een schedelfrac
tuur en een ernstige hersenschudding had be
komen. Per ziekenauto is het meisje naar de
Mariastichting te Haarlem vervoerd.
Den bestuurder van den auto, graaf van
L. St., treft geen schuld. De toestand van het
slachtoffertje is zeer ernstig.
Zondagnacht hebben inbrekers beproefd hun
slag te slaan in de pastorie van Ds. Cr. te Hees
bij Nijmegen. Terwijl de indringers bezig waren
den toegang tot 't huis te forceeren, werden zij
verrast en sloegen op de vlucht. Vermoedelijk
heeft men hier te doen met dezelfde verdach
ten, die drie dagen geleden hebben ingebroken
in de pastorie en de school der Ned. Herv. Ge
meente te Lent bij Nijmgen.Hier werden eenige
offerbussen gelicht en waardevolle artikelen me
degenomen. Van de daders heeft men nog geen
spoor ontdekt.
Op het paleis 't Loo zijn dezer dagen ver
scheiden gasten aangekomen om deel te nemen
aan jachten. Er zijn familieleden van Prins
Bemhard bij. Ook Prins Aschwin behoort tot
hen. Zaterdagavond vereenigden zij zich op het
paleis aan een feestelijk diner.
Zondagmiddag hebben Prinses Juliana en
Prins Bernhard met hun gasten een autorit
gemaakt.
In den loop van deze week vindt op het Loo
een groote drijfjacht plaats.
De gedurende eenigen tijd tusschen de ree-
dersvereeniging te IJmuiden en de betrokken
organisaties gevoeade besprekingen over een
nieuw, 1 Januari 1937 in te gaan collectief con
tract voor het trawlvisscherijbedrijf, hebben nog
niet tot een resultaat geleid.
Aangezien een eventueele opzegging vóór 1
November zou moeten geschieden, zijn beide
partijen overeengekomen, den opzeggingstermijn
met veertien dagen te verlengen, opdat de on
derhandelingen nog eenigen tijd kunnen wor
den voortgezet.
In den D-trein HengeloOldenzaalBent-
heim is Zaterdag door de Duitsche douane een
Nederlandsche reiziger aangehouden, op wien
niet minder dan 8000 R.M. werd gevonden, wel
ke hij zonder eenig bewijs naar Duitschland
wilde uitvoeren. De man werd onmiddellijk ge
arresteerd en het geld in beslag genomen.
Naar „Het Volk" mededeelt, bevindt zich in
de gelederen van de Spaansche roode troepen
de Nederlandsche revolutionnaire schrijver Jef
Last, auteur o.m. van „Zuiderzee".