Begrootingsdebat begonnen Politiecommissaris staat terecht WEE UIT EEN NEST 4 JAREN GEVANGENIS GEËISCHT EXTRA-UITVOERRECHT IN INDIË EERSTE DAG WEINIG BELANGWEKKEND WOENSDAG 11 NOVEMBER 1936 Nijmeegsche politiecommissaris had zich voor de Arnhemsche rechtbank te verant woorden Een psychopaat? Psychiatrisch onderzoek Geen verantwoordelijkheids gevoel Requisitoir Het pleidooi Het ontwerp-Ziekenfondswet Nadere mededeeling betreffende de uitzonderingen AANNEMEN VAN KINDEREN Na terugvordering heeft het Arn hemsche Hof een vergoeding toegekend Binnenschippers en het rapport- Verschuur De overgangstoelage Vakvereenigingen dringen op ruimere toepassing aan INBRAAK IN STATION TE BEESD Zware straffen opgelegd TWEEDE KAMER LIJKEN AANGESPOELD Vermoedelijk opvarenden van een der vergane loggers INDISCHE GALA-AVOND De I.N.E.F. stelt zich aan het publiek voor Ir. Albarda heeft nogmaals de democratische gezindheid der S. D. A.P. beleden Pachtwet aanvaard Het huwelijk van onze Prinses Aanpassingspolitiek Het geschenk van de schooljeugd zal gaarne worden aanvaard VAN ABBE—MUSEUM TE EINDHOVEN De coalitie-gedachte Bruikleen collectie Selderbeek Desertie UIT DE STAATSCOURANT Onderscheiding Belastingen Diplomatie DOOR ANNY VAN PANHUYS at Omstreeks half drie in den middag kwam de Arnhemsche rechtbank in de zittingzaal om biet de behandeling van de zaak tegen den Nijmeegschen politiecommissaris v. d. M. een begin te maken. Verdachte trad naar voren om de z.gn. iden titeitsvragen te beantwoorden. Hi) kijkt strak voor zich uit en laat zijn rechterarm op de balie rusten, terwijl de Officier de dagvaar ding voordraagt. De president vraagt of verd. ontslagen is. Verdachte: „Ik ben geschorst." De president releveert in het kort de ver schillende punten van de dagvaarding. Verd. erkent de valsche schuldbekentenis te hebben opgemaakt. De vragen door den president ge steld worden door verd. op haast onverstaan- baren toon beantwoord. De president zegt dat Verd. nog meer stukken op dezelfde wijze heeft opgemaakt. Verd. knikt van ja. >.U maakte de menschen blij met een dooie hiusch," aldus de president, „en altijd was het tot schade van anderen Verd. erkent ook bedragen, die hij beheerde, Voor zichzelf te hebben gebruikt. Mr. Lem vraagt in welke kwaliteit verd. de bedragen onder zich had. President: „Als commissaris of als hulp officier van justitie?" Verdhchte: „Dat weet ik niet zoo precies." President: „Toen u dat geld voor u zelf ge bruikte, deed u dat omdat u zelf geen geld bad, is het niet?" Verdachte: „Dat kwam door financieele moeilijkheden." De eerste getuige was Dr. J. G. Schnitzler, Zenuwarts te Arnhem. Get. had in opdracht Van den rechter-commissaris een psychiatrisch onderzoek ingesteld. Get. kwam tot de conclu de. dat fantastische leugenachtigheid een biting is van een zekere mate van psychopa thie, waardoor de gepleegde strafbare feiten hiet ten volle aan verd. kunnen worden toege tekend. Het eigenaardige is, dat verd. voldoen de gelegenheid had om naar de menschen te gaan die hem hadden willen helpen om tijdig schoon schip te maken, maar dit niet heeft gedaan. H. B. Paré, commissaris van politie te Den Haag, verklaart als getuige, dat hij geen schuld had 'aan verdachte en het bewuste stuk niet heeft geschreven en ook niet onderteekend. J. W. M. van Gendt, zonder beroep te Nij megen, had f 2000.aan verd. ter hand ge steld om af te dragen aan het Burgerlijk Arm bestuur. Dat geld behoorde toe aan getuige. Zijn echtgenoote, eveneens als getuige gehoord, verklaarde met verd. over het geval gesproken te hebben. Haar man was ziek en toen haa Verd. een onderhoud met haar man op zijn slaapkamer. Daar was get. niet bij geweest. Er tras een kwestie tusschen het Armbestuur en haar man had verd. gezegd en het geld moest cr binnen 24 uur zijn. Daarom had get. effec ten verkocht om haar man te helpen. Getuige J. Th. Veltman, hoofdinspecteur van Politie te Nijmegen, had het werk overgenomen ha het verleende verlof aan verdachte als commissaris. Get. verklaart dat hij toen bij het overdragen de vermiste bedragen niet heeft gekregen. Getuige A. Salomons, Isr. predikant te Nij megen, had met verd. gesproken over een borg stelling die er moest zijn voor een zekeren tGemer. Get. had f 400.aan verd. gegeven als borgstelling. Getuige Kremer had vergunning gekregen ®m hier in het land te zijn wanneer hij een bedrag stortte en wel van f 1000.—. Van da» bedrag stortte hij zelf f 600.— en de vorige Setuige f 400.En zoo kwamen er nog velen getuigen. De president merkte op, dat het al jarenlang m» was. „Voor het geld, dat u weggooide," a dus de president, „gaf u een volkomen waar- eioos stuk papier, waar niemand iets aan had. menschen vertrouwden u, maar er was geen enkele tegenwaarde. Het getuigt van totaai gemis aan verantwoordelijkheidsgevoel." Verdachte: „Ik kende de waarde van hei ®eld niet." President: „U had meer met anderen reke ning moeten houden en niet door moeten hol- en °P den weg, waardoor u steeds meer in der Put raakte. U kwam tot dingen die een gewocn «lensch niet mag doen, maar een commissaris va*i politie heelemaal niet." De Officier begon zijn requisitoir met op te merken, dat het een groote teleurstelling is voor een Officier van Justitie, wanneer een commissaris van politie, waarin men groot ver trouwen had, deze feiten blijkt gepleegd te hebben. Toen meerdere feiten aan het licht kwamen begon zelfs het medelijden van spr. voor iets anders plaats te maken. Door zijn voorspoedige carrière werd verd. over het paard getild, gaf hij teveel geld uit en was te trotsch om te erkennen dat hij schulden had. Een eerste eisch voor een politieambtenaar is eerlijkheid, die bij verd. ontbrak. Daarom was hij wel een handig, maar geen goed politieman. Spr. schildert de practijken van verdachte. Wellicht waren hem de omstandigheden niet gunstig, maar waar een goede wil is, is ook een weg. Van aanpassing wist hij niet en eenmaal moest dte bom barsten. Deels door verduisteringen, deels door op lichting zijn diverse bedragen door verd. ver kregen. Niet al die bedragen zijn ten laste ge legd. Verd. heeft totaal f 27000.in handen gekregen, waarvan slechts f 3600.is terug betaald. Het bewijs van het ten laste gelegde is geleverd, n.l. valschheid in geschrifte en verduistering, meermalen gepleegd. Spr. wijst op de fantastische leugenachtig heid waarover het rapport van Dr. Schnitzlex spreekt. Deze verd. heeft teveel vertrouwd op de hoogheid van zijn ambt. Ieder mensch heeft een strijd te voeren tegen kwade neigingen. Verd. heeft het kwade in zich zelf niet willen De psychische constitutie van verd. kan men niet als abnormaal beschouwen en in verband hiermede een lichtere straf eischen. Het ver trouwen in de Justitie is door het optreden van verd. ernstig geschokt. Spr. requireert een gevangenisstraf van vier jaren. De raadsman, Mr. P. D. M. Lem, hield daarna zijn pleidooi. Men moet zich, aldus pleiter, niet laten meesleepen door de fantas tische verhalen die na de arrestatie van verd. de ronde gingen doen. Hier is slechts een tra gedie van een man, die steeds meer in den knoei is geraakt. Hij was als het ware een dubbel» persoonlijkheid. Zijn carrière was schitterend Hij stond als eerlijk bekend, en had flair. In Den Haag werden alle opdrachten tot een goed einde gebracht. Nooit heeft iemand er aan ge dacht hoe verd. in werkelijkheid was. Verd. heeft de reorganisatie in Nijmegen ter hand genomen en dat op prachtige wijze gedaan. Thans is zijn carrière gebroken. Hij raakte in de schuld door zich nimmer rekenschap te ge ven van inkomsten en uitgaven. Knoeierijen moesten die schulden ongedaan maken. De ambitie om goed werk te presteeren was ster ker dan de zucht naar geld. De verduisterin gen zijn enkel gepleegd als een nooddaad. Door zijn grenzenloos optimisme dacht hij dat alles weer in orde zou komen. Verd. is niet geheel aansprakelijk voor de daden die hij stelde, en het mag hem niet ten volle worden toegere kend. Verd. heeft veel gedaan voor zijn faftii- lie, wat ook geld kostte. Een advocaat uit Den Haag heeft het v. d. M. heel moeilijk gemaakt en van dien tijd af dateeren de zware ver duisteringen. De Haagsche advocaat was een oud-compagnon van den minister van Justitie en daarom was verd. zoo bang voor hem. Het zijn wanhoopsdaden, die verd. heeft gepleegd. De valschheid in geschrifte is volgens pleiter hier niet strafbaar, omdat de mogelijkheid van nadeel ontbrak. De acte was een waardeloos papier en niet gebruikt om geld los te krijgen. Pleiter brengt de idee naar voren van een ge deeltelijk voorwaardelijke veroordeeling. Dat zal voldoende rem zijn om gteen strafbare fei ten meer te begaan. Pleiter beval zijn cliënt tenslotte in de clementie van de rechtbank aan en vroeg ontslag uit de voorloopige hech tenis. De rechtbank gang in raadkamer om tie be slissen over het verzoek, doéh vond geen ter men aanwezig om verd. in vrijheid te stellen. De uitspraak werd bepaald op 24 November om 10 uur. Het dagelijksch bestuur van het Christelijk Nationaal Vakverbond heeft in een adres aan de Tweede Kamer zijn voor het oogenblik af wijzend standpunt kenbaar gemaakt ten op zichte van het ontwerp-Ziekenfondswet, aange zien de voorgestelde regeling voor de toegelaten fondsen nieuwe lasten zal meebrengen. Het bestuur dringt er bij de Tweede Kamer op aan te bevorderen, dat de invoering van een Ziekenfondswet blijft rusten tot financieel de positie der arbeiders en van het bedrijfsleven het mogelijk maakt art. 126 der Ziektewet in werking te doen treden. Uooie nieuwe ■ehoenen draag je. Jackie. Ja hè. Die heeft pappie zoo mooi lee- ren maken in de ge vangenis. (L'Illustre). De regeeringspersdienst verstrekt ons nog de volgende bijzonderheden nopens het bij den Volksraad in Nederlandsch-Indië aanhangig gemaakte voorstel tot heffing van een extra uitvoerrecht. Het uitvoerrecht bedraagt 2 pCt. van de waarde en wordt ten hoogste 15 maanden ge heven. Het kan binnen dien termijn voor alle, dan wel voor bepaalde goederen worden afge schaft. Geheele of gedeeltelijke teruggaaf van het recht kan worden verleend, indien wordt aan getoond dat, in verband met eenige vóór 8 No vember 1936 gesloten overeenkomst, de heffing tot grove onbillijkheid heeft geleid. Van heffing van het uitvoerrecht zijn uitge zonderd de passagiersgoederen, de consulaire goederen, de tot wederuitvoer bestemde import goederen, zoomede de per pakket- of brieven post uitgevoerde goederen (uitgezonderd ki nine) Bovendien vallen onder het uitvoerrecht niet de volgende groepen van goederen: zool- en ander leer, nootmuskaat, witte peper, gepelde rijst, harsen, hout, houtwerk (w.o. triplexkis- ten), koffie, gambir, aetherische oliën, suiker, Javatabak in bladen, gekorven tabak, vlecht- materialen (w.o. bamboe en rotting), vlecht werk, niet anders genoemde plantaardige voort brengselen en fabrikaten, nijverheidsproducten van verschillenden aard (w.o. blik-, houtsnij-, ijzer-, schildpad-, koper-, touw- en zinkwerk), buitenlandsche voortbrengselen, zoomede ge- affineerd goud en zilver. Bijziende jager: Goeie, ouwe Carlo, hondje, waar ben je toch zoo lang ge weest? (Mucha). We vermelden hieronder een recente rechter lijke beslissing, die uiteraard ook voor anderen, dan de partijen in deze, kan van belang zijn. Een echtpaar te Nijmegen had een kind aan genomen. Zij verkeerden in de meening dat zij dat kind voor altijd konden aannemen en het was blijkbaar ook wel de bedoeling der moeder om er geheel afstand van te doen. Nadat de pleegouders dit kind ongeveer 3'/, jaar hadden verzorgd, kwam de moeder het weer opeischen De pleegouders hebben toen, na ingewonnen advies, spoedig begrepen, dat volgens onze wat ten ds moeder niet rechtsgeldig afstand van het kind kon doen, en dat zij het dus tegen haar wil niet konden behouden. Zij hebben toen echter van de moeder teruggevorderd al hetgeen zij gedurende 3'/, jaar aan het kind hebben ten koste gelegd, welke kosten zü be cijferden op ruim 600. De moeder en haar man wilden dat niet be talen en daarop daagden de pleegouders haar voor de Rechtbank te Arnhem. De Rechtbank heeft toen beslist, dat hier van zaakwaarneming sprake was en heeft de vordering van de pleegouders toegewezen. De moeder en haar man kwamen daartegen in hooger beroep, en daarop heeft het Ge rechtshof te Arnhem zich in hoofdzaak met het vonnis der Rechtbank vereenigd, doch het te betalen bedrag tot op de helft verminderd, op grond dat alleen de noodzakelijk gemaakte on kosten konden worden gevorderd, doch geen enkele vergoeding voor de aan het kind be stede verzorging, en met bepaling, dat iedere party haar eigen proceskosten zal moeten dra gen. Het bestuurderscollege van samenwerkende binnenschippers-organisaties schrijft ons o.m.: Van diverse zijden maakte men ons attent op het rapport-Verschuur betreffende den toe stand in de Limburgsche mynindustrie. Volgens dit rapport zou het verdeelen van „grootere orders over meerdere kleine sche pen" verhooging van vrachtpryzen tengevolge hebben. Dit nu is niet juist. Het verdeelen van groote partyen over twee of meer kleine sche pen, pleegt tegen denzelfden lagen prijs te ge schieden als voor het groote schip is vastge steld. Deze kleine onjuistheid zou zoo erg niet zyn, als het rapport niet uit hoofde daarvan con cludeerde tot een betere vertegenwoordiging der münbouwbelangen in de bevrachtingscom missies. Een der grootste grieven van de schippery is juist, dat de wet op de evenredige vracht- verdeeling uitgevoerd wordt uitsluitend door verladers, zoodat vrijwel alle bevrachtingscom missies in meerderheid bezet zyn door verte genwoordigers van den handel. Zulks tot groot nadeel van de belangen der schippers, die in sommige commissies met een man vertegenwoordigd zijn, in andere heele maal niet. Geiyk bekend, wordt aan werklooze arbeiders, die in het tijdvak van 1 Maart1 October 1936 in ondersteuning waren en huurbyslag ontvin gen, alsmede aan degenen, die na 1 October in ondersteuning zijn gekomen en in een der zeven groote gemeenten woonachtig zijn, een z.g. over gangstoelage op het steunbedrag verstrekt, wel ke dient ter vervanging van den vroegeren huurbijslag. v Zij, die na 1 October werkloos waren, en van 1 Maart1 October 1936 niet in ondersteuning waren noch in een der zeven groote gemeenten woonachtig zijn, ontvangen zulken bijslag dus niet. In verband hiermede hebben zich de bestu ren der werknemers-vakcentralen, het N. V. V., het R.K. Werklieden Verbond, het Chr. Nat. Vakverbond en de Ned. Vakcentrale zich tot den minister van Sociale Zaken gewend met het verzoek te willen besluiten, dat de bedoelde overgangstoelage ook voor de overige gemeenten kan worden toegestaan, voorzoover in deze ge meenten een of meerdere z.g. „nieuwe" werk- loozen, die voor toeslag in aanmerking komen, in ondersteuning opgenomen zijn. Eveneens hebben genoemde vakcentralen een adres tot den minister van Sociale Zaken ge richt, waarin verzocht wordt een ruimere ver strekking van onvermengde margarine voor kleine gezinnen, alsmede de openstelling van de toegezegde distributie van goedkoop bak- en braadvet en voorts van groenten in blik ten be hoeve van werklooze arbeiders te bevorderen. Het gerechtshof te Amsterdam heeft twee jeugdige Amsterdammers wegens inbraak met diefstal, gepleegd in het stationsgebouw te Beesd, resp. tot twee en drie jaar gevangenis straf veroordeeld. De rechtbank te Utrecht had dezelfde straf fen opgelegd, echter onder aftrek van voor arrest. De procureur-generaal had tegen de ont kennende verdachten bevestiging van het vonnis geëischt. Het tweetal had zich per auto naar Beesd laten brengen. Met behulp van een valschen sleutel waren zy in de kamer van den stations chef binnengedrongen. De dieven namen de kleine brandkast, waarin zich 85 bevond, mee. Even buiten het station werd de auto onklaar en per vrachtauto en trein zyn zy in de hoofd stad teruggekeerd. Op het Noordzeestrand te Sint Maartenszee, gemeente zype, is Dinsdag een lijk van een manspersoon aangespoeld. De identiteit van het lichaam, dat aan het hoofd een ernstigs wonde vertoonde, is nog niet vastgesteld. Blijkens de kleeding heeft men hier te doen met een visscher, vermoedelijk een opvarende van een der tijdens den storm van twee weken geleden vergane loggers. Dinsdagmiddag zijn aan het Noorderstrand te Callantsoog twee lyken aangespoeld, die in verren staat van ontbinding verkeerden. Men meent hier te doen te hebben met twee leden van de bemanning van den twee weken geleden verganen logger „Sch. 179". De identiteit van de slachtoffers kon nog niet worden vastgesteld. Inwoners van Scheveningen zyn mft een autobus naar Callantsoog vertrokken, teneinde zoo mogelijk de lyken te identificeeren. De stichting „Indië in Nederland door de film" zal 20 November in het theater „Odeon", Hee rengracht te Den Haag, een Indischen gala avond geven, waartoe tal van autoriteiten, in het Indische leven vooraanstaande personen en vertegenwoordigers van vereenigingen en stich tingen zullen worden uitgenoodigd. Zooals bekend, beoogt „Indië in Nederland door de film" (by afkorting I. N. E .F. ge noemd) Indië en Nederland nader toi elkaar te brengen, door Indië in al zijn ge ledingen door middel van de film bij het Ne- derlandsche publiek meer bekend te maken. Deze avond kan worden beschouwd als een introductie van I. N. E. F. bij het publiek, waar van zij de medewerking inroept en verwacht. Op den avond van 20 November zal Indië, door enkele korte films, op het doek worden ge bracht, zooals het was en zooals het is. Voorts zal de première in Nederland worden gegeven van de Nederlandsch-Indische film: „Pareh". Den Haag, 10 November 1936. De eerste dag van het debat over het Regeeringsbeleid is nog niet zeer belang wekkend geweest. Twee eenlingen, de party- looze mr. Westerman en de Hervormd- Gereformeerde dominee Lingbeek voerden het woord. En van de groote fracties heeft alleen de S.D.A.P. zich bij monde van ir. Albarda doen hooren. Nieuws bracht ook diens rede niet. Zij werd rustig en welsprekend voorgedragen en het was als steeds een genoegen, naar den gang van het betoog van den sociaal-demoeratischen fractie leider te luisteren, maar dat de S.D.A.P., wat dan in het kort „Planpolitiek" heet, gevoerd wenschte te zien en dan het liefst door haarzelf in samenwerking met de Katholieken, dat alles weten wij reeds. De heer ALBARDA stelde voorop, dat men na de depreciatie van den gulden geen houvast meer heeft aan wat de Regeering in Troon rede en MiUi oenennota schreef. Goedkeurend, dat de gulden voorloopig zwe vende wordt gehouden, achtte hij echter in den daardoor geschapen over gangstoestand geen aan leiding gelegen, om nu maar óók te zwijgen over de politiek, die gevoerd is in den tyd vóór het ver laten van den gouden standaard. Met het oog op de naderende verkie- Ir. J. W. Albarda zingen dienden de verant woordelijkheden te worden vastgesteld, opdat het volk zijn oordeel zou kunnen uitspreken. de democratische gezindheid der SD_A.P. be leden. Er is geen sprake van, zoo toonde hy met eyfers aan, dat in Nederland slechts keuze zyn zou tusschen fascisme en communisme. De drie dictatuur-partyen haalden in 1935 tezamen niet meer dan 12,7 pCt. van de stemmen Omdat de S.D.A.P. principieel democratisch is, dient eindelijk ook het verbod voor de amb tenaren, om lid der party te zijn, te worder ingetrokken. Voor het lidmaatschap der N.S.B geldt evenwel dit motief niet, daar aeze party zich voortdurend verder in illegale richting ont wikkelt. Morgen, als andere groote fracties op het be toog van ir. Albarda zullen reageeren, zal uiter aard het politiek tournooi boeiender worden Wat de heeren Westerman en Lingbeek te berde brengen, slaat nu eenmaal niet door. Bij het begiiï van de vergadering heeft de Tweede Kamer met 76 tegen 12 stemmen de nieuwe Pachtwet goedgekeurd. De tegen stemmers waren de Liberalen, de Staat kundig Gereformeerden, ds. Lngbeek (Herv. Ger.), mr. Westerman (ex-Nat. Herstel) en mr. Vervoom (PI.). Het oordeel van den heer Albarda over de aanpassingspolitiek is bekend genoeg. En ook nu luidde zijn betoog, dat ondanks ae inspan ning eri de bekwaamheden van het kabinet, waarvoor niets dan eerbied en achting de resul taten der aanpassingspolitiek duideiyke taal spreken: Nederland bhjft in de allerwegen in gang zqnde opleving achter, het werkloozen- cijfer is regelmatig gestegen en de financiën des lands zyn er belangryk slechter aan toe dan in 1933, toen jhr. de Geer al van ontred dering sprak. De heer Albarda ontkende niet, dat bezuiniging en hier en daar ook loonsver laging noodzakelijk waren geweest, maar de fout, door het kabinet-Coiyn gemaakt, stak daarin, dat het aanpassing en bezuiniging als een geneesmiddel had beschouwd, terwyi in tegendeel een dergelijke politiek, consequent doorgevoerd, het herstel eerder tegenhoudt, doordat zij de binnenlandsche koopkracht ver nietigt. In al de landen, waar een tegenover gestelde politiek was gevoerd, Zweden, Dene marken, Noorwegen, België sinds de jongste devaluatie, de Vereenigde Staten, was dan ook de toestand reeds belangrijk gunstiger dan hier te lande. Een dergeiyke constructieve politiek biyft de S.D.A.P. ook na de depreciatie van uen gulden nastreven. Haar Plan van den Arbeid bergt zij allerminst op. En over den aard van de te voeren sociaal-economische politiek zal dan ook voornameiyk de verkiezingsstrijd van het vol gend jaar loopen. Men deelt ons mede: Het Comité van de Nederlandsche school jeugd mocht van H. K. H. Prinses Juliana be richt ontvangen, dat H. K. H. met groote be langstelling heeft kennis genomen van de plan nen en de werkwyze van het Comité en dat het geschenk van de Nederlandsche schooljeugd door Haar en Prins Bernhard gaarne als zelf standig geschenk zal worden aanvaard. De ïyst van autoriteiten, enz., die hun in stemming met deze inzameling betuigd hebben, bevat reeds bijna zeventig namen. Verschillende gemeentebesturen hebben be reids toestemming verleend tot het houden der inzameling op de openbare scholen. Gelijk reeds gemeld, heeft het Doorluchtig Episcopaat deze toestemming voor de R.K. scho len eveneens verleend. Met kracht heeft de heer Albarda die genen bestreden, die de oude coalitie-gedachte en de antithese weder op den voorgrond stellen den laatsten tijd. Een vruchtbare politiek is volgens zijn meening op die basis niet mogelijk. De groote rechtsche partijen verschillen over teveel concrete punten van practiscne politiek van meening. Bovendien zullen deze partijen in 1937 waar&chynlijk niet eens over een meerder heid beschikken. Een Plan van den Opbouw, geiyk thans in de kringen der Katholieke Staatsparty schynt te worden ontworpen, zal nooit den steun der anti-revolutionnairen kunnen krygen. De Protestantsche partijen zullen als nadeelig gevolg van het pousseeren van de coalitie gedachte politieke winst zien ontstaan voor de dissidenten Lingbeek, Kersten en van Houten. Met nadruk heeft de heer Albarda in dit ver band van de politieke mogeiykheden nog eens Het Stedelijk Van Abbe-museum te Eindhoven heeft van den Amsterdamschen verzamelaar, den heer W. Selderbeek, in bruikleen ontvan gen een gedeelte van zijn groote collectie mo derne schilderijen van Nederlandsche meesters. Dit bruikleen, dat ongeveer een honderddertig tal schilderijen omvat, telt o.a. werk van E. Berg, A. Colnot, L. Gestel, Germ, de Jong, J. H. Jurres, Toon Kelder, Otto van Rees, G. Maks, W. Schumacher, J. Sluyters, A. Servaes, Piet Wiegman en P. van wyngaerdt. Voor den Krijgsraad te Den Bosch stond te recht N. A. de Ch., 21 jaar, uit Velsen, gew. dienstpl. soldaat by het 22 R. I. te Ede, thans gedetineerd. Op 29 Juni verliet hij zijn korps in garnizoen te Ede zonder verlof, begaf ziek naar het buitenland, en bleef afwezig tot 9 October, op welken dag hij gearresteerd werd. De Krijgsraad veroordeelde hem wegens de sertie tot twee maanden gevangenisstraf. Benoemd tot officier in de orde van Oranje- Nassau ir. J. L. van Gyn te Lochem, voorzit ter van de commissie van advies voor de rijks- school voor leerlooiers en schoenmakers met daaraan verbonden proefstation en voorlich tingsdienst ten bate van de leder- en schoen industrie te Waalwijk. De ontvanger der registratie en domeinen, H. R. Heerema, is verplaatst van de inspectie der directe belastingen te Amsterdam naar het kantoor der registratie en domeinen te Hulst. Aan mr. E. baron van Heerdt tot Eversberg, gezantschapsraad ter beschikking, is op zyn verzoek wegens gezondheidsredenen eervol ontslag uit den diplomatieken dienst verleend. Eens was hij er bijna toe gekomen, Maria de heele waarheid te bekennen en haar over haar dubbelgangster te spreken. Maar het fyne spot- jAchje ontnam hem den moed en altyd weer *!°nk hem het door haar gezongen liedje in de ooren: Er was eens een ridder, Die minde twee blonde meisjes. Barbara trok de zware, met yzer beslaen deur Van professor Bauer's woning achter zich dicht. Een paar huizen verder zag zy Stefan aan komen. Hy was met het vaste voonremen be leid voorgoed afscheid van Barbara te nemen, ^en uitvlucht had hij al by de hand. Binnen acht dagen zou het groote avondfeest b,i de Normanns gegeven worden. Dan zouden er heel wat speeches op het jonge paar worden Behouden en op dien avond, die de officieele ver loving zou bezegelen, kon hy niet als een huiche- *aar en leugenaar naast Maria zitten. Den moed 001 Maria de waarheid te zeggen had hü niet kunnen vinden. Maar hy was vast besloten, zoo veel moed bij elkaar te rapen, dat Barbara uit zijn levèn zou verdwijnen. Hy had ook eenvoudig kunnen wegblyven dat was zeker de gemakkelijkste oplossing ge weest. Maar hij wilde haar in elk geval persoonlijk vaarwel zeggen. Al was het alleen maar, om haar nog eens voor het allerlaatst te zien. Het jonge meisje droeg ditmaal een goed zil vergrijs hoedje. De professor had haar het hono rarium voor het aan het gravengeslacht Trlich- tingen gewijde artikel doen uitbetalen anders stond hy dergelijk geld af aan de een of andere liefdadigheidsinstelling. Van dat geld had zy 't nieuwe costuum gekocht; ook haar moeder wa.s van meening, dat zij in verband met haar werk kring by den professor wel verplicht was, zich beter te kleeden. Stefan von Homstein dacht zijn oogen niet te kunnen gelooven, toen hij inplaats van het dood eenvoudig gekleede jonge meisje ineens een def tig jongedame ontmoette. Zijn moed om voorgoed afscheid van haar te nemen slonk bedenkelyk. Barbara merkte wel, dat er met Stefan iets aan de hand was en dacht, dat hy in zijn werk moeilykheden gehad had. Zy vroeg hem daarnaar. „Nee, juffrouw Kaiser, in myn werk heb ik nergens over te klagen, maar" hier hield hij even op om dan ineens weer snel door te spreken „maar ik moet misschien binnenkort voor een heelen tijd op reis en dat spijt my zoo daar ik u dan niet meer zal kunnen zien." Het fyne meisjesgezicht werd doodsbleek en haar voeten bleven, als onder den ban van een tooverspreuk, aan de plaats genageld staan. „Wanneer moet u weg en waarom?" stamelde zy toonloos en haar vochtig wordende oogen staarden Stefan in angstige spanning aan. Stefan von Hornstein had wel hardop kunnen juichen, want duidelyker dan uit vele woorden bleek uit Barbara's houding, dat zij hem liefhad. En toch moest hy zyn beulswerk tot het bittere einde toe afmaken. Hij legde zijn hand op haar arm. „Ik heb een speciale opdracht van de fabriek gekregen en daardoor is het mogelyk, dat ik morgen al zal moeten afreizen." Barbara voelde zich de keel als dicht gekne pen, ze wilde spreken en kalm blyven, maar geen van beide gelukte haar. In de schemering van den winterdag stond daar een doodelyk geschrokken, bevend meisje, dat het roerende beeld bood van een jonge, zich juist door haar zwijgen blootgevende liefde. Dat ontroerde hem en bracht zyn voornemen aan het wankelen. Dat schudde hem als een boom, die meent vastgeworteld te staan en toch alleen maar in lossen bodem opgeschoten is. „Misschien kom ik gauw terug," zei hy half luid, terwijl elk woord hem pyn deed. Zyn eigen leugen keerde zich tegen hem en stak hem als een dolk. Barbara probeerde te lachen. Maar dat lukte niet. Ze slikte een paar maal een snik weg en zei toen mat: „Het is dom van mij, u geen vroolijk gezicht te toonen; ik voel my echter vandaag ..heelemaal niet prettig." Hoe slecht was zij de kunst van huichelen meester. „Kom mee, laat ons doorloopen," vroeg hy, „het is tamelyk frisch en u mag geen kou vat ten." Zwijgend liepen zy naast elkaar. Hy tobde zich af om een uitweg te bedenken, waardoor hy het lieve meisje verdriet zou kun nen sparen, maar hij was bang om Maria alles eerlijk op te biechten. Die hield ook van hem, want zonder liefde was dit meisje, dat zoo van alle kanten het hof gemaakt werd, zeker nooic zyn verloofde geworden. En met het slot van het liedje moest hij van zichzelven denken: „Ik ben een droeve ridder!" Ja, hij was wel een droeve ridder en hij was, te veel toegevend aan zyn licht ontvlambaar hart, hopeloos vastgeloopen. Barbara liep als in een mist. Het was haar als bevond zij zich plotseling in een grauwe verla tenheid, waarin haar geen enkel licht tegen- wenkte, dat haar weer daaruit kon leiden naar waar het helder was. Zy verschikte wat aan haar toilet, haar nieu we mantelcostuum, waarvan de snit en het goed zitten haar zooeven nog zooveel genoegen had gedaan en zij dacht, dat het verstandiger was, zooiets duurs maar heelemaal niet te koopen. Het kwam er immers toch niet op aan hoe zy er uitzag, want zij zou toch nooit meer lezen in de oogen van dien eenen man, of zy hem be haagde. Stefan von Hornstein boog zich licht tot zyn gezellin over. „Als u soms eens aan my denken zult. denk dan goeds van my en als u eens iets van my zou hooren, dat u aan mij zou doen twyfelen, veroordeel mij dan niet ik ben mischien niet zoo schuldig als het lyken zal." Barbara staarde verschrikt in het knappe mannengelaat. „Om Godswil, dat klinkt alsof u Ze maakte den zin niet af. Ze maakte alleen verschrikkelijke veronderstellingen, welke zyn woorden by haar deden opkomen. En die plotse linge reis hield daar natuurlijk verband mee. Niettegenstaande zyn onbehaaglijke stemming moest Stefan von Hornstein toch even lachen. „Ik heb geen moord gepleegd en ook niet ge stolen," zei hy, „trouwens, heelemaal niets dat my met de justitie in aanraking zou kunnen brengen." Barbara herademde hoorbaar. „Goddank," zei ze uit het diepst van haar hart. Dit „Goddank", dit herademen omdat hem geen gevaar bedreigde, bewees den jongeman hoeveel het meisje van hem hield. Dat maakte hem weer zwak en zijn warm gevoel den vryen loop latend, drukte hy Barbara in de stille straat tegen zich aan en gaf haar een kus. Een naar de laatste mode gekleede dame trad juist uit een huisdeur naar buiten en het twee tal stapte vlug om haar voor te blyven. De dame, die schik in het geval had, bleef staan en keek het paar na opeens echter maakte zij een aarzelende beweging. Zij kende immers den slanken jongeman, die naast het knappe meisje liep. Pas toen het tweetal een eindje was doorge- loopen. herkende zy hem. Dat was Stefan von Homstein, die haar met een armband afge scheept had. Natuurlyk, hy was het! De dame, die hy notabene op straat kussen moest, was zeker zijn verloofde. Komiek, dat een zoo officiel verloofd span geen ander plaatsje scheen te kunnen vinden, om elkaar te kussen, dan juist op straat. Maar over den smaak viel niet te twisten, meende Lona Jensen, en stapte toen vlug achter het jonge paar aan. Ze moest Stefan's verloofde eens goed opnemen; tyd daar voor had ze genoeg. Ze kwam juist by haar naaister vandaan en tot aan de avondvoorstelling had zy toch niets te doen. Ze haastte zich om het paar in te halen en liep dan ook dra vlak achter hen aan. Het ver baasde haar, dat zij, het paar volgend, in een haar onbekend stadsgedeelte kwam, dat achter het station lag. Al een paar maal was zy van plan geweest het tweetal voorbij te loopen, dan om te keeren en de verloofde van Stefan von Hornstein in het voorbijgaan eens duchtig op te nemen. Eindelyk zou het er dan van komen. De afstand tusschen haar en de jongelui, die zy volgde, werd steeds kleiner. Lona Jensen was alleen maar bang. dat Ste fan op het geluid van haar voetstappen eens zou omkijken en haar herkennen. Maar hy hield zich zoo druk met het naast hem loopende meisje bezig, dat hy op niets anders acht sloeg. Hy sprak halfluid met het meisje en af en toe kon Lona zelfs een woord opvangen. Ze ving het op als een verdwaalde bal, die door nie- mand vermist wordt. (Wprdt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 3